Landbouw en zonnepark combineren

Foto van de website van INRAE Montpellier

Ter intro
Nature Spotlight: France is een onafhankelijke bijlage van Nature. De uitgave https://www.nature.com/articles/d41586-024-00518-6  dd 19 febr 2024  brengt de recente stand van zaken betreffende de balans tussen enerzijds een agrarische functie van een perceel en anderzijds het gelijktijdige gebruik van datzelfde perceel als zonnepark.

Er is een spanningsveld tussen beide functies.
Aan de ene kant zit elk land verlegen om hernieuwbare energie. Zonneparken zorgen daarvoor. Bovendien verdient een boer meer aan zonnepark dan aan gewone oogsten (volgens Nature in Frankrijk 10 tot 100 keer zoveel).
Aan de andere kant is er behoefte aan voedsel en zit ook daar een machtige lobby achter, zeker in Frankrijk. Bovendien zijn boeren bang dat als de grond schaarser wordt, de prijs van landbouwgrond stijgt.

Tomaten onder zonnepanelen in Oostenrijk

Compromis en multifunctionaliteit
Een manier om met het spanningsveld om te gaan, is een compromis. Men combineert beide.  Dat heet Agri(photo)voltaics (Wikipedia schrijft erover op https://en.wikipedia.org/wiki/Agrivoltaics ).

In principe kunnen sommige gewassen onder sommige omstandigheden baat hebben bij deze combinatie. Het INRAE in Montpellier doet hieraan al jaren onderzoek. De openingsfoto komt van https://www.inrae.fr/en/news/towards-photovoltaic-systems-can-reconcile-production-crops-and-electricity . Onderzoeker Dupraz legt in Nature uit zonnepanelen kunnen beschermen (bijvoorbeeld tegen de felle zon) en dat planten (bijvoorbeeld rijpend graan) niet meer zoveel licht nodig heeft. Het mobiel maken van de panelen vergroot de handelingsvrijheid om de oogst te optimaliseren.

Maar het blijft een spanningsveld. Instanties die hernieuwbare energie willen opwekken worden geschaad omdat het perceel voor veel meer geld veel minder energie oplevert dan gekund zou hebben als het optimaal voor dat doel was ingericht.

 Schapen onder een zonnepark op Hawai

Het touwtrekken leidt tot wettelijke regelingen (al dan niet nog in de maak) die van land tot land verschillen.
Enerzijds zijn er landen waar grote lappen grond ongeschikt zijn voor landbouw, zoals Spanje en de VS. Hier bestaat het probleem niet.
In Frankrijk, waar het spanningsveld nadrukkelijk bestaat, wil de energiesector 40% van een perceel gebruiken, terwijl landbouwkundigen niet verder willen gaan dan 25%. Het resultaat is nog onduidelijk want de wet is nog in de maak.
In Japan heeft de regering (al in 2013) verordonneerd dat het plaatsen van zonnepanelen op agrarisch gebied hoogstens 20% van de oogst mag kosten. Bij niet-naleving kan de PV-installatie verwijderd worden, welke dreiging de groei van zonne-energie in Japan tegenhoudt.
Duitsland staat een oogstverlies van een derde toe.

Nederland
Zie https://www.bjmgerard.nl/bijna-verbod-op-zonneparken-een-slechte-zaak/ .

Mede door de krachtige landbouwlobby zijn de mogelijkheden om zonnepark en landbouw te combineren tot vage dieptes weggezonken. Dit terwijl de absurd topzwaar geworden Nederlandse landbouw milieu en klimaat verziekt en, naar mijn mening, als sector best wel wat minder kon.

De Gedragscode Zon op Land (van de branche en de natuurorganisaties)  staat maximaal 75% bedekking van de bodem met PV-panelen toe en wil dat aan een aantal, niet in een getal uit te drukken, criteria voldaan is (ecologie, landschap, beheer). Maar in de tweede Zonnebrief van Jetten worden panelen op landbouwgrond nagenoeg onmogelijk gemaakt:”* Als er een substantiële agrarische functie gekoppeld wordt aan het PV-park  of * Landbouwgrond die in transitie is naar een andere bestemming en/of slecht is (en dan maximaal voor 30 jaar, opbrengst te gebruiken binnen het transitieplan). Waarna de vraag is wat ‘substantieel’ is – de volgende gang naar de rechter?

De mogelijkheid om een zonnepark met nieuwe natuur te combineren, is en passant ook onmogelijk gemaakt (zie bijvoorbeeld https://www.bjmgerard.nl/combiplan-nieuwe-natuur-en-zonneveld-in-eindhoven-en-nuenen/ ).

Agrivoltaische combinatie bij Donaueschingen (Duitsland)

HEMA brengt klimaatfootprint in kaart, supermarkten gerangschikt

CO2 –  inventarisatie
De HEMA is begonnen te doen met wat Millieudefensie niet aan dit bedrijf gevraagd heeft, namelijk het maken van een klimaatplan. Liever gezegd de voorbereiding daarop, een nulmeting (over 2019) van de broeikasgasemissie die verbonden is aan de bedrijfsvoering en de producten van het bedrijf, gerekend over wat in het jargon scope 1, 2 en 3 heet.

De begrippen scope 1, 2 en 3 zijn vastgelegd in het internationale GHG-protocol (GreenHouse Gas-protocol, https://ghgprotocol.org/ ).

In het geval van de HEMA levert dit onderstaande indeling op hoofdlijnen op:

De studie is gedaan door het Amsterdamse bureau Metabolic ( https://www.metabolic.nl/ ).

De HEMA heeft via zijn eigen kanalen ( https://corporate.hema.com/hema-publiceert-ambitieuze-doelen-co2-reductie/ ) onder de titel “HEMA publiceert ambitieuze doelen CO2 – reductie” een soort beginselverklaring. Op het einde daarvan kan het rapport zelf gedownload worden.
De NRC van 05 oktober 2023 heeft twee volle pagina’s aandacht aan het project besteed (dat is  het wel waard). Zie (als je eraan kunt) https://www.nrc.nl/nieuws/2023/10/04/hoe-hema-zijn-totale-uitstoot-heeft-weten-te-berekenen-a4176167?utm_source=push&utm_medium=topic&utm_term=20231004 .

Het is geen geringe taak geweest, met name scope 3 niet. Zoals Wilma Veltman, directeur inkoop, zegt ‘We hebben 30.000 artikelcodes in de winkels liggen’. In de NRC legt ze uit dat die samengebracht zijn in groepen vergelijkbare producten ‘alle sokken in één groep. Alle cacao in één groep’ enzovoort. Onduidelijk is of katoenen, wollen en polyester sokken in dezelfde groep zitten, maakt nogal uit.

Veltman spreekt steeds over CO2, maar uit het rapport blijkt dat alle broeikasgassen meegenomen zijn (ook bijvoorbeeld methaan en lachgas).

De berekening van Metabolic is nog eens dunnetjes overgedaan in een second opinion van Det Norske Veritas Business Assurance B.V. Daar kwam min of meer hetzelfde uit en die overeenkomst was goed genoeg om mee te kunnen werken. Bij veel precisie had het project jaren geduurd.

Je krijgt dit soort plaatjes:

Er zitten verrassende uitkomsten,

  • Scope 1 en 2 tellen getalsmatig nauwelijks mee (daarbinnen alleen de ingekochte stroom)
  • Transport speelt ook nauwelijks een rol
  • De bulk zit in de verwerving van goederen en diensten (‘upstream’) en het gebruik van die goederen (‘downstream’)

Men moet overigens bij dit soort werk waken voor dubbeltellingen. Hier speelt dat niet: de sokken tellen klimatologisch mee bij de HEMA en niet bij meneer Jansen die ze in de kast heeft liggen.

De berekening gaat elk jaar geactualiseerd worden.

De HEMA wil ook landgebruik, water en biodiversiteit in kaart gaan brengen.

Wat gaat de HEMA nu doen, of doen ze al?
Topvrouw Saskia Egas Reparaz wil dat de HEMA koploper op duurzaamheidsgebied wordt. Nu passeren dit soort ronkende kreten wel vaker, en aan concrete tussendoelen heb je meer. Die zijn er: de HEMA wil in 2030 zijn scope 1 en 2 – emissies met 75% teriggebracht hebben, en zijn scope 3 – emissies met 46% (dat is veel moeilijker).
Veldman wil niet teveel pielen met kleine dingetjes (NRC) en de grote dingen aanpakken. Bij de HEMA zijn dat bijvoorbeeld papier en katoen en verpakkingen.

  • Papier heeft nu FSC-keurmerk en dat moet gerecycled FSC-papier worden.
  • Katoen is nu volges het Better Cotton Initiative en dat moet biologissch worden. babykleren zijn dat al vanaf begin 2024.
  • De hoeveelheid verpakkingen is in vier jaar al met 23% teruggedrongen
  • Alternatieven voor maandverband

De gewetensvraag (voor de hele detailhandel) is of de HEMA niet gewoon minder moet gaan verkopen. Dat is voor een commerciëel bedrijf een brug te ver. ‘Spullen verkopen is ons bestaansrecht. Dus hoe wij dit oppakken is: spullen verkopen die langer meegaan” aldus Veldman in de NRC. Bijvoorbeeld afwasborstels met verwisselbare kop en navulbare make up-dozen en meegroeiende rompertjes.

Men kan moeilijk beweren dat de HEMA bekend staat om de overdadige luxe en overbodig assortiment.

De rookworst
De HEMA-icoon. De HEMA heeft overigens ook een vega-variant (de Ookworst), maar die loopt nog niet zo hard. Dus moet die lekkerder worden, vindt Veldman. Ze houden wel beide in de verkoop.

OP https://foodfootprint.nl/ kun je de foorprint van een aantal  voedingswaarden opzoeken.
Foodfootprint kent wel de runderrookworst, en dan krijg je dit

Runderrookworst per 100 gram
2187 g CO2eq        *
18.0 L water           *
 1.06 m2*jaar         *

(5 sterren = goed, 1 ster = slecht, t.o.v. andere producten op deze site) 
Data: RIVM (gemiddelde Nederlandse markt)
let op: kan (sterk) verschillen per seizoen/ land van herkomst

Rundvlees is notoir heel slecht, maar bovenstaande worst (overigens niet van de HEMA) is vooral varken en dat is iets minder erg.

Tel dus de jaarlijkse rookworstomzet van de HEMA en doe dat maal de varkensvariant van 2187 g CO2 , heb je een klein stukje van de grote footprintstudie van de HEMA.

Europese verplichting
Vanaf 2025 moeten alle grote Europese bedrijven verplicht rapporteren wat hun impact is op mens, milieu en klimaat. Een exercitie zoals die van de HEMA is daarvan een onderdeel.
Het worden gouden tijden voor eco-accountants.

In de NRC van 06 okt 2023 staat een artikel over supermarktketens, met de Superlijst Groen gerangschikt op duurzaamheid door bureau Questionmark over 2022. Eén staat Ekoplaza, twee de Lidl, drie de Albert Heijn en laatst de Plus. Kanttekening is dat het soms  meer om woorden dan om daden gaat. Zie https://www.thequestionmark.org/ en dan voor het NRC-artikel https://www.nrc.nl/nieuws/2023/10/05/groene-woorden-zijn-er-volop-maar-aan-daden-ontbreekt-het-de-supermarkt-vaak-nog

Het rapport over de supermarkten is te vinden op https://www.thequestionmark.org/search?type=publication of via de zoekterm ‘Superlist Environment The Netherlands 2023’

Het afschaffen van de koe

“The most important green technology ever”
Zo noemde George Monbiot, de bekende klimaatauteur in The Guardian, een opkomende trend om geheel synthetisch voedsel te maken ‘from scratch’.
‘Scratch’ is bijvoorbeeld waterstof of methanol (die gewonnen kunnen worden met duurzame stroom of daaruit eenvoudig vervaardigd) met genetisch aangepaste micro-organismen in fermentatietanks.

Monbiot bespreekt vier gebruikelijke reacties op dit idee.

  • Huu, eng!
    Fermenteren  met micro-organismen is niet zo ongewoon  en griezelig als het lijkt. Met kaas als grondstof krijg je gorgonzola, met melk als grondstof krijg je yoghurt, met witte kool krijg je zuurkool, en met glucose als grondstof krijgen we al duizenden jaren bier en wijn. De bijbehorende micro-oganismestammen zijn ook al langdurig veredeld en doorgeselecteerd. En de koe gebruikt in zijn pens ook micro-organismen om eiwit te maken (met laag rendement)
  • De poederachtige output kan gebruikt worden om ultra-bewerkt voedsel te maken. Klopt, kan met tarwebloem ook
  • Genetisch veranderde micro-organismen liggen niet bij iedereen lekker. Maar deze micro-organismen komen niet buiten, maar blijven in hun tank (en als ze toch buiten komen, gaan ze dood). We maken al vijftig jaar met aangepaste micro-organismen vitamines en  insuline – en die insuline is beter dan die uit dieren.
  • Een paar grote ondernemingen maken zich meester van de techniek. Dat gevaar bestaat (ik zag Cargill al langs komen in de onderliggende literatuur) , maar bestaat als feit al langdurig in de mondiale graanhandel, waarvan 90% in handen is van vier ondernemingen. Dat betekent niet dat er niet meer in graan gehandeld moet worden, maar dat de eigendomsverhoudingen aangepakt moeten worden.

Het zou overigens ook wel fijn zijn als het product ergens naar smaakte (zeg ik, niet Monbiot).

Wees niet bang voor iets nieuws, stelt Monbiot.

Het artikel van Monbiot is te vinden in The Guardian van 24 nov 2022 op https://www.theguardian.com/commentisfree/2022/nov/24/green-technology-precision-fermentation-farming?utm_term=637fa314c13d5637aef0ec6c4f01525e&utm_campaign=BestOfGuardianOpinionUK&utm_source=esp&utm_medium=Email&CMP=opinionuk_email
Ik roep overigens op tot financiële steun aan The Guardian. Het is een goede, toonaangevende krant die sterk leeft van het collectebeginsel.

Monbiot verwijst in zijn artikel door naar onderliggende artikelen. Ik pak er daar vier van.

Solar Foods
Solar Food is een Finse startup ( https://solarfoods.com/ ).
De onderneming heeft onlangs toestemming gekregen van Singapore voor zijn product soleïne. Dat is een eiwitrijk poeder dat erg lijkt op gedroogde soja of zeewier. Het bestaat voor  65-70% uit proteine, 5-8% vet, 10-15% vezels and 3-5% minerale voedingsbestanddelen, waaronder ijzer en vitamines B.  Het is bedoeld als additief en kan eenvoudig  met allerlei andere ingredienten gemengd worden.
Je hebt er CO2 en waterstof en zonlicht voor nodig, en een beetje kunstmestachtig additief voor de niet C-O-H-atomen. De productie is geheel onafhankelijk van de omringende atmosfeer en geografie – het kan in essentie op de maan.
En zoals ook Monbiot al betoogde, het kan ook in woestijnlanden die weinig bruikbare cultuurgrond hebben, maar wel veel zonlicht.
Voor soleïne zie http://www.solein.com/ .

De Europese Commissie heeft er toestemming voor gegeven dat 13 EU-landen (waaronder Nederland) een aantal projecten subsidieren (met samen €5,2 miljard publiek geld) in het kader van het IPCEI Hy2Use programma ( Important Project of Common European Interest in the hydrogen value chain ). Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_22_5676 .

Soleïne

Pruteen: sojavrij diervoer uit methanol
Soja voor veevoer is de grote bedreiging van het Braziliaanse regenwoud en het zou wat waard zijn als men een sojavrij eiwit kon produceren.
Op https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fsufs.2019.00032/full is  het verhaal te lezen dat een dergelijke fabriek bestaan  heeft. Hij is in 1979 gebouwd door ICI in Billingham en maakte 50 – 60kiloton van het eiwitrijke diervoeder Pruteen met methanol als vertrekpunt (50kton Pruteen vereist zowat 100kton methanol).
Het ontwerp heeft een tijd gewerkt, maar niet heel lang, want in die tijd moest men methanol inkopen op de vrije markt en de methanol werd duurder, en tegelijk werd de soja goedkoper. Exit de fabriek.
Tegenwoordig kan  men met allerlei CO2 capture and conversion technieken duurzame methanol maken (en diverse kleine  andere moleculen). Daar komt echter wel het nodige bij kijken, vooral als het om grote hoeveelheden gaat – opnieuw een kans voor landen met veel zon en weinig bruikbare grond.


Food Tech
Zie eventueel ook https://foodinstitute.com/focus/analysis-what-are-the-benefits-of-precision-fermentation/ , maar dat bespreek ik  hier niet. Ik beperk me tot een plaatje met een schema:

 
Het afschaffen van de koe (en van ander vee)
Het ruigste gooi- en smijtwerk op dit gebied is te vinden bij de VS-denktank ReThinkX ( https://www.rethinkx.com/food-and-agriculture ).

De homepage opent zonder blikken of blozen met de tekst:
By 2030, the number of cows in the U.S. will have fallen by 50% and the cattle farming industry will be all but bankrupt. All other livestock industries will suffer a similar fate, while the knock-on effects for crop farmers and businesses throughout the value chain will be severe.
Rethinking Food and Agriculture shows how the modern food disruption, made possible by rapid advances in precision biology and an entirely new model of production we call Food-as-Software, will have profound implications not just for the industrial agriculture industry, but for the wider economy, society, and the environment
.”.

Als men na dit van dik hout zaagt men planken-werk doorscrolt naar beneden, verschijnt een samenvatting van de studie ‘Rethinking Food and Agriculture’ , en daarna de mogelijkheid om deze studie zelf te downloaden – wat ik gedaan heb en anderen adviseer, want het is zeer informatief. De meeste afbeeldingen in dit artikel komen uit dit boekwerk.

Cell-based beef is wat wij kweekvlees noemen. Het proces start met natuurlijke cellen uit een echt beest, en van daaruit kweekt men buiten het beest verder.

RethinkX volgend in hun redenering (met enig voorbehoud, want ik moet het eerst allemaal nog zien) zou dat betekenen:

  • Voedsel wordt goedkoper
  • Ongeveer 300 miljoen acre (een acre is ongeveer 0,40 hectare) komt vrij voor andere doelen in 2030 en ongeveer 485 miljoen in 2035 (dat is ongeveer zes keer Duitsland)
  • Het voedselsysteem wordt lokaler en vraagt om veel  minder transport
  • Het VS-landbouwsysteem gaat een enorme financiële crisis tegemoet
  • 60% minder broeikasgassen uit de veeteelt in 2030 en 80% minder in 2035
  • Het vraagt om veel minder zoet water
  • Geen mestprobleem meer
  • Minder gezondheidsrisico’s in brede zin
  • Voornaamste grondstof is glucose (voor 1 kg eiwit is nu 3 kg glucose nodig en in 2030 2kg). Aan de beschikbaarheid van voldoende grondstof (gluose of gewassen met dezelfde functie), en van voldoende energie wordt nauwelijks aandacht besteed. IN bovenstaande kostengrafiek wordt glucose geacht even duur te blijven.
(PF staat voor Precision Fermenting)

Toevoeging

Iemand maakte mij op Facebook attent op de zuivelvervangers van Perfect Day uit Californïe, ooit in Ierland begonnen als start-up. Het bedrijf is te vinden op https://perfectday.com/ . Het maakt met Precision Fermenting, in dit geval met genetisch aangepaste schimmels, uit een mengsel van water, nutrienten en suiker onder andere het wei-eiwit beta-lactoglobuline. Dit zou moleculair identiek zijn aan het natuurlijke beta-lactoglobuline. Onder de TAB Discover staat nadere uitleg.
Het bedrijf bespaart daarbij, naar eigen zeggen, fors op niet-hernieuwbare energie en zeer fors op broeigasgassen en zoet water, vergeleken met de productie van melk. Kanttekening daarbij is dat ze niet het volledige product melk maken, maar slechts één onderdeel daarvan. Bij een juiste vergelijking zou je moeten optellen wat het kost om het hele product melk te maken – of je moet een andere vergelijking opzetten.

Wei is wat je overhoudt van melk na het kaas maken.
Wikipedia heeft er een lemma aan gewijd op https://nl.wikipedia.org/wiki/Wei_(zuivel) .

De naam van het bedrijf is afkomstig van een song van Lou Reed.

Foto genomen van de bedrijfssite

Toevoeging

Thomas Oudman wijdt in De Correspondent een enerzijds-anderzijds beschouwing aan de standpunten van Monbiot. Lezenswaard.
Zie https://decorrespondent.nl/14080/waarom-is-krimp-zo-moeilijk-veeteelt-is-de-kern-van-onze-cultuur/1546293576960-562f1f7a .

Nog een later artikel op https://decorrespondent.nl/15023/biologisch-boeren-een-mooi-ideaal-lang-niet-radicaal-genoeg-zegt-george-monbiot/0e16c28a-1ac1-06ee-14e4-8e2a26b4213a .

Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot over de keten met 45%

Milieudefensie bracht op 15 nov 2022 de volgende succesaankondiging. Die vindt plaats in het kader van de 29-bedrijvencampagne van Milieudefensie. Albert Heijn maakt deel uit van het Ahold Delhaizeconcern en dat is een van die 29 bedrijven. Het succes geldt alleen Albert Heijn.

Het is een fraai succes.

Zie AH vermindert ketenuitstoot CO2 met 45% tot 2030 .


Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot met 45%

Goed nieuws! Albert Heijn wordt veel duurzamer. In 2030 is de CO2-uitstoot van de supermarkt 45% lager. Dit geldt voor de hele keten: van product tot schap. Klimaatactie heeft zin. Samen krijgen we grote vervuilers in beweging.

Het leek onmogelijk, en nu blijkt het toch te kunnen: als supermarkt je hele productieketen in beeld brengen én verduurzamen. Albert Heijn gaat doen wat nog geen enkele Nederlandse supermarkt heeft gedaan: de CO2-uitstoot van haar hele keten met bijna de helft verminderen. Dat maakte de supermarkt op 15 november bekend.

Het kan dus wél!

Sinds Milieudefensie eerder dit jaar Ahold Delhaize om een klimaatplan vroeg, is er heel wat gebeurd. In de eerste reactie zei het supermarktconcern nog dat het onmogelijk was om de hele keten in beeld te brengen. Maar binnen een jaar is alles anders: Albert Heijn zegt nu sterke verbeteringen aan te kunnen brengen in haar keten.

Nu het moederbedrijf Ahold Delhaize nog…

Onze druk op Ahold Delhaize heeft met deze mooie stap van Albert Heijn dus een eerste succes opgeleverd. Toch is het feest nog niet compleet, want de verduurzaming geldt nog niet voor het moederbedrijf Ahold Delhaize. Dit Nederlandse bedrijf is één van de grootste detailhandel-bedrijven ter wereld. Uit het vorige week gepubliceerde rapport van Profundo blijkt dat Ahold Delhaize als het zo doorgaat verantwoordelijk is voor 119 miljard euro aan klimaatschade in 2050. Ook toonde Profundo aan dat maar liefst 42% van de uitstoot in de keten uit dierlijke producten komt.

30 grote vervuilers

Behalve Ahold Delhaize richten we ons op 29 andere bedrijven. Shell is door de rechter verplicht tot 45% CO2-reductie in 2030, maar is in hoger beroep gegaan. 28 andere bedrijven scoorden net als Ahold Delhaize onvoldoende in de Klimaatcrisis-Index. Wij blijven daarom druk zetten op alle 30 grote vervuilers tot ze een goed klimaatplan hebben. Want alleen zo kunnen we de ergste klimaatrampen nog voorkomen.

Samen boekten we dit succes – jij kan meedoen

Dit is niet alleen de overwinning van Milieudefensie, maar ook van Milieudefensie Jong. En van Operatie Klimaat-groepen én tienduizenden veranderaars in heel Nederland. Samen zijn wij de meest invloedrijke klimaatorganisatie van dit moment. Want samen zijn we sterker dan de grote vervuilers en treuzelende politici. Samen veranderen we Nederland.

Wat ik van de boerenacties vind, en van de Nederlandse landbouw

Op een eenmans-site als deze is het ten enenmale onmogelijk om op dit gebied de actualiteit bij te houden. Er gebeurt teveel te snel.

Vandaar een eenmalige verklaring die hopelijk een tijdje mee kan.

Let op het jaartal 1988 in dit tijdloos ogende bericht

Het ontstaan van het probleem
Er is een macro– en een microverhaal.

Het macroverhaal is dat de landbouw na de oorlog krachtig gestimuleerd is onder het motto ‘nooit meer honger’. Dat was een tijd lang terecht en daarna niet meer. Ergens rond 1970 a 1980 had de omvang van de landbouw gestabiliseerd moeten worden. Maar in plaats daarvan werd de binnenlandse markt bijzaak en de wereldmarkt hoofdzaak. Er ontstond een agrarisch-industrieel complex dat, nauwelijks gehinderd of zelfs aangemoedigd door de grote politieke partijen en door de kleine confessionele partijen, een zodanig krachtige eigen dynamiek kreeg dat dit kleine dichtbevolkte land de tweede agrarisch exporteur ter wereld werd. Het is waanzin.

Steeds opnieuw was het argument dat de techniek het zou oplossen en dat men moest groeien om geld te verdienen om het steeds groter wordende probleem op te lossen. Geld werd er inderdaad verdiend, de sector bleef inderdaad groeien, maar de problemen werden alleen maar groter.

Door calciumgebrek overleden jonge mees (en dat calciumgebrek komt door de verzuring en die komt door de stikstof)

Er is een monster gecreëerd dat de tropische regenwouden leeg vreet, dat ons land onderschijt, dat een zware klimaatfactor is, dat bijna alle Nederlandse oppervlaktewater helpt vergiftigen, alsmede de lucht, dat volksgezondheidsproblemen creeert of vergert, en dat de natuur helpt verruïneren. Dood aan de eik en de mees, leve de brandnetel.

De landbouw is gewoon veel te groot voor Nederland geworden en moet een stuk kleiner.

Dat moest wel ergens vastlopen, en toevallig was de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden de eerste juridische hoepel (van Europese huize) die voor de te vet geworden sector onpasseerbaar bleek. De boeren schreeuwen moord en brand en proberen de stikstofregelgeving weg te intimideren, daarbij ondersteund door het aanhangende industriële complex (“Millionen stehen hinter mir” naar de fotocollage van John Heartfield uit 1932).

Boerendemonstratie bij het Provinciehuis in den Bosch op 25 okt 2019

Het heeft alleen geen zin voor de Tweede Kamer om toe te geven, want de volgende juridische hoepel komt eraan: het afschaffen van de derogatie (wat betekent dat Nederlandse boeren minder mest mogen uitrijden). Dat beschermt de bodem, en daarna het grond- en oppervlaktewater, tegen een overdaad aan nitraat en fosfaat.
De inperking van het uitrijden van mest is een prima Europese maatregel.

En achter deze hoepel zit alweer de volgende Europese juridische hoepel, namelijk de Kader Richtlijn Water (KRW) waaraan Nederland in 2027 moet voldoen. De nu lopende (en laatste) planperiode is dit jaar van start gegaan. Momenteel voldoet slechts 1% aan de kwaliteitsnorm ‘goed’ en dat moet in 2027 100% zijn. Niet alleen w.b. nitraat en fosfaat, maar ook w.b. bestrijdingsmiddelen en medicijnresten (die ten dele ook van de landbouw komen).

Een andere hoepel is dat Europa, geheel terecht, naar minder bestrijdingsmiddelen wil. Bestrijdingsmiddelen zijn een causale factor voor Parkinson en dat is de snelst groeiende hersenziekte van dit moment, aldus de grootste specialist op dit gebied, hoogleraar Bas Bloem. Boeren zijn overigens zelf de kwetsbaarste risicogroep. Daarna de omwonenden en daarna de consumenten.

Een potentiële hoepel kan worden dat de recentelijk aangescherpte WHO-richtlijnen voor de luchtkwaliteit in Europese wetgeving vertaald gaan worden – wat prima zou zijn.

En dan nog de verdroging. De beregening in Brabant-oost conflicteert in de steeds drogere zomers met de drinkwatervoorziening. De beregening wordt roofbouw op het grond- en oppervlaktewater.

De Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden vna Leende

Laatste factor in het macroverhaal is dat de strijd om de grond scherper wordt. ‘Men wil onze grond voor woningen en bedrijventerreinen’ aldus sommige boeren – waarvoor overigens al decennia boeren geruisloos uitgekocht worden. En klimaat en biodiversiteit eisen nu ook grond voor waterberging, energieproductie en nieuwe natuur.
De bestaande waarderingsverhouding tussen agrarisch gebruik van de grond en de nieuwe functies verschuift richting de nieuwe functies. En dat is onontkoombaar.

Het microverhaal is dat het in een halve eeuw dolgedraaide systeem uit  mensen bestaat (boeren, hun huishoudens en de werknemers in de agro-industrie) die er vaak ingeluisd zijn door bijvoorbeeld de Rabobank en door al die hotemetoten die predikten dat het allemaal groter en industriëler moest.

Agrarische mensen die nu soms geen kant op kunnen. En waar schulden bestaan, wanhoop heerst en grote sociale problemen bestaan.

Het gaat om allemaal verschillende mensen. Dè boer bestaat niet. Ze zijn rijk of arm, bio of intensief, akker of vee, goed of slecht. Een verzamelaanduiding als “hèt boerenprotest’ is misplaatst.

Het Rijk heeft de landbouw een halve eeuw lang alleen maar behandeld als marktsector. Landbouw was vooral groeien en verkopen.
Er is nooit een probleemafdekkend plan-B gemaakt voor de dag waarvan iedereen wist dat die komen ging, de dag dat het systeem keihard tegen zijn grenzen aanloopt. En dat is nu.
Maar zo’n plan is er niet. Het enige dat het kabinet weet te doen is de beleidsleegte  over de schutting van de provincies gooien.

Het microverhaal is dat er iets voor de mensen gedaan moet worden.

Val schacht 3 Staatsmijn Emma

Wat er moet gebeuren
Ik  vind de vergelijking met de Limburgse mijnsluiting leerzaam. Zie https://www.bjmgerard.nl/terug-van-weg-geweest/ .
Generaties Limburgers waren verknoopt met de mijnen. Maar de wereld veranderde en de mijnen moesten dicht. Dat besluit was onontkoombaar en stond vast.
Voor de mijnsluiting was er op Rijksniveau een plan, met veel geld. Den Uyl reisde persoonlijk naar Heerlen om het te brengen.
Het plan was niet altijd goed en het werd niet altijd goed uitgevoerd, maar desalniettemin probeerde het Rijk zelf zijn verantwoordelijk te nemen. En gooide het probleem niet bij de provincie Limburg over de schutting in de geest van ‘hier heb je geld en zoek het maar uit’.

Nu een deel van de landbouw gesloten moet worden ligt er wel veel geld, maar geen plan. Dat mogen de provincies oplossen.
In hoeverre dat geld vooral de RABO-bank helpt en in hoeverre het de boeren helpt, moet blijken.
In hoeverre het kringlooplandbouwmodel houvast gaat bieden, moet ook blijken. Bij het afgelopen landbouwdebat was er veel kritiek op minister Staghouwer. Als ik voor de verandering SGP-Kamerlid Roelof Bisschop eens citeer ‘is er nog geen fractie van duidelijkheid’ over wat kringlooplandbouw is’.
Overigens is die kringlooplandbouw niet eens een echte kringlooplandbouw. Het lijkt eerder nog steeds een lineair systeem, nu voorzien van extra lussen.

Zie ook Landbouwkringlopen sluiten op schaal van NW Europa (3) – update .

Maar sommige grote dingen zijn niet door de provincie te regelen.
De provincie kan de Rabobank niet tot de orde roepen, kan de detailhandel geen aanwijzingen geven en kan niet met de EU praten. De provincie mag niet eens zelf de nitraatrichtlijn uitvoeren.
Provincies kunnen binnen een adequaat geformuleerd raamwerk op goede wijze een eigen bijdrage aan de uitvoering geven. Het is tussenbestuur.

uit https://www.wur.nl/en/show-longread/re-rooting-the-dutch-food-system-from-more-to-better.htm

De planloosheid is de oorzaak van heel veel onzekerheid.
Voor die onzekerheid kan men begrip hebben, want er ligt inderdaad geen perspectief klaar, zelfs nog geen aanzet ertoe. En dat terwijl de problemen al een halve eeuw alsmaar groeien, mede omdat de agrarische sector oplossingen al een halve eeuw blokkeert..
Voor de manier waarop delen van de agrarische beroepsgroepen op overvalachtige wijze proberen hun tegenstanders kapot te intimideren, kan ik geen begrip hebben.

De regering moet eerst helder uitspreken dat aan verplichtingen zoals de Natura2000-wetgeving, de mestregels en de Kader Richtlijn Water niet te tornen valt, en moet een raamplan maken op Rijksniveau ten gunste van een forse krimp van de landbouw, zodat de provincies een beperktere taak krijgen die vooral op uitvoering is gericht.
Tegelijk moet er een werkbaar en aan de moderne tijd aangepast landbouwsysteem gedefinieerd worden. Dat had al veel eerder gebeurd moeten zijn.
Waarna de regering er een krachtig en dirigistisch beleid op zet, met oog  voor menselijke belangen en voor andere ruimtelijke belangen. Een boer verdient bijvoorbeeld veel meer aan een hectare zonnepark dan aan een hectare mais.

En als Nederland dan niet meer de tweede landbouwexporteur ter wereld is, maar bijvoorbeeld de tiende, het zij zo. Voor een klein land is dat nog steeds indrukwekkend.

Vote with your fork. Uit https://www.wur.nl/en/show-longread/re-rooting-the-dutch-food-system-from-more-to-better.htm

Als service aan de lezers dezes de brief van de gezamenlijke milieuorganisaties aan Remkes ter voorbereiding van het stikstofgesprek in augustus 2022.


Een tijdje nadat ik dit artikel geschreven heb, verscheen er in de Correspondent een waardevol artikel van Thomas Oudman over stikstof, niet alleen als milieuprobleem maar ook als beschikbaarheidsprobleem en prijsprobleem, mede vanwege de toenemende spanning op de beschikbaarheid van kunstmest.
Zie https://decorrespondent.nl/13711/het-stikstofprobleem-oplossen-is-niet-alleen-goed-voor-de-natuur-het-houdt-de-landbouw-ook-betaalbaar/1505769263757-f085b87d?pk_campaign=daily .

NVWA veel negatief in het nieuws – logisch gevolg systeemfouten

Een piek aan problemen
De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) komt met enige regelmaat negatief in het nieuws. Maar in de laatste weken was die regelmaat wel erg hoog. Een lijstje:

  • (RTL Nieuws van 25 juli, zie www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5172849/nvwa-noordelijke-slachthuizen-friesland-drenthe-groningen-ziek-onderzoek en NRC van 25 en 27 juli 2020)
    Het Openbaar Ministerie heeft een strafrechterlijk onderzoek naar drie slachterijen in het Noorden van het land moeten afbreken, omdat de NVWA er niet in slaagde binnen een redelijke tijd bewijsmateriaal aan te leveren. Die zouden zieke dieren hebben vervoerd en geslacht, en fraude hebben gepleegd om het vlees te kunnen verkopen. Dat onderzoek liep al sinds 2018. “Wij onderzoeken nu waarom het niet binnen anderhalf jaar afgerond kon worden” aldus een woordvoerder “en als we dat weten, zullen we daar ook maatregelen bij nemen”.
  • (Eindhovens Dagblad 27 juli 2020, NRC 28 juli 2020 en RTL Nieuws 25 juli 2020, zie www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5173423/kort-geding-nvwa-offerfeest-slachthuizen )
    Twee halalslachters in Nijkerk en Harderwijk wilden Coronaveilig kunnen slachten voor het islamitische Offerfeest, een belangrijk religieus feest en bovendien een grote bron van inkomsten. Ze hadden, zonder enige aanwijzing van de NVWA,zelf maar een plan gemaakt en toen ineens, poef, moest de tent dicht van de NVWA. Dit zonder enig toelichtend dossier.
    De NVWA beweert dat er wel contact is geweest en richtlijnen zijn uitgevaardigd, maar de rechtbank in kort geding gaf de slachters gelijk en eiste dat de NVWA ‘constructief’ overleg aan moest gaan als er aanpassingen nodig waren.
    (Ik spreek hiermee geen persoonlijke mening uit over halal slachten en slachten in het algemeen).
  • (De Boerderij van 28 juli 2020, zie www.boerderij.nl/Home/Nieuws/2020/7/VVD-onderzoek-naar-afhandeling-meldingen-mestfraude-619224E/ en het Eindhovens Dagblad van 15 juli 2020). Daar stond n dat er in verschillende sloten in Reusel en Someren teveel stikstof en fosfor zat. VVD-er Helma Lodders is al langere tijd met het onderwerp bezig en heeft er vragen op poten over gesteld op 27 juli 2020 ( https://helmalodders.vvd.nl/nieuws/40385/vragen-over-de-aanpak-van-mestfraude-door-de-nvwa ). Lodders stelt dat de NVWA een van de kanalen is waarlangs meldingen gedaan kunnen worden over illegale lozingen, dat de NVWA een te beperkte definitie van mestfraude hanteert, dat er een aantal meldingen binnengekomen was waar de NVWA niets mee gedaan had.
  • (De Boerderij, 28 juli 2020, zie www.boerderij.nl/Akkerbouw/Nieuws/2020/7/Pootgoedsector-furieus-op-NVWA-voor-afbreken-fraudeonderzoek-619472E/ )
    Breeders Trust is een branche-organisatie die, kort door de bocht, voor de sector het copyright op aardappelrassen bewaakt. Zeeland Trade had met vervalste certificaten pootaardappels aan boeren in België verkocht. Het onderzoek door Breeders Trust loopt al sinds 2019 en heeft geresulteerd in aangifte. Die de NVWA had moeten uitzoeken, maar die heeft het onderzoek stopgezet, “Tot nu toe heeft de pootgoedsector bewezen corrigerend te kunnen optreden tegen illegaal pootgoed. Nu doen we een keer een beroep op de overheid en dan wordt het onderzoek stopgezet.”
    Helma Lodders heeft ook hier vragen over gesteld (ze stelt trouwens goede vragen).

Structuurfouten
Dat het publiek en de sector in wanhoop emotioneel reageren valt te begrijpen.
Ik ben geen als regel complotdenker, maar in dit specifieke geval is dat op zijn plaats. De complotteurs zitten bij het CDA en, in mindere mate, bij D66.

Alle Nederlandse inspecties zijn onderbemand en afgetakeld, maar daarnaast zit de NVWA ook nog eens bij het verkeerde ministerie. De slager keurt bijna letterlijk zijn eigen vlees.
Om te snappen hoe de huidige, dieptrieste situatie kon ontstaan, moet men in de geschiedenis van de NVWA duiken.

Men kan het geloven of niet, maar vroeger had Nederland een Keuringsdienst van Waren met een internationaal befaamde reputatie en waarvoor de voedingssector sidderde en beefde. In 2002 gingen er 120.000 inspecties uit, resulterend in 27000 waarschuwingen en bijna 10000 processen verbaal.
Dat beschrijft Marcel van Silfhout in zijn boek “Uitgebeend – hoe veilig is ons voedsel nog?” Op Bol.com is het nog tweedehands te krijgen (www.bol.com/nl/f/uitgebeend/9200000025422605/ ), maar anders heeft de bibliotheek het misschien.

Vroeger viel de Keuringsdienst van Waren onder Volksgezondheid. Daartegen organiseerde de landbouwsector een jarenlange stammenstrijd, door Van Silfhout de ‘boerenoorlogen’ genoemd. Meerdere aanvallen zijn afgeslagen (o.a. in 1986 en 1993), maar in 2003 plantte het nieuw aangetreden kabinet Balkenende-II (CDA, VVD (dus de partij van Lodders) en D66) alsnog, in een soort coup bij verrassing, de Keuringsdienst van waren over naar het ministerie van Landbouw. Daar zit het nu nog (kijk maar op www.nvwa.nl ).
Als “Haagse Haantjes” bij deze staatsgreep noemt Van Silfhout voor het CDA Maxime Verhagen en (toen demissionair Landbouwminister) Veerman, en D66-er Brinkhorst. De CDA-ers legden bij de onderhandelingen de eis op tafel dat de VWA (inmiddels versterkt met de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV), van VWS naar Landbouw over moest komen, want anders wilde Verhagen geen minister worden. Dat was ten tijde van de (potentieel voor mensen gevaarlijke) vogelgriep en  kort na de varkenspest en mond-en-klauwzeer.
Multinationals als DSM en Unilever, die hun voedselzaken als regel op orde hadden, waren tegen de overgang. In een manifest van beide: ”Het controleren en het adviseren lopen door elkaar heen, terwijl je die uit elkaar moet houden. Controle moet echt controlezijn, met een adviseur. Nu is de NVWA partner in crime en het ministerie ook.” In deze mening gesterkt door de Consumentenbond.
De Tweede Kamer liet het passeren.

Alle laboratoria verdwenen en een indrukwekkende personeelskrimp volgde (van 2200 in 2004 tot 1500fte in 2007). Van de inspectiefrequentie uit 2003 was nog maar het twaalfde deel over.
Onder CDA-er Henk Bleeker werd er nog verder het mes gezet in het apparaat, zodanig dat ook uitvoerend inspecteur-generaal Schreuder het niet meer kon aanzien en in een eigen adviesbureau vluchtte. Er werd toen nauwelijks meer gecontroleerd.
Onder CDA-er Verburg werden er ook nog eens de Algemene Inspectie Dienst en de Plantenziektekundige Dienst aan vastgeplakt. Achteraf, aldus Van Silfhout op gezag van toenmalig VWS-topambtenaar Bekker, is er een waterhoofd ontstaan en de beoogde bezuiniging kostte in praktijk veel meer geld dan eerst.

Van de 1000 personeelsleden van de vroegere Keuringsdienst van Waren waren er in 2013 nog 340 over, en die moesten 100.000 Nederlandse voedsel- en horecabedrijven onder de loep nemen.

Van Silfhout beschrijft het allemaal in meer bestuurlijke detail dan waar deze kolommen plaats voor bieden.
Daarnaast ook hoofdstukken per dierziekte onder beeldende namen als ‘Gekke koeien en gifkippen’, ‘Broodje Salmonella’, de ‘Vergeten bacterie’ (de q-koorts), en ‘Kadaverdiscipline’.

Lezing van het boek wordt aangeraden.

De gemeente Eindhoven was heel erg blij toen men de kapitale overheidsdienst NVWA had binnengehaald. Er werd een kapitaal pand neergezet aan de Montgomerylaan. Heel lang stonden in glanzende metalen letters naast het Rijkswapen ‘Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit’. Op een archieffoto van de site van Foodlog zijn die letters nog te zien.
Nadien is het pand omgebouwd. Op dit moment (juli 2020) is de NVWA nog slechts medehuurder. De letters zijn van de gevel verdwenen, maar je kunt nog zien waar ze stonden en min of meer wat er stond.
Een en ander lijkt symptomatisch voor de neergang van de dienst.


O ja, je moet stevig drukken om gehoord te worden.

Refresco, Maarheeze, het grondwater en het proces (twee updates)

Na publicatie van onderstaand artikel heeft de SP in Provinciale Staten vragen gesteld over een deelaspect van de vergunning, namelijk de monitoring van grondwater. Over de andere aspecten kan nog niet wat gevraagd worden, omdat die op dat moment (dd 09 juni 2020) nog onder de rechter waren. Je krijgt dan bij voorbaat geen antwoord. Dd 20 juli 2020 is de zaak nog steeds onder de rechter.
Tot de grondwatermonitoring is inmiddels een eerste aanzet gemaakt. Die was niet naar tevredenheid van de omgeving, vandaar de vragen. De vragen zijn te vinden op www.bjmgerard.nl/?p=12841 .
Inmiddels zijn deze vragen ook al weer beantwoord. Het is geen flutantwoord, maar het kon wel beter. Zie www.bjmgerard.nl/?p=13085 .
Er vindt nader contact met omwonenden plaats.

De Brabantse Milieu Federatie heeft in haar nieuwsbrief een long read aan dit artikel gewijd. Ik ben hier blij mee.

Van Winters tot Refresco
In Maarheeze (gemeente Cranendonck) wordt al heel lang drank gefabriceerd en daar hoort al sinds achter in de 19de eeuw de naam ‘Winters’ bij, toen nog in brouwerijvorm. Die ging in 1914 failliet en in 1918 begon een andere Winters (Everard) een likeurenfabriek. Na vele ups en downs, die er hier niet toe doen, werd het uiteindelijk een bottelarij, die steeds meer in opdracht werkte voor andere merken zoals Seven-Up. Dat liep goed en in 1957 werd er een fors pand gebouwd ten zuiden van Maarheeze. Toen werd Winters Frisdranken BV opgericht.
Die BV kwam in 1989 in zwaar weer terecht en na weer de nodige besognes kwamen Winters en zijn pand in 2007 in handen van de multinational Refresco, een ‘contractfiller’.
Refresco is overigens een jong bedrijf (1999) en heeft nooit een lokale binding gehad. Die probeert het bedrijf wel te suggereren.

Refresco en het grondwater
In al die flesjes samen gaat heel veel water en dat werd ter plekke uit de grond getrokken. De grondwaterspiegel in de tot dan toe vochtige omgeving daalde, ongeveer 10 a 15 cm door Refresco maar mogelijk ook door de landbouw en de ruilverkaveling. Het gebied is nu droger, waardoor het bebouwbaar werd. De bebouwde kom rukte op en vanaf 1970 staan de huizen tot aan de rand van het terrein.

Refresco draait momenteel op een vergunning uit 1997. Die staat het bedrijf toe om 500.000m3/jaar grondwater op te pompen. Dat  gebeurt in twee watervoerende pakketten: in laag 3 van 30m tot 58m diepte (383.000m3), en in laag 8 van 174 tot 216m diepte (117.000m3) . De onderste laag voldoet aan het formele kwaliteitskeurmerk ‘mineraalwater-bronwater’.

Overigens blijkt voor 1,00 liter eindproduct 1,85 liter grondwater nodig te zijn. In de vergunning wordt geëist dat dat teruggebracht wordt naar 1,4 in 2025.
Deelt men de huidige toegestane 500.000m3 door 1,85, dan zit het bedrijf met 270.000m3 netto dicht onder de bestaande milieuvergunning van 290.000m3 . De voorgenomen groei maakt dus ook een nieuwe omgevingsvergunning nodig.

Refresco wil uitbreiden.

In eerste instantie (2016) wilde het bedrijf de winning verdubbelen: 125.000m3 uit de ondiepe laag en 875.000m3 uit de diepe laag. De provincie NBrabant (zijnde in deze het bevoegd gezag) wees dit af  omdat de diepe laag al over-geëxploiteerd was. Er ging systematisch meer water uit dan in.
In de terminologie van de Europese KaderRichtlijn Water (KRW) was dit grondwaterlichaam, de ‘Maas Slenk Diep’ ‘in slechte toestand’.

De provincie gaf gelijktijdig aan dat het beleid zich niet verzette tegen meer grondwater uit de ondiepe lagen. Dat is bij Refresco minder populair, want het telt niet als mineraalwater en de laag is vatbaarder voor vervuiling.
Maar ‘impopulair’ is iets anders als ‘onmogelijk’. Er kwam een nieuwe aanvraag op 09 augustus 2018, inhoudend 633.000m3 uit de ondiepe laag en ongewijzigd 117.000m3  uit de diepe laag oppompen. De provincie heeft deze vergunning verstrekt bij besluit dd 01 april 2019.











De tekening hieronder is genomen langs de doorsnede A A’.
Bij de stip ligt Maarheeze.

https://atlas.brabant.nl/documenten/milieu/bodem/bodemwijzer/kaartinformatie/Geohydrologische_deelgebieden_en_profielen.htm . De stip is Maarheeze. Dit is de macro-kaart.
UIt de N2000-effect studie van Haskoning (bijlage). Dit is de micro-kaart van de bodemopbouw rond de fabriek. De impliciete aanname is hier dat de lagen netjes continu zijn en dat er geen gaten in zitten. Zo micro echter is de bodemstructuur niet bekend.

Inmiddels had de provincie op 07 september 2018 een nieuwe beleidsregel ingevoerd.
Nu wordt het even ingewikkeld.

De totale provincie NBrabant krijgt, over alle lagen samen, per jaar 260 miljoen m3 grondwater binnen en kan ergo op papier zoveel grondwater uitgeven.
De feitelijk door industrie en drinkwaterbedrijven opgepompte hoeveelheid grondwater, over alle lagen samen, in de totale provincie NBrabant bedraagt per jaar ca 220 miljoen m3 water. Dit getal is tamelijk constant. Het is exclusief de landbouw, die gemiddeld goed is voor 35 miljoen m3 water, maar dat getal fluctueert sterk.

Vóór september 2018 was er in de hele provincie NBrabant voor alle onttrekkingen samen vergund 300 miljoen m3 water, waarbij de provincie aanvragen stopte vanaf 250 miljoen m3 water. De vergunde situatie lag (en ligt) dus hoger dan de feitelijk gerealiseerde situatie. De bedrijven pompen dus minder op dan waar ze recht op hebben. Ondertussen is dat recht wel een recht.
Ná september 2018 werd het vergunningsplafond voor alle onttrekkingen samen in NBrabant op 250 miljoen m3 water vastgesteld.
Dat is de macrowerkelijkheid. De som echter van alle microwerkelijkheden is nog steeds de oude vergunde ruimte van 300 miljoen m3 water. Om de som van alle oude micro-vergunningen op de nieuwe macro-limiet te krijgen, moeten de bedrijven ongebruikte vergunningsruimte inleveren. Daar kunnen ze niet zomaar toe worden gedwongen. De provincie moet dus bij al die instanties gaan bedelen of de een kleinere vergunning willen accepteren. Dat is nog niet gebeurd.

Als de vergunningaanvraag van Refresco (ter grootte van 0,75 miljoen m3 waarvan 0,25 miljoen m3 nieuw) behandeld zou worden volgens de wetgeving dd de aanvraag 09 aug 2018, moest de provincie de opgetelde limiet van de andere bedrijven van 300  naar 299,75 miljoen m3 water terugpraten. De provincie zag dat als haalbaar gedurende de looptijd van het vervolg van de vergunningverlening, maar het moest nog wel eerst gebeuren.
Als de vergunningaanvraag behandeld zou worden volgens de beleidsregel dd het besluit (01 april 2019), moest de provincie de opgetelde limiet van de andere bedrijven van 300  naar 249,75 miljoen m3 water terugpraten. Dat is uitzichtsloos.

De provincie nam de situatie ten tijde van de aanvraag als uitgangspunt. Men kan de aanvraagdatum, zo vlak voor de datum van de nieuwe beleidsregel, als een wel erg opmerkelijk toeval zien.

Grondwaterlichaam Maas Slenk Diep (KRW), waarin geen nieuwe boringen mogen plaatsvinden

Zienswijzen en een proces
De ontwerpbeschikking leidde tussen 27 november 2018 tot 07 januari 2019 tot erg veel zienswijzen, onder andere van de Brabantse Milieu Federatie (BMF), van een Collectief Burgerinitiatief van 58 omwonenden, het waterschap, de gemeente, de hengelsportvereniging, de ZLTO en enkele individuele personen.
Men komt in de zienswijzen redelijk heftige taal in tegen, waarin onder meer gerefereerd werd naar Groningse taferelen en nog eens een reeks eerdere milieuovertredingen van Refresco opgelepeld werd (waarbij in 2018 bijna de waterzuivering van Soerendonk het begeven had).
Verder maakt de logistiek om suiker aan te voeren, en de bijbehorende machinerie, volcontinu een pokkeherrie, en veroorzaakt forse trillingen in de nabije woonwijk. Een aantal zienswijzen begaf zich dus buiten de sfeer van de Waterwet. Een deel daarvan werd verwezen naar het vervolgtraject.

De formulering  dat een multinational ter plekke voor een prikje goed grondwater kon oppompen en met weinig productiepersoneel (als regel niet uit het typische forensendorp Maarheeze) voor 80% voor de export werkt, vond de provincie juridisch geen geldig argument.
Het effect van het klimaat op het grondwater (is die 250 miljoen kuub per jaar straks nog steeds 250 miljoen kuub?) was nog niet te voorspellen, aldus weer de provincie – en dus juridisch onbruikbaar.

Voor zover binnen de Waterwet vallend was er volgens de provincie niets ernstigs aan de hand. Volgens het model bleef de grondwaterdaling aan de oppervlakte beperkt tot centimeters. De 1 cm-daling contour reikt tot ca 3 km van Refresco en is tegen die tijd ononderscheidbaar van toevallige factoren. Met de zettingen door inkrimpende kleilagen zou het wel meevallen en schade, die vooral optrad bij ongelijke zettingen, waren niet te verwachten.
Zo allemaal niet, dan was er de schaderegeling.
En als je het model niet vertrouwde en waarnam dat Haskoning zowel voor Refresco werkte als voor de provincie, dan had je als bewoner maar een second opinion moeten vragen. En tja, een ander model, dat bestond niet.

In zijn zienswijze keerde het waterschap De Dommel zich tegen de provincie.

Vooral de omwonenden zitten in een moeilijk parket. Die vrezen zowel een probleem als het grondwater daalt als wanneer het grondwater stijgt.
Als het daalt, zou dat kunnen betekenen dat de kleilagen in de grond gaat zetten en dat hun huizen bijvoorbeeld scheuren.
Als daarentegen Refresco het gezeur zat zou zijn en ‘toedeloe’ zou zeggen, zou het grondwater weer met 10 a 15 cm stijgen en zouden bijvoorbeeld de kruipruimtes kunnen onderlopen. (Zoiets is bijvoorbeeld in Eindhoven gebeurd toen de industrie stopte met pompen en voormalige, maar inmiddels bebouwde moerasgebieden weer terug richting moeras gingen. Dat werd een complete massabeweging waar ik als gemeenteraadslid veel contact mee heb gehad.) De bewoners wilden al bij voorbaat boter bij de vis. Waarop het antwoord van de provincie was dat er in de oude vergunning überhaupt niets geregeld was en dat het nu tenminste op papier geregeld was.

Uiteindelijk werd het concept-besluit zonder substantiele wijzigingen omgezet in het definitieve besluit.

https://atlas.brabant.nl/documenten/milieu/bodem/bodemwijzer/kaartinformatie/Geohydrologische_deelgebieden_en_profielen.htm . De stip is Maarheeze.

Dat kwam voor de rechter met als eisers de BMF, de Dorpsraad Maarheeze en de Vereniging Duurzaam en Groen te Maarheeze. De rechter kwam op 01 april 2020 tot een tussenvonnis, dat op 28 april 2020 gepubliceerd werd. Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2020:1946&showbutton=true&keyword=refresco .

De rechter vond dat de provincie ten onrechte, bij wijze van uitzondering, had gehandeld op basis van de oude regelgeving en daarbij slechts het belang van Refresco had laten meewegen. De rechter vond daarmee het provinciale besluit onvoldoende gemotiveerd. De letterlijke tekst:

  • 9.3)      Tussen partijen is niet in geschil dat de gevraagde vergunning niet kan worden verleend bij toepassing van het ten tijde van het besluit geldende beleid. Een aanvraag hoort in beginsel getoetst te worden aan het beleid zoals dat geldt ten tijde van het besluit. Dat heeft verweerder op zichzelf ook onderkend, gezien de motivering om daarvan in dit geval af te wijken en het beleid toe te passen zoals dat gold ten tijde van de aanvraag.
  • 9.4       Hoewel dat niet met zoveel woorden is gedaan, heeft verweerder in feite toepassing gegeven aan artikel 4:84 van de Awb. Uit de motivering van het besluit (zie pagina 12 van de ontwerpbeschikking) blijkt immers dat verweerder van opvatting is dat toepassing van de beleidsregel voor Refresco wegens bijzondere omstandigheden onevenredige gevolgen zou hebben.
  • 9.5       De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij zijn afwegingen om af te wijken van het geldende beleid op zichzelf de genoemde belangen van Refresco heeft kunnen betrekken. In het feit dat er al lange tijd overleg is gevoerd met Refresco en de gang van zaken rond de afwijzing van de vorige aanvraag ziet de rechtbank echter geen omstandigheid die afwijking van het geldende beleid rechtvaardigt. Met het verstrijken van de tijd heeft Refresco ook het risico genomen dat het vigerende beoordelingskader zou worden gewijzigd. Uit het besluit kan verder niet worden afgeleid dat verweerder bij zijn afweging ook andere betrokken belangen voldoende heeft betrokken, respectievelijk dat de gevolgen voor Refresco zorgvuldig zijn afgezet tegen de met het beleid te dienen doelen.
  • 9.6       Tegenover het belang van Refresco bij vergunning van meer grondwateronttrekking staat het grote belang van goed grondwaterbeheer dat met de beleidsregel wordt gediend. Verweerder heeft opgemerkt dat uit onderzoek is gebleken dat in het watersysteem jaarlijks circa 250 miljoen m3 grondwater van nature wordt aangevuld. Een goed grondwaterbeheer conform de doelstellingen van de Waterwet impliceert dat er niet structureel meer water wordt onttrokken dan er wordt aangevuld.
  • 9.7       Verweerder heeft desgevraagd ter zitting uiteengezet dat er weliswaar aan ongeveer 300 miljoen m3 onttrekkingen is vergund, maar dat die feitelijk niet gerealiseerd wordt. Door in afwijking van de beleidsregel de vergunning te verlenen wordt de grens van 250 miljoen m3 aan feitelijke onttrekkingen niet overschreden, aldus verweerder. Verweerder is voornemens om de vergunde hoeveelheid terug te brengen en heeft aangegeven daarom in gesprek te treden met vergunninghouders waarvan bekend is dat zij jaarlijks (duidelijk) minder feitelijk onttrekken dan vergund, om te bezien of afspraken kunnen worden gemaakt over de onttrekking. Verweerder heeft echter niet kunnen aangeven wat concreet de beoogde reductie van vergunde hoeveelheid is. Duidelijk is verder dat de gesprekken waarop verweerder doelt vooralsnog vrijblijvend zijn en dat er (nog) geen concrete voornemens zijn om vergunningen al dan niet gedeeltelijk in te trekken. Zodoende heeft verweerder bij vergunningverlening een voorschot genomen op de uitkomst van gesprekken met andere vergunninghouders, zonder concrete aanleiding om aan te nemen dat die gesprekken zullen leiden tot vermindering van de vergunde hoeveelheid te onttrekken grondwater én dat die vermindering zo groot zal zijn dat de vergunde onttrekking zal worden gereduceerd tot 250 miljoen m3. De rechtbank merkt daarbij op dat het nog maar de vraag is of een vergunninghouder geheel vrijwillig afstand zal willen doen van zijn vergunde rechten.

De provincie krijgt zes weken om alsnog een deugdelijke motivering aan te leveren.
Het is mij, als niet-jurist, niet duidelijk wat dat inhoudt. Moet de provincie de werkelijkheid verbeteren of alleen maar het verhaal over de werkelijkheid?

www.kwrwater.nl/projecten/droogte-in-zandgebieden-van-zuid-centraal-en-oost-nederland/

Nabeschouwing
De vraag is in hoeverre macrogetallen, die jaargemiddeld en voor Brabant als geheel  gelden, ook voor afzonderlijke delen en tijdstippen gelden (bijvoorbeeld bij een hete en droge zomer op de zandgronden), als de landbouw juist meer beregent.
Een recente KNMI-studie geeft aan dat het neerslagtekort in de zomer in Oost- en Zuid-Nederland trendmatig lijkt toe te nemen.

Volgens de BMF bestaat er geen deugdelijk kwantitatief model waarin de watervraag van de natuur meegenomen wordt.
De provincie heeft onderzoeker Bartolomeus van de KWR (het wetenschappelijk bureau van de waterleidingbedrijven) gevraagd systematisch onderzoek te doen naar de uitwerking van meteorologische en hydrologische droogte op systemen, en om een handelingsperspectief te ontwikkelen. Zie www.kwrwater.nl/projecten/droogte-in-zandgebieden-van-zuid-centraal-en-oost-nederland/ .
De BMF laat ook eigen onderzoek doen. Dat zou voor de zomer van 2020 klaar moeten zijn.

Refresco

Het grondwaterbeheer is verdeeld tussen het Waterschap en de provincie, vindt de BMF. Daardoor wordt het te weinig als een integraal vraagstuk behandeld. De regie zou geheel bij de provincie moeten liggen. Het Deltaplan Hoge Zandgronden is vooral een subsidieregeling voor vrijwillige projecten. Er gebeuren goede dingen in (waaronder met rijksmiddelen), maar je wint er de oorlog niet mee zolang de landbouw mag blijven beregenen. Het is dus geen leidend beleidskader.
Daartoe zou de provincie het onttrekkingsbeheer moeten aanscherpen en aan de beleidskant meer moeten sturen. Enerzijds op een doordachte rantsoenering, anderzijds op een vergroting van de koek door het water in het gebied beter vast te houden.

De ultieme vraag is natuurlijk of je zo zachtjes aan de eindigheid niet in het politieke systeem moet gaan inbouwen. In alles rondom Refresco is nog niet aan de orde geweest of het publiek steeds meer frisdrank moet willen drinken. Misschien moet men daar nee opzeggen en het productievolume bij Refresco gewoon zo laten. De status quo zou voor de omwonenden de beste oplossing zijn.
Misschien gaat een suikertaks ons grondwater redden?

Bij de suikertax-actie van Foodwatch
www.foodwatch.org/nl/onze-campagne-themas/onze-campagnes/voeding-en-gezondheid/suikertaks/


CLM-risicolijst bestrijdingsmiddelen geüpdated

De lijst uit 2015 en de erop gebaseerde afspraken
Natuur&Milieu heeft aan CLM Onderzoek en Advies (Centrum voor Landbouw en Milieu, een bekend bureau) gevraagd om de toen geldende lijst met 238 bestrijdingsmiddelen te analyseren en om een systeem te ontwikkelen om ze op volgorde van schadelijkheid te zetten. Dat heeft CLM gedaan met een stoplichtsysteem op vijf aspecten: gevaar voor de mens, gevaar voor het waterleven, gevaar voor het drinkwater, gevaar voor het bodemleven en het gevaar voor nuttige organismen (zoals bijen of sluipwespen). Er sprongen 28 middelen als de meest schadelijke uit.

Vervolgens is Natuur&Milieu met Albert Heijn in overleg gegaan, en ook Greenpeace met de Jumbo. Beide detailhandelaren zijn in juli 2016 een tweejarig project overeengekomen, dat er in moest resulteren dat die slechtste 28 middelen niet meer in hun winkel te willen hebben.

Ik heb hierover op deze site geschreven op 03 sept 2016. Zie Jumbo en Albert Heijn willen 28 bestrijdingsmiddelen niet meer in hun winkel .

Het experiment van Natuur&Milieu en Albert Heijn is slechts beperkt geslaagd. De teelt van aardappelen, groente en fruit binnen de gegeven commerciële beperkingen kon wel met minder gif toe, maar niet helemaal zonder gif.  De Boerderij was er als de kippen bij met een kritisch artikel ( www.boerderij.nl/Akkerbouw/Achtergrond/2019/3/-400114E/ ). In 2018 zijn de ambities teruggeschroefd en vervangen door een aanpak samen met Natuurmonumenten, die een stuk softer was. Zie www.ah.nl/over-ah/duurzaamheid/onze-ketens/groente-fruit .

Natuur en Milieu wil nog steeds die eerste 28 stoffen kwijt, maar dat is verder uit het zicht geraakt.

De lijst uit 2018
Nadien hebben Natuur&Milieu en de Stichting Milieu Keur (SMK) aan CLM gevraagd de lijst te updaten. De nieuwe list is op 07 februari 2019 opgeleverd. Hij is te vinden door door te klikken in het nieuwsbericht op https://www.clm.nl/news/509/73/Update-van-de-risicolijst-van-bestrijdingsmiddelen-nu-beschikbaar .

Sinds 2015 zijn er 13 middelen verboden, maar zijn er ook ruim 40 bijgekomen, waarvan een aantal natuurlijke. Bij elkaar zijn er nu 271 chemische stoffen die het werkzame bestanddeel zijn van een bestrijdingsmiddel (het aantal handelsnamen is veel groter).
Bij de lijst met inmiddels verboden chemicalien zijn de nummers <=28 die welke op niet meer bij Albert Heijn naar binnen mochten. Die zijn dus nu in Europa sowieso verboden.
De EU hanteert ingewikkelder methoden dan het eenvoudige stoplichtschema van CLM, en bovendien verandert de kennis over de giftigheid soms..

Door een rood stoplicht voor 1 te tellen en een oranje stoplicht voor 0,5, ontstaat er een scoretabel. Let wel dat groen niet voor nul risico staat, maar voor gemiddeld of laag risico.

Hierna volgen de eerste 100 stoffen op die lijst. De rest valt in de publicatie na te lezen.

Als men de systematiek zou hanteren die in 2015 gebruikt werd voor het afzonderen van de 28 schadelijkste middelen (twee rode hokjes of meer), betekent dat hier alles met de score >=2 . Dat zijn er dus 33 .

CLM benadrukt dat zijn kennis dynamisch is. Aanvullend onderzoek kan leiden tot hogere of lagere inschattingen. Dat is een reden waarom de volgorde van verbieden een andere kan zijn als de eenvoudige CLM-lijst.

Een voorbeeld is nummer 25 op de lijst, mancozeb. Dat is een schimmelwerend middel in de uienteelt. De Europese Commissie is bezig om mancozeb verboden te krijgen omdat de stof giftig is een een tussenproduct, dat ontstaat bij de afbraak, nog meer. De stof en zijn afbraakproduct worden in verband gebracht met een waslijst aan ziektes. Zie www.agf.nl/article/9201468/europa-buigt-zich-over-het-verbod-op-mancozeb/ .

Mancozeb

De lijst toont evenzeer aan dat “populaire” vijanden, zoals glyfosaat (het actieve bestanddeel van het mengsel RoundUp) helemaal niet zo hoog op de lijst staan (hierboven op nr 91). Vooral de waterleidingbedrijven hebben de schurft aan de stof. Bij normaal gebruik is de stof voor de mens niet of nauwelijks schadelijk  Het enige aparte aan glyfosaat is dat het middel zo veel gebruikt is.
De preoccupatie met glyfosaat (mede doordat Monsanto de ideale vijand was) in milieukringen is geleidelijk aan tot een soort ritueel verworden. De kleine duivel verhindert het zicht op de grote duivels.

Politiek en activistisch is het veel logischer om je te richten op de eerste 33 stoffen.

De grootste misvattingen rondom de stikstofcrisis

Greenpeace heeft, bij monde van Herman van Bekkem, een analyse uitgebracht over de huidige stikstofcrisis en de landbouw.
Nu ben ik het niet bij voorbaat altijd eens met standpunten van Greenpeace (van welke organisatie ik overigens wel donateur ben), maar dit overzicht vind ik wel goed. Ik heb het afgedrukt.

Greenpeace    door Herman van Bekkem     17 oktober, 2019

In de Tweede Kamer wordt de afgelopen weken flink gedebatteerd over de aanpak van de stikstofcrisis. Hoog tijd om de balans op te maken van wat er de laatste weken is gezegd over hoe we uit deze crisis moeten komen.

De ontwikkelingen in dit ingewikkelde dossier volgen elkaar in razend tempo op. Er komen dan ook veel argumenten langs die om uitleg vragen. Bovendien passeren veel halve waarheden de revue. Wij zetten deze op een rij om het debat beter te begrijpen want je duizelt vast ook van termen als externe en interne saldering, de stikstofoxiden, ammoniak, Natuurbeschermingswetgeving en de modellering van stikstofdepositie.

Stelling 1: ‘De boeren krijgen nu alle schuld’

Wat duidelijk wordt uit de protesten van de boeren is dat ze het beu zijn om als schuldige van natuur- en milieuproblemen te worden gezien. Net als veel andere Nederlanders hebben we diep respect voor de boeren die keihard werken om borden van consumenten te vullen. We begrijpen dan ook goed dat de voortdurend veranderende regels en de storm aan maatschappelijke kritiek niet te verteren is.

Ook Greenpeace is kritisch. Maar onze kritiek is nooit gericht op individuele boeren. Wij zijn het niet eens met de industriële werkwijze van de sector; het klimaat en de natuur kunnen simpelweg geen veestapel van 114 miljoen dieren aan. En de lobby van partijen als LTO, de Rabobank en FrieslandCampina heeft boeren de afgelopen jaren op het doodlopende spoor van schaalvergroting en intensivering gezet. Als daar geen verandering in komt is de boerenstand in 2030 opnieuw gehalveerd. 

We moeten de feiten rond de stikstofcrisis onder ogen zien. Uiteraard zijn alle sectoren aan zet om het probleem op te lossen, dus ook de luchtvaart en de industrie, maar 46% van de stikstofneerslag komt uit de Nederlandse landbouw, en dan met name de veehouderij. Laten we de uitstoot vanuit het buitenland buiten beschouwing, dan gaat het zelfs om 65% van de totale neerslag. Voor dit deel van de oplossing houden we de veehouderij verantwoordelijk. Nederland heeft de grootste stikstofneerslag in Europa als het gaat over neerslag van deze meststof. Ook heeft Nederland de grootste dichtheid van vee per hectare landbouwgrond. 

Al sinds de jaren ‘70 is de ammoniakuitstoot door veeindustrie problematisch. In tussentijd is de uitstoot – door technieken (en een kleine krimp van de veestapel) verminderd. Maar de rek is eruit. Het potentieel van deze technieken valt tegen – krimp van de veestapel is nu de meest logische oplossing. 

Krimp van de veestapel is bovendien een oplossing voor veel verschillende problemen. Zo wordt tegelijk een grote stap gezet in het terugdringen van broeikasgasuitstoot, krijgt de natuur ruimte om te herstellen en verbetert de leefbaarheid en gezondheid van mensen op het platteland. 

 Stelling 2: ‘Metingen en modellen kloppen niet’

Omdat het praktisch onmogelijk is om overal in Nederland de stikstofuitstoot en neerslag te meten, wordt modellen gebruikt – maar ook getoetst door metingen in de praktijk. De uitkomst van deze onderzoeken is dat de ammoniakuitstoot uit de landbouw heel groot en problematisch is, en een verstikkende deken over onze natuurgebieden legt. Dit is een ongemakkelijke waarheid. Ondanks dat deze rekenmodellen op steun van wetenschappers in binnen- en buitenland kan rekenen, wordt er veel misinformatie over verspreid. Metingen zouden niet deugen en het gebruikte model klopt niet. Allemaal argumenten die gebruikt worden om de werkelijkheid te verdoezelen en zand in de ogen van politiek en maatschappij te strooien.

Stelling 3: De natuur in Nederland wordt te streng beschermd

De ‘te strikte normen’ van stikstofvervuiling is een veelgehoord argument. ‘Uitstootnormen in Duitsland zijn lager, waarom mogen wij dan niet meer uitstoten?’ De natuur moet uiteindelijk kunnen herstellen – stellen juridisch experts in een hoorzitting in de tweede kamer. Dit werd duidelijk uit de uitspraken van de Raad van State. Natuurgebieden in Duitsland zijn gezonder en groter dan die in Nederland en kunnen daarom beter tegen stikstof.

Stelling 4: ‘Techniek is de oplossing’

De politiek heeft, onder invloed van de lobby van industrie, decennialang ingezet op technieken die de stikstofuitstoot moesten verminderen. Voorbeelden zijn luchtwassers en emissiearme stalvloeren. Deze technieken zijn veelal – letterlijk – end-of-pipe maatregelen die het onderliggende probleem onopgelost laten en geen oplossing voor bijvoorbeeld het klimaat bieden. Het gevolg? Meer megastallen met dure luchtwassers. Ook zorgen ze voor een hogere kostprijs voor boeren. Daarnaast blijken deze technieken een stuk minder effectief dan ze op papier moeten zijn. 

Recent onderzoek van Wageningen laat zien dat techniek ons ook niet uit de stikstofcrisis gaat halen. Bovendien is krimp van de veestapel onvermijdelijk. Lees in dit factsheet waarom de enige echte oplossing om ons klimaat, onze natuur en uiteindelijk ook onze boeren te beschermen, minder dieren is.

Stelling 5: ‘Wie gaat Nederland dan voeden?’

Ongeveer 2/3e van de vlees- en zuivelproductie van Nederland gaat direct de grens over. Halvering van de veestapel zou onze vlees- en zuivelconsumptie dan ook niet raken. Bovendien is krimp van de veestapel onvermijdelijk om klimaatdoelstellingen te halen en dat betekent zelfs dat wij in Nederland flink onze consumptie moeten verminderen. In 2050 is het passend om 300 gram vlees per persoon per week en 630 gram zuivel per persoon per week te consumeren. 

Stelling 6: ‘Natuur verstikt de economie’

Boerenbelangenbehartiger LTO liet al snel weten de natuur onbelangrijk te vinden en pleitte voor het afschaffen van natuurgebieden om uit de stikstofcrisis te komen. Terwijl vorig jaar nog bleek dat 80 procent van de Nederlandse boeren juist met de natuur samen wil werken. Onze natuurgebieden lijden al veel te lang onder de verstikkende deken van stikstof. In plaats van een onhoudbaar landbouwsysteem in het zadel te houden en natuur simpelweg af schaffen wanneer economische belangen in het geding komen, is het nu tijd om ons systeem drastisch te hervormen. Daar heeft ook de individuele boer veel meer baat bij.

Onze stelling: ‘Zie de crisis als kans!’

Experts kraakten het voorstel dat de regering deed. Zij vinden het geen passend en effectief antwoord op de uitspraak van de Raad van State over de aanpak van het stikstofprobleem. Door de grote mate van vrijwilligheid wordt niet eerst de natuur op orde gebracht, maar weer direct ruimte uitgedeeld die er waarschijnlijk helemaal niet is. De uitstoot van stikstof is simpelweg veel te hoog. Daarom moet er gewerkt worden aan een echte oplossing voor de lange termijn.

Greenpeace vindt dat het kabinet dit moment moet aangrijpen om onze natuur te herstellen. En om boeren na jaren van pappen en nathouden en ingewikkelde regels nu eindelijk een eerlijke en heldere toekomst te bieden. Weg van het industriële systeem met megastallen en monoculturen, naar een diverser voedselsysteem dat werkt volgens ecologische principes met minder dieren. Dat is uiteindelijk ook beter voor de boer. 

over de auteur

Herman van Bekkem

Campagneleider Landbouw Twitter – @Hermanvb_GP

Een chemische luchtwasser

Wat zit waar in? En Waar zit wat in?

De bekende astrofysicus Vincent Icke, nooit te beroerd voor een stevige publieke uitspraak, heeft eens gezegd dat “Internet een open riool is waarin wij onze kinderen leren zwemmen”. Geheel ongelijk heeft hij niet.

In elk geval doen er baarlijke nonsensverhalen de ronde op Internet, zoals dat je van vaccineren autisme of andere enge dingen krijgt, dat er asbest in tampons zit, dat je van deodorant borstkanker krijgt, en dat er complete volwassen bomen door de houtversnipperaar gaan vanwege de subsidie.

Om aan publieksvoorlichting te doen (de kinderen kunnen in schoon water leren zwemmen) zijn er publiekssites. Er zijn er zelfs twee die bijna hetzelfde heten.

Waar zit wat in?
Het RIVM, het Ministerie van Volksgezondheid en Milieu en Veiligheid.nl hebben in mei de website het licht doen zien https://waarzitwatin.nl/ . Die gaat over chemische stoffen in alledaagse producten.
Als je bijvoorbeeld onder de TAB ‘Chemische stoffen’ op Bisphenol A (of Bisfenol A) zoekt bij de B van de stoffenlijst, krijg je icoontjes dat het relevant is voor zwangere vrouwen, baby’s en jonge kinderen, dat het in plastics zit, lijmen, verven en inkt, en dat het verdacht wordt van een hormoonverstorende werking. Het kon wel eens gore zooi zijn en het mag daarom niet meer in babyflesjes zitten.

Een deel van de pagina over de chemische stof Bisphenol A

Daar staat tegenover dat je van aluminium in deodorant geen borstkanker krijgt en dat EU-geauthoriseerd maandverband veilig is (tenzij er een geurtje ingestopt is en je allergisch bent voor het geurtje). Er is een apart doorlinkje naar tampons (daar zit geen asbest in).

Je kunt er ook als klusser in. Bij bijvoorbeeld dat je bij terpentine niet teveel Vluchtige Organische Stoffen moet inademen omdat je anders de schildersziekte kunt krijgen. Het valt onder de Europese REACH-verordening.

Je kunt er uren mee bezig zijn. Ik ben gek op dit soort sites.

Wat zit waar in?
Hoe het nou kan dat er twee publieksvoorlichtende sites zijn, die zowat hetzelfde heten en een vergelijkbare structuur hebben, is me een raadsel.

De website www.watzitwaarin.nl/ gaat helemaal over voedsel. Die is niet door een authoriteit goedgekeurd (althans, dat kun je nergens terugvinden), maar is het werk van mevrouw Manon Meijer. Ze is een fanatieke en lijkt een deskundige etikettenlezeres.

Ik weet van het onderwerp ‘voedsel’ te weinig om een oordeel over de kwaliteit van de site te kunnen uitspreken. Zo op het oog zit de site goed in elkaar.
Wel kan er op de site reclame geplaatst worden. Reclame voor artikelen die op de site besproken worden, kan op papier aanleiding zijn tot een verminderde onafhankelijkheid.

Als je bijvoorbeeld in de ingredientendatabank onder ‘soepen en sauzen’ kijkt, krijg je een verhaal wat er in klassieke gele mosterd zit, inclusief allergenen en de EAN (wat de EAN is, staat er niet bij, maar het Internetriool leert dat dat een internationaal BAR-codesysteem is)

Er is bijvoorbeeld een uitgebreide categorie ‘ontbijtkoek’ en die leert dat er meestal gluten in zitten, behalve in de Snelle Jelle Spelt en Rogge. Zo leer je nog eens wat.

Ik ben zelf op deze site niet zo met voedsel bezig, maar voor wie dat wel is biedt het uren leesvoer.