Milieudefensie op Groenmoesmarkt in Oirschot

Onze Eindhovense Milieudefensieafdeling heeft op 20 maart 2016 op de Groenmoesmarkt in Oirschot gestaan met handtekeningen voor de landbouwactie Allemaal Lokaal. Deze actie wil bereiken dat er een eind komt aan gesleep met o.a. soja over de hele wereld en het verlies aan savanne en tropisch regenwoud dat daarvoor nodig is, en voor gesloten landbouwkringlopen op regionale schaal.
Dat zou tegelijk de mestproblematiek, die Brabant al tot over de lippen gestegen is, oplossen of minstens sterk verkleinen, want een dergelijke opzet lukt alleen met minder dieren. Anders is het “tot de schijt ons doodt”.

De Groenmoesmarkt is een grote markt/beurs voor volkstuinders en andere kleinschalige boeren.

De actie was mogelijk door samenwerking met onze zusterorganisatie Transition Towns.
DSCF2524-rot-reduced

We hebben ongeveer 70 handtekeningen opgehaald.

Take de Atrain?

In het vakblad SpoorPro stond op 17 maart 2016 een artikel over een ontwerp voor een nieuwe flitstrein, die de ontwerpers Jim Schoot en Bearnd Hylkema van adviesbureau Novus Finitor de ‘Atrain’ genoemd hebben.
Atrain-flitstrein_afb1
De Atrain zou als een soort Hovercraft over het spoor glijden (met Air Bearing Fender) en daarom geen wielen meer nodig hebben. De voortstuwing zou met magneten gaan (met Permanent Magnetwheel Propulsion). Het is contactloze techniek.

Er bestaan al zweeftreinen en magnetische voortstuwing. Het nieuwe (voor zover mijn kennis reikt) zou zijn dat bestaand spoor gebruikt zou kunnen worden en dat bestaande treinstellen omgebouwd zouden kunnen worden. Daardoor zou invoering behapbaarder worden. De uitvinders menen in hun enthousiasme dat de eerste trein in 2020 zou kunnen ‘rijden’, waarbij snelheden van 450km/uur mogelijk zouden worden.
Atrain-flitstrein_afb2
Bij het bericht hoort een opgewekt, maar weinig informatief promo-filmpje. Als dat de bedoeling goed weergeeft, zou het spoor een soort betonnen slab tussen de rails krijgen met daarin een aluminium strip voor de magneetwerking. Het zou er zó uit gaan zien:
Atrain_rails
De Technische Universiteiten van Delft en Twente zouden het concept hebben doorgerekend en verklaard hebben dat het toepasbaar is. De twee bedenkers zoeken nu twee miljoen voor een praktijkproef.

In de reacties op het artikel komen nogal wat nuchtere bezwaren voorbij.
Men vraagt zich af hoe een trein, die 450km/uur kan, ingepast moet worden in een dienstregeling die op pakweg 130km/uur gebaseerd is, en hoe allerlei veiligheidsmaatregelen kunnen blijven werken die nu gebaseerd zijn op wieldruk. Moet oplosbaar zijn, schrijft deze criticus.
Iemand anders vraagt zich af hoe het met die betonbaan moet bij kruisende rails. Ook deze persoon vraagt zich af of de nieuwe trein verenigbaar is met normaal treinverkeer.
Weer iemand anders vraagt zich af of de trein nog de bovenleiding gebruikt. Zo ja, hoe kan dat als er geen aardcontact meer is met de rails? Zo nee, zit de trein dan vol met accu’s?
Zelf vroeg ik mij af hoe het is als een trein met 450 km/uur door een bocht gaat die aangelegd is voor 150km/uur. Lijkt me dat je dan een negen keer zo grote middelpuntzoekende kracht nodig hebt. Verder vroeg ik me af hoe dat op stations moet.

Ik ben altijd een beetje sceptisch tegenover uitvindingen, waarvan men met opgeruimd gemoed en met weinig specifieke informatie beweert dat ze elk denkbaar probleem oplossen. De combinatie ‘TU Delft’ en ‘Atrain’ scoort op Google, maar vooralsnog afstandelijk.

Aan de andere kant ben ik blij met mensen, die over de toekomst van het openbaar vervoer nadenken, in casu het railvervoer.
Het kan me eigenlijk, in een klein land als Nederland, nog niet eens zo veel schelen dat de trein 450km/uur zou kunnen. Dat haal je toch niet tussen Amsterdam en Rotterdam.
De gedachte dat contactloos vervoer mogelijk zou zijn, dus een stuk minder herrie en trillingen en railslijtage, is op zich aantrekkelijk, zelfs als de snelheid binnen de Nederlandse grenzen niet eens heel veel hoger zou zijn dan nu.
Verder ben ik om klimaatredenen en vanuit het Platform de 10 geboden voor Eindhoven Airport (waarvan ik secretaris ben) geïnteresseerd in alternatieven voor het vliegverkeer.

De praktijk moet leren of dit initiatief het antwoord is, of dat er iets anders langs komt, maar ik sta sympathiek tegenover dit soort gedachten over het railverkeer.

Zie verder
http://www.spoorpro.nl/spoorbouw/2016/03/17/eerste-flitstreinen-kunnen-in-2020-over-het-spoor-zweven/

http://railahead.tudelft.nl/

Onderzoeksrapport treinongeluk Tilburg

Op 6 maart 2015 botste in Tilburg een reizigerstrein achterop een stilstaande goederentrein. Door de botsing ontstond lekkage aan de achterste wagon van de goederentrein, een ketelwagen gevuld met vijftig ton brandbaar gas (butadieen). Er zijn geen mensen ernstig gewond geraakt en de lekkage bleef beperkt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzocht welke veiligheidslessen uit het ongeval kunnen worden getrokken ten aanzien van het feit dat daarbij een gevaarlijke stof vrijkwam.

Het tracé vanaf Geleen

Zo begint het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, gepubli-
ceerd op 10 maart 2016.
Het rapport is te vinden op www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/2113/risicobeheersing-bij-spoorvervoer-gevaarlijke-stoffen-6-maart-2015 .
Het rapport bevat een zeer informatief animatiefilmpje hoe het ongeluk ontstaan is, en met puntsgewijze alle aanbevelingen.

Het online-blad SpoorPro gaf diezelfde dag een goede samenvatting. Die is te vinden op www.spoorpro.nl/spoorbouw/2016/03/10/onderzoeksraad-te-veel-risicos-bij-transport-gevaarlijke-stoffen/ . Wie geen tijd heeft voor een lange tekst, kan hier terecht. Ook het animatiefilmpje is hier te vinden.
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit het animatiefilmpje.

De trein vertrekt vanaf het rangeerterrein bij de DSM in Geleen
De wisselstoring

Bij het ongeval in Tilburg raakten enkele passagiers licht gewond en werden enkele reddingswerkers onwel van de butadieen. Het had echter, merkt de Raad voor Veiligheid op, ernstiger kunnen aflopen.

De Raad voor Veiligheid spreekt harde taal: De botsing en de lekkage konden zich voordoen doordat de betrokken spoorbedrijven “om logistieke en economische redenen” beslissingen namen die “afbreuk deden aan het effect van reeds geldende veiligheidsmaatregelen” . Verder stelt de Raad “Ook de chemiebedrijven, in wiens opdracht het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, hebben een belangrijke rol bij de risicobeheersing … de zogenoemde ketenverantwoordelijkheid  geldt ook als de gevaarlijke stoffen het bedrijfsterrein verlaten en per spoor worden vervoerd.”

Pal na het moment van botsing

Het rapport levert een perfecte illustratie dat alle (bijna)rampen altijd meerdere oorzaken hebben. Als één oorzaak niet bestaan had, was er geen (bijna)ramp geweest.

  • De trein vertrok door een gewijzigde planning drie uur later uit Chemelot dan bedoeld
  • Daardoor was er in Tilburg een machinistenwissel nodig en moest de trein op een zijspoor geparkeerd worden
  • de vervoerder gaf een te korte treinlengte op, waardoor de trein op een te kort spoor gezet werd
  • daardoor stak de achterkant van de trein te ver uit, wat de werking van de wissel beïnvloedde waar hij zojuist overheen gereden was. Dat resulteerde in een rood sein voor de achteropkomende personentrein
  • de machinist van de achteropkomende trein zag het rode licht niet
  • de zijsporen in Tilburg zijn niet beschermd tegen roodlichtpassage met het ATB vv-systeem (laat staan ERTMS)
  • de goederentrein bevatte zowel wagons met gevaarlijke als ongevaar-
    lijke lading, maar in de laatste wagon zat de butadieen
  • de personentrein was van een oud type (MAT’64) dat geen buffers had. Daardoor werd de voorkant opgetild en kon de ketel raken
  • butadieen is brandgevaarlijk en explosief, maar geldt niet als toxisch. Daarom hoefde deze ketelwagen geen ‘overbuffering’ te hebben die de achterop botsende trein van de ketel zou hebben weggehouden.
  • door de klap ging de klep lekken
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.

De concrete aanbevelingen van de Raad kan lezen als het spiegelbeeld van de lijst wat er allemaal mis ging. De volledige tekst vindt u –> RaadvVeiligheid_aanbevelingen-treinbotsing-tilburg

Kort na het uitkomen van het rapport heeft gedeputeerde Van de Maat (VVD) zijn bezorgdheid over de daarin geschetste werkelijkheid uitgesproken bij de Staatssecretaris.

NOS fors in de fout over koolstofbalans bossen

De NOS ging op 5 februari behoorlijk in de fout in het artikel “Bomen planten hielp CO2-reductie juist niet” (zie http://nos.nl/artikel/2085042-bomen-planten-hielp-co2-reductie-juist-niet.html ), wat illustreert dat er tot in de hoogste kringen slecht gelezen wordt in natuurwetenschappe-
lijke teksten.

Een bos in de Elzas met loof- en naaldbomen
Een bos in de Elzas met loof- en naaldbomen

Wat de NOS zei en waarom dat onzin is
De NOS zei dat “Het op grote schaal planten van bomen in Europa heeft de afgelopen eeuwen geen bijdrage geleverd aan het verminderen van de opwarming van de aarde. Dat concluderen internationale wetenschappers die 260 jaar landgebruik in Europa hebben onderzocht.” . Dat klopt niet.
De volgende zin in het NOS-artikel is “De bevindingen staan haaks op het klimaatakkoord dat werd afgesloten in Parijs, waar herbebossing en bosbeheer als belangrijke strategieën werden genoemd om opwarming af te remmen.” Dat klopt ook niet.

De NOS baseerde zich op een artikel in Science van diezelfde dag. Ik heb er een samenvatting van dat artikel bijgepakt uit Science Daily (www.sciencedaily.com/releases/2016/02/160204150713.htm ) . Daar staat net even wat anders.

De crux is wat je met wat vergelijkt.
Science vergelijkt natuurlijke bossen in 1750 met een aangeplante bossen in 2010 (met commercieel waardevolle bomen als sparren en beuken), en concludeert dat daardoor de in het bos opgeslagen hoeveelheid koolstof verminderd is. Een deel van het verschil vloeit voort uit het vervangen van loofbomen door naaldbomen. Dat klinkt zeer logisch.
Dat is echter wat anders dan de NOS zegt. De NOS laat het natuurlijke bos als referentiepunt onbenoemd en kiest daardoor voor een nulsituatie (geen bomen) als referentie. Als de NOS het woord ‘herplanten’ in plaats van ‘planten’ gebruikt had, was het misverstand al bijna voorkomen.

Dus even precies geformuleerd: wie een denkbeeldige kale vlakte volzet met waardevolle sparren en beuken, dat bos beheert als een tuin en daarvan op een redelijke wijze oogst (de situatie in 2010), heeft in het ontstane systeem koolstof opgeslagen.
Wie vanuit diezelfde denkbeeldige kale vlakte een natuurbos laat groeien (de situatie in 1750), dood hout laat liggen en een struiken- en strooisellaag laat ontstaan, heeft in het systeem als geheel meer koolstof opgeslagen.
Science vergelijkt de beide eindsituaties onderling. Dan is in de overgang van het systeem in 1750 naar het systeem in 2010 de opgeslagen hoeveelheid koolstof gedaald.
De NOS vergelijkt door zijn slordige manier van schrijven het tuin-bos van 2010 met de oorspronkelijke denkbeeldige kale vlakte en beweert dat er bij het ontstaan van het tuin-bos geen koolstof opgeslagen is. Dat is onzin.

Men zou dit nog kunnen zien als een betreurenswaardige slordigheidsfout die iedereen wel eens maat (zelfs ik zelf, maar naar mij wordt minder gekeken dan naar de NOS).

De zin erop echter is nu dodelijk. Hier staat dat herbebossing en bosbeheer haaks staan op het klimaatakkoord en dus dat hierdoor geen koolstof opgeslagen wordt, waarbij opnieuw achterwege gelaten wordt vanuit welk uitgangspunt geredeneerd wordt. Een slordigheidsfout in een specifieke situatie wordt nu uitgeroepen tot een algemene waarheid, die in feite nog onwaarder is. Want ook in een koolstofrijk natuurbos is zinvol bosbeheer en een bescheiden oogst mogelijk en herbebossing van een uitgeput sojaveld is een zegen voor de mensheid.

Greenchoice
Ik had de NOS-uitzending zelf niet gezien, maar het verhaal kwam bij mij binnen via de nieuwsbrief van mijn groene stroom-leverancier Greenchoice. Die was boos, want die zit in een heleboel bosprojecten die door de NOS tussen neus en lippen met de grond gelijk gemaakt werden. Greenchoice sloeg terug met een artikel uit Nature (11 febr 2016), waarvan ik een weergave kies die op de BBC geweest is: http://www.bbc.com/news/science-environment-35492273 (De BBC is trouwens ook slordig, want ’11 times as much’ moet zijn ’11 times as fast’ – het is wat met journalisten en natuurwetenschap) .
Het Nature-artikel presenteerde een kaart, die weergeeft hoeveel Above Ground Biomass (AGB) er in tropisch Zuid- en Midden-Amerika er in 20 jaar bij zou kunnen groeien in secundaire bossen die groeien op de plaats waar ooit een natuurbos gestaan heeft. In 66 jaar zouden deze locaties op 90% van het oorspronkelijke natuurbos terugkomen, aldus Nature.

Map showing the above-ground biomass (AGB) potential growth over a 20-year period. Purple indicates a low forest-cover recovery potential, while the green indicates a high recovery potentia
Map showing the above-ground biomass (AGB) potential growth over a 20-year period. Purple indicates a low forest-cover recovery potential, while the green indicates a high recovery potential

Bosbeheer, oogsten en koolstofopslag
Het is niet zo dat er op dit vlak geen discussies mogelijk zijn en het is jammer dat de NOS het probleem niet snapt. Science heeft een zinvolle vraag onderzocht.

Het verhaal over biomassabijstook in kolencentrales bijvoorbeeld is typisch ook zo’n onderwerp. Mijns inziens is het onder voorwaarden mogelijk dit in beperkte mate duurzaam te doen. Nog sterker, ook bosbouwdeskundigen denken dat. Zie –> Houtpellets en bosbeheer in de VS

NHTV-lector zegt dat de techniek de luchtvaart niet duurzaam gaat maken

Ik heb in deze kolommen al verschillende artikelen gewijd aan het thema luchtvaart en klimaat, allemaal met de inhoud dat die twee niet met uitsluitend technologische middelen te verenigen zijn. De groei van het vliegen is zo explosief dat een haalbare verbetering per individueel vliegtuig vele malen ongedaan gemaakt wordt door het groeiende aantal vliegtuigen. Bovendien gaat een vliegtuig lang mee, waardoor nieuwe techniek slechts langzaam doorstroomt.
Er zijn talloze fake-verhalen uit luchtvaartkringen over elektrisch vliegen, biomassa, revolutionaire vliegtuigontwerpen en nieuwe motoren, zoals de counter rotating open rotor (waar steeds bij staat dat het ding een typhusherrie maakt). Die laatste is overigens niet zo nieuw als hij gepresenteerd wordt, want Wikipedia toont hem al op een Spitfire.

Counter rotating open rotor op een Spitfire
Counter rotating open rotor op een Spitfire

Zie bijvoorbeeld:
Schiphol geen doel, maar middel – brief aan Den Haag over Duurzaam Openbaar Vervoer
Ook het vliegen moet aan klimaateisen gaan voldoen! (bijgewerkt)
Het elektrische vliegtuig van ir. Gologan (en van anderen)

Nieuw is (althans in deze kolommen, want de man schrijft al heel lang over duurzaam toerisme) dat lector Paul Peeters van de Nederlandse Hogeschool voor Toerisme en Verkeer schrijft dat een duurzame luchtvaart niet mogelijk is en dat de luchtvaartwereld allerlei fratsen uithaalt om het tegendeel te suggereren.
Peeters heeft een HBO-opleiding vliegtuigbouw en heeft meegewerkt aan de Fokker50 en Fokker100. Enige kennis van de branche kan hem dus niet ontzegd worden.

Hieronder het begin van het persbericht van de NHTV over het onderzoek van Peeters. persbericht_NHTV_onduurzaam vliegen_mrt2016

De volledige tekst van het persbericht is te lezen op NHTV_persbericht_07-03-2016_Mythes-duurzaamheid-in-luchtvaart_Peeters

Ik kom nog nader op dit onderwerp terug.

 

Houtrook op Strijp T ongevaarlijk? Update dd 18 maart 2016

De omwonenden van de biomassacentrale in de Eindhovense wijk Strijp T zitten al dagen in de rook, aldus het Eindhovens Dagblad van 17 februari 2016. Maar dat geeft niet, aldus een woordvoerder van de gemeente, ‘want de rook is vergelijkbaar met die uit een open haard. Er is dus geen gevaar voor de volksgezondheid, maar hinderlijk is het wel.”

De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven
De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven

Dat het hinderlijk is, klopt. Maar is rook uit een open haard ongevaarlijk?

Er is veel te doen over houtrook uit particuliere kachels en open haarden. Sommige houtstokers drijven hun omgeving tot wanhoop. De romantiek van de lekkende vlammetjes maakt bepaald niet iedereen blij. Het leidt tot handhavingsverzoeken en tot rechtszaken, zoals een tijd geleden in Groningen.

Het Groningse onderzoek
In Groningen heeft de GGD geprobeerd om het vraagstuk met onderzoek uit de sfeer van het subjectieve te halen. “Overlast door houtrook” is in oktober 2015 gepubliceerd (http://ggd.groningen.nl/milieu-gezondheid/houtkachels/eindrapport/eindrapport-overlast-door-houtrook ).
De GGD onderscheidt drie effecten op de gezondheid:
– de giftigheid van houtrook op de korte termijn
– idem op de lange termijn
– stress door geur
Geur wordt veroorzaakt door chemische stoffen met moeilijke namen, die nauwelijks met een apparaat te meten zijn. Je kunt alleen zo objectief mogelijk snuffelen. Fijn stof (PM2.5) is wel te meten. De GGD heeft beide gedaan. Beide methodes hebben echter zoveel haken en ogen, dat ze onderling slechts beperkt overeenkomen. Het kan stinken als het niet stoft en stoffen als het niet stinkt. Mogelijk leidt geur tot klachten, maar leiden PM2.5 en roet tot schade.
De literatuur vermeldt veel gezondheidseffecten: asthma, longfunctie, hart en bloedvaten, en dit zowel op de korte als op de lange termijn.
De WHO geeft als advieswaarde voor PM2.5 jaargemiddeld 10μgr/m3 , en maximaal 3 dagen per jaar etmaalgemiddeld 25μgr/m3 .
De Europese (en Nederlandse) norm is 25μgr/m3 jaargemiddeld.
De normale concentraties in Noord-Nederland liggen onder de 10μgr/m3, in Zuid-nederland meer, en in stedelijke gebieden ergens tussen de 12 en 17μgr/m3 .
De GGD-metingen wezen uit dat de etmaalwaardes (dus de 25μgr/m3 ) vaak zeer ruim overschreden werden. Er deden 10 huishoudens mee aan de proef, elk gedurende 150 tot 170 etmalen, en acht van de tien zaten minstens 15% van de etmalen boven het WHO-advies. Drie van de 10 zaten zelfs ruim de helft van de tijd boven de advieswaarde. De hoogste piekwaarde liep op tot bijna 300μgr/m3 .

De “Toolkit”
Nu was al eerder duidelijk dat er een probleem was. Daarom heeft de Vereniging Van Milieuprofessionals (VVM) een “Toolkit” geschreven (mei 2014) (http://www.vvm.info/news.php?id=153 ). Daarin oa. tien “stooktips”, waarvan sommige met een ‘dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken-gehalte’, zoals ‘Neem geen te grote kachel’ (want dan heeft u het al gauw te warm, gaat u temperen en daalt de verbrandingstemperatuur en dat is funest), ‘laat regelmatig uw schoorsteen vegen’, ‘stook alleen droog, schoon en onbehandeld hout’ (en dus geen ge-Wolmanniseerd hout, zoals dat een tijd geleden een Eindhovense volkstuinvereniging deed, waardoor chroom, koper en arsenicum over de aanplant) en ‘controleer je luchttoevoer (wat met een open haard niet mogelijk is)’ en ‘stook niet bij windstil weer’.
Eigenlijk kun je er dus beter niet aan beginnen, tenzij je minstens 700m van je buren af woont en veel eigen hout hebt.

Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven
Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven

Nog eens Strijp T
Hij kon er niets aan doen, zei meneer Hamzi van de exploitant HoSt BV. De nieuwe centrale moest opgestart worden (waardoor de verbrandingstemperatuur te laag was, een recept voor vergiftige lozingen) en tot overmaat van ramp was het hout drijfnat geworden want het had geregend (wat een professionele inrichting uiteraard nooit mag overkomen). Zowel de uitspraken van de exploitant als van de gemeenteman komen uitermate amateuristisch over. De gemiddelde verkenner stookt een beter vuurtje.
Het ding wordt weer stilgelegd (volgens het ED), en dan weer opnieuw opgestart ‘hopelijk met minder nat hout’. Ik stel voor dat de ODZOB in de aanslag staat en dat het ding alleen mag worden opgestart als het heel hard waait.

De trend
ontwikkeling PM2-5_Nederland
ontwikkeling roet_Nederland
Een gemeenteman, die er wat meer van af weet, kwam laatst met een presentatie over een aantal aspecten van de Eindhovense luchtkwaliteit, waaronder de nationale emissies van PM2.5 en houtstook, waaronder die van huishoudens (‘domestic’ links). Het spreekt voor zich: in 2020 zal houtstook door huishoudens de grootste bron van atmosferisch roet zijn. Gigantische inspanningen om het autoverkeer elektrisch te maken, maar de gezellige stokers vullen het gat op.

Mogelijke maatregelen
De Tweede Kamer sprak er op 11 feb 2016 over, maar het rijksbeleid
blijft voorlopig wat neergelegd is in een brief van de regering dd 6 juli 2015 (geen maatregelen in bestaande situaties, een typekeuring alleen voor nieuwe kachels en verder pappen en nathouden). Toch had dat wel gekund: de Bouwregelgeving aanvullen met effecten op aangrenzende panden, de Omgevingswet uitrusten met bepalingen als rookgasreiniging, PM2.5-concentraties een verplichtend karakter geven en de mogelijkheid houtrookvrije buurten aan te wijzen, en rook en stank strafbaar stellen net zoals burengerucht.

Nu kan een gemeente alleen tegen huishoudens optreden op basis van vage bepalingen als (Bouwbesluit 2012, art. 7.22) ‘hinderlijke rook, roet of stank’ (maar wat is ‘hinderlijk’?) of (Burgerlijk Wetboek art 37) ‘…. mag andere erven geen hinder toebrengen door het verspreiden van … stank, rook … ‘ (maar hetzelfde probleem).
De Toolkit noemt wel de APV als route om aanvullende bescherming te formuleren.
De Wet Milieubeheer en het Bouwbesluit 2012 verbieden om afval te stoken, waartoe ook bewerkt hout gerekend kan worden (de enige toegelaten bewerking op stookhout is dan drogen en in stukjes hakken, dus geen verf, geen impregnering, geen triplex etc).

Tegen de amateurs van de biomassacentrale kan de ODZOB ‘gewoon’ optreden met de milieuwetten.

En, mocht u uit zijn op gezellig stoken: er zijn hele mooie gaskachels die de romantiek van een houtkachel heel mooi nabootsen.

Later toegevoegd extra materiaal:
–  De reactie van staatssecretaris Dijksma op het Groningse GGD-rapport: –> Brief Dijksma_2016-01-28_I&M_Reactie_op_GGD
–  De reactie van de Groningse GGD op de brief van Dijksma:–> 2016-02-09_Reactie GGD en NoordNL op kamerbrief houtrook
–  Een publicatie over gebruik van het Bouwbesluit om de schoorsteen van de buurman verplaatst te krijgen (Vereniging Leefmilieu maart 2016): –> Succes bij bestrijden houtrook Nijmegen
Dit verhaal leunt op NEN-normen, die slechts tegen betaling openbaar zijn. In dit geval heeft de gemeente Nijmegen daarin voorzien.

– Iemand stuurde mij een advertentie toe over een stoffilter voor een houtkachel. Ik sta nergens voor in en aanvaard geen enkele verantwoordelijkheid, maar misschien vinden sommigen dit interessant: http://eerlijkenwarm.nl/fijnstoffilter/

Bestrijdingsmiddel in Afgedamde Maas dwong tot innamestop drinkwater

Op 11 januari 2016 stroomde er vanaf de Gelderse kant polderwater, verontreinigd met het insecticide dimethoaat, in de Afgedamde Maas ter hoogte van het Gelderse Poederoijen. De Afgedamde Maas is hier grens-
rivier tussen Gelderland en Brabant. Aan de Brabantse kant liggen Andel en Veen.
afgedamde maas

Dimethoaat is een organofosforverbinding, een familie van stoffen waartoe ook het (veel giftiger) parathion behoort. De stof werkt op het centraal zenuwstelsel en heeft een hormoonontregelende werking.
(zie ook Van chemische naar ecologische bestrijding – 1 )

In de Afgedamde Maas bevindt zich een inlaat van de drinkwatermaatschappij Dunea (het voormalige Duinwaterbedrijf Zuid-Holland). Dunea moest door de verontreiniging switchen naar een drinkwaterinlaat op de Lek. Op 3 maart 2016 was de inlaat op de Afgedamde Maas nog steeds buiten gebruik. De gifconcentraties dalen, meldt Dunea op zijn site, maar nog niet ver genoeg.

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Drie partijen in de Tweede Kamer hebben vragen gesteld over de gang van zaken (SP, Groen Links, D66). Uit de beantwoording blijkt o.a.
– dat de volksgezondheid geen gevaar gelopen heeft omdat de water-
kwaliteit voortdurend gemonitord wordt en de waterleidingbedrijven hun vak verstaan.
– dat de concentratie in het water tijdelijk vier keer de ecologische maximum piekconcentratie was
– dat in de afgelopen vijf jaar in het hele Maasstroomgebied (locaties Afgedamde Maas, Grensmaas en Heel, Lateraalkanaal) bestrijdingsmiddelen bijna jaarlijks tot een innamestop of –beperking leiden die enkele dagen tot een maand duurt (die van 11 januari dus nu al twee maand). Ook het innamepunt aan de Lek ligt er bijna jaarlijks uit. Genoemd worden tien chemicalien (waarvan glyfosaat er overigens slechts één is).
Verder meldt de minister dat “op meer dan de helft van de meetlocaties de ecologische norm in oppervlaktewater voor een of meer gewasbeschermingsmiddelen wordt overschreden. Dit beeld is gebaseerd op de meest recente meetgegevens en is de laatste jaren onveranderd.” Ze verwijst naar www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl .
– In de nota “Gezonde Groei, Duurzame Oogst” uit 2013 zijn nadere
maatregelen benoemd die de schade van gewasbeschermingsmiddelen voor de omgeving moeten verminderen (www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2013/05/14/gezonde-groei-duurzame-oogst-tweede-nota-duurzame-gewasbescherming ).

Het Waterschap Rivierenland is een onderzoek naar de oorzaak gestart. Dd 16 maart 2016 was hiervan nog geen uitslag bekend.
Wel meldde Ad de Waal Malefijt, sectormanager Water van Dunea, na het incident op de site van Waterforum (http://waterforum.net/nieuws/9851/dimethoaat-incident-vraagt-om-duurzame-oplossing ) dat hij na drie incidenten bij de Afgedamde Maas in vier jaar “hoopt dat er meer draagvlak komt voor een nieuw aan te leggen afvoersysteem in de glas-
tuinbouw. Het is tijd voor een duurzamere oplossing vanuit de glastuinbouw
”. De branche-organisatie LRO Glaskracht zegt dit idee te onder-
steunen.

Meer nieuws over dit onderwerp als het er is.

dimethoaat structuurformule

Zie ook Bestrijdingsmiddelen in Brabants grond- en oppervlaktewater

De Melkweg steeds beter in kaart gebracht

het entree-plaatje=detailopname
Met deze detailopname van een stukje van de Melkweg opent de website van ESO, het European Southern Observatory. Het grotere geheel, waarvan dit detail deel uitmaakt, is veruit het meest geavanceerde beeld van de Melkweg, zoals die op het zuidelijk halfrond te zien is. Daar kan men het centrum van de Melkweg bestuderen (dat is niet dit plaatje).

Het hele plaatje ziet er als hieronder uit, maar de beperkingen van deze site staan niet toe om het beeld even mooi te laten zien als op www.eso.org/public/news/eso1606/ . Die site verdient een bezoek.

Deze kaart is 140 (galaktische) lengtegraden breed en 3 breedtegraden hoog.
Deze kaart is 140 (galaktische) lengtegraden breed en 3 breedtegraden hoog.

Dit is een composiet-kaart.
De scherpe ‘rode’ details zijn van de 12m grote APEX-telescoop. Die staat op een 5100 m hoge berg in de Chileense Atacamawoestijn. De ‘blauwe’ achtergrond komt van de NASA Spitzer Space Telescope als deel van de GLIMPSE survey , en de meer wazige ‘rode’ structuren komen van de Planck satelliet van de ESA (de Europese ruimtevaart organisatie).
‘Blauw’ en ‘rood’ moeten hier niet letterlijk worden opgevat. De afbeeldingen zijn gemaakt in golflengtes die het menselijk oog niet kan zien. De opnames van de APEX-telescoop zijn bijvoorbeeld gemaakt bij een golflengte van 0,870mm, dat zit ergens tussen de warmtestraling en de korte radiogolven in. De kleuren zijn kunstmatig toegekend in analogie met de kleuren, die hoogtes aangeven op een landkaart.
De golflengte van 0,870mm wordt uitgezonden door dichte, zeer koude stofwolken waaruit ooit nieuwe sterren zullen ontstaan.

Het voordeel van langgolviger straling boven zichtbaar licht is dat het makkelijker door de stofwolken dringt (enigszins in analogie met dat rood licht makkelijker door de mist dringt als blauw licht – onder andere daarom zijn gevaarsignalen rood).

De ESO-site toont beelden van dezelfde stukken van de melkweg bij verschillende golflengtes.

Het centrum van de Melkweg bij verschillende golflengtes
Het centrum van de Melkweg bij verschillende golflengtes

Het bovenste plaatje geeft het beeld bij een golflengte van 0,870mm (de APEX-telescoop en de Plancksatelliet), het tweede plaatje de Spitzersatelliet, het derde plaatje van de VISTA-telescoop (die ook in de Atacama op een berg staat) en die werkt rond de 1 micrometer (als men zich het normale spectrum voorstelt, net voorbij het rood), en het vierde plaatje in het zichtbare licht. Als onze ogen beter waren, zo je ongeveer dat laatste plaatje zien.

Het centrum van de Melkweg ligt in het midden (bij Galactic Centre). Ik denk dat het openingsplaatje een stuk rechts van het midden zit, waar (nauwelijks leesbaar) NGC6337 en 6334 staat.

Men is al bezig met nog grotere en nog betere meetinstrumenten.

Het verkeer rond Eindhoven en Helmond wordt ontzagwekkend slim?

In november 2015 hebben de minister en de Tweede Kamer de toekomst van het verkeer rond en naar/van de regio Eindhoven – Helmond vastgesteld. De regio had na langdurige consultatie (zie Het MIRT-onderzoek naar de Oost-Brabantse snelwegen) een Bidbook uitgebracht, dat ten grondslag lag aan het uiteindelijke rijksstandpunt. Dat standpunt kan worden weergegeven in onderstaande tabel uit het Informatiebulletin Ontwikkelingen Bereikbaarheid Zuid-Nederland van 4 maart 2016:
Bidbook in tabelvorm_mrt2016
Ik ben over dit pakket gematigd positief. Ik ben op sommige punten rechtzinniger in de leer dan de minister en de Tweede Kamer, maar de toonzetting van het politieke discours is veranderd. In genoemd Informatiebulletin staat het woord ‘Smart’ of ‘slim’ op vier kantjes, grote letters, 24 keer afgedrukt en ook woorden als ‘adaptief’ en ‘innovatief’ komen veel voor.
Nu is het gemakkelijk ironisch te doen, maar er spreekt toch wel een soort denkomslag uit. Achteraf heeft de strijd tegen De Ruit twee grote belangrijke resultaten opgeleverd:
a) hij komt er niet
b) de provincie en de regio zijn anders over verkeer gaan praten. De stoomwals komt minder snel in beeld.
Over elke regel in de tabel valt een verhaal te vertellen.
Aan de A67 zal gewerkt gaan worden en er staat al geld bij. Wat er precies moet gebeuren, daarvoor dient de MIRT-verkenning. Het is niet a priori duidelijk dat capaciteitsvergroting de problemen oplost.
Een belangrijk aandachtspunt blijft de precieze vormgeving van de N279 (langs het Wilhelminakanaal) bij Helmond en Veghel.

Vandaag wat aandacht voor de laatste regel in de tabel, het bereikbaarheidsakkoord ZO Brabant. Er is al zo’n Bereikbaarheidsprogramma uit 2007, maar dat is achterhaald. Het proces om tot een nieuw Bereikbaarheidsakkoord te komen, loopt nu. Dat gaat vooral over het verkeer binnen de regio. “Het kan niet zo zijn” werd een niet bij naam genoemde wethouder geciteerd “dat straks de slimste snelweg van Nederland verbonden wordt met het domste stedelijk gebied”. Dat was op een tussenbijeenkomst waar ik geweest ben. Die kreet is niet uit de lucht gegrepen, want bij alle ècht nieuwe binnenstedelijke verkeersontwikkelingen tot nu toe ontbreken de Brabantse steden en de provincie (bijvoorbeeld bij de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek). Ondanks alle ronkende taal loopt de Brainportregio achter daar waar het niet om de Automotive gaat. Vandaar dat alle ‘smart’-verhalen tot nu toe over de snelweg gaan – daar kun je kastjes voor verkopen.

Nu dus ook over het stedelijk gebied.
De eerste indruk valt niet tegen. Bij nader inzien blijken we al een ruit te hebben, maar dan in de vorm van een driehoek: A67, A50 en N279. De basisgedachte is dat verkeer van en naar de regio zo snel mogelijk op die driehoek gaat rijden.
Binnen de driehoek moet een goed “daily urban system” gaan functioneren. Daarbij is, meer dan tot nu toe, aandacht voor (elektrisch) fietsverkeer, OV, goed georganiseerde knooppunten en ICT. Wat er nog aan ontbrak, zei ik op de tussenbijeenkomt, is een stuk sociale organisatie (het is nog teveel techniek en te weinig gedrag), en aandacht voor moderne logistieke ontwikkelingen. Dat viel niet verkeerd.

De stedelijke driehoek
De stedelijke driehoek

Op 23 maart worden de gemeenteraadsleden en de wethouders bijgepraat. Dan kan ik wat specifieker op de dingen ingaan.

Zie ook:
Hoe groen is de laatste mijl?
LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden
Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor – update dd 9 april 2015
Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box

Wat in Eindhoven plaatsvindt, is tot nu toe teveel hap snap. Er zit, met name waar het om goederenvervoer binnen de stad gaat, geen plan achter.
Elders zijn die plannen er wel.

Zonnepanelen op bedrijventerreinen in en rond Eindhoven – update

Soms vallen ontwikkelingen samen.

Nu loopt de actualisering van het bestemmingsplan van het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk, en een van de onderwerpen is de verduurzaming ervan ( zie Inspraakreactie over het BP De Hurk in Eindhoven ).
Ten tweede stond in het ED de publicatie “Zee van leegte dreigt op
bedrijventerreinen.
” Gedoeld werd op 475ha overbodig bedrijventerrein in Eindhoven, Helmond en zeven buurgemeentes samen.

Het braakliggend veldhovens bedrijventerrein Habraken
Het braakliggend Veldhovens bedrijventerrein Habraken

Tenslotte bracht Natuur en Milieu de ranking list uit van Nederlandse gemeenten, met o.a. als criterium hoeveel Watt-piek elke Nederlandse gemeente per inwoner had liggen. Helmond scoort hier het laagste van Brabant, en ook Eindhoven komt erg laag uit (zie  Ranking List zonnestroom per inwoner Nederlandse gemeenten ). Daaruit is heel eenvoudig af te leiden hoeveel TJ (TeraJoule = miljoen*miljoen J = 278000kWh) elk van de negen gemeenten produceert.

opbrengst PV negen gemeenten Rond Eindhoven-Helmond_feb2016
Voor de duidelijkheid: die gaat alleen over zonnestroom, niet over de andere duurzame bronnen binnen de gemeente.

Omdat in Nederland 1,0 km² zonnepaneel in ideale omstandigheden ruim 500TJ per jaar opbrengt, zou het aanleggen van een zonnepark in deze orde van grootte de zonnestroom-opbrengst sterk verhogen.
Als men bijv. 0,50 km² zonepaneel op De Hurk zou aanleggen, zou dat de Eindhovense PV-opbrengst in één klap verdertienvoudigen.
Zo ook, als men van de 475ha braakliggend bedrijfsterrein 100ha zou vullen met en zonnepark, zou dat de PV-opbrengst van de negen gemeenten samen in één klap acht keer zo groot maken.

Uiteraard heeft een en ander financiële consequenties (zie als willekeurig voorbeeld braakliggend bedrijventerrein Habraken Veldhoven ). De gemeente wil tussen de 157 en de 181 €/m² vangen voor dit terrein, waarvan 37 gemeentelijke hectares nog uitgeefbaar zijn. Dat zou in ongeveer €63 miljoen resulteren na volledige verkoop. Aan de andere kant kost het de gemeente nu 1 miljoen aan rente per jaar.
Het lijkt mij niet waarschijnlijk dat de gemeenten allemaal van hun grond afkomen. Ze zullen een deel van hun verlies moeten nemen. Het 100/475ste deel (voorbeeld) zou dan neerkomen op 7 Habraakse hectares, op papier goed voor 12 miljoen. Dat zou de gemeente dan grotendeels kwijt zijn, waarna wellicht m.b.v. SDE+ subsidie een rendabel zonnepark mogelijk is.
Tot nu toe waren B&W van Veldhoven hier niet toe bereid.
Wellicht kan de provincie, met zijn Energiefonds, helpen om het verlies tot een fors blauw oog te beperken.
Iemand zou daar eens goed financieel inzicht op moeten loslaten.

SP-raadslid Marcel Lathouwers, met wie ik veel samenwerk, heeft over dit onderwerp raadsvragen gesteld aan het College van B&W van Eindhoven. Daarin meldt hij ook dat het onderwijs-industriele complex binnen Brainport ongetwijfeld een veel beter verhaal over dit onderwerp kan oplepelen dan de hier gegeven ruwe indicatie. Tot nu toe maakt Brainport weinig werk van duurzaamheid.

de vragen van Marcel Lathouwers staan hier –>  Raadsvragen_Zonnepanelen_op_bedrijventerreinen__SP_15feb2016

Update dd 12 mrt 2016
Deze vragen zijn op 23 februari beantwoord. B&W hebben er werk van gemaakt en treden daarbij ook buiten het gebied waarover de vragen gingen, de zonnepanelen. Het is een serieus verhaal dat van goede wil getuigt.

Wat betreft plaatsing van panelen op industrieterrein De Hurk zeggen B&W dat dit onderzocht wordt, samen met het Ondernemerskontakt De Hurk, de TUE en het Co Donetwerk.

Wat betreft een alternatieve benutting van de braakliggende 475ha bedrijfsterrein in de regio stellen B&W dat zonnepanelen een van de mogelijke alternatieven zijn.
B&W stellen dat het financiele plaatje voor grootgebruikers ongunstiger is dan voor huishoudens. Die betalen 20 cent de kWh en hebben, met een beetje mazzel, de panelen in 7 tot 10 jaar terugverdiend.
Grootverbruikers betalen veel minder per kWh en de grootste grootverbruikers maar 5 cent de kWh. Voor hen is de terugverdientijd 28 tot 40 jaar.

Wat de gemeente Eindhoven zelf betaalt, staat er niet bij. In 2011 gebruikte de eigen organisatie van de gemeente Eindhoven ongeveer 750TJ (zijnde 210.000MWh   dit is waarschijnlijk te hoog en moet rond de 120TJ zitten (33 miljoen kWh)

Kostprijs dd mrt2016 grootzakelijk bij Essent (blauw=Nederland base load en groen is peek load), 30€/Mwh=3cent/kWh
Kostprijs dd mrt2016 grootzakelijk bij Essent (blauw=Nederland base load en groen is peak load), 30€/Mwh=3cent/kWh

De gemeente is dus grootzakelijk en zou bij bijvoorbeeld Essent dd mrt 2016 rond de 3 cent/kWh betalen (onduidelijk of dat in- of exclusief BTW en een beetje energiebelasting is). Dan krijg je je investering er inderdaad niet gauw uit. Het zijn toch stakkers, die grootverbruikers.

Een goed voorbeeld van de perverse werking van de grootverbruikerskorting, die eigenlijk dus nu een fossiele brandstofsubsidie is. Gauw afschaffen die hap en de opbrengst gericht herinvesteren  bgerard).

Het is mogelijk subsidie aan te vragen.
De gemeente heeft SDE+ subsidie gekregen voor ruim 1000 panelen die nu op gemeentelijke gebouwen worden geplaatst. Deze inspanningen worden voortgezet.
Verder zien B&W mogelijkheden om, samen met energiecoöperaties, postcoderoosprojecten te ontwikkelen zoals in 2014 op wijkgebouw Blixems in Blixembosch.
Samenvattend concluderen B&W dat het geld op dit moment een groter probleem is dan de grond

B&W zullen de gedachte om het verhaal van de 475ha braakliggende grond deels met zonnepanelen te vullen meenemen in het regionale overleg over ruimtelijke zaken.