Brief BVM2 aan minister over klimaat

Het LBBL (Landelijk Burger Beraad Luchtvaart) heeft op 02 mei een brief geschreven aan minister Van Nieuwenhuizen van I&W, waarin staat dat de minister vanwege het klimaat veel strenger moet zijn voor de luchtvaartmaatschappijen.
BVM2 maakt deel uit van het LBBL.

Hieronder geven wij het eerste deel van de brief, met een link naar de hele brief.


Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,                                  02 mei 2019

Het Landelijk Burgerberaad Luchtvaart (LBBL) verzoekt u dringend alle beleidsstrategieën voor de Luchtvaartnota 2020-2050 te onderwerpen aan de stringente klimaatopgaven van zowel het Klimaatakkoord van Parijs als die van de EU voor internationale luchtvaart. Het daarvoor vereiste reductietempo van broeikasgassen verdraagt geen volumegroei van de luchtvaart. Volumegroei is voor het op peil houden van de bereikbaarheid van onze economie niet noodzakelijk.
Binnen Europa is aanzienlijke volumereductie van vliegverkeer mogelijk door luchtverbindingen te vervangen door een in prijs en kwaliteit gedifferentieerd aanbod van spoor- en busvervoer. Dit vraagt onder meer voortvarende uitbouw van het Hsl-spoornet, comfortverhoging en een gelijk speelveld van vliegtickets met de vervoerprijzen van de Hsl en andere duurzame vervoersalternatieven in Europa. Daarmee moet het economisch-, sociaal- en toeristisch verkeer binnen Europa in voldoende mate worden bediend bij een sterk verminderde klimaatbelasting. Dit verdient een belangrijke plaats in uw nieuwe luchtvaart-nota.

Hieronder de link naar de hele brief.

LBBL_Brief_aan_minister_IenW_02mei2019

Open Brief aan Dijkstra (VVD) over kritiek op Advies- Van Geel

In een eerste reactie heeft VVD-Tweede Kamerlid Dijkstra (woordvoerder o.a. luchtvaart) kritiek geleverd op het rapport-Van Geel over de toekomst van Eindhoven Airport. Volgens hem is het advies van Van Geel slecht voor de economie in de regio – de standaard VVD-reflex.

Volgens vijf omwonenden van Eindhoven Airport, die betrokken zijn geweest bij de tot stand koming van het advies (waaronder de BVM2-bestuursleden Kopinga en Scheffers) zijn er inderdaad connecties tussen de toekomst van Eindhoven Airport, maar dan andersom. Er zijn veel positieve economische gevolgen van de voorgestelde groeistop, en daarna krimp.
Ze hebben daarover een open brief geschreven aan Dijkstra en aan de Tweede Kamer, in afschrift aan een heleboel politieke instanties. De tekst van de Open Brief treft u hieronder aan.


OPEN BRIEF

ONVOLDOENDE OOG VOOR DE POSITIEVE GEVOLGEN VAN DE GROEISTOP VOOR EINDHOVEN AIRPORT

Aan de woordvoerder luchtvaart

van de VVD fractie

van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Eindhoven, 29-4-2019

Geachte heer Dijkstra,

Via de media vernamen we dat u van mening bent dat er in het advies van Pieter van Geel over de ontwikkeling van Eindhoven Airport te weinig oog is voor de economische gevolgen van de voorgestelde groeistop van Eindhoven Airport. Wij zijn het hier in grote lijnen mee eens. Zo wordt in het advies niet specifiek stilgestaan bij een aantal positieve gevolgen, die hieronder worden benoemd:

  1. De al sinds het Aldersadvies ingezette waardedaling van het onroerend goed in de wijde omtrek van de luchthaven wordt afgeremd.
  2. Woningbouwplannen rond Eindhoven Airport zullen met minder risico’s voor de gezondheid van de nieuwe bewoners kunnen worden uitgevoerd. Ook de gezondheidsrisico’s voor de huidige omwonenden zullen afnemen, al zijn de economische effecten hiervan vooral van indirecte betekenis.
  3. Op termijn kunnen nieuwbouwplannen worden gerealiseerd op plaatsen waar dat nu niet toegestaan of mogelijk is.
  4. Het wegvloeien van koopkracht en het daarmee gepaard gaande verlies aan arbeidsplaatsen (90% van de passagiers op Eindhoven Airport zijn uitgaande reizigers) neemt – in elk geval gedurende een aantal jaren – niet verder toe.
  5. De verkeerscongestie op de wegen rond Eindhoven Airport en het daardoor veroorzaakte verlies aan arbeidstijd e.d. neemt minder snel toe dan bij een nog verdere groei van het aantal passagiers op de luchthaven.
  6. De ontwikkeling van innovatieve alternatieven voor fossiele kerosine zal extra arbeidsplaatsen genereren, zowel binnen als buiten de regio Eindhoven.
Remco Dijkstra (VVD), luchtvaartwoordvoerder Tweede Kamer

De negatieve economische gevolgen zijn volgens verschillende onderzoeken gering. Zelfs bij afname van het aantal vliegbewegingen is het netto effect op de werkgelegenheid klein. Hierbij dient men zich te realiseren dat de economische kosten-baten balans voor een regionale luchthaven niet te vergelijken is met die van een luchthaven met een overheersende hub-functie, zoals Schiphol.

We stellen het zeer op prijs als ook U de minister vraagt het voorgaande mee te nemen in haar waardering van het Advies. Met vriendelijke groet,

  • Klaas Kopinga, Belangenbehartiging Omwonenden Welschap
  • Wim Scheffers, Beraad Vlieghinder Moet Minder
  • Dick Veenstra, Bewonersplatform Woensel-Noord
  • LeoJan Velthoven, Wintelre / Dorpen Zuid
  • Cees Beemer, Dorpskernen Eersel

Deelnemers Omwonenden Proefcasus Eindhoven Airport.

Cc: Minister van Infrastructuur en Milieu, Fracties Tweede kamer der Staten Generaal, Raadsleden Eindhoven, Raadsleden 1e en 2e Rings gemeenten, Statenleden Noord-Brabant, Per

Tropische blauwtong treft Nederlandse schapen

De Scientific American van mei 2018 bevat twee artikelen over volksgezondheid waar je niet vrolijk van wordt.
De ene gaat over maatschappelijke ongelijkheid in de VS als directe oorzaak voor het herleven van oude infectieziektes.
De andere gaat over de verbreiding van tropische infectieziektes ten gevolge van de klimaatopwarming. In dit artikel voorbeelden uit West-Europa met directe relevantie voor Zuid-Nederland.

Het blauwtongvirus

Het SciAm-artikel bespreekt kort het verhaal van het blauwtongvirus. Ik heb er uit andere bron nog informatie bij gezocht. Zie

Https://www.wur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Onderzoeksinstituten/Bioveterinary-Research/Dierziekten/Virusziekten/Blauwtong.htm

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/blauwtong .

https://www.cdc.gov/vhf/rvf/index.html

www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Achtergrond/2019/5/Blauwtong-blijft-dreigend-aanwezig-in-Europa-425176E/?cmpid=NLC|boerderij_vandaag|2019-05-09|Blauwtong_blijft_dreigend_aanwezig_in_Europa

Het blauwtongvirus kan herkauwers besmetten en is met name gevaarlijk voor schapen, maar ook koeien en geiten zijn vatbaar. De dieren lijden pijn en gaan soms dood, en de boer lijdt economische schade. Vanwege die schade is de ziekte meldingsplichtig.
Niet voor niets hebben de boeren schrik. De website van de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) geeft op de zoekterm ‘ blauwtong’ 942 treffers, waarvan de recentste uitnodigt voor informatiebijeenkomsten op 24 en 25 april 2019. Het is een zeer actueel vraagstuk.

De ziekte gaat niet op mensen over.

Beperkingengebied blauwtong 2019, bron Europese Commissie

Het virus wordt normaliter verspreid door vijf soorten mugjes uit het geslacht Culicoides. Dat maakt deel uit van de grotere organisatie-eenheid ‘knutten’, een grote soortengroep van kleine mugjes die in de volksmond ook wel eens ‘ zandvliegjes’ genoemd wordt.
Als een mugje bij een aangetast dier boed zuigt, krijgt het wat van het virus binnen. Het virus repliceert zich in het mugje bij temperaturen boven de 15 a 20 graad C. Na enige tijd bevat het mugje voldoende virus om een volgend dier te kunnen besmetten.
Ook de eitjes van het mugje zelf zijn besmet.

De verspreiding van het virus is gelijk aan die van de Culicoides. Tot voor kort was dat de tropische regio tussen 40 graad NB en 35 graad ZB. De serotype 8 – variant, die voor de meeste besmettingen in Nederland zorgt, komt uit Afrika ten zuiden van de Sahara.
Het temperatuurgebied rukt op naar de polen, en daaarmee de mugjes, en daaree de blauwtong. Inmiddels kan minstens een soort mugje, de Culicoides Imisola, in Nederland, Belgie en Duitsland overwinteren. De soort kan inheems worden.

In 2006 was de eerste grote reeks uitbraken, in West-Europa 2295, waarvan 456 in Nederland. Tot algemene verbazing van de deskundigen pikte een ander soort knutje het virus op en bracht dat tot in Noorwegen.
In Europa waren er onder andere besmettingen in Aken, Kerkrade, de Voerstreek, de provincie Luik en in Best (NBrabant).
Nog steeds is onduidelijk hoe de knutjes hier voor het eerst terecht kwamen: met geimporteerde dieren, of vliegveld Aken of Beek? Het blijft speculatief.
In 2007 waren er minstens 1000 besmettingen, die samen goed waren voor €81 miljoen .

Er bestaat een vaccin tegen het blauwtongvirus, en samen met anti-mugmaatregelen leidde dat ertoe dat Nederland in 2012 ‘ blauwtongvrij’ verklaard werd. Dat bleek dus voorbarig.
Dat er een vaccin bestaat, betekent niet automatisch dat het in Nederland commercieel beschikbaar is. Op 27 maart 2019, aldus de LTO, kon Nederland niet over het vaccin beschikken.

Andere muggebonden infectieziektes

In het SciAm-artikel is de blauwtong een bijzaak die goed is voor een alinea. in hoofdzaak gaat het artikel over een ander reislustig virus, het Rift Valley Fever – virus (RVF-virus). Dat is voor het eerst ontdekt in Kenyain 1931.
Uitbraken van dit virus beperkten zich normaliter tot Oost- en Zuid-Afrika, maar inmiddels zijn er ook uitbraken geweest in Egypte, Madagascar, Mauritanie, Niger, Saoedi-Arabie en Yemen.

De ziekte verspreidt zich door verschillende soorten muggen, maar ook door contact organen en bloed van besmette dieren (bijv. via een beschadigde huid van werknemers van slachterijen), en door aerosolen.
Het is een zoonose: behalve van dier op dier, verspreidt de ziekte zich ook van dier op mens. Besmetting van mens op mens is nog niet aangetoond.
Omdat het virus weinig kieskeurig is in zijn dragers, en omdat de temperatuurzones naar het Noorden blijven oprukken, houden de deskundigen de bewegingen van het virus in de gaten.
Een uitbraak in 2010 in Zuid-Afrika werd pas onder controle gebracht nadat er 9000 dieren en 25 mensen waren overleden.

Omdat het virus besmettelijk is, en makkelijk in de aerosolvorm te brengen (hele kleine druppeltes of korreltjes), hadden zowel de VS als de voormalige Sowjet-Unie het virus in hun biologische wapens-programma.

Er wordt aan een vaccin gewerkt (o.a. met steun van het Ministerie van Defensie van de VS). Een vaccin dat veilig genoeg is voor mensen, bestaat nog niet. Voor landen, waar het virus niet endemisch is, bestaan niet-ideale vaccins voor dieren, maar die zijn nog niet commercieel beschikbaar. Waar de ziekte wel endemisch is, wordt ueberhaupt nog niet systematisch gevaccineerd. Zie bijvoorbeeld

Https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5658789

Het RVF-virus valt niet op zichzelf staand, als een gewone ziekte, te bestrijden. Men kan de ziekte het beste zien als een systeemkenmerk van een ingewikkeld, en deels nog onbekend, ecologisch geheel. Alleen een samenhangende multidisciplinaire aanpak (de One Health – benadering) biedt kansen: waterbeheer, bodem, keuze van de vee-rassen (bijv. Resistentie), gesleep met dieren, armoede. Het klimaat is een factor tussen andere factoren, maar wel een factor die tot grotere geografische verspreiding kan zorgen.

Bron het CDC (zie bovengenoemde link)

Hout als energiebron is niet perse van de duivel

Hel en verdoemenis binnen de bubbel
Veel natuur- en milieumensen leven in een soort linkse bubbel als het om de inzet van biomassa voor energiedoelen gaat. In eigen kring herhalen ze steeds elkaars redenen en drogredenen, die uitmonden in het oordeel dat elke vorm van houtstook van de duivel is. Ook professoren als Katan gaan daarin mee.
En omdat men houtstook en biomassa ten onrechte als synoniem ziet, wordt de verdoemenis in één adem verruimd tot het grotere begrip biomassa.

Wat cijfers van het CBS
In 2017 bestond in Nederland 61% van wat officieel ‘duurzame energie’ heet uit biomassa. Men moet dus sowieso al van goeden huize komen om te kunnen beargumenteren dat de grootste duurzame energiebron met enkele pennenstreken moet worden afgeschreven.

Hernieuwbare energie in Nederland in 2016 en 2017 naar categorie (CBS)
Energie uit biomasa in Nederland in 2016 en 2017 naar herkomst (CBS)

Verder blijkt uit de CBS-cijfers dat biomassa een gevarieerde categorie is. De meeste energie uit biomassa komt niet uit hout – de meest omstreden post. Alleen in de twee kleinste deelcategorieën en bij de huishoudens wordt hout verbrand.
Zie www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/22/aandeel-hernieuwbare-energie-naar-6-6-procent .

Vooraf in de grond getimmerde piketpaaltjes

  • Er bestaat geen ideale vorm van duurzame energie. Alle vormen hebben voor- en nadelen. Een bepaalde zakelijkheid in de argumentatie is daarom op zijn plaats. Men vergelijkt geen zwart met wit, maar grijs met grijzer.
  • Om het eindresultaat (een duurzaam energiepakket in Nederland) te bereiken moet geen enkele energievorm bij voorbaat worden uitgesloten. De taak is zo groot dat het èn èn èn is en niet òf òf òf.
  • Kleinschalige houtstook door particulieren in stedelijk gebied moet om milieuhygienische redenen worden verboden
  • Professionele houtstook t.b.v. elektriciteit en/of warmte op basis van een goede vergunning, met adequate rookgasreiniging, bijvoorbeeld voor een stadsverwarming, is binnen nader te bepalen volumegrenzen een aanvaardbare optie.
  • Bij biomassa concurreren verschillende toepassingen met elkaar (bij windmolens en zonnepanelen ook). Er is een soort hierarchie nodig in de toepassingen, dus het cascaderingsprincipe. Zie bijvoorbeeld https://ieep.eu/publications/2016/07/the-cascading-use-of-woody-biomass-in-the-eu-challenges-opportunities-and-policy-solutions .
  • Vanwege de verknoping met allerlei andere zaken is er een top down-aansturing nodig, een soort structuurvisie biomassa.

Dit alles gezegd zijnde, wil ik een presentatie van Gert-Jan Nabuurs bespreken, gegeven op 19 februari 2018 tijdens een bijeenkomst van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Nabuurs is hoogleraar in de Europese bosbouw.

Ter voorbereiding heb ik een tijd geleden al een artikel geschreven over het Leenderbos ten Zuiden van Eindhoven biomassa uit het Leenderbos _ kan dat en mag dat .

Nabuurs over de hoeveelheid bos in Europa en de koolstofopname
Het bosareaal in Europa groeit al decennia, omdat er meer hout bij komt dan er geoogst wordt. In 2010 (de grijze pijl) kwam er 280 miljoen m3 meer hout bij dan er geoogst werd.

In een bos opgeslagen koolstof voor en na kap

Een groeiend bos legt koolstof vast. Maar dat vlakt steeds verder af (de lichtblauwe stippellijn). Het bos gaat richting ‘saturation’ (zoals in het growth and harvest-plaatje). Het bos wordt simpelweg steeds ouder en groeit steeds langzamer.
Door de kap wordt er ineens een voorraad koolstof aan het bos onttrokken. In deze afbeelding wordt het hout verbrand, waardoor de koolstof in de lucht komt.
Anders had je, om dezelfde energetische opbrengst te krijgen, bijvoorbeeld steenkool moeten verbranden. Hout verbrandt minder efficient dan steenkool, dus op korte termijn is het effect per GigaJoule (GJ) nadelig – een gegeven dat tegenstanders van houtstook graag vermelden.
Maar het nieuw aangeplante bos groeit en legt de koolstof vast tot op het niveau dat bestond ten tijde van de kap, en daarna tot het niveau dat het bos bereikt zou hebben als het niet gekapt was, en daarna eventueel nog verder.

Houtbouw

De vaststelling dat een GJ uit hout meer CO2 in de lucht brengt dan een GJ uit steenkool is een momentane vaststelling en daarmee niet erg relevant. Het is van belang om over de Life Cycle te kijken (die pakweg 40 a 50 jaar duurt bij een productiebos), en dan is houtstook in zijn klimaateffect superieur aan kolen. Zeker als het gekapte hout een bestemming krijgt waarin het niet vergaat. Nabuurs pleit van ook voor houtbouw. Zie Nogmaals over wolkenkrabbers van hout – update .

Bovenstaande kap kan stapsgewijs worden uitgevoerd. Staatsbosbeheer kapt bijvoorbeeld jaarlijks ongeveer 1% van zijn voorraad (zie www.staatsbosbeheer.nl/over-staatsbosbeheer/nieuws/2019/02/reactie-op-kritiek-op-ons-bosbeheer ). De totaalstatistiek bestaat dan als het ware uit honderd van bovenstaande plaatjes, steeds iets verder naar rechts.

Het is een veelgemaakte denkfout: kap een boom en het duurt 50 jaar voor die teruggegroeid is. Dus van de duivel.
De juiste logica is dat je een boom uit een statistisch geheel kapt, genaamd bos. Als je je in gedachten voorstelt dat de eerste boom 1 jaar oud is, de tweede 2 jaar, en zo door naar 100, zie je eenvoudig dat je elk jaar de honderdste boom kunt kappen.
En het is verstandig om dat te doen, want goed kans dat die boom vanzelf dood gaat en dan gaat de CO2 alsnog de lucht in. Beter om er dan planken van te maken, dan duurt de vergankelijkheid veel langer. Er bestaat houtbouw van 1000 jaar oud.

Kapvlakte van een productiebos Loblolly Pine

Eén kapvlakte ziet er dramatisch uit op een foto, maar in de statistiek (die hier dus onmisbaar is) is het slechts een momentopname.
De houtoogst in de EU schommelt al sinds 2001 rond de 400 a 450 miljoen m3.
Daarvan is 129 miljoen m3 niet commercieel als timmerhout bruikbaar. Nabuurs stelt dat de Europese bossen momenteel voor ca 7% in de primaire energiebehoefte van de EU kunnen voorzien, waarvan een groot deel uit een afvalproduct van de papierindustrie komt. Met het SIMWOOD-programma (http://simwood.efi.int/ ) moet dat kunnen oplopen tot ca 10 a 11%.

De Europese bossen leggen jaarlijks grofweg 450Mton vast, waarvan zo’n 50Mton in geoogst hout terecht komt.

Als grootste probleem ziet Nabuurs een mogelijke afweging met de biodiversiteit van de bossen.
Maar ik zei al: je hebt ook een biodiversiteitsafweging bij zonneparken en windturbines

Het gebied waar de Zembla-uitzeding over ging

Nabuurs en de pellets uit de VS
Zembla had een dramatisch verhaal over de import van houtsnippers (pellets) uit de VS. De schijn werd gewekt alsof hele bossen gekapt werden, puur om Europa gesubsidieerd van pellets te voorzien. Het is waar dat de Europese vraag naar pellets sterk groeit (van ca 8 miljoen ton in 2012 naar ca 14 in 2016) – waarvan bijna de helft uit de EU zelf komt en grofweg een derde uit de VS.
Zonder Zembla expliciet te noemen, haalde Nabuurs het verhaal onderuit. Hierboven het gebied in kwestie.
Het gaat om plantages (dus productiebos) uit de jaren ’40, dus nu een kleine 80 jaar oud – anderhalf tot 2 kapcycli.
De Amerikaanse bosbouwers gebruiken hun bomen voor allerlei doelen, waarvoor men hout gangbaar bestemt. Ook zou een gekapt bos gewoon zomaar woonwijk of industrieterrein kunnen worden.
Zie ook Houtpellets en bosbeheer in de VS .


‘Sawtimber’ is voor planken en balken, pulpwood noemen wij houtpulp en gaat vooral naar de papierindustrie, veneer = fineer, composite = triplex en aanverwant, TPO is een onderzoeksgroep (Timber Products Output) van het VS-ministerie van Agriculture, en Forisk is ook een onderzoeksgroep. Een ‘short ton’ is 907,2 kg en ‘Green’ betekent dat het hout niet droog is.

Nabuurs bracht het in perspectief. In de totale houtproductie van het Zuidoosten van de VS zijn de pellets slechts een minuscuul onderdeel, het een na hoogste hokje op de stapel. Het hoogste hokje zijn snippers die vergist of vergast worden of iets in die geest.


Conclusies

Ik geef hier kortheidshalve de sheets van Nabuurs ter afsluiting.
(Daarin is ‘Coppice’ hakhout).

De conclusies van Nabburs

Vrouwendag over klimaat, gezondheid en armoede

De Stichting Samen voor Gezondheid van Vrouwen (Stichting SGV) had mij gevraagd om, ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag, op vrijdag 15 maart een verhaal te houden over klimaatverandering, gezondheid en armoede. Voorwaar een ruim geformuleerde opdracht, waarbij keuzes gemaakt moesten worden.

Dagvoorzitter was het Eindhovense GroenLinks-gemeenteraadslid Jeanette Vos.

Inleiding door de organisator
Organisator was Firouzeh Hamidian Rad.
Ze blikte terug op de geschiedenis van de Internationale Vrouwendag. Nog steeds treffen veel voorkomende verschillen (arm-rijk; flex-vast;een-meeroudergezin) onevenredig vaak de vrouw.
Ziektes hebben niet alleen een lichamelijke component, maar ook een sociale en culturele.
Vandaar een verhaal over de klimaatdreigingen, toegesneden op dit kader.

Mijn presentatie
Ik heb de presentatie laten lopen langs de lijn eerst uitleg hoe klimaatverandering ontstaat, dan via de verslappende en meanderende straalstroom en en de hoge en lage drukgebieden, naar extreem weer.

OPtreden bij de Internationale Vrouwendag over Klimaat en gezondheid

De overstroming in Tilburg van 28 juli 2014 en de bijbehorende verzekeringsoverwegingen kwamen aan de orde (je zult daar maar parket gehad hebben…), evenals de verwoestende hagelbui in Luijksgestel e.o. uit 2016. Zie ook “Tilburg en het noodweer van 28 juli 2014 – update dd 1okt2015” en de hagelstorm van 23 juni 2016 .
Ter afsluiting een sheet met wat zelfhulptips bij verzekeringen.

Bak met puin tijdens reparatie (eigen foto 26 juli 2016 Luijksgestel)

Verder iets over de energielasten, met o.a. de SP-actie in De Geestenberg als voorbeeld. Net de dag van tevoren was het PBL-advies gepubliceerd, maar dat had ik nog maar heel oppervlakkig kunnen bekijken bij het voorbereiden van de presentatie.
De energietarieven zullen, hoe dan ook, stijgen, dus het verbruik moet omlaag. Zie ook Verbetering en verduurzaming huurwoningen Eindhovense wijk De Geestenberg gewenst .

Hierna een sheet over extra sterfte door hittegolven, en over een sheet over oprukkende infectieziektes en slachtoffers van hittegolven.

Uit The Lancet, The 2018 report of the Lancet Countdown on health and
climate change. Dengue is een virusziekte die door sommige soorten muggen wordt overgebracht.

Veel informatie is te vinden in ‘The 2018 report of the Lancet Countdown on health and climate change’, te vinden op : www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(18)32594-7/fulltext .

Mijn presentatie is te vinden op Klimaat, gezondheid en armoede_StSGV_15mrt2019 .

Schuldhulpverlening
Joke de Kock uit Tilburg is manager schuldhulpverlening bij de gemeente Tilburg. Haar verhaal ging dan ook over schuldhulpverlening. Het is het bekende verhaal van schuld en schuld op schuld, de overheid als belangrijke schuldige, en hoe individuele mensen omgingen met het objectieve probleem zelf als wel met de bijbehorende emoties.
Ze had geen sheets.

Proberen om de atmosfeer 3D uit te leggen met een kopje als aarde (even weer natuurkundeleraar)

De discussie
Het was een goede discussie.

Men kan het klimaatprobleem micro en macro aankaarten.

Micro is “wat ik kan doen”. Minder vlees eten, minder vliegen, elektrisch rijden, het bekende riedeltje. Met de kanttekening dat duurzaam leven en armoede slecht samengaan, waarmee de link met de schuldhulpverlening gelegd is.

Ik sta er zelf meer macro in: “Verbeter de wereld, begin bij het systeem (en eindig bij jezelf)”. Een goed internationaal spoorwegnet is een systeembesluit, minder vliegen is een individueel besluit.
Het is prima om minder te vliegen, minder vlees te eten enz, maar daarmee alleen red je de wereld niet. Huishoudens gebruiken maar 1/7de deel van de Nederlandse energie en zelfs als alle huishoudens volledig energieneutraal zouden worden, blijft nog steeds de resterende 6/7 de over. Het is èn èn, zoals het publiek terecht opmerkte.

Macro is ook de schaal van de activiteit. Je kunt een handeling als jouw individuele besluit zien (‘ik isoleer mijn spouwmuur’) . Maar je kunt het ook op wijkniveau doen (die het voorbeeld van De Geestenberg) . Dat maakt bijv. leaseconstructies van zonnepanelen mogelijk en kwantumkorting, waardoor een huishouden (armoe of niet) er op vooruit kan gaan.

Nul Op de Meter-gerenoveerde woningen Hof van Egmond Haarlem



Groene 11 – Position Paper over vliegen en klimaat toegelicht in Knegsel

De Groene 11 en hun Position Paper
De Groene 11 (inmiddels zijn het er overigens al 13) is een samenwerkingsverband van een anatal milieu-organisaties (zie www.groene11.nl ). Voor dit onderwerp zijn Natuur en Milieu, Greenpeace, en de Natuur- en Milieu Federaties (in Brabant de BMF).

Ten behoeve van de aanstaande Luchtvaartnota, die nu in voorbereiding is, hebben ze een Position Paper ingediend, met als belangrijkste eenheden Klimaat & Luchtvaart en Economie & Luchtvaart. De samenvatting geeft een beeld van de inhoud van het document.

  • Het IPCC stelt dat we voor 2030 een stevige CO2 -reductie nodig hebben om catastrofale klimaatverandering tegen te gaan, in 2050 moeten alle sectoren, dus ook de luchtvaart naar netto 0 CO2 emissie;
  • De Nederlandse luchtvaartsector zal daarom minimaal dezelfde CO2 -doelstellingen als de Nederlandse transportsector in 2030 moeten realiseren;
  • Zonder aanvullend beleid zal de CO2 -emissie van de Nederlandse luchtvaartsector in 2050 verdubbeld zijn ondanks een gemiddelde 0,7% per jaar efficiëntiegroei;
  • Dit betekent een CO2 -reductie van 15% t.o.v. 1990 in 2030. Dit komt uit op een totale CO2 -emissie van ruim 4 megaton in 2030 t.o.v. van zo’n 12 megaton op dit moment. Voor 2050 moet de luchtvaartsector bij benadering emissievrij zijn;
  • Internationaal beleid, Nederlandse sectorinitiatieven en het huidige technologiepad zijn onvoldoende om deze CO2 -doelstellingen te halen;
  • De Nederlandse overheid moet daarom stevig beleid voeren op de luchtvaartsector. Alleen met een combinatie van volumebeleid, prijsbeleid en stimulering van technologische innovatie zal de sector de noodzakelijke klimaatdoelen halen. Krimp van het aantal vliegbewegingen is een reële optie.

BVM2 had aan de Groene 11 gevraagd om in Knegsel een toelichting op hun Position Paper te geven.

De presentatie van Cas van Kleef
Cas van Kleef (die zelf aan Greenpeace verbonden is) presenteerde de gevraagde toelichting.

Cas van Kleed (Knegsel, 16 feb 2019, over het Position Paper van de Groene 11

In het Klimaatakkoord staat de transportsector 15% in 2030 terug moet t.o.v. 1990. De Groene 11 vinden dat voor de luchtvaart hetzelfde moet gelden als voor de transportsector als geheel.
In 1990 stootte de luchtvaart 5,0 Mton CO2 uit . In 2020 zou dat ruim 12Mton zijn. In 2030 mag dat dus nog maar 4,75Mton zijn (85% van 5,0).

CO2-traject dat de Nederlandse luchtvaart moet volgen (dalende lijn tot 2050). Het lijntje tot 2030 is wat de Nederlandse luchtvaartwereld zelf wil.

Van ruim 12Mton naar 4,75Mton CO2, dat is ongeveer 2/3de (65%) eraf. Dat wordt moeilijk, vooral omdat de techniek maar ongeveer 20 tot 25% levert. Ook de plannen van de luchtvaartsector zelf blijven achter bij wat hoort ( zie https://www.bjmgerard.nl/?p=7993 ).
Dit betekent dus in praktijk krimp van het aantal vluchten en verschuiving naar andere doelen en vormen van reizen.

Cas van Kleef presenteerde het Groene 11 – Position Paper, ondersteund met veel sheets.

Zijn presentatie is –>  presentatie CasvKleef te vinden.
De volledige tekst van het Position Paper is  Position paper LVaartnota_Groene11_17dec2018 te vinden.

16 februari vliegveld informatiebijeenkomst Knegsel

Bij de afbeelding.
In deze rits afbeeldingen (achtereenvolgens overdag, ’s nacht en samen) van het opwarmend effect door contrailvorming langs vliegroutes op het Noordelijk Halfrond. Contrails zijn die vliegtuigstrepen in de lucht. Die strepen kunnen eventueel uitgroeien tot hoge cirrusbewolking. Beide werken netto verwarmend.
Kerosine (en met name vervuilende conventionele kerosine) bevordert de contrailvorming op 10 a 12 km hoogte, omdat de roetdeeltjes als ijskernen fungeren.

Vliegen en het klimaat: Wat is er aan de hand ??          

Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) organiseert een nieuwe informatieve bijeenkomst in zaal De Leenhoef in Knegsel. Deze bijeenkomsten zijn inmiddels een traditie geworden.

Op 16 februari komen in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft onlangs vastgesteld dat vliegtuiggeluid boven de 45 dB Lden medische risico’s oproept. De 45 dB Lden-contour rond Eindhoven Airport omspant een stuk meer ruimte dan de 20Ke – zone , die nu als ‘zachte’ ruimtelijke grens gehanteerd wordt. Enkele nieuw-geplande woonwijken liggen buiten de 20Ke-zone, maar op of binnen de 45dB Lden-zone.
    Bernard Gerard zal dit in beeld brengen.
  • Wim Scheffers en Klaas Kopinga bespreken hun ervaringen tot nu toe in de Proefcasus.
  • Pauze
  • Het hoofdthema wordt toegelicht door Cas van Kleef (Greenpeace) aan de hand van de inbreng van de Groene Elf in de consultatie ten behoeve van de Luchtvaartnota. In dit Position Paper eisen de Groene 11 dat de luchtvaart dezelfde reductie aan broeikasgassen moet realiseren dan de rest van de transportsector. Dat is veel meer dan de luchtvaart zichzelf tot doel gesteld heeft.
    De Groene 11 bestaat uit de provinciale Natuurfederaties, Natuurmonumenten, Greenpeace, Milieudefensie en nog een aantal andere milieu- en natuurorganisaties.
  • Uiteraard is er gelegenheid voor vragen en discussie.

De bijeenkomst vindt plaats:

Op zaterdag 16 februari 2019
Van 11.00 tot ca 13 uur
in Zaal de Leenhoef in Knegsel


Bijgemengde biokerosine halveert de deeltjesuitstoot

Inleiding
In het Manifest van BVM2 wordt geëist dat voor 2030 de helft van de op Eindhoven Airport getankte kerosine van synthetische herkomst is ( zie Het Manifest van BVM2 en de uitwerking daarvan ). BVM2 zegt dat die zuiverder verbrandt, waardoor de belasting van omwonenden met ultrafijn stof (voor zover die door vliegtuigen veroorzaakt wordt) vermindert. Het kan geen kwaad om zo’n bewering eens een keer te bewijzen.

Synthetische brandstof kan drie soorten herkomst hebben: uit aardgas, uit biomassa en uit CO2 uit de lucht. Voor het eindproduct maakt de herkomst niet uit.
Afhankelijk van de herkomst kan deze brandstof volgens de geldende standaardisatievoorschriften voor 30% tot (meestal) 50% bijgemengd worden, en dus conventionele kerosine vervangen. Gemakshalve noemen we deze brandstof synthetische kerosine (of Jet  fuel).
Synthetische kerosine uit aardgas is al heel lang te koop. De Shell heeft in Qatar (waar het gas voor het LNG-programma werd afgefakkeld omdat ze geen idee hadden wat ze er mee moesten) een grote vestiging waar van gas brandstof wordt gemaakt. Die is nog steeds fossiel.
Synthetische kerosine uit biomassa had al jaren gemaakt kunnen zijn, maar omdat die twee tot vier keer zo duur is als conventionele kerosine, willen de luchtvaartmaatschappijen er, ondanks vele grote woorden, niet aan.
Synthetische kerosine uit CO2 bestaat (onlangs heeft Branson er een vliegtuig op laten vliegen), maar verkeert nog in een ontwikkelstadium.

Behalve een effect op de luchtkwaliteit, heeft synthetische kerosine ook een effect op het klimaat. Die zijn onder te verdelen in gangbare effecten die alle vormen van CO2 hebben, en speciale niet-CO2 -effecten die vliegen op 10 km hoogte heeft. Dat laatste is een complex verhaal, waarvan de vorming van contrails (de strepen die je achter vliegtuigen ziet) en cirrusbewolking (die na verloop van tijd uit die strepen kan ontstaan) een onderdeel zijn. Netto hebben die strepen en cirruswolken een opwarmend effect op het klimaat.

Die contrails ontstaan omdat waterdamp uit de straalmotoren condenseert tot druppels, en dat druppelspoor zie je. Die condensatie gebeurt bij voorkeur rond condensatiekernen en de deeltjes, die uit de straalmotoren komen als bijvoorbeeld roet, leveren die kernen.
Als synthetische kerosine minder deeltjes uitstoot, zo is de gedachte, krijg je ook minder strepen.

In de afgelopen jaren is de interesse voor de klimaataspecten van het vliegen explosief gegroeid. Onderzoek aan de emissies van straalmotoren aan de grond is al vaker vertoond – dat is vooral van belang voor de luchtkwaliteit in de omgeving.
Onderzoek aan de emissies van straalmotoren op 10 km hoogte, waar het -40°C is, is een ander verhaal. Dat heeft vorm gekregen door een DC8 (met vier oude motoren) zodanig uit te rusten dat  de ene binnenmotor op conventionele Jet A draaide, en de andere binnenmotor op een mengsel van 50% Jet A en 50% synthetische kerosine uit Camelina-olie (dat is een plant uit de koolfamilie). Deze biokerosine (technisch aangeduid als HEFA) bevat nagenoeg geen zwavel en aromatische verbindingen.
De Jet A was er in een medium- en low-zwavel smaak, en de motoren konden zachtjes, standaard of extra hard gezet worden.

Aan het onderzoek deden geleerden mee van de NASA, van het Duitse DLR en het Canadese NRC. Het onderzoek is gepubliceerd in een Letter aan Nature en die is op 15 maart 2017 afgedrukt.

De DC8 steeg dus op naar 10km hoogte en de onderzoekers gingen er met een Falcon van de NASA vlak achter vliegen (30 tot 150m, moet aardig geschud hebben). Zodoende konden ze luchtmonsters nemen uit elke uitlaat zonder dat die zich al gemengd hadden.
De proef is gedaan in omstandigheden, waarin zich normaliter geen strepen vormen. De interactie tussen ijsdeeltjes en uitlaatgassen zou de metingen verstoren.

 

De meetresultaten
Men moet de meetwaardentabel als volgt lezen.
Elke kg brandstof brengt bij medium zwavel-Jet A (de linkse kolom Emissie Index) 6,51*1014 deeltjes in de lucht met een diameter boven de 10nm (elders in de studie blijkt dat het grootste deel onder de 100nm zit, en daarmee wordt dit bij ons gecategoriseerd als “Ultra Fijn Stof “). Uiteraard zit daar onzekerheid in: wat geleerden de standaard-deviatie noemen, zit tussen 1,14 maal zoveel als dit getal en 1,14 maal zo weinig.
Bij een mengsel van Camelina en zwavelarme JetA staat in de rechtse kolom Emissie Index op de vergelijkbare plaats 3,36*1014 . Dat is 0,52* zoveel. “Ratio” betekent dus de rechtse Emissie Indexkolom (of eventueel de middelste), gedeeld door de linkse.

Het aantal sterretjes geeft aan hoe statistisch significant het antwoord is. De meest gebruikte significantie begint vanaf twee **.

‘Black Carbon’ is in de volksmond ‘roet’. Je kunt dus statistisch zeer verantwoord zeggen dat 50% camelina-olie bijmengen betekent dat zich grofweg 60% minder roet vormt.

Deze meetresultaten zijn  verkregen op 10km hoogte. Ze zijn niet noodzakelijk ook waar op de grond. Maar daar is al eerder onderzoek gedaan, en dat vertelt een vergelijkbaar verhaal.

Dit onderzoek bevestigt dus de bewering van BVM2.

 

 

Klimaat maakt het bier duurder

Steven Davis van de University of California, Irvine heeft becijferd wat er met de bierprijs gebeurt als de gerst door het klimaat aan extremere droogte of regen wordt blootgesteld. De rampjaren 2014 en 2017, locatie Montana, waren aanleiding.

Steven Davis, Univ. of California, Irvine

Een abstract van het artikel is te vinden op www.nature.com/articles/s41477-018-0263-1 .
Een wat sappiger beschrijving is te vinden op www.scientificamerican.com/article/trouble-brewing-climate-change-closes-in-on-beer-drinkers/ .

Het ging met een drie staps-model.
Het eerste model was een gangbaar klimaatmodel om de kans op extreem natte en droge periodes te schatten bij een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde met 1,7; 2,6; 3,1 of 4,8°C tussen nu en 2100.
Het tweede model was een gerstmodel hoe die plant op die omstandighedenreageert.
Het derde model is economisch, hoe de bierprijs reageert op schaarste.

Logisch.

Het kan 3 tot 17% in de gerstopbrengst schelen, en dat kan de wereld-gemiddelde bierpijs 15% omhoog jagen. Maar dat kan van land tot land verschillen. Ariel Ortiz-Bobea, een econoom aan Cornell University, zegt in een second opinion ‘dat ze in Frankrijk meer wijn drinken, dus als er minder bier is, stijgt de prijs niet zo’. In Duitsland ligt dat anders.

Iers bier _ www.flickr.com/photos/sami73 op Wikipedia

Maar het ergste rampscenario speelt zich af in Ierland, waar het bier, volgens het gruwelijkste scenario, 193% duurder wordt.

Het kon nog wel eens erger tegenvallen, zegt Davis. Behalve schaarser, worden gerstekorrels ook slechter. En nog niet onderzocht is wat de hop doet. Dus mogelijk gaat het bier ook slechter smaken.

Nu bestaan er grotere problemen dan de bierprijs. Maar het verhaal staat voor een algemene trend, aldus Ortiz-Bobea: het wordt een monumentale uitdaging om de boerderijen tegen weerrampen te beschermen. Het kon wel eens hele vervelend worden.

En dan heb je geen bier meer.

Orkaan Michael bespringt Florida

De NOAA (zeg maar het Amerikaanse KNMI) houdt om voor de hand liggende redenen routinematig bij wat hurricanes doen.

Op hun Twitterdomein onderstaand filmpje van de orkaan Michael, die op 10 Oktober Florida trof.
Het is onderdeel van een pagina van de Scientific American online www.scientificamerican.com/article/why-did-hurricane-michael-rev-up-to-category-4-so-quickly .
Het merkwaardige is dat Michael in 24 uur tijd toe nam van een categorie 2 tot een net geen categorie 5- orkaan. Soms gebeurt dat en de geleerden proberen koortsachtig te snappen hoe dat komt.
Het is lastig de details van de ontwikkeling van een orkaan te programmeren, omdat het (in wiskundige zin) een chaotisch systeem is. Kleine inputverschillen kunnen tot grote, en in praktijk moeilijk of niet voorspelbare, outputverschillen leiden. Maar er wordt vooruitgang geboekt.

Normaliter duwen in october de koudefronten al koude en droge lucht over het zuiden, maar nu niet. Nu bleef een zwakke zuidelijke en vochtige stroming dominant waarin zich makkelijk wervelstormen ontwikkelen. Dat is een ongewone situatie.
De zeewatertemperatuur, die met zijn energie de orkanen voedt, was op een ongewoon laat tijdstip nog ongewoon hoog.

De klimaatverandering aan het werk?

De links in de tweet leiden naar informatieve websites.