Mijn jaarafrekeningen door de jaren heen – update 1

Voor de update-1 één jaar (okt 2015-okt 2016) later zie onderaan dit artikel.

Ik kreeg onlangs (eind okt 2015) van Greenchoice mijn jaarafrekening van oktober 2014 t/m 2015, zowel de heen- als de teruglevering. Ik vind dat een geschikt moment om mijn eigen energiesituatie te schetsen.

Verstandig om even mijn morele positie te benoemen. Ik ben voor
duurzame energie en ik wil daar ook persoonlijk een bijdrage aan
leveren, zolang het financieel enigszins binnen de grenzen van het redelijke blijft. Ik zit er dus primair voor het milieu in met een knipoog naar het geld en niet omgekeerd.

Wat is “rendabel”?
Verstandig om hier ook even het begrip ‘rendement’ te definieren.
Bij een elektriciteits-groothandelsprijs onder de 5 cent/kWh is momen-
teel geen enkele duurzame energievorm qua zuivere kostprijs rendabel. De kolen worden momenteel voor zo’n weggeefprijs aan de man gebracht, dat daar niets tegen op kan concurreren. Zie ook mijn artikel over de SDE-regeling ( Voorbeelden van de SDE+ regeling voor duurzame energie )
Omdat aan de zuivere kostprijs een veelvoud aan opslagen wordt toegevoegd, kunnen staat en energieleverancier spelen met die opslagen. Voor mij als burger is daardoor een economische rentabiliteit haalbaar. Bij gewenst gedrag rekent men mij minder opslag en dat levert al gauw meer op dan mijn spaarrekening mij levert. Ik gebruik in het hierna volgende deze definitie.

Mijn huis en mijn gezinssituatie
Ik woon in een standaard rijtjeshuis in de Eindhovense wijk Woensel dat rond 1970 gebouwd is. Het heeft een bruikbare vloeroppervlakte van 143m2 over drie reële woonlagen en een opbergzolder. Er is in 2000 een Nefit Ecomline HRC30 2000 ingezet, die jaarlijks onderhouden wordt. Het huis heeft geen kruipruimte.

nefit ecomline HRC 30 2000
nefit ecomline HRC 30 2000

We hebben een doorsnee gezinssituatie, waarvan de wisselingen geen grote invloed op de hierna weergegeven cijfers gehad hebben.
Ik ben een uitgesproken nachtmens, hetgeen energetisch niet gunstig is. Door de jaren heen verbruikten wij met ons huishouden aan elektriciteit zo’n 15kWh/dag. Dit getal daalt autonoom wat nu de kinderen het huis uit zijn.

De energie-operaties
In aug. 2008 hebben we alle kozijnen vervangen door kunststof, en tevens alle glas door HR++ thermopane. De kosten daarvan reken ik grotendeels als  onderhoudskosten van de woning. Daarna had mijn woning energielabel D.
In april en mei 2011 heb ik (met technische ondersteuning van buiten) het dak en de muren geïsoleerd, een zonneboiler geplaatst en twee fatsoenlijke zolderdakramen. Toen had mijn huis het B-label.
Het is arbitrair welk deel van de kozijnenoperatie ik aan energiebesparing toereken en welk deel aan regulier onderhoud, dat ook nodig was. Met de kletsnatte vinger heeft het energie-geheel ons 10 mille gekost en dat resulteert in een besparing (bij de huidige gasprijs) van €455 per jaar. De terugverdientijd is dus zo’n 22 jaar. Daarnaast is het huis aangenamer geworden om in te wonen en meer waard.

In maart 2014 hebben we drie standaard zonnepanelen laten plaatsen door ons reguliere installatiebedrijf. Dat kostte (na BTW-teruggave) €1970 en levert ca 600kWh/y op. Bij Greenchoice is 1 kWh 23 cent waard, dus deze investering levert ca €138/y op. De terugverdientijd is dus ca 14 jaar. De technische levensduur wordt meestal op zo’n 20 jaar geschat.
Ik ben nu 68 jaar, dus benieuwd of ik dat nog in mijn eigen huis meemaak.

De Blauwe Reiger
De Blauwe Reiger

Op 1 mei 2014 heb ik drie winddelen in de windmolen De Blauwe Reiger gekocht in Noord-Holland. Dat kostte €645 en het ding levert mij ergens rond de 1800kWh/y op, goed voor ruim 7 cent/kWh, dus ergens rond de €140/y. Dat wordt in mindering gebracht op mijn elektriciteitsrekening.
Daar moest een kleine €80 onderhoudskosten van af, dus de terug-
verdientijd zit ergens rond de elf jaar. De technische levensduur van windturbines wordt op 15 a 20 jaar geschat.

Benadrukt moet worden dat terugverdientijden breuken zijn met zowel in de teller als de noemer forse onzekerheden. Vast staat dat ik op mijn spaarrekening minder vang.

Al met al halen zon en wind pakweg 40 a 50% van mijn bruto elektrisch verbruik af.

Nul op de meter
De provincie wil ervoor zorgen dat in 2050 800.000 huizen in Brabant Nul op de meter worden. Ik ben benieuwd hoe dat met mijn huis en mijn leefwijze moet.

Oktober 2015 – okt 2016
Ons huishouden was gedurende de vorige periode kleiner geworden. In deze periode is de huishoudelijke situatie ongewijzigd gebleven. Het verbruik over deze periode is dan ook, vergeleken met de vorige periode, flink gedaald.

Mijn zonnepanelen zijn goed voor ongeveer 600kWh per jaar, waarvan iets meer dan 200kWh zichtbaar als teruglevering. Bij de huidige elektriciteitsprijs, die kleinverbruikers betalen (bij Greenchoice 20,23 cent/kWh), levert mij dat op €121. De aanschaf van deze drie panelen kostte toen nog (na BTW-teruggave) €1970 en exploitatielasten zijn er niet. De panelen leveren mij bij de huidige consumenten-stroomprijs 6,1% van de aanschafsom op. Andersom uitgedrukt, een terugverdientijd van 16 jaar als men de restwaarde van de panelen nadien op 0 stelt. Dat is waarschijnlijk te pessimistisch, maar daar valt geen getal aan te verbinden.
Kortom, het geheel levert mij meer op dan op dit moment een bankrekening doet. Ik ben tevreden en ik help het milieu.Mijn PV-panelen zijn gelegd voor de grote prijsdaling begon, en het zijn er maar drie (dus een relatief ongunstige overhead). Wie tegenwoordig zonnepanelen legt, is financieel beter af.

Mijn Blauwe Reiger draait in  Noord-Holland. Drie winddelen hebben mij eenmalig €645 gekocht. Die staan in de verslagperiode voor 1515kWh waarvoor Greenchoice mij 6,87 cent/kWh kwijtscheldt, goed voor €104.
De exploitatiekosten in deze periode bedroegen €84, zodat ik netto €20 wijzer wordt van het bezit. Dat bezit wordt in principe niet minder waard, want ik kan ze weer verkopen. De winddelen leveren mij dus 3,1% van de aanschafsom op.

Overigens was de groothandelsprijs voor elektrische energie in deze periode rond de 4 cent/kWh. 

Zwitserse kerncentrales te koop voor een euro

Kerncentrale Leibstadt Zwitserland

Dit bericht heb ik overgenomen van WISE (07 nov 2016) (WISE = World Information Service on Energy).

Ik ben het overigens niet altijd met WISE eens. Ik ben niet a priori tegen kerncentrales, maar ik ben in praktijk niet erg blij met de bestaande modellen. WISE staat daar bijna fundamentalistisch in en ik niet.

Verder onderschat WISE het probleem van een elektriciteitsprijs van 3 cent/kWh. Men kan er triomfalistisch over doen dat kerncentrales en gascentrales daardoor in de min komen, waarschijnlijk zelfs ook kolencentrales, maar evengoed alle vormen van duurzame energie in Europa komen in de problemen. Alleen wordt dat meestal met subsidie aangevuld in de verwachting dat deze subsidie een tijdelijke overbrugging is naar een toekomst waarin de duurzame energie-kostprijs onder de stroomprijs ligt.
Het leven zou een stuk eenvoudiger zijn bij een kWh-prijs van bijvoorbeeld 8 cent per kWh.

Maar goed, ik vond dit een leuk bericht van WISE. Mocht u zichzelf de trotse eigenaar van een kerncentrale willen gaan noemen, dan weet u waar u terecht moet. Ik begin er niet aan.
——————

Zwitserse kerncentrales lijden verlies van omgerekend 600 miljoen Euro per jaar. Daarom wil de directeur van het elektriciteitsbedrijf Alpiq zijn kerncentrales Gösgen en Leibstadt voor het symbolische bedrag van 1 Zwitserse Franc (omgerekend 1 Euro) verkopen aan de overheid.

Kerncentrale Beznau Zwitserland
Kerncentrale Beznau Zwitserland

De directeur, Alder, heeft eerst geprobeerd de kerncentrales aan buitenlandse ondernemingen zoals het Franse EDF te verkopen, maar dat is niet gelukt. Niemand wil die kerncentrales hebben.[i] [ii] De verkoop voor een symbolisch bedrag komt op een belangrijk moment: op 27 november is er een referendum om de kerncentrales eerder stil te leggen dan aanvankelijk gepland. Ze waren oorspronkelijk gebouwd voor een levensduur van 60 jaar. Als de bevolking instemt met de vervroegde sluiting gaan de kerncentrales Mühleberg, Beznau I en Beznau II eind 2017 dicht. Voor Gösgen valt dan het doek in 2024 en voor Leibstadt in 2029.[iii]
Update: in het referendum hebben de Zwitsers de vervroegde sluiting afgewezen (55% tegen vervroegde sluiting).

Op de Zwitserse elektriciteitsmarkt bedraagt de prijs die een afnemer betaald voor een kilowattuur (kWh) stroom op dit moment omgerekend 3 eurocent. Daar staat tegenover dat de gemiddelde totale onderhouds- en reparatiekosten voor genoemde kerncentrales in de periode 2010 tot 2016 al opliepen tot ongeveer 4 cent per kWh. Er van uitgaande dat er aan die omstandigheden (zowel aan de kosten- als aan de opbrengstenkant) niet veel veranderd is in de afgelopen maanden, is er nu door het Zwitserse consultancy bureau Re-solution.ch uitgerekend dat er alleen al in 2016 een verlies zal worden geleden van 637 miljoen Zwitserse Franc (ruim 600 miljoen Euro).[iv] [v] Blijkbaar verwacht de directeur van Alpiq niet dat de marktprijs voor elektriciteit de komende jaren zal stijgen, want anders zou hij zijn kerncentrales niet voor 1 Franc (Euro) te koop aanbieden.

Ideetje voor Borssele ?

Kerncentrale Leibstadt Zwitserland
Kerncentrale Leibstadt Zwitserland
Naam kerncentrale Vermogen (Megawatt) In bedrijf sinds Sluitings-
datum
Referendum vraagt om sluiting in
Mühleberg 390 1971 2031 2017
Beznau I 380 1969 2029 2017
Beznau II 380 1971 2031 2017
Gösgen 1060 1979 2039 2024
Leibstadt 1275 1984 2044 2029

[i] http://www.tagesanzeiger.ch/sonntagszeitung/alpiq-will-akw-verschenken/story/26004081, 5 november 2016.

Karel Knip schiet uit de bocht over zonnepanelen

Karel Knip is een bekende wetenschapsjournalist. Hij schrijft elke zaterdag een populair-wetenschappelijke rubriek in de NRC (welke rubriek ik bijna altijd lees).
Een zekere neiging tot provocatie is hem niet vreemd, maar op 22 okt 2016 ging die met hem op de loop. Daar beweerde hij dat een PV-paneel over zijn volledige levensduur meer energie verbruikt dan het oplevert. Om precies te zijn1/0,82 * zoveel als je in China geproduceerde panelen in Duitsland en Zwitserland plaatst.
Zonnepanelen zouden in de afgelopen 30 jaar niets bespaard hebben.

Knip baseerde zich op een artikel van Ferroni en Hopkirk uit Energy Policy van juli 2016 (het artikel is te lezen op www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0301421516301379 .
De auteurs hebben een zogenaamde LCA gemaakt van in China vervaardigde zonnepanelen. Een LCA is een Life Cycle Assessment. Daarin wordt de energie, die nodig is voor de volledige levenscyclus van een product, uitgerekend, dus inclusief productie, montage en sloop. Omdat voor de productie van de panelen veel stroom nodig is, wordt de duur-
zaamheid van PV-panelen over de volledige levensduur ongunstiger als die panelen gemaakt worden in een land dat veel steenkool stookt – zoals China, waar ca 70% van de panelen vandaan komt.

Nogal wat deskundigen zijn boos op Knip. Daaronder Jasper Vis, directeur Nederland van Dong Energy. Die heeft een energieblog dat zeer de moeite waard is, als je tegen lange technische artikelen kunt met veel grafieken. Hij is als het ware nog tien keer zo erg dan ik! Goed, wie zich daar niet door laat afschrikken, kan hem over dit onderwerp vinden op https://jaspervis.wordpress.com/2016/10/22/draaien-zonnepanelen-op-kolen/ .

Pepijn Vloetmans, 2015
Pepijn Vloetmans, 2015

Vis wilde zo snel mogelijk tegen Knip ingaan en hield het daarom bij een literatuuronderzoek. Dat gaf bijvoorbeeld het EROI-plaatje van hiervoor (de EROI is de Energy Return On Investment – 10 betekent dat het apparaat 10*zoveel energie produceert als nodig is om het te bouwen en te slopen).

De EROI is de ene manier om het te zeggen (de EROI bij Ferroni en Hopkirk zou dan dus 0,82 zijn).
De andere manier is de CO2 eq per kWh voor allerlei energiesoorten uitrekenen. Dat geeft dit:

((NREL/IPCC))
((NREL/IPCC))

Ook zo beschouwd kan de beschuldiging niet waar zijn.

Jasper Vis had bij zijn literatuurstudie geluk. De PVV (altijd als de kippen erbij om duurzame energie verdacht te maken) in de Eerste Kamer was zo vriendelijk geweest vragen te stellen over het in juli verschenen onderzoek. Inmiddels had de minister daar ook al antwoord op gegeven en dat kon Vis letterlijk overnemen. Ik zal dat ook doen, onder dankzegging.
De minister:
“Het artikel van Ferroni en Hopkirk heeft met deze conclusies ook de aandacht getrokken van internationale deskundigen op het gebied van levenscyclusanalyses en energiesystemen. Een gezelschap van 23 wetenschappers, waaronder twee Nederlandse, van diverse wetenschapsinstituten heeft in reactie op het artikel van Ferroni en Hopkirk een gedetailleerd response paper ingediend bij het blad ‘Energy Policy’ . In een begeleidend schrijven aan de redacteuren van ‘Energy Policy’ geven zij aan dat ze zich afvragen hoe het artikel van Ferroni en Hopkirk een degelijk peer review proces heeft doorstaan. In hun response paper bekritiseren en verwerpen zij de analyse en conclusies van Ferroni en Hopkirk. Zij stellen dat sprake is van inconsistente, slecht onderbouwde en misleidende cijfers. Zo:

  • worden cijfers van zonnepanelen uit de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw gebruikt;
  •  wordt de levensduur van zonnepanelen ingeschat op 17 jaar in plaats van de gebruikelijke 25-30 jaar;
  • wordt de energieopbrengst van zonnepanelen bijna half zo hoog ingeschat als uit onderzoek blijkt;
  • worden de kosten van arbeid en kapitaal om panelen te produceren veel hoger ingeschat dan realistisch is;
  • worden (hoge) kosten van (veel) energieopslag in het toekomstige energiesysteem toegerekend aan zon pv;
  • wordt geen rekening gehouden met recycling van zonnepanelen.

Deze deskundigen wijzen er op dat uitgebreid onderzoek laat zien dat de gemiddelde energieopbrengst van de meest gebruikte (multikristallijn silicium) zonnepanelen 11,6 zo hoog is als de energie die het kost om ze te produceren.”

Pay-back tijd van PV-panelen bij verschillende aannames
Pay-back tijd van PV-panelen bij verschillende aannames

Waar wel iets in kan zitten (en waar Vis niet over schrijft) is dat China het plaatje minder mooi maakt.
Wie daar wel over schrijft is Kris de Decker op zijn website www.lowtechmagazine.be die, meer dan ik, een adept is van het sobere en zuinige leven. Ik vind het politiek onhaalbaar. Maar binnen zijn denkkader heeft hij soms gelijk. Zie http://www.lowtechmagazine.be/2015/04/zonnepanelen-steeds-goedkoper-maar-ook-minder-duurzaam.html (27 april 2015).
Hij stelt dat door het grotere aandeel steenkool, het slechtere stroomnetwerk en de lagere kwaliteit en daardoor levensduur, het totaalplaatje minder gunstig is dan het zou kunnen zijn. Chinese zonnepanelen produceren bijna drie keer zo weinig CO2 per kWh als standaard Europese grijze stroom, terwijl Europese zonnepanelen 13 keer zo schoon is.
Maar ook een techniekciticaster als De Decker haalt het niet bij het negativisme van Knip.
Bovendien, stelt De Decker, is China pas sinds 2009 een grote speler (zie het sprongetje in de grafiek hieronder). Ze kunnen dus niet de schuld krijgen van 30 jaar geschiedenis.

Prijs zonnepanelen door de jaren heen. In 2009 begon China grootschalig te leveren.
Prijs zonnepanelen door de jaren heen. In 2009 begon China grootschalig te leveren.

Bovendien, en dat zegt noch De Decker noch Knip, is China in hoog tempo aan het verduurzamen, en zich technisch aan het ontwikkelen. Het is dus zeer wel denkbaar dat over niet al te lange tijd Chinese panelen een stuk betere kengetallen hebben.

 

TU/e: Hoofdgebouw wordt uitzonderlijk duurzaam gerenoveerd en het lange termijn-duurzaamheidsbeleid

De renovatie van het hoofdgebouw
Het hoofdgebouw van de TU/e wordt binnenkort gerenoveerd tot een icoon van duurzaam bouwen. Na de oplevering (gepland voor juni 2018, start van de bouw in november 2016) zal het gebouw (vanaf dan Atlas geheten), naar eigen zeggen, het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld zijn, en komt het in de top-5 van alle duurzame gebouwen in Nederland.
Dit soort gebouwen wordt gemeten naar de BREEAM-norm. Het toekomstige Atlas-gebouw komt aan 93,86% van de te halen punten.
De TUe heeft een naam hoog te houden op energiegebied. In zekere zin is het ontwerp dan ook een soort Living Lab in eigen huis.

TU/e hoofdgebouw
TU/e hoofdgebouw

Het voert hier te ver om op de vele technische details in te gaan. Een uitgebreide projectbeschrijving is te vinden op https://www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/tue-science-park/de-compacte-campus/de-uitvoering/project-3/atlas-duurzaamheid-breeam-outstanding/ .

Ik beperk mij hier tot enkele highlights:

  • het gebouw gaat geheel van het gas af
  • het wordt verwarmd met een campusbrede Warmte Koude Opslag (WKO)
  • het pand krijgt een zeer intelligente vliesgevel, maar werknemers kunnen toch hun eigen raam openzetten
  • op het dak van de naburige gebouwen Spectrum en Studentensportcentrum komt t.b.v. Atlas 4300m2 zonnepaneel te liggen, goed voor 500MWh per jaar (1,8TJ).
  • er is een zeer goede daglichttoetreding, waardoor relatief weinig kunstlicht nodig is. Dat wordt geleverd door LED-lampen.
  • de combinatie van alle maatregelen (waaronder hier niet genoemde) leidt ertoe dat het pand 80% minder CO2 uitstoot, terwijl het aantal bewoners meer dan verdubbelt
  • Het wordt mooi
Interieur hoofdgebouw TU/e (foto Project RSVP)
Interieur hoofdgebouw TU/e (foto Project RSVP)

Het projectoverzicht vermeldt niet wat het proces kost, maar suggereert door zijn toonzetting dat dat meer is dan een minder vergaande ambitie gekost zou hebben. Daar staat lagere exploitatiekosten tegenover. De TUe en het bouwteam vinden de meerkosten de moeite waard, o.a. vanwege de voorbeeldfunctie van de TU/e.

De lange termijn-planning van de TU/e
De TU/e heeft zijn duurzaamheidsambities neergelegd in een langlopend beleidsplan. Het uiteindelijke doel is dat de TU/e – campus in 2030 voor 50% energie-neutraal is. Aan dit plan wordt systematisch vastgehouden.
Het hoofdgebouw is straks het vierde TU/e – gebouw dat van het gas af is.
Sinds 2002 is het gasverbruik van de TU/e meer dan gehalveerd. Als alles af is, zal de besparing driekwart zijn. De CO2 – uitstoot door het resterende gasverbruik wordt gecompenseerd met o.a. bosaanplant en de TU/e koopt alleen groene stroom in.

De WKO van de TU/e is (naar eigen zeggen) een van de grootste van Europa. 70% van het gebouwde oppervlak is er straks op aangesloten. Als het systeem volledig uitgebouwd zal zijn, zal het 3*8 koude- en 3*8 warmtebronnen hebben, goed voor 3000m3/uur en goed voor een koelcapaciteit van 25MW. Dat zal ca 2 miljoen kWh aan stroom besparen (ruim 7TJ), en 300.000m3gas (ca 10TJ).

Uit het You Tube - filmpje van de WKO van de TU/e
Uit het You Tube – filmpje van de WKO van de TU/e

Een filmpje van hoe de WKO werkt is te vinden op www.youtube.com/watch?v=1nTzHK-YoDY&feature=youtu.be .
De gegevens van de WKO zijn te vinden op www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/duurzaamheid/campus-en-bedrijfsvoering/energie/warmte-koude-opslag/ .

Voorbeeldfunctie
De systematische aanpak van de TU/e zou de overheid, niet in het minst Brainport en de gemeente Eindhoven, tot voorbeeld moeten strekken!

Is Montana Snowcenter duurzaam?

Montana Snowcenter is een onderdeel van de Kempervennen in Westerhoven, en dat valt weer onder Centerparcs. Het is een inrichting waar je het hele jaar indoor kunt skien.
In totaal zijn er zeven skihallen in Nederland.

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

Een skihal slurpt energie. Deze hal heeft per jaar 1,5 miljoen kWh nodig (5,4TJ).

De exploitant van de skihal, Theo van Lierop, stond trots in het Eindhovens Dagblad  (08 okt 2016) omdat hij 3340 zonnepanelen op zijn dak had liggen, samen volgens hem goed voor 0,80 miljoen kWh (2,9TJ) per jaar (als ik het trouwens nareken, kom ik op 0,70 miljoen kWh uit, maar goed. Moeten wel heel erg rendabele panelen zijn).
De panelen zijn aangeschaft met SDE+ subsidie

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

En nu worstel ik met de vraag of je dit geheel duurzaam moet noemen.

Midden in de zomer kunnen skien in een steeds warmer wordend land vind ik net zoiets als het WK voetbal in Quatar of het warm stoken van een horecaterras in de winter of het willen openhouden van de Eindhovense ijsbaan in juli – lichtelijk absurd. Moet je zoiets in Nederland nu willen?

3340 zonnepanelen (een halve hectare) zonnepanelen aanleggen is op zich goed. Dat meneer Van Lierop er trots op is dat zijn hal de enige van de zeven is, die zoiets heeft, en die zodoende de schade beperkt, kan ik mij ook voorstellen.

Maar ik zou het nog beter vinden als Nederland alleen skihallen had die in de wintermaanden open gingen – of helemaal geen skihallen.

Een tijd na dit artikel heb ik voor Milieudefensie een Open Brief naar Montana Snowcenter en de Kempervennen gestuurd om een warmteplan te maken voor hergebruik van de afvalwarmte. Deze kan men vinden op Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!

Sterke prijsdaling van zonnestroom

De digitale nieuwsbrief van Duurzaam Bedrijfsleven publiceerde vandaag deze grafiek van de kostprijs van zonnestroom in zeer recente tijden. Momenteel is €1 = $1,12 .

Prijsverloop zonnestroom in $/kWh voor gunstige locaties (DuBedr 21sept2016)
Prijsverloop zonnestroom in $/kWh voor gunstige locaties (DuBedr 21sept2016)

De daling is zonder meer spectaculair.

Er moet bij gezegd worden dat niet duidelijk is welke kengetallen aan de tenders ten grondslag liggen (afschrijvingstermijn, rente, schaalgrootte etc), zelfs niet of deze kengetallen dezelfde zijn voor alle locaties in de grafiek

Er moet ook bij gezegd worden dat deze prijzen gehaald worden op zeer gunstige locaties. Dat is van groot belang. Zie

Schatting toekomstige kosten in $/kWh van ITRPV
Schatting toekomstige kosten in $/kWh van ITRPV

Ook de branche-organisatie ITRPV voorspelt een daling, maar specificeert die naar verschillende instralingsregimes, met als kengetal hoe-
veel kWh in praktijk jaarlijks opgebracht wordt door 1 kWp. In Nederland is dat ongeveer 875 kWh/kWp, in Abu Dhabi ergens rond de 1600 a 1700 kWh/kWp . Nederland zit dus iets boven de blauwe lijn, Abu Dhabi halverwege de groene en de gele. Dat scheelt nogal.

Dat neemt niet weg dat de trend, na het in rekening brengen van de nodige korrels zout en de verschillen in opbrengst per kWp, hoopgevend is.

De SDE+ regeling 2016 berekent als gunstigste prijs in Nederland 9,0 cent/kWh, maar zit meestal hoger.
De jaargemiddelde groothandelsprijs voor elektrische energie in West-Europa zit momenteel rond de 4 cent/kWh.
Vroeg of laat schiet zal dus de kostprijs voor zonnestroom onder de opbrengstprijs schieten en zal subsidie overbodig worden.

 

Gooi die 80 hectare afgedankt bedrijfsterrein vol met zonnepanelen!

Ik heb voor Milieudefensie op 22 september 2016 onderstaande brief gestuurd naar het bestuurlijk samenwerkingsverband Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE). Een afschrift is naar alle leden van B&W en de gemeenteraden in de regio.

Zie ook:
Het vertrek van de sheriff en de industriepolitiek van Brainport
Zonnepanelen op bedrijventerreinen in en rond Eindhoven
————-

milieudefensie

80ha bedrijventerrein wordt afgedankt
Het heeft even geduurd, maar eindelijk breekt dan het besef door dat de negen gemeenten in het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) in het verleden de noodzaak van nieuwe bedrijventerreinen veel te hoog ingeschat hebben. Het bestuurlijke samenwerkingsverband heeft 550 hectare in de aanbieding, waarvan 278 ha regulier in aanbieding blijft, 192 ha in de ijskast gezet wordt, en dus 80 ha binnenkort afgedankt wordt. Daarvoor moet een toekomst bedacht worden.

Het braakliggend veldhovens bedrijventerrein Habraken
Het braakliggend Veldhovens bedrijventerrein Habraken

SGE-gebied presteert slecht op duurzame energie-gebied
De negen gemeenten in het SGE-gebied Eindhoven, Helmond, Waalre, Nuenen, Best, Geldrop-Mierlo, Oirschot, Son en Breugel en Veldhoven presteren met zijn allen slecht op het gebied van de opwekking van
duurzame energie.
De Klimaatmonitor (https://klimaatmonitor.databank.nl/) geeft op basis van CBS-cijfers aan dat de negen gemeenten samen 43142TJ energie gebruiken, waarvan 1492TJ duurzaam. Dat betekent dat de negen gemeenten samen in 2014 slechts 3,45% van hun duurzame energie opwekten.
Dat is erg weinig. Nederland als geheel wekte in 2014 5,6% duurzaam op en de provincie Noord-Brabant 7,0%.
Het is zelfs blamerend weinig als dit percentage wordt afgezet tegen de ronkende taal, waarin de kosmische betekenis van ‘ons’ Brainport voor de techniek en voor de nationale economie bezongen wordt. De Brabantse zonnepanelentechniek wordt overal toegepast, behalve in eigen huis.
Alleen Nuenen en Oirschot overschrijden het nationale gemiddelde, en alleen Nuenen houdt de eer van de regio hoog door ook over het Brabantse gemiddelde heen te gaan. Nuenen als hoop in bange tijden…
duurzame-energiegetallen-sge-gebied-over-2014-kleur

Zet die 80ha vol met zonnepanelen!
80ha zonnepanelen, netto voor 2/3de gevuld, bij gangbare rendementen en bij het in Nederland gangbare kengetal voor de omzetting van kWp in kWh, zou jaarlijks ongeveer 270TJ opleveren. Ten opzichte van het beetje, dat we nu hebben, is dat een plus van 18%.
Dat is nog niet genoeg om Nederland in te halen, maar in elk geval een goed begin.

Misschien kan in het overblijvende 1/3 deel een zekere natuurwaarde ontwikkeld worden, al dan niet gevuld met schapen.

Geld
Deze tijd is ideaal voor investeringen.
–  de rente is nagenoeg nul
–  de provincie zit met smart te wachten op eenieder die met goede plannen komt om de provinciale potten te helpen ledigen
–  de provincie meent goede kans te maken op Europese ondersteuning, die overigens de grote steden in het SGE-gebied wellicht ook zelf al binnen zouden kunnen halen. Meneer Juncker heeft  honderden miljarden klaar liggen!
–  de SDE+ – regeling van het Rijk heeft 8 miljard per jaar in de aanbieding
–  en misschien hebben de deelnemende gemeentes zelf ook nog wel een paar cent.

Aan de slag!
Milieudefensie vindt: aan de slag!
Plaatsen die panelen!
Brainport, ontwikkel een duurzame energiebeleid!

 

Namens Milieudefensie Eindhoven

Bernard Gerard, secretaris
Hulstbosakker 21
5625VR Eindhoven
040-2454879
eindhoven@milieudefensie.nl
www.bjmgerard.nl

 

Kwart sportclubs verspilt teveel energie – update

Enqueteresultaten
NUON heeft Maurice de Hond in juli onderzoek laten doen onder sporters, bestuurders en vrijwilligers van sportverenigingen. Dat was in het kader van de derde editie van de Nuon Club competitie.

Infraroodopname van een sportkantine
Infraroodopname van een sportkantine

Bijna een kwart van de sporters (23%) zegt dat hun vereniging meer energie verbruikt dan nodig is. 10% zegt dat de club zelfs veel te veel energie verbruikt.

De top 5:
–  Onnodig het licht aan laten
–  Slecht geïsoleerde kantine
–  slecht geïsoleerde kleedkamers
–  Verouderde verwarmingsinstallaties
–  verouderde koelkasten en vriezers

Overigens blijkt dat 45% van de ondervraagden en zelfs 67% van de bestuurders “geen idee heeft” of er energie wordt verspild. Het is meestal niet de eerste prioriteit binnen verenigingen.

De NUON-competitie
is erop gericht het energieverbruik van verenigingen te verminderen. Dat levert in directe zin geld op en dat is welkom, want sportclubs hebben veel financiele zorgen, met name in het zuiden van Nederland. Daar heeft 55% zorgen en 39% moet bezuinigen om het hoofd boven water te houden.

NUON maakt er een competitie van. Vanaf 8 september tot 24 oktober 2016 kunnen leden van sportclubs besparingsideeën indienen. Er staan negen prijzen open van €10.000 .
Naast drie mensen van NUON zelf zitten ook Toine van Peperstraten en Naomi van As in de jury.

Het persbericht van NUON is persbericht NUON te vinden.

———-
De NUON-competitie benadrukt vooral het aspect van het menselijk gedrag als oorzaak. Dat is zeker niet zonder reden.

Echter, sportaccommodaties vaak eigendom van de gemeente. Verspilling ontstaat ook door de staat van het vastgoed: bijvoorbeeld slechte isolatie, verouderde keuken- en verwarmingsapparatuur en inefficiente lichtmasten. Bij besparingsideeën wordt zodoende al snel naar de gemeente gekeken. Het verschilt van gemeente tot gemeente hoe die terugkijkt.

De provincie Noord-Brabant heeft kort voor de vakantie een quick scan uitgevoerd naar wat de provincie zou kunnen betekenen bij het verzuurzamen van sportcomplexen. Het resultaat is te vinden onder Provincie Brabant en verduurzaming sportcomplexen .

Afvalwaterinjecties olieindustrie veroorzaken aardbeving in Oklahoma

Afvalwaterinjectie leidt tot aardbevingen
Op 3 september 2016 werd Oklahoma ’s ochtends wakker geschud door een aardbeving van 5.6 op de schaal van Richter. (Ter vergelijking: de aardbeving bij Vlodrop in 1992 was 5.8 op diezelfde schaal). De aardbeving in Oklahoma veroorzaakte daar een flinke materiele schade. Naar verluidt werd één man gewond.

In de Scientific American van juli 2016 ging Anna Kuchment al uitgebreid op het fenomeen in (en dat was niet het eerste artikel in de SciAm over het onderwerp). Het is ook niet mijn eerste artikel over dit onderwerp op deze site (zie Lozen van afvalwater olie- en gaswinning in ondergrond kan aardbevingen veroorzaken)
De oneline samenvatting van het artikel is dat “Wetenschappers er steeds zekerder van zijn dat er een link is tussen aardbevingen en de productie van olie en gas, maar dat de wetgevers sloom reageren”. Het artikel gaat echter niet over de directe seismische gevolgen van de winning van olie en gas (zoals we die nu in Groningen zien), maar over afgeleide seismische gevolgen van de injectie onder hoge druk van afvalwater van deze industrie terug de diepe ondergrond in.
Kuchment laat met een graphic zien hoe en waar er in Oklahoma in 2009 849 barrels de grond in ging (er waren in 2009 20 aardbevingen boven de 3.0 in Oklahoma), en in 2014 1538 miljoen barrels (er waren in 2014 581 aardbevingen boven de 3.0). Maar pas in april 2015 vroeg de staat Oklahoma voor het eerst om injectiebeperkingen bij 600 putten in gevoelige gebieden. Veel mensen in Oklahoma betwijfelden of dat niet te laat en te weinig was, en die hebben dus gelijk gekregen.
President Obama heeft per decreet 37 injectieputten meteen gesloten.
Staten als Ohio en Kansas waren eerder met maatregelen, Texas nog later.

Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016
Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016

Ook de reguliere olie- en gaswinning produceert afvalwater
Alle vormen van olie- en gaswinning leiden tot moeilijk verwerkbaar afvalwater.
In essentie komt de winning er vaak op neer dat men pompt in of bij fossiele ondergrondse zeeën. Een klein deel van het water, met in essentie alle oude zout, is nog in de porieën aanwezig. Bij de winning wordt nieuw water aangevoerd, bij schaliegas altijd en veel, bij de olie- en gaswinning soms en minder, maar er komt hoe dan ook afvalwater vrij (oud en nieuw) dat erg zout is en van nature licht radioactief. Dat is moeilijk op reguliere wijze te verwerken en daarom pompen de exploitanten het terug de grond in. “Terug waar het vandaan komt” is de rechtvaardiging.

Maar het komt niet precies terug waar het vandaan komt. Er worden injectieputten geslagen waar dat kan. De hoge druk-pompen persen het water ondergronds alle kanten op en daarbij activeert het water (als een soort smeerolie) bestaande breuken, die tot dan toe muurvast zaten. Die gaan schokkend glijden en dat zijn de aardbevingen.

Schoonebeek
Schoonebeek

Twente en de NAM
Ook de NAM loost, zij het op kleinere schaal, onhanteerbaar zout afvalwater van de oliewinning in Schoonebeek in de ondergrond in mijn geboortestreek Noord-Twente. Het water komt terecht in poreuze zandlagen op 1200 tot 1800 meter diepte, waar tot dan toe gas zat. Het wordt van Drente naar Twente getransporteerd door een leiding door Duitsland die  eerder bedoeld was voor gas (de andere kant op), en die stilgelegd is omdat hij lekte. Sindsdien wordt er in Schoonebeek geen olie meer gewonnen. De leiding is gerepareerd en in het najaar van 2016 wil de NAM weer opnieuw beginnen. Geen putten, geen olie.
Het leidt in de streek tot veel ongenoegen.

Omdat aardbevingen vanwege deze oorzaak alleen kunnen plaatsvinden als er bestaande breuken zijn, die geactiveerd kunnen worden, ter informatie eerst een kaart van de Nederlandse breuksystemen, voor zover bekend. Er loopt een breuk door Twente.
En het is beslist af te raden om in Brabant ondergronds afvalwater te gaan injecteren.

Breuklijnensysteem in Nederland
Breuklijnensysteem in Nederland

De NAM heeft op zijn website een aparte themapagina aan het onderwerp geleid (http://www.nam.nl/nl/our-activities/water-injectie-in-twente.html ). De NAM ontkent dat er gevaar is, o.a. omdat de NAM (naar eigen zeggen) onder een relatief lage druk pompt en de ontwikkelingen voortdurend monitort. Daartoe wordt het bestaande geofoonnetwerk in Noord-Nederland uitgebreid.
“De beoogde injectiereservoirs in Twente zijn niet eerder seismisch actief geweest. Door de oorspronkelijke reservoirdruk niet te overschrijden, worden dan ook geen trillingen als gevolg van waterinjectie verwacht.” Aldus de NAM op zijn site. Om het makkelijk te maken, heb ik de belangrijkste teksten bij elkaar gezet in deze Wordfile:  NAM-site over Twentse afvalwaterinjecties dd 2016
Maar in Texas en Oklahoma waren die seismische effecten er eerder ook niet.

De olie- en gaswinning moet sowieso omlaag naar heel weinig vanwege het klimaat. In elk geval in Twente heeft dat ook andere voordelen.

Een vliegtuig op zonnepanelen kan, maar is geen oplossing – updat 26 juli 2016

Update: De Solar Impulse is weer terug waar hij begon, in Abu Dhabi. Op 26 juli 2016 zette hij zijn wielen weer aan de grond.

De Solar Impuls 2 is weer terug in Abu Dhabi op 26 juli 2016
De Solar Impuls 2 is weer terug in Abu Dhabi op 26 juli 2016

Op de foto de piloten Piccard en Borschberg.
Ze hebben 40.000 km achter de kiezen in ongeveer 800 uur zuivere vliegtijd. De reis heeft veel langer geduurd (van 9 maart 2015 tot 26 juli 2016), maar dat kwam vanwege storingen en vanwege slecht weer. de Solar Impuls 2 is een extreem mooi weer-vliegtuig.
Piccard meent “I’m sure that within the next 10 years we’ll see electric airplanes carrying 50 passengers on short- to medium-haul flights,”. Ik geloof er niets van, tenzij hij erbij zegt dat hij hybride elektrische vliegtuigen bedoelt. Dan zou hij gelijk kunnen hebben.

Niettemin een geweldige prestatie, die nog meer voor duurzame energie als voor duurzaam vliegen van belang is.

De Scientific American van 9 maart 2015 geeft een mooi verhaal met mooie foto’s over de Solar Impulse 2 die alleen op zonne-energie vliegt. Het vliegtuig is op 8 maart 2015 gestart in Abu Dhabi voor een tocht rond de wereld met als eerste stop Oman, waar het vliegtuig vanwege het weer een paar uur rondjes moest draaien  voor het kon landen.
Het vliegtuig is een prachtig voorbeeld van wat je met zonne-energie kunt (je kùnt ermee vliegen) maar ook wat je er niet mee kunt (namelijk er praktisch mee vliegen).

De Solar Impulse 2 in de hangar
De Solar Impulse 2 in de hangar

Het vliegtuig weegt 2300 kg, waarvan ruim een kwart opgaat aan vier lithium polymeer-batterijen. Het vermogen komt van 17248 monokristallijne ultradunne (135 micrometer) siliciumzonnecellen met een totale oppervlakte van 269,5 m2 en een rendement van 23%, die samen goed zijn voor 340 kWh/dag. De spanwijdte is 72 m, meer dan van een Boeing 747.

Spanwijdte-vergelijking met een Boeing 747
Spanwijdte-vergelijking met een Boeing 747

De topsnelheid is 140 km/uur. Er past één piloot in, die de beschikking heeft over 3,8m3 leefruimte met een geïmproviseerde toiletvoorziening.
Behalve in accu’s, slaat het vliegtuig overdag ook energie op als zwaarte-energie. Het vliegtuig klimt overdag naar 8500 m hoogte (de cockpit is onverwarmd en heeft geen overdruk!) en daalt ‘s nachts als een zweefvliegtuig naar 1500 m.

Wie de tocht om de wereld wil volgen kan naar http://www.solarimpulse.com/ gaan. Wie meer over de techniek wil weten kan het beste kijken op http://globalrevolution.org/en/our-story/#.VQOOtY5qJ7k

De Solar Impulse 2 in Abu Dhabi
De Solar Impulse 2 in Abu Dhabi

Het is prachtige techniek en een prima voorbeeld wat zonne-energie kan. Tegelijk is het een bewijs dat vliegen, hoezeer men dat ook zou wensen, niet duurzaam te krijgen is. Het is niet mogelijk om op deze basis een praktisch vliegtuig te bouwen.
Men kan zich geen vliegtuig voorstellen dat 100 echte mensen, met vracht, in een drukcabine in enkele uren betrouwbaar (en dus niet al te weer-afhankelijk) 3000 km weg brengt zonder gebruik van kerosine – zij het fossiel, zij het duurzaam. Dat is een van de redenen waarom ik er in deze kolommen steeds voor pleit om niet tot een te snelle en absolute afwijzing van biobrandstof te komen.

Hopelijk wordt er in 2050 een stuk selectiever gevlogen. Maar kerosine zal ook dan nodig blijken.