Mestongeval Makkinga leidt tot veroordeling bedrijf in hoger beroep

Wat er gebeurd is en het vonnis
Op 19 juni 2013 wilde het bedrijf Heeres Mix & pomptechniek uit Abbega een opdracht uitvoeren om in het Friese Makkinga een mestsilo, waarin nog rundermest aanwezig was, schoon te maken en om een kapotte mestmixer te vervangen. Het werd een drama.

De eerste werknemer van Heeres ging met adembescherming de silo in en raakte bedwelmd. De tweede werknemer, die aan de buitenkant op de ladder de wacht hield, ging daarop (zonder enige bescherming) ook de silo in en raakte ook bedwelmd. De veehouder zelf volgde en raakte ook bedwelmd, waarna een werknemer van het loonbedrijf dat de mest moest afvoeren hetzelfde lot onderging.
De twee werknemers van Heeres overleden, evenals de veehouder. De man van het andere loonbedrijf overleefde met blijvende schade.
De vader van de veehouder heeft nog (vergeefs) geprobeerd met een tractor met een hefvork erop de silo kapot te rammen. Pas de brandweer, met perslucht, kreeg met veel moeite een gat onderin de wand gezaagd waardoor de lichamen uit de silo gehaald konden worden.

De onuitroeibare neiging van mensen om andere mensen te helpen droeg hier bij aan een onbedoeld drama dat alleen maar verliezers kent.

Luchtmasker en compressor in Makkinga

Directeur Heeres van genoemde onderneming moest zich voor de rechter verantwoorden, eerst voor de Rechtbank in Zwolle en daarna voor het Gerechtshof in Leeuwarden. Hem werden overtredingen van de arbeidsomstandighedenwetgeving ten laste gelegd. Beide instanties kwamen tot dezelfde uitspraak: een ton boete, 240 uur werkstraf, en een jaar voorwaardelijk.

De uitspraak van het Gerechtshof is te vinden op https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2018:5635 .

Het vakblad de Boerderij schrijft veel over deze zaak. Wie het verhaal in gewone mensen-taal wil lezen, kan kijken op www.boerderij.nl/Home/Nieuws/2018/6/Verdachte-ongeval-mestsilo-Makkinga-opnieuw-veroordeeld-299407E/ .

Mestgassen en spuiwater
Onbewerkte mest is gore zooi en per definitie levensgevaarlijk, tenzij je of heel goed uitkijkt of geluk hebt, zelfs in ruimtes die niet eens helemaal afgesloten zijn.
Vooral H2S (zwavelwaterstof) is een verraderlijke killer, en soms staat ook blauwzuur (waterstofcyanide, HCN) onder verdenking.
CO2 is zwaarder dan lucht en kan daarom in een besloten ruimte verstikkend werken.
Ammoniak (NH3) is ook heftig, maar als regel niet meteen dodelijk en lichter dan lucht, evenals methaan (dat niet erg toxisch is).
Alle gassen zijn uiterst brandbaar.

Eigenschappen van H2S en HCN

Rundermest is in zoverre extra gevaarlijk, omdat er na verloop van tijd een korst op komt. Daaronder verzamelen zich de gassen, die als een wolk vrij kunnen komen als bij bewerkingen de korst breekt.

Men komt in alternatieve kringen wel eens een soort mest en bodem – romantiek tegen. Misschien toch goed om vragen te stellen over de voorgeschiedenis van die mest.

Heeres beriep zich in het hoger beroep op het gegeven dat de mest in de silo aangezuurd was met spuiwater van een luchtwasser, dat hij dat niet wist, en dat als hij dat wel geweten had, hij de klus niet aangenomen had. De schuld lag dan ook, volgens hem, bij de veehouder. Deze uitspraak leidde tot heftige emoties.
Spuiwater van een chemische luchtwasser bevat als regel zwavelzuur (wat in overmaat toegevoegd wordt om maar zoveel mogelijk ammoniak te vangen), en het toevoegen van zwavelzuur aan mest kan inderdaad chemische evenwichten verschuiven, waardoor zure gassen als H2S en HCN omhoog kunnen wolken.
Het gerechtshof ging hier uiteindelijk, na raadpleging van enkele deskundigen, niet in mee. Heeres had een punt, maar dat punt werd niet zwaar genoeg bevonden. Ook zonder spuiwater was de mest al zo levensgevaarlijk, dat de klus niet op deze wijze uitgevoerd had mogen worden.

De Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV)
De OVV heeft naar aanleiding van het ongeval in Makkum een onderzoek verricht naar mestgassen (zie www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/1959/dodelijk-ongeval-in-mestsilo-te-makkinga/publicatie/1517/gevaren-mestgassen-onderschat ).

Aantal geregistreerde mestongevallen in Nederland

De OVV zegt dat het ongeval in Makkinga niet op zichzelf staat. Tussen 1980 en 2013 hebben zich in Nederland ten minste 35 ernstige ongevallen met mestgassen voorgedaan. Daarbij vielen 57 slachtoffers, waarvan 28 doden.
De OVV meent dat dit het topje van de ijsberg is, en dat veel ongevallen niet gemeld worden. Bijvoorbeeld niet, als er geen mensen overlijden of gewond raken, maar wel dieren.

De drie doden door H2S bij Reiling in Sterksel zijn hierin niet meegenomen, omdat het daar niet om mest ging, maar om waterzuiveringsslib.

Mogelijk berust de stijging in de laatste vijf jaar mede op een betere rapportage. Maar vast staat ook dat er in deze periode sprake is geweest van toenemende “bij-mixing”.

Letterlijk zegt de OVV:
Kennis en risicobesef
Mestongevallen vinden vooral plaats in besloten ruimten zoals een silo of tank (voor transport en uitrijden) en in stallen tijdens het mixen van de mest in de ondergelegen kelder. Het merendeel van de ongevallen ontstaat doordat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals het gebruik van geschikte adembeschermingsapparatuur, het regelmatig mixen van de mest en het zorgen voor voldoende ventilatie. Het achterwege laten van veiligheidsmaatregelen bij het werken met mest komt naar het oordeel van de Raad vooral door het ontbreken van kennis en daardoor onderschatting van de gevaren. Een belangrijke oorzaak van het tekort aan kennis en risicobesef is dat de gevaren van mestgassen niet worden behandeld in agrarische opleidingen.

Risicoverhogende ontwikkelingen
De ontwikkelingen in de agrarische sector van de afgelopen decennia hebben de kans op ongevallen vergroot. Schaalvergroting, strengere milieuwetgeving en aanscherping van het mestbeleid hebben er toe geleid dat meer mest wordt geproduceerd, de mest gedurende langere tijd wordt opgeslagen en de mestopslagen afgesloten zijn. Verder worden in toenemende mate stoffen als spuiwater (een soort vloeibare kunstmest afkomstig uit luchtwasinstallaties) toegevoegd aan de mest, wat de vorming van mestgassen kan versterken. Hiermee zijn ook de risico’s groter geworden, wat te weinig aandacht heeft gekregen in de sector zelf en bij de overheid.”

De OVV signaleert dat de stallen, en de bijbehorende kelders en silo’s, steeds groter geworden zijn. Dat komt mede omdat de periode, waarin geen mest mag worden uitgereden, langer wordt en dat dus de mest langer bewaard moet worden. Er treden overschotten op en er moet vaker geroerd worden.
Vanwege het milieu zijn mestsilo’s steeds vaker afgedekt. De opkomst van emissie-arme roostervloeren maakt dat het boven die vloer beter is (hoewel ook dat mis kan gaan), maar dat het eronder dus slechter is.
De laatste jaren wordt er steeds meer bijgemengd bij de mest. Dit levert soms risico’s op.

De OVV zoekt de oplossing in scherpere regels en meer aandacht in het agrarisch onderwijs, zulks vooral te realiseren door de branche-organisaties.

Overzicht van gevaarlijke situaties

Waarom niet het probleem zelf aanpakken?
De beperking van het rapport van de OVV is dat er geen maatregelen aan de orde komen die de oorzaken van de gevaren aanpakken, maar alleen de omgang met de gevaren. De OVV en het Gerechtshof behandelen de vraag slechts als een ARBO-probleem.
Mij interesseert de vraag of dat, wat vanuit de ARBO-optiek logische maatregelen zijn, in lijn of in tegenspraak zijn met wat men vanuit de milieu- en klimaatproblematiek zou willen.

Er staat in elk geval minstens één deur wagenwijd open.
Aan de ARBO-onveiligheid ligt ten grondslag dat er teveel mest is, en dat die te lang bewaard moet worden. Dat komt weer omdat er teveel dieren zijn, en omdat daardoor de regels steeds strenger worden. Minder dieren is beter voor arbeidsveiligheid, milieu en klimaat.

Er wordt steeds meer bijgemixt o.a. omdat er steeds meer luchtwassers zijn (waaronder chemische), en omdat die standaard spuiwater produceren met ammoniumsulfaat en zwavelzuur. Beide mogen door de mest gemixt worden (de eerste omdat ammoniumsulfaat in technische zin als kunstmest geldt en de tweede omdat het niet verboden is – het gebeurt soms om de ammoniak die nog in de mest zit te neutraliseren, maar tegelijk kan dat zwavelzuur H2S en HCN vrijmaken).
Minder dieren leidt tot minder ammoniak leidt tot minder luchtwassers leidt tot minder spuiwater.
Met zou het chemische spuiwater als chemisch afval kunnen definieren.

Ik ben nog voorzichtig met een andere gedachte, namelijk dat het vergisten en hygieniseren van mest , behalve dat het gunstig is voor klimaat en milieu (dat staat op zich vast) ook voor de arbeidsveiligheid gunstig is. Ik denk dat dat zo is, maar daar staan nog vraagtekens bij.
De beste mestbewerking die ik met eigen ogen heb zien werken was die bij zuivelboerderij Den Eelder (zie Op werkbezoek bij zuivelboerderij Den Eelder ). Daar staan 550 volwassen koeien op stal (het is dus een hele grote boerderij). De stront wordt met een lopende band-schuif non-stop tussen de koeienpoten door in een put geschoven, vanwaar het in real time met een ondergrondse pijpleiding naar een flinke monovergister gaat, die elektriciteit levert en veel proceswarmte voor de zuivelverwerking en voor het hygieniseren van het digestaat (dat is wat uit de vergister komt).

De monovergister van Den Eelder.
(op de foto dhr. Gosselink van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij BOM)

De gevormde H2S-verontreiniging wordt als onderdeel van het proces afgevangen, de methaan wordt als doel van het proces opgevangen.
De combinatie van vergisten en (vooral) hygieniseren reduceert het aantal gramnegatieve bacterien (waaronder salmonellen, E.Coli en Q-koorts ) drastisch.
Pas vergiste mest (dat heet digestaat) is een stuk minder gevaarlijk als onvergiste mest.
Daar staat tegenover dat er leidingen en pompen zitten tussen de stal en de vergister, waar onbewerkte mest doorheen loopt. Verder is het mij niet duidelijk hoe het digestaat zich gedraagt als dat maanden zou moeten worden opgeslagen –  wat dus moet omdat er in totaal teveel mest is – gaan zich dan opnieuw gevaarlijke gassen vormen?

Mijns inziens liggen hier nog de nodige onderzoeksvragen.

Een rood sein voor Eindhoven Airport

Ook omwonenden van Eindhoven Airport hebben meegedaan aan de landelijke actiedag tegen de ongebreidelde groei van het vliegen. In zes plaatsen in Nederland (horend bij een nabijgelegen vliegveld) gingen samen duizenden mensen de straat op: Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Maastricht, Eelde en Zwolle (ivm Lelystad).
De actie was georganiseerd door Greenpeace en het LBBL (Landelijk Bewonersberaad Luchtvaart). Ons Eindhovense platform BVM2 is een van de oprichters van het LBBL.

In Eindhoven kwam men bijeen op het podium voor de Catharinakerk. Iedereen had zich rood uitgedost en Bernard Gerard had een indrukwekkend groot spandoek laten maken van 10 * 1,3 m . Het geheel werd door een Greenpeace-fotograaf vanuit de toren, op 25 m hoogte, vastgelegd (met dank aan de Catharinakerk dat dat mocht!).
Op de foto staan ruim 200 mensen.

Hagar Roijakkers (GrL) en Bernard Gerard, op de rug gezien

Naast het openingswoord en enkele praktische aanwijzingen werd er een kort woord gezegd door Klaas Kopinga namens BVM2, door Selçuk Akinci namens de BMF, door Jannie Visscher van de SP (de SP is ondersteunende organisatie van BVM2), en door Hagar Roijakkers van Groen Links (hierboven op de rug gezien naast Bernard Gerard die de megafoon vasthield).

Daarna werden er een stel foto’s gemaakt in een samenwerkingsregie tussen Willemieke Arts op de grond en het hogere wezen in de toren.

Toen was het afgelopen. Een echte flits-manifestatie!

Het landelijke actie-spandoek

Het persbericht van Greenpeace, met een overzicht van de acties in alle zes de steden, is Persbericht Greenpeace te vinden.

Natuurmonumenten in actie voor insecten

Onder de titel “alle beestjes helpen” onderneemt Natuurmonumenten een publiciteitsoffensief vanwege de ondergang van de insecten in Nederland. In 30 jaar verdween driekwart van die beestjes die, anders dan wel eens gedacht, ook vaak nuttig zijn.

Natuurmonumenten wil dat iedereen zoveel mogelijk stukjes groen in de eigen omgeving claimt voor de natuur, al is het in de eigen tuin of op het eigen balkon.

Je kunt een gratis Insectengids bestellen (met kans op een verblijf bij Landal Greenparks ter waarde van €350 ).

Uitleg en bestelling op www.natuurmonumenten.nl/gids .

 

SP haalt 303 zienswijzen tegen uitbreiding gaswinning in Waalwijk op

De actie in Waalwijk
De SP heeft als partij een achterstand in te halen op energiegebied en is daar nu mee begonnen. In Waalwijk bleek op 16 juni 2018 dat de SP mogelijkheden heeft die andere partijen niet hebben. Met een ploeg van zo’n 45 SP-ers werden er in Brabant zienswijzen tegen de uitbreiding van de gaswinning uitgedeeld en, waar mogelijk, ingevuld meegenomen.

De gaswinning in en ten zuiden van Waalwijk bestaat al sinds 1991. Het veld nadert bij de huidige wijze van exploitatie zijn einde. Exploitant Vermilion wil nog wat meer gas uit dit kleine veld persen nieuwe putten boren of bestaande uitbreiden, en wil gaan fracken.
Het hoofdbezwaar is dat Vermilion er in deze tijd überhaupt naar streeft om nog meer gas te winnen. Daarnaast verhoogt de uitbreiding de kansen op aardbevingen, lekkages etc. Dat de kans op geïnduceerde aardbevingen niet nul is, bleek bij een ander klein gasveld in Noord-Holland.

Voor een uitvoerig verhaal zie Vermillion mag van Wiebes gaan fracken in Waalwijk – en een aardbeving bij een ander klein gasveld . Ik had dat verhaal geschreven op basis van een gevoel van actualiteit. Een dag later bleek er in het Brabants Dagblad een verhaal over Waalwijk te staan,  en daarna kwam de actie snel.
Ik heb voor de (toen nog) aanstaande actie een concept geschreven voor de zienswijze, en voor een technische toelichting daarop. Zie Waalwijk Standaard zienswijze_16juni2018_defin

Uiteindelijk heeft onze grote ploeg 303 ingevulde zienswijzen opgehaald. Die gaan als pakket naar het Ministerie. Daarnaast zullen er ook nog wel een paar zienswijzen rechtstreeks opgestuurd gaan worden.

SP-Tweede Kamerleden Henk van Gerwen en Sandra Beckerman (woordvoerder energie), met de 303 ingevulde zienswijzen in de hand.

De SP zou een beter uitgewerkt energie-verhaal moeten hebben
Als laatkomer op dit gebied heeft de SP nog geen algemene greep op de materie. Er zijn losse episodes, zoals deze Waalwijkse wandeltocht en een eerdere demonstratie tegen de wrakke Belgische kerncentrales, maar er is geen algemeen verhaal dat bijvoorbeeld klimaatbewuste jongeren aanspreekt. Die zouden bijvoorbeeld graag willen weten of de Randstad in 2050 nog boven water ligt.

Wel heeft de SP een sterk verhaal over de energietransitie en de inkomensrechtvaardigheid. De facto is de energietransitie nu een financiele transfer van arm naar rijk, van mensen die veel betalen door hun tochtige huis en die geen zonnepanelen mogen of kunnen leggen, naar mensen met een grote bungalow die wel geld hebben en flink wat panelen kwijt kunnen.
De SP vindt, in navolging van Milieudefensie, geheel terecht dat de lusten en de lasten anders verdeeld moeten worden (zie Laagste inkomens de zak door kostentoedeling klimaatbeleid? ) . Dat betekent een inkomenstransfer van rijk naar arm. Die voorwaarde is noodzakelijk, maar op zich niet voldoende. Meel is een essentieel bestanddeel van brood, maar brood is meer dan alleen maar meel.
Er moet een ruimer verhaal komen.

Niet alleen dus over de vraag of er geld van rijk naar arm moet, maar ook hoe dat het beste kan. Als je bijvoorbeeld twee miljard per jaar zou hebben (het bedrag dat de regering met de verhuurdersheffing uit de volkshuisvesting haalt), wat zou je dan het beste kunnen doen? Uitgeven aan een individuele regeling als de salderingsregeling, waarvoor de noodzaak geleidelijk aan vermindert? Uitgeven aan opslagtechnieken? Teruggeven aan de woningbouwverenigingen met een verplichting het geld voor verduurzaming in te zetten? Uitgeven zoals Wiebes dat wil (dat verhaal kwam net uit tijdens onze Waalwijkwandeling)?
Ik ben er niet meteen uit. Ik zou eerst de kleine lettertjes van Wiebes wel eens willen lezen. En ik vind dat alle subsidies per definitie eindig zouden moeten zijn.

Zo ook hoe het technisch moet. Dat is geen detail, zoals sommige SP-ers wel eens denken, maar juist essentie. Er zwerven nogal wat politieke keuzes rond, bijvoorbeeld over waar er hoeveel windmolens moeten staan, of landbouwgrond plaats mag maken voor zonneparken, of je biomassa mag inboeken, en hoe het moet met hoogspanningstrajecten. Die keuzes zijn soms zeer vervelend.

Je ontkomt er als partij niet aan om een beeld te hebben wat je hiermee aan wilt, zodat (bijvoorbeeld) niet elke Provinciale Staten- of gemeenteraadsfractie apart het wiel moet uitvinden.

Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).

En een theorie over de beste organisatievorm. Grootschalig (mijn voorkeur, want simpelweg onontkoombaar), kleinschalig (wat politiek lief klinkt maar bijna niets opbrengt), of een iets grotere kleinschaligheid in de vorm van coöperaties? Privaateigendom? Participatieregelingen? Terug nationaliseren van de vroegere Nutsbedrijven? Zie Duurzame energie bottom-up of top-down organiseren? .

Er ligt nog heel wat denkwerk voor de SP.

Milieuvoorzieningen tegen de-icing vloeistof op Eindhoven Airport ontbraken volledig

Al eerder is in deze kolommen gesproken over een incident op 22 maart 2018, waarbij de-icing vloeistof, die gebruikt wordt om (civiele) vliegtuigen op Eindhoven Airport ijsvrij te maken en te houden, via het riool de beek Ekkersrijt inliep. Dat water kwam terecht in wat verderop de Grote Beek heet. Die loopt door de waterpartij in de Achtse Barrier en die werd volledig zuurstofloos. Alle vissen dood, grote stank.

Voor de voorgeschiedenis zie Openbaar Ministerie onderzoekt glycol-lozing vliegveld en Glycoldumping door Eindhoven Airport (en ander spul…) .

Verloop van de beek Ekkersrijt. Na het passeren van de waterpartij in de Achtse Barrier komt bij in de Grote Beek uit en die stroomt langs Blixembosch naar De Dommel.

Naar aanleiding van het incident  heeft de Eindhovense SP technische vragen gesteld aan het College van B&W. Niet over het incident zelf, want daar vindt strafrechterlijk onderzoek naar plaats, maar naar hoe eigenlijk de reguliere vergunning in elkaar zit. Op die vragen is op 7 juni 2018 antwoord gekomen (voor de volledige tekst zie Technische vragen van de SP-fractie over de lozing van de-icing vloeistof_antwoord juni 2018).
De belangrijkste elementen uit het antwoord:

  • De vergunning dateert van 2003 en zat toen bij de provincie. Op 1 oktober 2010 is de vergunning, grotendeels ongewijzigd, overgedragen (bij de WABO) aan de gemeente Eindhoven. Die is dus sinds 2010 bevoegd gezag voor de milieuaspecten van de grondoperaties van het civiele vliegen.
    Het Ministerie van I&W is bevoegd gezag voor de Defensie-activiteiten zit, maar hoe die vergunning precies in elkaar zit, wist de gemeente niet.
  • De provincie dacht indertijd dat het de-icen geen milieugevolgen zou hebben, en heeft daarom geen eisen gesteld aan de chemische samenstelling en aan het weglopen van de-icing vloeistof in het riool. Die eisen worden nog steeds niet gesteld.
    Het de-icen gebeurt op een betonnen platform, maar dat was er toch al.
    Vloeistoffen die niet met water mengen en op het water drijven (bijvoorbeeld gemorste kerosine) worden met een olieafscheider verwijderd. Maar de stoffen in de de-icing vloeistof lossen goed op in water (anders zouden ze niet werken), en daar doet deze afscheider helemaal niets tegen. De de-icing vloeistof kon dus ongehinderd in het riool lopen, en daarna in de Ekkersrijt.
  • Toen het leed in de Achtse Barrier zich voordeed, is er in haast gereageerd. Het uitgaande riool van het vliegveld is met een ballon dichtgeknepen en de Ekkersrijt is tijdelijk afgedamd, waarna het vervuilde water met vrachtwagens is afgevoerd.
  • Er wordt niet gemeld of de afsluiting van het uitgaande riool een blijvend karakter heeft, en evenmin of er bij deze afsluiting een opslagbekken hoort.
  • Door het incident loopt er nu een procedure voor een nieuwe aanvraag, waarbij op basis van de huidige inzichten door de Omgevingsdienst wordt beoordeeld of er aanvullende technische maatregelen nodig zijn. De tekst suggereert dat er (nog) geen aanvraag van het vliegveld ligt.
  • B&W geven geen eigen ambities mee aan de Omgevingsdienst in de geest van “Wij willen dat afvalwater gerecycled wordt” of “wij willen dat er nooit meer de-icing vloeistof  in de Ekkersrijt terecht komt” . De Omgevingsdienst moet het zelf maar uitzoeken en dat betekent dat B&W aan de ambtenaren een politieke taak opleggen.
  • Het incident had op basis van de Wet Milieubeheer gemeld meten worden.
Tijdelijke dam in de Ekkersrijt

De gang van zaken versterkt de al bestaande indruk, dat Eindhoven Airport zich niet als een normale onderneming aan normale milieuregels hoeft te houden.

Soortoverstijgende empathie – de jonge slechtvalk

De Catharinakerk in Eindhoven heeft twee torens van elk 73m hoog en op beide nestelen slechtvalken. Dat met enige menselijke ondersteuning, want eerst nestelden ze jaren achtereen op het gebouw van de Technische Dienst, tot dat gesloopt/gerenoveerd moest worden. Er moest wat en zodoende kwam de Catharinakerk in beeld, bij de slechtvalken al bekend als uitkijkpost. Het zijn trouwe kerkgangers.
Als je ze wil begluren, moet je naar http://eindhoven.peregrines.nl/ . Daar komen wat foto’s vandaan. Volgens deze site komt hij uit De Mortelen (het platteland tussen Eindhoven, Tilburg en Boxtel), en is zij een ongedocumenteerde Belgische immigrante. ’t Is wa.

Sinds er geen DDT meer gespoten wordt, is de slechtvalk met een opmars bezig. De grote stad is een ideale biotoop.

Nestkast van een slechtvalkpaar op de Catharinakerk

Geheel belangeloos was deze menselijke empathie niet (is hij trouwens wel vaker niet), want de slechtvalken houden de kauwtjes- en duivenpopulatie in toom. De Schreeuwjezus voert de duiven en de duiven voeren de slechtvalk, zodoende. En af en toe gaat er een afgekloven karkas over de rand.
Het dier discrimineert niet, want vreet alles wat vliegt. De legende wil dat hij/zij in duikvlucht een zwaluw uit de lucht kan plukken of een eend uit het water (dat zal dan wel niet in duikvlucht zijn). Wikipedia meldt dat men bij een afgerichte slechtvalk de snelheid heeft kunnen meten en dat die 389km/uur bedroeg (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slechtvalk ) .
Maar stadskauwtjes en stadsduiven zijn eenvoudiger, dus waarom aan een zwaluw beginnen?

Eieren van een slechtvalk (Catharinakerk 2018)

Van die nestkasjes kwamen kinderen en de broedzorg is roerend, behalve vanuit het perspectief van de duif.

Jonge slechtvalk uit het nest op de Catharinakerk. Foto ter beschikking gesteld door Laurens Mulkens, koster van de Catharinakerk .

Zo’n kind kon al goed genoeg vliegen om niet vanaf 73m dood neer te vallen, maar nog niet goed genoeg om vanaf de grond weer op te stijgen.  Dus stapte het beest op een dag in het voorjaar van 2018 plompverloren de Rambam binnen, waarop publiek en personeel in deze spijkerbroekenwinkel ijlings het hazenpad kozen. Mogelijk ook in paniek (dat vermeldt het verhaal niet) stiefelde het dier op zijn grote platvoeten twee winkels verderop naar binnen, waar de inmiddels gealarmeerde vogelaar hem/haar kon vangen.

Die zette het dier ergens hoog op een rand van de toren, waarop het duikend vaart kon maken en weer terug kon keren op het nest. Mogelijk leeft het nog lang en gelukkig.

Circulair cement?

Inleiding
De fabricage van cement is goed voor ca 5% van de mondiaal geloosde CO2 – uitstoot. Alle reden om te kijken of dat niet minder kan. In Nederland wordt daar al veel aan gedaan en daardoor loost de Nederlandse betonfabricage in verhouding minder (ca 1,6% van de Nederlandse CO2 -lozing). Dat is echter nog steeds veel.

De betonwereld is daar al lang bezig. In 2014 kwam er een studie uit van CE met de boodschap, dat het tot 2020 30% minder kon. Zie https://mvonederland.nl/publicatie/onderzoek-ce-delft-betonketen-kan-tot-30-procent-besparen-op-co2-uitstoot-2020 . Er kon van alles, maar er was nog een lange weg te gaan. De relatieve CO2 – lozing is al een eind gedaald.

BPMN, een van de grootste betonindustrieën in het Belgische Malonne (eigen foto bedrijf, Wikipedia)

Dat cement echt circulair kan worden ligt niet voor de hand. Je maakt cement door kalksteen te branden of een mengsel van kalksteen net kleiachtige toeslagstoffen. Daarvoor moet de oven heel heet worden (wat op zich al veel CO2 loost) en splitst de kalksteen een heleboel CO2 af, waardoor je ongebluste kalk krijgt of een mengsel waar ongebluste kalk in zit. Aan dat primaire proces zelf is niet wat te doen.
De cement wordt gemengd met zand en grind en eventueel andere stoffen (bijv. vliegas), en met (als het goed is) de juiste hoeveelheid water. Het water reageert heftig met de ongebluste kalk en er ontstaat een mix van calciumhydroxide (‘gebluste kalk’), vaak een flink restant ongebluste kalk (de hoeveelheid water klopte dan niet) en toeslagstoffen. Dat geheel heet beton.

Ouderwetse betonrecycling betekent lomp maalwerk en de korrels als fundering gebruiken, bijvoorbeeld voor wegen. Waarna voor nieuwe toepassingen weer geheel nieuw beton aangemaakt moet worden. Zonde van de CO2.

Koos Schenk uit Oss probeert al jaren betonrecyclingstechnieken te ontwikkelen. Zijn SmartCrusher kreeg in 2014 de Wereldprijs van de ASN-bank. Dat leverde 10 mille op voor doorontwikkeling. Het artikel in BouwWereld, waar dat in staat, geeft eigenlijk al een goed inzicht in de essentie van het idee. Zie www.bouwwereld.nl/nieuws/oud-beton-slim-hergebruiken/ .
De TU/e bewees dat het ontwerp van Schenk werkte.
Aan de basis ligt de observatie van Schenk dat er als regel in beton meer cement gebruikt wordt (of minder water toegepast) dan nodig.

De recente presentatie: PR of echt waar?
Nadien heeft Schenk partners gevonden in, of zijn uitvinding verkocht aan, twee ondernemingen, New Horizon Urban Mining en de Rutte Groep, een wegenbouwer. Die kwamen er op 5 juni 2018 op de Provada mee voor de dag, begeleid door een behoorlijk ronkende PR-campagne “Nederlandse primeur: circulair cement schudt de betonsector op” (Trouw) of “Nieuwe betonvreter is de ‘heilige graal’”(NRC – www.nrc.nl/nieuws/2018/06/05/deze-betonkneuzer-is-de-heilige-graal-in-de-bouw-a1605490 ). Het ding heet de “New Liberator”.
Ongeacht de waarde van de bewering, weet men in elk geval een pakkende naam te verzinnen.
Maar gegeven het rauwe productieproces van nieuwe cement leek het me sterk dat het echt “circulair” was. Is de circulair-claim nou waar, half waar of niet waar? Ik wilde het wel eens uitzoeken.

Half waar
Nu ben ik zeker geen betondeskundige, maar de basisbeginselen zijn niet zo moeilijk en met een wat achtergrondkennis van de chemie kom je al gauw een heel eind.

De Smart Liberator (foto Rutte Groep)

Het NRC-artikel is goed en het artikel in BouwWereld van 2014 ook.
Oude puinbrekers breken lomp. Met grof geweld maalt men alles middendoor, tot en met de kiezelstenen –  wat nergens voor nodig is. Daardoor krijg je gemengde brokken waar je eigenlijk niets anders meer mee kunt als onder wegen stoppen.
De essentie van het proces is dat de Smart Crusher echt smart crusht. Subtiel zogezegd. Hij herkauwt als het ware als een koe, om het onnavolgbare PR-proza te blijven gebruiken.
Daardoor komen het grind, het zand, de wel-uitgeharde en de niet-uitgeharde fracties er gescheiden uit. De gescheiden niet-uitgeharde cement (Freement” gedoopt) kan gewoon weer als cement gebruikt worden in toepassingen waar het niet erg kritisch komt (putten en zo) en tot 30% in constructiebeton.

Al met al vind ik, dat het woord “circulair” niet op zijn plaats is. Het proces is niet cyclisch.
Maar het proces spaart wel flink CO2, op drie manieren:

  • De ongebruikte cement wordt alsnog gebruikt en hoeft niet nieuwe gemaakt te worden. Dat spaart een deel van het CO2-uitbrakende primaire proces uit
  • De wel-uitgeharde cement moet terug het primaire proces in, maar bevat geen of weinig CO2 en daardoor komt er alleen de CO2 van de ovenbrandstof vrij
  • Het maalproces is minder lomp (men maalt niet overbodig kiezelstenen middendoor) , en dat zal wel minder energie kosten.
Het eindproduct (foto Urban Mining)

Per saldo is het oordeel dat de fraaie PR (die eigenlijk een prijs in eigen recht zou moeten krijgen) maar half waar is, maar dat de helft die waar is een grote verbetering is.

Handelsverdrag EU bedreigt volksgezondheid

Hieronder een gastopinie die Europarlementarier Anne-Marie Mineur op 29 mei 2018 in het Reformatorisch Dagblad geplaatst heeft.
Hij gaat over handelsverdragen zoals indertijd TTIP, maar nu met een anatal  Zuid-Amerikaanse landen.

–   –   –   –   –   –   –   –

Het handelsverdrag tussen de EU en een aantal Latijns-Amerikaanse landen vormt een bedreiging voor de Europese volksgezondheid. Daarom moet het verdrag per direct van tafel, betoogt Anne-Marie Mineur.

Hét symbool van het verzet tegen het TTIP-verdrag met de Verenigde Staten was de chloorkip. Het dier dankte zijn naam aan de Amerikaanse gewoonte om vlees te wassen met chloor om eventuele besmettingen te neutraliseren. De kip wekte veel ophef omdat de behandelmethode strijdig is met Europese regelgeving die de volksgezondheid beschermt. Mede vanwege het massale protest werden de onderhandelingen op een lager pitje gezet, en uiteindelijk door president Trump met veel tamtam in de koelkast gezet.

Het probleem is dat de productiewijze van veel producten buiten de Europese Unie maar moeilijk herleid kan worden: dat valt aan product vaak niet af te lezen. Het gevolg is dat slechts een klein deel aan de Europese grens herkend wordt als product dat niet aan onze strenge eisen voldoet. Daar komt bij dat lang niet alle importproducten in het lab gecontroleerd worden door instanties zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In het geval van kip is dat slechts 20 procent. Oftewel: vier van de vijf Zuid-Amerikaanse kippen belanden zonder sluitende controle op uw bord. Het afsluiten van verregaande handelsverdragen met landen waarvan we weten dat de standaarden veel lager liggen, is daarom een uitermate risicovolle praktijk.

Dat geldt bij uitstek voor het handelsverdrag met de Mercosurlanden: Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay. De voedselveiligheidsstandaarden en controles in Mercosurlanden zijn veel minder streng dan in de EU: zo is hormoonvlees toegestaan. Ook ligt het vleesschandaal in Brazilië (waarbij slachthuizen bewust onveilig vlees exporteerden) nog vers in het geheugen van de Europese consument. Daardoor ligt er een reële nieuwe vijand op de loer: de salmonellakip. Onderzoek van voedselwaakhond Foodwatch toonde recent aan dat er het afgelopen jaar honderden keren salmonella werd aangetroffen in Braziliaanse kip die in de Europese schappen belandde.

Het TTIP-paard van Troje tijdens een demonstratie in Amsterdam

Niet geloofwaardig

De Commissie heeft nu een importverbond ingesteld voor bedrijven waar recent opnieuw misstanden zijn aangetoond rondom de laboratoriumuitslagen van salmonellatests. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar daarmee is het probleem niet uit de lucht. Zo kondigde Brazilië deze week aan de handelssancties aan te vechten bij de WTO. Bovendien staat in het Mercosurverdrag dat wanneer de controlerende instanties in de Mercosurlanden eenmaal zijn erkend door de EU, de EU niet zomaar het recht heeft om bedrijven die willen exporteren aan inspectie te onderwerpen. Het is niet geloofwaardig om te denken dat de voedselinspectie in de Mercosurlanden opeens op orde is als een aantal bedrijven op een sanctielijst wordt geplaatst. Kortom, als het Mercosurverdrag doorgaat, worden de maatregelen van de Commissie mogelijk alsnog ondermijnd.

Daarnaast vormt het Mercosurverdrag een bedreiging voor het milieu en klimaat in Latijns-Amerika. De vleesproductie in de Mercosurlanden gaat gepaard met ontbossing in de tropische oerwouden van de Amazone, de Chaco en de tropische savanne de Cerrado. Omdat Mercosurlanden vlees voor een zeer competitieve prijs kunnen aanbieden, zal de productie en export van deze producten enorm toenemen, ten koste van kleinschalige boeren in deze landen die hoogwaardige kwaliteit leveren.

Het Zuid-Amerikaanse vlees is wisselgeld voor een deal die de Europese auto-industrie en financiële sector toegang geeft tot een nieuwe afzetmarkt. Extra maatregelen om de consument tegen de import van besmet rund- en kippenvlees te beschermen liggen daarmee politiek gevoelig. Daar hoeven we in dit late stadium van de onderhandelingen dan ook weinig meer van te verwachten.

De salmonellakip toont eens te meer aan dat de EU met het afsluiten van vrijhandelsverdragen bereid is de belangen van multinationals voorrang te verlenen boven die van mens, dier en milieu. We moeten geen verdragen afsluiten met landen waar de arbeids-, milieu- en dierenwelzijnnormen aantoonbaar slechter (of erger: afwezig) zijn, terwijl er wel massaal producten naar de interne markt geëxporteerd worden die een risico vormen voor de volksgezondheid. De EU doet er dan ook goed aan om de onderhandelingen over het handelsverdrag met Mercosur te staken.

De auteur is Europarlementariër voor de SP.

TTIP-manifestatie van Milieudefensie op het Catharinaplein, Eindhoven op  28 mei 2016

 

Soortoverstijgende empathie? De boerenzwaluwen

Even een inleiding
Mijn jongste zoon Hans en zijn vriendin Katja runden vroeger een restaurant in Monpazier in de Dordogne. (Zie Terug van een weekje weg ). Dat hebben ze een paar jaar met groot succes gedaan, maar het campingwezen trok hun meer en nu zijn ze beheerder van de camping RCN la Ferme du Latois. Die ligt in de westfranse Vendée, ergens halverwege Nantes en La Rochelle en iets ten zuiden van Coëx, een dikke tien kilometer van zee in een badplaatsengebied. Je kunt met de TGV tot La Roche sur Yon komen, met als voornaamste bezienswaardigheid een stenen Napoleon op een stenen paard in het park.
RCN hoort bij de Nederlandse Gereformeerde kerken, maar is commercieel sinds enige tijd Vrijgemaakt. De winst gaat naar goede doelen. Zie www.rcn.nl/nl/home .

La Ferme du Latois is een mooie, ruime camping, goed sanitair, zwembad, visvijvers, alles schoon en netjes, en ze hebben mooie huisjes en fietsverhuur. We hebben het er een week goed kunnen uithouden.
Je kunt er fatsoenlijk eten, maar als je echt goed wilt eten, moet je naar Coëx.
Aanbevolen.

De omgebouwde schuur en de zwaluwen
Het was een Ferme en dus is het bedrijfsgebouw een omgebouwde schuur met oude balken. Die heeft een soort overdekte entree met een vlieggat en de zwaluwen vinden dat fantastisch. Het vliegt af en aan en tsjilpt en kwettert en nestelt en verslindt vliegen en muggen dat het een lieve lust is.

Helaas schijten ze de boel ook onder en in een ruimte waar de receptie, het restaurant en de bar op uitkomen is dat niet zo praktisch. Onze Hans dus denken hoe de bezoekers te beschermen tegen de schijtende beschermde boerenzwaluwen waar hij verder geen hekel aan heeft.

Een plankje onder de nesten heeft geen zin, want dan gaan ze vervolgens op dat plankje nestelen en dan schijten ze vervolgens weer over de rand.

De anti-zwaluwpoep parasollen

Toen heeft hij het maar zó opgelost. Onder elk nest een parasol. Tegen zwaluwen die schijten tijdens het vliegen helpt sowieso niets, maar als ze over de nestrand schijten helpt het wel.

Het lijkt wel kunst en er is vast geen enkele camping met een dergelijke maatregel tegen zwaluwpoepbombardementen.