Is Montana Snowcenter duurzaam?

Montana Snowcenter is een onderdeel van de Kempervennen in Westerhoven, en dat valt weer onder Centerparcs. Het is een inrichting waar je het hele jaar indoor kunt skien.
In totaal zijn er zeven skihallen in Nederland.

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

Een skihal slurpt energie. Deze hal heeft per jaar 1,5 miljoen kWh nodig (5,4TJ).

De exploitant van de skihal, Theo van Lierop, stond trots in het Eindhovens Dagblad  (08 okt 2016) omdat hij 3340 zonnepanelen op zijn dak had liggen, samen volgens hem goed voor 0,80 miljoen kWh (2,9TJ) per jaar (als ik het trouwens nareken, kom ik op 0,70 miljoen kWh uit, maar goed. Moeten wel heel erg rendabele panelen zijn).
De panelen zijn aangeschaft met SDE+ subsidie

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

En nu worstel ik met de vraag of je dit geheel duurzaam moet noemen.

Midden in de zomer kunnen skien in een steeds warmer wordend land vind ik net zoiets als het WK voetbal in Quatar of het warm stoken van een horecaterras in de winter of het willen openhouden van de Eindhovense ijsbaan in juli – lichtelijk absurd. Moet je zoiets in Nederland nu willen?

3340 zonnepanelen (een halve hectare) zonnepanelen aanleggen is op zich goed. Dat meneer Van Lierop er trots op is dat zijn hal de enige van de zeven is, die zoiets heeft, en die zodoende de schade beperkt, kan ik mij ook voorstellen.

Maar ik zou het nog beter vinden als Nederland alleen skihallen had die in de wintermaanden open gingen – of helemaal geen skihallen.

Een tijd na dit artikel heb ik voor Milieudefensie een Open Brief naar Montana Snowcenter en de Kempervennen gestuurd om een warmteplan te maken voor hergebruik van de afvalwarmte. Deze kan men vinden op Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!

Medicijnenresten in het grond- en oppervlaktewater en onderzoek naar mengseleffecten

In de “Brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-1012” en in de bijbehorende bronnenanalyse is al eerder zorg uitgesproken over allerlei nieuwe stoffen in grond- en oppervlaktewater. De vracht aan bestrijdingsmiddelen daalt, maar die aan medicijnen, contrastmiddelen, weekmakers, vlamvertragers stijgt. De links naar de publicaties, waar dat in staat, zijn op deze site te vinden op www.bjmgerard.nl/?p=1608 .

Voorpagina Brede Screening Maasstroomgebied
Voorpagina Brede Screening Maasstroomgebied

Een herbicide als Roundup claimt een hoop energie van de milieubeweging en dat is in Brabant ten onrechte. Daar staat tegenover dat veel relevantere ontwikkelingen te weinig aandacht krijgen.
Recentelijk zijn er twee studies verschenen naar medicijnresten in het oppervlaktewater, een deelgebied van deze grotere groep nieuwe stoffen. De ene is van het RIVM, de andere van in Science Advances van de AAAS.
Omdat vanwege het klimaat de waterafvoer van de Maas vaker langdurig laag zal zijn, en omdat de bevolking vergrijst, zullen de concentraties in de Maas toenemen.

RIVM “Geneesmiddelen en waterkwaliteit” (okt. 2016)
Het RIVM heeft in oktober 2016 een rapport uitgebracht “Geneesmiddelen en waterkwaliteit”. Daarbij hoort een publieksbrochure. Beide zijn te vinden op www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Wetenschappelijk/Rapporten/2016/oktober/Geneesmiddelen_en_waterkwaliteit .

De mensheid gebruikt in Nederland ca 3500 ton geneesmiddelen per jaar, verdeeld over ruim 2000 aktieve stoffen. Een deel daarvan komt, al dan niet chemisch veranderd, in het riool. Het scheidingsrendement van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) voor dit soort stoffen is beperkt en varieert sterk. Uiteindelijk komt, volgens het RIVM, jaarlijks minstens ongeveer 140 ton werkzame stof in de riolering. Dat is een voorzichtige schatting.
De Nederlandse veeteelt gebruikt ca 200 ton geneesmiddelen per jaar, grotendeels antibiotica. Die komen na uitscheiding via uiteenlopende routes ook in het grond- of oppervlaktewater. Het RIVM neemt deze post niet mee in het rapport.
(Ter vergelijking: de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater is ongeveer 17 ton/jaar en van overige industriele chemicalien ongeveer 1600 ton/jaar.)

In het oppervlaktewater zit (wijd verbreid) rond de 1µgr/liter, met uitschieters naar 10 µgr/liter.
In het grondwater zitten de concentraties in de range van 0,01 – 0,1 µgr/liter.

Drinkwaterbedrijven krijgen de medicijnen niet volledig weggezuiverd, maar dringen ze meestal terug tot onder de 0,05 µgr/liter . In die concentraties zijn ze voor de mens niet gevaarlijk. Een mens kan niet zoveel water drinken dat het zoden aan de dijk zet.

De vlokreeft Gammarus
De vlokreeft Gammarus

In het waterecosysteem echter zijn de concentraties 20 tot 200 maal zo groot als in het drinkwater. Voor het waterecosysteem gelden ook maxima. De vlokreeft Gammarus bijvoorbeeld heeft last van antidepressiva.
Van de ruim 2000 actieve stoffen wordt slechts een klein deel gemonitord, en van dat kleine aantal leiden er vijf tot een normoverschrijding.
Carbamazepine is een anti-epilepticum en de andere vier zijn antibiotica.

Ecologische risicocoefficienten van geneesmiddelen in het oppervlaktewater (>1 is overschrijding)
Ecologische risicocoefficienten van geneesmiddelen in het oppervlaktewater (>1 is overschrijding)

Tot nu toe zijn de verschillende wetten rond geneesmiddelen slecht op elkaar afgestemd.

Het RIVM noemt het woord “mengseltoxiciteit”. Een combinatie van stoffen kan anders werken dan verwacht.

 

Science Advances (AAAS) over pharmaceutical pollutant mixtures
Een publicatie in Science Advances (07 sept 2016) gaat verder waar de RIVM-brochure stopt. Zie http://advances.sciencemag.org/content/2/9/e1601272.full voor de volledige tekst van het artikel. Het is mooi, Spaans onderzoek dat gebruik maakt van pas ontwikkelde techniek.

Cyanobacterie Anabaena spiroides
Cyanobacterie Anabaena spiroides

De gedachte is: neem 16 verschillende actieve stoffen, neem per stof drie relevante concentraties, belicht die met twee lichtsterktes en kijk hoe een proeforganisme daarop reageert. Dat proeforganisme is een cyanobacterie (in de volksmond ten onrechte een blauwalg geheten), die genetisch gemodificeerd is dat hij licht geeft als een vuurvliegje. Hoe meer licht, hoe meer senang het wezentje zich voelt (tot een maximum, senanger dan senang kan niet).

De lichtsterkte wordt eerst geregistreerd per afzonderlijke stof. Dat geeft een dosis-effectrelatie (eigenlijk alleen voor de drie belangrijkste stoffen). Dat ziet er ongeveer zo uit:

Dosis-effectrelatie voor drie stoffen
Dosis-effectrelatie voor drie stoffen

C10 is het antibioticum erythromycine. Als je daarvan veel in zijn kweekbakje stopt, vindt de cyanobacterie dat niet leuk.
Op deze manier is een controlegroep gemaakt.

Vervolgens maakten de onderzoekers mengsels. Met de genoemde uitgangspunten kun je heel veel mengsels maken, maar ze beperkten zich tot 180 chemische mengsels, die alle met twee lichtsterktes belicht werden. Dit schema:
gsa-qhts_fig1

Dit zou een hels pokkewerk zijn dat normaliter jaren geduurd zou hebben, maar tegenwoordig kan dat geautomatiseerd. Je hebt platen met kleine putjes erin (bijv. 192), en een robot doet daarop de verschillende bewerkingen.

QHTS-platen (zo hete de techniek officieel)
QHTS-platen (zo heet de techniek officieel)

Tot nu toe wordt het effect van een medicijnmengsel bij de zeer lage concentraties, die in het oppervlaktewater voorkomen, geschat door alles op te tellen en dan evenredig af te delen vanaf hoge doses, waar de effecten min of meer bekend zijn. Het geheel is dan gelijk aan de som der delen.
Het vermoeden bestaat al langer dat het zo niet werkt. In het Spaanse onderzoek wordt bewust de grijze zone van de zeer lage concentraties opgezocht, waar de evenredige afdeling twijfelachtig is, en wordt bewust geprobeerd interacties te laten plaatsvinden waardoor het geheel niet gelijk is aan de som der delen. Het uiteindelijke meetresultaat is dit:
gsa-qhts_fig3-plaatje_meetresultaat
Elk verticaal streepje is een van de 180 mengsels. De lengte van het streepje geeft de 95% betrouwbaarheidsgrens aan (waarvoor dus heel veel metingen gedaan moeten zijn!). De rode balk is de controlegroep, die op 1,0 gezet is (dan zou het geheel gelijk zijn aan de som der delen).

Bijna altijd wijkt het geheel af van de som der delen, en bij 67 van de 180 gebeurt dat statistisch significant (het verticale streepje schiet dan niet over de 1,0 heen).
Bij enkele mengsels doet de bacterie het een beetje beter, maar bij het overgrote deel doet de bacterie het in het mengsel slechter als wanneer de componenten ieder voor zich gewerkt zouden hebben. Anders gezegd, de gangbare methode onderschat de effecten van mengsels op de microbiologie van het oppervlaktewater (althans, op deze cyanobacterie).

De onderzoekers hebben nog geprobeerd wat er gebeurde als je mengsel 16 (waar de bacterie zich het rottigst bij voelt) in enkele varianten losliet op vrij in de natuur voorkomende micro-organismen (uit de naburige, onvervuilde LLemenárivier bij Girona. Dat leidde inderdaad tot meetbare stresseffecten van die natuurlijke bacterien. Het laboratoriumresultaat lijkt dus (op zijn minst enige) relevantie te hebben voor het echte leven.
De vier, voor de bacterie, hinderlijkste componenten bleken in deze proef het anti-epilepsiemiddel carbamazepine, de diuretica furosemide en hydrochlorothiazide, en het antibioticum erythromycine.

Monsters nemen uit de Llemenárivier en analyseren op stressfactoren
Monsters nemen uit de Llemenárivier en analyseren op stressfactoren

De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt door meer bepaald dan door alleen bestrijdingsmiddelen.

De acht werken van barmhartigheid

Ik heb niks met godsdienst of met welke bovennatuur of metafysica dan ook, maar ik heb een zwak voor deze paus. Na Churchill zijn er niet meer zoveel goede oneliners rondgestrooid.

Paus Franciscus
Paus Franciscus

Franciscus riep op tot samenwerking tegen de achteruitgang van het milieu en de verandering van het klimaat en deed daarbij een felle aanval op het consumentisme en financiële hebzucht. “God gaf ons een prachtige tuin” aldus Franciscus “maar die hebben wij veranderd in een troosteloze woestenij van afval en vuil”. Hij kan het mooi zeggen en hij heeft groot gelijk.
Het citaat komt uit een document, dat uitgebracht is op de mondiale Dag van het Gebed voor de zorg voor de Schepping. Die ws op 1 september 2016. “Economie en politiek, cultuur en maatschappij moeten niet gedomineerd worden door alleen maar op de korte termijn te denken en door onmiddellijke financiele of electorale overwegingen.” Het miljard rooms-katholieken op aarde moet een groene agenda gaan omhelzen, hoe klein de mogelijkheden ook zijn.
In het Evangelie staan zes werken van barmhartigheid:

  De hongerigen spijzen

  De dorstigen laven

  De naakten kleden

  De vreemdelingen herbergen

  De zieken verzorgen

  De gevangenen bezoeken

Paus Innocentius III voegde daar in 1207 aan toe “De doden begraven”, hetgeen ten tijde van de pestepidemieën inderdaad geen vanzelfsprekende zaak was.

Die werken werden een begrip. Er is zelfs een suske en Wiske op gebaseerd (De zeven snaren).

Blijkbaar is een paus gerechtigd om werken van barmhartigheid aan de lijst toe te voegen en Franciscus heeft dat gedaan door de zorg voor de omgeving tot achtste uit te roepen.

Groen geworden kerkgebouw
Groen geworden kerkgebouw

Franciscus begint gehoor te krijgen bij zijn kerkvolk.
The Guardian van diezelfde 1 september had een verhaal over dat inmiddels 3500 kerken in het Verenigd Koninkrijk hun elektriciteit uit hernieuwbare bron gaan halen of al gehaald hebben, waarvan 2000 katholieke en de rest van het Leger des Heils en de Quakers (die procentueel al verder zijn). Er zijn 50.000 christelijke kerken in het UK.
Het is niet altijd eenvoudig, want het kost geld, het zijn soms monumenten en het vreet warmte om een kerk warm te stoken, maar toch. Desnoods groene inkoop.

Het zou goed zijn als bij de kerken in Nederland ook een dergelijke beweging op gang kwam. Ik heb nog nooit een kerk of een moskee met zonnepanelen gezien.

 

Plaatjes van de Philae en de Rosetta – update

Zoals gepland, is de Rosetta op 30 sept 2016 neergestort. De machine bleef tot zijn finale stervensmoment foto’s maken. Dit is de laatste:

Rosetta's last image of comet 67P/Churyumov–Gerasimenko, at an altitude of around 20 metres above the surface. The image is 0.96 metres across
Rosetta’s last image of comet 67P/Churyumov–Gerasimenko, at an altitude of around 20 metres above the surface. The image is 0.96 metres across

——————–

De Rosetta-missie van de ESA (European Space Agency) naar de komeet 67P/Tsoerjoemov-Gerasimenko vertrok op 2 maart 2004. Na 10 jaar door ons planetenstelsel gedwaald te hebben kwam de Rosetta in augustus 2014 in een baan rond de komeet, een stuk ruimterots dat een beetje op een misvormde aardappel lijkt. Daar draait hij nog steeds rond op zo’n 200 km hoogte. In september 2016 laat men hem te pletter storten.

De dwaaltocht van de Rosetta
De dwaaltocht van de Rosetta

De Rosetta heeft op 12 november 2014 een lander op de komeet neergelaten, de Philae. Die landing ging niet helemaal goed. Hij had op zijn eerste touchdown (TD1) moeten blijven staan door ingebouwde dempingsmechanismes, maar die hebben niet goed gewerkt. Daardoor kwam hij in een soort zweefstuit, waarbij hij onderweg ook nog eens een kraterrand schampte. Na de derde landing stond hij stil.

Opname door de CIVA-camera aan boord van de Philae
Opname door de CIVA-camera aan boord van de Philae

Het wetenschappelijke tijdschrift Science publiceerde op 27 juli 2015 een themanummer over de mechanische kenmerken van de landing van de Philae en van het oppervlak van de komeet. Die publicatie is de actualiteit voor plaatsing op deze website. Voor wie toegang heeft tot Science: http://www.sciencemag.org/content/349/6247/aaa9816.full .
Op 13 augustus 2015 was de komeet (met aanhang) in zijn perihelion (het baanpunt dat het dichtste bij de zon ligt).

Komeet op 14 juli 2015 vanuit de Rosetta
Komeet op 14 juli 2015 vanuit de Rosetta

Elk nadeel heeft zijn voordeel en twee keer stuiten ook, want nu is er ervaring op drie plekken op de komeet. De komeet blijkt onverwacht hard, maar op TD1 ligt op die harde laag een zachtere, korrelige laag van een paar decimeter dik. De Philae kwam neer met een kinetische energie van 49,5J, waarvan minstens de helft in het gruis achterbleef en een deel in de dempingsmechanismes van de Philae, die uiteindelijk met ca 5,0J energie weer omhoog stuitte.

Ik ben ook diep onder de indruk van de precisie. Uiteindelijk landde de Philae (robotisch, vanwege een afstand van grofweg 800 miljoen km tot de aarde) bij TD1 op 112 m en 51 sec t.o.v. de beoogde plaats en tijd en nagenoeg loodrecht ten opzichte de gemiddelde aardappelvorm, waarbij het oppervlak op locatie 11,5 graad helde.

Ik hecht grote politieke waarde aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en ik vind het persoonlijk ook erg interessant. Daarnaast heeft het een aantal mooie plaatjes opgeleverd, waarvan ik er hier graag een paar laat zien. Ze komen van http://www.esa.int/Our_Activities/Space_Science/Rosetta .

Close-up van de komeet
Close-up van de komeet

Ook Wikipedia geeft goed informatie (zie https://en.wikipedia.org/wiki/Rosetta_%28spacecraft%29 ). De ruimte ontbreekt in deze kolommen om uitvoerig op informatie in te gaan.

Alleen iets over de zonnepanelen van de Rosetta. Op 800 miljoen km van de zon levert die 48W/m2. De Rosetta heeft 64m2, dus vangt hij 3044W. Dat leidt tot een intern vermogen van 400W, dus het rendement van de panelen is 13%. Er bestaan hogere rendementen, maar de vraag is of die bruikbaar zijn voor een dergelijk type reis.

Tussenuitspraak Raad van State over Marcogas

De gemeente Gemert-Bakel heeft toegestaan dat in het open veld, grenzend aan een bos en tamelijk dicht bij een wijk met woningen en maatschappelijke voorzieningen, een inrichting ontstaan is die grote
hoeveelheden propaan, butaan en andere industriele gassen op- en overslaat. Deze inrichting is al zo groot dat het een BRZO-inrichting is (Besluit Rampen en Zware Ongevallen), en wil fors uitbreiden. Er mag dan 180 ton gas liggen, onder andere in twee ondergrondse propaantanks.
Dit alles tot diep verdriet van omwonenden.

Ruimtegebruik rond Marcogas in Bakel
Ruimtegebruik rond Marcogas in Bakel

Het ruimtelijke traject (bestemmingsplan) is al doorlopen. Bij de start van de procedure in januari 2010 was de gemeente nog bevoegd gezag. Omdat dat doorloopt, is zij dat in deze procedure nog steeds.
In mei 2015 heeft het College van B&W van Gemert de milieuvergunning afgegeven. Daartegen zijn een aantal omwonenden bij de Raad van State in Beroep gegaan. Die procedure loopt nu.

Daarin heet de Raad van State op 14 september 2016 een tussenuitspraak gedaan. De Raad vindt dat de gemeente Gemert-Bakel op zes punten haar huiswerk niet goed genoeg gedaan heeft (en op veel meer punten overigens wel). Omdat de gebreken niet a priori onoplosbaar lijken, heeft de Raad de gemeente 12 weken de tijd gegeven het huiswerk alsnog te doen.

Een bord met maatschappelijke instellingen pal naast de ingang
Een bord met maatschappelijke instellingen pal naast de ingang

Twee van de zes punten hebben betrekking op hetzelfde, namelijk dat er in de verleende vergunning geen rekening is gehouden met evenementen. Daarvan zijn er twaalf per jaar en die kunnen tot 1000 mensen bezoek trekken, vaak kinderen. Het terrein heeft echter niet de officiele status ‘evenementenlocatie’ en daarom had de gemeente de evenementen niet meegenomen.  Vanwege die omissie, vindt de Raad, klopt de berekening van het z.g. ‘groepsrisico’ niet.
Bij twee andere punten gaat het om technische gebreken (op één punt ’s nachts mogelijk teveel herrie en het niet afdoende geformuleerd zijn van de bliksemafleiding), die oplosbaar lijken.
Een punt betreft een administratief manco.
Het laatste punt is de constatering dat volgens de Nederlandse wet geen MER-procedure nodig is, maar dat er Europese jurisprudentie ligt waardoor er mogelijk vanwege Brussel wel zo’n procedure nodig is.
De gemeente moet op deze zes punten dus een bevredigend antwoord geven.

Ik acht het niet uitgesloten dat dat kan. Terecht zegt een van de advocaten van de buurt dat ‘het nog alle kanten op kan’ .
De eisen, waaraan een groepsrisico moet voldoen, zijn zo ruim geformuleerd dat ze slechts zelden beperkend werken. Drie andere punten
lijken eenvoudig.
Het enige, dat mogelijk nog roet in het eten kan gooien, is als uit de Europese jurisprudentie blijkt dat toch een MER nodig is. Dan treedt er een flinke vertraging op, want die moet nog gemaakt worden.

(de huidige inrichting, door mij gefotografeerd vanuit het onmiddellijk aangrenzende bos)
(de huidige inrichting, door mij gefotografeerd vanuit het onmiddellijk aangrenzende bos)

Ik ben sceptisch over de kansen, die de buurt heeft om deze strijd te winnen. Dat neemt niet weg dat ik vind dat ze groot gelijk hebben.
Alleen, het grote probleem is dat de gemeente Gemert-Bakel achterlijke ruimtelijke ordening bedreven heeft. Je moet een gaatje in je hoofd hebben om in deze woon- en voorzieningenomgeving, aan een bosrand (waar al eens een bosbrand aangestoken is), met smalle weggetjes, een BRZO-onderneming met vloeibaar gas en af- en aanrijdende vrachtauto’s  toe te staan. Een BRZO-onderneming hoort op een daartoe geoutilleerd bedrijventerrein te staan. Maar, het eerste is niet verboden en het tweede is niet verplicht. En inmiddels is het ruimtelijke traject definitief doorlopen.
Nu wordt geprobeerd om voor een gevaarlijke ontwikkeling op een achterlijke locatie een niet-achterlijke milieuvergunning te schrijven. De kans dat dat gaat lukken lijkt me reëel aanwezig. Ik heb er gemengde gevoelens over.
Geen milieuvergunning betekent voortzetting van de bestaande situatie die ook niet ideaal is, wel een milieuvergunning betekent een forse uitbreiding bij mogelijk een modernere inrichting.

Het lijkt mij de kogel of de strop.

Zie verder MarcoGas: een BRZO-bedrijf in een Bakels weiland  en  Bosbrand in bos naast Marco Gas – update 09 febr 2016

Vergunning Thermische Reiniger Jansen Recycling ter inzage

De Provincie Noord-Brabant heeft op 30 september 2016 besloten de WABO-ontwerpbeschikking ten behoeve van de oprichting van de thermische TAG-reiniger door Jansen Recycling op het Sonse industrieterrein Ekkersrijt ter inzage te leggen. Van 3 oktober t/m 14 november kan men de stukken doorlezen in het gemeentehuis van Son en Breugel.

Ruimtelijke ordening in het verleden misgelopen

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)
Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)

Het probleem is ooit in de wereld geholpen doordat de gemeente Son een gezoneerd bedrijventerrein t.b.v. recyclingbedrijven bestemd heeft naast een door zandwinning ontstane kuil, die later tot een (inmiddels druk bezocht) recreatiegebied Aquabest omgevormd is.
Het recreatiegebied ligt in de gemeente Best en de gemeentegrens tussen Son en Best moet dus ongeveer tussen de bomen langs de oever lopen.
Deze layout leidt onvermijdelijk tot een spanningsveld tussen de exploitant Van Pelt  van Aquabest enerzijds en de exploitant van het recyclingbedrijf, Jansen Recycling, anderzijds (Jansen Recycling is een werkmaatschappij van de holding A.Jansen BV).

Daarnaast houdt de op 700m afstand gelegen woonwijk Achtse Barrier de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Juridische wirwar
Het spanningsveld heeft geleid tot een wirwar aan juridische procedures, die hier niet volledig uit te leggen is. Ik verwijs naar eerdere artikelen op deze site.

De steen des aanstoots is de grijze berg midden op de foto. Dat is TAG (Teerhoudend Asfalt Granulaat). Dat is verbrokkeld oud asfalt uit de tijd dat daarvoor nog koolteer gebruikt werd. Dat staat stijf van de PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). Die kunnen behoorlijk kankerverwekkend zijn als ze vrijkomen – wat echter niet makkelijk gebeurt.
Het materiaal komt naar boven als oude wegen gerenoveerd worden.
Jansen Recycling heeft inmiddels 600.000 ton TAG in ontvangst genomen, die met zo’n €32 per ton subsidie door wegbeheerders ter vernietiging aangeboden zijn. aangeboden zijn.

Alleen had Jansen Recycling daar geen apparaat voor, een thermische vernietiger (= in praktijk verbranden). En heeft die nog steeds niet. Er is voor dat doel een tweedehands grondreiniger aangeschaft in Engeland, maar die ligt nog, deels gedemonteerd, op het terrein. Wel aanvoer en geen verwerking leidt noodzakelijk tot een steeds grotere berg en die werd na drie jaar (en dat is al lang geleden) geruisloos van ‘werkvoorraad’ (wat wel mag) tot ‘stort’ (wat daar niet mag). Maar het bevoegd gezag, de provincie, deed al die tijd niks. Nu is de berg te hoog en voldoet deze niet aan de afvalvoorschriften.

De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) - over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen
De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) – over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen

De zaak ging rollen toen Jansen Recycling een revisievergunning voor het hele terrein aanvroeg, inclusief de berg (het eerste spoor). Van Pelt, niet ten onrechte, boos want de berg kwam boven de bomen uit en zou zijn zwemvijver kunnen gaan vervuilen. Een hoop gedoe, de berg moest lager en moest uiteindelijk in zijn geheel worden afgevoerd. Of toch weer niet? De Rechtbank en de Raad van State waren er druk mee. Het is mij nog steeds niet duidelijk.
Wel duidelijk dat Jansen Recycling op Ekkersrijt geen nieuw TAG meer mag innemen.

Ondertussen had Jansen Recycling in nov. 2014 (vele jaren later dan het begin van de inzameling) een aparte vergunningsaanvraag  (inclusief MER) ingediend voor de thermische vernietiger – het tweede spoor. Het College van GS had die terzijde gelegd omdat er op het eerste spoor zoveel juridisch gedoe was. (Het ED-artikel van 30 sept zegt ten onrechte dat de Rechtbank en de Raad van State al een uitspraak gedaan hebben over de thermische vernietiger).
Nu de achterhoedegevechten op het eerste spoor voorbij lijken te zijn, komt de trein op het tweede spoor ook weer op gang. Het College van GS heeft de vergunningaanvraag uit 2014 in behandeling genomen en een ontwerpbeschikking ter inzage gelegd.

Mijn positie
Mijn positie is tweevoudig.

Als politiek persoon deel ik het SP-standpunt dat TAG (dat voor een belangrijk deel chemisch afval is), niet geëxporteerd moet worden, maar in Nederland vernietigd. Anders komt het weer in het milieu. Omdat het heel wat autokilometers bespaart, is het een voordeel als de verwerking in ZO Brabant plaatsvindt, maar dat voordeel is niet oneindig groot. Er zijn elders in Nederland ook inrichtingen.
Als adviseur van het Leefbaarheidsteam in de Achtse Barrier wil ik, dat het TAG geen problemen in de wijk gaat maken.
De twee posities zijn niet strijdig, omdat ik inschat dat de wijk minder te vrezen heeft van een oordeelkundige bewerking dan van een eindeloze opslag die tot stuiven of lekken zou kunnen gaan leiden. Ook de tienduizenden vrachtauto’s, die met veel stuivend gegraaf gevuld zouden moeten worden als het materiaal inderdaad naar elders zou moeten worden afgevoerd, lijken mij niet in het belang van de omwonenden.

Ik kan mij het ongenoegen van Van Pelt overigens goed voorstellen. Geen enkel scenario is in zijn belang.

Maar in voorgaande zin zitten impliciet twee aannames verwerkt:
a)  dat er überhaupt een bewerking komt
b)  dat die oordeelkundig is

Ad a): Jansen Recycling traineert de voortgang al vele jaren. Er moet inmiddels voor ca 15 a 20 miljoen aan subsidie geïncasseerd zijn, tot nu toe zonder enige tegenprestatie. Het lijkt er soms op dat Jansen Recycling er niet zoveel bezwaar tegen heeft dat deze toestand nog geruime tijd voortduurt. Wie er dirty thoughts in een dirty mind op los laat, zou zich zelfs kunnen voorstellen dat een faillissement aantrekkelijker is dan de tegenprestatie. Na welk faillissement er 15 a 20 miljoen overheidsgeld zoek zou zijn, en er alsnog op overheidskosten 600.000 ton chemisch afval naar de Moerdijk gebracht moet worden.

Ad b):  of de bewerking op papier oordeelkundig is, moet blijken uit de tekst van de aanvraag. De Commissie MER ziet in een advies dd januari 2016 geen grote problemen. Er zijn wat duurzaamheidsvragen (biomassabijstook en rookgasrecirculatie) en de installatie kan over de grens van het ETS heen schieten (het Emission Trade System van de EU). Men denkt dat het vermogen in praktijk 18MW thermisch zal zijn, terwijl de ETS-grens op 20MWth ligt.
Ik ga in elk geval proberen om de ontwerp-vergunning zelf ook in te zien.
Of de bewerking in praktijk ook oordeelkundig is, moet blijken. Jansen Recycling had problemen met de BIBOP-procedure en “geniet” een redelijk straf handhavingsregime.

Het is zeer wel denkbaar dat dit verhaal nog niet afgelopen is. Waak-
zaamheid blijft geboden.

Zie Provincie gaf Jansen Recycling ten onrechte omgevingsvergunning voor TAG -update   en het TAG voor de rechter

Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden

Het rapport “De mainports voorbij”
De  Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) heeft op verzoek van het kabinet geanalyseerd of ‘de toekomstige positie van de Nederlandse mainports, mede bezien vanuit mondiale ontwikkelingen, om ander beleid vraagt.” Het resultaat kwam op 1 juli 2016 beschikbaar.

Die ‘mainports’ Schiphol en de Rotterdamse haven blijken niet zulke economische motoren als door anderen en henzelf luidkeels beweerd. Zakelijk beschouwd valt het tegen wat deze  instellingen aan de nationale economie toevoegen. Ze springen er niet meer overtuigend uit. Ze zijn ‘gewoon’ en niet ‘super’.
Het belang van de Rotterdamse haven, bezien als percentage van het BBP, daalt en van Schiphol neemt het niet toe. Rotterdam is vooral een bulkdoorvoerhaven geworden. Schiphol verdient meer aan winkels en  parkeren dan aan de luchthaventarieven en wijkt zodoende niet wezenlijk af van bijvoorbeeld het Centraal Station van Utrecht en Amsterdam.
Dus beter stoppen met een apart mainportbeleid, aldus de RLI, en dat vervangen door een gewoon beleid. En het geld inzetten op wat er wel bovengemiddeld groeit, zoals bijvoorbeeld Brainport en de Amsterdam Internet Exchange.

Een en ander leidt tot weinig originele aanbevelingen als “Beschouw de digitale infrastructuur als een belangrijke basisvoorwaarde voor  het vestigingsbeleid” en “Stel een strategie Vestigingsklimaat 2040 op”.

Zo begon het rapport.
mainport voorbij_voorpagina

De reacties
010 en 020 reageerden als door een wesp gestoken.

In Brainport ging de boodschap erin als Gods woord in een ouderling en diverse hoogwaardigheids-bekleders  stortten zich al enthousiast op de huid van de nog niet geschoten beer. Voorbarig, bijvoorbeeld omdat het kabinet nog geen standpunt ingenomen heeft over het RLI-advies.
(Let wel: de RLI-beer is een andere beer dan die welke ex-burgemeester Van Gijzel geschoten heeft op de jachtvelden van het Gemeentefonds).

Maar de RLI zei nog meer
De RLI uit wezenlijke kritiek op vier thema’s, geformuleerd voor Schiphol, maar evenzo relevant voor het Eindhovense vliegveld: de ruimtelijke inbedding, de zachte vestigingsfactoren, de decarbonisatie van het vliegen, en de grenzen aan de groei.

De RLI vindt de ruimtelijke inbedding van Schiphol maar ten dele ge-
slaagd “de discussies over de geluidsoverlast en de woningbouw in de
buurt van Schiphol spelen al decennia lang
”.
Zo ook rond vliegveld Eindhoven. In de 20Ke-trog (een veel gebruikte maat voor de gemiddelde geluidshinder) mag geen nieuwe woningbouw meer komen, maar in die nog steeds groeiende trog ligt inmiddels wel heel erg veel bestaande woningbouw.

Geluidscontour civiel+militair Luchthavenbesluit 2013
Geluidscontour civiel+militair Luchthavenbesluit 2013

Zachte vestigingsplaatsfactoren spelen een steeds belangrijker rol” waaronder een “veilige, gezonde, diverse en plezierige leefomgeving” aldus de RLI. En “In veel studies en strategieën voor het vestigingsklimaat blijkt de kwaliteit van landschap en leefomgeving onderbelicht.”
Ook onze regio heeft die problemen, naast geluid bijvoorbeeld ook het ultrafijn stof en de versnippering van het landschap.

Ultrafijn stof-verdeling rond het vliegveld, 2020, alleen civiel
Ultrafijn stof-verdeling rond het vliegveld, 2020, alleen civiel

De RLI heeft eerder geadviseerd om “het nationale doel voor vermindering van broeikasgasemissie met 80 tot 95% in 2050 wettelijk vast te leggen”. De ‘Decarbonisatie van Schiphol’ is dan ook ‘een grote transitie’. Maar de luchtvaart groeit nog steeds explosief en afspraken daartegen stellen niets voor.
Eindhoven Airport verbruikt jaarlijks ongeveer 8PJ en dat wordt steeds meer. Ter vergelijking: heel Eindhoven verbruikt (zonder Airport) ca 20PJ per jaar en dat zal gaan dalen.

CO2-emissies van vliegtuigen door de jaren heen
CO2-emissies van vliegtuigen door de jaren heen

Gezien het ruimte- en milieubeslag van Schiphol en de Rotterdamse haven komt de vraag op of er een kritische massa in omvang bestaat … om de nationale doelstellingen te blijven realiseren, zonder dat dit een maximaal mogelijke groei .. inhoudt. … Volumegroei kan interessant zijn voor een bedrijf, maar hoeft dat niet te zijn voor de economie of de samenleving als geheel omdat beide havens ook een grote weerslag op hun omgeving hebben door hun directe en indirecte ruimte- en milieubeslag” aldus de RLI. En:“Zolang de kritische massa … wordt gerealiseerd, kunnen veel van de economische functies gewaarborgd blijven met meer ruimte voor afweging van andere maatschappelijke belangen.
Diezelfde vraag kan gesteld worden aan Eindhoven Airport en zijn aandeelhouders (Schiphol, Eindhoven en de provincie):  wat is de toegevoegde waarde van nog verder groeien? Maken extra vluchten de Brainportregio nog aantrekkelijker als vestigingslocatie, of schaden ze het vestigingsklimaat juist?

Misschien kunnen ze bij Brainport, als ze klaar zijn met hun berenhuid, ook eens aandacht gaan schenken aan wat er nog meer in het RLI-advies staat.
———-

(Op mijn site heeft een eerder artikel met een vergelijkbare inhoud gestaan. Na deze eerste versie hebben zich enkele, niet erg zwaarwegende, ontwikkelingen voorgedaan, die ik in een tweede versie heb meegenomen. Deze tweede versie heb ik als gastopinie aangeboden aan het Eindhovens Dagblad, dat het op 29 september 2016 geplaatst heeft. 
Hierboven staat de versie van het ED, aangevuld met wat extra plaatjes en layout. De eerste versie heb ik weggehaald.)

Meegewerkt aan Nationaal Zorgfonds

Ik heb tijdens de Ouderenbeurs, op 20 september, meegeholpen om
steunbetuigingen te verzamelen onder de actie nationaal Zorgfonds, waartoe het initiatief genomen is door de Socialistische Partij (SP).

In actie voor het Nationaal zorgfonds op de Ouderenbeurs 2016
In actie voor het Nationaal zorgfonds op de Ouderenbeurs 2016

Ik heb vijfeneenhalf uur netto staan werken, waarna stijve pootjes. Maar met onze ploeg hadden we er zo’n 600 opgehaald, waarvan ik zo’n 60 . Dat was heel goed.

Het Nationaal Zorgfonds moet een basisverzekering worden voor iedereen (publiek gefinancierd, voor iedereen, landsbreed). Ten opzichte van de huidige situatie, een oligopolie van nog geen handvol grote verzekeraars die ieder voor zich promotieactiviteiten opzetten, moet dat financiele winst bieden. Ook moet er bespaard kunnen worden op de gigantische bureaucratiekosten.
De krant van de actie noemt een besparing van €1500 miljoen aan apparaat- en reclamekosten nok de zorgverzekeraars, 750 miljoen uit de woekerwinsten van de farmaceutische industrie, en 1300 miljoen uit het schrappen van bureaucratie. In ruil daarvoor zou het eigen risico afgeschaft kunnen worden.

Meer gegevens over de actie op https://nationaalzorgfonds.nl/ .

steun-aan-nationaal-zorgfonds

Lezing over TTIP in Studium Generale van de TUE

Het Studium Generale van de TU/e besteedde op 28 sept 2016 aandacht aan TTIP. Dat trok ongedacht veel publiek: de Blauwe Zaal zat met ruim 200 mensen bijna vol.

De twee inleiders kwamen van het Platform Authentieke Journalistiek (zie http://authentiekejournalistiek.org/team/ ).

Jilles Mast

Jilles Mast heeft Culturele Antropologie gestudeerd in Utrecht en sindsdien veel wetenschappelijk onderzoekswerk gedaan in Latijns Amerika met politieke raakvlakken.

TTIP en het Canadese broertje CETA zijn niet zozeer handelsverdragen, legde hij uit, het gaat in feite om Investors Rights. Als Apple zijn apparaten in China laat maken, is dat proces niet zozeer handel als wel investering. Het heeft mede te maken met het steeds meer internationaal uitgesmeerde productieproces.
Mast schetste een aantal praktijkvoorbeelden van hoe het ISDS (het Investor State Dispute Settlement) werkt. Het is een parallel rechtssysteem dat eenzijdig ten gunste van de multinationals werkt. De kritiek dat dit allerlei standaarden kan aantasten, en een bedreiging is voor de democratie zelf, deelde hij.
De ‘light-versie’ ICS, die de EU gemaakt heeft en die men in CETA wil vastleggen, verschilt niet wezenlijk van ISDS.
De kosten-baten analyse van TTIP is omstreden. Voorstanders zien vooral voordelen (niet heel groot en op de lange termijn), tegenstanders zien vooral nadelen. De modellen zijn technisch en erg ingewikkeld en hebben allerlei knoppen, toeters en bellen.

Nog erg onbekend, maar mogelijk het bedreigendst van alle, is het Trade in services Agreement TiSA). Dat gaat erover dat alle diensten vermarkt moeten worden. Iets is alleen geen dienst als het puur overheid is en niet winstgericht. In praktijk betekent dat bij ons niet veel meer dan de politie en justitie. Bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en het welzijnswerk zijn in Nederland zelfstandige rechtspersonen en dus niet puur overheid.
sophia-beunder
Sophia Beunder is BSc biologie en culturele antropologie in Utrecht, en heeft haar master Internationaal Land- en Waterbeheer gedaan in Wageningen en doet op dit gebied onderzoek met politieke raakvlakken.

Bij de Studium Generale – bijeenkomst deed ze TTIP en de geopolitiek. De “global South” ligt in de WTO al decennia overhoop met de rijke landen. Die laatste willen dat de eerste hun markten openstellen, waardoor de (soms zwaar gesubsidieerde) producten in die arme landen gedumpt kunnen worden ten nadele van de inheemse landbouw. En anders geen investeringen.
TTIP is een soort bekroning van dit proces. Het moet als het ware een soort ‘gouden standaard’ worden hoe handelsbetrekkingen er uit horen te zien. In feite dus een soort imperialistisch kolonialisme in een moderne vermomming.

Beunder had in dit verband twee interessante citaten.
Ze voerde Hillary Clinton op, die TTIP de “economische NATO” noemde. Dat was in 2012, toen ze minister van Buitenlandse Zaken was.
Ook voerde ze onze eigen Frans Timmermans op met “When you have TTIP in place, i twill change the nature of the game globally. Because then the US and Europe will set the rules of the game, and the others will follow suit, including China, Japan and others”. Dat zei jij op 1 mei 2014 op John Hopkins University (zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2014/05/08/speech-by-minister-of-foreign-affairs-frans-timmermans-on-the-future-of-transatlantic-relations  ). Oftewel, geopolitiek tegen de BRIC-landen.

De praktijk van de “Westerse waarden” overtuigde haar niet. Westerse mijnbouwondernemingen gedragen zich in Afrika bijvoorbeeld niet beter dan Chinese, en ook Shell in Nigeria en het gifschip, de Probo Koala, zijn geen verheffende praktijkvoorbeelden.

De Probo Koala (2006)
De Probo Koala (2006)

Het Platform Authentieke Journalistiek heeft veel publicaties over het onderwerp op zijn naam staan. Die kan men vinden op  http://authentiekejournalistiek.org/publicaties/  onder de titel “Feiten en fabels – 10 claims over TTIP”.

Een informatieve website, die alle ISDS-claims geeft tot 2014, is te vinden op http://teamdata.oneworld.nl/projects/isds/bewegingskaart-claimants/ .

 

Zie verder op deze site diverse artikelen over TTIP, waaronder

India zegt 57 handelsverdragen op

TTIP leidt tot een parallel rechtssysteem voor grote bedrijven

Sterke prijsdaling van zonnestroom

De digitale nieuwsbrief van Duurzaam Bedrijfsleven publiceerde vandaag deze grafiek van de kostprijs van zonnestroom in zeer recente tijden. Momenteel is €1 = $1,12 .

Prijsverloop zonnestroom in $/kWh voor gunstige locaties (DuBedr 21sept2016)
Prijsverloop zonnestroom in $/kWh voor gunstige locaties (DuBedr 21sept2016)

De daling is zonder meer spectaculair.

Er moet bij gezegd worden dat niet duidelijk is welke kengetallen aan de tenders ten grondslag liggen (afschrijvingstermijn, rente, schaalgrootte etc), zelfs niet of deze kengetallen dezelfde zijn voor alle locaties in de grafiek

Er moet ook bij gezegd worden dat deze prijzen gehaald worden op zeer gunstige locaties. Dat is van groot belang. Zie

Schatting toekomstige kosten in $/kWh van ITRPV
Schatting toekomstige kosten in $/kWh van ITRPV

Ook de branche-organisatie ITRPV voorspelt een daling, maar specificeert die naar verschillende instralingsregimes, met als kengetal hoe-
veel kWh in praktijk jaarlijks opgebracht wordt door 1 kWp. In Nederland is dat ongeveer 875 kWh/kWp, in Abu Dhabi ergens rond de 1600 a 1700 kWh/kWp . Nederland zit dus iets boven de blauwe lijn, Abu Dhabi halverwege de groene en de gele. Dat scheelt nogal.

Dat neemt niet weg dat de trend, na het in rekening brengen van de nodige korrels zout en de verschillen in opbrengst per kWp, hoopgevend is.

De SDE+ regeling 2016 berekent als gunstigste prijs in Nederland 9,0 cent/kWh, maar zit meestal hoger.
De jaargemiddelde groothandelsprijs voor elektrische energie in West-Europa zit momenteel rond de 4 cent/kWh.
Vroeg of laat schiet zal dus de kostprijs voor zonnestroom onder de opbrengstprijs schieten en zal subsidie overbodig worden.