Milieudefensie Eindhoven dient zienswijze in over PFAS-vergunning CFS Weert

Wat is CFS?
Renewi  CFS BV (het bedrijf is onderdeel van de grote commerciële afvalverwerker Renewi) is een inrichting die allerlei soorten industrieel afvalwater bewerkt. Zie https://www.cfsweert.nl/ . Het bedrijf is gevestigd aan de Wetering in Weert.
CFS staat voor Chemisch Fysisch Scheiden.

(foto van Google Street View)

Het afvalwater dat na behandeling overblijft gaat het riool in, komt zodoende in de RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) van het Waterschap Limburg, daarna in de Zuidwillemsvaart en daarna bij Den Bosch in de Maas. Omdat de Zuidwillemsvaart door Helmond stroomt, is het een aandachtspunt voor Milieudefensie Eindhoven, welke club feitelijk regionaal werkt.

In 2023 nam CFS bijna 60.000 ton afval  in, waarvan uiteindelijk ca 90% het riool in ging (grotendeels water). De rest werd in bewerkte toestand afgevoerd naar elders.

Zolang de industriële bedrijfsprocessen bestaan waar dit soort afvalwater vrijkomt, moeten er inrichtingen zijn die de schadelijkheid ervan zover mogelijk terugdringen. Relatief het beste gebeurt dat in gespecialiseerde bedrijven die betrouwbaar zijn en kennis van zaken hebben. Er zijn weinig of geen objectieve aanwijzingen dat CFS daar niet aan voldoet. Naar eigen zeggen (op de website) voldoet het bedrijf aan alle Nederlandse en Europese normen. Een bezoek door de inspectie BRZO+ dd mei 2024, waarin drie aspecten van het functioneren van het bedrijf bekeken werden, leverde geen schokkende misstanden op, maar alleen wat kleinere aandachtspunten. Ook moederbedrijf Renewi wordt niet door een track record aan schandalen achtervolgd.

( uit H2O )

CFS en PFAS
CFS heeft in januari 2022 bij de provincie Limburg (bevoegd gezag) een aanvraag ingediend om GenX, PFOS en PFOA en andere PFAS-stoffen in het riool te mogen laten stromen, en  ook toe te staan dat industrieel afval, met daarin deze stoffen, aangenomen kan worden. Feitelijk werden die PFAS-stoffen al enkele decennia aangenomen, want het kan niet anders dan dat het soort afval dat CFS inneemt, soms PFAS bevat. ‘Sommige bedrijven die ons afvalwater aanbieden, weten dat de PFAS aanbieden. Andere ondernemingen zijn zich daar niet eens van bewust” aldus CFS-directeur milieu & kwaliteit De Jong in de NRC van 26 aug 2025 ( onbegrip-over-voornemen-om-afvalverwerker-pfas-te-laten-lozen-in-weert ) . Dat kan malafide zijn, maar ook bona fide omdat diffuse PFAS-verontreiniging wijd verbreid is.

De eerste aanvraag leidde tot zoveel kritiek dat hij aangehouden is, en dat CFS dd nov 2024 aanvullende informatie ingediend heeft die, naar de mening van de provincie, zoveel invloed had dat een nieuwe vergunning gepaster leek. Die is op 14 juli 2025 in concept verleend. Daarop konden zienswijzen ingediend worden en van die mogelijkheid is druk  gebruik gemaakt Ook dus door Milieudefensie Eindhoven.

De ontwerp-vergunning is te  vinden op ontwerpbesluit GS Limburg_OMgevingsvergunning CFS Weert .
De definitieve zienswijze van de gemeente Weert, die zich grote zorgen maakt over zijn riolering, is te vinden op https://gemeenteraad.weert.nl/Documenten/Definitieve-zienswijze-n-ontwerp-besluit-CFS-BV-geanonimiseerd.pdf . Als bijlage is de zienswijze van de GGD, van het Waterschap en van de ILT meegeleverd.

CFS heeft de PFAS-stoffen niet zelf geproduceerd. Ze komen binnen met het geaccepteerde afval. Vanaf dat moment is het afval de verantwoordelijkheid van CFS BV.

Het bij de acceptatie geldende protocol vertrouwt in eerste instantie op de beweringen van aanleverende klanten en eerdere ervaringen met die klanten. Het ILT vindt deze procedure te fraudegevoelig, en ik ook.
Vervolgens worden er op de aangeleverde afvalporties de gebruikelijke fysische en chemische scheidingsmethodes losgelaten die de basis van het bedrijf zijn (bezinken, zeven, persen, neutraliseren en zo). Dat resulteert in een voorraad smurrie die geëxporteerd wordt naar een echte vernietiger (bijvoorbeeld een vuilverbrander), en in een heleboel effluent-water. Dat wordt door CFS weekgemiddeld bemonsterd. Als een portie afval volgens de aanleverende klant zelf PFAS bevat, of als die portie PFAS-verdacht is, laat  CFS de betreffende monsters in een extern laboratorium  analyseren.
Daar kan uitkomen dat de concentratie GenX, PFOA, PFOS en overig PFAS boven een bepaalde drempelwaarde uitkomt. Die drempelwaarden staan genoemd in de voorschriften bij de vergunning en volgen uit de jaarvracht die CFS  van elk van deze vier categorieën mag lozen (hieronder de laatste kolom), gedeeld door de maximale jaarlijkse 150.000m3 water waarin die categorie weggespoeld mag worden, het riool in.  (Als voorbeeld: Bij bijvoorbeeld PFOA is die concentratie 1,1kg gedeeld door 150.000m3, dat omgewerkt geeft 7,5µg/liter).

Als er  stront aan de knikker  blijkt, probeert CFS met dagmonsters om de schuldige te achterhalen. Die krijgt dan feedback en zo hoopt CFS zijn afvalaanbieders steeds beter te leren kennen.

Als de concentratie van het effluent-water niet bekend is (wat kan op basis van goed geloof in de aanbieder of ervaring met die aanbieder), of als dat water na laboratoriumanalyse onder de drempelwaarde uitkomt, volgt een algemene achtervangbewerking met een actieve kool-doorstroomfilter met een rendement van gemiddeld 55%. Dat dat niet meer is, is (volgens de ILT) omdat CFS dat kosteneffectief vindt tot €284.300 per jaar.

Als de concentratie van het effluent-water voor een of meer van bovenstaande vier categorieën boven de drempelwaarde uitkomt, wordt het water naar hele grote bakken geleid (‘batches’), waar het, ook weer met actieve kool, bewerkt wordt maar dan intensiever. Deze batches moeten een scheidingsrendement halen van minstens 95% en dat moet ertoe leiden dat de betreffende afvalportie alsnog onder de voorgeschreven drempelwaarde uitkomt. Daarna verlaat het water de bak, passeert ook weer de algemene achtervangbewerking en gaat alsnog het riool in.

Er worden maar vier categorieën genoemd (uit de duizenden PFAS-stoffen die bekend zijn) omdat dat de enige vier categorieën zijn waarvoor een soort voorlopige norm bestaat. Men kan in een vergunning niet iets reguleren waarvoor geen norm bestaat en al die duizenden PFAS-stoffen op nul normeren is niet mogelijk.

De RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) van Weert

Zeer Zorgwekkende Stoffen en een vergunning voor onbepaalde tijd
Alle PFAS-stoffen zijn Zeer Zorgwekkende Stoffen. Bepalingen daarover zijn geregeld in de Omgevingswet en uitwerkingen daarvan. Dat is hogere wetgeving en wat daarin staat, hoeft in de vergunning niet herhaald te worden.
Daaronder de minimalisatieverplichting. Op basis daarvan moet CFS onder meer het bevoegd gezag iedere 5 jaar informeren over de mate waarin ZZS in de lucht of het water worden geëmitteerd en over de mogelijkheden om de emissies van ZZS in de lucht of het water te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken.
Hiervoor moeten vermijdings- en reductieprogramma’s (VRP) worden opgesteld. Voorgaande tekst betekent dat CFS vijfjaarlijks moet onderzoeken welke verdere reductie mogelijk is. Op grond daarvan en mogelijk ook op grond van nieuwe daadwerkelijk in de markt werkbare operationele technieken die als BBT worden aangemerkt kan de vergunning van CFS aangescherpt en  geactualiseerd worden.
In de voorschriften wordt deze algemene bepaling aangevuld met de eis dat voor dergelijke verbeteringen een VITO-studie geraadpleegd moet worden (hierover verderop meer).

GS van Limburg verlenen de vergunning voor onbepaalde tijd. Ik vind dat onverstandig, omdat het me niet duidelijk is hoe dwingend de vijfjaarlijkse minimalisatieverplichting in praktijk uitpakt.

Best Beschikbare Techniek (BBT) of Best Betaalbare Techniek (BBT)?
De concept-vergunning stelt expliciet dat bij het selecteren van Best Beschikbare Technieken economische afwegingen toegestaan zijn en beroept zich daarbij op een uitspraak van de Raad van State van 27 juli 2022 (202103884/1/R1).
In een eerdere Raad van State-uitspraak uit 2009, over Shell Moerdijk,  werd overigens het tegengestelde gezegd ( Energieraad : Shell Moerdijk moet vervuiling fors verminderen ).

De economische afweging maakt bijvoorbeeld dat in de concept-vergunning de 55% van de achtervangbewerking niet bijvoorbeeld 75%  of  95% is.

De overheid kan niet zomaar een maatregelenpakket verzinnen, maar is juridisch gebonden aan de Europese BREF-richtlijnen (Best Available Techniques Reference Documents), in dit geval de BREF-richtlijn voor de afvalbehandeling (2018)

Het resultaat van de aanpak van CFS  is dat het meeste PFAS nu in de actieve kool zit. Voor de Zuidwillemsvaart is dat fijn (zo men wil minder on-fijn). Maar het milieuprobleem als geheel is niet opgelost, maar verplaatst.
De concept-vergunning schrijft voor dat die actieve kool, alsmede alle materiaal dat niet het riool in gaat (bijvoorbeeld sediment of slib) thermisch verwerkt moet worden (lees in praktijk: verbrand).

GS van Limburg stellen dat de combinatie van absorbtie aan actieve kool, gevolgd door adequaat vormgegeven verbranding, op dit moment de BBT is waarbij BBT hier gelezen kan worden als een compromis tussen Beschikbaar en Betaalbaar.

Zowel de provincie als de ILT verwijzen naar een recente studie van het VITO (zoiets als de Vlaamse tegenhanger van TNO) ‘Beste beschikbare technieken (BBT) voor de zuivering van met PFAS belast bedrijfsafvalwater en bemalingswater‘, gepubliceerd december 2023. Juridisch heeft dit document geen status (in België ook niet). Het is te downloaden op VITO-document .

De VITO-auteurs hebben de zaak grondig aangepakt en zijn ook alle technieken in opkomst langsgelopen, die ten tijde van het schrijven bekend waren. Het is een interessant werkstuk, waaraan ik mogelijk nog eens een apart artikel wijd.
De VITO-studie laat zien dat er geen ideale oplossingen zijn. Een niet te veronachtzamen probleem is bijvoorbeeld dat er, behalve PFAS, nog vele andere stoffen in het afvalwater zitten. Je kunt veel  met (bijvoorbeeld) membramen, maar als er bijvoorbeeld een restant olie-emulsie in het afvalwater zit, slibt de membraam in no time dicht.
Hieronder bijvoorbeeld de voor- en nadelen van actieve kool volgens VITO. Een dergelijk overzicht bestaat er ook voor membramen (blz 103 van het VITO-document), en voor vele andere technieken.

De zienswijze van Milieudefensie Eindhoven
Deze is hieronder te vinden:


Milieudefensie Eindhoven voelt zich betrokken bij het onderwerp omdat de Zuidwillemsvaart vervuild wordt en Helmond aan dat water, stroomafwaarts van Weert, ligt.

De  conceptvergunning kwam midden in de vakantie uit en lag ter inzage t/m 26 augustus. Door toevallige omstandigheden kon ik er pas laat op reageren. Een heleboel organisaties hadden toen al een zienswijze ingediend, zoals de gemeente Weert, de GGD, Natuur en Milieu Limburg, en de ILT. Gemakshalve heb ik me daar namens Milieudefensie Eindhoven bij aangesloten, hoewel ik niet alle argumenten altijd even sterk vind.

De inbreng puntsgewijze:

  • We wijzen bedrijfseconomisch gemotiveerde versoepelingen af . BBT is Best Beschikbare Techniek
  • Lozingsvergunningen voor onbepaalde tijd moeten principieel worden afgewezen. Daar zijn er al te veel van
  • Het VITO-document is actueel t/m 6 juli 2023 (staat erin). Nadien is de startup Oxyle commercieel beschikbare PFAS-vernietiging gaan aanbieden op basis van een in VITO nog  niet genoemd technisch beginsel. Zie https://www.bjmgerard.nl/pfas-kan-vernietigd-worden/  . Milieudefensie heeft overigens geen enkele persoonlijke of zakelijke band met Oxyle, we zijn alleen geïnteresseerd in het proces.
    Milieudefensie vindt de officiële BBT-regels sterk verouderd (BREF dateert van 2018)
  • Mocht het juridisch niet mogelijk zijn om deze nieuwe techniek in een vergunning voor te schrijven, vraag dan vriendelijk maar dringend aan CFS of het mee wil werken aan een goed gedocumenteerde pilot, zodat er bij de volgende ZZS-herbeoordeling mogelijk een extra alternatief is

Veel rumoer en een nabeschouwing (“maar toch….”)
Alles wat met PFAS te maken heeft leidt tegenwoordig tot emotie en dat is begrijpelijk.

De gemeenteraad van Weert (exclusief de opzettelijk afwezige VVD) heeft in een extra raadsvergadering unaniem de door B&W ingebrachte zienswijze ondersteund en dreigt met juridische stappen tegen de provincie. Waterschap Limburg denkt er net zo over. De ene overheid die procedeert tegen de andere, het is niet niks.

Inspraakreacties bestaan meestal uit een uitvoerig ingekleurde schets van de vele slechte gevolgen, gevolgd door de oproep aan de provincie om de vergunning niet te verlenen. Van de concrete bepalingen van de ontwerp-vergunning krijgen alleen de om bedrijfseconomische redenen  beperkte 55% aandacht, alsmede het risicogevoelige acceptatieprotocol – beide op zich terecht.
Alleen de ILT ging, zoals men verwachten mag, dieper in op de technische bepalingen in de vergunning. Dat leidt tot een technische discussie tussen vakambtenaren, die ik met interesse gelezen heb, zonder in alle gevallen een winnaar aan te kunnen wijzen. Daarvoor moet men meer van de concrete praktijk van CFS weten. Ook de ILT wil dat de vergunningaanvraag afgewezen wordt.

Maar toch: sta ik daar zelf dubbel in.
‘ Vroeger’ liep alle PFAS gewoon ongehinderd door CFS heen en belandde in het riool. Dezelfde aanleveranciers boden toen hetzelfde afval aan als nu. Men wist toen niet beter of hoefde niet beter te weten.
‘Straks’, als de vergunning doorgaat zoals die er nu in concept ligt, wordt een groot deel van de PFAS afgevangen en vernietigd. “Eigenlijk betekent een vergunningverlening legalisering van een tot dan toe niet vergunde lozing”, zoals Rijkswaterstaat opmerkte (Rijkswaterstaat is bevoegd gezag inzake het Wilhelminakanaal). En nog wat langer geleden hoefde die lozing niet eens vergund te worden.

De concept-vergunning leidt zowel in het Weertse riool als in de maatschappij als geheel tot een verbetering t.o.v. de bestaande situatie. Men kan vinden, ik vind dat ook, dat die verbetering niet groot genoeg is en dat de vergunning ambitieuzer moet, liefst nu en anders over vijf jaar.
Bij geen vergunning moet het bedrijf dicht, ontstaat er een afvalprobleem anders dan PFAS,  en blijft alle PFAS ongewijzigd in het milieu aanwezig – mogelijk niet in het Weertse riool, maar dan toch op  onbekende plekken elders.

Zo beschouwd bevordert CFS BV een algemeen belang, namelijk de vernietiging van PFAS. Men zou zich kunnen voorstellen dat zoiets de overheid een subsidie waard is, die bijvoorbeeld vorm zou kunnen krijgen in de financiering van de door Milieudefensie Eindhoven voorgestelde pilot moderne scheidingstechniek. De provincie Limburg zou eens kunnen gaan praten met (bijvoorbeeld) Oxyle.

Een vlekkeloze PFAS-vergunning bestaat niet. Liever de best mogelijke vergunning dan geen vergunning, de hartenkreet van velen.

PFOS