MER windturbineproject A16 beschikbaar

De bestuurlijke opdracht
In 2013 is afgesproken dat de gezamenlijke Nederlandse provincies plek gaan bieden aan in totaal 6000MW wind op het land. In de daarop volgende onderhandelingen heeft Brabant 470MW toegewezen gekregen. Daarvan moet minstens 100MW gerealiseerd worden in één groot project, dat door het Rijk, indien nodig, dwingend kan worden opgelegd.
De provincie heeft in de Structuurvisie 2010 (plus 2014), en daarna in de Verordening Ruimte, bepalingen opgenomen waar deze windenergie wel en niet gerealiseerd kan worden.

In Brabant hebben de provincie en de West-Brabantse gemeenten afspraken gemaakt over 200MW, waarvan het 100MW-project een deel is. Het Brabantse 100MW-project strekt zich uit in een strook van ongeveer 1km aan elke kant breed, langs de A16, van de Belgische grens tot het Hollands diep.

De A16-invulling
Er is een proces opgezet dat met veel mogelijke invullingen begon, maar dat gaandeweg teruggetrechterd werd tot er 11 varianten overbleven. Dit alles gebeurde in overleg met de bevolking. Die was er niet altijd blij mee, maar het werd ook geen opstand. Gedeputeerde van Merrienboer (PvdA) en zijn ambtenaren en ingehuurde deskundigen hebben zich af en toe de blaren op de tong moeten praten.
Wat hielp is dat er een sociale participatieregelig ingesteld is. Een deel van de exploitatiewinst zal aan de omwonenden ten goede komen.
Dit verhaal gaat echter niet over deze voorgeschiedenis.

De realisatie van het project vereist een gemeentegrensoverschrijdend bestemmingsplan, een PIP (Provinciaal Inpassings Plan). Daar hoort een MER bij die alle mogelijke aspecten van de overgebleven 11 varianten in dat PIP doorrekent. En die MER (nog een concept) is nu uit (zie https://merwindenergiea16.brabant.nl/mer/samenvatting-van-het-mer ).
In het MER zijn alle 11 varianten doorgerekend op een aantal criteria: geluid, slagschaduwen, water, externe veiligheid archeologie, cultuurhistorie, landschap en de ecologie ter plekke (deze soms meer, soms minder, kwantitatief). Alle 11 varianten scoren, maar wisselend.
Vervolgens heeft men zitten peuteren om uit al die varianten een VoorKeursAlternatief (VKA) te definieren. Dat is, wat de provincie betreft, de kant die het op moet (hieronder de laatste kolom).

Overzichtstabel alle 11 varianten en het VKA

Het VoorKeursAlternatief – energie
In het VKA worden er 26 hoge turbines geplaatst en twee middelhoge. Bij de hoge moet je denken aan een tiphoogte van ongeveer 210m en 4,2MW nominaal vermogen, bij de middelhoge aan 180m tiphoogte en 2,5MW (deze cijfers moet men zien als representatieve voorbeelden).
Bij elkaar komt men zodoende aan 114MW, waarvan men 15% in mindering brengt aan diverse verliezen (o.a. onderhoud of de turbines uitzetten als de slagschaduwen te hinderlijk zijn – kan oplopen tot 5 uur en 40 minuten per jaar). De turbines hebben 3300 vollasturen per jaar.

Dat alles brengt de jaarlijkse opbrengst op 375GWh/jaar , oftewel 1,35PJ/y . Dat valt niet tegen – tot nu toe had ik voor mijzelf ruim 0,8PJ ingeboekt. Maar nu de turbines steeds hoger worden, draaien ze steeds meer uren per jaar en dat tikt flink aan.

Ligging turbines en geluidscontouren A16-project

Het VKA lijkt het meeste op variant 11. In die variant “de knooppuntenvariant” staan de turbines in de oksels van waar snelwegen op elkaar uitkomen, zoals bij  de knooppunten Zonzeel (ten Noorden van Breda), Klaverpolder (bij Moerdijk) of Galder (ten Zuiden van Breda), of op industrieterrein Hazerldonk.

Het VoorKeursAlternatief – geluid
Het geluid is altijd het meest omstreden probleem.
De milieuwetten eisen dat een turbine aan de gevel van kwetsbare gebouwen (o.a. woningen) jaar- en etmaalgemiddeld <47 dB Lden is, en jaar- en nacht gemiddeld <41 dB. De praktijk wijst uit dat aan de nachteis voldaan wordt als aan de dag-eis voldaan wordt, zodat de nacht-eis niet meer apart vermeld wordt (behalve in de bijlagen).
Zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2010-749.html .

Onder het VKA voldoen op de 3016 onderzochte huizen er 18 niet aan de 47 dB Lden – eis. Daar moet dus iets op gevonden worden, bijvoorbeeld isoleren of uitkopen “saneren” stelt de toelichting op h
Onderzoek wijst uit dat binnen de groep die 47dB Lden aan de gevel heeft, 9% ernstige hinder heeft. Dat is dus van bovengenoemde 18 woningen.

Het MER bevat ook een geluidscumulatie-analyse. Die wordt gegeven in GES-taal (Gezondheids Effect Screening). Men moet het getal 198 lezen als dat van de 3016 huizen samen de GES-score 198 toeneemt (dus gemiddeld 0,066 per huis).
In de tabel eronder staat wat men zich ongeveer bij een GES-score moet voorstellen.

Het VoorKeursAlternatief – slagschaduwen
Het frequentste probleem betreft de slagschaduwen die optreden. 1973 huizen zien af en toe een schaduw over de woning flitsen en bij 306 woningen binnen die verzameling is dat meer dan 17 dagen, 20 minuten per dag. Als die woningen op minder dan 12 rotordiameters (in praktijk ongeveer 1,7km) van de turbine afliggen, wordt de turbine automatisch even stilgezet.

Het VoorKeursAlternatief – ecologie
Ecologisch (ter plekke) is er niet echt veel aan de hand. Een windturbine langs de A16 kost, afhankelijk van waar hij staat, 10 tot 15 vogels per jaar het leven die tegen de rotor aanvliegen. Het windpark als geheel kost ongeveer 365 vogels per jaar het leven. Dat is op de stand als geheel niet heel veel. De huiskat, de auto en de glazen loopbrug hebben veel meer vogellevens op hun kerfstok.
De turbines in het VKA hebben all-in lichte effecten op vogels en  vleermuizen.

Vliegbewegingen van ganzen

Het MER rekent alleen met de ecologie ter plekke. Dat is eigenlijk raar, want het beëindigen van kolen- of gasstook elders moet de ecologie van het gebied in ruime zin juist verbeteren. Deze opwaardering van de algemene achtergrond wordt niet in het MER meegenomen.

Eindoordeel
Van mij mogen ze gauw gaan bouwen.