Naomi Klein, klimaat en kapitalisme, en Nederlandse politieke partijen

Ik was al een tijd van plan om de boeken van Naomi Klein over klimaat en kapitalisme te lezen. De politieke actualiteit, waaronder de steeds zwaardere stempel die het  klimaat zet, de massabewegingen en de discussies binnen mijn partij, de SP, maken dat ik dat voornemen nu uitgevoerd heb.

Naomi Klein
Naomi Klein is zoiets als een participerende journalist. Ze beschouwt bijvoorbeeld de strijd tegen de Keystone XL (de nog niet uitgevoerde delen van een pijpleiding van de Canadese teerzanden naar de Golf van Mexico) niet van een afstand, maar neemt deel aan de acties.

Kaart van het netwerk van oliepijpleidingen in Canada en de VS (Alberta = Canada, Montana = VS). De recente strijd gaat over fase 4.

Naomi Klein heeft een aantal boeken geschreven over uitwassen van het kapitalisme, maar twee daarvan gaan speciaal over het klimaat. Ze zijn het makkelijkste te vinden op de Wikipediapagina over haar https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein . Daarnaast heeft ze een groot aantal artikelen geschreven, lezingen gegeven, aan films meegewerkt.

Het eerste boek (2014) over klimaat en kapitalisme is https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein#This_Changes_Everything:_Capitalism_vs._the_Climate , in het Nederlands vertaald als “Verander nu voor het klimaat alles verandert”.
Alleen al het voetnotenapparaat is een boek op zich.

Het tweede boek (april 2019) heet https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein#On_Fire:_The_(Burning)_Case_for_a_Green_New_Deal en is in het Nederlands vertaald als “BRAND! Een vurig pleidooi voor een nieuwe groene politiek”.

Het tweede boek kan  men zien als een meer praktijkgerichte uitwerking van het eerste.

Een samenvatting
Het zijn twee forse boeken. Een volledige samenvatting gaat de mogelijkheden van deze site te boven. Vandaar puntsgewijze de standpunten (uit beide samen):

  1. De klimaatcrisis bedreigt ons door zijn gevolgen (branden, droogte, stormen, oceaanverzuring) allemaal en dat is urgent. De aarde is eindig en de capaciteit om vervuiling op te vangen ook.
  2. De schuld ligt niet in zoiets als de ‘menselijke natuur’.  Het is een systeemprobleem.
  3. Individueel handelen, hoe zeer ook te prijzen, lost het probleem niet op
  4. Drijvende kracht zijn grote ‘extractivistische’ bedrijven en het economisch systeem waarbinnen ze werken. Dit ‘extractivisme’begrip wordt vooral toegepast op kolen, olie en gas (inclusief fracken en de teerzanden), maar ook op andere vormen van mijnbouw.
    Laat olie en gas in de grond.
  5. Technische maatregelen en economische prikkels (als CO2 – handelssystemen) zijn onvoldoende, maar moeten binnen hun beperkte mogelijkheden dienstbaar gemaakt worden (Klein is op dit punt in haar eerste boek radicaler dan in haar tweede boek waarvan de geest hier weergegeven is)
  6. Meer specifiek is geo-engineering een slechte zaak (door Klein beperkt tot sulfaatkristallen in de stratosfeer om zonlicht terug te kaatsen en ijzerbemesting va de oceanen ter bevordering van algengroei, die vervolgens na hun overlijden koolstof meenemen naar de diepte)
  7. Vrijhandelsverdragen (bijvoorbeeld Energy Charter Treaty) spelen een funeste rol en geven grote bedrijven een handvat om nationale overheden in hun richting te dwingen (zie ook Weg met de mythes rond het Energy Charter Treaty – dat hoort in dezelfde spelonken als TTIP en CETA – update met RWE )
  8. Er is slechts een economie volhoudbaar die past binnen de grenzen van de aarde. Dat betekent o.a. ingeperkt koopgedrag, geen economische groei voor zover die tot meer materie- en energiegebruik leidt, en daarvoor  is verregaande nivellering van de welvaart nodig. De grote vervuilers moeten betalen
  9. Afschaffing van het kapitalisme (geheel of gedeeltelijk laat Klein in het midden) is daartoe een noodzakelijke voorwaarde
  10. Maar geen voldoende voorwaarde, want regimes met marxistische roots als Rusland en China maken ook een potje van klimaat en milieu
  11. Centralisme is fout en de oplossing moet gezocht worden in bondgenootschappen van onderop die gevormd worden in het kader van acties (‘Blockadia’) tegen concrete zaken als oliepijpleidingen, steenkoolhavens, mijnbouwprojecten, etc.
    Ook de productie van duurzame energie moet decentraal georganiseerd worden.
  12. De rechten van inheemse volkeren moeten versterkt worden
  13. De zeggenschap over extractivistische projecten moet bij de direct gedupeerden liggen
  14. Sommige milieu- en natuurbeschermingsgroepen denken dat grote bedrijven omgeturnd kunnen worden, en zijn daardoor te intiem met het grootkapitaal geworden
  15. Omdat het kapitalisme meer op zijn geweten heeft dan alleen het ‘extractivisme’, biedt deze insteek kansen om ook andere wereldproblemen aan te pakken, zoals migratie, democratisering, vrouwenrechten, mensenrechten, enz. Omgekeerd biedt een verbreding van de basis meer kans in de klimaatstrijd.
    Het geheel moet een rechtvaardig en uitvoerbaar totaalpakket zijn.
  16. Er is een Green New Deal nodig, die gelijkenissen heeft met de New Deal van Roosevelt (1932, zie Roosevelt New deal op Wikipedia ). Die loste in een omvattende aanpak een groot aantal economische, sociale en fysieke problemen op. Roosevelts New Deal volgde op een golf van arbeidersopstanden en andere massabewegingen.
    In de VS is een Green New Deal-plan voorgesteld door de Demokratische politici Ocasio-Cortez en Markey. Zie Wat staat er in de VS-Green New Deal? Hoe toepasselijk is die voor Nederland en Europa?
  17. Uiteindelijk slaat de massastrijd neer bij de instituties van de staat. Klein roept op om die te beïnvloeden, niet om ze omver te werpen.
  18. Landen met een sterke demokratisch-socialistische traditie doen het op het gebied van milieubeleid het beste.
  19. Maar sommige traditionele linkse partijen zijn teveel blijven steken in alleen maar sociaal-economische conflicten.
  20. Er is een nieuwe vorm van ecosocialisme nodig
Naomi Klein

Wat ik er persoonlijk van vind
Beide boeken van Klein zijn zeer de moeite waard om te lezen, ook al ben ik het niet met alles eens.
Voor Klein geldt wat vaker bij  milieu- en klimaatgroepen geldt, dat de abstracties mooi zijn, maar dat onaangename feiten en tegenstellingen, die bij de uitvoering naar voren komen, ontweken worden. De manifesten moeten glanzen en niet modderig worden.
Klein heeft met het LEAP-manifest moeite gedaan om een nieuw wereldbeeld te schetsen, maar dat heeft hetzelfde probleem. Zie https://leapmanifesto.org/en/the-leap-manifesto/
In een activistisch manifest is dat tot op zekere hoogte onvermijdelijk.

In wat ik er van vind, volg ik de nummering. Met de nummers die  ik niet noem, ben ik het zonder toevoeging eens.

Ad 3.
Eens, met dien verstande dat grootschalig georganiseerd individueel handelen niet de oplossing is, maar wel een actievorm kan zijn (boycot)

Ad 4.
Dit ligt gecompliceerder. Klein hinkt in deze stelling op een paar benen tegelijk.
Dat ‘extractivistische activiteiten’ als regel door grote bedrijven plaatsvinden is juist. Daaruit volgt niet automatisch dat die activiteiten niet moeten plaatsvinden. Dat wordt inhoudelijk door de aard van die activiteiten bepaald.

Ik kan Kleins stelling volgen waar het om kolen, olie en gas gaat, omdat die vanaf nu voor  het overgrote deel in de grond moeten blijven zitten – in  elk geval geen nieuwe projecten meer.

Ik kan Kleins stelling niet in zijn algemeenheid volgen waar het om de mijnbouw naar andere stoffen gaat. Voor windturbinemasten is staal nodig, voor de magneten neodymium en samarium, voor doping in zonnepanelen indium en gallium, voor accu’s lithium, etc etc. Mogelijk wordt er straks naar thorium gegraven.
En ook voor goud (Klein fulmineert tegen een Griekse goudmijn) zijn zinvolle toepassingen, naast sieraden bijvoorbeeld in elektronica en ruimtevaart.
De materialenschaarste schreeuwt om een goede reduce-reuse-recycle aanpak, maar bij sterk groeiende activiteiten is die per definitie onvoldoende, als deze aanpak nu sowieso al bestaat. Die aanpak te ontwikkelen is een belangrijk deel van het verhaal, waar Klein niet over spreekt.
Klein heeft ongetwijfeld gelijk dat het merendeel van de mijnbouwactiviteiten uitgevoerd wordt door grote, particuliere ondernemingen – waarbij dat ze groot zijn en dat ze particulier zijn twee verschillende dingen zijn. Ik ben niet a priori tegen groot, maar in principe wel tegen particulier, hoewel ook dat niet alles zegt. Chinese (semi)staatsmijnbouwbedrijven zijn ook niet alles.
De grootste milieuproblemen ontstaan als een machtige mijnbouwonderneming de tegenstander is van een zwakke staat.
Het geeft geen pas om deze grote problemen weg te definieren door het er gewoon niet over te hebben, zoals Klein doet. Geen serieuze politieke kracht kan hier omheen manoevreren.

Ad 5.
Er is een continuüm tussen twee extremen.
Het ene extreem is dat je alleen maar het kapitalisme hoeft af te schaffen en klaar is kees, de wereld is automatisch gered, en je hoeft  niet over technische en financiële maatregelen te praten.
Het andere extreem is dat de wereld met alleen technische en financiële maatregelen gered kan worden, en dat het kapitalisme ongewijzigd kan voortbestaan in een groen jasje.
Klein zit tussen beide extremen in. Ze erkent expliciet dat ‘gewone’ maatregelen die het klimaat helpen en kapitalisme-neutraal zijn zin kunnen hebben, maar zit verder dicht op het eerste extreem.
Ik zit zelf ook tussen beide extremen in, maar wat verder van het eerste af. Ik ben sceptisch geworden over grote woorden en ik wil graag over maatregelen nadenken. We kunnen niet wachten tot het kapitalisme eindelijk afgeschaft is, want dan zijn we te laat

Een kenmerkend voorbeeld is dat van emissiehandelssystemen. Klein moet daar niets van hebben en ik sta daar genuanceerder in. In 2014, toen Klein haar eerste boek schreef, en ook nog in 2019 waren  de bestaande handelssystemen (het mondiale van Kyoto en het Europese ETS) beide inderdaad knudde.
Kyoto is nog steeds knudde, maar het ETS begint nu sinds kort te functioneren omdat de Europese Commissie het drastisch aangescherpt heeft.
Emissiehandelssystemen kunnen een goed instrument zijn in handen van de juiste overheid. Overigens zijn emissiehandelssystemen een kapitalisme-neutrale financiële techniek. China is er ook mee bezig.
Zie ook CO2 -prijs onder het EU ETS schiet door de €50 per ton (update 6 juli) .

Verloop van de ETS-prijs t/m aug 2020. Inmiddels staat de prijs dd nov 2021 op €60/ton.


Ad 6.
Er bestaan verschillende vormen van geo-engineering, onder te verdelen in vormen die wel en die geen CO2 uit de lucht halen. In het laatste geval worden de CO2 – symptomen bestreden en niet de CO2 zelf.
Klein beperkt zich tot twee vormen van geo-engineering, namelijk witte sulfaatkristalletjes in de stratosfeer brengen en oceanen bemesten met algen.

Sulfaatkristalletjes (als grootschalig toegepast, zou de hemel witter worden) kaatsen zonlicht terug maar doen niets tegen de oorzaak CO2 . Sommige grote vulkaanuitbarstingen (Tambora 1815, Krakatau 1883, Pinatubo 1991) hebben dit experiment op natuurlijke wijze uitgevoerd en het resultaat is dat er een verkoeling op volgt die een paar jaar duurt en dan weg is. Je blijft dus aan het strooien. In die paar jaar (waargenomen bij de Tambora) kunnen de mondiale gevolgen drastisch zijn.
Contrails van straalvliegtuigen zijn in feite een vorm van geo-engineering in deze categorie.
Deze techniek verdient inderdaad de grootst mogelijke voorzichtigheid.

Daken en wegen wit schilderen helpt ook een beetje en dat hoef je niet elk jaar te doen. Ik zie hier geen probleem.

Met ijzer (dat is soms een kritisch element) de oceaan bemesten om algenbloei te bevorderen geeft nog onbekende effecten. Het natuurlijke experiment is Saharazand dat bij zandstormen ver de oceaan in waait en bemestend werkt.
Ik heb hierover op dit moment geen mening.

Een andere techniek om CO2 uit de lucht halen is fijnverdeeld olivijn of basalt in waterig milieu te brengen. Dat is het versneld uitvoeren van een natuurlijk erosieproces. Ik zie geen wezenlijk probleem als het materiaal zuiver genoeg is, maar je blijft ook hier alsmaar bezig met nieuw olivijn te malen en uit te strooien. Vraag is hoe het verweerde olivijn zich op de lange duur houdt. Zie Zeven km3 olivijn om de aarde te redden?

Het IPCC promoot sterk wat BECCS heet ( Bioenergy with carbon capture and storage ): haal CO2  uit de lucht met biomassa, gebruik die biomassa energetisch, vang de  CO2  op en stop het onder de grond. Dat kan overigens ook door directe vangst van CO2  uit de lucht of de schoorsteen.

Ik heb geen algemeen afwijzend standpunt over geo-engineering. De verschillende vormen verdienen hun eigen beoordeling.

Ad 9.    en 10.
Ik ben het hier een eind mee eens, maar ik ben er nog niet precies uit welk  eind. Klein trouwens ook niet, want die presenteert geen ander politiek-economisch model dan een progressief demokratisch-socialisme
Ik ben zelf geneigd tot zoiets als een gemengd model met essentiële zaken bij de overheid en kleinere zaken gedecentraliseerd (bijvoorbeeld op licentiebasis). Maar ik weet te weinig van politieke economie om een antwoord te kunnen geven.

Ad 11.
Wat Klein in feite wil, is decentrale actiebewegingen van onderop bundelen om centraal zaken tot stand te brengen. In de context van de VS in 2019 is dat de Green New Deal van Ocasio-Cortez en Markey via de Demokraten. Zie Wat staat er in de VS-Green New Deal? Hoe toepasselijk is die voor Nederland en Europa? .
In  hoeverre die Demokraten ook actief zijn op grassroots-niveau in de actiebewegingen, vermeldt Klein niet.
Globaliter deel ik de mening van Klein, maar ik ben centralistischer. Ik wil niet alleen van onderop werken, maar ook op partijniveau en ten behoeve van besluitvormende organen.
Ik vind het teveel gevraagd van grassrootsbewegingen dat ze, allemaal voor zich en steeds opnieuw, bruikbare systeemkritiek ontwikkelen en dat die ook nog eens belangen afwegen buiten hun eigen beperkte territorium.

Ik vind in een land als Nederland, met een kwalitatief uitstekend elektriciteitsnet dat kwantitatief uitpuilt, decentralisatie van de opwekking van elektrische energie eerder een noodzakelijk kwaad dan een ideaalbeeld. Het is een gegeven dat er veel gedecentraliseerde kleinschalige opwekking is die ingepast moet worden, maar de echte grote getallen komen nog steeds uit grootschalige voorzieningen.
Het elektriciteitsnet liefst Europabreed en dat is al heel  sterk het geval.
Kleinschaligheid berust te vaak op romantiek.

Ad 13.
Hier ligt een groot spanningsveld.
Klein gaat ervan uit dat de mening van omwonenden altijd haar kant op werkt, omdat ze alleen maar strijdsituaties opzoekt die bij haar passen. Maar ik ken ook heel wat anti-windturbine en -zonneparkprotesten waar de opvattingen van de omwonenden tegen het klimaat werken.
In een dichtbevolkt land als Nederland ligt dat toch iets anders als in de VS.
En er is ook nog zoiets als het algemeen belang. We hebben een klimaatakkoord en daar staan getallen in (49% minder CO2 in 2030), en we hebben de Regionale Energie Strategieën waar eveneens streefgetallen in staan aan wind- en zonne-energie. En elke gemeente heeft klimaatneutraalambities met bijbehorend jaartal.
Voor mij staat voorop dat die getallen gehaald worden, en staat dus de autonomie van omwonenden niet bij voorbaat voorop.
De taak van de politiek is om grote en de kleine schaal zo goed mogelijk in harmonie te brengen met instrumenten als inhoudelijke en financiële participatie, maar uiteindelijk staat het collectieve eindresultaat voorop. Als er geen draagvlak is, moet dat bij voorkeur gemaakt worden.
Klimaatstrijd in Nederland gaat letterlijk over pompen of verzuipen.

Ad 14.
Er bestaat ook in Nederland risico, bijvoorbeeld doordat beheerders van natuurgebieden van donaties afhankelijk zijn. Verder wil ik hier niet wat over zeggen.

Ad 16.
Eens. De Green New Deal van de Europese Commissie (Timmermans) heeft in elk geval goede ambities. Het is een enorm boekwerk dat ik nog niet gelezen heb. In hoeverre alles goed uitgewerkt is (bijvoorbeeld de sociale paragraaf ), en in hoeverre de Europese Green New Deal binnen de kaders van het kapitalisme kan en wil blijven, kan ik nu dus nog niet zeggen. Laat ik me beperken tot het vooralsnog uitspreken van een positieve grondhouding en afwachten hoe de praktijk uitpakt.
De Green New Deal van Ocasio-Cortez en Markey blijft overigens ook binnen de grenzen van het kapitalisme.

Ad 17.
Zie 11.

Ad 19.
Voor Nederland klopt dit. Het geldt bijvoorbeeld voor de PvdA en de SP. Zie verderop.

Prominent op de foto Bill McKibben


In de Nederlandse politieke context
Er bestaat in Nederland nu geen politieke partij die zich met recht ecosocialistisch kan noemen. Ze zijn of eco- (Groen Links en de Partij voor de Dieren) of  democratisch-socialistisch (zoals de SP en de PvdA), maar niet beide tegelijk. Geen van de partijen ontplooit in praktijk een uitgewerkte  antikapitalistische theorie die past bij de moderne tijd, al heeft de SP (mijn partij) intenties in die richting, en schuift het milieu- en klimaatbewustzijn in de SP de laatste tijd een beetje de goede kant op.

Ik ga nu verder niet de andere partijen de maat nemen. Ik heb er geen vijandige gevoelens bij en kan er in  klimaat- en milieuzaken in Eindhoven en omgeving goed mee samenwerken.

De SP zou zich met een goede ecosocialistische aanpak uitstekend kunnen profileren op een manier, die een bredere en jongere doelgroep aanspreekt dan nu het geval is.
De bestaande praktijk hoeft er niet voor te wijken. Integendeel, als men duidelijk vaststelt dat de mogelijkheden van de aarde eindig zijn, wordt het verdelingsvraagstuk des te scherper. Een uiterst onrechtvaardige verdeling is bij een eindige voorraad nog acuter dan bij een voorraad met een diffuse omvang. Om het klimaat te redden, moet extreme rijkdom worden afgeschaft.

Een ecosocialistische aanpak berust op een ruimer pakket aan mogelijkheden. Je kunt makkelijker switchen en combineren, zoals Klein doet – dat is een van de sterke punten in haar betoog. En je krijgt een betere aansluiting op het bonte palet aan actiegroepen op dit gebied.

Milieustrijd (en daar moet tegenwoordig klimaatstrijd aan toegevoegd worden) heeft zelfs van lang geleden een traditie in de SP, nog uit de tijd van Poppe. Helaas is die traditie vele jaren verwaarloosd, met als gevolg dat die strijd bij actiegroepen als bijvoorbeeld Milieudefensie terecht gekomen is (waar ik ook actief in ben), of in  de anti vlieg-actiegroepen, of in vele andere. In die actiegroepen denken nog maar weinig mensen als eerste reflex aan de SP als de politiek in de arm genomen moet worden.
Voor de SP valt hier een wereld te winnen.

Er loopt nu de discussie over de actualisatie van Heel de Mens. De SP heeft er indertijd voor gekozen om zich te baseren op drie ethische beginselen menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid  en solidariteit. Ik breng nu op diverse plaatsen in de lopende discussie in om hiervan te maken vier ethische beginselen: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en zorg voor onze eindige planeet.
Bij de verruiming van de ethische beginselen hoort een navenante uitbreiding van de actiepraktijk, zowel in eigen beheer als in bestaande actiegroepen.

Ik zou verder de SP adviseren om meer aansluiting te zoeken bij de coöperatieve sector (in casu hernieuwbare energie). In de geschiedenis van het socialisme hebben de coöperaties een rol gespeeld.

Klimaatmars op 06 november 2021