Commentaar op Carbyon

Website Carbyon. Doorsnee 2 a 3 m, hoogte 5 a 6m

Voor een eerder verhaal op deze site dat in dit verband relevant is, zie https://www.bjmgerard.nl/koolstof-uit-de-atmosfeer-houden-of-halen/ .

De Eindhovense start-up Carbyon heeft, na eindeloos veel experimenteren, een systeem ontwikkeld om CO2 sneller, energiezuiniger en goedkoper uit de buitenlucht te halen dan eerder bestaande procedé’s. Dit naar eigen zeggen.
De, meer propagandistische dan informatieve, website is https://carbyon.com/ .

De NRC wijdde er op 06 mei 2023 anderhalve pagina in de wetenschapsrubriek aan van Laura Wismans ( https://www.nrc.nl/nieuws/2023/05/04/een-eindhovens-bedrijf-wil-co2-uit-de-lucht-plukken-met-een-laagje-van-een-atoom-dik-a4163641?t=1684938744 als je eraan kunt). Een lezenswaardig artikel.

Het materiaal bestaat uit een drager in de vorm van actieve koolstof, in de volksmond ongeveer Norit. Dat is uiterst poreus en heeft daardoor een heel grote binnenoppervlakte. CEO De Neve van Carbyon is halfgeleiderfysicus en heeft bij TNO ervaring opgedaan met dunne laagjes afzetten ten behoeve van zonnepanelen (zegt hij in de NRC).
De Neve is er in geslaagd om op die poreuze binnenruimte een laagje te construeren van één molecuul dik, bestaande uit de (gebruikelijke) stoffen amines of kaliumcarbonaat.

De apparatuur schakelt voortdurend tussen twee standen.
In de eerste stand wordt buitenlucht langs dat laagje gevoerd. De CO2 in de lucht (momenteel 0,042% en dat is al te hoog) hecht zich selectief aan het laagje. Dat laagje is al snel verzadigd.
In de tweede stand wordt de buitenlucht even afgeschakeld en wordt het dragermateriaal elektrisch verhit. De CO2 laat weer los en wordt opgeslorpt richting een opslagvat. Het gas in het opslagvat bestaat voor ca 60 a 70% uit CO2 (en voor de rest uit buitenlucht). Voor sommige toepassingen moet dit gas gezuiverd worden tot bijna 100% CO2 , maar dat kan eenvoudiger door anderen met andere methodes.

Er bestaat veel scepsis over dit proces ‘Direct Air Capture’ (DAC) in zijn algemeenheid (niet speciaal richting Carbyon) en dat is niet zonder reden. Daarom dit verhaal. Bovendien presenteert Carbyon zich als onderdeel van het Brainport-ecosysteem rond mijn woonplaats Eindhoven en dat is ook een aanleiding tot interesse.

De ene reden voor scepsis is dat het proces veel energie verbruikt. Carbyon specificeert op zijn website dat het 1000kWh kost (Carbyon is all-electric) om 1 ton CO2 uit de lucht te halen.  Dat is overigens netjes van Carbyon, want de concurrentie vermeldt geen energiebehoefte per ton (bij https://climeworks.com/  of https://verdox.com/ bijvoorbeeld zul je er vergeefs naar zoeken).

Carbyon hoopt een kostprijs van €50 per ton CO2 te bereiken, wat goedkoper is dan wat nu het ETS doet.

Wat moet je doen om 1000kWh elektrisch te komen?
Als je die stroom zou maken met een kolencentrale met een rendement van 40%, zou dat om en nabij 0,9 ton CO2 in de lucht brengen om er 1 ton uit te halen.
Zou je hetzelfde doen met een gascentrale met 50% rendement, dan zou die 0,4ton CO2 in de lucht brengen om er 1 ton uit te halen.
In beide gevallen is er nog energie nodig voor de nazuivering van het CO2, en vervolgens ook nog voor wat je met die opgeslagen CO2 wilt doen.  .

Je moet dus de elektriciteit voor het Carbyonproces niet fossiel willen opwekken. Maar 1000kWh is in Nederland de jaaropbrengst van 5m2 netto zonnepaneel (in zondoordrenkte landen wat minder). Dus 1ton CO2 per jaar wegvangen met Carbyon vraagt om de aanwezigheid van 5m2 PV-park. Op de huidige kleine schaal denkt Carbyon aan 1000 ton per jaar.
Nederland loosde in 2021 145 miljoen ton CO2 .


Mondiaal werd er in 2022 37 miljard ton CO2 uitgestoten (KNMI, 7 dec 2022, dat is op elementbasis bovenstaande 10 miljard ton). Dat zou om 185000 km2 PV-park vragen.
Nu maakt het op zich weinig uit waar ter wereld men CO2 uit de lucht haalt en er is bijvoorbeeld een heleboel woestijn op aarde en Saoedi-Arabië is bijvoorbeeld is 12* bovenstaande oppervlakte, maar er hoort, hoe dan ook, een fatsoenlijk politiek en logistiek verhaal bij dit soort claims en Carbyon maakt zich daar erg makkelijk van af.

De andere reden is de vraag wat je met die opgevangen CO2 wilt gaan doen.
Het ene alternatief is opbergen. Bijvoorbeeld waar vroeger gas gewonnen is (in Nederland wordt gedacht aan de Noordzee – het Porthosproject), of bijvoorbeeld door het aan vulkanisch gesteente te binden (wat Climeworks’ partner Carbfix  op Ijsland doet en in Oman overweegt). Als dat langdurig goed gaat, ben je het spul kwijt.

Het andere alternatief is hergebruik, waarbij de grote getallen van de productie van synthetische brandstof (bijvoorbeeld kerosine). De CO2 wordt dan cyclisch gebruikt en komt weer vrij.

Ik ga nu niet  op dit deel van het verhaal in, omdat Carbyon het hoofdonderwerp is. Elders op deze site staat het nodige over synthetische kerosine – op zich een goed idee. Ook de TU/e heeft interesse voor dit onderwerp.
Duidelijk is wel, dat er achter de 1000kWh per ton CO2 van Carbyon (en achter de €50 per ton) nog een lange staart komt.

Mijn conclusie:
ik  ben niet a priori tegen welke bona fide techniek dan ook op energie- en klimaatgebied. Waarschijnlijk heb je alle technieken nodig die je kunt verzinnen, en dan nog meer. Ik volg in deze het IPCC.
Dit standpunt geldt ook voor Carbyon. Maar  op dit moment bestaat  Carbyon nog teveel uit alleen maar ingenieursdromen die zich nog in praktijk moeten waarmaken, en uit industriepolitiek, en te weinig uit een maatschappelijk contextverhaal.

Dat geldt trouwens boort Brainport als geheel ook.

CO2-killer certificaat gekocht

Het Emission Trade System (ETS) van de EU geeft zg ‘koolstofrechten’ uit. Als een grote onderneming, die onder het ETS valt, 1 ton CO2 wil lozen moet die in principe zo’n recht kopen voor de dan geldende prijs. Hoe hoger die prijs, hoe groter de kans dat een andere aanpak van de CO2-emissies goedkoper is, zoals herinrichting van het productieproces, onder de zeebodem opslaan of er synthetische brandstof van maken.
Het systeem is nog niet waterdicht, omdat sommige grote ondernemingen die voor de wereldmarkt produceren nog ontheffing hebben (bijv. Tata). Maar de schroef wordt steeds verder aangedraaid (bijvoorbeeld ook de luchtvaart gaat er onder vallen). Nu wil de EU een koolstofgrensheffing zodat ondernemingen op de wereldmarkt beschermd worden.

Het aantal CO2-rechten is eindig, dus aftelbaar, steeds minder vaak gratis en dalend. (De prijs is, door de bank genomen, stijgend).
Het is dus mogelijk om als particulier een ETS-recht te kopen. Bij WISE kun je via hun Carbonkiller een of meer rechten kopen, waarna die digitaal vernietigd worden. Ik heb dat voor de gein eens gedaan. Het kostte me €122 . UIteraard zet mijn ene recht op de grote aantallen niet meteen zoden aan de dijk, maar ik wou wel eens weten hoe dat systeem werkte.
Als beloning krijg je een fraai certificaat, dat ik hieronder heb afgedrukt.
Eén koolstofrecht is ongeveer de halve CO2-footprint van mijn huishouden (wij vliegen niet, hebben geen auto en eten matig vlees).

Zie ook co2-prijs-onder-het-eu-ets-schiet-door-de-e50-per-ton/ .

Kosten fossiele brandstoffen zeer veel hoger dan uitgekeerde fossiele subsidies

Source: IMF (go.nature.com/3KKHML)

Nature (16 mei 2023, https://www.nature.com/articles/d41586-023-01586-w?utm_source=Nature+Briefing&utm_campaign=2ba9af5f4f-briefing-dy-20230517&utm_medium=email&utm_term=0_c9dfd39373-2ba9af5f4f-47622644 , Open Access) schrijft in een commentaar dat de G7-landen zeer veel meer schade hebben van fossiele brandstoffen als alleen maar de expliciete subsidies die ze aan die brandstoffen kwijt zijn.
Dat is neergelegd in een diagram dat enige uitleg vraagt. Het diagram voert terug op een Working Paper van het IMF dd sept 2021 als bron (link staat onder het diagram).

De G7 zijn Canada, Frankrijk, Duitsland, Italie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, de VS, plus de EU. Zijn er volgens mij acht, maar dat mag de pret niet drukken. De G7 doet ertoe, want goed voor ruim de helft van het mondiale Bruto Nationaal Product (BNP), goed voor 28% van de CO2 -emissies uit fossiele brandstoffen en goed voor 13% van de wereldbevolking.

De club komt binnenkort voor de 49ste keer bijeen, deze keer in Hirosjima. Daarom waagt Nature er een strategisch commentaar aan. Dat gaat niet alleen maar over de hier benoemde kosten, maar ook over zaken als een koolstofbelasting.
Hier alleen het kostenverhaal.

  • ‘Underpricing’ betekent dat de milieu- en gezondheidskosten van het fossiele brandstofgebruik niet aan de exploitanten wordt toegerekend en dus impliciet blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om klimaateffecten, vervuiling, vastgelopen verkeer en verkeersongelukken, alsmede misgelopen belastinginkomsten.
  • ‘Subsidies’ zijn expliciete bedragen ten gunste van fossiele brandstoffen, zoals prikkels tot een hogere productie, afschrijvingen, belastingvermindering en lagere consumentenprijzen. Subsidie is een ruimer begrip dan alleen maar geld geven.
  • Onduidelijk is of de $1199 miljard in- of exclusief de $63 miljard is. Veel maakt dat niet uit.
  • Een VS-billion is wat wij een miljard noemen, en een VS-trillion is wat wij 1000 miljard noemen
  • Other EU is de EU minus Duitsland, Italië en Frankrijk.

Op Europese wijze uitgedrukt staat er dus dat de G7 jaarlijks $63 miljard expliciet uitgeven aan subsidie, en jaarlijks impliciet $1199 miljard kwijt zijn aan milieu- en gezondheidskosten die niet aan de veroorzakers van deze kosten in rekening worden gebracht. De belastingbetaler draait ervoor op of je gaat gewoon dood.
Het Niet-G7 deel van de wereld is $4658 kwijt.
De G7 is dus goed voor 20% van de mondiale milieu- en gezondheidskosten. Die 20% staat in de ring.
Nu bestaat de G7 uit rijke landen. Die $1199 miljard is goed voor 2,8% van het gezamenlijke BNP.
De niet-G7 landen zijn veel minder rijk en ongetwijfeld is hun vier maal zoveel goed voor een veel hoger percentage (dan 2,8%) van het gezamenlijke BNP – maar dat is niet uitgerekend.

Het staafdiagram splitst de $1199 op over de deelnemende landen. De VS dus meer dan de rest bij elkaar.

Toveren met hout

Chemistry World
Het publieksvoorlichtende tijdschrift Chemistry World kwam op 20 febr 2023 met het artikel ‘The wonderful wizards of wood’ ( the-wonderful-wizards-of-wood ). Daarin sprak Kit Chapman met enkele geleerden over hun radicaal vernieuwende houtprojecten.
Sommige ervan zijn zeer relevant. Ik heb er, naast Chapman, originele literatuur bij gepakt.

Maatschappelijk belang
De wereld heeft materialen nodig om plastic en staal en aluminium te vervangen. Hout kan daar, onder voorwaarden, voor dienen.
Bovendien kan er milieuproblematiek mee worden teruggedrongen.

Houten satellieten

Vooralsnog is voor mij een curiosum dat professor Takao Doi, die zelf astronaut geweest is, aan de Universiteit van Kyoto een satelliet ontwikkelt die voor een groot deel uit hout bestaat (afbeelding links). Die zou eind 2023 gelanceerd moeten worden. Samenwerkingspartner is Sumitomo Forestry Co. Het is wel een serieus verhaal, maar wat het waard is, moet blijken.
Doi is niet de eerste die met dit idee komt. Arctic Astronautics uit Finland werkt aan de WISA Woodsat (WISA is een merk gecoat multiplex). Vooralsnog is het niet meer dan een kubus, met inhoud, van 10cm waarvan alleen gemeld is dat hij getest wordt. Afbeelding rechts, zie https://arcticastronautics.fi/ . Het armpje is voor selfies. Vooralsnog lijkt het speelgoed of educatief materiaal. Of PR voor WISA multiplex.

De conservatieve houtwereld (geschematiseerd)
Houtboeren staan in een traditie van eeuwen en gedragen zich daar naar – welk gedrag ik overigens niet minacht, want ik heb grote waardering voor hout als bouwmateriaal.
Een gemiddelde houtboer kijkt van buiten naar binnen en ziet een stam met een nerf, die hij in stukken kan zagen om nuttige dingen mee te doen (vooral timmerhout en wat het beste uitkomt voor wat geen timmerhout is – papier, brandhout). De research is hoe je zo goed mogelijk een bos runt (natuur- of productie-).
Houtconservering betekent vaak vergif

Moderne onderzoekers kijken van binnen naar buiten. Ze zien een 3D-bio biopolymeer composiet met interessante vezels. Dat daar een stam omheen zit, is bijzaak (en als die stam dik  is, kan dat zelfs lastig zijn).
Ze denken vanuit de moleculaire en de nano-schaal.

De bouw van hout. Lignine is in deze tekening weggelaten

Hoe zit hout in elkaar?
De drie hoofdbestanddelen van hout zijn cellulose, hemicellulose en lignine.
Cellulose (het meest voorkomende organische polymeer op aarde) bestaat uit lange, rechte, onvertakte fibers die hout zijn stevigheid geeft.
Hemicellulose (ook een biopolymeer) werkt zo ongeveer als koppelelementen die binnen de celwand de cellulosevezels onderling verbindt. Hemicellulosevezels kunnen vertakt zijn.
Lignine is een amorfe massa die alles bij elkaar houdt. Een oppervlakkige vergelijking zegt dat lignine zoiets als het beton is en cellulose de bewapening.

Cellulosevezels stapelen zichzelf op tot microfibrillen, en die zijn zoiets als de structurele basiseenheid. Daaruit ontstaan hogere organisatievormen, zoals het vatensysteem. Hoe dat allemaal werkt is een vak op zich, en dat voert hier te ver.

Hieronder een doorsnee van ‘basswood’, een Amerikaanse versie van de linde (uit Structure of wood, Society of Wood Science and Technology (SWST), Teaching Unit nr1)

Basswood (lindenhout)

De traditionele houtverwerkende industrie gebruikt de scheikunde in beperkte mate, bijvoorbeeld de bulkproductie van papier. Daarvoor wil men schone (hemi)cellulose. Dus moet de lignine uit het hout gehaald worden, want anders verkleurt het papier en wordt het minder sterk. Lignine uit hout halen gaat goed met overzichtelijke methoden.
Er zit ook nog wat traditionele houtchemie in bijvoorbeeld de productie van terpentijn, maar door de bank genomen zijn dit bestaande procedé’s en was er weinig chemische vooruitgang.

De onderzoekers in het artikel van Chemistry World brengen recente chemische vooruitgang in beeld.

Rowell van de Universiteit van Wisconsin – Madison ( https://scholar.google.com/citations?user=DpqNFHkAAAAJ&hl=en ) heeft een imposant oeuvre op zijn naam staan.
Het recentste, veel geciteerde, werk gaat over de ‘Acetylation of wood’. Daarmee haalde hij Chemistry World. Dat is een houtconserveringstechniek, die al langer onderzocht wordt, en die geen gebruik maakt van gif. In plaats daarvan wordt azijnanhydride gebruikt. Deze stof bestaat uit twee aan elkaar gekoppelde moleculen van azijnzuur. Dat wordt ingebracht met bijvoorbeeld vacuümtechniek en verwarming met microgolven. Het ene azijnmolecuul koppelt zichzelf aan zijn wederhelft in een houtvezel, het andere molecuul vertrekt.
Bij een Zweedse proef bleef hout over 20 jaar beter dan bij gebruik van het vanwege zijn giftigheid inmiddels verboden wolmanzout.
Het systeem beschermt goed tegen schimmels en ook termieten happen minder snel weg (de beesten overleven het probleemloos).
Het hout wordt droger, iets volumineuzer en iets sterker, beter bestand tegen verwering, en werkt minder. Als je zin hebt om er meer van te weten, zie hieronder. De moeilijkheidsgraad valt mee.


Heb je bij Rowell nog het idee dat hij nog vooral in balken en planken en spaanplaat denkt, bij Liangbing Hu (Universiteit van Maryland) is het uitvinden doel in zich en als dat tot  betere planken leidt, is dat meegenomen.

Professor Hu met zijn superhout  (foto Universiteit Maryland)

Hu is afgestudeerd op koolstof-nanovezels en vond daarna uit dat nanofibers in hout daar erg veel van weg hebben. Boomstammen zijn niet interessant (veel te ingewikkeld), houtvezels in de boomstammen wel. Vooral nano.
Zijn spin-off InventWood ( https://inventwood.com/ ) mag er geld mee verdienen.
Een lezenswaardig artikel (naast dat waarmee dit verhaal begon) staat in het blad van de American Chemical Society (ACS) op Liangbing-Hu-makes-wood-stronger-than-steel .
Zie ook super-wood-could-replace-steel .

(van de site van Inventwood)

Uitgaande van een stuk reëel bestaand hout kun je twee kanten op: je kunt de natuurlijke porositeit minder maken (dan druk je het dicht) of je kunt die porositeit juist gebruiken en eventueel versterken.

Om het dichter te maken, sloop je de hemicellulose en de lignine gedeeltelijk uit het hout (niet te veel, niet te weinig). Dat gaat met zeven uur natronloog en natriumsulfiet en waterstofperoxide(een proces bekend uit de papierindustrie), en dan een dag samenpersen bij 100°C. De cellulosevezels gaan parallel liggen en knoesten worden platgedrukt. Er blijft eenvijfde van het oorspronkelijke volume over en dat hout is sterker dan staal, maar zes maal lichter.
Er is een filmpje dat een kogel in  gelaagd superhout blijft steken ( https://youtu.be/LVbczXDFe1Q ). Het pantser is niet zo goed als kevlar, maar wel zeer veel goedkoper. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie heeft belangstelling.
Op deze manier kan zacht hout als grenen of balsa, dat snel groeit en het leefmilieu niet bijzonder belast, opgewaardeerd worden tot hardhout.

Verdicht hout vliegt een stuk moeilijker in brand als normaal hout.
Anderzijds kan het heel goed tegen vocht. Bij een vijfdaagse proef in extreem natte omstandigheden zwelt het nauwelijks en, na het aanbrengen van een laag verf, helemaal niet.

En waar bij de productie van 1 kg staal 1,85kg CO2 vrijkomt, wordt bij de productie van 1 kg van dit hout 1,8kg CO2 opgenomen – voor een nog onbepaald lange tijd, vooral als je houten constructiedelen standaardiseert voor hergebruik.

Hout kan ook rubberachtig gemaakt worden (het stuit dan als een pingpongbal, zie squish-video-2 en bounce-video ).
Er is ook  doorschijnend hout beschikbaar (combinatie met plexiglas-hars).
Zie https://www.scientificamerican.com/article/stronger-than-steel-able-to-stop-a-speeding-bullet-mdash-it-rsquo-s-super-wood/ .

Transparant hout

Ook begint hout op de gewenste wijze vervormbaar te worden (op waterbasis, na verwijdering van lignine). Het kan dan in sommige toepassing kunststof vervangen. Zie moldable-wood-from-water .
De spin-off noemt op zijn website houten isolatiemateriaal dat ongeveer de rol over zou nemen van piepschuim.

Het is me nog niet duidelijk in hoeverre is al deze gevallen sprake is van oplossingen, op zoek naar een  probleem. De spin-off is er goed voor. Transparant glas in tuinbouwkassen? Pingpongbalhout als schokdemper?

Wat zinvol en uitvoerbaar oogt, en niet met andere methodes bereikbaar, is thermische isolatie die in verschillende richtingen verschillend werkt.  In Science Advances van 09 maart 2018  ( https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.aar3724 ) schetsen Lianbing Hu e.a. hoe men met nano-cellulosefibers thermische isolatie zou kunnen maken die dwars op de vezelrichting sterker isoleert dan in de vezelrichting. Simpel gezegd: wat er van boven op valt en niet teruggekaatst wordt, komt er opzij uit. Natuurkundig gezegd formuleert Hu het als volgt: het materiaal is van boven thermisch wit (neemt nauwelijks zonlicht op) en opzij thermisch zwart (straalt in het infrarood alles uit). Ik denk dat het effect bestaat, maar dat de bewering van Hu wat te sterk aangezet is.
De spin-off biedt het nog niet aan op zijn website.

Science Advances, 09 maart 2018, https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.aar3724

Een andere interessante gedachte is dat je met hout water zou kunnen ontzouten. Je laat een dunne plak hout (bijvoorbeeld lindenhout), waarvan je de bovenkant door even verkolen zwart gemaakt hebt, in zout water drijven waardoor het hout doet wat bomen altijd doen, namelij water naar boven pompen. Onder fel licht zou de temperatuur dan zo hoog worden dat het water in de houtvaten gaat koken en als stoom ontwijkt. Die kan dan worden opgevangen en gecondenseerd (waar overigens dan ook weer ergens koude vandaan gehaald moet worden).

Normaliter degraderen die vaten snel omdat het zout zich op de wand af zet. Hu stelt dat dat bij bomen niet gebeurt omdat die eraan gewend zijn, en omdat er aanvullende maatregelen mogelijk zijn. Je zou graag willen dat het waar was, maar het artikel in kwestie ( solar-evaporator-offers-a-fresh-route-to-fresh-water ) is al weer van april 2019 en ik heb nog geen vervolg gezien.
De spin-off biedt nog niet wat aan.

3D-printen met hout
Nog even terug naar het artikel in Chemistry World.

Doron Kam van de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem kan allerlei objecten 3D-printen met cellulose nanovezels, zaagsel en een bepaald soort hemicellulose als dispersie in water.  
Tevreden is hij er nog niet mee. Het uitgangsmateriaal is te heterogeen van grootte en de objecten zijn te watergevoelig.

En waar laat je de lignine?
Hu zegt dat ze in de papierindustrie zeggen ‘you canmake everything out of ligni except money’. Meestal wordt het verbrand voor warmte. Vooralsnog noemt Hu geen betere bestemming, maar hij suggereert dat hij bezig is.

In Nederland wordt overwogen om lignine te gebruiken als vulmiddel voor asfalt. Als minstens 45% uit lignine bestaat, mag het bio-asfalt heten van RVO ( officiele definitie bio-asfalt ) en zie ook https://www.infrasite.nl/wegen/2023/05/01/plantaardig-asfalt-kan-uitstoot-wegaanleg-halveren/?gdpr=accept .

Demonstratie bij Rabobank Eindhoven en Utrecht

De landelijke organisatie Milieudefensie heeft 29 grote, in Nederland opererende bedrijven aangeschreven met de eis dat deze een klimaatplan maken, waarin de uitstoot van CO2 in 2030 met 45% verminderd is t.o.v. 2019.

Een van deze 29 bedrijven is de RABO-bank.

Naast de klimaateis wil Milieudefensie dat RABO meehelpt de stikstofcrisis op te lossen, niet investeert in bedrijven zonder klimaatplan, naar een portefeuille met 25% biologisch toewerkt en geen leningen meer verstrekt aan de intensieve veehouderij.

Actie bij landelijke vergadering van certificaathouders RABObaank
Als onderdeel van de strategie bezoekt Milieudefensie Algemene Aandeelhoudersvergaderingen (bij de RABO-bank heet dat certificaathouders) om in die vergadering kritische vragen te stellen.
Deze actie wordt ook gesteund door Greenpeace en XR Landbouw.

De Algemene vergadering van certificaathouders van de RABObank vond plaats op dinsdag 16 mei, bij het hoofdkantoor van de RABO-bank, in Utrecht.

Er zullen iets van 300 mensen geweest zijn (valt helemaal niks tegen), waarvan er een kleine honderd richting de certificaathoudersvergadering gingen.

Naast het binnenprogramma, dat uit het stellen van kritische vragen bestond, was er ook een mooi buitenprogramma met muziek van Utrecht aan Zeemanskoor, De Tegenwind en Bovenste Knoopje Open. Ook actrive Carice van Houten was er en sprak de mensen binnen en buiten toe.
Daarnaast spraken er bij elkaar een zevental sprekers.

Carice van Houten bij de demonstratie bij het Utrechtse kantoor van de RABObank op 16 mei 2023

Het Utrecht aan Zeemanskoor (demo RABObank, Utrecht, 16 mei 2023)

Blazersgroep Tegenwind (demo RABObank, 16mei 2023)

Muziekgroep Bovenste Knoopje Open (Demo RABObank, 16 mei 2023)

Een verslag, met o.a. de tekst van Carice van Houten, is te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/ook-rabobank-zegt-nee-tegen-het-klimaat .

Voorafgaande Eindhovense actie bij RABO-bank
Om zelfstandig ook in Brabant druk uit te ofenen (waar de RABObank de grootste financier was van het verzieken van het platteland), organiseerde Milieudefensie (de lokale afdeling en de pas ontstane Operatie Klimaat-groep) op donderdag 11 mei een korte demonstratie bij het oude hoofdkantoor van de Rabobank aan de Fellenoord (het pand huisvest overigens nog steeds RABO-activiteiten, maar nu is het een bijkantoor). Ook hier steun van XR en enkele politieke partijen (Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks).

Demonstratie op 11 mei 2023 bij het oude hoofdkantoor van de RABObank aan de Eindhovense Fellenoord in de actieweek, voorafgaande aan de landelijke demonstratie (zie hieronder)

Er waren ongeveer de verwachte 25 mensen en voor deze korte flitsactie was dat mooi. Er had ook nog een metersgroot rose opblaasvarken moeten staan, maar dat ging door autopech op het laatste moment de mist in. Vonden sommige medewerkers van de RABObank eigenlijk wel jammer (even mee gepraat, sfeer was gemoedelijk).
En er stond een mooi stuk in het Eindhovens Dagblad

Ik heb voor Milieudefensie nog een kort verhaal afgestoken. Wie dat wil lezen, kan het vinden op


Een dag later vond een vergelijkbare demonstratie plaats bij de RABObank aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. Ook daarvan maar een plaatje.

OK/MilDef-demo RABObank Bezuidenhoutseweg Den Haag, 12 mei 2023

Milieudefensie Eindhoven steunde XR-demonstratie bij vliegveld

Milieudefensie Eindhoven heeft de klimaatdemonstratie van Extinction Rebellion (XR) bij Eindhoven Airport, op 25 maart 2023, gesteund door mee te helpen met de bekendmaking. Ik heb daaraan ook als persoon meegewerkt.

De demonstratie bestond in praktijk uit een aangekondigd deel met een podium en een programma, en een niet-aangekondigd deel dat à la XR het hek doorknipte en bij de privévliegtuigen ging zitten.

De luchtvaart staat volgens XR bekend vanwege de uitstoot van CO2. In de regio veroorzaakt Eindhoven Airport luchtvervuiling, geluidsoverlast, en wordt er gezondheidsschade aangericht. Bovendien heeft Eindhoven Airport, net als Schiphol, de natuurvergunning voor de burgerluchtvaart niet op orde. Dit kan zo niet langer. We bevinden ons in een klimaatcrisis en ook Eindhoven Airport moet mee gaan doen.

XR nodigde alle omwonenden van harte uit deel te nemen aan deze manifestatie, waarin voor een afwisselend programma werd gezorgd met sprekers van bijvoorbeeld Fridays For Future en de Partij voor de Dieren, comedy, en muziek van Huskey en Rythms of Resistance. Klimaatactivisten van Christian Climate Action verzorgden een gebedsviering.  

XR is een wereldwijde burgerbeweging die zich inzet om het leven op aarde te behouden. Rebellen van XR zetten druk op overheden en grote bedrijven – met vreedzame, creatieve en ontregelende acties – om te zorgen dat deze in actie komen tegen de klimaat- en ecologische crisis.

Hieronder enkele foto’s.

Spandoek op de parkeergarage van Eindhoven Airport
Julia van Fridays for Future aan het woord
Optreden van de Red Rebels
Het publiek bij het aangekondigde deel van de demonstratie
Achter het hek. Hoop politie en marechaussee op de been.

Eindhovens-Helmonds Climate-neutral Smart City project blijft om de hete brij heendraaien

Solutionslab Eindhovense vervolgsessie Evoluon 13 maart 2023. Tweede van links minister Jetten.
Solutionslab Eindhovense vervolgsessie Evoluon 13 maart 2023.

De Europese Commissie heeft in april 2022 honderd Europese steden aangewezen als ‘Climate-Neutral and Smart Cities’. Daarvan zeven steden in Nederland, en daarvan Eindhoven en Helmond in combinatie. De bedoeling is dat die steden in 2030 klimaatneutraal zijn.
Het besluit dat er een dergelijk programma komt, is eerder genomen. De Europese Commissie heeft in december 2019 vijf ‘moonshot-programma’s’ gedefinieerd, waarvan dit Cities-project er één is. Voor 100 steden binnen de EU en 12 steden buiten de EU ligt samen 360 miljoen op de Europese plank.
De gemeentes zitten permanent op zwart zaad en dat Eindhoven en Helmond een paar miljoen hopen te vangen uit Brussel is alleszins te begrijpen.

De aanpak moet niet alleen technologisch zijn. In het Stedelijk Klimaat Contract voor Eindhoven dd sept. 2020 (zie hierboven) wordt de aanpak als volgt omschreven “Belangrijk is de verschuiving in het denken die heeft plaatsgevonden van een missie die zich richtte puur op het vinden van (technologische) oplossingen voor klimaatverandering, naar een missie die de noodzakelijke systemische transformatie van onze maatschappij centraal stelt. Met andere woorden, ‘business as usual’ gaat ons er niet brengen en we moeten een heel ander paradigma vinden en dus, onder andere, de rol en positie van de overheid en overheidsorganisatie in vraag durven stellen en ook het businessmodel achter de klimaat transitie moeten heruitvinden.
Daarnaast komt ook sterk naar voren dat de burger en zijn leefwereld centraal  moeten staan. De gedachte hierachter is dat de missie enkel resultaat zal opleveren als ze gedragen wordt door de burger, en de burger zal de visie, doelstellingen en acties enkel actief steunen als die van hem/haarzelf uitgaan. Het is wel cruciaal om in dit proces de overkoepelende missie ambitie van klimaat neutraliteit niet uit het oog te verliezen.” Gegeven de recente uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen 2023 op zich geen absurde gedachte.

Publiekssessie dd 09 sept 2020 in het Klokgebouw (in Coronatijd)

Als buitenstaander zie je van het Cities-project alleen wervend bedoelde publiekssessies. De eerste was in 2020 (in Coronatijd). Zie https://www.bjmgerard.nl/de-klimaatneutrale-stad-eindhoven-en-het-eindhovens-klimaatnetwerk/ .
De laatste, die van 13 maart jl, was drukker en charmanter opgezet. Minister Jetten mocht even iets zeggen, de kunstenaar-filosoof Van Mensvoort mocht op prikkelende wijze verwoorden wat voor ingevoerde leken niets nieuws was, en een kleine 30 werkgroepen mochten verwoorden wat volgens die werkgroep de oplossing was voor zelfbenoemde problemen en die mochten ze op een kubus schrijven. En van die kubussen werd dan de muur opgebouwd die achter het panel te zien is.

Het is allemaal best wel leuk en professioneel opgezet, maar je ziet in de sessies geen echte vooruitgang. Het is en blijft een beetje oude jongens/meisjes/anderszins progressief krentenbrood.
Je zou verwachten dat de sprekers, naast wervende teksten, ook  serieuze verhalen gingen vertellen wat men gedaan had met de ideeënopbrengst van eerdere sessies, en welke strategie zich aan het ontwikkelen was. Maar het blijft bij herformuleringen van de uitdagingen en bij algemeenheden in de geest van ‘vitale binnenstad’, ‘robuuste regio’, ‘leefbare wijken’ en bestendige bedrijventerreinen’. Zaken waar niemand tegen kan zijn, maar die ook niet erg informatief zijn.

De Europese Commissie heeft vast niet bedoeld dat het geheel verboden was om, tussen de draagvlakoperaties door, ook over technologische oplossingen te praten.

Enig gevoel van urgentie is zeker op zijn plaats, zeker als het doeljaar 2030 is. Immers, in 2019 wekte Eindhoven 9,8% van zijn energie duurzaam op en Helmond 3,4%. Dat zou dus in 2030 100% moeten zijn. Zie https://www.bjmgerard.nl/brabantse-en-landelijke-energie-en-mobiliteitmonitor/ .

Nu kent de gemeente Eindhoven, niet geheel achterlijk zijnde, uiteraard wel andere documenten die dieper op de feiten ingaan. Het beste planningsinstrument is de Klimaatbegroting 2023 (te vinden op https://raadsinformatie.eindhoven.nl/zoeken?keywords=klimaatbegroting+2023&limit=10&document_type=&search=send ). Ook daarin is de gemeente nog sterk zoekende.
De teneur wordt weergegeven in bovenstaande samenvattingstabel. ‘Klimaatdoel 2030’ is de gangbare Europese Fit for 55-ambitie (55% minder in 2030 dan in 1990), Missie Europa is die welke bij het Climate Neutral Cities-project hoort dat hier besproken wordt.
(Uitleg: de dalende trend die nu feitelijk bestaat moet 1,2* sneller om Fit for 55 te voldoen, en 2,3* sneller om aan het Cities-project te voldoen. Indirecte CO2-uitstoot komt vrij tijdens het produceren en vervoeren van producten die door Eindhovenaren gekocht en gebruikt worden, maar ergens anders zijn gemaakt.)
Hieronder die trends van de directe en indirecte en totale Eindhovense CO2 (uit genoemde Klimaatbegroting 2023, in absolute cijfers),  en daaronder de trend voor de directe Eindhovense CO2 (zelfde bron, relatieve cijfers, 1990 = 100%, met doorgetrokken trendlijnen zoals ze zijn en zoals ze zouden moeten zijn, Klimaatverordening = Fit for 55).

Een echte strategie biedt de Klimaatbegroting 2023 niet. De trend om in 2030 op 0 uit te komen is een gedachtenconstructie hoe het zou moeten, er ligt geen verhaal onder.
Het verhaal blijft beperkt tot lopende zaken en de korte termijn voor de toekomst.

Er zijn verzachtende omstandigheden. Er wordt teveel aan taken bij de gemeenten over de schutting gegooid met te weinig aanhangend geld.
Aan de andere kant haalt Brabant als provincie een hoger percentage hernieuwbare energie op alle energie (10,7%) dan Eindhoven, en zitten sommige grote steden in den lande qua duurzaamheid hoger dan Eindhoven, en al helemaal hoger dan Helmond. De Brainportregio is een onderpresteerder. Zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-eindhoven-waarom-heeft-brainport-geen-duurzaamheidsplan/ en daarop volgende mails over Brainport, en https://www.bjmgerard.nl/eindhoven-redelijke-middelmaat-in-duurzaamheidsrapport-pon-telos-helmond-slecht/ .

Ook een open vraag is in hoeverre het mogelijk is een grote stad op een klein oppervlak als Eindhoven überhaupt klimaatneutraal te krijgen. Nederland als geheel wordt (als het goed is) klimaatneutraal is met steun van de Noordzee. Je moet je afvragen of Eindhoven niet ook een stuk windpark op de Noordzee moet afhuren (zoals bijvoorbeeld ook ASML doet).

Je zou willen dat dit soort politieke dilemma’s duidelijker in de presentaties naar voren kwamen, niet in het minst omdat minister Jetten erbij zat. En bovendien om kritiek uit te spreken op de eigen gemeente, zoals op dat Helmond, ondanks de mooie verhalen, een zonnepark op een oude vuilstort van Solarcentury geweigerd heeft ( https://www.bjmgerard.nl/solarcentury/ ).

Men zou in een dergelijke publieksbijeenkomst kritischer naar de eigen praktijk moeten kijken, en niet alleen mooi weer-presentaties geven.


Vervolgbijeenkomst op 3 april 2023 in Dynamo


Op 03 april 2023 vond in het Eindhovense jongerencentrum Dynamo een vervolgbijeenkomst plaats. Er waren ca 200 mensen en de kubussen en de post-it borden stonden er weer.Eindhoven hangt de wisselwerking met het publiek op aan enkele thema’s:


Het was een beetje hetzelfde liedje: er wordt druk gestreefd naar draagvlak en dat is terecht, maar het blijft om het probleem heencirkelen. Mogelijk gebeurt er van alles achter de schermen, maar voor de schermen merk je daar nog weinig van.
Ik hoorde onder andere van een ambtenaar terzake, waar ik een goed gesprek mee gehad heb, dat de gemeente Eindhoven bezig was met een grote formatie-uitbreiding op klimaat- en energiegebied. Het gesprek ging ook over andere energie- en klimaatzaken. Wordt mogelijk vervolgd.

Koolstof uit de atmosfeer houden of halen

Aanleiding
Directe aanleiding voor dit artikel is dat in de Werkgroep Klimaat van het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) nagedacht wordt over manieren om de klimaatimpact van het vliegen te verminderen. Ik ben een van de trekkers van die Werkgroep en mevrouw Mols, duurzaamheidsfunctionaris namens Eindhoven Airport, is een andere trekker.

Vooropgesteld zij dat we van mening verschillen over wat er met beïnvloeding te bereiken  valt, met name of de ca 45% vermindering van de CO2-uitstoot, die Eindhoven Airport in 2030 bereikt wil hebben (zie https://www.bjmgerard.nl/eindhoven-airport-reageert-op-duurzaamheidsaanschrijving-milieudefensie-en-hoe-schiphol-daarin-staat/ ) met alleen technische middelen bereikt kan worden. Ik denk van niet en het vliegveld zegt van wel. We zullen zien.

In de Werkgroep Klimaat hebben we bij aanvang besloten deze vraag éénmaal formeel te benoemen en vervolgens te parkeren. Immers, ook als de 45% gehaald zou worden, blijft altijd nog de 55% over en daar moet men ook wat mee. Bovendien staat er in de nieuwe (en nog niet in de Kamer behandelde) Luchtvaartnota 2020-2050 een nog niet gekwantificeerde CO2-cap op regionale vliegvelden.  Effectieve anti-CO2-maatregelen hebben dus sowieso zin.
Er kan dus samengewerkt worden omdat partijen, met uiteenlopende perspectieven, bij hetzelfde baat hebben.

Zodoende komen er drie soorten techniek langs:

  • Sustainable Aviation Fuel (SAF). Dat is waar het artikel achter de bovenstaande link over gaat, en waar veel andere artikelen op deze site over gaan
  • Elektrisch vliegen. Hieraan wordt in een van de volgende LEO-overleggen een Masterclass gewijd die, volgens nadrukkelijke toezegging, niet alleen over propaganda gaat maar ook over reële vragen als wat kan er momenteel? Hoe stil zijn elektrische vliegtuigen werkelijk? Hoe tellen ze mee in de cijfermatige begrenzingen van het vliegveld? Wat wil je met luchttaxi’s? Zijn elektrische vliegtuigen aanvullend op ontbrekende spoormogelijkheden (bijv. Dublin of Glasgow), of gaan ze concurreren met bestaande spoorverbindingen (bijv. Parijs)?
    Ik kom  hier te zijner tijd op terug. OP deze site staat al het nodige over elektrisch vliegen, oa https://www.bjmgerard.nl/wp-admin/post.php?post=15493&action=edit en https://www.bjmgerard.nl/regering-start-ontwerp-actieprogramma-hybride-elektrisch-vliegen-op/
  • Koolstof uit de atmosfeer halen. Bij het IPCC heet dat Carbon Dioxide Removal (CDR) of kortweg Carbon Removal.
    Hierover gaat dit artikel.

Het IPCC en Carbon Removal
Zoals gezegd, is het vliegveld de aanleiding, maar de werkelijkheid is zeer veel ruimer.

In zijn laatste publicatie Mitigation of Climate Change (AR6, Werkgroep III, 2022) stelt het IPCC dat we zover heen zijn dat willen we een ramp voorkomen, alles uit de kast gehaald moet worden. Daaronder ook Carbon Removal. Een van de citaten:

Het rapport is te vinden op https://www.ipcc.ch/report/sixth-assessment-report-working-group-3/ . Het is aan te raden om alleen de Summary for Policy Makers binnen te halen (hieruit komt bovenstaand citaat en onderstaande grafiek).

Carbon Removal Technieken en Diensten
Er is inmiddels een hele bedrijfstak ontstaan van organisaties die tegen betaling koolstof uit het systeem willen halen, en andere organisaties die dat certificeren. Samen heet dat de Carbon Offset Market.
Het belangrijkste tarief is wat een koper kwijt is voor een ton CO2. In het ETS van de EU zit dat momenteel rond de €100 per ton (een ‘emissierecht’ kost dus momenteel  dit bedrag).

Meestal denkt men dan aan projecten waarbij bossen niet gekapt worden of (op)nieuw aangeplant. Deze sector heeft niet altijd een goede reputatie. Met name projecten die bestaan uit het niet kappen van bos dat anders wel gekapt zou zijn, zijn riskant. Hoe weet je zeker dat het bos anders wel gekapt zou zijn en hoe weet je dat het in de toekomst inderdaad overeind blijft? Ook bij bonafide bedoelingen kan het fout lopen, bijvoorbeeld door beestjes, droogte of bosbrand.
Bos is geen betrouwbare manier om koolstof langdurig op te slaan.

Eindhoven Airport gebruikt Airport Carbon Accreditation, zie https://en.wikipedia.org/wiki/Airport_Carbon_Accreditation en https://www.airportcarbonaccreditation.org/ .Die is opgericht door de Airports Council International (ACI), de brancheorganisatie van luchthavens. De bijbehorende ‘offsetting manual’ is te vinden op https://www.airportcarbonaccreditation.org/component/attachments/?task=download&id=189 .

Bosprojecten zijn niet meer dan een uiterste positie op een breed scala aan mogelijkheden.

Dat kan het beste worden uitgelegd aan de hand van de The Oxford Principles for Net Zero Aligned Carbon Offsetting , opgesteld door de gelijknamige universiteit. Het document is te vinden op https://www.ox.ac.uk/news/2020-09-29-oxford-launches-new-principles-credible-carbon-offsetting .
De principes zijn neergelegd in een tekst, die onder aan deze pagina te downloaden is (zijnde https://www.smithschool.ox.ac.uk/sites/default/files/2022-01/Oxford-Offsetting-Principles-2020.pdf ).

Voor beter begrip eerst een plaatje uit deze principles. Het is een indeling (een ‘taxonomie’).

Eerst de belangrijkste regels, in een samenvatting van de universiteit zelf (ik heb zelf het eerste punt dikgedrukt, mede omdat adt onmiddellijk relevant is voor Eindhoven Airport waarmee dit verhaal begon):

Carbon offsetting, if done properly, can contribute to net zero strategies, especially in hard-to-decarbonize sectors such as aviation and agriculture. However, offsetting, if not done well, can result in greenwashing and create negative unintended impacts for people and the environment.
There are four key elements to credible net zero aligned offsetting, according to the multidisciplinary team from the University of Oxford:

  • Prioritise reducing your own emissions first, ensure the environmental integrity of any offsets used, and disclose how offsets are used.
  • Shift offsetting towards carbon removal, where offsets directly remove carbon from the atmosphere;
  • Shift offsetting towards long-lived storage, which removes carbon from the atmosphere permanently or almost permanently; and
  • Support for the development of a market for net zero aligned offsets.

The report also highlights the need for a credible approach to nature-based carbon offsets, such as forest restoration.

Ik zal hieraan wat nadere uitleg wijden, waarbij ik voor de leesbaarheid de onderste rij vergroot zal afdrukken per blok van twee.

De Principles maken enkele vormen van onderscheid. Verschillende types zijn overigens combineerbaar, ze sluiten elkaar niet uit.

Het ‘nulde’ onderscheid is of de ingreep betrouwbaar en duidelijk is of niet.
Het eerste onderscheid is tussen koolstof uit de atmosfeer houden (‘reduction’) en uit de atmosfeer halen (‘removal’).
Het tweede onderscheid is of er wel of geen koolstof wordt opgeslagen (‘storage’ ja of nee)
Het derde onderscheid is hoe lang de opslag duurt (‘short lived’ of ‘long lived’). Neem als vuistregel 100 jaar als omslagpunt.

Van Renewable Energy weet je van  tevoren dat CO2 niet in de lucht komt die bij een fossiele bron wel in de lucht was gekomen, en N2O (lachgas) en methaan – beide krachtige  broeikasgassen – kun je afvangen en vernietigen voor ze in de lucht komen (dat doet bijvoorbeeld een mestvergister).

(II) Met ‘avoided damage tot ecosystems’ wordt bijvoorbeeld bedoeld dat je een bos niet kapt voor een niet-bosbestemming. De in het hout opgeslagen koolstof telt als ‘short-lived storage’).
Bij ‘Avoided changes to agricultural practices that retain already-stored carbon’ kan men bijvoorbeeld denken aan het niet-scheuren van bestaand oud grasland. In die bodem zit veel koolstof opgeslagen. Een ander voorbeeld is het niet-ontwateren van veengrond (die veel koolstof bevat die afgebroken wordt bij aanwezigheid van zuurstof).
De productie van biokerosine kan men hier ook onder laten vallen (short-lived = de levensduur van de biokerosine).

(III) CCS betekent ‘Carbon Capture and Storage’. Er wordt mee bedoeld dat je de CO2 uit een schoorsteen afvangt (die zou anders in de lucht gekomen zijn) en langdurig opbergt, bijvoorbeeld onder de grond, al dan niet in reactie met vulkanisch gesteente.

(IV) komt er in diverse varianten op neer dat je een slecht biologisch systeem opwaardeert waardoor weer CO2 uit de lucht gehaald wordt en opgeslagen als koolstofverbinding (bijvoorbeeld herbebossing). Biologische opslag geldt als short-lived. Een bos kent teveel risico’s om er het eeuwige leven aan toe te schrijven.
Timmerhout kan bij goede zorg en hergebruik (standaardisatie) eeuwen meegaan en telt dan als long-lived storage (maar dan is het geen biologisch systeem meer). Zie bijvoorbeeld https://www.bjmgerard.nl/houtbouw-voor-het-klimaat-terug-naar-de-toekomst/ .
De productie van electro-fuels, waarbij CO2 uit de lucht gehaald wordt en gecombineerd met waterstof tot bijvoorbeeld synthetische kerosine, kan men zien als Carbon Removal with short-lived storage (zie https://www.bjmgerard.nl/het-c2fuel-project-over-hergebruik-vna-afgevangen-co2/ ).

(V) Bij BECCS worden planten als CO2-removers gezien en ontstaat bij verbranding die CO2 terug, maar die wordt dan opgevangen. Bij Direct Air Capture wordt de CO2 rechtstreeks uit de lucht gehaald. In beide gevallen moet die CO2 dan langdurig worden opgeborgen.
Mineralisation en enhanced weathering (verwering) betekenen ongeveer hetzelfde. In beide gevallen verbindt de CO2 zich met vulkanisch gesteente, dat uit silicaten of verweringsproducten daarvan bestaat, tot carbonaten (calciumcarbonaat is kalksteen).
Dat kan aan het oppervlakte gebeuren en dan heet het verwering. Het vulkanische gesteente olivijn (ijzer-magnesium silicaat) kan worden fijngemalen en uitgestrooid, bijvoorbeeld in getijdegebieden, waarna het in situ CO2  bindt ( https://www.bjmgerard.nl/zeven-km3-olivijn-om-de-aarde-te-redden/ ). Het kan ook door contact met bijvoorbeeld lava onder de grond en dan heet het mineralisatie. Dat kan bijvoorbeeld op IJsland.

Nu nog was losse dingen.

CO2 binden in IJslandse lava
Climeworks op IJsland vangt CO2 en geeft dat aan zijn partner Carbfix die het in de lava duwt. Momenteel halen beide samen 40kiloton CO2 per jaar uit de lucht en dat is nog microscopisch weinig, maar er is veel vulkanisch gesteente op aarde en op papier is de gedachte wijd opschaalbaar. Zie https://climeworks.com/  en https://www.carbfix.com/ .

Grote jongens zoals Microsoft en de Boston Consultancy Group staan in de rij om hun bestaan CO2 – loos te krijgen.

Het gebergte van Oman bestaat uit basaltrots. In beginsel zou dat hele gebergte in de carbonaatvorm gebracht kunnen worden. De praktijk is nog vooral onderzoek. Bijvoorbeeld waar het percolatiewater in dat woestijnachtige gebied vandaan moet komen. Uit zee?

Bomen op Nieuw-Zeeland en LULUCF
Nieuw-Zeeland heeft, analoog aan de Europese Unie, een eigen Emission Trade System opgezet. Daarin heeft het ook zijn bossen ondergebracht. Zie https://www.mpi.govt.nz/forestry/forestry-in-the-emissions-trading-scheme/ . Er staan tabellen in waarin de koolstofopslag per bectare per boomsoort afgebeeld staat. Planten of verwijderen moet gemeld worden.
Het oogt professioneel, maar lijkt nog niet helemaal af. Ik zie nog maar weinig boomsoorten.

Wereldwijd geldt vanuit de UN Land Use and Land Use Change Forestry (LULUCF), ook wel (Agriculture,) Forestry and other land use ((A)FOLU), is de broeikasgasboekhouding voor het landgebruik en de veranderingen daarin, inclusief de bossen. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Land_use%2C_land-use_change%2C_and_forestry .
Europa valt ook onder het LULUCF en heeft daarvoor eigen regelgeving.

Biochar
Biochar is zoiets als houtskool (‘char’coal). Je verhit biomassa in een zuurstofarme omgeving en houdt iets over dat vooral uit koolstof en as bestaat ( https://en.wikipedia.org/wiki/Biochar ). Anders dan in een houtskoolmeiler ontwijken de vluchtige gassen niet, maar worden die gebruikt.
Ook anders dan bij houtskool, is biochar bedoeld als eindproduct dat met grond wordt gemengd. Daar kan de stof eeuwenlang onaangetast blijven zitten. In die zin is het een koolstofsink. Men schrijft er, onder andere vanwege de porositeit, bodemverbeterende eigenschappen aan toe, maar dat is een claim die ik niet kan beoordelen. Blijkbaar zoiets als een soort bodem-Norit.

Ik sprak op de Energiebeurs in Den Bosch de directeur van HYDEVCO, welke onderneming vertegenwoordiger is van Haffner Energy. Naast biochar is het voornaamste doel waterstof.
Zie https://hydevco.eu/technologie/ .

Een andere biocharprodicent is Puro.Earth ( Puro.Earth biochar ).  Dat is tevens een voorbeeld van een van de ondernemingen die een pakket aan diensten aanbiedt, waarvan dus biochar er een is.
Ik heb er iets neer vertrouwen in dan gemiddeld, omdat Puro.earth zich laat controleren door Det Norske Veritas (in Nederland bekend als de DNV in DNV GL – de GL is er inmiddels af).

American University, Washington DC
Deze onderwijsinstelling heeft ene researchprogramma over Carbon Removal. Zie https://www.american.edu/sis/centers/carbon-removal/what-it-is.cfm . Het is een goede link voor wie een overzicht wil over het veld en wie de technische termen wil kennen (Glossary). De kwaliteiten van de research kan ik niet beoordelen.

McKinsey – handleiding
McKinsey heeft een handleiding geschreven voor ondernemingen die willen verduurzamen m.b.v. koolstofrechten. Zie https://www.mckinsey.com/capabilities/sustainability/our-insights/co2-removal-solutions-a-buyers-perspective . Nuttig voor het begrip om dezelfde stuff vanuit een ander perspectief te zien. De tekst is gratis downloadbaar, maar dan  moet je een account hebben. Dat kost niets en je kunt een heleboel geestesproducten van McKinsey gratis toegestuurd krijgen.

Tampons duurder door klimaatverandering

Er zijn nog steeds veel mensen met primair sociaal-economische reflexen voor wie het klimaat iets is dat er bij komt naast wat echt belangrijk is. Maar klimaatverandering staat niet naast sociaal-economische problemen, maar is er de directe oorzaak van.
Als voorbeeld tampons, watjes, luiers en spijkerbroeken die duurder worden door een klimaatgerelateerde katoencrisis in de VS.

Het klimaat jaagt de inflatie aan.

Katoenveld

Katoen
In de New York Times (NYT) van 19 feb 2023 staat een verhaal over de instortende katoenteelt in West-Texas. Het artikel is te vinden op https://www.nytimes.com/2023/02/18/climate/climate-change-cotton-tampons.html?searchResultPosition=4 , maar het zit achter de betaalmuur. Er is een vertaling van 360 Magazine.

Voor een verhaal over katoen zie https://en.wikipedia.org/wiki/Cotton en https://en.wikipedia.org/wiki/Gossypium_barbadense .

Katoen zuipt water. Door de bank genomen vereist één kilo katoen 8000 tot 10.000 liter water, maar in droge gebieden kan het flink meer zijn. De plant heeft veel ongediertebestrijding nodig.

Mondiaal is 90% van de katoen ‘upland-katoen’. Die heeft relatief korte en grove fibers en wordt gebruikt voor de minder subtiele toepassingen. De ‘pima-katoen’, goed voor mondiaal 8%, heeft langere vezels en wordt gebruikt voor hoogwaardiger kleding.

Regions where the water level has declined in the period 1980-1995 are shown in yellow and red; regions where it has increased are shown in shades of blue. Data from the USGS.

Let wel dat deze kaart bijna 30 jaar oud is.

De Ogallala-aquifer, de dust bowls en de instortende katoenoogst
De katoenteelt in West-Texas bestaat bij de gratie van de Ogallala-aquifer, een grote grondwaterhoudende laag die zich onder acht westelijke staten bevindt ( https://en.wikipedia.org/wiki/Ogallala_Aquifer ). Het is het gebied waar in de jaren ’30 van de vorige eeuw de ‘dust bowls’ woedden en die herinnering komt in het NYT-artikel terug.
De aquifer hielp toen om door irrigatie het gebied weer leefbaar te krijgen, en als uitvloeisel van die overheidsprogramma’s uit de New Deal kwam de katoenteelt in West-Texas terecht en bijna nergens anders in de VS – een monocultuur op een mono-locatie.
De aquifer is groot en het ging een hele tijd goed, maar het klimaat maakt de zomers heter en droger en de balans tussen onttrekking en natuurlijke aanvulling werd steeds schever. Daarnaast schijnt het waterbeheer in de VS nogal anarchistisch georganiseerd te zijn, dus men kan niet uitsluiten dat het  klimaat een handje geholpen is door menselijk wanbeheer.

Hoe dan ook, de katoenteelt stort in. Texaanse boeren raakten in 2022 driekwart van hun aangeplante gewas kwijt. Boer Evans zei tegen de NYT dat toen hij begon in 1992, hij ongeveer 90% van zijn katoenvelden kon irrigeren met water uit de Ogallala. Nu is dat nog maar 5%, zegt Evans, en het wordt steeds minder. Met nieuwe technieken en andere gewassen probeert hij zijn hoofd boven het woestijnzand te houden, maar hij ziet om zich heen veel boeren met pensioen gaan.

De schade in de regio is enkele miljarden dollar. D e boeren willen steun, maar de politieke vraag wordt al opgeworpen of je niet beter op die locatie kunt stoppen met katoen. Men is bang voor steun tegen de klippen op op een locatie, die ooit min of meer toevallig voor katoen bestemd is.

Tampons, luiers, spijkerbroeken en de inflatie
De VS (en dus West-Texas) is de derde katoenproducent en de eerste katoenexporteur ter wereld. De gevolgen zijn dus mondiaal merkbaar.
Tegelijk heeft Pakistan (de zesde katoenproducent ter wereld) zijn katoenoogst verloren zien gaan door het andere uiterste in het klimaatrampenscenario. Overigens is ook daar menselijk landbeheer mede oorzaak.

De helft van de denim in spijkerbroeken als Wrangles en Lee komt uit de VS, en ruim de helft van het prijskaartje berust op de katoen. Het andere deel berust op arbeid en bewerkingen, hoewel ook dat tot prijsstijgingen leidt. Een spijkerbroek ging in anderhalf jaar tijd van $35 naar $58.
Watjes en tampons echter vragen nauwelijks om productbewerking, zodat daar het overgrote deel van de gestegen katoenprijs rechtstreeks doorberekend moet worden – zegt Schulten van Procter & Gamble. Een doos Tampax bij Walmart ging ineens van $9 naar $11.

Tampons werden in 2022 in de VS 13% duurder, katoenen luiers 21%, katoenen watjes 9% en verbandgaas 8%. Het algemene inflatiecijfer in de VS was 6,5%.

De landbouweconoom, meneer Sumner, heeft in het NYT-artikel de vraag al opgeworpen of tampons in de toekomst van polyester gemaakt moeten worden.

SP demonstreert voor  nationalisatie van de energievoorziening

De Socialistische Partij (SP) demonstreerde op zaterdag 11 februari 2023 op  en vanaf het Amsterdamse Beursplein voor de nationalisatie van de energie. Ik heb meegedaan. Ik vind het een goede actie, maar geen ideale actie.
Wat overwegingen.

Publiek beheer van basisvoorzieningen
Als socialist vind ik dat basisvoorzieningen in publieke handen en onder democratische controle moeten zijn. Een betaalbare energielevering is ongetwijfeld een basisvoorziening.
Een bruikbare vuistregel in dit soort contexten is dat wat niet failliet mag gaan, niet op de markt thuishoort. Het probleem is alleen wat je in de huidige energiescene precies ‘markt’ noemt en wat je precies ‘publiek’ noemt. Het beginsel is simpel, de invulling niet.

In  het SP-blad De Tribune van februari 2023 staat een aanvullend informatief artikel “Energie is van publiek belang”. De algemene lijn is dat het om verhandelbare aandelen gaat die de overheid, volgens de SP, veel vaker in eigen hand zou moeten houden in het Staatsdeelnemingenbeleid. Ik deel dit standpunt in hoofdlijnen, zonder dat ik me daarmee op elke afzonderlijke situatie  wil vastleggen.
Het artikel, en de nationalisatiegedachte,  beperkt zich dus impliciet tot beursgenoteerde ondernemingen, dus tot de NV-vorm.

Een klein beetje historie
Er was eens een tijd dat zowel de productie als de verkoop als de fysieke distributie van stroom en gas, zeg maar de dynamo’s en de leidingen en tot op zekere hoogte de boorputten bij een overzichtelijke handvol inrichtingen zaten, die in handen waren van de provincies en de gemeenten. In die tijd liep die Nuts-opzet goed.
De neoliberale ideologie  bracht de EU ertoe, en veel politieke partijen in Nederland (uitgezonderd de SP en GroenLinks) vonden dat prachtig, om  het Nutskarakter terug te dringen. Bovendien leverde het eenmalig miljarden op – de €-tekens verschenen in de ogen. En het kost nu dus structureel miljarden. Achteraf een penny wise, pound foolish verhaal.
Europa bepleitte de scheiding van productie en verkoop enerzijds, en distributie anderzijds, zonder dit verplicht te stellen, en gaf de verkoop van de productiebedrijven ter overweging. Aanvankelijk enthousiast voerde de het grootste deel van de Nederlandse politiek de splitsing van productie en distributie door, en even enthousiast begon diezelfde meerderheid met de niet-verplichte verkoop van de vroegere productiebedrijven in overheidshanden. De wettelijke basis vormden de Elektriciteitswet van 1998, de Gaswet van 2000 en de splitsingswet van 2006.

Ik heb zelf nog in Den Bosch staan demonstreren tegen de verkoop van Essent  (waarvan een flink aandelenpakket bij de provincie Noord-Brabant zat).

Het leidingennetwerk is wel in publieke handen gebleven: het hoogspanningsnet bij TenneT, en het midden- en laagspanningsnet bij organisaties als Enexis en Liander, die eigendom zijn van de lagere overheden.
De productiebedrijven zijn vaak ook in overheidshanden gebleven, alleen niet meer van de Nederlandse overheid. Vattenfall is een Zweeds staatsbedrijf, RWE (later E.ON) is van Duitse lagere overheden, EDF is geheel en Engie gedeeltelijk een Frans staatsbedrijf. Eneco werd Japans commercieel.
Overigens is het ene staatsbedrijf het andere niet. Mijn persoonlijke ervaringen met Vattenfall zijn beter dan die met RWE/E.ON .

Winsten worden dus (onder andere) in Nederland geproduceerd (nogal fors op dit moment) en zeggenschap en dividenden komen in het buitenland terecht. De Nederlandse politiek heeft dat, geheel onverplicht en bij volle verstand, zo gewild (nogmaals, op SP en GroenLinks na).

Dat de SP de zeggenschap weer terug wil, is te begrijpen.

Maar de tijden zijn veranderd
De SP lijkt te denken dat als je de pijl van de tijd omdraait, de werkelijkheid vanzelf volgt. Landelijk en ook in de provincie: we hadden vroeger een provinciaal energiebedrijf, we gaan terug naar vroeger, ergo hebben we straks weer een provinciaal energiebedrijf. Zo werkt het helaas niet.

Ik zal dat uitleggen aan de hand van de provincie die ik een beetje ken, Noord-Brabant.

Er is in Brabant maar één grote, centrale warmte- en energieopwekker die in de ouderwetse zin des woords  onder het SP-voorstel zou kunnen vallen, en dat is de Amer9-centrale van RWE (600MW elektrisch). De aandelen RWE zijn verhandelbaar.
De centrale levert naast stroom ook ca 3PJ/jaar aan de stadsverwarming in West-Brabant met 355 bedrijven en ruim 51.000 woningen.
Die centrale is bijna geheel omgebouwd op biomassa en ligt daarom onder stikstofvuur van MOB (Vollenbroek). Ik  vind zelf dat MOB  hier meer kwaad dan goed doet, maar dat is niet iedereen met me eens. Voor een onderbouwing zie https://www.bjmgerard.nl/amercentrale-op-biomassa-een-te-overwegen-optie-nadere-uitwerking-nodig/ . In elk geval, als de Amer9 zou moeten sluiten, heeft Brabant een heel groot energie- en klimaatprobleem. Het vereist bijna een tweede RES-operatie om dat op te lossen.
Als de Amer9-centrale door mag gaan, heeft de SP, na het rotgeintje dat RWE de omgeving wil flikken (de stadsverwarming van de centrale af koppelen), mijn zegen om RWE of de Amercentrale te nationaliseren. Zie https://www.bjmgerard.nl/rwe-stopt-warmtelevering-aan-amer-warmtenet-wat-nu/ .
Misschien kan het Rijk de Amercentrale koppelen aan de onderhandelingen over de verkoop van de Duitse tak van Tennet. Als het geaccepteerd wordt dat Duitsland een strategische autonomie terugkoopt van Nederland, dan kan misschien als een soort voetnoot de Amer9 teruggekocht worden van het Duitse RWE. Het is maar een idee.

De Wet van Goodhart
De Wet van Goodhart zegt dat wanneer een maatregel een doel wordt, hij ophoudt een goede maatregel te zijn. Hier toegepast betekent dat dat nationalisatie als maatregel gezien moet worden en niet als doel.
Het doel is dat basisvoorzieningen in publieke handen en onder democratische controle moeten zijn. Een van de middelen kan nationalisatie zijn (zoals bij RWE, eigenaar van de Amercentrale).

Het hoofdverschil tussen nu en twintig jaar geleden is dat de veel meer actoren stroom en warmte zijn gaan leveren, elk op een veel kleinere schaal. Bekijk ter lering eens de eigendomsverhoudingen van Nederlandse zonneparken op https://www.rvo.nl/sites/default/files/2022-09/Dataset-zon-bij-participatiemonitor-2021.xlsx . Elk zonnepark is zijn eigen BV, met een bonte verscheidenheid aan eigenaren, ook lokale en op een schaal die gradueel verloopt van geheel commercieel naar geheel publiek. Er zomaar als voorbeeld een uitpikken: nummer 284, Zonneparken Someren BV, Lungendonk 14, is voor 20% van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en voor 80% van Nederland Opgewekt B.V., bestuurder: InZon, dochter van InEnergie (= adviesbureau) . Of parken zijn van een waterschap of van een coöperatie of van een gemeente.
Aandelen in een BV zijn niet vrij verhandelbaar en waterschappen en energiecoöperaties hebben überhaupt geen aandelen.
Het komt mij voor dat in deze context nationaliseren zoiets is als met een kanon op een heleboel mussen schieten. Een eventuele betere wettelijke regulering of een ruimere collectieve financiering, al dan niet met financiële participatie zijdens de provincie, zou in deze context eenvoudiger zijn en beter werken.

Lungendonk 14

Een politiek probleem dat vroeger niet bestond en nu wel, is dat de pensioenfondsen voldoen aan dringende maatschappelijke druk en in eigen land groen zijn gaan investeren.
Beste voorbeeld in Noord-Brabant is Ennatuurlijk, welke onderneming zowel warmte produceert als in- en verkoopt als fysiek distribueert als een leidingennet beheert – en dat op zich capabel doet. Ennatuurlijk is een BV die voor 80% van het pensioenfonds PGGM is (die er vooral voor het geld in zit) en voor 20% van Veolia (die er voor de techniek in zit, en uiteraard ook  voor het geld). Het komt mij voor dat het niet wijs is om eerst van pensioenfondsen te eisen dat ze groen gaan investeren, en om vervolgens het resultaat van die eis weg te nationaliseren. Zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ .
Ik kan me wel voorstellen  dat men de concentratie van macht in één hand bij Ennatuurlijk teveel vindt, en bijvoorbeeld inzet op de splitsing van het leidingennetwerk en de exploitatie, zoals ook bij stroom en gas gebruikelijk. En/of dat men inzet op een soort joint venture-achtige constructies met lokale overheden of regio’s – wat er in praktijk op neer zou komen dat de bestaande deelnemers aan de BV nieuwe deelnemers toestaan. Dit liever dan lokale warmte-oorlogen om slechts ideologische redenen die de energietransitie alleen maar vertragen.
Zoiets valt in principe wettelijk, in combinatie met onderhandelingen en compensatie, te regelen. Mogelijk gaat de nieuwe Warmtewet daar een basis voor leggen – die is dd dit artikel nog niet bekend.

Schema van de Ennatuurlijkambitie om in 2040 energieneutraal te zijn


Ennatuurlijk wil in 2040 energieneutraal zijn en is daartoe druk bezig met investeringen in nieuwe warmtebronnen. Zie https://www.bjmgerard.nl/ennatuurlijk-zoekt-alternatieve-warmtebronnen/ .

Ideeën voor een provinciaal Brabants energiebedrijf
Ik  heb hiervoor uitgelegd dat het niet zo simpel is als alleen maar hier en daar wat eigendom verwerven, en dat het belangrijk is om doel en middel uit elkaar te houden. En omdat het juridische en economische kennis vraagt die ik te weinig bezit, doe ik even voorzichtig.

  • Zoals gezegd, hoop ik dat de Amercentrale op biomassa nog  minstens 15 a 20 jaar blijft bestaan. Eigenaar RWE is nationaliseerbaar en/of dit onderdeel kan worden afgesplitst naar het publiek domein.
  • Ook als de Amer9 nog langdurig in publieke handen zou doordraaien, is het nodig om als aanvulling of vervanging op termijn alternatieve warmtevormen te ontwikkelen. Dat wordt nog een hele klus en de provincie zou zich hierin participerend, regisserend en financierend  kunnen opstellen. Deze roeping is overigens de provincie op dit moment ook al niet vreemd.
  • Dat geldt sowieso voor de hele provincie.
  • De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) zou als instructie moeten krijgen dat de provincie vaker als deelnemer in de rechtspersoon van door de BOM gesteunde bedrijven zou moeten blijven functioneren
  • De provincie zou de door de SP voorgestelde bijdrage aan de verduurzaming van woningen via het Provinciaal Energiebedrijf kunnen laten verlopen
  • De provincie zou een Provinciaal Publiek Ontwikkelbedrijf voor wind- en zonneparken kunnen starten, zoals ook de RES-regio Hart van Brabant aan het doen is (zie https://www.bjmgerard.nl/regio-hart-van-brabant-werkt-aan-regionaal-publiek-ontwikkelbedrijf-voor-wind-en-zonneparken/ ). Dan moet de SP wel minder afhoudend worden t.a.v. wind- en zonneparken dan zij nu is.
  • De provincie zou via het Provinciaal Energiebedrijf kunnen participeren in een grootschalig en publiek aangestuurd initiatief om tot energieopslag te komen (in de vorm  van elektriciteit, warmte of chemische producten)
  • Het Provinciaal Energiebedrijf zou zich kunnen laten betrekken bij bestaande industriële koepels, zoals het Havenschap Moerdijk, de gezamenlijke Helmondse bedrijventerreinen, Brainport of zelforganisatie op het niveau van bedrijventerreinen zoals  bijvoorbeeld het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert.

Waarschijnlijk zijn er meer ideeën te bedenken. Ik sta open voor reacties.

Schets uit de RES 1.0 van de RES-regio Hart van Brabant