Doggerland

Bij elk 1000-tal bezoekers aan de home page van deze site schrijf ik een artikel met een wat afwijkend onderwerp. De 27000-ste bezoeker had nog geen excentriek onderwerp gekregen. Inmiddels is de 28000-ste al gepasseerd – ik loop wat achter. Maar dat komt ook nog wel.

Verdronken land getoond in een museum
Als je bij Zandvoort naar Engeland kijkt, kijk je over Doggerland heen.

Pas eind 19de eeuw accepteerde men in brede kring dat de Bijbel ongeschikt was als geologisch standaardwerk, en kreeg men inzicht in de enorme tijdsduren in de geologie.
De eerste die schreef over een gestegen zeespiegel als oorzaak voor de verdronken bossen, die men aan de Engelse oostkust kan zien (‘voorbij het laagste tij’) was Clement Reid in ‘Submerged Forests’ dd 1913. Hier de eerste expliciete wetenschappelijke  notie dat dit alleen verklaard kon worden door een gestegen zeespiegel.

Submerged Forest (Reid, 1913)

Sindsdien  steeds meer incidentele vondsten, vooral vissers. Aanvankelijk stuitend op desinteresse van beroepsarcheologen want het was niet meer dan een landbrug geweest en je kon het toch niet onderzoeken. Maar dat verschoof, ook al omdat het aantal vondstensnel toenam.
In 1971 verscheen er bijvoorbeeld een overzicht van vondsten door Leendert Louwe Kooijmans van het RijksMuseum van Oudheden (RMO). Maar een eerste definitieve erkenning van dat de Noordzeebodem een interessant gebied in eigen recht  was met wisselende bevolkingen en culturen, kwam met het overzichtswerk ‘Doggerland: a Speculative Survey’ (1998) van Bryony Coles. Hiermee werd de Noordzee de grootste archeologische vindplaats van Europa.
‘Doggerland’ komt van de Doggersbank (die nog een tijd als eiland in het verdronken land bestaan heeft, en nu een ondiepte is). Een ‘dogger’ was in het middelnederlands een vissersboot, met name voor de kabeljauwvangst.

Het Leidse Rijks Museum van Oudheden (RMO) heeft een mooie tentoonstelling gewijd aan wat we nu weten van het verdronken land op de Noordzeebodem. ‘Doggerland’ is daar te zien t/m 31 oktober 2021 en gaat daarna reizen naar andere musea in de kustprovincies. Zie www.rmo.nl/tentoonstellingen/tijdelijke-tentoonstellingen/doggerland/ .
Ik heb de tentoonstelling bezocht.
Het RMO is open van 10.00 t/m 17.00 uur en kost €12,50. Let op eventuele Coronabeperkingen.
Bij de tentoonstelling hoort een mooi boek.

Een miljoen jaar klimaatgeschiedenis
Er zit een periodiciteit in het klimaat. Die heeft astronomische oorzaken (Milankovitch cycli). Afkoeling gaat traag en opwarming snel.

In de warmere perioden (de interglacialen) waren er, vroege of moderne, mensen aanwezig en in de koudere trokken ze weer weg.
Zelfs al bijna een miljoen jaar geleden, toen nog  Homo Antecessor, in kleine groepen met zelfs kinderen erbij (er zijn in  een getijdenvlakte voetstappen gevonden).
Vanaf ca 500.000 jaar geleden stonden de Neanderthalers aan de top van de voedselpyramide en dat hebben ze tot 50.000 jaar geleden volgehouden. De eerste Nederlandse Neanderthaler werd als voorhoofdsbot tussen de schelpen van een branderij in Ierseke gevonden. Hij  werd Krijn gedoopt.

Voorhoofdsbeen van een Neanderthaler, afkomstig uit de Noordzee
Foto Erik de Goederen / RMO

Ergens na 50.000 jaar vChr, toen de laatste ijstijd zijn koudste punt naderde, zijn de Neanderthalers naar het zuiden uitgeweken, waar de (onder)soort ergens rond 40.000  vChr ophield te bestaan (de laatste resten zijn in Zuid-Spanje gevonden).

Neanderthalers waren geen sukkels. Ze hebben het niet voor niets twee ijstijden lang, jagend op grote en gevaarlijke dieren op de mammoetsteppe, uitgehouden. Ze maakten mooie werktuigen uit vuursteen en een topvondst (waar RMO trots op is) is een vuurstenen werktuig  met zelf gebrouwen berkenpek als handvat. Het is nog niet zo eenvoudig om berkenpek te brouwen, speciaal op de boom-arme steppen waar niet zoveel berken zijn.
Normaliter blijft er op het land weinig tot geen oud organisch materiaal over (men onderzoekt stenen werktuigen bij gebrek aan beter), maar in de zuurstofarme Noordzeebodem blijft organisch materiaal van werktuigen fantastisch bewaard. Men vindt stenen of gewei-bijlen met de houten steel er nog aan.

Vuursteen Neanderthalmesje met berkenpek (50.000 jaar oud)
Neanderthalwerktuigen (RMO)

 

Moderne mensen (‘ons soort mensen’) verschenen pas rond 45000 vChr in Noordwest-Europa en schilderden daar bijvoorbeeld de grottekeningen als die van Lascaux. Vanwege de kou verschenen die pas ergens rond 15000vChr met enige regelmaat in het Noordzeegebied.
Tussen 11.000 en 10.000vChr werd het nog even heel erg koud. IN die tijd handhaafde een volk zich met het jagen op rendieren. Na 10.000 vChr trad de opwarming in die tot nu toe voortduurt.

Doggerland, ongeveer 10.000 vChr.


Vanaf dat moment liep de Noordzee steeds verder vol, vanuit het zuiden en het noorden.

Doggerland in 7250 vChr
Doggerland 6000vChr

In de paar millennia tussen pakweg 10.000 en 6000 vChr was Doggerland een soort paradijs voor de mesolithische jager-verzamelaars. Zo ongeveer alles was er te vinden in bossen, zoetwaterwetlands en de zee.
3800vChr lag er niets meer boven de golven.

In ons deel van de wereld zit het verdwenen land niet meer in het collectieve geheugen.
Dat is anders bij de Aboriginals van Australië die een sterke orale geschidenistraditie hebben. In hun teksten komen verdwenen landschappen voor die, terugrekenend, ongeveer rond 5000 a 10.000 vChr uit.
Beweerd wordt dat het zondvloefverhaal uit de Bijbel, en uit het Gilgamesjverhaal, betrekking zou hebben op het vollopen van de Zwarte zee, nog net in de prehistorie. Het zou kunnen.

Hoe weten ze dat nou allemaal? Civil science.
Zowat alle informatie kwam in den beginne, en nu nog steeds veel, van niet-archeologen. De ene belangrijke groep niet-wetenschappers zijn de vissers (die  soms hun zondvloedtheorie moesten bijstellen).
Deze speerpunt uit gewei van bijna 15cm lang, gedateerd rond 11500vChr, rolde uit een opgeviste bonk veen van de Leman-and-Ower-Banks.

Speerpunt van gewei, ca 11.500 y vChr, RMO

De andere groep niet-wetenschappers bestaat uit een bont gezelschap studenten en scholieren. Verkoopsters, gepensioneerde ambtenaren, onderwijzeressen enz. (waaronder mijn neefje), die gebruik maken van de zeer vele activiteiten in de Noordzee.
Er wordt non-stop ver van de kust zand gewonnen dat dicht bij de kust wordt opgespoten als de Zandmotor, een voorraad zand die met de stroom meegenomen wordt en zo de kust verderop onderhoudt.
De Tweede Maasvlakte is opgespoten.
Er worden schelpen opgezogen en die worden op het land verwerkt.
Het bonte gezelschap struint de Maasvlakte en de Zandmotor en vindt van alles. Daar is een ordenende structuur aangehangen waar deze ‘amateurs’ – die vaak al lang halve professionals zijn – hun vondsten kunnen melden en laten categoriseren.
Het is typisch een goede civil science – aanpak.

De ‘echte’ wetenschappers hebben ook steeds meer mogelijkheden.
De vele boringen t.b.v. olie en gas en wind leveren vaak informatie over de diepte die  bedrijfsgeheim zijn, maar ook informatie over de eerste meters waar niets geheims aan is – en die voor de archeologie zeer waardevol zijn.
Zowel Nederland als België heeft een onderzoeksschip dat meewerkt aan het project http://www.vliz.be/imisdocs/publications/324899.pdf .
En voor de aanleg va Maasvlakte2 moest de Yangtze – haven op Maasvlakte1 verdiept en verlengd worden, waaronder een fossiel rivierduin ligt dat kans bood op menselijke bewoning. Dat werd een nog nooit eerder vertoonde onderneming. Het baggerponton triton nam op 20m diepte happen van 2 * 5 meter in laagjes van 20cm dik, en al die happen werden apart verwerkt.
Het leverde inderdaad veel sporen op van menselijke aanwezigheid van 8400 tot 6500 vChr.

Resultaat van de opgraving in de Rotterdamse Yangtzehaven


De toekomst en de moraal van het verhaal
Uiteraard stopt de geschiedenis niet in 2021.

Snuder, Nature 2016, T-anomalie vs jaar

Bovenstaande grafiek is van Carolyn Snyder uit Nature, 2016 (zie https://klimaatveranda.nl/2016/10/06/de-temperatuur-op-aarde-tijdens-de-afgelopen-2-miljoen-jaar/ ) . De blauwe zigzaglijn is Snyders reconstructie van de gemiddelde temperatuur op aarde tegen de tijd, grijs is het onzekerheidsinterval, HadCRUT4 is een meetresultaat, de oranje lijn is de gemiddelde temperatuur op aarde in het jaar 3000 bij IPCC-scenario RCP6.0 (er worden dan weinig maatregelen tegen de klimaatopwarming genomen) en idem RCP 8.5 (er worden dan geen maatregelen genomen).
Het gedrag van de ijskappen is in deze modellering nog niet meegenomen.

Dit terwijl de temperatuur, als er geen mensen op aarde waren, binnen geologisch korte tijd weer periodiek zou gaan dalen.

De moraal: de mensheid komt in onbekend gebied. Bedacht moet worden, dat bij de voorlaatste piek, het Eemien, de zeespiegel 6 tot 9m hoger stond dan nu.

De tentoonstelling geeft een filmpje met de geschiedenis van de zeespiegel. Een still daaruit:

De Noordzee en zijn oevers waren een dynamisch systeem en zijn dat nog steeds. Nederlanders proberen dat statisch te maken, maar dat heeft zijn grenzen (de Deltawerken zijn berekend op 1 m zeespiegelstijging). Tot 2 meter zou het ook nog moeten lukken, maar daarna is het terra incognito waar je, volgens professor Marjolijn Haasnoot nu al na zou moeten gaan denken. Zie ook Een dagje zeespiegelstijging en Het water komt – ook in Brabant.

De  mesolithische jagers trokken weg als het land overstroomde. De dynamiek hoorde tot de normale orde der dingen. Als jij kon vissen waar vroeger je opa woonde, dan was dat nu eenmaal zo. Ging je een eind verderop wonen.

Maar wij hebben steden en infrastructuur die we willen verdedigen. Dezelfde flexibiliteit als klimaatvluchteling, die de mesolithische Noordzee-jagers en verzamelaars noodgedwongen opbrachten, kun je van de Amsterdamse stadsbevolking niet verwachten.