Mijn fractievoorzitter Nico Heijmans en ik hebben in oktober 2014 met inwoners van Deurne gesproken over incidenten, waarbij het giftige gas zwavelwaterstof (H2S) uit de grond kwam. Via een ingewikkelde bodemchemie hangt dat samen met de bodemkenmerken, de zure regen van vroeger, en de mestproblematiek. Er heerst onrust bij veel mensen in Deurne. Er kwam wetenschappelijk onderzoek en er kwamen kamervragen van de SP-ers Smaling en van Gerven.
Een van de theorieën was dat het spuiwater van chemische luchtwassers bijdroeg aan het probleem. Bij chemische luchtwassers blaast men stallucht door een soort waterscherm, met daarin opgelost zwavelzuur, om de ammoniak te binden. Die zou anders, Europees beschermde, Natura2000 – gebieden in de buurt verzieken.
De spuiwater-theorie is onwaar, zoals het wetenschappelijk onderzoek uitlegde, want water zakt met grofweg 1 meter per jaar en kon dus nog niet op 20 a 25 diepte aangekomen zijn, want zo lang bestaan chemische luchtwassers nog niet. Die zijn er pas vanaf 2006.
De theorie is echter niet onzinnig (maar dat legde het wetenschappelijk rapport niet uit), want chemisch spuiwater van wel degelijk over een aantal jaren de bodem gaan verzieken met een sulfaatoverschot (waaruit in bepaalde omstandigheden H2S ontstaat). Ik heb geprobeerd om dat een beetje uit te zoeken.
Op 13 januari 2015 heeft de provinciale SP op basis van dat uitzoekwerk vragen gesteld over het spuiwater van chemische luchtwassers dat als meststof over landbouwgrond mag worden uitgereden. Ik had die vragen geschreven. Zie Technische vragen van de SP over chemisch spuiwater-vs2
Op 3 februari kwam het antwoord: beantwoording_vragen_chemisch_spuiwater .
Ongeveer tegelijk kreeg ik van een van mijn contacten in Deurne een brief, die staatssecretaris Dijksma op 28 januari 2015 aan de Tweede Kamer gestuurd had (ik was dus eerder!). Zie kamerbrief-over-het-gebruik-van-zwavelhoudende-meststoffen.
Ik heb hierop voor de site van de provinciale SP een reactie geschreven: Provincie bevestigt mechanisme chemisch spuiwater .
In het kort een samenvatting van dit alles.
– het mechanisme, zoals in de vragen van 13 januari beschreven, klopt. De provincie stelde de getallen wat naar beneden bij, maar dat verandert niets aan de essentie. Het lozen van chemisch spuiwater komt er in praktijk ongeveer op neer dat op die percelen de zure regen terug keert.
– maar het zal nog een tijd duren voordat dat water de dieptes bereikt waarop de H2S gevormd wordt
– als je aanneemt dat alle vergunningen volledig gebruikt worden (wat niet zo is), en als je aanneemt dat er geen spuiwater afgevoerd wordt (wat onbekend is) heb je genoeg spuiwater om 1350 tot 1700 km2 Brabant 1* per jaar te voorzien. Noord-Brabant heeft een oppervlakte van 4919 km2
– er bestaat een tweede mechanisme dat nog heftiger werkt, en dat is het aanzuren van mest met zwavelzuur. Dat procédé is recentelijk in de belangstelling gekomen. Je gooit het zwavelzuur op de mest, zodat de ammoniak gebonden wordt voor hij ontwijkt. En het doet ook iets tegen methaan. Dat is mooi, maar met een beetje pech bruist de H2S je uit de mest tegemoet en de zwavel komt uiteindelijk in het grondwater terecht.
Deze handelwijze verdient politieke aandacht.
– men moet in de landbouw minder met zwavelzuur werken. Dat gebeurt vooral omdat het goedkoop is en in grote hoeveelheden voorradig.
Ik heb onze contacten in Deurne op de hoogte gesteld. Ongetwijfeld komen we er intern en met hen over te spreken.
De moraal is dat technische maatregelen tegen het ene milieuprobleem andere milieuproblemen kunnen oproepen. Dat valt wel te verbeteren met alternatieve technische maatregelen, maar ook dat heeft zijn grenzen en werkt prijsverhogend.
Het hoofdprobleem is dat er gewoon te veel dieren gehouden worden.
Het beste is minder dieren en daar goede techniek op toepassen.