Batterijen in Nederland

De kennisbron
Er is voor het eerst een overzicht van aantallen en dynamiek op de batterijenmarkt in Nederland. Die is van belang, omdat wisselende vraag naar energie en het wisselende aanbod van hernieuwbare energie beter op elkaar aangepast kan worden als je energie een tijd lang ergens in op kunt slaan.

Het pas uitgekomen ‘Nationaal Smart Storage Trendrapport’ beschrijft de stand van zaken in Nederland t/m 2023, en doet prognoses waarin de eerste helft van 2024 meegenomen is. Binnen het grotere geheel van de energieopslag beperkt deze publicatie zich tot het deelgebied opslag van elektrische energie in de vorm van batterijen en (een beetje) in de vorm van supercondensatoren .

Het rapport is een publicatie van Dutch New Energy Research  (hierna DNE Research) en Solar 365.
Een samenvatting is te vinden in Solar ( nederlandse batterijmarkt groeit dit jaar naar 942 megawattuur , de titel slaat op een prognose t/m 2024  ) en op het eind van dat artikel kan men het volledige rapport bestellen (gratis, met een aanvraagformulier). Het kan ook rechtstreeks op https://www.dutchnewenergy.nl/nationaal-smart-storage-trendrapport/ .

Het rapport is tot stand gekomen met behulp van een aantal, genoemde, ondernemingen in de sector.

Er staat een eerder artikel op deze site over batterijen en supercondensatoren op https://www.bjmgerard.nl/supercondensatoren-en-batterijen/ .

Op hoofdlijnen kan men het rapport opsplitsen in vier thema’s: statistiek annex prognose; techniek; Nederlandse; en Europese politiek en beleid.

Statistiek en prognose

Een paar zaken vallen op.

Op de eerste plaats de snelle groei van de geplaatste capaciteit. Die is van praktisch niets in 2019 naar 621MWh in 2023 gestegen. Het rapport acht het mogelijk dat de groei van de totale capaciteit zich t/m 2026 voortzet op de aangegeven wijze, maar daar zitten wel de nodige onzekerheden in, zoals dat Nederland geen lange termijn-doel heeft voor batterijopslag.

Op de tweede plaats valt op dat als je naar de verdeling in grootteklassen kijkt, dat onevenredig veel kleine batterijen opgeteld onevenredig weinig capaciteit hebben. Onderstaande grafische weergaven in blokvorm  hebben betrekking op alle eind 2023 bestaande systemen (‘tot’ moet gelezen worden als ‘tot en met’). Dat zijn er ca 40.000 .
De grootteklasse >1MWh , goed voor 76 exemplaren, beslaat dus 0,2% van het aantal maar 46% van de capaciteit.
De grootteklasse <5kWh omvat bijna 22.500 systemen (56% van het aantal)maar 10% van de capaciteit.
De grootteklasse tussen de 5 en de 20kWh is goed voor 42% van het aantal en 23% van de capaciteit.
Voor de grootteklasse 20-1000kWh zijn de cijfers resp. 1,8% en 21%.

Het rapport gebruikt als een soort vuistregel dat de twee grootteklassen onder de 20kWh ‘residentieel’ zijn, welk anglicisme duidt op losse woningen of woningcomplexen. Het Trendrapport gaat ervan uit dat de ontwikkelingen in deze grootteklasse gedomineerd worden door de markt voor zonnepanelen.
Commercieel of industrieel gebruik dekken de grootteklasse 20kWh – 1000kWh (=1MWh) af.
De grootteklasse >1MWh wordt in de vuistregel aangeduid als ‘op utiliteitsschaal’. Een enkele  keer wordt hier ook het woord ‘nuts’ gebruikt, maar dat is in zoverre misleidend omdat dit publiek beheer suggereert, terwijl het rapport geen uitspraak doet over eigendoms- of beheervormen.

(in beide gevallen moet ‘tot 2023’ gelezen worden als ‘tot en met 2023’)

Techniek
Het eerste dat opvalt is dat alle tot en met 2023 bestaande accusystemen voor ruim 99,9% (van het aantal) uit Lithium-ion accu’s bestaan. De resterende <0.1% is naar schatting goed voor 15% van de capaciteit (maar dat verhaal oogt moeizaam, ik zou hier niet teveel precisie verwachten). De niet-Lithium-accu’s omvatten gemoderniseerde loodaccu’s (AGM), Vanadium Redox Flow Battery’s (VRFB) en supercondensatoren.
De opmars van de Lithium Iron Phosphate Battery is in het Trendrapport nog niet terug te vinden.
Waarschijnlijk zijn de grote (utilitaire schaal)-accu’s relatief vaak niet-Lithium ion, maar hoe dat precies zit valt met het Trendrapport niet te achterhalen.

Lithium-ion batterijen gingen in 2023 de deur uit voor prijzen tussen de 200 en 800€/kWh, maar meestal tussen de 330 en 500 €/kWh. IN de eerste helft van 2024 lag de prijs tussen de 420 en 620€/kWh. De stijging wordt enerzijds veroorzaakt door vraag en aanbod, anderzijds om dat batterijsystemen technisch meer kunnen.

Lithium-ion batterijen hebben voor- en nadelen t.o.v. andere types.
Grote voordelen zijn dat je in een kilogram systeem heel veel energie kwijt kunt (tussen de 0,12  en 0,18kWh), en dat op een paar procent na elke kWh die je er bij het laden in stopt, bij het ontladen weer uitkomt. Die getallen liggen bij andere types accu’s, en bij supercondensatoren ongunstiger.

Anderzijds is een hoge energiedichtheid vooral van belang voor mobiele toepassingen, niet zozeer voor statische toepassingen, en gaan Lithium Ion-accu’s minder lang mee.
Lithium-ion batterijen worden meestal  gegarandeerd op 4000 tot 6000 op- en ontlaadcycli, hoewel hogere en lagere waarden voorkomen. Als zo’n accu gebruikt wordt bij zonnepanelen op het dak (dus één cyclus per dag), is dat ongeveer 10 tot 16 jaar.
In praktijk gaan de accu’s langer mee, volgens het Trendrapport ca 6000 – 9500 cycli (hoewel ook hier hogere en lagere waarden voorkomen).
Apart van de cycli-garantie is er ook een jaar-garantie en idem levensduur in jaren. Meestal worden Lithium-ion batterijen gegarandeerd tot 7,5 tot 10 jaar, en ligt de feitelijke levensduur meestal op 10,5 tot 15 jaar (dit alles ook weer met hogere en lagere waardes).
Niet-Lithium Ion-accu’s (dus een zeer uiteenlopende groep) worden gegarandeerd tot 5000 a 10.000 cycli en daarnaast tot 5 a 10jaar. De levensduur is in praktijk meestal 10.000 a 35.000 cycli, en apart daarvan 15 – 45 jaar (supercondensatoren gaan heel lang mee).
Lithium ion-accu’s zijn altijd een beetje brandgevaarlijk.

Schema van een Vanadium Redox Flow Battery ( https://doi.org/10.1016/j.ceramint.2023.01.165 ).
Een dergelijke accu is voor stationaire doelen. De ont- en op te laden stof is opgelost in water. De accu kan in beginsel willekeurig groot zijn (als je genoeg Vanadium hebt).


Beleid en politiek in Nederland
Dit soort rapporten worden geschreven binnen de bestaande kapitalistische verhoudingen. Deze site heeft vanuit een lichtelijk socialistisch perspectief  interesse in gebieden waar natuurwetenschap en techniek politiek worden, en omgekeerd. Dat neemt interesse in de ontwikkeling van de productiekrachten allesbehalve weg.

De frustratie met het huidige kabinetsbeleid druipt uit de tekst. Het hoofdstuk over het Nederlandse batterijbeleid begint met de passage ‘Een van de grootste problemen voor de energieopslagmarkt in het algemeen, en de batterijmarkt in het bijzonder, is de onduidelijkheid vanuit de overheid. In de afgelopen twee jaar zijn er verschillende belangrijke beleidsmaatregelen genomen en beleidsstukken gepubliceerd. Uit alles blijkt: de overheid moet snel knopen gaan doorhakken. Waar is hoeveel batterijcapaciteit nodig en hoeveel vermogen? Welke batterijtypes hebben de voorkeur en welke wil Nederland zelf gaan produceren?

Die onduidelijkheid is een vaak gehoorde klacht.

Aan de ene kant is het goed dat minister Hermans, anders dan ex-minister Jetten, een eigen departement heeft, geheten klimaat en Groene groei – waarbij meteen de hamvraag op tafel ligt of die twee samengaan.

Wat niet meehelpt is dat energieopslag en batterijen slechts in een bijlage van het Hoofdlijnenakkoord genoemd worden, in welke bijlage voor 1,2 miljard bezuinigd wordt op de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof vanuit  het Klimaatfonds. In het, op het Hoofdlijnenakkoord volgende, Regeerakkoord komen batterijen terug in het Actieprogramma Netcongestie dat 65 miljoen krijgt – geen vetpot.
Het Trendrapport houdt zich, min of meer noodgedwongen, vast aan het lange termijnbeleid dat al onder het vorige kabinet vast lag.

Veel ruimte gaat naar de update van het Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK), dat Nederland (en elke andere EU-lidstaat) elke vijf jaar aan de Europese Commissie moet aanbieden. In juni 2024 is dat nog door ex-minister Jetten gedaan. Verder is gekeken naar de Routekaart Energieopslag, het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NPE), de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050, en het Programma energiehoofdstructuur.

Een paar observaties op basis van heel veel papier, voor wat batterijen betreft:

  • Het  INEK versterkt de business case van energieopslag als regel indirect. Direct ligt er de gedachte om batterijopslag op zonneparken te stimuleren (daar zit een onrendabele top op van ca een ton per MWh). Het bijbehorende budget van ruim €400 miljoen is echter gehalveerd
  • vanuit het Nationaal Groeifonds was 297 miljoen euro toegekend aan Material Independence & Circular Batteries. Na de bezuiniging van €1,2 miljard blijft het bij deze eerste, eenmalige bijdrage. Dat kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor het Battery Competence Center, dat gevestigd is in de Brainportregio.
  • Er ligt een budget voor het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (minder CO2 , stikstof en fijn stof) waarvan het vervolg nog onduidelijk is
  • De Routekaart Energieopslag pleit voor een onderzoek naar de wenselijkheid van huis- en buurtbatterijen. Dat is inmiddels uitgevoerd door CE Delft en Witteveen + Bos.
    De uitkomsten zijn niet eenduidig.
    Huisbatterijen kunnen het gebruik van de eigen zonnepanelen vergroten, maar vooralsnog is dat financieel niet rendabel.
    Huis- en buurtbatterijen beperken in hun exploitatie CO2 , maar kosten CO2 bij de productie. Vooralsnog ligt dat niet heel gunstig.
    Buurtbatterijen kunnen gunstig werken in de nieuwbouw, zolang de netcongestie het voornaamste doel is. Dit met name als de nieuwe woonwijk anders niet gebouwd kan worden.
  • In principe bieden de gezamenlijke accu’s van heel veel elektrische auto’s  grote kansen als opslagmedium, maar dan moeten die auto’s twee kanten op met het elektriciteitsnet kunnen wisselwerken (V2G). Nu en ook de eerste paar jaar kan dat nog nauwelijks.
    Intussen kiezen toch heel veel huishoudens voor zonnepanelen met een eigen thuisbatterij die mede hun eigen auto laadt – één kant op.
    Net als bij de stadsverwarming kan het onvermogen van de politiek om tijdig op goede wijze collectieve oplossingen aan te bieden ertoe leiden dat dat straks niet meer kan omdat er inmiddels teveel mensen voor een eigen, individuele oplossing gekozen hebben.
    Eind november 2024 maakten Renault en MyWheels bekend dat er 500 Renault5 in Utrecht gestationeerd zouden worden met V2G – mogelijkheden.
  • Meer algemeen is landelijke sturing nodig om wildgroei van batterijen te voorkomen
  • TenneT, de beheerder van het hoogspanningsnet, wil in 2030 9GW beschikbaar hebben in standalone batterijen op nutsschaal (dus de grootste klasse). Dat moet, omdat er in 2030 geen kolencentrales meer zijn.
    Het levert een vergoeding op en daarvoor bestaat veel interesse, maar het realiteitsgehalte van die biedingen is nog onduidelijk.

De groene lobbyorganistaie Transport & Environment heeft een verhaal over V2G (auto-accu’s die bidirectioneel verbonden zijn met het stroomnet. Zie https://www.transportenvironment.org/articles/ev-batteries-on-wheels-can-save-power-systems-over-eur100bn-fraunhofer .

De Europese circulariteitsdoelstelling
De EU heeft op 10 juli 2023 de Battery Regulation aangenomen, kort daarna gevolgd door de Ecodesign for Sustainable Products Regulation. Beide hebben inmiddels kracht van wet. De Battery Regulation is een uitwerking van een Green Deal-bouwsteen Circular Economy Action Plan (2020). Welk geheel zelf nog geen kracht van wet heeft.
 De Battery Regulation is de eerste EU-wetgeving die op de totale levensketen toeziet.

Vanaf 2025 worden steeds strengere eisen gesteld aan de CO2-voetafdruk, de gebruikte grondstoffen, de inzameling, hergebruik en recycling van batterijen.
De batterijproducenten worden gezamenlijk verantwoordelijk voor de gescheiden inzameling. Er wordt nagedacht over statiegeld. Dd 31 december 2025

Vanaf 2027 moeten consumenten de batterijen in hun nieuwe elektronische apparaten kunnen losmaken en apart vervangen (zodat niet het hele apparaat op de stort moet omdat alleen de accu het niet meer doet). Sinds kort is er ook een reparatie-stimulering. Dit geldt ook voor accu’s van elektrische fietsen en scooters.

Uiterlijk op 18 februari 2025 voor batterijen voor elektrische voertuigen, 18 augustus 2026 voor oplaadbare industriele batterijen, behalve die met uitsluitend externe opslag, 18 augustus 2028 voor batterijen voor lichte vervoermiddelen en 18 augustus 2030 voor oplaadbare industriele batterijen met externe opslag, zal de Europese commissie met CO2- voetafdrukprestatieklassen komen (horend bij de productie van de batterijen). Deze prestatieklassen worden iedere drie jaar beoordeeld en aangepast.

Er komen vergelijkbaar geformuleerde, oplopende  eisen aan het minimumpercentage bijmenging van kobalt, nikkel, lood en lithium.

Dd 31 december 2025 moet tenminste 75 procent van het gemiddelde gewicht van lood-zuurbatterijen, 65

procent van het gemiddelde gewicht van lithiumbatterijen, 80 procent van het gemiddelde gewicht van nikkelcadmiumbatterijen en 50 procent van het gemiddelde gewicht van andere afgedankte batterijen worden gerecycled.

Tenslotte geldt sinds 18 augustus 2024 dat een stationaire batterijsysteem voor energieopslag alleen in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen als dit veilig is tijdens normale werking en gebruik. Hiervoor moet worden bewezen dat het batterijsysteem succesvol is getest op elf veiligheidsparameters.

Ik mag dit soort Europese wetgeving wel.

Iron Flow Batterij op Schiphol

‘Klimp, ga voor krimp!’

Milieudefensie Jong had uitgevogeld dat de nieuwe CEO van VION, mevrouw Tjarda Klimp,  in Boxtel (de grootste varkensslachterij van Nederland) op donderdagmorgen 28 november zou aantreden. Mevrouw Klimp was al CFO van VION.

VION is een van de 29 bedrijven die Milieudefensie in zijn klimaatcampagne aangeschreven heeft. Vooralsnog komt VION er in zijn antwoord op die aanschrijving niet goed af.

Milieudefensie Jong vond dat dit aantreden niet onopgemerkt voorbij kon gaan en dat een kritische verwelkoming gepast was. Daartoe had Milieudefensie Jong een rode loper (het huidige milieuschadelijke beleid symboliserend) en een groene loper (pro een groener, bewuster en milieuvriendelijker beleid ).
Een en ander werd samengevat in de leus ‘Klimp ga voor krimp!
Aanwezige groepen en mensen konden hun opinie op een ansichtkaart zetten.

                                                                                  Tjarda Klimp

Milieudefensie Eindhoven was met een delegatie aanwezig en had op de ansichtkaart gezet ‘Minder ontbossing. Minder veevoer. Minder dode varkens. Minder broeikasgas. Minder stank in Boxtel.”.

Uiteindelijk bleek mevrouw Klimp zich die dag afgemeld te hebben. In plaats daarvan verscheen een sub-opperhoofd op de trap naar het kantoor (welke trap hij niet verliet, dus hij heeft niet over een van de lopers geschreden). Het sub-opperhoofd kwam met een ingestudeerd verhaal dat VION het beste voorhad met het milieu, streefde naar verkleining van zijn footprint en inmiddels een footprint leek te naderen die richting die van vleesvervangers ging. Op vragen kwam geen verdere verduidelijking. Het overtuigde niet iedereen.
Hij nam de voor mevrouw Klimp bestemde brief en ansichtkaarten in ontvangst.

Daarna volgden nog wat speeches vanaf de trap van mensen ui eigen kring, waaronder van Mirjam Bemelmans over de behandeling van arbeidsmigranten bij VION. Bemelmans zit voor PvdA-GroenLinks in de gemeenteraad van Boxtel.

De woordvoerder van VION, luisterend naar Mirjam Bemelmans

Het Eindhovense vliegveld verplaatsen, verkleinen of opheffen?

Het publiek bij Knegsel 19 op zaterdag 23 november 2024

Op 26 september 2024 kopte het Eindhovens Dagblad groot “Sluit Eindhoven Airport en bouw daar woningen”, waarop een maatschappelijke discussie ontstond met uiteenlopende posities. Het idee was gelanceerd (dat bleek pas in het Eindhovens Dagblad van 25 november) door ex-Trudodirecteur Thom Aussems, samen met ex-Campina-CEO en ex-PSVdirecteur Sanders en enkele Eindhovense ‘bouwpausen”.
De directe aanleiding tot dit initiatief was de voorgenomen baanrenovatie, annex aanleg van een duur nieuw Instrumenteel Landings Systeem (ILS) in 2027.
De eerste reactie van BVM2 is te vinden op bvm2.nl/het-vliegveld-opheffen? .

BVM2 zag in de discussie een goede basis voor de halfjaarlijkse Knegselbijeenkomst, die plaatsgevonden heeft op zaterdag 23 november 2024.

Het belang van de 20Ke-zone
Rond militaire vliegvelden heeft de 35Ke-zone juridische kracht. Daarbinnen mogen geen kwetsbare bestemmingen gebouwd worden zoals woningen en scholen. De 35Ke-zone heeft een in het nu nog vigerende Luchthavenbesluit 2014 voorgeschreven maximum, voor het civiele vliegen op vliegveld Eindhoven 9,39km2 (zonder meteomarge). Het is een van de twee beperkingen op de omvang van het vliegverkeer (de andere beperking is het maximum aantal vliegbewegingen).
Om tot het Aldersadvies uit 2010, dat ten grondslag ligt aan het Luchthavenbesluit (annex MER) 2014, is er onderhandeld met de regio. In die onderhandelingen is bestuurlijk (tussen wethouders) afgesproken dat in aanvulling op de 35Ke-zone ook naar de 20Ke-zone gekeken moet worden (bedoeld wordt die van het civiele en militaire vliegen samen). De afspraak is dat er binnen de 20Ke-zone geen grootschalige nieuwbouw van woningen plaats gaat vinden.
De afspraak is neergelegd in het Aldersadvies (blz 19 en 20) en bijvoorbeeld in een Raadsinformatiebrief van B&W van Eindhoven dd 10 mei 2011.
Deze regionale afspraak kostte de regio meteen al 3000 woningen in het Sonse plan Nieuwe woud (de uitbouw van Sonniuswijk).

De aanwezigheid van een vliegveld heeft dus een ruimtelijke prijs.

(CDA betekent Continuous Descent Approach, landen in glijvlucht met zo weinig mogelijk motorvermogen)

Die prijs is behoorlijk hoog, want de 20Ke-zone is behoorlijk groot.  Zeg maar in ruwe termen 100km2, waar dus geen woningbouw mag plaatsvinden. Om met Thom Aussems, ex-directeur van een woningbouwvereniging te spreken ‘Die luchthaven kan ook ergens anders, bij ons ligt die alleen maar in de weg” (EhvD 25 nov 2024).

In 2019 is het advies-Van Geel uitgebracht. Daarin wordt voorgesteld de oppervlakte van de civiele ‘sigaar’ van 35Ke met 30% te verkleinen van 2019 op 2030. Dit advies wordt in de regio breed gesteund, maar de realisatie gaat uiterst traag en met voortdurend touwtrekken.
Als de civiele 35Ke-zone met 30% krimpt, krimpt de civiele 20Ke-zone logischerwijs ook met 30% en vervalt dus in grofweg 30km2 de woningbouwblokkade.
De realisatie van het advies-Van Geel is dus een noodzakelijke voorwaarde voor de uiterst ambitieuze woningbouwtaak van de regio. Of het een voldoende voorwaarde is, moet blijken.

Het militaire vliegen
Vliegbasis Eindhoven is een militair vliegveld met civiel medegebruik. Defensie is er de baas.
Volledig opheffen van het vliegveld zou betekenen dat ook  Defensie ergens anders naar toe moet. In een tijd van toenemende geopolitieke spanningen is dat niet meteen aannemelijk.

Het militaire vliegen heeft zijn eigen 35Ke-contour.

Het debat in Knegsel op 23 november 2024.
in aanwezigheid van ca 70 mensen als publiek, begon de ochtend met een forum met vier deelnemers, voorgezeten door Lucas van Houtert van het Eindhovens Dagblad als vijfde persoon.

Vlnr Wim Scheffers, Leo Bus, Eric Van Schagen, Lucas van Houtert, en Thom Aussems

BVM2-voorzitter Wim Scheffers trapte af met een korte introductie waarin de situatie geschetst werd. Hij merkte op dat er ook elders in de wereld luchthavens verplaatst zijn als de stad te dichtbij kwam.
Hierna volgden de andere drie deelnemers aan de discussie.

Eric van Schagen is voorzitter van VNO NCW Brabant Zeeland. Hij en zijn organisatie waren niet betrokken bij het opheffings- of verplaatsingsvoorstel van twee maanden geleden en werden er door overvallen. VNO NCW als organisatie heeft dan ook geen mening en Van Schagen sprak daarom a titre personel.
Hij stond open in deze discussie.
Opheffing of verplaatsing was niet zijn idee. Dat vanwege de geopolitieke situatie en ook waar je dan met die strook naar toe zou moeten. Het zou veel geld kosten en een andere regio met het probleem opzadelen. Een zekere overlast moet men in dit leven accepteren, maar over verkleinen van de footprint valt te praten. In elk geval moet Van Geel uitgevoerd worden.
Voor zakelijke vliegers maakt een reisafstand naar het vliegveld van bijvoorbeeld 60km niet uit.
Hij vond “als liberaal” wel dat de milieukosten van het transport in de prijs verwerkt moesten worden. Dan worden de tickets maar duurder.

Thom Aussems (nu voorzitter van Urbandustrial, https://www.linkedin.com/in/thom-aussems-a256046/ ) vindt dat de regio, vanwege de schaarse beschikbare grond, keuzes moet maken.
Bijvoorbeeld vóór ruimte-intensieve en tegen ruimte-extensieve bedrijvigheid (bij ASML werken 12000 mensen en bij een distributiecentrum in Best 67).  De regio moet ook durven te kiezen voor meervoudig ruimtegebruik.
In snel tempo kwamen de cijfers uit zijn mond.
Het eigenlijke terrein van het vliegveld  zelf is 639 hectare. Dit bij bijvoorbeeld 50 woningen netto per hectare geeft ruimte voor ca 30.000 woningen. Maar toch, het gebied is geheel in handen van het Rijk zelf, dus geen gefriemel met allerlei eigenaren en speculanten, en het ligt zeer gunstig ten opzichte van de al bestaande infrastructuur. Aussems wees erop dat de woningdichtheid op StrijpS 83 woningen per hectare bedroeg (veel hoogbouw).
Aussems kent geen onmisbaar economisch belang aan het burgervliegveld toe. De winst komt vooral uit parkeren en horeca, het aantal fte’s is minimaal en het vliegveld faciliteert vooral vakantievluchten voor mensen van buiten de regio. De toegevoegde waarde voor de regio zelf is minimaal.
Het daarnaast verdwijnen van het 20Ke-belemmeringsgebied van 100km2 (of van de 30% daarvan die als krimp uit het advies-Van Geel volgt) deed Aussems watertanden vanwege de ruimtelijke ontwikkelingskansen die er dan in de regio brijkomen.

CBS-cijfers tonen aan dat er in de regio Eindhoven nauwelijks enige relatie bestaat tussen de groei van de luchtvaart en de groei van de economie

Leo Bus is een vervoerseconoom en consultant op dat gebied. Hij begon met de disclaimer dat hij geen kennis heeft die specifiek op Eindhoven Airport gericht is.

Leo Bus en zijn compagnon Walter Manshanden hebben in juli 2024 een MKBA (Maatschappelijke Kosten-Naten Analyse) opgesteld voor de herontwikkeling van het gebied van Rotterdam-The Hague Airport (RTHA, in de volksmond Zestienhoven). Een MKBA is een officieel gedefinieerde procedure die m.b.v. gestandaardiseerde kengetallen zowel de directe als de indirecte kosten en baten in kaart brengt, die het gevolg zijn van een bepaalde handeling (in casu het opheffen van RTHA en het anders bestemmen van het gebied, bijvoorbeeld voor woningbouw).
Zoiets gebeurt door die kosten en baten over 100 jaar op te tellen via een z.g. Netto Contante Waarde ( NCW ) – berekening. Daarin tellen kosten en baten minder mee naarmate ze verder in de toekomst liggen.

De belangrijkste conclusies van het RTHA-rapport staan samengevat in onderstaande twee tabellen.

Bijvoorbeeld: de residuele grondwaarde in het scenario- Noorderbos levert over 100 jaar (NCW) 2402 miljoen Euro baten ( + ). Daar staat 617 miljoen kosten ( – ) tegenover aan gemiste luchthavengelden, en bijvoorbeeld 507 miljoen ( – ) aan bereikbaarheidskosten (dat is in praktijk dat je langer in de auto zit om op het vliegveld te komen). Enzovoort.
Het opheffen van RTHA zou over de periode 2026 t/m 2125 per saldo €1830 miljoen aan directe en € 1447 miljoen aan indirecte baten met zich meebrengen. Men kan dit zien als een business case om RTHA te sluiten en het gebied op verstandige wijze te hergebruiken.

Bus heeft een dergelijke studie niet uitgevoerd voor Eindhoven Airport, omdat daartoe geen opdracht gegeven is.
Wat Bus wel gedaan heeft, is kengetallen van RTHA en van vliegveld Eindhoven naast elkaar zetten. Daarna geeft hij een kwalitatieve verwachting van wat er vergelijkbaar onderzoek als bij RTHA zou opleveren, als het zou plaatsvinden. Beter dan dat kan hij op dit moment niet.

Wat opmerkingen hierbij vanuit BVM2 (bjmgerard):

  • LAAG en HOOG hebben betrekking op de sociaal-economische WLO-scenario’s
  • Allesbepalend is wat er met de militaire functie gebeurt. Als die vervalt, kan het gebied herontwikkeld worden en is het financiële saldo minstens een orde van grootte meer dan bij RTHA. Als de militairen blijven zitten, is het financiële saldo, zoals hier geformuleerd, 0
  • Wat bij de RTHA-studie niet meegenomen is, mogelijk omdat deze afspraak daar niet bestaat, is enerzijds de blokkade op woningbouw binnen de 100km2  van de20Ke-zone en anderzijds de mogelijkheid dat die blokkade deels vervalt. Dan kan bijvoorbeeld landbouwgrond deels worden omgezet in een woonbestemming.
    Als dat bijvoorbeeld bij 10% van de contouroppervlakte zou lukken, zelfs bij een zeer lage woningdichtheid van maar 25 woningen per hectare, zou dat ruimte vrijmalen voor nog eens 25.000 woningen.
    Mogelijk ook valt er een link te leggen met de landbouwtransitie.
    Dit alles geeft baten, maar er is zonder nader onderzoek geen verstandig woord te zeggen in welke orde van grootte die baten liggen.
  • De klimaateffecten in Eindhoven moeten groter zijn dan bij RTHA, simpelweg omdat er meer kerosine getankt wordt.
    De niet-CO2 factor in Eindhoven is ongeveer 2 (bij X CO2 – effect hoort 2X niet-CO2 effect). Zie https://bvm2.nl/elke-ton-co2-uitgestoten-vanaf-eindhoven-airport-telt-voor-drie/ .
  • Als in 2027 de eerder genoemde dure baanrenovatie annex nieuw ILS eenmaal gerealiseerd is, wordt de weg terug nog veel moeilijker. Nu is dus de tijd om goed na te denken.

De opmerkingen in de forumdiscussie en vanuit de zaal zijn bij de betreffende spreker verwerkt.

Historisch klimaat- en milieu akkoord met Deense landbouw (update)

Het haalde, geheel ten onrechte, nauwelijks de Nederlandse pers, maar men heeft in Denemarken iets gepresteerd waar Nederland op dit moment alleen maar van kan dromen: een breed gedragen akkoord tussen de landelijke en de lokale politiek, de boeren, de industrie, de vakbond van levensmiddelenarbeiders  en de natuurgroepen.  De Denen noemen het historisch en zijn er apetrots op.

Denemarken is niet veel groter dan Nederland en lijkt er in sommige opzichten op. Het land bokst, net als Nederland, met zijn landbouw (ook intensieve veehouderij) boven zijn gewicht als klein land. Grote delen liggen laag en zijn vatbaar voor zeespiegelstijging, en het verleden kent zware overstromingen.

(Deens binnenland achter de Waddenkustfoto bjmgerard)

Denemarken heeft een heel ambitieus klimaatbeleid (70% minder binnenlands  broeikasgas in 2030 dan in 1990). Tot eind 2023 had de landbouw als geheel, al ruim tien jaar lang, geen poot uitgestoken om deze ambitie te steunen, terwijl het toch de grootste broeikasgasuitstoter van Denemarken is. Dat bracht het ‘tripartite’ overleg op gang. En toen men toch begon aan de verbouwing van Denemarken, werden ook andere probleemdossiers meegenomen zoals de stikstof, de natuur inclusief de veengebieden, de waterkwaliteit en de drinkwaterbeschikbaarheid.

Er zijn een enkele informatieve  links:


De meest in het ook springende maatregel (maar naar mijn mening niet de meest vèrgaande) is dat er vanaf 2030 een belasting geheven gaat worden op de broeikasgasemissies van vee. Die start met een effectief bedrag van 120 Deense Kroon (DKK) per ton CO2,eq  en dat loopt op naar 300 DKK per ton CO2,eq  in 2025. Vee stoot veel methaan uit, vandaar de ‘scheetbelasting’ van BBC News.

Dit is de eerste broeikasgasbelasting op vee in de hele wereld.

Doe dd dit artikel ongeveer 8 DKK in een Euro.

Dit zijn de belangrijkste bepalingen in het pakket;

  • Reducties in broeikasgasemissies van 1,8 miljoen ton CO2,eq in 2030 – en het potentieel voor maximaal 2,6 miljoen ton.
  • Een CO2,eq -belastingop emissies van vee. Een belasting van DKK 300 per ton CO2,eq  zal worden ingevoerd in 2030, oplopend tot DKK 750 per ton CO2,eq  in 2035 met een basisaftrek van 60%. De effectieve belasting zal dus DKK 120 per ton bedragen in 2030, oplopend tot DKK 300 per ton in 2035.
  • Teruggave van de opbrengst aan de industrie: De opbrengst van de veetaks in 2030-31 zal worden teruggegeven als een Transition Support Pool voor overgangssteun om de groene overgang van de industrie te ondersteunen.
  • De behandeling van de opbrengsten zal in 2032 opnieuw worden bekeken.
  • Oprichting van het Danish Green Area Fund, dat activiteiten zal omvatten voor in totaal ongeveer 40 miljard Deense kronen. Uit dat gebiedsfonds  moeten de bebossing, de aanleg van wetlands en en de aankoop van land betaald worden.
  • Aanleg van 250.000 hectare bos (overeenkomend met een gebied ter grootte van Lolland-Falster en Bornholm).
  • Braaklegging van 140.000 hectare koolstofrijke laaglandgrond (daaronder valt veengrond), inclusief marginale gebieden.
  • Een doelstelling van ten minste 20 procent beschermde natuur. De aanleg van 80.000 hectare ongerept particulier bos, 20.000 hectare staatsbos en het buiten gebruik stellen van laaglandgronden zal de hoeveelheid beschermde natuur aanzienlijk vergroten.
  • Een subsidieregeling van iets meer dan DKK 10 miljard tot 2045 voor de opslag van biochar (iets wat lijkt op houtskool) geproduceerd door pyrolyse.
  • Paradigmaverschuiving in de stikstofinspanning (een kwart, 13780 ton per jaar minder), waarbij gewijzigd landgebruik de belangrijkste drijvende kracht is achter het behalen van de doelen van de EU Kaderrichtlijn Water. Er moet daarnaast onder andere minder kunstmest gebruikt worden.
    Het officiële persbericht spreekt van ‘radicale heroverweging van de manier waarop het Deense land wordt beheerd’.
  • Heffing van 45 miljoen DKK per jaar voor slachthuizen met ingang van 2029 en toewijzing van een pool voor bijscholing van in totaal 100 miljoen DKK over de periode 2027-30.

Onder het pakket ligt de gedachte dat er uiteindelijk een duurzame, efficiëntere hightech-landbouw overblijft, met goede banen.

Deense Noordzeekust bij Agger, een smalle duinreep tussen de zee links en een meer rechts, mogelijk aangelegd na een overstroming (foto bjmgerard)

De Novo Nordisk Stichting zal in 10 jaar tijd 10 miljard DKK in het proces inbrengen.
De publiek-private samenwerking zit in de Deense cultuur (even een zijsprong: dat is een belangrijke reden waarom het Deense statiegeldsysteem zo goed werkt).
De Novo Nordisk is een onafhankelijke stichting die enerzijds wetenschappelijke, humanitaire en sociale doelen steunt, en anderzijds (via een tussenstation) geld binnenkrijgt uit aandelen in bedrijven – waaronder de farmaciereus Novo Nordisk (insuline, Wegovy, Ozempic). Men kan het zich op de website laten uitleggen onder de TAB Who are we?

Ik wil tot slot mijn lezers volgend citaat van de Deense minister van Buitenlandse Zaken, Lars Løkke Rasmussen, niet onthouden (in The Copenhagen Post van 18 nov 2024) “When you see across Europe that tractor tires are being burnt in the capitals and climate activists are sticking to the motorways, it is great to be in a country where the parties are brought together, and we are doing the biggest overhaul of the Danish landscape since Dalgas,
Dalgas richtte in de tweede helft van de 20ste eeuw in Jutland de Deense Heidemaatschappij op, die een grote rol speelde in de grote uitbreiding van het landbouwareaal tot wat nu een van de meest agrarisch bestemde landen van de wereld is.

Salling Sund vanaf het eiland Mors (foto bjmgerard)

Update: gelijktijdig met dit artikel schreef Hannah van der Korput in het blad Change ook een artikel over het Deense landbouwplan. Het heeft dezelfde teneur als mijn artikel. Het is te vinden op change.inc/denemarken-doet-wat-ons-niet-lukte-en-presenteert-ambitieus-landbouwakkoord .

Het artikel in Change koppelt door naar andere sites, waaronder die van de NOS van 18 nov 2024 op https://nos.nl/artikel/2544968-landbouwakkoord-in-denemarken-15-procent-van-de-landbouwgrond-wordt-bos .
Met name dit NOS-artikel geeft nadere informatie.

Wettelijke PFAS-normen aangescherpt, en de problemen van uitfasering (update dd 21 nov 2024)

Op 14 november 2024 heeft staatssecretaris Jansen van I&W een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van drie PFAS-onderwerpen en eerdere bijbehorende moties. De brief  hier te downloaden.

Het eerste onderwerp betreft de gezondheidsonderzoeken in de regio’s Westerschelde (o.a. de 3M-problematiek) en rond Chemours in Dordrecht. Uiteraard is dat van groot belang voor de mensen die het aangaat, maar deze site focust op Brabant en die provincie heeft inzake PFAS geen raakvlak met deze regio.

Het tweede onderwerp betreft het landelijke Actieprogramma PFAS.
Dat is een samenwerkingsproject tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, VNO-NCW, MKB-Nederland en diverse kennisinstellingen zoals het RIVM. In voorbereiding op de Europese restrictie van PFAS heeft het actieprogramma als doel om samen met het bedrijfsleven in Nederland te werken aan bewustwording rond PFAS, waar mogelijk het gebruik van PFAS versneld uit te faseren en de transitie naar duurzamere en veilige alternatieven te stimuleren.
Er gaat een wijziging aankomen in het VN-verdrag van Stockholm en de daaruit voortvloeiende  POP-verordening (Persistent Organic Pollution), een categorie waaronder PFAS valt ( rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/REACH-autorisatie-en-restrictie en rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Verdrag-van-Stockholm ) . Dat werpt zijn schaduw vooruit en daarom zijn er, zo meldt de Kamerbrief, gesprekken gevoerd met bedrijven in de papier, brandblusschuim, rubber en kunststoffen, textiel en tapijt, cosmetica, waterzuivering, medisch apparatuur, elektronica en de doe-het-zelfsector. Er lopen projecten.
Het blijkt bijvoorbeeld mogelijk voor bijna alle branden met PFAS-vrije blusmiddelen te werken en dat er alternatieven zijn in de textielsector. De staatssecretaris maakt in zeer beknopte termen, die weinig inzicht geven in de resultaten, gewag van projecten die al lopen. (Voor het verbodstraject dat loopt bij blusschuim zie https://www.bjmgerard.nl/pfas-gevonden-in-recreatieplas-de-landsard/ ).
Verder wordt in het actieprogramma benoemd dat er na een aanscherping van de REACH-regelgeving van de EU grote problemen worden verwacht in de afval- en recyclingsector. Dit moet nog in bespreking komen.
(Update: Dit aanscherpingsvoorstel, waar de staatssecretaris naar verwijst, is ingediend door Nederland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden en door het officiële European Chemicals Agency op 07 febr 2023 gepubliceerd. Het betreft ca 10.000 PFAS-stoffen. Het RIVM schrijft erover op https://www.rivm.nl/nieuws/details-bekend-voor-voorstel-europees-pfas-verbod . Het voorstel is nu binnen de EU in procedure en dat kan even duren.)

Het derde onderwerp is het meest concrete. Een beetje een dominoredenering.
Vijftien landen rond het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan hebben het OSPAR-verdrag getekend tegen de vervuiling van de zee. Bij dat verdrag hoort een ‘List of Chemicals for Priority Action’ (LCPA) . Al eerder is besloten om PFAS als groep tot LCPA te benoemen en uit een de uitwerking hiervan dd oktober 2024 blijkt dat de PFAS-definitie van de OECD dd juli 2021 gebruikt wordt. Zie https://one.oecd.org/document/ENV/CBC/MONO(2021)25/En/pdf  .
Op deze wijze worden er tienduizenden molecuulsoorten tot PFAS benoemd. In theorie is de lijst zelfs bijna oneindig. De OECD-publicatie geeft vele voorbeelden, waarvan er hier enkele genoemd worden. De rode lijntjes definiëren het PFAS-karakter.

In de OECD-systematiek is bijvoorbeeld PTFE (wat wij kennen als Teflon) een PFAS-stof. Dat zit in een anti-aanbakpan en is in praktijk niet zorgwekkend zolang het daar blijft zitten en geen bijmenging heeft. PTFE zit ook in ketting’vet’ van je fiets.

Omdat het OSPAR-verdrag automatisch door vertaald wordt naar het Nederlandse Besluit activiteiten leefomgeving (BAL), wordt genoemde groep PFAS-stoffen automatisch in de Nederlandse wetgeving aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).
Het RIVM heeft inmiddels zijn lijsten aangepast ( rvszoeksysteem.rivm.nl/ZZSlijst/TotaleLijst ).
Bedrijven waar ZZS-stoffen vrijkomen hebben een rapportageplicht en moeten een rapportage- en reductieprogramma opstellen.
Hoe dat in praktijk moet is een interessante, en nog niet beantwoorde vraag.

In de OECD-definitie is fipronil een PFAS-stof. Dat was die stof die boeren indertijd clandestien toepasten tegen bloedluizen bij hun kippen, en waardoor tonnen ei doorgedraaid zijn. Zie https://www.bjmgerard.nl/fluorhoudende-organische-molekulen-in-het-milieu-genx-en-fipronil/

Een systematisch overzicht van PFAS in gebruiksartikelen
Een artikel van Rebecca Trager  in Chemistry World van 10 oktober 2024 geeft een interessant systematisch overzicht van welke categorieën artikelen PFAS bevatten, en wat daarvoor de alternatieven zijn (als die er zijn). Zie chemistryworld.com/news/the-scale-of-the-problem-of-replacing-forever-chemicals-pfas . Trager noemt een aantal van zowat 15000 PFAS-stoffen, waarbij in discussie is of Teflon zelf daar ook onder valt (in elk geval wel de stoffen die  gebruikt worden bij de productie van Teflon).
Trager loopt een handvol categorieën af, die ik hier kort aanstip:

Teflon katheter                                  

  • Kleding
    Patagonia zegt 96% (gewicht) van zijn outdoor kleding PFAS-vrij te hebben, maar meldt ook dat de techniek van stof tot stof verschilt. Wat werkt bij nylon hoeft niet te werken bij polyester
    The North Face en Timberland willen in 2025 van de PFAS af zijn. Onduidelijk is of dat lukt en wat er voor in de plaats komt.   
    WL Gore & Associates (Goretex) vinden de vervanging  lastig en vinden eigenlijk Teflon geen zeer zorgwekkende stof
  • PFAS-stoffen zijn erg handig bij de febricage van elektronica, maar niet perse onmisbaar. Alleen het eindproduct Teflon eigenlijk bijna wel.
  • Teflon in anti-aanbakpannen is te vervangen door keramiek of staal . Soms bevat het Teflon nog resten van de precursor-stoffeb.
  • PFAS in voedselverpakkingen is niet nodig. Dat kan met andere middelen, waravan karton de eenvoudigste is
  • PFAS in cosmetica smeert beter en verbetert de waterbestendigheid, maar kan gemist worden.  Bijvoorbeeld L’Oreal zegt daarmee bezig te zijn en Nieuw Zeeland verbiedt het vanaf 2027.
    Metingen geven uiteenlopende resultaten en die zijn niet nul.
  • Blusschuim zit in allerlei landen in een traject waardoor het PFAS-armer of PFAS-vrij moet worden. In Nederland, zie het eerder genoemde artikel over de Landsard.
  • Er zitten heel veel PFAS-stoffen in allerlei delen van auto’s, van smeermiddelen tot remmen tot accu’s. De branche toont zich erg somber over de vervangingsmogeljkheden. In hoeverre dit oprecht is, en in hoeverre gemakzucht, valt op basis van het artikel niet af te wegen.
    Zouden de enorme PFA-concentraties in de Landsard van de karting-autootjes en de speedboten komen?
  • PFAS-stoffen worden erg veel gebruikt in de gezondheidszorg en zijn daar moeilijk misbaar, bijvoorbeeld voor voorwerpen die in het lichaam ingebracht worden, of om oppervlakken beter steriel te kunnen houden.

De uitfasering van alle PFAS-stoffen is nog geen gelopen race. Het lijkt mij dat het in elk geval een soort combistrategie moet zijn:

  • Activiteiten verbieden als die niet zonder PFAS kunnen
  • Afbouwschema’s ontwerpen
  • Goede alternatieve materialen vinden
  • Betere productieprocessen  vinden voor PFAS-stoffen die vooralsnog onvervangbaar zijn
  • Een soort statiegeldsysteem op teflon objecten
  • Een beter vernietigingssysteem ontwerpen ( update: er wordt uiteraard wetenschappelijk onderzoek gedaan en dat leidt, zij het tot nu toe vooral op laboratoriumschaal, tot nieuwe mogelijkheden. Zie bijvoorbeeld https://doi.org/10.1038/d41586-024-03753-z ).
  • En mogelijk  nog meer.

De nonnen van Tuam (revisited 18 nov 2024)

Ik vond het in eerste instantie opmerkelijk dat er ineens heel  veel belangstelling was voor een reisartikel op deze site over een vakantie in 2014 (dat was zelfs voordat deze site startte, het is er met terugwerkende kracht naar 13 augustus 2014 opgezet).
In augustus 2018  heb ik nog een kort vervolgartikel aan gewijd naar aanleiding van een vergelijkbare situatie die in Nederland speelde (bij de Zusters van de Goede Herder). Zie www.bjmgerard.nl/de-meisjes-van-de-goede-herder/ .

De reden voor deze onverwacht oplaaiende belangstelling (zoals ook een lezer van deze site al meldde) is een thriller met romantische neventhema’s, die Marelle Boersma op het kinderhuis in Tuam gebaseerd heeft en die in 2023 verscheen. Blijkbaar is het boek veel gelezen en zijn veel mensen gaan googleen.

Ik heb het boek voor mijn verjaardag cadeau gekregen en het inmiddels gelezen. Ik vind het wel een goede thriller. En omdat ik bij elke 1000ste tik op mijn homepage er een persoonlijk getint artikel tegen aan gooi, en de 40.000ste zojuist gepasseerd is, nu even een paar woorden over het boek van Boersma.

Voor zover het om feitelijke zaken gaat, heeft Boersma haar research redelijk op orde. De locatie klopt, de getallen kloppen, de ontdekking van de crypte door kinderen klopt, en de hoofdpersoob Maureen is expliciet gemodelleerd op de hieronder genoemde Corless, en de sfeerbeschrijving van Ierland in die tijd klopt. En inderdaad ontstond er interesse voor adoptiekwesties.
De criminele en romantische verwikkelingen zijn geheel voor rekening van de dichterlijke fantasie van Boersma. Onder deze verwikkelingen ligt geen historisch vastgestelde basis..
Omdat mijn stiel niet die van literair criticus is, laat ik het bij de vaststelling dat ik het boek met plezier en zonder ergernis gelezen heb.

Waar echter in het boek gepleit wordt om voor waarheidsvinding onder oppervlaktes te graven (dit letterlijk en figuurlijk), had, wat  mij betreft, Boersma nog wel iets verder mogen graven naar de wortels van de Ierse geschiedenis.
In 1925, toen de Zusters begonnen, had Ierland zich net uit een koloniale Engelse overheersing met dramatische hongersnoden en massa-emigratie vrijgevochten met eerst een onafhankelijkheidsoorlog en toen een burgeroorlog. Het land was voor die tijd al kapot en na die oorlogen nog kapotter. Ongetwijfeld was het binnen het opvangpand niet best. Maar erbuiten was het niet veel beter (zie  hieronder voor wat cijfers). Boersma schetst teveel het opvanghuis als een geïsoleerde misstand in een niet verder uitgewerkte grotere context.
Idem de positie van de RK Kerk. Daarover kan inderdaad veel negatiefs gezegd worden, maar de machtige positie  heeft zijn historische oorzaken, o.a. als drager van een stuk nationale identiteit tijdens de koloniale periode tegenover een bezettingsmacht met een eigen Engelse staatskerk.
Overigens is Ierland de laatste jaren (eigenlijk sinds ze in de EU zitten) vèrgaand gemoderniseerd, zowel materieel als geestelijk. De succesvolle campagnes voor g rotere abortusvrijheid en het homohuwelijk worden als voorbeeld voor burgerberaden elders gehanteerd. De RK Kerk is terug in zijn hok.

Maar ik moet zeggen dat ik niet geheel onbevooroordeeld  ben. Ik heb een zwak voor Ierland en mijn vrouw en ik hebben er in onze jongere jaren veel gefietst.
Hieronder het op de fietstocht van 2014 gebaseerde artikel.
De meeste foto’s van het Ierse landschap komen van elders uit Ierland.


Het landschap van Doolough Pass

Onze vakantie in Ierland in 2014 begon met een vliegreis met onze fietsen naar vliegveld Knock (wat in het Iers ‘heuvel’ betekent, en dat is adequaat), en een overnachting in het nabijgelegen Swinford (waarover weinig te vertellen valt). De dag erop zijn we naar Tuam gefietst, want dat lag op de goede afstand de goede kant op en er is een redelijk hotel. ‘Tuuwam??’ zei de mevrouw van de bed and breakfest met een grote grijns. Na een blik op de kaart ‘you mean Tsjoeoeoem – the fastest place in Ireland’. Ieren zijn een literair volk, soms meer dan goed voor ze is.

Tsjoeoeoem heeft zo ongeveer het minste stedeschoon van heel West-Ierland en het zou volstrekt onbekend gebleven zijn, ware het niet het verhaal van de nonnen van Tuam dat het de wereldpers haalde (oa met onthullingen in The Guardian) en daarna de sociale media. Het is een leerzaam verhaal over de recente Ierse geschiedenis, de RK Kerk en nog meer over het functioneren van de social media.
Zie voor een verhaal in The Guardian http://www.theguardian.com/world/2014/jun/13/mother-behind-galway-childrens-mass-grave-story .

Het gaat om St. Mary’s Mother and baby Home van de Bon Secours Sisters. Het heeft gefunctioneerd van 1925 tot 1961. Het was in Ierland in die tijd een schande als je ongehuwd moeder werd en de RK Kerk voorzag in een oplossing van dit zelf gecreëerde probleem met tehuizen zoals in Tuam (en met de Magdalena Laundries bij recidive).

In 1975 vonden twee spelende kinderen een oude septic tank op het inmiddels verlaten complex met menselijke resten (ongeveer 20, meende een van deze kinderen veel later).
In 2012 publiceerde Catharine Corless, een locale historica, een artikel over het tehuis. Het was haar opgevallen dat er wel 796 doodsbewijzen bestonden van kinderen in dit tehuis, maar dat er slechts twee begraven waren op reguliere begraafplaatsen in de buurt. De rest moest ergens in een ongemarkeerd graf liggen. Dat was overigens de gebruikelijke gang van zaken in Ierland in die tijd. Tot die ongemarkeerde plaatsen behoorde de in de (inmiddels tot crypte omgebouwde) septic tank.
Het was Corless in eerste instantie te doen om erkenning en om een fatsoenlijk grafmonument, waaraan later door andere aan toegevoegd adoptieoverzichten.

Corless kreeg in haar eigen streek eerst geen poot aan de grond (‘Het zullen wel slachtoffers van de hongersnood zijn’ wat overigens in Ierland geen absurde gedachte is). Maar via de sociale media kreeg een familielid in Dublin lucht van Corless’ lokale verhaal en toen explodeerde de kwestie. Zelfs geheel out of control. Corless zelf was erg precies geweest, maar in een mum van tijd gingen de gruwelijkste horrorverhalen de ronde doen. De precisie in de pers was ver te zoeken en op de sociale media nog minder. Zelfs nazi-Duitsland kwam langs in de commentaren.
Ieren zijn gek op woorden en gaan een stevig debat niet uit de weg.

Het feitenmateriaal is intussen schaars. Het getal 796 staat vast, de septic tank staat vast maar is niet opgegraven, er zijn schaarse inspectierapporten en er zijn ooggetuigeverhalen die echter vaak op andere tehuizen betrekking hebben. De Ierse regering heeft een gerechtelijk onderzoek ingesteld en dat is het beste dat ze kunnen doen (en ook het enige). Op 19 febr 2015 werd bekend dat dat nog wel even kan duren.

A memorial at the spot where 796 children may have been buried in Tuam, Galway. Photograph: Patrick Bolger

Algemeen wordt erkend dat het in de tehuizen erg was, maar de vraag is of het er erger was dan elders in Ierland. Met name West-Ierland is heel lang armoedig en onontwikkeld gebleven. Toen Willemieke en ik er in de jaren ’80 rondfietsten was het eten zelfs voor gewone Ierse bevolking niet goed – iets wat overigens tegenwoordig drastisch verbeterd is. Je kon er toen praktisch geen groente en fruit kopen en je zag overal rachitis en slechte gebitten. Niet voor niets heette het westen van Ierland toen “The dying West”. West-Ierland, een van de mooiste gebieden ter wereld, is een slechte plaats om te wonen als je weinig geld hebt en geen goed huis. (Kamperen moet er worden afgeraden. Doe bed and breakfest, de meeste Ieren zijn vreselijk aardig, of anders een hotel).

In een reactie op een door velen vanwege het scepticisme verketterd artikel van het Internet Magazine Spiked van Brendan O’Neill (een zeer Ierse naam, maar het adres is in Londen) becijfert iemand dat het sterftepercentage in ‘Tuam’ 8,3% was tussen 1925 en 1937 tegenover (bijvoorbeeld) 8,9% in Cork en 13,2% in Limerick. Daar staat een inspectierapport tegenover uit 1947 met het gegeven dat er in ‘Tuam’ 79 babies onder de één jaar bij kwamen en dat er 25 overleden (31%). In dat jaar stierven gemiddeld in andere Ierse tehuizen 17% van de kinderen, meestal aan infectieziektes (in die tijd waren er nog nauwelijks antibiotica beschikbaar). Epidemieën hadden in de arme en overbevolkte tehuizen vrij spel.

Ik laat het eindoordeel aan de Ierse rechtsstaat.

Mijn indruk (voor wat die waard is) is dat de zusters van de Bon Secours in zekere zin pech gehad hebben. Er heeft zich in de afgelopen jaren rondom de RK Kerk in Ierland een zwaar onweer opgebouwd vanwege het anti-abortusstandpunt, voorbehoedsmiddelen, de acceptatie van homoseksuelen, en kindermisbruik door religieuzen. De RK Kerk heeft te laat gezien dat de wereld veranderd is, ook in Ierland.
Het onweer is losgebarsten en min of meer toevallig trof die met terugwerkende kracht de zusters van de Bon Secours in Tuam.

Killary Harbour bij Leenaun (West-Ierland)

(versie van 13 aug 2014 had dd wijziging 4318 views)

Hoge voedselprijzen hielpen Trump aan zijn overwinning. En de klimaatcrisis maakt dat erger.

In The Guardian van 13 november 2024 publiceerde de econoom James Meadway het commentaar “Soaring grocery prices helped Trump to victory. The climate crisis is only going to make this worse.”. Het is te vinden op theguardian.com/grocery-prices-donald-trump-climate-crisis-olive-oil-butter-extreme-weather-cost-of-living .

Meadway betoogt dat  (a) grote toenames van de kosten van levensonderhoud politieke gevolgen hebben en (b) dat het klimaat niet de enige, maar wel een belangrijke medeoorzaak voor die toenames is. In zijn commentaar wordt ter nadere onderbouwing doorgelinkt naar diverse bronnen.

In de VS meldde driekwart van de Trumpstemmers dat ze (ernstig) in de financiële penarie zaten vanwege de prijsstijgingen van voedsel en energie (van de Harris-stemmers zei maar een kwart dat). Macro deed de economie het prima, volgens de Democraten, maar het Bruto Nationaal Product kun je niet eten.
In de inflatiecijfers zitten ook vliegreizen en flat screens, maar heel veel Amerikanen komen daar überhaupt niet aan toe.

Modri verloor in India zijn absolute meerderheid nadat het inflatiecijfer voor voedsel maandenlang 8% was, en de rijstprijs het hoogste niveau in tien jaar bereikte (zelfs de export werd opgeschort)

De Japanse LDP verloor zijn langdurige meerderheid nadat de rijstprijs in het voorafgaande jaar met 63% gestegen was.

Het klimaat is medeveroorzaker van de prijsstijgingen. Meadway noemt er een stel:

  • Boter is meer dan 80% duurder geworden in Europa vanwege het blauwtongvirus, dat op zijn beurt via de verspreiding van de knoetjes gekoppeld is aan het opwarmend klimaat ( https://www.bjmgerard.nl/blauwtong-is-een-klimaatziekte/ ).
  • Langdurige stortbuien in Europa hebben de oogst beschadigd,  wat er volgens de FAO toe leidde dat in oktober 2024 de voedselprijzen hoger waren dan ze in de voorafgaande anderhalf jaar geweest waren.
  • Olijfolie werd in de Britse supermarkten in de laatste twee jaar bijna dubbel zo duur en dat is een rechtstreeks gevolg van droogte en extreme warmte in het Middellandse Zee-gebied. In Spanje is de prijs van olijfolie in vier jaar tijd bijna verdrievoudigd.

In een nevenartikel verwijst de Guardian naar een artikel van 09 maart 2024, waarin gemeld werd dat olijfolie in Spanje (de grootste producent van het artikel ter wereld) in die tijd het meest gejatte artikel in winkels was. De winkeliers hadden de vijf liter-flessen vastgeketend aan de schappen.
Zelfs internationale bendes hadden de illegale handel en het illegale gesjoemel met het ‘vloeibare goud’ ontdekt. 
Zie www.theguardian.com/world/2024/mar/09/olive-oil-becomes-most-wanted-item-for-shoplifters-in-spain  .

Meadway beweert niet dat het klimaat annex het weer de enige oorzaak van de prijsstijging is. Hij wijst erop dat in de periode 2020-2022 vijf grote agrarische ondernemingen 70% van de wereldhandel domineerde, en dat er (volgens Oxfam) in die tijd 62 voedselmiljardairs bij waren gekomen.

Evenmin beweert Meadway dat er niets tegen de prijsstijgingen te doen is.
Wat niet tegen de voedselinflatie helpt, zegt hij, is om de rente te laten stijgen. Daar gaan de olijven in Soanje of de cacaobonen in Ghana niet harder door groeien.
Hij noemt drie maatregelen die wel helpen:

  • Een vermogensbelasting op de nieuwe rijken en het vrijgekomen geld in de sector  herinvesteren
  • Doelgerichte prijscontroles en buffervoorraden . De Spaanse regering wordt hier als voorbeeld genoemd (dit voorbeeld betreft energiezaken), alsmede het werk van Isabelle Weber ( recommended by economist Isabella Weber )
  • Op de lange termijn herinrichting van het landbouw- en handelssysteem , dat meer op veerkracht gebouwd moet worden en minder op winst.

James Meadway is een Britse econoom die in de links-socialistische hoek thuishoort.
Hij werkt mee aan de denktank https://progressiveeconomyforum.com/ en heeft een blog op https://www.patreon.com/macrodose waar je lid van kunt worden.

De uitspraak in hoger beroep in Milieudefensie versus Shell

Ik en Milieudefensie Eindhoven en de meekijksessie
Wij als groep en ik als persoon hebben ons sterk gemaakt voor een zo groot mogelijke reductie van de broeikasgassen die door grote bedrijven  worden uitgezonden. Dat doen wij, en doe ik, nog steeds.

We werken als groep mee aan de landelijke acties, waaronder de aanschrijving van de Shell en 29 andere bedrijven, we hebben in onze eigen regio een handvol bedrijven aangeschreven (zie elders op deze site), en we pakken het nodige meer op.

De meest recente is een meekijksessie waar de aanwezigen live het voorlezen van de samenvatting van het vonnis konden volgen. Dat was op dinsdag 12 november, hondsvroeg vanaf 08.00 uur, met een programma erom heen van Milieudefensie.
De Eindhovense SP had ons in zijn partijkantoor tegen gunstige condities een zaaltje annex koffie en thee annex een grote TV ter beschikking gesteld, waarvoor dank. En dat werkte allemaal netjes.

Het was helaas niet druk.

De uitslag viel tegen, maar bij nadere analyse toch niet helemaal. Hieronder de officiële reactie van Milieudefensie (landelijk) op de site ( https://milieudefensie.nl/actueel/tegenslag-in-klimaatzaak-shell-maar-wij-gaan-door-tot-alle-vervuilers-groen-zijn ):

De officiële reactie van Milieudefensie

Tegenslag in Klimaatzaak Shell: wij gaan door tot alle vervuilers groen zijn

Als jij je best doet voor het klimaat, mag je verwachten dat grote bedrijven dat ook doen. Maar dat doen ze niet. Ze verzetten zich zelfs uit alle macht, zoals Shell. Het is een taaie strijd, soms met tegenslagen. Zoals vandaag. Toch zullen we uiteindelijk winnen. Dit is waarom.

“Deze uitspraak raakt ons diep. Het is een tegenslag voor ons, de klimaatbeweging en miljoenen mensen over de hele wereld die zich zorgen maken. Maar wie ons een beetje kent, weet dat wij nooit opgeven. Ook hier zullen we samen sterker uitkomen. Het is hoopvol dat de rechter vaststelt dat Shell verantwoordelijk is voor het verminderen van uitstoot en dat bedrijven ook mensenrechten moeten respecteren. Dit is een marathon en geen sprint en de race is net begonnen. Vervuilers zijn sterk. Maar met z’n allen zijn wij sterker.” – Donald Pols, directeur van Milieudefensie.

Er is al veel bereikt

In 2021 wonnen we onze Klimaatzaak van Shell. De uitspraak vandaag betekent dat belangrijke onderdelen van dat vonnis worden teruggedraaid. Maar het betekent niet dat we weer bij nul beginnen. De rechter zei enerzijds dat Shell verantwoordelijk is om zijn CO2-uitstoot te verminderen. Maar anderzijds legt de rechter Shell helaas geen verplichting op.

Hoopvol is dat de rechter heeft gezegd dat:

  • Shell verantwoordelijk is voor het verminderen van zijn CO2-uitstoot om gevaarlijke klimaatverandering te beperken;
  • nieuwe olie- en gasvelden op gespannen voet staan met het klimaatakkoord van Parijs;
  • bescherming tegen klimaatverandering een mensenrecht is, en ook bedrijven zoals Shell mensenrechten hebben te beschermen.

Bovendien heeft onze overwinning in 2021 al veel veranderd:

  • Wereldwijd dagen mensen grote vervuilers en overheden met succes voor de rechter.
  • Steeds meer mensen sluiten zich bij de klimaatbeweging aan.
  • En misschien wel het belangrijkste: in de EU moeten grote vervuilers zich dankzij een nieuwe wet aan de klimaatafspraken van Parijs houden.

Stel je eens voor wat we samen nog meer voor elkaar kunnen krijgen!

Hierna volgt een oproep om lid van Milieudefensie te worden. Ik ondersteun deze oproep graag.

De integrale tekst van het vonnis is te vinden op https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHDHA:2024:2099&showbutton=true&keyword=milieudefensie&idx=2

Donald Pols, directeur van Milieudefensie

Een eigen toevoeging
Ik ben geen jurist en geen van mijn onderstaande uitspraken is gezaghebbend.

Voor zover ik het beoordelen kan, moet onderscheid gemaakt worden tussen het fundament van de uitspraak, en de specifieke weigering van de toewijzing.

Het fundament van de uitspraak is gunstig voor Milieudefensie en vergelijkbare groepen. De Nederlandse rechter vindt bijvoorbeeld dat het klimaat een mensenrechtenkwestie is, en dat ook internationale bedrijven daaraan gebonden zijn. Shell en andere multinationals zijn verantwoordelijk voor hun gedrag.

Bouwend op dat fundament doet het Gerechtshof de specifieke uitspraak, dat de reductienorm van het IPCC van 45% minder ni 2030 voor de aarde als geheel geldt (dus gemiddeld), en dat noch de nationale en internationale wetgeving, noch de wetenschap, een bruikbaar antwoord geeft over hoe de gemiddelde norm vertaald moet worden naar specifieke sectoren en bedrijven.
Rechters kunnen toetsen aan een norm, maar niet zelf een norm verzinnen. Dat is de taak van de politiek. De uitspraak van het Gerechtshof kun je lezen alsdat Milieudefensie een te wijd net uitgeworpen heeft.
Opvallend is bijvoorbeeld dat het Gerechtshof stelt dat de specifiekere eis dat Shell geen nieuwe olie- en gasvelden mag openen, beter bespreekbaar zou zijn geweest. Maar deze eis was niet gesteld en het Gerechtshof kan in hoger beroep niets iets vinden van iets wat in eerste aanleg niet geëist is.

Het Gerechtshof maakt in zijn uitspraak melding van een groeiend geheel aan internationale wetgeving aangaande klimaat en bedrijven, vooral op EU-niveau.
Het ETS is zo’n wetgeving, waarin een algemene methodiek wordt opgelegd aan categorieën bedrijven. Dat systeem werkt tegenwoordig heel  behoorlijk.

Toekomstige acties zijn door deze actie niet hopeloos geworden. Maar altijd moet de vraag beantwoord worden of de actie een meer politiek, of een meer juridisch karakter heeft.

Jelmer Mommers heeft in de Correspondent aandacht aan het vonnis besteed. In strijd met mijn gewoonte (normaliter jat ik niet en schrijf ik mijn teksten zelf, maar dit is een speciale gelegenheid) druk ik hieronder de tekst van Mommers af. Bovendien is de tekst vrij op internet te vinden.

Shell Moerdijk ( Door Gerd Eichmann – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=129522242 )

Het commentaar van Jelmer Mommers

Shell wint van Milieudefensie. Dat laat zien: de rechtsstaat kent zijn eigen grenzen

Jelmer Mommers  , Correspondent Democratie & Klimaat

decorrespondent.nl/shell-wint-van-milieudefensie-dat-laat-zien-de-rechtsstaat-kent-zijn-eigen-grenzen

Hoe graag milieuorganisaties het ook willen: de Nederlandse rechter kan en wil een multinational als Shell niet dwingen tot minder uitstoot. Die taak ligt echt bij de internationale politiek.

Achter de vele rechtszaken die milieuorganisaties de afgelopen jaren hebben gevoerd over klimaat en natuur, steekt steeds één verlangen. Het verlangen naar een rechter die paal en perk stelt aan praktijken die al lang niet meer kunnen.

Dit [vul hier vervuilend gedrag in van een overheid of een bedrijf] kan niet meer door de beugel. Het moet stoppen.

Soms kan een rechter zo’n grens stellen. In de Urgenda-zaak tegen de Nederlandse staat bijvoorbeeld. Daarin werd in 2019 door de Hoge Raad bepaald dat bescherming van inwoners tegen weersextremen en andere gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering een mensenrecht is. Staten hebben de plicht om dat mensenrecht te beschermen door afdoende klimaatbeleid te voeren. Nederland deed dat niet, dus won Urgenda en moest de overheid aan de bak

Maar soms kan of wil de rechter zo’n duidelijke grens niet trekken. De uitspraak van deze dinsdag in de klimaatzaak van Milieudefensie tegen Shell laat dat zien – dat er grenzen zijn aan de grenzen die een rechter kan trekken.

Waarom Shell nu niet veroordeeld is

Milieudefensie eiste in 2019 dat Shell zijn uitstoot in 2030 met 45 procent zou verminderen ten opzichte van het niveau van 2019. De rechtbank ging daar in 2021 in een uniek en baanbrekend vonnis in mee. Maar het gerechtshof oordeelt nu in hoger beroep dat die specifieke verplichting toch niet op Shell rust.

Het is niet dat het hof onwelwillend staat tegenover de argumenten van Milieudefensie, integendeel. In het arrest staat namelijk dat Shell wel degelijk de plicht en verantwoordelijkheid heeft om bij te dragen aan het beperken van de klimaatopwarming.* Multinationals zijn, net als staten, verantwoordelijk voor hun ‘gedrag’: zij mogen niet doelbewust bijdragen aan schendingen van mensenrechten, ook niet als die het gevolg zijn van de verkoop van olie en gas.

De erkenning van deze plicht is winst.

Shell Pernis (eigen foto Shell)

Maar wat het gerechtshof in Den Haag zegt níét te kunnen, is die algemene plicht van Shell vertalen naar een specifiek reductiepercentage dat in een bepaald jaar gehaald moet worden.

Om een maximale opwarming van 1,5 graad Celsius binnen bereik te houden, zou de gemiddelde wereldwijde uitstoot in 2030 met 45 procent moeten zijn verminderd ten opzichte van 2010, zei het toonaangevende VN-klimaatwetenschapsrapport IPCC eerder.

Maar het hof neemt afstand van het vonnis uit 2021 waarin dat gemiddelde percentage ook van toepassing werd verklaard op Shell. Milieudefensie heeft niet duidelijk genoeg aangetoond waarom Shell zich aan dat percentage zou moeten houden, aldus het arrest.

Dat oordeel is teleurstellend voor Milieudefensie, maar wel goed te volgen. Want Shell is een bedrijf dat wereldwijd olie en (steeds meer) gas verkoopt. Het concurreert daarbij onder meer met producenten en verstokers van steenkool, een viezere en goedkopere brandstof dan gas om stroom mee op te wekken.

Om de gemiddelde wereldwijde uitstoot met 45 procent te verminderen, zou het dan ook logisch zijn om steenkoolproducenten een hogere reductieverplichting op te leggen en de handelaars in gas een lagere. Er zijn ook sectoren die harder moeten lopen dan andere om de wereldwijde doelen te halen, omdat verduurzamen in de ene sector (zoals de elektriciteitssector) veel makkelijker is dan in de andere (zoals cementproductie). Daarover is geen discussie.

Maar volgens het gerechtshof is er wél discussie over wat specifieke sectoren in welk jaar zouden moeten hebben bereikt. Het parcours waar de wereld als geheel zich op moet begeven is duidelijk (snel minder uitstoten), maar wat daarin de plicht is van de olie- en gassector, laat staan van één oliebedrijf  – daarover is geen consensus. Scenario’s noch de beleidsplannen van landen geven een duidelijk antwoord op die vraag.

Bovendien is het beleid van veel overheden, bijvoorbeeld die in de Europese Unie, er vaak juist op gericht om via een stijgende CO2-prijsuiteindelijk alle sectoren van de economie te vergroenen. Een strenge reductieverplichting voor een individueel bedrijf, of voor een sector, past daar niet bij.

En daar komt nog bij, oordeelt het hof, dat een opgelegde reductie voor Shell mogelijk niet effectief zou zijn, omdat andere producenten en handelaren in olie en gas paraat staan om marktaandeel van Shell over te nemen.

Met andere woorden: Shell kan wel activiteiten afstoten of opschorten om aan het vonnis te voldoen, maar het blijft onzeker of het klimaat daar iets mee zou opschieten.

Het percentage dat niet bleef plakken

Bij gebrek aan één internationale norm voor de olie- en gassector, en bij gebrek aan bewezen effectiviteit van een vonnis, kan het hof Shell dus niet veroordelen, luidt de uitspraak.

Wat dit laat zien? Zolang er geen consensus is over de precieze reductiepercentages die verschillende internationaal opererende sectoren moeten volgen, kun je niet van een nationale rechter verwachten dat zij zo’n percentage wél oplegt aan een specifiek bedrijf. Dat weten we nu. 

Dat wil níét zeggen dat Shell ineens een voorbeeldig bedrijf is dat alle lof verdient omdat het zich zo netjes aan de wet houdt: de honger van de olie- en gasgigant naar almaar meer winst ten koste van toekomstige generaties is en blijft immoreel en onrechtvaardig. Zoals het gebruik van fossiele brandstoffen dat ook is.

Het hof suggereert nota bene zelf dat als Milieudefensie een eis had gesteld over Shells toekomstige olie- en gaswinning – over het feit dat het bedrijf telkens nieuwe bronnen aanboort terwijl de uitstoot al zou moeten dalen – daar misschien wél een veroordeling over mogelijk was geweest.

Maar dat deed Milieudefensie niet. Milieudefensie klampte zich vast aan een percentage. Een wereldwijd gemiddelde, dat het van toepassing verklaarde op één bedrijf. Dat was altijd de zwakke plek in deze zaak, en in het vonnis uit 2021. Shell dook erop, en won. De kans lijkt mij klein dat de Hoge Raad, als Milieudefensie in cassatie gaat, hier anders over zal oordelen.

Ik zelf bij een Shellactie van Milieudefensie op 19 mei 2018

Wie wat moet doen blijft een politieke vraag

Deze uitspraak betekent niet dat alle klimaat- en milieuzaken, ook die over bijvoorbeeld stikstof, nu gedoemd zijn te falen. Het betekent alleen dat de vraag wie wat moet doen in de energietransitie voorlopig een politieke vraag is en blijft.

Een vraag die door experts, wetenschappers, nationale overheden en de internationale gemeenschap duidelijker moet worden beantwoord. 

In zekere zin is het vonnis dus een afspiegeling van het feit dat er over de precieze verantwoordelijkheid van grote ondernemingen in de klimaatopgave geen consensus is. Logisch ook, want daarbij gaat het over de verdeling van verantwoordelijkheden en plichten tussen sectoren en landen, tussen private en publieke spelers. Het idee dat een nationale rechter helderheid kan scheppen in dat internationale kluwen van belangen en plichten, als een soort duizenddingendoekje tegen taaie klimaatpolitiek, blijkt beperkt houdbaar.

En misschien is dat maar goed ook. Want op zijn slechtst is het verlangen van milieuorganisaties naar een sterke rechter die grenzen stelt de juridische versie van het verlangen naar een ‘sterke man’ in de politiek.

Er gaat het idee aan vooraf dat het debat nu wel gevoerd is, dat er genoeg feiten op tafel liggen, en dat het nu een kwestie is van afdwingen wat allang had moeten gebeuren. Als de democratische elite het nalaat, moet een autoritaire leider het maar doen. Als de politiek het nalaat, moet de rechter het maar doen.

Het arrest van deze dinsdag laat zien dat rechters daar niet altijd in meegaan, omdat dat hun rol niet is. Grenzen zijn dingen die mensen maken, of niet. Als mensen ze onvoldoende maken, kunnen rechters ze niet tevoorschijn toveren. En rechters die ondanks gebrekkig bewijs toch voorbarig een streep in het zand trekken, zoals de rechters in het vonnis in 2021 deden, kunnen later door andere rechters worden gecorrigeerd. De rechtsstaat werkt.

Boven de klimaattop in Azerbeidzjan die momenteel bezig is, hangt de donkere wolk van de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten, die zijn land niet alleen wil terugtrekken uit het Klimaatakkoord van Parijs, maar mogelijk ook uit het raamwerk van de mondiale klimaatonderhandelingen, het VN-Klimaatverdrag uit 1992. Dat is een rampzalige herinnering aan dit feit: het debat ís niet gevoerd.

De feiten blijven veranderen, de strijd voor een leefbare aarde is en blijft politiek, en wie een grens wil stellen aan vervuilende praktijken, zal meer moeten doen dan procederen.

Hallo bezoeker!

Leuk dat je mijn site bezoekt!
Ik wil op deze site aandacht besteden aan maatschappelijke zaken in het overgangsgebied tussen milieu en duurzaamheid, natuurwetenschappelijke discipline, politiek werk en acties op deze gebieden. Ik heb hierbij voorkeur voor onderwerpen die voor Noord-Brabant van belang zijn. Elders op deze website vind je tot welke concrete lidmaatschappen en maatschappelijke functies dat leidt.
Ik verwelkom iedereen op mijn site die hier ook iets mee wil.

Daarnaast staan er ook persoonlijke accenten tussen de boodschappen.

In de artikelen op deze site kun je zien hoe ik over de dingen denk. Je kunt me ook een vraag stellen (zie de tekst onder de foto).

Om artikelen te vinden werkt de “categorie-knop” het gemakkelijkste. Dat is een  hierarchische rangschikking op (deel)onderwerp.

Bedenk dat bij elk artikel een datum staat. Na artikelen treden ontwikkelingen op die de inhoud van het artikel kunnen ondergraven. Kijk altijd even of er nog een later artikel is.

En wees sowieso sceptisch als iemand iets beweert, zelfs als ik dat ben.

Voor geen enkel artikel op deze site is ChatGPT gebruikt.

Als u mij een vraag wilt stellen die geen betrekking heeft op een concreet artikel (bijvoorbeeld om iets uit te zoeken waar ik nog niet over geschreven heb), wilt u dat dan doen als commentaar bij deze passage?


Bij de RABO-bankdemonstratie dd 16 mei 2023 met Miss Piggy


Bij het Einsteinmonument in Ulm (Einstein is daar geboren). Ik vind het overigens geen mooi monument, maar ik heb grote bewondering voor Einstein..
09 juli 2023

Demonstratie van XR en Milieudefensie Eindhoven naar ABZ De Samenwerking

De demonstratie in de Eindhovense binnenstad

Milieudefensie Eindhoven heeft, volgens het stramien van de landelijke bedrijvencampagne, een handvol bedrijven aangeschreven in de regio dat ze een klimaatplan moesten maken waarin in 2030 45% minder broeikasgas uitgestoren zal wordem als in 2019, gerekend over scope1 (het eigen functioneren), scope2 (de ingekochte gas, stroom en warmte) en scope 3 (de hele keten voor en achter het bedrijf). Een van de aangeschreven bedrijven is ABZ De Samenwerking, meestal nog aangeduid onder de oude naam ABZ Diervoeders. Zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-regio-eindhoven-verzoekt-abz-de-samenwerking-om-klimaatplan/ .
De crux bij ABZ Diervoeders zit in scope 3 upstream, het gigantische klimaatbederf o.a. door ontbossing, degradatie van veenbodems, en sojateelt.
Op de brief van 31 maart 2024 is nog steeds geen antwoord ontvangen.

Extinction Rebellion (XR) Eindhoven was zich, onafhankelijk van Milieudefensie Eindhoven, ook gaan interesseren voor ABZ De Samenwerking. De redenering vertrok vanuit de ontbossing en de soja, benoemde ook de gevolgen voor de inheemse bevolking, benoemde het dierenleed van de intensieve veehouderij, en besteedde ook aandacht aan stankoverlast door ABZ De Samenwerking in de omgeving.
Dat vond XR een demonstratie waard, en dat met reden. XR wilde een brief aanbieden aan de directeur van het bedrijf.
De brief is hieronder te vinden (Marcel Roordink is de directeur).


Omdat XR en Milieudefensie Eindhoven hetzelfde wilden in andere bewoordingen, zijn de twee organisaties bij de demonstratie gaan samenwerken onder de XR-leus “Voer voor verandering”. Dat was op vrijdag 08 november 2024 overdag. XR verdient hier de meeste credits voor de organisatie.
Eerst een toespraak van XR-aanvoerder ‘Bitflip’ vanaf een bankje, en daarna werd het een klassieke, keurige wandeltocht onder vriendelijke politiebegeleiding van het 18 Septemberplein naar de poort van het bedrijf aan de Hastelweg.  

Die poort zat potdicht en de directeur liet zich niet zien. Toen heeft XR de brief maar op de spijlen van de poort geplakt.

Bij de poort nog drie toespraken:

  • Een van mij namens Milieudefensie Eindhoven, om de Milieudefensie-insteek uitte leggen. Ik vond de plannen  van ABZ De Samenwerking schaars, onduidelijken daardoor oncontroleerbaar. Zo op het oog doet ABZ De Samenwerking er beter aan de productie te halveren, in plaats van de voorgenomen verdubbeling
    De tekst van dit verhaal is hieronder te vinden.
  • Een van een mevrouw van de buurtorganisatie van de aanliggende woonwijk ’t Ven, over de negatieve uitstraling van het bedrijf en van meer bedrijven op De Hurk
  • En een felle afsluitende redevoering van iemand namens XR

Ik (rode jas met microfoon) bij het verhaal van Milieudefensie

Een dag later zei directeur Roordink van ABZ De Samenwerking dat hij “totaal niet gediend was van het optreden van de demonstranten”. Hij vond het “totaal ongepast om op een productielocatie actie te voeren. Ga onze mensen niet op een werkdag lastig vallen”.
Beetje wereldvreemd. Acties op productielocaties zijn bepaald geen onbekend fenomeen, en er viel geen werknemer te zien achter de poort (behalve twee beveiligers die niets te doen hadden.
En waarom Roordink vanaf zijn productielocatie wel de omgeving mocht lastig vallen met stank, werd ook niet uitgelegd.

Maar goed. Ongetwijfeld is met deze demonstratie het laatste woord nog niet gezegd.

Update dd 15 nov 2024

Zuurwolken en ballistische machine-onderdelen
Kort  na de demonstratie bereikte ons via XR een bericht uit de Amersfoortse Krant (uit de Algemeen Dagblad-stal) van 28 juni 2024 over de vestiging van ABZ De Samenwerking in Nijkerk (waar ook het hoofdkantoor zit). Zie diervoederbedrijf-sleept-nijkerk-voor-de-rechter-om-statushouders-we-zijn-nou-eenmaal-gevaarlijk .

De gemeente Nijkerk wil tegenover ABZ De Samenwerking, aan de andere kant van de Arkervaart, tijdelijk 40 statushouders huisvesten. ABZ DeSamenwerking ziet dat niet zitten.

De gemeente kán daar geen gezonde leefomgeving garanderen. Er is geuroverlast, geluidsoverlast. We zijn een categorie 4.1-bedrijf. Dat wil zeggen dat er in een cirkel van 200 meter geen bewoning mag plaatsvinden.” Zo pakten directeur Roordink en zijn advocaat uit bij de rechter “Aan de overkant staat onze machinetoren. Als daar iets misgaat, kunnen machineonderdelen honderden meters ver weg worden geslingerd. We werken met zuur; wat als er een zuurwolk ontstaat? We zijn nou eenmaal een gevaarlijk bedrijf.
De rechter was niet onder de indruk en gaf de gemeente gelijk.

Milieudefensie heeft het bericht meteen maar doorgestuurd naar de bewonersorganisatie van de Eindhovense wijk ’t Ven. Kregen we onderstaand kaartje terug met de 200 meter-cirkel rond de toren van ABZ De Samenwerking..

Wat ‘honderden’ precies betekent, en hoever een zuurwolk reikt, werd in het krantenartikel niet gespecificeerd.