Minister stuurt brief aan Tweede Kamer over sulfaat in bodem

OP 13 januari jl heb ik in deze blog het artikel geschreven “Spuiwater van chemische luchtwassers”. Dat beschreef vragen die de SP in de provincie gesteld had over dit onderwerp.

Een van mijn contacten in Deurne stuurde mij vandaag een mail dat ook staatssecretaris Dijksma zeer onlangs zorgen over dit onderwerp uitgesproken heeft. Die staan in een brief aan de Tweede Kamer dd 28 jan 2015 (zie onder). Toen ik voor de SP de vragen opstelde, wist ik overigens niets van de Tweede Kamer-bewegingen af.

Dijksma heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) gevraagd hoe het zit. De CDM heeft een analyse te berde gebracht waarin een vergelijkbaar verhaal  staat als in de SP-vragen. Daarnaast noemt de CDM nog een tweede route, namelijk de mest direct aanzuren met zwavelzuur om de emissie te beperken (wat mij overigens, gezien de kans dat H2S vrijkomt, levensgevaarlijk lijkt als het door amateurs gebeurt).
Het lijkt de CDM verstandig om meer voorlichting te geven, mest niet met zwavelzuur te verrijken, maximale zwavelgiften vast te stellen en die giften en het sulfaatgehalte in de bodem te monitoren.
Verder zegt de CDM dat “in gebieden met intensieve veehouderij op zandgrond kan de toediening van spuiwater met zwavelzuur lokaal leiden tot hoge sulfaatuitspoeling”, al lijkt dat “vooralsnog niet te gebeuren”.
Mijn contact wijst mij er echter op, dat in het deskundigenrapport over Deurne de sulfaatconcentratie op 20 tot 25 m diepte in een aantal jaren verzevenvoudigd is. “Dijksma weet dat” zegt ze “”dus hoe kan ze beweren dat er momenteel gene problemen zijn door sulfaatuitspoeling?”

Het lijkt mij verstandig dat de provincie snel antwoord op de SP-vragen geeft en gespitst is op maatregelen.

kamerbrief-over-het-gebruik-van-zwavelhoudende-meststoffen

Spuiwater van chemische luchtwassers

Dit wordt een ingewikkeld verhaal!

In Deurne ging (dec. 2012) een kind op een waterspeeltoestel onderuit  omdat er in het grondwater, dat van 20 m diepte omhoog gepompt werd, zwavel-waterstofgas zat (H2S). Daarna ook een ambtenaar van het Waterschap. H2S is behoorlijk giftig en is in gesloten ruimtes al een paar keer dodelijk gebleken.
De gebeurtenissen bleken  niet noodlottig, maar veroorzaakten veel opschudding in Deurne, zo ongeveer het epicentrum van de veeteeelt. Temeer daar er al vaker H2S omhoog gekomen was. Er kwam wetenschappelijk onderzoek, kamervragen van de SP, provincievragen en politieke strijd omdat bevestigd werd dat het H2S-gas een bijverschijnsel van de mestproblematiek was.

Er zitten echter meer kanten aan dit verhaal. De bacteriën op 20 m diepte hebben sulfaat nodig en er ontstaat alleen gas als het grondwater zuur genoeg is. Waar komen die factoren vandaan? De wetenschappelijke studie zegt dat die er al waren. Zwaveldepositie uit mest en zure regen van vroeger hebben een voorraad pyriet opgebouwd in de diepte en die gaat nu, simpel gezegd, weer in oplossing.
Die opbouw vindt nu niet meer plaats, zegt de orthodoxie, want de regen is veel minder zuur. Wat op zich waar is.

Maar er is intussen een tweede ontwikkeling bijgekomen, die ook met de intensieve veehouderij te maken heeft, namelijk de luchtwassers. Varkens in de stal produceren grote hoeveelheden ammoniak en de walm tast de Natura2000 – gebieden aan, die Europese bescherming genieten, zoals bijvoorbeeld De Peel. Die ammoniak moet worden afgevangen en een van de twee technieken daarvoor is de chemische luchtwasser. Je perst de ammoniakhoudende lucht door water, waarin opgelost een overmaat aan zwavelzuur, en die bindt de ammoniak (waarbij flink wat zwavelzuur overblijft). Het resultaat  (een aangezuurde ammoniumsulfaatoplossing) mag als meststof op het land worden uitgereden.
Ga je hier nu wat aan rekenen, dan blijkt dat als een boer doet wat mag en als normaal geldt, er minstens twee tot drie keer zoveel zwavel op het land gebracht wordt als het gewas aan kan. De rest gaat diepte in en zal  over bijvoorbeeld 10 a 15 jaar op 20 m diepte precies brengen wat nodig is voor de vorming van zwavelwaterstof. Nu is dat nog niet zo, want water zakt maar een meter per jaar en luchtwassers bestaan nog geen 20 jaar. De orthodoxe waarheid is onvolledig.
Als deze theorie waar is, organiseren we op die percelen waarop chemisch spuiwater wordt uitgereden, in de toekomst ons eigen sulfaatoverschot.

Ik heb hierover vragen opgesteld voor de PS-fractie van de SP. Deze zijn ingediend door Nico Heijmans en Francy van Iersel. De tekst van het persbericht is te vinden op http://noord-brabant.sp.nl/nieuws/2015/01/verziekt-het-spuiwater-van-chemische-luchtwassers-de-bodem .

 

 

 

Gesprek met inwoners Deurne over grondwaterrapport en andere mestzaken

Ik heb in mijn hoedanigheid als fractiemedewerker van de provinciale SP, samen met fractievoorzitter Nico Heijmans, gesprekken gevoerd in Deurne over het grondwater, waaruit het giftige zwavelwaterstof omhoog kwam. Op  20 okt 2014 heb ik daarover een artikel voor de SP-site geschreven.

In december 2012 ging een kind bewusteloos onderuit op zijn waterspeeltoestel in het Deurnese recreatiegebied ’t Zandbos en een paar dagen later een monsternemende ambtenaar van het Waterschap ook. In beide gevallen was zwavelwaterstof de boosdoener, het gas met de rotte eieren – geur. Dit zeer giftige gas was met het grondwater mee omhoog gekomen. In besloten ruimtes is dit gas in de afgelopen jaren enkele malen dodelijk geweest. In het vrije veld bleef de concentratie ver onder de dodelijke grens, maar hoog genoeg om zeer vervelend te zijn.
Bovendien gingen er in de zomer van 2013 65 eenden en een heleboel vissen dood in de Heiakkervijver en ook de kastanjebomen langs die
vijver legden in korte tijd het loodje.

De Heiakkervijver in Deurne
De Heiakkervijver in Deurne

Deurne in rep en roer en er kwam een onderzoek. Een expertpanel bracht uiteindelijk een rapport uit (mei 2014) en daar stond eigenlijk, soms wat omfloerst, in dat het aan de in het verleden overvloedig gedumpte mest kon liggen, in combinatie met de bodemverzuring.
Een meter of twintig onder de grond ging de nitraat uit de mest een reactie aan met de eerder gevormde pyriet en via een ingewikkelde bodemscheikunde, die we de lezer zullen besparen, resulteerde dat uiteindelijk in zwavelwaterstof die met het grondwater omhoog kwam. Zoiets gebeurt vaker (het is o.a. ook in Oss gebeurd), maar in Deurne was het erg heftig.
De dode eenden lagen volgens het rapport waarschijnlijk aan botulisme (en/of blauwalg), hoewel dat achteraf niet te bewijzen viel, maar in 2010 en 2011 was daar ook al botulisme geweest. Deze “gewone” oorzaak lag dus voor de hand. Overigens wordt ook dit door mest veroorzaakt. Het beekje de Vlier, dat de vijver voedt, ontspringt schoon op de Peelrandbreuk maar loopt daarna een aantal kilometer door landbouwgebied en pikt daar behoorlijk wat fosfaat en nitraat op. Een blik vanaf het bruggetje op het water met zijn algendrab en zijn overvloedige kroos doet eutrofiëring als oorzaak vermoeden (het water bevat te veel voedingsstoffen voor planten).
Hoe het met de kastanjes zat, is niet duidelijk. Er waren wat rare feiten omtrent de grond waar ze in stonden, maar daarvan was geen goede interpretatie.

In juni 2014 hebben de SP-Tweede Kamerleden Smaling en van Gerven hierover vragen gesteld, waarop op 27 augustus antwoord gegeven is (voor de tekst zie beantwoording-kamervragen-van-de-leden-smaling-en-van-gerven-sp-over-rotte-eierenlucht-bij-deurne).

Omdat de provincie in mestaangelegenheden een belangrijke zeggenschap heeft, heeft de PS-fractie van de SP een gesprek gearrangeerd met een aantal inwoners van Deurne, deels SP-leden, deels lid van de actiegroep Stop de Stank, deels lid van de gemeenteraad voor de lokale partij Transparant Deurne. Het gesprek ging over de scheikunde van bodem en mest en over de gemeentepolitiek van Deurne. Aanwezig voor de SP fractievoorzitter Nico Heijmans en fractieondersteuner Bernard Gerard.

Zonering in het grondwater met en zonder mest
Zonering in het grondwater met en zonder mest

Deurne wordt sinds mensenheugenis gedomineerd door het agrarisch-industriële complex. Op dit moment heeft Deurne twee lokale wethouders met een ZLTO-achtergrond en één van de VVD. Het tekent de verhoudingen dat het rapport op 16 mei gepresenteerd werd op een besloten persconferentie. Zelfs PvdA-Statenlid Knoet, toevallig in de buurt, mocht niet naar binnen. De dorpelingen mochten de avond van tevoren vragen stellen, maar toen was het rapport er nog niet. Zo doen wij dat in Deurne.
Kort voor het gesprek deed het College van B&W iets goeds, namelijk een aanhoudingsbesluit vast stellen. Dat betekent dat nieuwe aanvragen tussen de 6 weken en een jaar werden uitgesteld. Helaas, er lagen al drie gevoelige uitbreidingsplannen van veehouderijen, dat wel.

Over de scheikunde van bodem en mest, in aanvulling op wat al gezegd is, nog twee thema’s.
–           De waterkwaliteit van de Vlier verdient sowieso meer aandacht. Het beekje voldoet nog lang niet aan de Europese Kaderrichtlijn Water.
–           Min of meer als bijvangst werden er soms forse concentraties zware metalen in de Deurnese bodem aangetroffen, voor nikkel, zink en arseen een enkele keer zelfs tot boven de interventiewaarde bodemsanering. Het rapport beperkte zich vooral tot geruststellende verklaringen, maar liet het voor het antwoord op de vraag waar die concentraties vandaan kwamen bij “mogelijk sintelpaden” (uit Budel en omstreken). Dat kan niet het hele verhaal zijn. Een deel van de metalen zit van nature in de grond, maar dan oorspronkelijk gebonden in de vaste pyrietvorm. Een ander deel van de metalen komt echter met de mest mee. Het CBS houdt uitvoerige statistieken bij waar bijvoorbeeld in staat dat in Nederland in 2009 netto 840 ton zink de grond in ging, voor het overgrote deel uit dierlijke mest.

Zware metalen in het Brabantse grondwater (uit het onderzoek van mei 2014)
Zware metalen in het Brabantse grondwater (uit het onderzoek van mei 2014)

Men zou kunnen denken aan en systematisch bodemonderzoek in Deurne. De metingen nu zijn te hooi en te gras.

Ceíde Fields en de “wraak van Gaia”?

Willemiek en ik waren in 2012 in Ierland. We zaten een paar dagen in Ballina (de hoofdstad van de Ierse zalm) en zijn naar Céide Fields ge-
fietst (beide in North Mayo). Als je in Ierland fietst, betekent dat niet dat naar de kust fietsen per definitie bergaf is. Integendeel.

De kust van North Mayo. Het stipje links van het midden is het bezoekerscentrum van Céide Fields.
De kust van North Mayo. Het stipje links van het midden is het bezoekerscentrum van Céide Fields.

De Gaia-hypothese van Lovelock stelt dat alle levende organismen op aarde als één groot geheel gezien moeten worden. Er zijn zwakkere en sterkere versies van de theorie in omloop.
De zwakkere, wetenschappelijke versie gaat niet verder dan de bewering dat het leven op aarde een geologische kracht is tussen andere geologische krachten. Dat is ongetwijfeld waar.
De sterkere, spirituele versie maakt van Gaia een soort bovennatuurlijk organisme dat op de langere termijn streeft naar evenwicht. Dat is een soort geloof in iets bovennatuurlijks; ik heb helemaal niets met welk bovennatuurlijke dan ook; dus ik vind de sterkere versie onzin.

Desalniettemin kan ik aanhangers van de bovennatuurlijke versie slechts aanraden in Céide Fields te gaan kijken. Een beter voorbeeld is moeilijk te vinden. Het is de opgraving van een drama.

Ongeveer 3700 jaar voor Christus begonnen Neolithische boeren hier landbouw, meest veeteelt. Het klimaat was toen voor Ierse begrippen warm en droog. Het land was bedekt met berken- en sparrenbos, gras en heide. De nieuwe bewoners ontgonnen het gebied en kapten en brandden de bossen en heidevelden. Een tijd lang ging het goed. De neder-
zetting werd wat nu het meest omvangrijke monument uit de steentijd op de hele wereld is, zeker 12 km2. En het moet er niet veel anders uitgezien hebben dan vergelijkbare agrarische systemen in het moderne Ierland: eenvoudige huizen, velden die afgezet waren met muurtjes van gestapelde stenen, en vee. De mensen moeten er hetzelfde uitgezien hebben: West-Ierland kent een ononderbroken bewonings-geschiedenis sinds de eerste kolonisatie na de Ijstijd vanuit Noord-Spanje.

Toen het klimaat weer natter werd, kwam de fundamentele zwakte van het systeem naar voren.
Onder Noord-Mayo ligt ondoordringbaar graniet. Water kan niet naar beneden.
De neolithische boeren hadden de bomen gekapt, waardoor het water ook veel moeilijker de lucht in kon. Een populier kan tot 1500 liter per dag verdampen en ook andere bomen, bij mooi weer, honderden liters per dag.
De slash and burn – technieken hadden de bodemporiën gevuld met
fijne houtskool, waardoor het water ook zijwaarts geen kant op kon.
De waterspiegel kon dus alleen maar omhoog en er ontwikkelde zich een dikke laag hoogveen. De nederzetting werd bedekt met een laag turf van soms meer dan vier meter dik. Zodoende is het Atlantisch spreidveen ontstaan, dat grote delen van Ierland bedekt.

Atlantisch spreidveen bij Céide Fields
Atlantisch spreidveen bij Céide Fields

De oude nederzetting werd bij toeval gevonden doordat de bevolking naar in het veen begraven boomstammen zocht. Ander timmerhout is er tegenwoordig niet meer te vinden.

De turf is wel een goede conserveringsmethode. Het complex staat sinds 2010 op de Unescolijst. Een goede beschrijving is daar te vinden op http://whc.unesco.org/en/tentativelists/5524/ .

Bezoekerscentrum Céide Fields
Bezoekerscentrum Céide Fields

Er is een goed bezoekerscentrum (Ieren hebben vaak goede musea). Zie boven.

Gaia-gelovigen kunnen dit zien als dat Gaia haar rechten terugnam.

Ik ben zelf als natuurwetenschapper in deze veel prozaïscher. Mij lijkt dat de les is dat een landbouw, die de fundamentele beperkingen van de ecologie van een gebied negeert, vroeg of laat een probleem krijgt.
De neolithische boeren van 5700 jaar geleden wisten niet beter. Wij zouden inmiddels wel beter moeten weten.