Update dd 16 februari 2016
Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State heeft Minister Schultz van Haegen (I&M) de Tweede Kamer op 2 juli een brief gestuurd over plattelandswoningen en fijn stof.
De brief doet de volgende uitspraken:
– er zijn ca 100 tot 200 plattelandswoningen, waar een van de fijnstofnormen overschreden is of door ontwikkelingen in de nabije toekomst kan worden. Deze liggen vooral in Oost-Brabant, Noord-Limburg en West-Gelderland, dus in de veeteeltgebieden
De Wet Milieubeheer (Wm) staat dan soms nog wel wat agrarische
ontwikkelingen toe als de concentratie Niet In Betekenende Mate stijgt, of weggestreept kan worden tegen iets anders. Het wordt, hoe dan ook, wel moeilijker.
Daarnaast is er ook het Besluit Emissiearme Huisvestingssystemen Landbouwhuisdieren dat eisen aan die agrarische ontwikkelingen stelt.
– De luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer gelden niet op plaatsen waar de Arbowet geldt en omgekeerd. Zolang een boer in een huis op zijn eigen erf woont, valt hij onder de Arbowet.
Op het moment dat de boer niet meer op zijn eigen erf woont, en zijn woning beschikbaar komt voor bewoning door derden, gaan voor die derden de luchtkwaliteitseisen van de Wm wel gelden. Dat kan zonder nadere maatregelen een blokkade geven. De bedrijfswoning is dan een plattelandswoning geworden. Deze juridische visie wordt gesteund door een arrest van de Hoge Raad eind 2014 in Weert.
– Het maakt niet uit hoe de gemeente dit planologisch noemt. Het feitelijk gebruik van de woning telt.
– Hier is niets aan te doen, tenzij de Europese regels veranderd worden.
Op 27 januari 2016 heeft de Raad van State uitgesproken dat de voormalige bedrijfswoning Elsendorpseweg 99 in Elsendorp inderdaad mag worden herbestemd tot plattelandswoning, zoals de Gemertse gemeenteraad wilde. Bij deze woning hoort een mini-camping. Deze ligt tussen de kippenschuren. De kippenboer had bezwaar gemaakt.
Bij meting bleek, dat de luchtkwaliteit op het perceel ruimschoots aan de eisen voor geur en fijn stof voldeed. Voor het geluid gelden voor de plattelandswoningen dezelfde normen als voor bedrijfswoningen.
Omdat er geen blokkade was voor de bedrijfsvoering en zelfs voor een eventuele uitbreiding van de kippenboerderij, vond de omzetting genade in de ogen van de Raad van State.
Mijns inziens kan deze uitkomst slechts in samenhang met de argumentatie gehanteerd worden! Ik lees er geen algemeen geldende uitspraak in dat een voormalige bedrijfswoning altijd kan worden omgezet in een plattelandswoning.