Feiten over windpark De Spinder (Tilburg)
De Spinder is een bedrijventerrein aan de Noordrand van Tilburg, ten Westen van de N261 naar Waalwijk en grotendeels ten Noorden van de N260. Het is een voormalige vuilstort. Er liggen een afvalberg, een afvalverwerking van Attero en een waterzuiveringsinstallatie van Waterschap De Dommel.
Ten Noorden van De Spinder ligt het natuurgebied Huis ter Heide, dat als onderdeel van het Natuur Netwerk Brabant in beheer is bij Natuurmonumenten ( www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/landgoed-huis-ter-heide ).
De aanzet komt van de gemeente Tilburg, de grondeigenaren en de Midden-Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid (MOED). Resultaat is dat een groep van elf energiecoöperaties uit Tilburg en het omringende gebied zijn overeengekomen om, samen met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), vier windturbines op te richten in het gebied De Spinder met de naam Spinderwind BV ( zie www.spinderwind.nl ).
De vier windturbines zijn van het type Nordex 117/2400 . Die hebben een ashoogte van 91 m en een rotordiameter 117m, en een nominaal vermogen van 2,4MW. Volgens de specificaties van de fabrikant ( http://www.nordex-online.com/en/produkte-service/wind-turbines/n117-24-mw.html?no_cache=1 ) is het type ontworpen voor locaties met weinig wind. Een turbine zou dan 3500 vollast-uren moeten kunnen draaien. Als dit op De Spinder waar blijkt, zullen de vier turbines samen 0,12PJ elektrische energie per jaar produceren (goed voor ongeveer 7000 huishoudens – die dan nogal veel verbruiken).
Binnen het
plangebied liggen 2 bedrijfswoningen, die worden wegbestemd. Het uitgebrachte MER
geeft aan dat er vanwege de slagschaduw, zonder stilstandsvoorziening, 10
woningen binnen de directe invloedssfeer van het windpark vallen. 13 woningen bevinden
zich binnen de 42 dB Lden-contour. De bezwaren van deze groep bewoners richtten
zich tegen een zuidelijk gelegen turbine, die uiteindelijk niet gerealiseerd
is.
De dichtstbijzijnde woonwijk ligt ver weg.
Het totale investeringsbedrag van de vier turbines samen bedraagt ca €15,5 miljoen. Dat wordt bijeengebracht als volgt:
- 7,5% door de BOM (uit het Energiefonds Brabant, waarin gelden die vrijgekomen zijn uit de verkoop van Essent)
- 7,5% door de gezamenlijke energiecoöperaties. Deze delen dat bedrag door “Spinderdelen” uit te geven van €250 per stuk. Deze Spinderdelen kunnen alleen gekocht worden door leden van de energiecoöperaties. Momenteel zijn ze uitverkocht.
- 85% uit Vreemd Vermogen (geleend geld).
Het verplichte essentiële informatie-document “BIJLAGE B. INFORMATIEDOCUMENT VOOR SPINDERDELEN” is te vinden op www.spinderwind.nl/burgerwindpark/ , onder de link “overige belangrijke informatie”. Op deze pagina is ook andere belangrijke documentatie te vinden, zoals de publieksbrochure.
De noodzakelijke SDE+ – subsidie is inmiddels toegezegd.
Aan de procesgang bij de oprichting van Spinderwind en aan de juridische vormgeving is een case study gewijd ( zie www.windopland.info/wp-content/uploads/2018/03/NM-Wind-op-Land-bijlage-Brabant.pdf ) .
Het voert op deze plaats te ver om daar diep om in te gaan. Er staan interessante observaties.
Hierna twee commentaarpunten van mijn kant.
Klein project, opschaalbaarheid onduidelijk
De uiteindelijke uitkomst is een “politiek aaibaar” project geworden, zoals het Casusonderzoek dat formuleert. Milieuorganisaties en politieke kringen zouden erg graag willen dat de energetische verduurzaming van Brabant geheel afgedekt kon worden met dit soort knuffelprojecten. Ook mijn eigen partij, de SP, vindt dat dit type projecten de norm zou kunnen en moeten zijn.
Dat kan helaas niet het geval zijn.
De ene reden is dat De Spinder een goed, maar klein project is (ondanks de ashoogte van 91m). De eerder genoemde opbrengst van 0,12PJ moet worden afgezet tegen de totale energiebehoefte van Brabant, die momenteel rond de 290PJ zit en die, volgens het provinciale document POSAD in 2050 rond de 245PJ zit. POSAD voorziet een windaanbod ter duurzame dekking van rond de 105PJ . Nu kan men van alles vinden van POSAD en de studie is niet zonder gebreken, maar ook als men 58% van de windbehoefte naar zee verplaatst (wat het voorlopige klimaatakkoord doet) , dan nog praat je over een noodzaak van vele honderden Spinders in Brabant.
De andere reden is dat de deelname van de energiecoöperaties de kracht en tevens de zwakte van het verhaal is.
De coöperaties hebben allemaal €5000 ingelegd ter voorbereiding, en hebben jarenlang ontzettend veel werk gestoken in dit ene kleine project. Hiervoor past een grote erkentelijkheid, maar het is een inspanning die niet willekeurig herhaald kan worden. De deelnemende coöperaties (alle coöperaties in Midden-Brabant die wat voorstellen) keren nu even tot hun normale bezigheden terug. Misschien kan er weer een behapbaar project elders in Midden-Brabant over een paar jaar, maar dit soort versnipperde handelingen slepen de grote getallen niet binnen.
Wat zich hier diepgaand wreekt, is dat publieke energiebedrijven als Essent, die op honderdvoudige schaal konden opereren als de gezamenlijke midden-Brabantse coöperaties, geprivatiseerd zijn. Mijn eerste keus zou zijn her-nationalisatie van de Nutsbedrijven. Getallen die er toe doen, kunnen met geen mogelijkheid door energiecoöperaties geleverd worden. En dat valt ze niet te verwijten.
Natuurmonumenten
Natuurmonumenten was fel tegen windturbines op De Spinder, en is dat nog steeds, al hebben ze het verzet opgegeven.
Er is goed onderzocht of de natuur zelf schade ondervindt. Dat is niet of nauwelijks zo.
Er is geen effect op Natura2000-gebieden. Effecten van windturbines op vogels zijn te verwaarlozen in vergelijking met die van andere doodsoorzaken. De uitwerking op vleermuizen is minder goed bekend, maar het op goedgekozen momenten stilzetten van de turbines brengt de eventuele schade, die er mocht zijn, drastisch nog verder terug.
Ook vanwege de bestaande aard van het gebied gaat er daar geen natuurwaarde verloren.
De crux zit in de menselijke beleving. Het probleem is dat je de turbines vanuit Huis ter Heide ziet.
Nu is Natuurmonumenten voor zijn functioneren sterk afhankelijk van de menselijke beleving. Mensen worden lid omdat ze de natuur mooi vinden en willen dat die blijft. Ikzelf overigens ook.
Maar de natuur wordt ook beïnvloed door verbranding van fossiele brandstoffen (bijv. door stikstofoxide of klimaatdroogte). En tegen die fossiele brandstof-effecten helpen windturbines. Windturbines zijn een vriend van de natuur, maar niet van de natuurbeleving.
De achterban van Natuurmonumenten heeft het bestuur gevraagd ook al om geen hout meer te stoken.
De gezamenlijke Natuur- en Milieuorganisaties hebben met de Constructieve Zonneladder een document opgesteld dat toch vooral remmend bedoeld is.
Er botsen hier verschillende crises op elkaar: energie – klimaat – biodiversiteit – grondwater. De natuur gaat daar niet onveranderd uit komen.
Natuurmonumenten zou er mijns inziens wijs aan doen om zich, samen met de achterban, op een betere manier met dit spanningsveld om te gaan. Anders wordt Natuurmonumenten een van de grootste drijvende krachten tegen duurzame energie.
Voor een verhaal door Barbara Tetteroo op de BMF-site zie www.brabantsemilieufederatie.nl/nieuws/burgerwindpark-de-spinder-van-idee-naar-werkelijkheid/ .