Porselein en namaak van Chinese techniek

Naar aanleiding van een toevallig gesprekje vanavond een tussendoor-artikel over oud en nieuw porselein, en namaak in Duitsland van China.
Mijn partner en ik fietsten in de zomer van 2017 van Dresden naar Paderborn, en kwamen door Meissen, de stad van het porselein. Eigenlijk is het een soort voorstad van Dresden.

Porselein is een van de dingen die we tegenwoordig vanzelfsprekend vinden. Het was echter in het verleden een hightech-materiaal dat in die tijd even geavanceerd was als de meest geavanceerde materialen nu. De Chinezen hebben het geleidelijk aan ontwikkeld tussen pakweg 2000 en 1200 jaar geleden en ze hebben het procedé 1000 jaren geheim weten te houden.

Het westen maakte ergens rond 1300 kennis met porselein door Marco Polo. Het was een luxe goed dat hetzij vreedzaam, hetzij door zeeroof in Nederland terecht kwam.

Heel lang en heel vergeefs heeft men geprobeerd het na te maken. De imitatie ging in die tijd de andere kant op.
Uiteindelijk lukte dat voor het eerst in 1708 door meneer Von Tchirnhaus. Die kreeg als assistent ene meneer Böttger, die tegen August II de Sterke van Saksen beweerd had dat hij goud kon maken. Dat lukte uiteraard niet, ook niet toen August hem opsloot om de research te bespoedigen. In arren moede werd Böttger te werk gesteld als assistent van Von Tschirnhaus en zo lukte het het tweetal alsnog om goud te maken. Geen geel goud, maar wit goud maar het bracht vergelijkbaar op.

Het Ertsgebergte (aan de Tsjechische kant)

Dat het porselein juist daar werd uitgevonden was niet helemaal toeval. Het Ertsgebergte levert de grondstoffen van porselein, te weten kaolien (een gehydrateerd aluminiumsilicaat), veldspaat (niet verweerd aluminiumsilicaat) en kwarts en af en toe nog wat. Dat zijn allemaal erosieproducten van graniet en daarvan is er in het Ertsgebergte heel veel.
En als je een blauw pigment wilde, had je kobalt nodig en het toeval wilde dat dat ook in het Ertsgebergte te vinden was. Er is nog veel meer in het Ertsgebergte te vinden – het is overal goed voor. Het Ertsgebergte heet niet voor niets Ertsgebergte. Al vanaf de prehistorie wordt er tin gewonnen voor de bronsproductie.
De ‘dollar’ komt van de ‘Thaler’ en dat komt van de ‘Joachimsthaler’ en daar werd zilver gevonden, zodoende. We zijn in een grijs verleden in  Joachimsthal geweest (dat is nu Tsjechisch), maar toen alles zat dicht. In dat gebied toen ook voor het eerst compleet dode bossen gezien.

De Sterke August had nog een kasteeltje over in Meissen en dat kwam goed uit, want daar kon hij pottenkijkers buiten houden en de productie binnen. Zodoende is Meissen de stad van het porselein geworden, vanaf 1710 fabrieksmatig.

Oude en nieuwe toepassingen van porselein

Porselein is mooi spul. Glasachtig, hard en taai, volledig ondoorlatend (zelfs ongeglazuurd), en uitzonderlijk hitte- en chemisch bestendig. In het paleis van de Dresdense keurvorsten hangt buiten een porseleinen carillon en dat doet het. Het klinkt hoog en helder.

Men is nog steeds niet uitgestudeerd op keramiek. Technische keramiek is nog steeds hightech (zie bijvoorbeeld https://nl.wikipedia.org/wiki/Keramiek of www.ceratec.nl/toepassing.html of https://hightechceramics.com/en/ uit Goirle ).

Een keramische bakpan wint het op alle technische fronten van de tefalbakpan, en brengt geen GEN X-gifstoffen in het milieu.