Tussen alle paniekverhalen en haatdiscussies over andersafkomstigen door even tijd voor nuchterheid en wetenschap.
Een mooi onderzoek in Nature Genetics van 8 november 2017 laat zien, dat migranten uit Anatolie (ze kwamen dus nog uit Turkije ook …. ) de landbouw in Europa gebracht hebben. Dat volk begon ergens 8000 jaar geleden naar het Noorden te trekken. Niet in een massieve golf, maar groep voor groep en stap voor stap, de landbouw met zich meenemend.
Onderweg verzeilden ze steeds dieper in gebieden, waar tot dan toe alleen maar jagers-verzamelaars woonden (misschien wel de nazaten van de kunstenaars die de grot van Lascaux beschilderd hebben).
Uit het genetisch materiaal blijkt, dat er vanaf het begin flink gevreeën is. Het genetisch materiaal stroomde beide kanten op: er zijn jagers met boerenbloed en boeren met jagersbloed gevonden. Dat proces heeft vele eeuwen geduurd en moet dus totaliter redelijk harmonisch verlopen zijn.
Het artikel maakt geen melding van zichtbare sporen van geweld.

Het onderzoek vond plaats in Hongarije, Duitsland en Spanje, op 180 skeletten uit de periode van 6000 tot 2200 jaar voor Christus.
De genetica laat zien dat de relaties lokaal bleven. Als de nieuwe boeren ergens zaten, bleven ze daar en namen ze de oude bevolking geleidelijk aan op.

Het laat weer eens zien dat ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ in Europa niet als aparte categorieën bestaan, als je maar ver genoeg terug gaat. In de Ijstijd was een groot deel van Europa woest en ledig.
Zie ook Milieudefensie op de Groenmoesmarkt en wandelende eiken