Tweede Kamer ontvangt CLM-rapport over resistente schimmels bij voedselproductie

Het rapport en de aanbieding
Er bestaat al langer ongerustheid over schimmels die resistent zijn tegen bestrijdingsmiddelen die erg veel lijken op geneesmiddelen die longontstekingen door diezelfde schimmels bij mensen moeten bestrijden.
In concreto gaat het vooral om de schimmel Aspergillus fumigatus, die in de land- en tuinbouw bestreden wordt met azolen. Daarnaast worden er ook een heleboel andere schimmels bestreden. Van die azolen worden er jaarlijks in Nederland 130.000 kg ingezet, met name op wintertarwe, suikerbieten en bollen.
Van verwante azolen worden er jaarlijks 400kg ingezet als geneesmiddel.
Zie:

Op verzoek van RVO heeft het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) het onderzoek uitgebracht “Verkenning naar de aanwezigheid van resistente Apergillus fumigatus in de land- en tuinbouwketen. Dat is door staatssecretaris Van Weyenberg aangeboden aan de Tweede Kamer. Het is te vinden op https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=cd3f23a4-3155-4854-9cbb-4755a2a2807a&title=Verkenning+naar+de+aanwezigheid+van+resistente+Aspergillus+fumigatus+in+de+land-+en+tuinbouwketen.pdf .

De Boerderij heeft er een toegankelijk artikel over geschreven op Extra maatregelen tegen resistente schimmel (02 dec 2021)

Ik heb zelf eerder over het probleem geschreven op Resistente schimmels op bloembollenafval en Bollenboeren boos over aanscherping regelgeving azolen  .
Dat ging over bloembollen, die onderzoek over voedsel.

Epoxiconazool (Wikipedia), zit o.a. in Allegro, Opera en Ventura

Samengevat

  • De schimmel groeit massaal in afvalhopen. CLM heeft afvalhopen van uien, aardappelen, suikerbieten en aardbeien onderzocht. Met name bij afval van uien (bijvoorbeeld rotte uien) en van aardbeien was de hoeveelheid resistente schimmel erg hoog.
  • Het CLM vindt zelf dat het te weinig monsters heeft kunnen nemen en wil vervolgonderzoek.
  • Het advies is om uien- en aardbeienafval niet op te stapelen, maar meteen te verwerken of over het land te verspreiden. Voor bloembollen bestaat al een dergelijk protocol.
  • Minder azolen, of zelfs geen meer, zou ook helpen.
  • Blijvende monitoring is gewenst.
  • Gezien de ervaringen met aardbei-afval verdient het aanbeveling ook naar andere vollegrondsgroenten te kijken als bijvoorbeeld kool. Ook daar worden azolen gebruikt.