GroenLinks – conferentie over biomassa

BMF-verzoek
Na de nodige interne perikelen is de Brabantse Milieu Federatie (BMF) zich bestuurlijk weer aan het oprichten. De BMF oriënteert zich op kennis van relevante onderwerpen, waaronder energiekwesties. Gezien de grote invloed van duurzame energie op het landschap, en de intensieve veehouderij is dat logisch.

De BMF heeft al eens avonden belegd voor de achterban, die ook gebukt gaat onder het enerzijds van de natuur en het anderzijds van de duurzame energie.
Binnenkort gaat het, na de jaarvergadering, over de Regionale Energie Strategieën.

Een traditioneel discussieonderwerp is het onderwerp biomassa. Ik sta daar anders in dan veel BMF-ers. Als je de standpunten tot karikaturale one liners zou verengen, zou ik bijvoorbeeld vinden dat professionele houtstook best wel een rol kan spelen in de energievoorziening en dat een bos een gewas is dat niet anders moet worden benaderd dan boerenkool, en zouden anderen vinden dat er veel meer bos moet komen, elk bos natuurgebied moet worden, met een sacrale uitstraling en associaties met het hondje Idefix. Het botst wel eens.

Aan de andere kant weet ik veel af van energie in Brabant en de BMF (nog) niet.
Zodoende stuurde de BMF mij een uitnodiging door, die ze van het Wetenschappelijk Bureau van Groen Links gekregen hadden voor de conferentie “Biomassa: voedsel, grondstof of brandstof?” op 24 mei 2019. Een zinnig onderwerp.
Bij deze een reflectie.

Ik schatte in dat mij als SP-er geen onmiddellijk levensgevaar bedreigde als ik op de uitnodiging in zou gaan. Dat bleek te kloppen.

Heleen de Coninck

De GroenLinks – conferentie
Die was best goed opgezet. Er zaten zo’n 150 mensen in de grote zaal van Villa Jongerius in Utrecht (zonder uitzondering spierwit, gemengd van leeftijd en m/v). Keynotespreekster was Heleen de Coninck ( www.ru.nl/english/people/coninck-h-de/ ), universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en een van de mede-auteurs van het IPCC-rapport van 2018 (IPCC SR 1.5) dat waarschuwde voor het overschrijden van de 1,5°C.
Verder spraken kort GroenLinks Tweede Kamerlid Tom van der Lee en (in een panelconstructie met elk een pitch) Jelmer Vierstra (projectleider grondstoffen Natuur en Milieu); Martin Junginger (hoogleraar Biobased Economy aan de Universiteit van Utrecht, Bart Dehue (projectleider duurzame warmte van NUON/Vattenfall) en Jorrit Nuijens (wethouder GroenLinks in Diemen, waar een grote biomassacentrale moet komen).

De presentaties zouden beschikbaar komen, maar ik heb ze nog niet kunnen vinden. De bij de conferentie horende webpagina is https://wetenschappelijkbureaugroenlinks.nl/agenda/conferentie-biomassa-voedsel-grondstof-of-brandstof .

Het heeft even geduurd (23 aug 2019), maar inmiddels is ook het officiele verslag door GroenLinks zelf uitgebracht. Het is te vinden op https://wetenschappelijkbureaugroenlinks.nl/artikel/biomassa-voedsel-grondstof-of-brandstof .

’s Middags waren er vier workshops, alle interessant maar helaas tegelijk. Ik heb ‘Biobrandstoffen voor transport’ gekozen.
Na afloop discussie met de hele sprekersset.

Heleen de Coninck
Onder die limiet blijven heeft duidelijk voordelen (zo overleeft bijvoorbeeld een deel van het koraal op aarde); we zitten nu op 1,0°C; en onder de 1,5°C -limiet blijven vraagt om veranderingen op een schaal, zoals die nog nooit eerder vertoond is. Bij ongewijzigd beleid wordt de limiet ergens rond 2040 doorbroken.
Met opgeteld een verandering van alle persoonlijke levensstijlen haal je het niet. Er is een systeemverandering nodig.

Daarvoor moet alles uit de kast. Ook biomassa, mits mits een aantal zaken. Vooral een combinatie van BioEnergy met CarbonCapture and Storage (BECCS) heeft zin.
In augustus komt er een speciaal rapport van het IPCC over biomassa, landgebruik en BECCS.

In de discussie stelde De Coninck dat biomassa niet bij voorbaat moet worden afgeschreven. ‘DE BIOMASSA’ als categorie bestaat niet. Het is een zeer uiteenlopende groep technieken die niet met één categoraal oordeel beoordeeld kan worden.

Junginger
Het ene extreem, aldus Junginger, is een palmolieplantage bouwen op veengrond. Dat is om allerlei redenen een drama dat je niet moet willen.
Het andere extreem is als ik mijn heg knip, composteer en de brokstukken die dan nog niet kapot zijn opstook. Niets mis mee.
De meeste biomassa zit tussen die extremen in.

Je kunt het beste biomassa inzetten waar geen fossiel alternatief is, zoals in de scheepvaart, de luchtvaart of de chemie.

In de discussie ging Junginger tegen de veelgehoorde mythe in dat men zomaar hele bomen in de versnipperaar stopt (een door een misleidende uitzending van Zembla gevoed waanidee bg). Van volwassen bomen gaat alleen de top naar de versnipperaar en de stam gaat naar de zagerij. Hooguit zijn jonge bomen een twijfelgeval.

Tom van der Lee en de zaal.
Van der Lee functioneerde in het spanningsveld tussen wat sommige GroenLinksers graag willen horen en wat de realiteit dicteert.

De realiteit is, aldus Van der Lee, dat biomassa goed is voor 120PJ van de 3100PJ op de Nederlandse energiebegroting en dat kan meer worden. Als je daarvan af zou willen, zou dat heel wat vragen.
GroenLinks zegt dan ook niet ‘NEE’ tegen alles, probeert zich aan heldere criteria te houden, en wil  in elk geval een standstill. Het volgen van de cascaderingsladder is in elk geval een vereiste (overigens een breed aanvaard standpunt in de politiek bg). Biokerosine gaat voor bijstook in centrales.
Maar er zijn dilemma’s (zoals dat bijvoorbeeld geschetst werd door een GroenLinks-bestuurder uit Helmond). Moet je de stadsverwarming voeden met biomassa of met aardgas? Dan toch maar biomassa.
Het perfecte is bij voorbaat onhaalbaar.

Zodoende ontspon zich een discussie tussen Van der Lee en een aantal anti-biomassa-fundamentalisten in het publiek, alsmede een enkele anti-stadsverwarmingsfundamentalist. Ik vond dat Van der Lee won, maar ik kan niet in hoofden kijken.

De workshop “Biobrandstoffen voor transport”.
Daar spraken eerst Loes Knotter voor het Platform Duurzame biobrandstoffen (een initiatief van het ministerie van I&W) en Paul Peeters van de Hogeschool in Breda, kerosinekenner en geen onbekende bij luchtvaartactiegroepen en voor mij inmiddels een oude bekende. Hij heeft nog materiaal aangeleverd voor mijn afstudeerscriptie (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=8829 ).
Zie verder ook https://platformduurzamebiobrandstoffen.nl/ en www.cstt.nl/Staff/Paul-Peeters/8 .

Knotter gaat over alle brandstoffen, ook over benzine en diesel. Alles bijeen een nog klein, maar groeiend marktaandeel. Vol trots liet ze een grafiekje zien dat het gemiddelde CO2-besparingspercentage van biobrandstof inmiddels boven de 80% zat.
In Nederlandse diesel zit geen palmolie.

Peeters betoogde dat biokerosine op korte termijn een gat kon dichten, maar nadelen had die electrofuels (Power to Liquid)  veel minder hadden . Maar die laten langer op zich wachten.
In beide gevallen kan de luchtvaart niet blijven doorgroeien. In het ene geval is het landgebruik voor gewassen de beperkende factor, in het andere geval dat voor windturbines etc.

Mijn positie en wat mij opviel
Wat mij opviel is dat het voedselaspect tijdens de conferentie nauwelijks aan de orde kwam. Daarover bestaat inmiddels min of meer een gunstige consensus, waardoor dit aspect een gepasseerd station begin te worden.
Verder viel me op dat biomassa vooral geïdentificeerd wordt met bomen. Maar rioolslib is ook biomassa en gemaaid bermgras ook, en ook varkensmest en een deel van het huishoudelijk afval. Er zit meer niet-boom dan wel-boom in het biomassa-aanbod (zie de CBS-cijfers).

Onderverdeling van biomassa naar categorieën (CBS)

Ik voel mij vooral thuis bij de ‘ja, mits’ – posities van De Coninck en Junginger. Voor mensen, die deze site bijhouden, kan dat geen verrassing zijn. Het is èn èn èn èn en de luxe van òf òf òf bestaat niet.

Ik constateer verder dat mijn positie, grosso modo beschouwd, niet wezenlijk afwijkt van die van de GroenLinksfractie. Ik sta er alleen wat vrijzinniger in.

Ik vind het overbodig principieel om biomassabijstook in elektriciteitscentrales te verbieden. Het is voor mij voldoende als die aan goede regels gebonden wordt. De Amercentrale, die in 2020 op 80% biomassa zit (en 20% kolen), en, als het goed is, in 2030 voor 100%, hoeft van mij niet perse dicht. Overigens gaat dat waarschijnlijk ook niet gebeuren, maar daar kom ik in een volgend artikel op deze site op terug.
Zie ook http://www.rwe.com/web/cms/nl/3792250/rwe-generation-se/brandstoffen/biomassa/waarom-biomassa/ en www.duurzaamgebouwd.nl/artikel/20180115-amercentrale-volledig-op-biomassa-in-2030 .

De Amercentrale

Je zou op dit moment erg kritisch moeten nadenken of je een nieuwe stadsverwarming op biomassa laat draaien. Er beginnen zich alternatieven af te tekenen die echter vooralsnog financieel onbereikbaar lijken ( www.bjmgerard.nl/?p=8645 ). Algemeen: ik ben het geheel eens met de uitspraak van Van der Lee dat het perfecte bij voorbaat onhaalbaar is.
Dit geldt echter niet alleen de inzet van biomassa, maar dat geldt de gehele duurzame energie. Er zijn altijd spanningsvelden te ontwaren (bos versus andere Natura 2000, productiebos versus natuurlijk bos, zonnepark versus landbouwgrond, wind versus woonwijken, wind versus vleermuizen, enz enz).
Het vraagt om een kritische analyse, maar wat mij betreft mag de duurzame energie vaak winnen.

12 thoughts on “GroenLinks – conferentie over biomassa”

  1. Ok. Dank voor het verslag. Opmerkelijk dat het hele begrip diversiteit in de context van de biomassa niet aan de orde is gekomen maar wel het maaien van bermen (en dus impliciet met het wegzuigen van die biomassa). Verder eens dat de biomassadiscussie over meer gaat dan bosbeheer.

    1. Het begrip ‘biodiversiteit’ is wel aan de orde geweest, maar niet als hoofdonderwerp. De programmering was op het gebruik van biomassa gericht. Daardoor werd de biodiversiteit automatisch een randvoorwaarde.
      Ik heb niet alle pitches benoemd, omdat anders het verhaal te lang werd. Vierstra van Natuur en Milieu ging er wel op in.
      In mijn verhaal zit overigens de biodiversiteit in andere bewoordingen verwerkt, maar dan in de rubriek spaningsvelden, bijv. ‘bos versus Natura2000’ of ‘productiebos versus natuurlijk bos”. Dat gaat in praktijk over biodiversiteit. Het is een moeilijk verhaal en een artikel in eigen recht waard.
      Wat Junginger bijvoorbeeld zei (terecht) is dat het meeste bos in Nederland op dit moment gekapt wordt met het doel biodiversiteit te bevorderen. Dat betekent biodiversiteit in andere, niet-bos Natura2000 biotopen. Zie ook http://ec.europa.eu/environment/nature/natura2000/sites_hab/index_en.htm .
      Er is momentel een emotionele beweging gaande om van de tientallen Natura2000-biotopen speciaal de bos-biotopen zaligmakend te verklaren. Dat kan ten kosten gaan van andere natura2000-biotopen als bijv. hoogveen of natte heide. Zo ondergraven milieumensen onbedoeld de Natura2000- systematiek en dat is het stomste wat ze kunnen doen.
      Ik pleit hier voor meer denkwerk.

  2. “Verder viel me op dat biomassa vooral geïdentificeerd wordt met bomen.”

    Heeft denk ik te maken met de giga-gezondheidsschade, die vooral komt van de bosbranden verstopt in hout- en pelletkachels doorgaans veel dichterbij (dus minder verdund) dan de grotere centrales. En ook met het wantrouwen dat door overheid wordt gecreëerd door het duurzaam/hernieuwbaar te noemen en niet op te treden (zelfs niet bij de ALLESbranders).
    Jij maakt er ook geen woord aan vuil.

    1. Ik kon in mijn verhaal niet overal op ingaan.
      Wat u zegt betekent, vertaald naar mijn verhaal, een toevoeging aan de reeds vele spanningsvelden die als voorbeeld genoemd staan, nameliijk een mogelijk spanningsveld tussen biomassa en luchtkwaliteit.
      Mijn positie in deze is, dat ik vind dat kleinschalige houtstook in stedelijk gebied verboden moet worden vanwege de luchtkwaliteit-aspecten. Dat geldt al helemaal voor allesbranders.
      Wat mij betreft kan professionele houtstook met een goede rookgasreiniging (dus grootschalig) worden toegestaan, zoals bijvoorbeeld in sommige stadsverwarmingsinstallaties.

  3. Biomassa stook (BMC) is door subsidie zo aantrekkelijk, dat energie besparing op de achtergrond geraakt en ook het benutten van restwarmte. WKK gascentrales worden vervangen door BMC alleen voor warmte. De elektriciteit moet dus elders vandaan komen (gascentrales?).

    Dan restwarmte, Amsterdam is een mooi voorbeeld met heel veel datacentra, waarvan de warmte onbenut geloosd wordt.
    Ook heeft Amsterdam een grote Hemgascentrale waar ook de warmte onbenut blijft. Waarom zou je met zoveel subsidie biuj BMC?

    Dan de luchtvervuiling. Biomassa wordt ook verstookt in afvalcentrales met veel scherpere normen voor luchtvervuiling dan bij BMC. Subsidie voor luchtvervuiling?

    1. Beste Roland
      je haalt er van alles bij, waarbij je economische en technische argumenten door elkaar gebruikt. Voor een heldere discussie wil ik deze categorieën splitsen.

      Eerst een orde van grootte-schatting van het probleem.

      Eerst moet herhaald worden wat Tom van der Lee ook zei, namelijk dat het totale bruto energiebudget van Nederland (dat wat het land in gaat) 3100PJ is.
      Ongeveer 550PJ daarvan raakt zoek aan omzettingsverliezen, een kleine 600PJ gaat in materialen zitten, en ongeveer 2100PJ komt netto bij de klant aan, waarvan ongeveer 1250PJ in de vorm van warmte, verdeeld en opgeteld over diverse temperatuurbereiken.
      De rest van die 2100 is stroom en transport.

      Het getal ‘120PJ’ biomassa, dat Tom noemde, is bruto. Netto is het ongeveer 80PJ en dat is verdeeld over verschillende bestemmingen, waarvan waarschijnlijk veel warmte. Als rekenvoorbeeld zal ik 50PJ netto warmte uit biomassa kiezen.

      Je moet je dus voorstellen dat je landsbreed ongeveer 1200PJ warmte nodig hebt, die nu voor het overgrote deel uit aardgas geleverd wordt.
      De biomassa levert (natte vinger) 50PJ.
      Datacenters kunnen op papier ongeveer 40PJ leveren (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=6293 ), maar in praktijk zijn ze er niet op gebouwd dus het zal tegenvallen.
      Ik heb geen eenvoudig cijfer over wat er aan overige restwarmte beschikbaar is. Ik denk ergens orde van grootte, op papier, een paar honderd PJ. Je zou kunnen kijken op de warmteatlas ( http://rvo.b3p.nl/viewer/app/Warmteatlas/v2 ).
      Als ik jouw voorbeeld doorreken van de gascentrale aan de Hemweg (grofweg 435MW elektrisch en 300MW thermisch), dan kom ik (bij 8000uur/jaar bedrijfstijd) aan 8 a 9PJ warmte per jaar, die eruit zou komen, waarvan een deel aan de omgeving geleverd kan worden want daar is hij op zich geschikt voor ( zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Centrale_Hemweg ).
      De precisie doet er niet toe, want ook zonder precisie is duidelijk dat er geen òf òf òf situatie bestaat. Er bestaat een èn èn èn situatie. Het heeft dus weinig zin om te beargumenteren dat je niet het ene wilt en wel het andere. Het is het een èn het ander en nog een heleboel meer. Elke duurzame energie-oplossing in Nederland is een mozaiek van alles wat er maar te bedenken valt (en dan is er waarschijnlijk nog import nodig).
      Altijd goed om een gevoel te hebben voor getallen.

      Tot zover de technische beantwoording. Je moet dus goed begrijpen dat het oplossen van technische problemen een absolute voorwaarde is.
      Economische argumenten hebben betrekking op de uitvoerbaarheid, niet op dat wat moet worden uitgevoerd. Een economisch argument kan geen technisch argument vervangen.

      Ik ben van huis uit natuurwetenschapper en geen econoom. Ik weet daar minder van af. Als u dieper op dit onderwerp wilt ingaan, moet u een specialist zoeken.
      Vooraf: ik vind dat de energiebesparing en – opwekking economisch en politiek niet optimaal geregeld is. Als ik probeer enig begrip te aan te brengen voor het systeem, moet u dat dus niet opvatten als impliciete steun aan dat systeem.

      Energiebesparing en energieopwekking zitten niet in hetzelfde wettelijke systeem. De belangrijkste subsidies SDE+ en ISDE gaan over de opwekking van duurzame energie, niet over besparing.
      Voor besparing gelden wettelijke voorschriften in de WetMilieubeheer, de MJA-afspraken en het ETS alsa stok en vrijstelling van energiebelasting als wortel.
      Je kunt daarom niet zeggen dat er een oorzakelijk verband is tussen te weinig besparing en teveel subsidiering. Veeleer bestaan beide systemen parallel aan elkaar.
      Uw bewering dat gesubsidieerde biomassaverbranding niet-gesubsidieerde restwarmte op de achtergrond schuift, zou waar kunnen zijn. Ik kan daar zonder nader onderzoek niet meteen ja of nee op zeggen. U zou deze vraag bj uw Tweede Kamerfractie neer kunnen leggen. Het gaat echter in beide gevallen om hoeveelheden, die ver achter blijven bij de noodzaak. Een onderlinge verschuiving lost dus het probleem niet op. De vraag is eerder of ook restwarmtebenutting gesubsidieerd moet worden.

      Dat WKK-installaties evolueren tot alleen maar warmtecentrales (ongeacht of ze gas of bio zijn) komt door de lage stroomprijs. Die was in de afgelopen jaren op de groothandelsmarkt ca 3 a 4 cent/kWh. Daarvoor kun je geen stroom maken. Dit geldt overigens voor de complete duurzame energiesector. Mensen hebben de neiging om dit te vermelden voor die sectoren waar ze een hekel aan hebben (bijv. biomassacentrales), en niet voor die sectoren waar ze geen hekel aan hebben. Het argument wordt selectief gehanteerd. Konsekwent gebruik van het argument zou de hele duurzame energie-sector opblazen (behalve misschien wind op zee).

      Voor de hele sector zouden dezelfde emissiecriteria naar de lucht moeten bestaan. Ik ken de criteria noch voor biomassacentrales, noch voor afvalverbrandingsinstallaties (waar overigens heel wat meer vuiligheid van af komt). Ik kan dus op deze passage geen antwoord geven.

  4. Beste Bernhard,

    Dank voor je uitvoerig antwoord, waarbij je opmerkt: “De vraag is eerder of ook restwarmtebenutting gesubsidieerd moet worden”
    Zelf ben ik geen voorstander van subsidie voor verbruik. Mijn voorkeur is belasting op het lozen van restwarmte net als bij ander afvallozing. Voor de Hemweg gascentrale kan dat het warmtegebruik bevorderen, bij datacentra die met andere kosten werken, waarschijnlijk niet, die kunnen zo’n belasting gemakkelijk betalen. Daar kun je verder gaan en lozing van afvalwarmte verbieden, zoals ook bij andere afvallozingen.

    Zolang (energie)besparing zo weinig nadruk krijgt, is mij subsidie voor biomassa verspilling van overheidsgeld. Tijd dus om “Energiebesparing en energieopwekking zitten niet in hetzelfde wettelijke systeem” aan te passen met energiebesparing vooraf gaand aan subsidie voor energie opwekking. Subsidie zorgt voor meer verbruik en staat zo haaks op besparing. Dus zomogelijk een heffing (CO2 heffing) i.p.v. subsidie voor het verbruik.

    1. Roland
      zoals gezegd heb ik een natuurwetenschappelijke achtergrond en geen juridische of economische. Ik ben dus voorzichtig met wat ik hierop terug zeg. Er zijn veel regelingen van allerlei aard. Als je een echt advies wil, zou ik een specialist zoeken, eventueel via de fractie van je partij.
      Het komt me voor dat je er te simplistisch tegen aan kijkt.
      De Hemweg gascentrale bijvoorbeeld levert (volgens Wikipedia) geen restwarmte omdat er geen vraag is, niet omdat ze dat zelf niet willen. Een boete zou de gascentrale straffen terwijl er geen wangedrag is, en zou de omgeving in het geheel niet dwingen om de aangeboden warmte af te nemen.
      Datacenters produceren inherent warmte. Dat kan niet verboden worden zonder ze stil te leggen. Een boete op restwarmte zou hun bedrijfskosten verhogen en verder niets tot stand brengen.
      Warmtelevering en warmte-ontvangst vormen samen een complex geheel dat alleen in samenhang tot een succes kan worden.

      Verder zijn er veel instellingen die bijvoorbeeld een SDE-subsidie ontvangen, waarbij er geen relatie is met een onderneming die zou kunnen besparen. Een coöperatie als Zeeuwind of Deltawind bijv. runt windturbines, maar heeft alleen een kantoortje dat mogelijk al maximaal bespaart.
      Subsidie zorgt als regel niet voor meer verbruik. Genoemde windcoöperatie levert al zijn stroom aan het net.
      Grote moderne distributiecentra met hun enorme oppervlakten zijn vaak al bijna energieneutraal. Die kunnen niet of nauwelijks verder besparen. Moegen die dan geen zonnepanelen op hun dak leggen?

      Verder: als jouw redenering op zou gaan dat energiebesparing een voorwaarde is voor subsidie, dan zou die redenering gelden voor allerlei vormen van duurzame energie, bijvoorbeeld ook zon of wind. Het is mij in genen dele duidelijk waarom die voorwaarde dan nou net voor die ene energiesoort BMC zou moeten gelden en niet voor de andere energiesoorten.

      Mijns inziens is het onvermijdelijk dat het besparingsverhaal en het opwekkingsverhaal een apart traject hebben. Ik vind je verhaal niet overtuigend.

      1. Bernhard,

        Blijkbaar is bij de Hemweg voldoende warmtevraag:
        “De biomassacentrale (BMC) komt in de haven naast de Hemwegcentrale van Nuon” meldt het Parool 28okt 2018.
        Dat zo’n BMC subsidie krijgt terwijl de naast gelegen gascentrale de warmte niet benut, vind ik bizar.
        https://www.aebamsterdam.nl/over-aeb/nieuws/2018/aeb-bio-energiecentrale-(aeb-bec)/

        Zeker datacentra produceren warmte, maar de omvang daarvan kan best minder. Een heffing op warmtelozing bevordert het nutting gebruik van die warmte.

        Subsidie die zorgt voor een lagere prijs bevordert de omvang van het gebruik. Dat zie je met de huidige salderering bij zonnepanelen. Die lage stroomprijs maakt meer stroomgebruik aantrekkelijk, zeker als stroomoverschot een lage prijs krijgt.

        Ik zie besparing en opwekking tesamen, hoe minder vraag door besparing hoe minder opwekking nodig is.

        1. Roland
          ik ken de afspraken niet die men gemaakt heeft aangaande het Amsterdamse warmtenet. Ik kan dus alleen op basis van algemene overwegingen antwoorden.
          Als ik de situatie goed begrijp, is er een bestaande elektriciteitscentrale AEB die stroom levert en voor 30.000 huizen warmte, en voegt de biomassacentrale ongeveer 30.000 huizen toe. Het lijkt mij dat Amsterdam heel wat meer huizen heeft dan 60.000 . Verder spreekt het door jou geleverde artikel over een groei van het warmtenet – een trend die je op dit moment in meer grote steden ziet.
          Men wil graag dat warmtenetten gevoed worden door meer dan één bron, liefst veel meer. Dat is een gezonde gedachte. Het is dus zeer wel denkbaar dat de gascentrale aan de Hemweg ook op dit warmtenet wordt aangesloten, als dat er eenmaal ligt. Het komt dan goed uit dat beide centrales naast elkaar liggen.
          Het zou kunnen dat de biomassacentrale warmte levert met subsidie en de gascentrale warmte zonder subsidie. Men kan zich afvragen in hoeverre dat rechtvaardig is t.o.v. de gascentrale – moet die dan ook niet gesubsidieerd worden?

          De warmte die datacentra produceren is om fysische redenen gelijk of nagenoeg gelijk is aan het elektriciteitsverbruik. De enige manier om minder warmte te maken is om minder stroom te gebruiken. Dat doen datacenters al, omdat dat hun rechtstreekse belang is.

          Het verband tussen het subsidieren van stroom en het meergebruik daarvan zie ik niet meteen. Maar het is een vraag met zoveel aspecten, dat ik mij er niet onvoorbereid aan waag. Wat doe je met ieand die van het gas af wil en zijn stroomvretende warmtepomp voedt met zonnepanelen?

          1. Bernhard,

            Een bestaande gascentrale subsidie geven om de warmte ervsn te gebruiken, omdat de biomassacentrale zo veel subsidie krijgt, is dat je voorstel? Mij lijkt dat de omgekeerde wereld en minder subsidie voor een biomassacentrale een betere weg.

            Voor een datacentrum is stroom geen grote kostenpost, dus krijgt besparing weinig aandacht, tenzij het overheidsbeleid verscherpt wordt met als gevolg minder stroomgebruik, ook als die “groen” is.

            Opvallend dat je meer verbruik door een lagere prijs door subsidie, onwaarschijnlijk vindt.

          2. Ik heb gezegd dat ik een verband tussen meer subsidie en en meer verbruik “niet meteen zag” en dat “er zoveel aspecten aan zitten, dat ik me me niet onvoorbereid aan die vraag waag”. Dat is het “onwaarschijnlijk ” zou vinden zijn jouw woorden en niet die van mij. Ik probeer altijd zo precies mogelijk te zijn in wat ik zeg en hier staat precies wat ik bedoel.

            Verder blijven wij het oneens over dwingende versus stimulerende financiele technieken. Let wel dat ik nergens uitgesproken heb dat ik een keuze tussen of het ene of het andere noodzakelijk vind. Die keuze tussen beide technieken of een combinatie daarvan (kan ook, zoals een bonus-malus) is contextafhankelijk. Ik heb geen stellige uitspraak gedaan met algemene geldigheid, jij wel. Ik vecht niet aan dat in sommige situaties een boete kan helpen, maar ik bestrijd de universele geldigheid van jouw opinie dat het altijd met boetes moet.
            Voor mij is een boete iets wat bij een strafbaar feit hoort. Een datacenter begaat geen strafbaar feit en ook geen economisch delict. Je zou dan een boete moeten opleggen alleen omdat het bedrijf is wat het is. Ik wens je veel succes bij de rechtbank.
            In de specifieke contexten, die in deze discussie aan de orde geweest zijn, vind ik een boete meestal niet het aangewezen middel.
            We kennen ook heffingen, zoals de Afvalstoffenheffing. Dat is een niet meer dan kostendekkende betaling voor handelingen die uitgevoerd worden om van het afval af te komen. Die handelingen zijn een vereiste voor het mogen opleggen van een heffing.
            Bij datacenters is op dit moment geen handeling mogelijk om op een duurzame wijze van de warmte af te komen. Ergo kan geen heffing worden opgelegd.
            Als er wel een handeling mogelijk gemaakt is, bijvoorbeeld de aanleg van een nabije stadsverwarming, kan het datacenter een waardevol product aanbieden. Daarvoor kan mogelijk betaald worden. Zoiets vraagt om een contextgebonden analyse.

            Maar ik denk dat we het hier niet over eens worden. Laten we nu deze discussie maar stoppen.

Leave a Reply to roland Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.