Mestbewerken is schaken op vijf borden

Weinig onderwerpen roepen zo algemeen in Brabant emoties op als het aantal dieren en wat te doen de mest die ze produceren. Daarnaast leven in kleinere kring ook sterke meningen over bodembeleid, biomassa en energieproductie.

In het Brabants Bestuursakkoord zijn een aantal goede passages gewijd aan deze onderwerpen. Het gaat daarbij over nog uit te werken intenties.
Daarnaast liggen er enkele, door veel bezorgde burgers gesteunde, maatschappelijke uitspraken over mestbewerking, die een onderbouwd politiek standpunt verdienen.
Vandaar dat ik voor de SP-fractie in PS een eerste aanzet heb geschreven voor beide doelen. Hierover ontstond een interessante discussie.
In het (als bijlage meegeleverde) volledige verhaal staan dus steeds verwijzingen naar passages uit het Bestuursakkoord.

Uitgangspunten
Mijn verhaal heeft enkele basale uitgangspunten.
a) Er zijn in Brabant meer problemen dan alleen het aantal dieren
b) mestbewerking, biomassa, bodemkwaliteit, kringlopen en duurzame energie kunnen alleen als een geïntegreerd pakket geanalyseerd worden. Meningen op het ene vlak hebben consequenties op het andere vlak. Vandaar de titel.
c) er zijn in Brabant teveel dieren, en in sommige delen van Brabant veel te veel. Niet alleen vanwege de mest, maar ook om andere redenen
d) uitspraken moeten zo wetenschappelijk mogelijk gefundeerd zijn. Die wetenschappelijke analyse is mogelijk en bestaat soms al. Er zit nu te veel ideologie en te weinig scheikunde en microbiologie in de verhalen.
e) er is in Brabant geen goed duurzame energie-verhaal, geen bodem-
kwaliteitsverhaal en geen expliciet biomassa-beleid

Bord 1: het aantal dieren en hun mest
Ik gebruik met opzet het neutrale woord ‘bewerken’ omdat als regel mest na de bewerking nog steeds mest is. Dat komt omdat de meet-
eenheid van mest het aantal kilo’s fosfaat is, en dat verandert niet door welke bewerking dan ook. Wel verandert de fysische en chemische gedaante van de mest.
Omdat vooral de fosfaathoeveelheden de wettelijke limiet zijn, leidt het bewerken van mest dus op zichzelf niet tot meer dieren. Daartoe zou mestbewerking mest uit het systeem moeten halen en dat doet het niet. Wat wel in significante hoeveelheden mest uit het systeem kan halen is de export. De bewerkingsdrempel, die mest moet ondergaan om geëxporteerd te mogen worden, oogt lager dan de diverse bewerkingsvormen. De bewerkingsvorm heeft dus geen grote invloed op de exportmogelijkheden.

Bord 2: de kringlopen
De one-way belt vanuit Zuid-Amerika naar hier zou moeten worden beëindigd, ten faveure van een landbouw met kringlopen die gesloten zijn binnen een straal van pakweg 500km (dat is ongeveer wat op de Ruwenbergconferentie gezegd is)

Bord 3: duurzame energie en klimaat
Mestvergisting (let wel: ik bedoel hier deze specifieke techniek) is onmisbaar om de duurzame energiedoelen te halen. Als men van 60% van het huidige aantal dieren de helft van de mest zou vergisten, en als daarvoor voldoende covergistingsmateriaal beschikbaar zou zijn, levert dat op nationaal niveau meer op dan de nu geplande windenergieparken op zee.

Bovendien gaat het vergisten van mest de methaanemissies naar de atmosfeer tegen. Methaan is een krachtig broeikasgas.

Zie Nut en risico’s van covergisting

Bord 4: de beschikbaarheid van biomassa en organisch afval
De beschikbaarheid van biomassa is beperkt en er wordt op allerlei manieren aan getrokken, maar het is niet zo dat er niets kan. Dat moet gereguleerd worden. Er is dringend behoefte aan een provinciaal biomassabeleid.

Bord 5: de vitaliteit van de bodem
Het verminderd toevoeren van organisch materiaal aan de bodem zou, naar sommigen zeggen, kunnen leiden tot een verminderde bodemkwaliteit. De onderbouwing van deze bewering is vooralsnog meer ideologisch dan natuurwetenschappelijk.

Het organisch stofgehalte van de bodem door de jaren heen, gemiddeld over een groot aantal meetpunten
Het organisch stofgehalte van de bodem door de jaren heen, gemiddeld over een groot aantal meetpunten (30 vragen en antwoorden over bodemvruchtbaarheid – Alterra 2012)

Dat neemt niet weg dat er reden tot zorg is over de bodem, maar het is zeer wel denkbaar dat andere oorzaken een grotere rol spelen dan de hoeveelheid organische stof (dalende pH, dichtrijden van de grond door zware machines waardoor de grond minder zuurstof bevat, zware
metalen, besmetting met bestrijdingsmiddelen.

Verloop van de pH tussen een periode rond 1995 en rond 2008 (RIVM resultaten Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit 2012)
Verloop van de bodem-pH tussen een periode rond 1995 en rond 2008 (RIVM resultaten Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit 2012). I t/m V is zand, I = melkvee lage dichtheid, II = melkvee hoge dichtheid, III = melkvee en intensieve veehouderij, IV = bos en V = bouwland

Mijn voornaamste pleidooi: zoek de dingen wetenschappelijk goed uit voor er vèrgaande beweringen op tafel komen.

Het volledige verhaal vindt u –> mestverwerking is schaken op vijf borden

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.