Nu Calon opgestapt is, zoekt de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) een nieuwe voorzitter. Greenpeace-directeur Joris Thijssen zag z de kans schoon en solliciteerde maar vast. Een en ander is na te lezen in De Boerderij van 10 juni 2020 en op de website van Greenpeace www.greenpeace.org/nl/greenpeace/40704/greenpeace-directeur-solliciteert-naar-lto-voorzitterschap/ . Daar staat ook de antwoordbrief en verdere documentatie.
Thijsen vindt zichzelf de juiste persoon “Als directeur Greenpeace Nederland werk ik vol enthousiasme aan een landbouwsysteem dat past binnen de grenzen van natuur en klimaat. Kortom, een landbouwsysteem dat niet langer aanjager is van de teloorgang van de Nederlandse natuur en ontbossing in landen als Brazilië en niet langer een te grote bijdrage levert aan de uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Maar ook een landbouwsysteem dat gezondheidsrisico’s, dierenwelzijnsproblematiek en verdere achteruitgang van de boerenstand voorkomt. Dit is cruciaal om onze aarde leefbaar te houden. Het is inmiddels overduidelijk: ons kleine landje kan niet langer de tweede landbouwexporteur ter wereld zijn en tegelijk onze klimaat- en natuurdoelen halen.”
En “Graag zet ik mijn vaardigheden in voor de enorme uitdaging waar de landbouw voor staat; een halvering van de stikstofuitstoot binnen een termijn van tien jaar, in plaats van minister Schouten op te roepen het advies van commissie Remkes te ‘negeren’ . Dat betekent dat ik zou willen werken aan een omslag naar ecologische landbouw en veehouderij met drastisch minder dieren. Op die manier worden meerdere maatschappelijke problemen in een keer aangepakt. Ook zou ik de minister van LNV willen bijstaan om de spelregels zo te veranderen dat de positie van de (kleinschalige) boer en teler in de keten wordt versterkt en deze een eerlijke prijs krijgt voor een duurzamer product.”
Algemeen directeur Van den Heuvel, die tijdelijk de baas is bij LTO, schreef een nette brief terug waarin hij Thijssen er op wees dat hioj er een beetje vroeg bij was. eerst wilde de LTO nog met de leden in gesprek over het profiel van de nieuwe voorzitter die, uiteraard, vooral als taak had het standpunt van de leden uit te dragen. Desalniettemin wordt Thijssen uitgenodigd voor een gesprek.
De antwoordbrief van Van den Heuvel is hieronder te vinden.
Goeie stunt van Greenpeace. Het is overigens terecht dat Greenpeace differentieert binnen de boerenstand. Boeren zijn er in alle soorten en maten en velen hebben het goed met de wereld voor.
Greenpeace heeft, bij monde van Herman van Bekkem, een analyse uitgebracht over de huidige stikstofcrisis en de landbouw. Nu ben ik het niet bij voorbaat altijd eens met standpunten van Greenpeace (van welke organisatie ik overigens wel donateur ben), maar dit overzicht vind ik wel goed. Ik heb het afgedrukt.
In de Tweede
Kamer wordt de afgelopen weken flink gedebatteerd over de aanpak van de stikstofcrisis.
Hoog tijd om de balans op te maken van wat er de laatste weken is gezegd over
hoe we uit deze crisis moeten komen.
De
ontwikkelingen in dit ingewikkelde dossier volgen elkaar in razend tempo op. Er
komen dan ook veel argumenten langs die om uitleg vragen. Bovendien passeren
veel halve waarheden de revue. Wij zetten deze op een rij om het debat beter te
begrijpen want je duizelt vast ook van termen als externe en interne
saldering, de stikstofoxiden, ammoniak, Natuurbeschermingswetgeving en
de modellering van stikstofdepositie.
Stelling 1: ‘De boeren krijgen nu alle schuld’
Wat
duidelijk wordt uit de protesten van de boeren is dat ze het beu zijn om als
schuldige van natuur- en milieuproblemen te worden gezien. Net als veel andere
Nederlanders hebben we diep respect voor de boeren die keihard werken om borden
van consumenten te vullen. We begrijpen dan ook goed dat de voortdurend
veranderende regels en de storm aan maatschappelijke kritiek niet te verteren
is.
Ook
Greenpeace is kritisch. Maar onze kritiek is nooit gericht op
individuele boeren. Wij zijn het niet eens met de industriële werkwijze van de
sector; het klimaat en de natuur kunnen simpelweg geen veestapel van 114
miljoen dieren aan. En de lobby van partijen als LTO, de Rabobank en
FrieslandCampina heeft boeren de afgelopen jaren op het doodlopende spoor van
schaalvergroting en intensivering gezet. Als daar geen verandering in komt is
de boerenstand in 2030 opnieuw gehalveerd.
We moeten de
feiten rond de stikstofcrisis onder ogen zien. Uiteraard zijn alle sectoren aan
zet om het probleem op te lossen, dus ook de luchtvaart en de industrie, maar 46% van de
stikstofneerslag komt uit de Nederlandse landbouw, en dan met name
de veehouderij. Laten we de uitstoot vanuit het buitenland buiten beschouwing,
dan gaat het zelfs om 65% van de totale neerslag. Voor dit deel van de
oplossing houden we de veehouderij verantwoordelijk. Nederland heeft de grootste stikstofneerslag in Europa als het gaat
over neerslag van deze meststof. Ook heeft Nederland de grootste dichtheid van vee per hectare
landbouwgrond.
Al sinds de
jaren ‘70 is de ammoniakuitstoot door veeindustrie problematisch. In tussentijd
is de uitstoot – door technieken (en een kleine krimp van de veestapel)
verminderd. Maar de rek is eruit. Het potentieel van deze technieken
valt tegen – krimp van de veestapel is nu de meest logische
oplossing.
Krimp van de
veestapel is bovendien een oplossing voor veel verschillende problemen. Zo
wordt tegelijk een grote stap gezet in het terugdringen van
broeikasgasuitstoot, krijgt de natuur ruimte om te herstellen en verbetert de
leefbaarheid en gezondheid van mensen op het platteland.
Stelling 2: ‘Metingen en modellen kloppen niet’
Omdat het
praktisch onmogelijk is om overal in Nederland de stikstofuitstoot en neerslag
te meten, wordt modellen gebruikt – maar ook getoetst door metingen in de
praktijk. De uitkomst van deze onderzoeken is dat de ammoniakuitstoot uit de
landbouw heel groot en problematisch is, en een verstikkende deken over onze
natuurgebieden legt. Dit is een ongemakkelijke waarheid. Ondanks dat deze rekenmodellen op steun van wetenschappers in binnen- en
buitenland kan rekenen, wordt er veel misinformatie over verspreid.
Metingen zouden niet deugen en het gebruikte model klopt niet. Allemaal
argumenten die gebruikt worden om de werkelijkheid te verdoezelen en zand in de
ogen van politiek en maatschappij te strooien.
Stelling 3: De natuur in Nederland wordt te streng
beschermd
De ‘te
strikte normen’ van stikstofvervuiling is een veelgehoord argument.
‘Uitstootnormen in Duitsland zijn lager, waarom mogen wij dan niet meer
uitstoten?’ De natuur moet uiteindelijk kunnen herstellen – stellen juridisch experts in een hoorzitting in de tweede
kamer. Dit werd duidelijk uit de uitspraken van de Raad van State.
Natuurgebieden in Duitsland zijn gezonder en groter dan die in Nederland en
kunnen daarom beter tegen stikstof.
Stelling 4: ‘Techniek is de oplossing’
De politiek
heeft, onder invloed van de lobby van industrie, decennialang ingezet op
technieken die de stikstofuitstoot moesten verminderen. Voorbeelden zijn
luchtwassers en emissiearme stalvloeren. Deze technieken zijn veelal –
letterlijk – end-of-pipe maatregelen die het onderliggende probleem
onopgelost laten en geen oplossing voor bijvoorbeeld het klimaat bieden. Het
gevolg? Meer megastallen met dure luchtwassers. Ook zorgen ze voor een hogere
kostprijs voor boeren. Daarnaast blijken deze technieken een stuk minder
effectief dan ze op papier moeten zijn.
Recent onderzoek van Wageningen laat zien dat techniek
ons ook niet uit de stikstofcrisis gaat halen. Bovendien is krimp van de
veestapel onvermijdelijk. Lees in dit factsheet waarom de enige echte oplossing om
ons klimaat, onze natuur en uiteindelijk ook onze boeren te
beschermen, minder dieren is.
Stelling 5: ‘Wie gaat Nederland dan voeden?’
Ongeveer
2/3e van de vlees- en zuivelproductie van Nederland gaat direct de grens over.
Halvering van de veestapel zou onze vlees- en zuivelconsumptie dan ook niet
raken. Bovendien is krimp van de veestapel onvermijdelijk om
klimaatdoelstellingen te halen en dat betekent zelfs dat wij in Nederland flink
onze consumptie moeten verminderen. In 2050 is het passend om 300 gram vlees
per persoon per week en 630 gram zuivel per persoon per week te
consumeren.
Stelling 6: ‘Natuur verstikt de economie’
Boerenbelangenbehartiger
LTO liet al snel weten de natuur onbelangrijk te
vinden en pleitte voor het afschaffen van natuurgebieden om uit de
stikstofcrisis te komen. Terwijl vorig jaar nog bleek dat 80 procent van de Nederlandse boeren juist met de
natuur samen wil werken. Onze natuurgebieden lijden al veel te lang onder de
verstikkende deken van stikstof. In plaats van een onhoudbaar landbouwsysteem
in het zadel te houden en natuur simpelweg af schaffen wanneer economische
belangen in het geding komen, is het nu tijd om ons systeem drastisch te
hervormen. Daar heeft ook de individuele boer veel meer baat bij.
Onze stelling: ‘Zie de crisis als kans!’
Experts kraakten het voorstel dat de regering
deed. Zij vinden het geen passend en effectief antwoord op de uitspraak van de
Raad van State over de aanpak van het stikstofprobleem. Door de grote mate van
vrijwilligheid wordt niet eerst de natuur op orde gebracht, maar weer direct
ruimte uitgedeeld die er waarschijnlijk helemaal niet is. De uitstoot van
stikstof is simpelweg veel te hoog. Daarom moet er gewerkt worden aan een echte
oplossing voor de lange termijn.
Greenpeace
vindt dat het kabinet dit moment moet aangrijpen om onze natuur te herstellen.
En om boeren na jaren van pappen en nathouden en ingewikkelde regels nu
eindelijk een eerlijke en heldere toekomst te bieden. Weg van het industriële
systeem met megastallen en monoculturen, naar een diverser voedselsysteem dat
werkt volgens ecologische principes met minder dieren. Dat is uiteindelijk ook
beter voor de boer.