Ik heb in deze blog veelvuldig geschreven over de met elkaar samenhangende onderwerpen bosbeheer – gebruik van hout – houtbouw – gebruik van houtige biomassa. Mijn centrale stelling is dat houtige biomassa bijzaak is in de bosexploitatie en regulier gebruik van hout voor gangbare doelen hoofdzaak – timmerhout, plaatmateriaal, papier, groene chemie.
Bossen op de noordelijke breedtes worden niet gekapt met biomassa als hoofddoel. Op deze foutieve aanname worden allerlei redeneringen gebaseerd (vaak emotioneel) die niet kloppen omdat de onderliggende basis niet klopt. Voorbeeld is de bekende koolstofschuldtheorie, die als leidend principe heeft dat hout slechts gekapt wordt om te verbranden.
Evenmin worden landen op Noordelijke breedtes kaalgekapt. Integendeel, het bos wordt elk jaar groter. Estland wordt hier vaak als afschrikwekkend voorbeeld genoemd, maar zelfs daar van met officiele FAO-statistiek eenvoudig te bewijzen dat de bossen groeien en dat brandhout in de export van ondergechikt belang is. Zie Slecht Investico-onderzoek over Estlandse bomen .
Een en ander wil niet zeggen dat de werkelijkheid probleemloos is, maar het probleem zit anders in elkaar dan in milieukringen vaak gezegd wordt. De discussie moet geframed worden als wat zij in hoofdzaak is, namelijk een bosbeheerdiscussie.
Een desolaat ogende kapvlakte is geen bewijs voor de oogst van biomassa, maar is een voorbeeld van ouderwetse bosbouwtechniek.
Omdat het verhaal achterstevoren geframed wordt, komen er ook achterstevoren resultaten uit de discussie. Want wie denkt dat biomassa de dominante factor is en dat dat fout is, denkt logischerwijs dat er dus helemaal niet gekapt mag worden en verbiedt dus in essentie de gangbare, reguliere traditionele bosbouw. Dus geen hout meer, en dus logischerwijs meer steen, beton en staal.
De gedachte die bedoeld is als klimaatverbetering eindigt via een achterstevoren framing dus in klimaatschade.
Inderdaad zijn er mensen die de consequentie expliciet trekken en elke menselijke ingreep in bossen verbieden. Productiebossen mogen niet, elk bos natuurbos.
Ik deel deze mening nadrukkelijk niet en vind hem schadelijk voor het klimaat.
Als autodidactische niet-meer-helemaal-leek op bosbouwgebied volg ik mensen die verstand hebben van bossen. De bekendste in Nederland is Gert-Jan Nabuurs. Die is hoogleraar Europees bos aan de Universiteit van Wageningen ( www.wur.nl/nl/Personen/Gert-Jan-prof.dr.ir.-GJMM-Gert-Jan-Nabuurs.htm en www.wur.nl/nl/Personen/Gert-Jan-prof.dr.ir.-GJMM-Gert-Jan-Nabuurs.htm?subpage=projects en www.gfbinitiative.org/nabuurs ). Hij is Coördinerend hoofdauteur bij het IPCC in het Sixth Assessment Report for Agriculture and Forestry. Hij is mede-auteur van de EASAC-studie naar de staat van de Europese bossen ( Over het EASAC-rapport “Multi-functionality and sustainability in the EU’s forests” ).
Ik heb enkele publicaties van Nabuurs gelezen en presentaties bijgewoond.
Nu stond er een interview met Nabuurs in Cobouw van 03 februari 2021. Cobouw is het blad van de bouwsector en het artikel had dan ook als vertrekpunt het gebruik van hout in de bouw. Houtbouw is momenteel “hot”.
De link is www.cobouw.nl/duurzaamheid/nieuws/2021/02/boswetenschapper-bouwers-kunnen-het-bos-juist-redden-101292521?utm_source=Vakmedianet_red&utm_medium=email&utm_campaign=20210208-cobouw-std&tid=TIDP4623216XB5E0D75FB3A64F789BF8B9ABCB27146DYI4&utm_content= .
Cobouw stond mij toe om het artikel gratis over te nemen, onder bronvermelding (zie bovenstaande link als je Cobouw hebt, of de tekst hieronder). Hiervoor dank.
Boswetenschapper: ‘Bouwers kunnen het bos juist redden’
Meer bouwen met hout is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor de toekomst van het bos. Dat zegt hoogleraar Europese bossen Gert-Jan Nabuurs. “Of er genoeg is? Zat. Maar er zal een sterke tegenlobby zijn. En die komt niet alleen uit de beton- en staalhoek.”
Misschien te eentonig en de grond nog wat te zuur, maar anno 2021 gaat het best goed met de bossen in Europa, zegt boswetenschapper Gert Jan Nabuurs op een doordeweekse januaridag. De hoogleraar Europese bossen in Wageningen baseert zich op nieuwe bosstatistieken uit december. “Het is weleens anders geweest”, zegt hij er direct bij.
Wat dat betreft is de actuele toestand van het bos als een angstaanjagende bergrit in de Tour de France: het gaat met pieken en dalen. “Begin 1900 was er weinig bos en net toen het bos weer begon te floreren, brak de Tweede Wereldoorlog uit en werd er weer ontzettend veel gekapt. Nu is de groeisnelheid juist weer heel hoog.” Interview met een bomenliefhebber die het bos maar wat graag ‘opoffert’ voor de nieuwe stad. Een houten stad, het liefst. “Ermee bouwen is beter dan het opstoken voor eigen gebruik.”
Hoe zit dat? Het Europese bos groeit als een malle, maar de grond baart zorgen…
“Dat verbaast ons ook. De vruchtbaarheid is inderdaad niet zoals het moet zijn. Veel gebieden zijn te droog. Bossen zijn vaak aangeplant op uitgemergelde gronden. Dat heeft gevolgen voor de biodiversiteit. Aan de andere kant is het groeiseizoen door de klimaatverandering langer.”
Wat moet er gebeuren?
“De stikstofdepositie moet naar beneden. Dat kun je bereiken door boomsoorten met elkaar te mengen. Veel bossen bestaan nu uit één soort, zoals naaldbomen die de neiging hebben om de grond te verzuren. Combineer je die met linden, esdoorns, beuken of eiken dan kun je je boomsoortenkeuze afstemmen op de toekomstige klimaatverandering.”
In de bouwsector is hout hot. Bent u daar blij mee als bosliefhebber?
“Absoluut. Door meer hout in de bouw toe te passen, houd je het CO2 langer vast. Bij goed bosbeheer staat er in de tijd dat een houten woning of gebouw is afgeschreven alweer een nieuw bos te groeien. Daarnaast is de houtketen nu erg gericht op de papierindustrie en de private houtkachel. Door meer te bouwen met hout duw je die keten naar hogere kwaliteiten.”
Hoe dan?
“Als er meer wordt gebouwd met hout neemt de financiële waarde van het bos toe. Dat kan de miljoenen particuliere boseigenaren ertoe aansporen te investeren in een hogere kwaliteit hout. Nu is hun financiële positie vaak heel marginaal.”
Opmerkelijk. Ik kan me de tijd nog herinneren dat er stammenstrijden waren tussen keurmerken van duurzaam hout…
“Er is een tijd geweest, zeker in Nederland, dat men zei: hout vereist zoveel onderhoud en daarom is hout niet duurzaam. Mede door de opkomst van CLT en de klimaatdiscussie ziet men steeds meer in dat je door te bouwen met hout de uitstoot wel degelijk kunt beperken, het bos kunt beheren en de levensduur in de houtketen kunt verlengen. Ik vind dat een goede trend. Je vervangt daarmee beton en staal en gebruikt hernieuwbare grondstoffen.”
Is daarmee de cirkel rond? Moeten we bijvoorbeeld niet stoppen met hout in de kachel te verbranden?
“Ik ben niet tegen inzet van hout voor de bio-energie. Je zult namelijk altijd een stroom matige en slechte kwaliteit resthout houden. En als je meer wilt bouwen in hout, worden die reststromen zelfs groter.”
Er is niet genoeg hout zeggen criticasters. Invest NL stelt echter dat maar liefst 80 procent van de nieuwbouw in hout haalbaar is. Dat zijn 64.000 woningen. Kan dat inderdaad?
“Ja. In Europa groeit er elk jaar 800 miljoen kuub meter hout bij, waarvan we jaarlijks ongeveer 500 miljoen kuub oogsten. Natuurlijk zitten daar ontoegankelijke plekken bij, zoals berggebieden, maar wij hebben berekend dat je de oogst met 60 tot 70 miljoen kuub kunt opkrikken. In Europa worden er elk jaar 1 miljoen woningen gebouwd. Een niet al te fancy woning vereist 50 kuub CLT en trek je die lijn door dan kun je dus een miljoen woningen bouwen voor 50 miljoen kuub. Dus die 60.000 woningen per jaar in Nederland is eigenlijk marginaal.”
Omhakken die bomen!
“Zo eenvoudig is het niet. Dit vereist namelijk een hele logistieke verandering, daar zit het grootste probleem. De capaciteit van de CLT-fabrieken is op dit moment niet groot genoeg voor dat soort aantallen. Ook het oogsten van die 60 tot 70 miljoen extra bos is een enorme opgave en vereist investeringen in jong en nieuw bos.”
Wat moet er nu gebeuren?
“Stap één is gezet: bouwen met hout zit al meer tussen de oren bij architecten en projectontwikkelaars. De rol van Centrum Hout is daar belangrijk bij geweest. In de bosstrategie van de minister staat ook dat we een beetje meer moeten bouwen met hout. Er moeten echter nog wel wat misverstanden worden weggenomen en oplossingen worden gevonden om bijvoorbeeld brandgevaar tegen te gaan. Hout vliegt niet zomaar in de brand, maar als het fikt, fikt het hard. Die massieve zware balken hebben juist voordelen. Daarom worden ze ook veel bij zwembaden toegepast. CLT stort niet zomaar in, terwijl een stalen balk gelijk inzakt als het heet wordt.”
Op de norm voor duurzaam bouwen is kritiek. Tijdelijke opslag van CO2 wordt als het ware niet meegeteld. Zou je dat wel doen, dan is hout ineens het klimaatvriendelijke goud. Hoe kijkt u tegen die discussie aan?
“Ik ben geen deskundige, maar krijg daar wel zijdelings iets van mee. Hoe dan ook moet je duurzaam bosbeheer toepassen. In Europa, de VS, Canada, China in Nieuw Zeeland en in delen van Rusland is dat al het geval. Onder aan de streep vind ik dat je hout wél moet belonen als opslagplaats van CO2. Collega’s van mij bekijken nu ook of de normen voor papier kunnen worden aangepast.”
Maar papier heeft toch een veel kortere levensduur dan houtskeletbouw of CLT?
“De papierindustrie verschuift sterk richting karton (voor internet-aankopen) en allerlei andere biobased producten. Daarnaast is het energiegebruik om papier te maken verminderd en is de recycling van papier verbeterd. Maar het klopt dat de cyclus van papier korter is.”
Heeft hout daar in de norm voor duurzaam bouwen last van?
“Niet echt last. In principe zit het in dezelfde cyclus als de bio-energie. Dat is het lastige aan deze discussie: je zult altijd bomen moeten kappen als je er iets mee wilt doen. Voor je het weet staat de Tweede Kamer op scherp. Daar zou houtbouw ook mee te maken kunnen krijgen.”
U voorspelt een zware tegenlobby. Ik neem aan uit de beton- en staalhoek.
“Die liften erop mee, maar het komt ook uit andere hoek. Als je tienduizenden extra woningen van hout wilt bouwen, gaan de Ngo’s problemen maken. Neem alleen al FERN, dat is een lobby in Brussel die sterk is gericht op het beschermen van de bossen. Het Wereld Natuurfonds en Birdlife zeggen ook dat je het bos moet laten staan. Ik vind dat kortzichtig met bijna 9 miljard mensen op deze wereld.”
De vogelliefhebber vreest voor boskap, terwijl de boswetenschapper juist zegt dat het goed is voor het bos. Hoe zit dat? “Ik heb geen relaties met de industrie of wat dan ook. Maar het is gewoon moeilijk uit te leggen dat je een deel van het bos duurzaam kunt beheren en dat je daar producten van kunt maken. In dit soort discussies ben je of voor of tegen. Daarom zijn de Groenen in Duitsland ook al jaren tegen de biomassa-energie.”
Dus bouwers, in Europa is er hout zat, u moet alleen misschien iets verder de bergen inrijden?
“Zo ongeveer. Er is hout genoeg, ook in niet kwetsbare gebieden. Nu ligt er echter te veel nadruk op het einde van de omloop – hoe krijg ik dat hout het bos uit – , terwijl we juist aan de voorkant moeten investeren. De afgelopen twintig jaar heeft Nederland dat veel te weinig gedaan.”
Nu komt er toch 37.000 hectare bij…
“Ja, een klein stukje, een tiende van wat we nu hebben, maar we zijn er blij mee. Dertig jaar lang hebben we geen bosbeleid gehad.”
Blijft een opmerkelijke constatering: de bouwer als ultieme redder van het bos?
“Haha, maar zo zie ik het echt. In volumes kappen we op dit moment niet te veel, maar we kappen wel te mooie kwaliteit voor allerlei mindere doeleinden. Als je nogmaals kijkt naar de totale jaarlijkse oogst van 500 miljoen kubieke meter in Europa, dan gaat ruim 100 miljoen op aan particuliere eigenaren die op een zaterdag bomen omkappen om in de kachel te verbranden.”
Laat maar komen die houten wereld…
“Een houten wereld zal nooit helemaal kunnen. Allereerst kan hout nooit alle grote volumes in de beton- en staalwereld vervangen. Daarnaast wil je het oerbos in grote delen van de wereld behouden. Slechts in een paar regio’s, waaronder Europa, wordt duurzaam hout geproduceerd. Daar zul je het van moeten hebben.”
Nederland zou iets ‘houteriger’ moeten worden?
Glunderend: “Dat zou mooi zijn.”
Want bouwen met hout is goed voor de bossen, aldus de wetenschapper…
“Juist.”
‘Help, de bouwgrondstoffen raken op’
Onderzoeksjournalist Thomas van Belzen volgt de ontwikkelingen op het gebied van biobased en circulair bouwen op de voet. In 2013 schreef hij het boek Duurzaamheidsoorlog en sindsdien kan hij dit belangrijke thema niet meer loslaten. De norm voor duurzaam bouwen (MPG) is nog altijd voer voor discussie. Bouwens komen in opstand tegen ‘oneerlijke’ regels en ondertekenden een manifest.
Lees ook het interview dat hij had met Ronald Rovers of zijn artikel over duurzaam inkopen, waarmee inkopers worstelen. Actueel is ook de discussie over de stichting Nationale Milieudatabase en houtvoordelen die niet worden meegeteld in de MPG.
Zie op deze site ook Circulair appartementencomplex in Monnickendam volledig opgetrokken uit hout en Waugh Thistleton architects beroemd om houtbouw .