Waarschijnlijk bruikbaar afbraakprocedé voor asbest ontwikkeld

Het Recycling Magazine Benelux meldde op 23 aug 2023 dat er een procedé ontwikkeld is dat alle soorten asbest volledig zou kunnen afbreken met aanvaardbare bouwmaterialen als eindproduct. Zie nederlandse-innovatie-lost-asbest-op  . Als dat waar is (en daar ziet het naar uit) is dat een goede zaak.

Wat is asbest?
Mineralen als olivijn en pyroxeen  zijn gesteenten die bij de druk en temperatuur diep in de aardkorst in evenwicht zijn met hun omgeving. Als ze door vulkanen uitgebraakt worden in een omgeving waar druk en temperatuur veel lager zijn, en waar water of CO2 aanwezig zijn, gaan ze eroderen – als je maar lang genoeg wacht, tot zand en klei.
Asbest is het resultaat van verwering door water en zit ergens halverwege in het erosietraject. Het is een lid van een familie van stoffen waarvan sommige een naald- tot vezelvormige kristalstructuur hebben. Niet alle: talkpoeder, dat chemisch erg lijkt op chrysotiel (witte asbest), hoort ook bij die familie en heeft geen naaldvormige kristallen, tenzij verontreinigd met witte asbest. Talkpoeder wordt daarom pas na zuivering gebruikt.
De vezelstructuur bepaalt zowel het nut als het gevaar van asbest.
Asbest is onder normale omstandigheden sterk, hittebestendig en bestand tegen chemicaliën. Chrysotiel bijvoorbeeld (de veruit meest toegepaste vorm van asbest) vormt lange vezels die verwerkt kunnen worden in textiel en deze daardoor brandwerend maken (brandweerpakken!). De meeste asbest wordt gemengd tot asbestcement of tot leidingisolatie. Door deze ontegenzeglijk nuttige kenmerken is asbest in enorme hoeveelheden gebruikt.
Tegelijk maakt de naaldvormige kristalstructuur de stof sterk kankerverwekkend. De stof is al geruime tijd verboden. Asbestkanker heeft tot drama’s geleid onder werknemers die ermee moeten werken. De hele omgeving van het Twentse Goor, waar de Eternitfabriek stond, moest ontsmet worden omdat asbestafval in de wegverharding verwerkt was.

Chrysotiel (bovenste helft object)

Wat te doen met terugkerend asbest?
Tot een zeker volume mag asbest in de milieustraat aangeleverd worden, mits aan strenge protocollen voldaan is, bijvoorbeeld vooraanmelding en dubbel verpakken ( https://www.cure-afvalbeheer.nl/alles-over-afval/asbest/ ). Boven die hoeveelheid moet een gecertificeerd bedrijf worden ingeschakeld.

En dan?

Op zich staat niet ter discussie dat asbest onschadelijk gemaakt kan worden. Maar juist vanwege de specifieke eigenschappen van het materiaal is dat niet eenvoudig, want vuurvastheid en chemische resistentie was nou net het nut.
Men kan het langdurig verhitten tot 600°C en aldus het water er als het ware uitbakken dat er bij de verwering ingekomen is. Krijg je het olivijn terug. De verwerking gaat als het ware terug in de tijd. Wie het na wil lezen, zie bijvoorbeeld Thermal decomposition of different types of asbestos , uit welke publicatie voorgaand blokschema afkomstig is.
Het kan nog lomper door het bij 2000°C te verglazen.
Beide procedé’s zijn op grote schaal niet praktisch en vreten energie en worden daarom niet gebruikt.

De zoektocht ging voort, maar de Steen der Wijzen werd lang niet gevonden. Er lag een bijvoorbeeld een Europese patentaanvraag ( https://patents.google.com/patent/EP1671682A1/en ) uit 2004 dat de afbraak van asbest fors versnelde met een toegevoegd mengsel  van gesmolten kaliloog en natronloog (natronloog als korrels kennen wij als gootsteenontstopper), en dan verhitten tot bijvoorbeeld 400°C gedurende orde van grootte van een uur. Uiteindelijk is deze aanvraag teruggetrokken, reden staat er niet bij. Mogelijk was er wezenloos veel loog voor nodig (bijvoorbeeld vier maal zoveel loog als asbestafval, al kwam een flink deel van dat loog ook weer terug). Maar de ter ondersteuning aangeboden kleinschalige proeven werkten wel: onderstaande microfoto’s zijn uit deze studie afkomstig.

Ergo wordt terugkerend asbest tot  nu toe op grote schaal onder de grond gestopt.
Eigenlijk is dat in strijd met de Europese regelgeving, die de stort van dit soort zorgwekkende stoffen verbiedt. Maar tot nu toe bestaat deze bepaling slechts op papier, want bij  gebrek aan een alternatief is deze regel nog niet van kracht geworden.

Asbeter B.V.
Het nieuws van Recycling Magazine Benelux in de intro van dit artikel komt er op neer dat de firma Asbeter B.V. uit Spijkenisse ( https://www.asbeter.com/ ) een uitvoerbaar procedé zou hebben om asbestvezels geheel te vernietigen. Het procedé heet AC Minerals (Active Circular).
Het proces werkt op alle soorten asbest, voor zover dat gemengd is met calcium bevattend  materiaal (zoals asbestcement of leidingisolatie). Dat is het overgrote deel.
Het proces werkt ook op betonafval waar geen asbest in zit, en ook op minerale wol (glaswol en steenwol), waarnaar vanwege de gezondheidseffecten kritisch gekeken wordt ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Minerale_wol ).

Wat in elk geval vaststaat is dat er sinds december 2022 een patent is ( PCT/EP2022/060577 ).
Vast staat ook dat DNV (het bekende bureau Det Norske Veritas) volgens het vaste protocol in het residue geen asbestvezels meer heeft aangetroffen.
Vast staat ook dat de DCMR (de Milieudienst Rijnmond) uitgesproken heeft dat de bewerking van Asbeter resulteert in materialen die formeel geen afval meer zijn en als grondstof voor bouwmaterialen anageleverd kunnen worden.

Asbeter BV wil niet al zijn bedrijfsgeheimen kwijt op zijn site. Maar uit de beoordeling door de DCMR en uit een artikel in het chemisch vakblad C2W van 30 nov 2022 ( https://www.sciencelink.net/features/solution-for-asbestos-at-hand/20930.article ) blijkt dat het om een meertrapsproces gaat: eerst wordt het afval gemalen tot een poeder. Daaraan wordt water toegevoegd zodat een slurry ontstaat. Die wordt verwarmd (er staat niet bij tot welke temperatuur en hoe lang) waardoor eerst de calcium uit de cement gaat en in water het sterk alkalische calciumhydroxide vormt, waardoor vervolgens de asbestvezels worden afgebroken. Anders dan in het hiervoor beschreven model, is het dus voor een alkalisch karakter niet nodig vreemde stoffen toe te voegen. Tenslotte wordt het resultaat, voor de zekerheid, nog een keer gemalen.

Om asbesthoudend afval te malen, mag de overheid wel zeer goede milieu- en ARBO-eisen stellen.

De eindproducten zijn calciumcarbonaat (kalksteen in poedervorm) en calciumsilicaat of calciumsilicaat hydraat (de website is hier niet helemaal precies). Volgens de website is de eerste stof koolstofnegatief, en de tweede koolstofneutraal. In beide gevallen staat er niet bij hoe dit precies bedoeld wordt.
Beide kunnen als bouwmateriaal ingezet worden (bijvoorbeeld om cement te vervangen, waarvan de productie heel veel CO2 vrijmaakt. Calciumsilicaat hydraat heeft voor sommige toepassingen veel weg van Portland cement ( https://gccassociation.org/cement-and-concrete-innovation/alternative-binders/pre-hydrated-calcium-silicates/ ).

De opschaling van de productie moet eind 2025 klaar staan op industrieterrein Moerdijk. Asbeter BV hoopt daar 75000 ton asbestafval per jaar te verwerken.
Het is uiteraard nog even afwachten hoe die opschaling uitpakt.

Asbeter BV denkt asbestafval te kunnen innemen voor €251 per ton (er zijn verschillende landen in Europa waar die kosten al boven de €300 per ton liggen). Zie https://www.asbeter.com/nl/beleid .

Het stortverbod en de inzamelstructuur
Het Ministerie van I&W heeft aan Asbeter BV per mail laten weten (05 sept 2022) dat het de ontwikkelingen geïnteresseerd volgt, en dat het de aanvraag van Asbeter BV om het stortverbod te activeren zal steunen als Asbeter BV aan de voorwaarden voldoet: het hebben van een procesverificatie (is de uitspraak van DNV), een capaciteit van 75% van het marktvolume ten tijde van de aanvraag, uit te bouwen naar 100% twee jaar later.
Ook de EU heeft interesse.

In het eerder genoemde artikel in C2W meldt Angelo de Jong, hoofd R&D, dat het bedrijf ook kijkt naar de logistiek van de inzameling.

Asfalt Centrale Eindhoven heeft een benzeenprobleem en een groter PAK’s-Probleem

Voorgeschiedenis
De Asfalt centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infrastructuur op het Eindhovense terrein voor zware industrie De Hurk veroorzaakt al vele jaren geurproblemen. Daar wordt al heel lang over geklaagd in de buurt, maar zolang het niet meer was dan alleen maar een geurprobleem, leverde die protesten niet meer op dan een besluit dd 2009 tot hogere schoorsteen. Die kwam er en dat hielp tot op zekere hoogte. De SP heeft nog voorgesteld het bedrijf met behulp van de toenmalige Nimbyregeling (op dat moment viel ACE nog onder de provincie) te verplaatsen, maar kreeg daarmee geen poot aan de grond.

Asfaltcentrale ACE

Daarna gebeurde er een hele tijd niets. Tenminste in Eindhoven. In Rotterdam plaatste KWS Infra in 2012 een nieuw procedé HERA (Highly Ecological Recycling of Asphalt) dat, naar eigen zeggen, in alle opzichten een stuk beter werkt. In hoeverre dat inderdaad zo is, is een van de openstaande vragen.

In februari  van dit jaar kwam het dagblad Trouw met enkele artikelen, waarin stond dat asfaltcentrales, met name als ze oud asfalt gingen recyclen, boven de onlangs aangescherpte emissienorm voor benzeen uitkwamen. Die was tot dan toe 5mg/Nm3 en na 01 januari 2019 1mg/Nm3. Bijna alle centrales gingen over de nieuwe norm heen en een paar ook nog over de oude. Sommige centrales vroegen en kregen uitstel (ACE heeft  zijn verzoek om uitstel niet doorgezet, en valt dus nu onder de nieuwe norm).
Sinds de Trouwpublicatie staat het onderwerp op scherp.

Ook in Eindhoven. De bewoners van de wijk ’t Ven, die op ruim 400m Noordoostelijk van ACE ligt, werden boos. Dat werd verergerd door branden bij een recyclingbedrijf op hetzelfde bedrijventerrein, maar dat is een ander onderwerp.

Ik heb voor de SP-fractie in de Eindhovense gemeenteraad (Jannie Visscher) eerst technische en daarna politieke vragen opgesteld, waarop redelijke informatie terugkwam en afhoudendheid waar het ging om concrete maatregelen. Er werd verwezen naar de nieuwe vergunning, waar de Omgevingsdienst ODZOB mee bezig was om de nieuwe rijksregels (waaronder de nieuwe benzeennorm) in te voeren. Men wilde daartoe de handen vrijhouden.
Zie Technische vragen SP over benzeenemissies asfaltcentrales en van KWS Infra in het bijzonder en Vervolgvragen en voorstel door SP over emissies Eindhovense asfaltcentrale .

Metingen
Om duidelijkheid te krijgen (wat juridisch van belang is en ook politiek vanuit de gemeenteraad gewenst) zijn er metingen gedaan. Een oudere meting meegerekend liggen er nu drie metingen:

  • Een soort worst case-meting dd 14 juni 2018 met 30% en 65% gerecycled asfalt, waarvan de uitkomsten slechts beperkt beschikbaar gesteld zijn in antwoord op de technische vragen van de SP. Ze gaan alleen over benzeen.
  • Een meting op 07 mei 2021 op verzoek van de gemeenteraad, uitgevoerd door bureau KW3, naar benzeen, naftaleen, Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) en Vluchtige Organische Stoffen (VOS) anders dan benzeen. Deze meting leverde ongeveer 6* zo lage benzeenuitkomsten op als die van 14 juni 2018 en werd daarom ‘niet representatief’ verklaard. Dat was hij inderdaad, maar om een andere reden dan het College van B&W aangaf. Het College beweerde dat er niet gemeten was aan 65% gerecycled asfalt (wat onzin is, want dat is er wel). De reden voor de niet-representativiteit was dat er erg weinig asfalt in de trommel zat. Dat had trouwens KWS Infra ook gezegd tegen de onderzoekers, maar de meting moest met stoom en kokend water worden doorgezet.
  • Een meting dd 23 sept 2021 door de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB) met een normale tankinhoud, waarvan inmiddels het benzeendeel gepubliceerd is. De monsters zijn geanalyseerd door de Universiteit van Leuven. Er is ook onderzoek gedaan naar andere Vluchtige Organische Stoffen en in het verlengde daarvan geur, en naar stof, chloride, fluoride en zware metalen, alsmede naar zwavel- en stikstofoxide en koolstofmono- en dioxide. Deze resultaten zijn nog niet gepubliceerd.
    PAK’s worden niet opnieuw gemeten en dat is een groot  gemis.
Asfaltcentrale ACE aan het kanaal

Ik heb de meetresultaten in een tabel gezet om overzicht te bieden. De ene tabel gaat over benzeen, de andere over naftaleen en (andere) PAK’s.

N is het aantal aaneengeschakelde benzeenringen (bij benzeen N=1)
Niet ingevulde waarden zijn bij mij onbekend
Bij  x / y slaat x op een uitkomst bij 30% recycleasfalt en y op een uitkomst bij 65% recycleasfalt. Als x niet ingevuld is, is x niet bekend.
De waarde voor kg/y is gebaseerd op een bedrijfstijd van 1200h/y, zoals door KWS opgegeven aan Tauw
De gemeten schoorsteencijfers in mg/Nm3 en gr/h zijn gemiddelden over enkele metingen van een half uur
De immissiecijfers (de atmosferische concentraties op neushoogte) zijn jaargemiddeld en bij Zuidwestenwind en berekend met Geomilieu Stacks vs 2021
De immissieconcentratie is gegeven voor de hoogste waarde, die optreedt op ca 400m in NO-richting
N is het aantal aaneengeschakelde benzeenringen (bij naftaleen 2, bij andere PAK’s >=3)
Niet ingevulde waarden zijn bij mij onbekend
Bij  x / y slaat x op een uitkomst bij 30% recycleasfalt en y op een uitkomst bij 65% recycleasfalt. Als x niet ingevuld is, is x niet bekend.
De waarde voor kg/y is gebaseerd op een bedrijfstijd van 1200h/y, zoals door KWS Infra opgegeven aan Tauw
De gemeten schoorsteencijfers in mg/Nm3 en gr/h zijn gemiddelden over enkele metingen van een half uur
De immissiecijfers zijn jaargemiddeld bij realistische meteo, berekend met Geomilieu Stacks vs 2021, en in noordoostelijke richting. Let op: ng = nanogram.
De immissieconcentratie (de atmosferische concentraties op neushoogte) is gegeven voor de hoogste waarde, die optreedt op ca 400m in NO-richting
Diverse economische categorieën als benzeenbron

Mijn interpretatie van de metingen – benzeen
De resultaten van eerste en de derde meting komen best wel behoorlijk overeen. Men zou kunnen waarnemen dat de maatregelen van ACE in tussentijd een beetje geholpen hebben, maar niet genoeg. De mogelijke verbetering is lichtelijk speculatief, omdat er niet veel vergelijkingsmateriaal is.

Inderdaad is de tweede meting niet representatief. Het resultaat is grofweg 6* zo klein als de eerste meting en 5* zo klein als de derde meting. De reden is eerder uitgelegd en moet niet perse negatief worden uitgelegd. Het gaat niet om een productieproces met strakke continuïteit.

Ik  ga ervan uit dat de modelberekening van Tauw klopt. Ze gebruiken het gangbare standaardmodel.

Dat betekent dat in de wijk ’t Ven inderdaad, zoals de GGD zegt, de invloed van ACE op de benzeenconcentraties in de wijk zeer gering is. Het is de vraag of de denkbeeldige afwezigheid van ACE binnen de meetnauwkeurigheid gemeten zou kunnen worden.

Deze bewering kan op twee andere manieren vertaald worden.

De ene manier is dat er veel benzeenbronnen zijn. Als de meetcijfers kloppen, produceert ACE jaarlijks ruwweg 112 kg benzeen. Maar alleen al bijvoorbeeld Eindhoven Airport loost jaarlijks 300 tot 600kg benzeen. Er zijn gewoon vreselijk veel benzeenbronnen. De grootste is het verkeer, en daarmee ter plekke van de wijk ’t Ven de Poot van Metz.

Omdat er voor benzeen geen veilige drempel  bestaat, is het terecht dat de norm Europees aangescherpt wordt (eerder genoemde van 5 naar 1 µg/m3 ). Maar dat is een afspraak die het collectief beschermt, en die nauwelijks een locale werking heeft.

De drie eenvoudigste benzeenverbindingen: benzeen zelf (N=1), naftaleen (N=2) en een van de drie verbindingen met N=3 (Antraceen)


Mijn interpretatie van de metingen – de PAK’s
Voor de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) ligt het verhaal compleet anders. Er zijn honderden verschillende PAK’s en die zijn in wisselende mate kankerverwekkend. Er bestaan uiterst scherpe emissie- en immissienormen voor.
Omdat het ondoenlijk is om al die stoffen van een gevaarlabel te voorzien, doet men meestal of ze allemaal de gevaarlijkste boef zijn, te weten benzo(a)pyreen, en dan tellen ze de aldus toegekende schadelijkheden op. Er is overigens in de afgassen van ACR geen benzo(a)pyreen aangetroffen.

Als die afzonderlijke PAK-moleculen aan elkaar kleven tot korreltjes of vlokken, kennen wij dat als roet.

Even een kleine discussie. Volgens mij doet bureau KW3 iets fout.
Bureau KW3, dat de niet-representatieve meting deed, die van 07mei 2021, presenteert naftaleen als een niet-PAK (en dus als een niet-Zeer Zorgwekkende stof), en legt de norm van gewoon stof aan. Mijns inziens is dat in strijd met het Activiteitenbesluit en moet naftaleen gezien worden als ZZS want PAK. Dat betekent in praktijk dat de metingen aan naftaleen en andere PAK’s (bij 30% resp. 65%) bij elkaar moeten worden opgeteld. Vanwege de transparantie is dat in de tabel nog niet gebeurd.

M.i. bedraagt de PAK-emissie bij 30% dus 0,005 + 0,010 = 0,015 mg/Nm3 en idem bij 65% dus 0,009 + 0,038 = 0,047 mg/Nm3 en 0,45 + 0,84 = 1,29gr/h resp. 0,59 + 2,03 = 2,62 gr/h .
De emissienorm voor PAK’s is 0,05 mg/Nm3 .
Hetgeen betekent dat ACE bij 65% bijmenging van recycleasfalt, en bij een meting die de emissies een factor 5 onderschat, al bijna op de PAK-emissienorm zit.

Doe nu eens in gedachten de PAK-emissies die (bij 65% bijmenging)  gemeten zijn in de niet-representatieve meting *5, en de uitkomst is gegarandeerd enkele  malen de PAK-emissienorm zit – zelfs als je naftaleen niet als PAK zou tellen.

Bij de immissie (bij 65% bijmenging) zou *5 een immissieconcentratie opleveren van 5*0,06 = 0,3ng/m3 en dat zit onder de streefwaarde 1ng/m3 , maar niet heel ver. Een fors deel van wat een bewoner van de Zeelsterstraat mag hebben, komt al voor rekening van ACE.

Het is te betreuren dat iedereen in Eindhoven zich focust op het kleinste van de twee gevaren. Mijns inziens moet er meer onderzoek gedaan worden naar de PAK-emissies van ACE.

Benzo(a)pyreen

Andere stoffen
Dat ACE stinkt komt niet door de benzeen (niet in de voorkomende concentraties) en de PAK’s.

Zwaveldioxide kan stinken en dat zou best wel in de afgassen kunnen  zitten, is bij de laatste meting bepaald maar nog net gepubliceerd.
Verder zitten er zeker rond de 200 andere Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in de afgassen. Sommige kunnen stinken in zeer lage concnetraties.
Bij de tweede meting heeft KW3 er zo’n 180 geprobeerd te meten, maar men kreeg alleen bruikbare getallen voor aceton en tolueen (dat is benzeen met een zijarmpje eraan).
Ook de OMWB heeft meetambities ter grootte van een dergelijk aantal. Het is afwachten wat hier uit komt.

Een stof die stinkt hoeft niet per definitie erg giftig te zijn.

Welke kant moet je op met ACE?
Asfaltcentrales dienen doelen die wij als maatschappij als geheel willen.
Wij willen op geasfalteerde autowegen en fietspaden rijden en ergo moet dat asfalt ergens gemaakt worden.
We willen naar een circulaire economie en dat betekent dat het recyclen van asfalt in principe een gewenste zaak is.
Ik heb een hekel aan initiatieven die in abstracto mooie idealen preken en in concreto de uitvoering saboteren. Ik heb dus geen antihouding tegenover asfaltcentrales. Ze  moeten er zijn.

Een terrein voor zware industrie met een bevaarbaar kanaal is in principe een begrijpelijke locatie voor een inrichting als ACE. Mijn eerste gedachte is dan ook handhaven, en wel op deze locatie, en met verbeterde techniek. Dat laatste moet ook, want ACE voldoet gewoon niet aan de emissienormen, en voor PAK’s loopt ACE ook  risico wat betreft de immissienormen.

Ik heb in de SP-vragen al eens aan de orde gesteld over toepassing van het HERA-systeem (zie aan het begin van dit verhaal). Ik kan mij ook een gasreinigingssysteem voorstellen met bijvoorbeeld na-oxidatie van benzeen en een doekfilter, maar dan wordt het te technisch dan dat ik er zinvol over kan praten.
En als dat geld kost, dan moet dat maar. Dan wordt het asfalt maar duurder.

Verplaatsing als enige maatregel lost het probleem niet op, want op de nieuwe locatie gelden dezelfde emissienormen. Ook daar zou de techniek verbeterd moeten worden, en de vraag is of dat dan niet ook op de oude locatie gekund had.

De enige goede reden om het bedrijf te verplaatsen zou zijn dat de PAK-belasting van t Ven (dus de immissie) erdoor verbeterd wordt, en als dat doel niet op andere wijze te bereiken is. Ik wijs dus het idee van verplaatsing niet absoluut af, maar het zou niet mijn eerste keuze zijn.

De gemeente Eindhoven wil bij overtredingen een dwangsom gaan opleggen van €10 mille per overtreding tot €40 mille, en daarna eventueel overgaan tot gedeeltelijke sluiting. De gemeente focust hierbij uitsluitend op benzeen.

Asfaltopslag ACE

Recyclingbedrijven in hun algemeenheid
Recyclingbedrijven gaan sowieso al vaak in de hens. De zoekterm “recyclingbedrijf brand” geeft branden bij bosjes. In Den Bosch ging schootverwerker AVI voor de zoveelste keer en in Eindhoven ging elektronicaverwerker Sims Lifecycle Services (in de volksmond nog de oude naam MIREC) ook al regelmatig in brand. Zo ook Baetsen in Eindhoven, zelfs gewoon matrassen in de fik.

De vraag is of de overheid hier niet teveel van incident naar incident rent. Mogelijk is het collectieve probleem dat door de nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld lithiumaccu’s en lichtnetalen velgen, die beide branden als een tierelier) de recyclingsector overvraagd wordt. Mogelijk moet het probleem fundamenteler worden aangepakt en vraagt dat toegepast wetenschappelijk onderzoek.

In zekere zin hebben de asfaltcentrales ook een dergelijk probleem. De politieke wens om asfalt te recyclen is mogelijk sneller gegaan dan de technische kennis in de sector. Ik laat nu in het middel in hoeverre dat aan de sector verwijtbaar is, en beperk me tot de suggestie om (bijvoorbeeld) een gezelschap als TNO naar deze problematiek te laten kijken.