Münster en de Friedensstadt Osnabrück

Tijdens onze afgelopen fietsvakantie in Westfalen en Nedersaksen kwam de 20.000ste bezoek(st)er voorbij die de welkompagina op deze site aantikte. Reden om eens een ander onderwerp te kiezen dan de hier gebruikelijke milieu- en energiethema’s.

Het gaat over de steden Münster en Osnabrück (beide met roots die terug gaan tot de tijd van Karel de Grote), die samen het toneel geweest zijn van een van de belangrijkste verdragen uit de Europese geschiedenis, de Vrede van Westfalen uit 1648. De Dertigjarige en de Tachtigjarige Oorlog werden er afgesloten.

Verwacht van mij, als niet-historicus, geen originele en diepgravende beschouwingen. Maar de huidige toestand in de wereld rechtvaardigt ook wat amateur-reflectie op de Europese geschiedenis.

Het stadhuis van Osnabrück

De Dertigjarige Oorlog
Het einde van de 30-jarige oorlog (1618-1648) werd formeel afgekondigd op de trappen van het stadhuis van Osnabrück.

Met een beetje goede wil zou je de Dertigjarige Oorlog de Nulde Wereldoorlog kunnen noemen. Op het laatst bemoeide alles wat macht had zich ertegen aan. Wikipedia heeft er een lang verhaal over op https://nl.wikipedia.org/wiki/Dertigjarige_Oorlog . Het verhaal heeft meer plots en wendingen dan Game of Thrones, en het is minstens zo wreed.
Als ik de samenvatting op Wikipedia nog verder zou moeten indikken tot een oneliner, zou ik ervan maken dat het alsmaar een mengsel was van godsdienstoorlog en geopolitiek, met aan het begin de nadruk op godsdienst en op het eind de nadruk op geopolitiek.
De, min of meer consistente, tegenstelling was die tussen de katholieke Habsburgers in Oostenrijk en Spanje enerzijds en het katholieke Frankrijk, het protestantse Zweden en de calvinistische Nederlanden anderzijds. Daartussen in hing een bont mengsel van kleine en middelgrote  Duitse staten, die ook nog wel eens van partij wisselden.

De godsdienstigheid der strijdende partijen leidde niet tot menselijk gedrag. In alle stadia gold dat “de oorlog de oorlog moest voeden”, wat erop neer kwam dat roof, moord en plundering tot standaardhandelingen werden verheven. De display in het stadhuis van Münster heeft er goede voorbeelden van.
Conservatieve schattingen gaan ervan uit dat uiteindelijk 6 van de 20 miljoen Duitsers door de oorlog omgekomen zijn, andere schattingen noemen het dubbele.

Moord, roof en plundering op het platteland
Massagraf na de Slag bij Lützen

Uiteindelijk waren alle partijen “am Ende”. Uitgeput stemden ze in met onderhandelingen.

Die moesten ergens plaatsvinden. Dat was geen sinecure, want bijna alles was kapot en er moesten jarenlang honderden mensen ondergebracht worden. Bovendien wilden de Fransen en de Zweden elk hun geloof kunnen belijden. Kortom, de logistiek was al bijna even ingewikkeld als de onderhandelingen zelf. Beide duurden jaren.
Uiteindelijk kwam men op Münster (katholiek) en Osnabrück (protestant) uit, beide vestingen die om die reden de oorlog min of meer ongedeerd door waren gekomen. De steden liggen 60km uit elkaar, met het Teutoburgerwald ertussen. Er werd druk gependeld te paard en in een koets.
Een afgevaardigde namens de paus en een afgevaardigde namens Venetie werden tot procesbegeleiders benoemd.
Elk van de Nederlandse Zeven Provinciën had iemand gestuurd, en Adriaen Pauw trad op voor het Nederlandse totaalbelang.
Gerard Ter Borch en Anselm Hulle fungeerden als hofschilders. Alle deelnemende onderhandelaars hangen in Münster en Osnabrück aan de muur van de Friedenssaal.

De Münsterse Friedenssaal

De belangrijkste gevolgen van het pakket van drie verdragen::

  • De katholieke, lutherse en calvinistische godsdienst werden gelijkberechtigd en mochten vrijelijk beleden worden. Op het Europese vasteland werden geen godsdienstoorlogen meer uitgevochten. (Dit alles in beginsel).
  • De macht van de verliezende Habsburgse keizer werd sterk ingeperkt. De macht van de afzonderlijke Duitse staten en staatjes nam sterk toe. Het geheel werd min of federaal en er was in Duitsland geen sterk centraal staatsgezag meer.
    Dit in tegenstelling tot de winnaars Frankrijk en Zweden, en verder in Spanje (verliezer) en Engeland.
  • De natiestaat werd geboren en daarmee volkenrechterlijke principes als soevereiniteit en niet-inmenging. Europa werd een (min of meer) machtsevenwicht. Dit alles in beginsel: voor een kritische noot zie Beatrice de Graaf in www.nrc.nl/nieuws/2018/09/28/een-verdampende-vredesmythe-a1909843 ).
  • Nederland en Zwitserland werden formeel zelfstandige, onafhankelijke landen

Osnabrück
Beide plaatsen besteden veel aandacht aan de Vrede van 1648 en beide hebben een (mooie) Friedenssaal. (Voor algemene info over Osnabrück zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Osnabr%C3%BCck .) Münster laat het daarbij.

Maar Osnabrück gaat verder dan alleen de Vrede van 1648. De stad presenteert zich als “Friedensstadt” (het staat al op de borden als je de bebouwde kom binnenfietst).

Osnabrück is ook de geboortestad van de Joods-Duitse schilder Felix Nussbaum (https://nl.wikipedia.org/wiki/Felix_Nussbaum, overleden in Auschwitz) en van de wereldberoemde schrijver Erich Maria Remarque van “Im Westen nichts Neues” over de Eerste Wereldoorlog (en vele andere werken). En van zijn zus, Elfriede Scholz, die in de oorlog door de nazi’s onthoofd is na twijfel uitgesproken te hebben aan de afloop van de oorlog en omdat ze de zus van een verkeerde broer was. Er is in Osnabrück een straat naar Elfriede Scholz genoemd.
Nussbaum heeft in Osnabrück een aan hem gewijd “Nussbaumhaus”.

Zelfportret van Felix Nussbaum uit 1940

Osnabrück probeert de vredesgedachte in de stadspolitiek in te bouwen. De stad heeft twaalf stedenbanden (o.a. met Haarlem) , heeft een naar Remarque genoemde Vredesprijs en heeft een “Handlungskonzept zur Förderung der Friedenskultur in Osnabrück” geformuleerd. Voor een indruk zie www.osnabrueck.de/tourismus/wissens-und-sehenswertes/friedensstadt/ en van daar af verdere doorlinks.

Naast het gemeentehuis ligt het Erich Maria Remarque – centrum, het (gratis) toegankelijke documentatiecentrum van het leven en het werk van de schrijver (het is zijn schrijversnaam, hij heette van huis uit Erich Paul Remark). Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Erich_Maria_Remarque .

Hij kreeg het boek “Im Westen nichts Neues” aanvankelijk niet gepubliceerd, maar toen het dan toch in 1929 lukte, was het meteen een sensatie. Het gaat over de ervaring van Duitse frontsoldaten in de Eerste Wereldoorlog ( dat was Remarque zelf ook geweest). In het eerste jaar werden er al 1,2 miljoen exemplaren van verkocht. Het boek is in 1930 in de VS verfilmd.
Het maakte hem meteen gehaat in rechtse kringen. Het werk genoot de eer om in 1933 verboden te worden, en openbaar verbrand. Hij woonde toen al in Zwitserland. In 1938 werd hem de Duitse nationaliteit ontnomen en in 1939 vertrok hij naar de VS.

Nog twee teksten van of over Remarque, de Gestapobrief waarin aanbevolen wordt om zijn Duitse nationaliteit in te trekken, en een waarschuwend pamplet tegen het fascisme. Zie

Münster en de Wederdopers
Münster heeft, met het Wederdoperstijdperk, een veel gewelddadiger geschiedenis dan Osnabrück en zwijgt niet over dit verleden. Zo hier en daar wordt het zelfs gemerchandised. Het is een beetje moeilijk om tegelijk ook Vredesstad te zijn.

In de vele stromingen en sektes, die te midden van esotherische theologische discussies floreerden tijdens de ontwikkeling van de Reformatie, bevonden zich ook mensen die vonden dat je alleen maar gedoopt kon worden als je volwassen was en wist wat je deed. Die mening is het eerste geuit door Zwingli in 1523. Omdat men als kind al gedoopt was, was dat dus wederom een doop, vandaar de naam. Vanwege praktische bezwaren, geuit door de gemeente Zürich, zag Zwingli van zijn opvatting af, maar sommige van zijn volgelingen niet.

De stroming geloofde ook in het einde der tijden, waarvoor meermalen een datum voorspeld was. Men wilde zich op die gebeurtenis voorbereiden en daartoe liefst onder elkaar in een omgeving verblijven, die door leden van de stroming met dit perspectief kon worden ingericht.

Dat Nieuwe Jeruzalem werd Münster. De wederdopers werden daar in februari 1534 de baas, niet eens met geweld, maar via (voor die tijd) normale politieke processen. De gangbare reformatorische stromingen waren in Münster sterk, maar de wereldlijke baas in Münster was de bisschop. Daar liep men ook niet echt warm voor.  
Pogingen om in 1535 een dependance van het Nieuwe Jerusalem in Amsterdam te vestigen faalden door amateurisme en en te weinig steun. Het bleef bij de tijdelijke verovering van het stadhuis.
Zie ook www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6855/het-geweld-van-de-wederdopers.html .

De bisschop ging de stad belegeren. Dat was niet fijn, want de wederdopers wilden in alle rust het voor 05 april 1534 voorspelde laatste oordeel afwachten. Maar dat kwam niet.

De leiding van de wederdopers lag bij enkele Nederlanders. De eerste leider vond de dood, omdat die ten onrechte op de steun van God rekende bij een militaire uitval.
De opvolger, die zich Jan van Leiden noemde (waar de uitdrukking ‘zich ergens met een Jantje van Leiden van af maken’ vandaan komt) voerde, met behulp van twee kompanen, met harde hand een (in zijn opvatting) christelijke heilstaat in. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Leiden . Religieuze beelden en bibliotheken moesten er aan geloven, idem het stadsarchief, het geld werd afgeschaft en goederen werden in gemeenschap. Van Leiden nam een koninklijke hofhouding aan. Naast zijn koningin Diewer van Haarlem trouwde Van Leiden met nog 15 andere vrouwen (een van de 15 die weg wilde, zou op het Domplein onthoofd zijn).

Het Wederdopersregime heeft met zijn eindtijdtheologie, zijn symbolenhaat, de harde hand en de vele executies, de gewapende strijd, de opvatting over vrouwen, de zelfmoordaanslagen en de discussie met de mainstream stromingen  wel iets van de Islamitische Staat weg, maar dan geradicaliseerd vanuit reformatorische wortels.
Laat ik het er op houden dat veel godsdiensten geradicaliseerde gekken kennen – evenals overigens sommige ongodsdienstige levensbeschouwingen.

Ondertussen verdedigden de opgesloten wederdopers zich fel tegen de belegering door de bisschop en omdat Münster een sterke vesting was, hielden ze dat een tijd vol. Maar de stad kreeg er genoeg van en iemand verlinkte de zwakke plek van de vesting, waarna de bisschop op 25 juni 1535 alsnog weer de militaire baas werd.
De drie leiders van de opstand werden op uiterst onaangename wijze gedood, en vele andere wederdopers vonden bij zware straatgevechten de dood. Daarna werd Münster met zachte maar dringende hand weer door de bisschop naar het katholicisme geleid.

Kooien aan de Münsterse Lambertikerk

De lijken van de drie aanvoerders werden in open ijzeren korven aan de Lambertikerk (Van Leijden bovenin). Daar hebben de lijken tot 1585 jaar gehangen. De kooien (zonder inhoud) hangen er nog steeds, zij het dat ze na oorlogsschade in 1944 vervangen zijn door nieuwe exemplaren. De brochure van het Münsterse Stadsmuseum beeldt ze op overtuigende wijze op de voorpagina af.
Een overtuigende toeristische attractie….

Er bestaan overigens nog steeds Wederdopers, nu doopsgezinden of mennonieten geheten, maar dat is een stroming waar niets mis mee is.