‘Mest is geen afval’ – een nieuwe studie naar een oude wens

De aanleiding voor dit artikel
De directe aanleiding voor dit artikel is het promotieonderzoek van Marrit van der Wal naar verbeteringen in de techniek om  mest te bewerken, gericht op het terugwinnen van de nutriënten fosfor, stikstof en kalium.
Het onderzoek vond plaats bij een instelling die men wellicht niet meteen zou verwachten, de Eindhovense TU/e die men toch eerder associeert met energie, elektrische auto’s en ASML-technici. Maar de universiteit heeft ook een chemische technologie-afdeling, en daarbinnen een Group Membrane Materials and Processes. Het onderzoek van Van der Wal draait om een optimale inzet van die membranen.

Het proefschrift van Van der Wal is te downloaden op https://research.tue.nl/en/publications/no-time-to-waste-manure-membrane-processes-for-nutrient-separatio .

Het verschijnen van het proefschrift leidde tot een paginagroot artikel in de NRC, dat te vinden is 2025/07/03/mest-is-een-grondstof-we-moeten-het-niet-meer-als-afval-zien .

Marrit van der Wal, aldus de NRC, komt uit, en woont en werkt nog steeds, in Friesland. Ze heeft ruim contact met de agrarische wereld in die provincie.

De afbeeldingen in dit artikel  komen ut het proefschrift.

De context
Auteur Jelka Pospig van het NRC-artikel schrijft contextloos en alsof het onderwerp nieuw is, maar feitelijk leidt het onderwerp al vele jaren tot intensieve discussies op nationaal en Europees niveau. ‘Mest niet als afval zien’ en ‘Mest is het bruine goud’ en aanverwante slogans worden al decennialang gehanteerd. In die zin is Van der Wal een passant in een langlopend schouwspel.

Mestbewerking is een complexe context waarbinnen zowel kansen als bedreigingen bestaan. Men kan er daarom met een negatief en met een positief perspectief naar kijken. Die perspectieven zijn verstrengeld.

Het basale verhaal is dat de Nederlandse landbouw een volledig uit zijn krachten gegroeid waterhoofd is. Ons kleine land is de tweede agrarisch exporteur ter wereld. Zie desgewenst wat-ik-van-de-boerenacties-vind-en-van-de-nederlandse-landbouw/ .
Eveneens basaal is het productieschema van de Nederlandse veeteelt, waarin het beperkte inheemse diervoedingsaanbod aangevuld wordt door vanuit de hele wereld diervoeding naar Nederland te slepen. Dat wordt omgebouwd tot koe, varken, schaap en hun producten, waarna enorme hoeveelheden  mest hier achterblijven en de producten grotendeels geëxporteerd worden.
De uit zijn krachten gegroeide veeteelt leidt tot grote milieu- en klimaatproblemen, die effectief Nederland al jarenlang op slot zetten – de mestproblematiek is er daar één van. Verder kost het de boeren een hoop geld om van hun mest af te komen, als dat überhaupt al legaal lukt.
Het negatieve perspectief is dat men van de mest af wil onder voortzetting van de omvang van de bron ervan. Niet voor niets wordt het project ‘No time to waste’, waarvan het proefschrift van Van der Wal een product is, mede gefinancierd door alle grote namen uit het Nederlandse agro-industriële complex.

Het positieve perspectief is dat er een kringlooplandbouw moet komen met een veel  lagere milieu- en klimaatfootprint, en dat als onderdeel daarvan er minder kunstmest toegepast (en dus geproduceerd) wordt, en dat die productie klimaatvriendelijker wordt. Niet voor niets staat bijvoorbeeld kunstmestfabriek Yara (in Sluiskil en Vlaardingen) op de doelwittenlijst van Milieudefensie.
Men mag aannemen dat het Nederlandse agro-industriële complex, al dan niet van harte, ook vooruitgang zoekt in dit positieve perspectief.

Hoeveelheid dieren dd december 2023, en de bijbehorende hoeveelheid mest

Het grote wantrouwen is nu dat vorderingen vanuit het positieve perspectief vooral ingezet worden om het negatieve perspectief te versterken. Met andere woorden: als het mestoverschot circulair kan worden opgelost, mogen ‘we’ nog steeds evenveel koeien en varkens houden. Dit terwijl het mestoverschot slechts één van de milieuproblemen rond de intensieve veeteelt is.
Het wantrouwen wordt versterkt doordat mestbewerking veronderstelt dat men het hele jaar door erg veel  mest op een kluitje heeft. Dat is slechts in zoverre mogelijk als delen van de industriële intensieve veehouderij nog toekomst hebben.

Dit wantrouwen heeft in Nederland en Europa een verlammende uitwerking.

Wat kun je op papier in positieve zin met mest?
Als men vooral een positieve bril opzet, kan mestbewerking drie waardevolle producten leveren: biogas na vergisting; droge materie die veel fosfaat (P) bevat; en een waterige oplossing die stikstof (N)- en kalium (K)-verbindingen bevat. Deze toepassingen zijn niet nieuw, maar al vele jaren gevestigde praktijk. (Waar over P, N en K gesproken wordt, wordt bedoeld de chemische verbinding waarin zij in water voorkomen).

Over biogas is elders op deze site het nodige geschreven, maar dit onderwerp blijft nu buiten beschouwing.

De gedachte is dat de droge materie een gerecyclede fosfaatbron is – nieuwe fosfaat is mondiaal een schaarse en eindige delfstof. Deze steekvaste mest of digestaat kan na een soort pasteurisatie,  eventueel gevolgd door andere bewerkingsvormen, minstens voor een deel in binnen- en buitenland worden afgezet.
Deze vaste fractie leidt tot niet heel veel controverses.

De dunne fractie (na bewerking ook wel aangeduid als mineralenconcentraat) is niet exporteerbaar, omdat men vooral water rondrijdt en dat is heel duur. De Nederlandse agrarische sector en hun vertegenwoordigers in Nederland en Europa hopen dan ook al heel lang dat die vloeibare fractie als stikstof-kalium mest zou kunnen dienen ter vervanging van de kunstmestkorrels van (bijvoorbeeld) Yara. In het Europese jargon heet dat Renure (REcovered Nitrogen from manURE). De lobby heeft geresulteerd in een aan de Nitraatrichtlijn gekoppeld concept-voorstel van de Europese Commissie, dat in 2024 ter raadpleging voorlag en waarover de EC eind 2025 duidelijkheid zal geven. De lange doorlooptijd van dit onderwerp onder andere omdat er een aantal hardnekkige, praktische problemen optreden:

  • de N:K-verhouding in de dunne fractie is vaak anders als die welke te begunstigen planten willen. Tot nu toe is het niet mogelijk de N en de K er apart uit te halen.
  • er zit vaak troep in de mest (zware metalen, hormonen, medicijnresten)
  • de nutriënten zitten in onpraktisch sterk verdunde vorm in de dunne fractie.
  • de toepassing van Renure kan tot een verplaatsing van de problemen leiden van Nederland naar elders, waardoor er wel in Nederland, maar niet mondiaal een verbetering optreedt. Zoals Humberto Delgado Rosa, directeur biodiversiteit bij de Europese Commissie, onlangs in de Tweede Kamer zei: Renure is geen silver bullet.
    Wie de tekst van het concept wil inzien, zie afgesloten Renure-raadpleging EU 2024 .

Mijn houding ten aanzien van mestbewerking is sceptisch, maar niet principieel afwijzend. Er moeten goede milieuvergunningen zijn en de totale verwerkingscapaciteit moet passen bij een veel kleinere veestapel. Voor een uitgebreid, maar alweer ruim vier jaar oud, artikel op deze site zie https://www.bjmgerard.nl/grootschalige-mestbewerking-en-groen-gas/ .

Wat voegt het proefschrift van Van der Wal toe aan de bestaande kennis?
Van der Wal heeft, vanuit de methodes van de procestechnologie, twee samenhangende problemen rond de verdere verwerking van digestaat aangepakt. Digestaat is de massa die overblijft nadat mest vergist is. In essentie is digestaat mest waaraan koolstof en wat zwavel onttrokken is (die zijn in het biogas gaan zitten). Juridisch is digestaat nog steeds mest.

Deze afbeelding beschrijft de algemene kenmerken van diverse filtertechnieken. Hieraan vooraf gaat de (niet getekende) dik-dunscheiding. Van der Wal gebruikte twee Reverse osmosis-stappen achter elkaar.

Op de eerste plaats heeft ze een systematische studie gewijd aan uitvlokmiddelen bij de dik-dunscheiding van digestaat. Volgens haar is daar nog te weinig kennis van.
Om dik-dunscheiding in digestaat tot stand te brengen start men met eenvoudige middelen als bijvoorbeeld een zeefbandpers. Maar uit de vloeistof die daaruit druipt zit nog steeds vaste materie, maar dan in de vorm van kleine deeltjes. Dat is vervelend, want daarna volgen diverse filtertechnieken en die kleine deeltjes verstoppen de filters.
Om die kleine deeltjes er zoveel mogelijk uit te krijgen worden uitvlokmiddelen toegepast en Van der Wal heeft uitgezocht bij welke chemische kenmerken die uitvlokmiddelen het beste werken.

Op de tweede plaats heeft Van der Wal uitvoerig geëxperimenteerd op diverse combinaties van filters, filtertechnieken, zuurgraden en drukverschillen (volgens de NRC rook het niet altijd fris in haar laboratorium).  Haar belangrijkste doel is om een werkwijze tot stand te brengen die het mogelijk maakt om stikstof (N) en kalium (K) apart te krijgen (iets wat tot dan toe niet  kon) en om zoveel mogelijk (zuiver) water uit de dunne fractie af te scheiden.
Dat lukt redelijk (zie de afbeelding hieronder) en volgens Van der Wal zou het nog beter moeten kunnen. Voorbehoud is dat verschillende digestaat-types erg uiteen kunnen lopen en dit is voor één voorbeeldtype. Lees de afbeelding als volgt:
In de eerste kolom gaat (als rekenvoorbeeld) 1000kg digestaat. Daarvan eindigt 67kg in de vaste fractie, 302kg in water met daarin opgelost kalium (en stikstof), 133kg in water met opgeloste stikstof, en 499kg als water dat geloosd kan worden (dat is in zichzelf een groot voordeel).
In de tweede kolom wordt dezelfde gedachte anders verwoord. Men begint (als rekenvoorbeeld) met 1,0 kg P, waarbij in praktijk 3,0 kg K hoort en 3,1kg N. De dik-dunscheiding gooit er 1,0kg P uit (plus een restje N en K), de eerste osmosestap gooit er een mengsel van N en K uit, en de tweede stap een mengsel dat vooral uit N bestaat (de N en de K opgelost in water).

Bij Van der Wal kost dit schema, bij de gebruikte digestaatsoort, €6,90 per m3 (op basis va een stroomprijs van €0,15 per kWh).

In haar afsluitend hoofdstuk geeft Van der Wal aan dat er nog een hoop gestudeerd kan worden.
De dik-dun scheiding, en de daaraan ontsnappende kleine deeltjes, blijven een belangrijke aandachtspunt, onder andere omdat de erop volgende filters regelmatig schoongemaakt moeten worden. De toevoeging van ijzer- of aluminiumionen zou de afvangst van P kunnen verbeteren.
Van der Wal heeft haar experimenten uitgevoerd bij kamertemperatuur. De resultaten zouden beter kunnen zijn bij andere temperaturen.
De troep in het digestaat is een probleem. In de werkwijze van Van der Wal komen zink- en koperionen, alsmede bacteriën in bovenstaande afbeelding in de middelste stroom terecht en de vraag is of die aan de Europese Renure-normen (nu nog concept) kan gaan voldoen. Een vervolgvraag is of dit probleem met alleen verdere studie op te lossen is.
Van der Wal meent dat de laatste stroom wel aan de (nog concept) Renure-norm voldoet

De Europese Renure-normen in concept

En heeft de studie nut gehad?
Daarvoor moet je naar de NRC, met enig commentaar van mijn hand toegevoegd.

Voor de boeren heeft het ‘macro’ vooralsnog geen nut. Juridisch worden digestaat, en de ervan afgeleide producten  nog steeds behandeld als ruwe mest. Het maakt voor de fosfaat- en stikstoflimiet per hectare niet uit of die stoffen ruw of na bewerking op een akker- of weiland terecht komen. Dat is overigens al sinds jaar en dag bekend.
Daarnaast is er nog geen Renure-wetgeving, . Zoals gezegd, is er wel een concept maar dat is nog geen richtlijn. Bovenstaande tabel is een verkorte bewerking van de bijlage bij de Ontwerp-richtlijn in afgesloten Renure-raadpleging EU 2024 . De aanpak van Van der Wal zal toch echt op goedkeuring op basis van de definitieve richtlijn moeten wachten. De terughoudendheid van de EC t.a.v. Renure is overigens ook al sinds jaar en dag bekend.

En dan moet nog blijken wat Renure precies op gaat lossen. Mogelijk scheelt het de Nederlandse boeten geld omdat ze minder kunstmest hoeven aan te schaffen, maar daarmee is nog niet duidelijk wat dit mondiaal aan klimaat- en circulariteitwinst oplevert.

Voor Van der Wal als persoon is het proefschrift nuttig geweest. Ze is nu doctor en, volgens de NRC, heeft ze nu een baan bij het Center of Expertise Water Technology (CEW) in Leeuwarden. Dat is een niet op winst gerichte stichting, deels gesubsidieerd, die toegepast onderzoek doet op het gebied van watertechnologie ( https://www.cew.nl/ ).
Geen slechte keuze.

Demo bij hoofdkantoor RABObank

Agro-Ecologie Netwerk en Toekomstboeren; Christian Climate Action; Extinction Rebellion Landbouw; Extinction Rebellion Utrecht; Klimaatnetwerk FNV; Milieudefensie Jong Utrecht; Milieudefensie Utrecht; Scientist Rebellion en Scientists for Future hadden een demonstratie georganiseerd op 22 mei 2025 bij het hoofdkantoor van de RABObank in Utrecht. Toen was daar de vergadering van de certificaathouders van de bank.
Ik ben daar vanuit Eindhoven bij geweest.

De RABObank was onder andere doel vanwege de financiering van ontbossing in het Amazonegebied en elders – wat bijdraagt aan een volstrekt uit de hand gelopen veeteelt in Nederland.
De RABObank heeft ook nog geen klimaatplan en is een van de door Milieudefensie aangeschreven bedrijven. De bank speelt een belangrijke rol in de nieuwe campagne van Milieudefensie, die zich focust op de voedselproductie.
Voor uitgebreidere inhoudelijke verhalen zie https://www.greenpeace.org/nl/bossen-categorie/66698/kap-de-geldstroom-naar-ontbossing/ en https://milieudefensie.nl/actueel/geef-banken-geen-geld-meer-voor-kettingzagen .

Het programma werd aan elkaar gepraat door cabaretier Dolf Jansen en kende als sprekers (onder meer) Valentijn Wösten, die samen met MOB juridische procedures voert in o.a. stikstofzaken; Sigrid Deters van Greenpeace, juist terug uithet Surinaamse regenwoud; een biologische akkerbouwer uit de Noordoostpolder; en een spreker namens World Animal Protection en namens Extinction Rebellion.
En er was muziek.

In het publiek zichtbaar veel mensen van Extinction Rebellion en de Partij voor de Dieren.

Ahold Delhaize  kan zijn duurzaamheidsverplichtingen best wel zelf betalen

Intro
Bij elke 1000ste bezoeker aan deze site een wat afwijkend verhaal en bij de recente 44000ste een verhaal over de duurzaamheidsinspanningen van Ahold Delhaize (AD) of liever, over het gebrek daaraan. Ahold Delhaize (AD)  is het internationale moederbedrijf waarvan Albert Heijn (AH) de Nederlandse dochter is.

Reden is: Milieudefensie bracht in de nacht voor de afgelopen Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van AD een rapport van bureau Profundo uit ter ondersteuning van Milieudefensie’s oproepen aan het concern. Ik was bij de buitenactie van die AVA (https://www.bjmgerard.nl/bij-de-ava-van-ahold/ ) en heb daarmee impliciet het Profundorapport voor waar aangenomen. Ik vind dat als je een document impliciet ondersteunt, je het eigenlijk gelezen moet hebben, ook al is dat, in dit geval, noodzakelijkerwijs achteraf.

Voor mij is dat ‘afwijkend’. Bedrijfseconomie is mijn terrein niet, de detailhandel nog minder, en dat alles ook nog in het Engels met veel juridische vaktermen. Het is moeilijk leesbaar. Afijn, ik doe het mezelf aan.

Een samenvatting van, en toegang tot, het Profundorapport is te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/aandeelhoudersvergadering-ahold-rapport . Het is geschreven door Gerard Rijk en Barbara Kuepper.

Hoofdstuk 1 van het rapport beschrijft de financiële prestaties van AD (met af en toe een uitstapje naar de dochteronderneming Albert Heijn). Dit hoofdstuk dient als basis voor de beweringen in enerzijds hoofdstuk 2 en 3 en anderzijds in hoofdstuk 4.
Hoofdstuk 2 en 3 gaan over de broeikasgasemissies van AD en wat daaraan niet gedaan wordt en wel gedaan zou kunnen worden.
Hoofdstuk 4 gaat over hoe AD omgaat met de biologische landbouw, en hoe dat anders zou kunnen.

Feitelijk zijn enerzijds h.2 en h.3 samen een deelstudie, en is h.4 een geheel andere deelstudie. Het enige gemeenschappelijke is dat ze hun uitkomsten beide afzetten tegen de financiële cijfers in h.1.  De bedragen uit beide deelstudies mogen niet zomaar opgeteld worden, omdat dat tot dubbeltellingen kan leiden.

Het financiële wedervaren van AD (h.1)

( NA = Not Available, niet beschikbaar)

De omzet van AD is inmiddels gegroeid tot zo’n 89 miljard Euro.
De Free Cash Flow was, gemiddeld over de jaren 2020 t/m 2023, ca 2100 miljoen per jaar (met jaarlijkse schommelingen rond dit gemiddelde van een paar honderd miljoen.
Die Free Cash Flow gaat grotendeels op aan dividend voor de aandeelhouders, en het terug inkopen van eigen aandelen.

AD is geen noodlijdend concern.

De broeikasgasemissies en wat daaraan gedaan zou kunnen worden (h.2 en h.3)
Profundo heeft, op basis van eigen rapporten van AD, in bovenstaande grafiek de feitelijke broeikasgasemissies van het concern in grafiek gezet (zie boven).

Het betreft hier emissies over de hele keten, in technische termen scope 1, 2 en 3 samen.
Simpel gezegd komen scope 1 en 2 samen erop neer wat nodig is om het apparaat draaiende te houden: de winkels en kantoren va het concern, de bedrijfsauto’s, en dergelijke.
Scope 3 komt ongeveer neer op de emissies die vrijkomen bij de productie van de goederen die ingekocht worden, plus een klein beetje consumentengedrag.

Er vallen een paar dingen over de grafiek te zeggen, deels ook op basis van een, hier niet afgedrukte, tabel 9 en tabel 13.

  • de trend is dat de broeikasgasemissies van AD nog steeds gewoon stijgen
  • AD heeft een eigen reductiedoel van 37% t.o.v. 2020, wat in praktijk neerkomt op een overblijvende emissie in 2030 van ongeveer 40 miljoen ton (40Mton) CO2,eq per jaar. (De toevoeging ‘eq’ slat erop dat de landbouw ook broeikasgassen als methaan en lachgas in de atmosfeer brengt. )
    Het halen van het ‘Parijs-doel’ in het internationale Klimaatakkoord van het IPCC zou een reductie in 2030 tot 36,5Mton nodig maken.
  • tot nu toe doen de doelen van Ahold Delhaize (AD)voor spek en bonen mee in ht duurzaamheidsbeleid
  • in 2024 ging er bij AD, concernbreed en over de hele keten, 66,9Mton CO2,eq de lucht in (technisch is dat ‘locatie  gebaseerd). Daarvan namen scope 1 en 2 samen 3,3 Mton CO2,eq voor hun rekening. de rest is scope 3.
    De  broeikasgasemissies van AD worden dus volledig gedomineerd door de ingekochte goederen.
  • Van die 66,9 Mton CO2,eq kwam 23,7 Mton CO2,eq  vrij bij de productie van dierlijk eiwit: diverse soorten vlees (samen 15,0), zuivel (8,2) en eieren (0,5 Mton CO2,eq )
  • de Profundostudie rekent verder met de 66,9 Mton CO2,eq die over 2024 vrijkwam, en met het IPCC-doel van 36,5 Mton CO2,eq  in 2030 waar het naar toe moet.
    Profundo zoekt dus middelen hoe AD het verschil, zijnde 30,4 Mton CO2,eq , kan invullen

Als eerste stap gaat Profundo, op basis van een eerdere studie voor het WWF, van uit dat 53% van de ketenemissies van broeikasgassen bij de boeren zit, 13% bij de detailhandel, en 34% bij alles daar tussen in.
Met die laatste  twee posten houdt Profundo zich verder niet bezig. Het bureau concentreert zich op de 53% van 30,4 Mton CO2,eq die bij de boeren in mindering moeten komen. Dat betreft 16,1 Mton CO2,eq .

Profundo vult die 16,1 Mton CO2,eq op twee manieren in.

  1. De eerste manier is een eiwittransitie (zie boven).
    Het eiwit dat AD nu in zijn voedsel aanbiedt, is voor 33% plantaardig en voor 67% dierlijk. Profundo rekent met een scenario waarin 33-67 wordt 50-50, een scenario 60-40 en idem 70-30. Ik kies als voorbeeld het middelste scenario.
    Wat er staat is dat in het 60-40 plantaardig-dierlijk scenario, vergeleken met idem 33-67 , er 9,5 Mton CO2,eq  minder bij de productie van dierlijk eiwit vrijkomt, waartegenover staat dat er 2,4Mton CO2,eq  meer vrijkomt bij de vervangende productie van het planaardig eiwit. Netto dus een reductie van 7,1 Mton CO2,eq .
  2. Blijft over een taakstelling van 16,1 – 7,1 = 9,1 Mton CO2,eq  (hierin zit een afrondingseffect).
    Profundo roept hier McKinsey te hulp ‘The Agricultural Transition: Building a Sustainable Future (juni 2023). In deze publicatie worden 28 maatregelen genoemd, waarvan Profundo de vier beste voor de veeteelt en de vijf beste voor de akkerbouw in de studie heeft opgenomen. Op gezag van McKinsey wordt aan elke maatregel een kostprijs per bespaarde ton CO2,eq  gehangen, welke kostprijzen na middeling ingekookt worden tot één kostprijs van $71 per bespaarde ton CO2,eq .
    Hierbij wordt stilzwijgend aangenomen dat het met de McKinsey-maatregelen inderdaad lukt om op de gewenste overblijvende 36,5 Mton CO2,eq  in 2030 uit te komen. Dit wordt niet onderbouwd.

Inmiddels zitten we in h.3 ‘’An Ahold Delhaize Climate Impact Fund’ waarin gerekend wordt wat het AD zou moeten kosten, ook weer opgesplitst naar bovenstaande 1. en 2.
Aangenomen wordt dat AD goed is voor de helft van de kosten, en de rest van de keten voor de andere helft. Hoe de rest van de keten dat doet, verschijnt niet in beeld.
Verder worden bepaalde kengetallen uit de branche gebruikt, waarvan ik de realiteit niet beoordelen kan.
Alles bij elkaar zou AD, in de visie van Profudo 280 miljoen € per jaar moeten uittrekken voor de eiwittransitie (voorlichting, marketing, financiering) en 322 miljoen per jaar € voor deMcKinsey-maatregelen. Samen 602 miljoen € per jaar. Dit moet jaarlijks toegevoerd worden aan het Clmate Impact Fund (Ten overvloede: de rest van de voedselketen zou dus jaarlijks hetzelfde bedrag bijeen moeten brengen.)

Dit geplaatst tegenover de eerder genoemde Free Cash Flow van rond de 2100 miljoen brengt Profundo (en Milieudefensie) tot de slotsom dat Ahold Delhaize de vereiste klimaattransitie best zelf kan betalen.
Ik heb mijn reserves over de veel te suggestieve precisies die je met dit soort geraamd modelwerk op papier krijgt, maar ik denk dat het globaliter klopt.

Overigens meldt Profundo dat de Jumbo ook al een fondsje heeft, maar daar zegt de familie Van Eerd niet veel over. Als de twee genoemde activiteiten de enige zijn, zit er niet veel in. Maar het principe is interessant.

De overstap naar biologische producten (h.4)
Op dit moment is binnen Ahold Delaize (AD) ca 3% van de voedselverkoop biologisch (bij Albert Heijn ligt dat overigens iets hoger, over een groot aantal voedingsproducten gemiddeld ca op 4,4% dd 2024).
Profundo wil weten wat de overstap zou kosten naar elk van drie scenario’s: 15% biologisch in 2030; 25% biologisch in 2035; en 100% biologisch in eveneens in 2035.
Ik kies voor mijn voorbeelden weer het middelste scenario.

Om de vraag te kunnen beantwoorden, moet je uiteraard weten hoe het systeem werkt in al zijn aspecten: productie, handel, verpakking, enz. Dat blijkt een bijna onmogelijke vraag. Er zijn boekenkasten vol geschreven over de opbrengsten, en de stabiliteit daarvan, van biologische versus conventionele landbouw, leidend tot zeer uiteenlopende resultaten. Daar komen bij verschillen in bewerking , verpakking, aparte productstromen, labeling, verschil in koopkracht bij doelgroepen, lagere kosten, subsidies, etc.

Profundo kiest als conclusie dat modern biologisch boeren in ontwikkelde markten tot een lagere opbrengst per hectare leidt. Wat betreft de winstgevendheid stelt Profundo dat de signalen gemengd zijn, maat dat, voor zover die er zijn, ze vooral optreden bij de prijzen die de boeren voor hun producten krijgen (dus aan het begin van de keten).
Daarna volgt de rest van de keten: trasport, groothandel, verdere bewerkingen.

Profundo  legt de nadruk op  huismerken en op bederfelijke goederen (‘perishable’)

(Wholesale = groothandel, food retailer = de toonbank)

Lees bovenstaande grafiek als volgt: biologisch vlees is bij de boer 30% duurder dan gewoon vlees. Bij de groothandel is het 52% duurder en op de toonbank is het 61% duurder.
Deze prijsverschillen komen uit een veelheid van bronnen in Europe en de VS en zijn dus experimenteel vastgelegd.

De verschillen zouden op papier kleiner kunnen zijn. Dat komt omdat de tussenbewerkingen en de eindverkoop voor biologische waren niet, of niet zoveel, duurder hoeven zijn voor biologische producten dan voor gewone producten. Dat zou een dempend effect moeten hebben  op de prijsverschillen tussen biologisch en gewoon, die voor in de keten het  grootst zijn en achter in de keten dus kleiner.

Dat is de theorie, maar hoe kwantificeer je dat?
Profundo heeft daartoe zijn eigen model gecreëerd met als kengetallen de bruto marges die gangbaar zijn bij  voedselbewerkers als Friensland Campina (zuivel), Vion (vlees), Greenyard (groenten en fruit), en JD Peet en Refresco (voor koffie en thee resp. frisdrank en sap in de categorie ‘niet-bederfelijke waar’).
Verder is de voor AD gangbare bruto marge van 31% aangehouden (de inkoop kost 69% van de verkoop).
De marges zijn voor biologische en reguliere waren dezelfde.
Het effect is te zien in de tabel hieronder.

Lees dit als volgt:
Als een mandje met reguliere producten bij AD voor €100 de deur uit gaat, zou de biologische variant daarvan volgens het model van Profundo  €116 mogen kosten. Een deel van de meerkosten is reëel.
In werkelijkheid gaat hetzelfde mandje met biologische producten voor €156 de deur uit. Het verschil van €56 – €16 = €40 is prijsopdrijving die niet vanwege het systeem nodig is.
De afbeelding aan het begin van dit hoofdstuk slaat op dit voorbeeld.
Profundo neemt in zijn model verder aan dat deze prijsopdrijving van biologische waren fifty-fifty gedeeld wordt tussen AD zelf en de voedselbewerkers. Voorbeeld bij het vlees vann Vion: voor €100 regulier vlees zou biologisch €128 mogen kosten, maar kost in praktijk €161. De prijsopdrijving van €161 – €128 = €33 gaat in het Profundomodel voor de helft naar AD en voor de andere helft naar Vion.

Ondertussen heeft de bijkomende vraag naar hoe de biologische consument getild wordt de aandacht afgeleid van de vraag waarmee het verhaal startte, namelijk wat de overgang van (voorbeeld het middelste van de drie scenario’s) 3% naar 25% biologisch in de periode tot 2035 zou kosten. De kennisbasis onder dit antwoord wordt gegeven in Appendix 3.
Het gaat weer over huismerken van bederfelijke goederen. Deze combinatie is goed voor 21% van de voedselomzet van AD.

De Profundotekst geeft een getallenbrei die ik de lezer wil besparen. Fanatici kunnen zelf gaan kijken.
Als AD  alle voedsel volledig biologisch zou helpen maken tegen redelijke meerkosten, ontploft de bruto winst vanaf 2028. Als men 25% van alle voedsel tegen dezelfde redelijke meerkosten biologisch zou willen maken, verdampt de bruto winst rond 2030 voor de helft.
Beperkt men zich ertoe om 25% van de waren biologisch te maken die èn huismerk zijn èn bederfelijk (ca 21% van de totale voedselomzet), dan blijft het effect op de bruto winst in 2035 beperkt tot een verlies van 17%.

Wie graag rekent, kan op de te verwachten toekomstige meerkosten van bederfelijke huismerk -scenario’s een Netto Contante Waarde – berekening loslaten en die tegenover het totale aandelenkapitaal van AD zetten (dd febr 2025 30,7 miljard). De NCW-uitkomst blijft een eind onder het aandeelkapitaal.

Profundo concludeert dat Ahold Delaize een geleidelijke overgang op 100% biologische bederfelijke waar-huismerken zou kunnen betalen als het moet, en dat AD een overgang op 25% bederfelijke waar-huismerken relatief gemakkelijk zou kunnen betalen.

De aandeelhouders krijgen dan wel wat minder.

Tot slot
Minder broeikasgassen enerzijds en biologisch boeren anderzijds zijn niet identiek. Men mag de getallen uit h.2 en h.3  niet zonder meer bij die van h.4 optellen vanwege dubbeltellingen. Die dubbeltellingen komen in de wereld omdat  beide gebieden elkaar wel een heel eind overlappen. Geld dat AD zou uitgeven aan meer biologisch boeren zou ongetwijfeld ook een positieve invloed hebben op de broeikasgasemissie, alleen valt dat niet een op een zomaar even te berekenen.
Profundo heeft zich daar niet aan gewaagd.

Bij de AVA van Ahold

Milieudefensie heeft van het voedselsysteem een nieuwe speerpunt gemaakt en mede daarom is Ahold doelwit. Ahold is het grotere concern waarvan Albert Heijn onderdeel is.
Vanwege het doelwit-zijn stond Milieudefensie op 09 april 2025 aan de overkant van de straat van het Zaantheater, waar de jaarlijks Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is. Ik was er ook bij, evenals een ander lid van onze Eindhovense Milieudefensiegroep. Ik bleef buiten en zij ging binnen met de groep die kritische vragen ging stellen. Achteraf bleek dat vijf keer gelukt.

De voedselproductie heeft een grote impact op het klimaat. Het maakt wel uit om welke productievorm het gaat. Minder kunstmest, minder bestrijdingsmiddelen en minder emissie van de broeikasgassen CO2, methaan en lachgas (en ook van stikstof, maar dat is een ander verhaal). Velen pleiten om die reden voor biologische landbouw.

Maar middernacht voor de AVA bracht Milieudefensie een rapport van onderzoeksbureau Profundo uit, waaruit bleek dat Ahold zich beduidend meer op de aandeelhouderswinst richtte dan op het klimaat. Wie dat rapport na wil lezen (alsmede een fact sheet en Q&A), kan terecht op https://milieudefensie.nl/actueel/factsheet-rapport-profit-or-planet .
Het onafhankelijke onderzoeksbureau Profundo toont aan dat Ahold Delhaize liever de aandeelhouders verrijkt dan duurzame oplossingen zoekt voor een schone planeet. Extra pijnlijk: juist de duurzame klant wordt misbruikt als pinautomaat voor de aandeelhouder en betaalt de hoogste prijs…
Ook kan Ahold volgens de onderzoekers de internationale klimaatdoelen gewoon halen! Als een bescheiden deel van de winst naar verduurzaming gaat in plaats van naar de vermogende aandeelhouders, kan de uitstoot worden verminderd in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs.
Voor 690 miljoen euro per jaar kan Ahold de totale kosten betalen voor een beleid dat aan het Klimaatakkoord van Parijs voldoet. Dat is 26% van de 2 miljard euro die wordt uitgekeerd aan aandeelhouders. Deze kosten zijn lager dan de 700 miljoen euro die Ahold Delhaize nu jaarlijks aan marketing uitgeeft.”

Aldus het persbericht bij het onderzoek.

De eis van Milieudefensie is dat Ahold in 2030 50% minder CO2,eq moet uitstoten, in absolute zin en over de hele keten (dus scope 1, 2 en 3 samen) t.o.v. 2019. De vraag aan de aandeelhouders was of Ahold daarvoor ging zorgen?

Er waren drie andere groepen die een appeltje te schillen hadden met Ahold.

Er waren ca 15 activisten van Animal Equality, die de hele tijd op luide toon ‘Shame on you’ riepen tegen de overkant van de straat.
Er was een handvol mensen van de NGO Migrant Justice uit het Noordoosten van de VS, die werknemers in de zuivel ondersteunen (de VS-supermarkt Hannaford valt onder Ahold). Hun actie heet Milk with Dignity. De groep had een dag later een gesprek op het kantoor van Ahold.


Tenslotte was er de bekende groep BDS, die actie voert ter ondersteuning van de Palestijnen en hier in beeld is omdat Ahold Israëlische landbouwproducten verhandelt die  mogelijk uit de bezette Westelijke Jordaanoever komen.

ABZ De Samenwerking, vestiging Eindhoven, krijgt mogelijk dwangsom

De diervoederfabriek ABZ De Samenwerking (in de volksmond nog steeds ABZ Diervoeding)  heeft van de OmgevingsDienst ZO Brabant (ODZOB) een aanschrijving gekregen dat er een dwangsom dreigt, omdat het bedrijf zijn vergunning fors overtreden heeft. In een brief van het College van B&W aan de gemeenteraad dd 20 december 2024, die uitgegaan is vanwege ‘de gevoeligheden in de omgeving  en de politieke aandacht’, is dit bevestigd. B&W stemmen met de brief van de ODZOB in. Zoals gebruikelijk in het bestuursrecht, krijgt ABZ de kans om een zienswijze in te dienen en om de vergunning te gaan naleven. Het is dus nog niet duidelijk of het tot een dwangsom komt.

De brief van B&W bevat verder geen details.
Het Eindhovens Dagblad, bij monde van Mark Wijdeven, wijdde op 23 december 2024 een artikel aan het onderwerp ( https://krant.ed.nl/titles/eindhovensdagblad/7156/publications/18095/pages/21/articles/2181594/21/2 ). Daarin staan wel details.
ABZ mag in zijn fabriek in Eindhoven jaarlijks 186 miljoen kg diervoer maken en 5616 uur per jaar draaien. Bij een controle op 11 oktober 2024 bleek dat in de voorafgaande 365 dagen het bedrijf bijna 234 miljoen kg veevoer geproduceerd had, in 404 uur meer dan mocht. In de aanschrijving zegt de gemeente dat de grenzen in de vergunning er zijn om de omgeving te beschermen tegen overlast. ‘Wij beoordelen de overtreding als zeer zwaarwegend’, aldus de brief.
Het bedrijf zegt zich van geen kwaad bewust te zijn.

ABZ De Samenwerking heeft bij de provincie een aanvraag liggen voor een productie van 350 miljoen kg per jaar, gedurende 8760 uur per jaar – dat is het hele jaar, 24/7 . Hierover is nog geen beslissing genomen.

Bovengenoemde cijfers zijn door B&W van Eindhoven genoemd als antwoord op vragen van de Eindhovense Partij voor de Dieren dd het voorjaar van 2024. Ze zijn te vinden op https://eindhoven.notubiz.nl/modules/4/Raadsvragen/919200 .

ABZ Diervoeding heeft op meer plaatsen hommeles met de omgeving, bijvoorbeeld ook in Nijkerk (zie o.a. https://www.nijkerkerveen.org/milieuactivisten-projecteren-protesttekst-op-silos-abz-diervoeding/ ) en Markelo (zie o.a. https://www.dorpsraadmarkelo.nl/markelo-laat-je-stem-horen-over-uitbreidingsplannen-abz-diervoeding/ en https://www.gelderlander.nl/lochem/abz-diervoeding-na-markelo-ook-in-eindhoven-in-de-fout-ook-miljoenen-kilos-teveel-voer-gemaakt~a7b5df46/251890534/ )
In Eindhoven was er recentelijk een demonstratie waaraan XR, Milieudefensie Eindhoven en omwonenden deelnamen (zie https://www.bjmgerard.nl/demonstratie-van-xr-en-milieudefensie-eindhoven-naar-abz-de-samenwerking/ ).

In het spoor van de landelijke aanschrijvingsactie van grote bedrijven heeft Milieudefensie Eindhoven ABZ Diervoeding aangeschreven met de eis dat de broeikasgasemissie van de onderneming (opgeteld scope 1,2 en 3 – met name scope 3 is gigantisch) in 2030 bijna gehalveerd moest zijn t.o.v. 2019 ( zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-regio-eindhoven-verzoekt-abz-de-samenwerking-om-klimaatplan/  ). Het moge duidelijk zijn dat Milieudefensie Eindhoven er geheel op tegen is dat in plaats daarvan ABZ De Samenwerking zijn productie in Eindhoven bijna wil verdubbelen.

Wordt ongetwijfeld  vervolgd.

VION:‘Klimp, ga voor krimp!’

Milieudefensie Jong had uitgevogeld dat de nieuwe CEO van VION, mevrouw Tjarda Klimp,  in Boxtel (de grootste varkensslachterij van Nederland) op donderdagmorgen 28 november zou aantreden. Mevrouw Klimp was al CFO van VION.

VION is een van de 29 bedrijven die Milieudefensie in zijn klimaatcampagne aangeschreven heeft. Vooralsnog komt VION er in zijn antwoord op die aanschrijving niet goed af.

Milieudefensie Jong vond dat dit aantreden niet onopgemerkt voorbij kon gaan en dat een kritische verwelkoming gepast was. Daartoe had Milieudefensie Jong een rode loper (het huidige milieuschadelijke beleid symboliserend) en een groene loper (pro een groener, bewuster en milieuvriendelijker beleid ).
Een en ander werd samengevat in de leus ‘Klimp ga voor krimp!
Aanwezige groepen en mensen konden hun opinie op een ansichtkaart zetten.

                                                                                  Tjarda Klimp

Milieudefensie Eindhoven was met een delegatie aanwezig en had op de ansichtkaart gezet ‘Minder ontbossing. Minder veevoer. Minder dode varkens. Minder broeikasgas. Minder stank in Boxtel.”.

Uiteindelijk bleek mevrouw Klimp zich die dag afgemeld te hebben. In plaats daarvan verscheen een sub-opperhoofd op de trap naar het kantoor (welke trap hij niet verliet, dus hij heeft niet over een van de lopers geschreden). Het sub-opperhoofd kwam met een ingestudeerd verhaal dat VION het beste voorhad met het milieu, streefde naar verkleining van zijn footprint en inmiddels een footprint leek te naderen die richting die van vleesvervangers ging. Op vragen kwam geen verdere verduidelijking. Het overtuigde niet iedereen.
Hij nam de voor mevrouw Klimp bestemde brief en ansichtkaarten in ontvangst.

Daarna volgden nog wat speeches vanaf de trap van mensen ui eigen kring, waaronder van Mirjam Bemelmans over de behandeling van arbeidsmigranten bij VION. Bemelmans zit voor PvdA-GroenLinks in de gemeenteraad van Boxtel.

De woordvoerder van VION, luisterend naar Mirjam Bemelmans

Historisch klimaat- en milieu akkoord met Deense landbouw (update)

Het haalde, geheel ten onrechte, nauwelijks de Nederlandse pers, maar men heeft in Denemarken iets gepresteerd waar Nederland op dit moment alleen maar van kan dromen: een breed gedragen akkoord tussen de landelijke en de lokale politiek, de boeren, de industrie, de vakbond van levensmiddelenarbeiders  en de natuurgroepen.  De Denen noemen het historisch en zijn er apetrots op.

Denemarken is niet veel groter dan Nederland en lijkt er in sommige opzichten op. Het land bokst, net als Nederland, met zijn landbouw (ook intensieve veehouderij) boven zijn gewicht als klein land. Grote delen liggen laag en zijn vatbaar voor zeespiegelstijging, en het verleden kent zware overstromingen.

(Deens binnenland achter de Waddenkustfoto bjmgerard)

Denemarken heeft een heel ambitieus klimaatbeleid (70% minder binnenlands  broeikasgas in 2030 dan in 1990). Tot eind 2023 had de landbouw als geheel, al ruim tien jaar lang, geen poot uitgestoken om deze ambitie te steunen, terwijl het toch de grootste broeikasgasuitstoter van Denemarken is. Dat bracht het ‘tripartite’ overleg op gang. En toen men toch begon aan de verbouwing van Denemarken, werden ook andere probleemdossiers meegenomen zoals de stikstof, de natuur inclusief de veengebieden, de waterkwaliteit en de drinkwaterbeschikbaarheid.

Er zijn een enkele informatieve  links:


De meest in het ook springende maatregel (maar naar mijn mening niet de meest vèrgaande) is dat er vanaf 2030 een belasting geheven gaat worden op de broeikasgasemissies van vee. Die start met een effectief bedrag van 120 Deense Kroon (DKK) per ton CO2,eq  en dat loopt op naar 300 DKK per ton CO2,eq  in 2025. Vee stoot veel methaan uit, vandaar de ‘scheetbelasting’ van BBC News.

Dit is de eerste broeikasgasbelasting op vee in de hele wereld.

Doe dd dit artikel ongeveer 8 DKK in een Euro.

Dit zijn de belangrijkste bepalingen in het pakket;

  • Reducties in broeikasgasemissies van 1,8 miljoen ton CO2,eq in 2030 – en het potentieel voor maximaal 2,6 miljoen ton.
  • Een CO2,eq -belastingop emissies van vee. Een belasting van DKK 300 per ton CO2,eq  zal worden ingevoerd in 2030, oplopend tot DKK 750 per ton CO2,eq  in 2035 met een basisaftrek van 60%. De effectieve belasting zal dus DKK 120 per ton bedragen in 2030, oplopend tot DKK 300 per ton in 2035.
  • Teruggave van de opbrengst aan de industrie: De opbrengst van de veetaks in 2030-31 zal worden teruggegeven als een Transition Support Pool voor overgangssteun om de groene overgang van de industrie te ondersteunen.
  • De behandeling van de opbrengsten zal in 2032 opnieuw worden bekeken.
  • Oprichting van het Danish Green Area Fund, dat activiteiten zal omvatten voor in totaal ongeveer 40 miljard Deense kronen. Uit dat gebiedsfonds  moeten de bebossing, de aanleg van wetlands en en de aankoop van land betaald worden.
  • Aanleg van 250.000 hectare bos (overeenkomend met een gebied ter grootte van Lolland-Falster en Bornholm).
  • Braaklegging van 140.000 hectare koolstofrijke laaglandgrond (daaronder valt veengrond), inclusief marginale gebieden.
  • Een doelstelling van ten minste 20 procent beschermde natuur. De aanleg van 80.000 hectare ongerept particulier bos, 20.000 hectare staatsbos en het buiten gebruik stellen van laaglandgronden zal de hoeveelheid beschermde natuur aanzienlijk vergroten.
  • Een subsidieregeling van iets meer dan DKK 10 miljard tot 2045 voor de opslag van biochar (iets wat lijkt op houtskool) geproduceerd door pyrolyse.
  • Paradigmaverschuiving in de stikstofinspanning (een kwart, 13780 ton per jaar minder), waarbij gewijzigd landgebruik de belangrijkste drijvende kracht is achter het behalen van de doelen van de EU Kaderrichtlijn Water. Er moet daarnaast onder andere minder kunstmest gebruikt worden.
    Het officiële persbericht spreekt van ‘radicale heroverweging van de manier waarop het Deense land wordt beheerd’.
  • Heffing van 45 miljoen DKK per jaar voor slachthuizen met ingang van 2029 en toewijzing van een pool voor bijscholing van in totaal 100 miljoen DKK over de periode 2027-30.

Onder het pakket ligt de gedachte dat er uiteindelijk een duurzame, efficiëntere hightech-landbouw overblijft, met goede banen.

Deense Noordzeekust bij Agger, een smalle duinreep tussen de zee links en een meer rechts, mogelijk aangelegd na een overstroming (foto bjmgerard)

De Novo Nordisk Stichting zal in 10 jaar tijd 10 miljard DKK in het proces inbrengen.
De publiek-private samenwerking zit in de Deense cultuur (even een zijsprong: dat is een belangrijke reden waarom het Deense statiegeldsysteem zo goed werkt).
De Novo Nordisk is een onafhankelijke stichting die enerzijds wetenschappelijke, humanitaire en sociale doelen steunt, en anderzijds (via een tussenstation) geld binnenkrijgt uit aandelen in bedrijven – waaronder de farmaciereus Novo Nordisk (insuline, Wegovy, Ozempic). Men kan het zich op de website laten uitleggen onder de TAB Who are we?

Ik wil tot slot mijn lezers volgend citaat van de Deense minister van Buitenlandse Zaken, Lars Løkke Rasmussen, niet onthouden (in The Copenhagen Post van 18 nov 2024) “When you see across Europe that tractor tires are being burnt in the capitals and climate activists are sticking to the motorways, it is great to be in a country where the parties are brought together, and we are doing the biggest overhaul of the Danish landscape since Dalgas,
Dalgas richtte in de tweede helft van de 20ste eeuw in Jutland de Deense Heidemaatschappij op, die een grote rol speelde in de grote uitbreiding van het landbouwareaal tot wat nu een van de meest agrarisch bestemde landen van de wereld is.

Salling Sund vanaf het eiland Mors (foto bjmgerard)

Update: gelijktijdig met dit artikel schreef Hannah van der Korput in het blad Change ook een artikel over het Deense landbouwplan. Het heeft dezelfde teneur als mijn artikel. Het is te vinden op change.inc/denemarken-doet-wat-ons-niet-lukte-en-presenteert-ambitieus-landbouwakkoord .

Het artikel in Change koppelt door naar andere sites, waaronder die van de NOS van 18 nov 2024 op https://nos.nl/artikel/2544968-landbouwakkoord-in-denemarken-15-procent-van-de-landbouwgrond-wordt-bos .
Met name dit NOS-artikel geeft nadere informatie.

Hoge voedselprijzen hielpen Trump aan zijn overwinning. En de klimaatcrisis maakt dat erger.

In The Guardian van 13 november 2024 publiceerde de econoom James Meadway het commentaar “Soaring grocery prices helped Trump to victory. The climate crisis is only going to make this worse.”. Het is te vinden op theguardian.com/grocery-prices-donald-trump-climate-crisis-olive-oil-butter-extreme-weather-cost-of-living .

Meadway betoogt dat  (a) grote toenames van de kosten van levensonderhoud politieke gevolgen hebben en (b) dat het klimaat niet de enige, maar wel een belangrijke medeoorzaak voor die toenames is. In zijn commentaar wordt ter nadere onderbouwing doorgelinkt naar diverse bronnen.

In de VS meldde driekwart van de Trumpstemmers dat ze (ernstig) in de financiële penarie zaten vanwege de prijsstijgingen van voedsel en energie (van de Harris-stemmers zei maar een kwart dat). Macro deed de economie het prima, volgens de Democraten, maar het Bruto Nationaal Product kun je niet eten.
In de inflatiecijfers zitten ook vliegreizen en flat screens, maar heel veel Amerikanen komen daar überhaupt niet aan toe.

Modri verloor in India zijn absolute meerderheid nadat het inflatiecijfer voor voedsel maandenlang 8% was, en de rijstprijs het hoogste niveau in tien jaar bereikte (zelfs de export werd opgeschort)

De Japanse LDP verloor zijn langdurige meerderheid nadat de rijstprijs in het voorafgaande jaar met 63% gestegen was.

Het klimaat is medeveroorzaker van de prijsstijgingen. Meadway noemt er een stel:

  • Boter is meer dan 80% duurder geworden in Europa vanwege het blauwtongvirus, dat op zijn beurt via de verspreiding van de knoetjes gekoppeld is aan het opwarmend klimaat ( https://www.bjmgerard.nl/blauwtong-is-een-klimaatziekte/ ).
  • Langdurige stortbuien in Europa hebben de oogst beschadigd,  wat er volgens de FAO toe leidde dat in oktober 2024 de voedselprijzen hoger waren dan ze in de voorafgaande anderhalf jaar geweest waren.
  • Olijfolie werd in de Britse supermarkten in de laatste twee jaar bijna dubbel zo duur en dat is een rechtstreeks gevolg van droogte en extreme warmte in het Middellandse Zee-gebied. In Spanje is de prijs van olijfolie in vier jaar tijd bijna verdrievoudigd.

In een nevenartikel verwijst de Guardian naar een artikel van 09 maart 2024, waarin gemeld werd dat olijfolie in Spanje (de grootste producent van het artikel ter wereld) in die tijd het meest gejatte artikel in winkels was. De winkeliers hadden de vijf liter-flessen vastgeketend aan de schappen.
Zelfs internationale bendes hadden de illegale handel en het illegale gesjoemel met het ‘vloeibare goud’ ontdekt. 
Zie www.theguardian.com/world/2024/mar/09/olive-oil-becomes-most-wanted-item-for-shoplifters-in-spain  .

Meadway beweert niet dat het klimaat annex het weer de enige oorzaak van de prijsstijging is. Hij wijst erop dat in de periode 2020-2022 vijf grote agrarische ondernemingen 70% van de wereldhandel domineerde, en dat er (volgens Oxfam) in die tijd 62 voedselmiljardairs bij waren gekomen.

Evenmin beweert Meadway dat er niets tegen de prijsstijgingen te doen is.
Wat niet tegen de voedselinflatie helpt, zegt hij, is om de rente te laten stijgen. Daar gaan de olijven in Soanje of de cacaobonen in Ghana niet harder door groeien.
Hij noemt drie maatregelen die wel helpen:

  • Een vermogensbelasting op de nieuwe rijken en het vrijgekomen geld in de sector  herinvesteren
  • Doelgerichte prijscontroles en buffervoorraden . De Spaanse regering wordt hier als voorbeeld genoemd (dit voorbeeld betreft energiezaken), alsmede het werk van Isabelle Weber ( recommended by economist Isabella Weber )
  • Op de lange termijn herinrichting van het landbouw- en handelssysteem , dat meer op veerkracht gebouwd moet worden en minder op winst.

James Meadway is een Britse econoom die in de links-socialistische hoek thuishoort.
Hij werkt mee aan de denktank https://progressiveeconomyforum.com/ en heeft een blog op https://www.patreon.com/macrodose waar je lid van kunt worden.

Demonstratie van XR en Milieudefensie Eindhoven naar ABZ De Samenwerking

De demonstratie in de Eindhovense binnenstad

Milieudefensie Eindhoven heeft, volgens het stramien van de landelijke bedrijvencampagne, een handvol bedrijven aangeschreven in de regio dat ze een klimaatplan moesten maken waarin in 2030 45% minder broeikasgas uitgestoren zal wordem als in 2019, gerekend over scope1 (het eigen functioneren), scope2 (de ingekochte gas, stroom en warmte) en scope 3 (de hele keten voor en achter het bedrijf). Een van de aangeschreven bedrijven is ABZ De Samenwerking, meestal nog aangeduid onder de oude naam ABZ Diervoeders. Zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-regio-eindhoven-verzoekt-abz-de-samenwerking-om-klimaatplan/ .
De crux bij ABZ Diervoeders zit in scope 3 upstream, het gigantische klimaatbederf o.a. door ontbossing, degradatie van veenbodems, en sojateelt.
Op de brief van 31 maart 2024 is nog steeds geen antwoord ontvangen.

Extinction Rebellion (XR) Eindhoven was zich, onafhankelijk van Milieudefensie Eindhoven, ook gaan interesseren voor ABZ De Samenwerking. De redenering vertrok vanuit de ontbossing en de soja, benoemde ook de gevolgen voor de inheemse bevolking, benoemde het dierenleed van de intensieve veehouderij, en besteedde ook aandacht aan stankoverlast door ABZ De Samenwerking in de omgeving.
Dat vond XR een demonstratie waard, en dat met reden. XR wilde een brief aanbieden aan de directeur van het bedrijf.
De brief is hieronder te vinden (Marcel Roordink is de directeur).


Omdat XR en Milieudefensie Eindhoven hetzelfde wilden in andere bewoordingen, zijn de twee organisaties bij de demonstratie gaan samenwerken onder de XR-leus “Voer voor verandering”. Dat was op vrijdag 08 november 2024 overdag. XR verdient hier de meeste credits voor de organisatie.
Eerst een toespraak van XR-aanvoerder ‘Bitflip’ vanaf een bankje, en daarna werd het een klassieke, keurige wandeltocht onder vriendelijke politiebegeleiding van het 18 Septemberplein naar de poort van het bedrijf aan de Hastelweg.  

Die poort zat potdicht en de directeur liet zich niet zien. Toen heeft XR de brief maar op de spijlen van de poort geplakt.

Bij de poort nog drie toespraken:

  • Een van mij namens Milieudefensie Eindhoven, om de Milieudefensie-insteek uitte leggen. Ik vond de plannen  van ABZ De Samenwerking schaars, onduidelijken daardoor oncontroleerbaar. Zo op het oog doet ABZ De Samenwerking er beter aan de productie te halveren, in plaats van de voorgenomen verdubbeling
    De tekst van dit verhaal is hieronder te vinden.
  • Een van een mevrouw van de buurtorganisatie van de aanliggende woonwijk ’t Ven, over de negatieve uitstraling van het bedrijf en van meer bedrijven op De Hurk
  • En een felle afsluitende redevoering van iemand namens XR

Ik (rode jas met microfoon) bij het verhaal van Milieudefensie

Een dag later zei directeur Roordink van ABZ De Samenwerking dat hij “totaal niet gediend was van het optreden van de demonstranten”. Hij vond het “totaal ongepast om op een productielocatie actie te voeren. Ga onze mensen niet op een werkdag lastig vallen”.
Beetje wereldvreemd. Acties op productielocaties zijn bepaald geen onbekend fenomeen, en er viel geen werknemer te zien achter de poort (behalve twee beveiligers die niets te doen hadden.
En waarom Roordink vanaf zijn productielocatie wel de omgeving mocht lastig vallen met stank, werd ook niet uitgelegd.

Maar goed. Ongetwijfeld is met deze demonstratie het laatste woord nog niet gezegd.

Update dd 15 nov 2024

Zuurwolken en ballistische machine-onderdelen
Kort  na de demonstratie bereikte ons via XR een bericht uit de Amersfoortse Krant (uit de Algemeen Dagblad-stal) van 28 juni 2024 over de vestiging van ABZ De Samenwerking in Nijkerk (waar ook het hoofdkantoor zit). Zie diervoederbedrijf-sleept-nijkerk-voor-de-rechter-om-statushouders-we-zijn-nou-eenmaal-gevaarlijk .

De gemeente Nijkerk wil tegenover ABZ De Samenwerking, aan de andere kant van de Arkervaart, tijdelijk 40 statushouders huisvesten. ABZ DeSamenwerking ziet dat niet zitten.

De gemeente kán daar geen gezonde leefomgeving garanderen. Er is geuroverlast, geluidsoverlast. We zijn een categorie 4.1-bedrijf. Dat wil zeggen dat er in een cirkel van 200 meter geen bewoning mag plaatsvinden.” Zo pakten directeur Roordink en zijn advocaat uit bij de rechter “Aan de overkant staat onze machinetoren. Als daar iets misgaat, kunnen machineonderdelen honderden meters ver weg worden geslingerd. We werken met zuur; wat als er een zuurwolk ontstaat? We zijn nou eenmaal een gevaarlijk bedrijf.
De rechter was niet onder de indruk en gaf de gemeente gelijk.

Milieudefensie heeft het bericht meteen maar doorgestuurd naar de bewonersorganisatie van de Eindhovense wijk ’t Ven. Kregen we onderstaand kaartje terug met de 200 meter-cirkel rond de toren van ABZ De Samenwerking..

Wat ‘honderden’ precies betekent, en hoever een zuurwolk reikt, werd in het krantenartikel niet gespecificeerd.

PS van NBrabant willen onderzoek naar verbod op landbouwgif

Het provinciebestuur (GS, Gedeputeerde Staten) moeten va Provinciale Staten onderzoeken of een verbod op bestrijdingsmiddelen uit de intensieve landbouw mogelijk is. De Socialistische Partij (SP) in de provincie had dat voorgesteld bij monde van woordvoerder Irma Koopman.

Rode leliekever

Aldus de Omroep Brabant op https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4585712/provinciale-staten-willen-onderzoek-naar-verbod-op-landbouwgif .

Het staat niet vast dat zo’n algemeen provinciaal verbod er gaat komen.
Maar het zou misschien wel mogelijk zijn dat er een partieel verbod komt: bij woonwijken, natuurgebioeden, zwemwater en waterwingebieden.

Begin komend jaar komt gedeputeerde Marc Oudenhoven (Lokaal Brabant) van Agrarische Ontwikkeling met een ‘Actieplan bestrijdingsmiddelen’. Daaruit moet duidelijk worden hoe de provincie het gebruik van bestrijdingsmiddelen terug wil dringen. Een verbod op specifieke middelen is daarbij een optie.