Ik organiseer als vrijwilliger oefenwedstrijden voor Unitas’59, de grootste Eindhovense amateurvereniging met onwaarschijnlijk veel jeugdteams (en in het bezit van één kunstgrasveld). Ik ben daarom lid van de KNVB en ik krijg tegenwoordig met enige regelmaat columns binnen van Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal van de KNVB. Die schrijft over het algemeen trouwens verstandige taal.
De column die ik op 04 september 2018 binnenkreeg, past in de thematiek van deze site. Hij gaat namelijk over de langdurige droogte en de gevolgen daarvan voor de velden, en de gevolgen daar weer van voor de competitie.”In een aantal regio’s zakt het grondwaterpeil zo snel, dat het verboden is om te sproeien en iedere dag kondigen er wel een paar gemeenten aan, dat er vanwege de droogte niet meer gevoetbald mag worden. Op de velden waar men wel kan beregenen, probeert een leger vrijwilligers in de nachtelijke uren de schade zo beperkt mogelijk te houden en de velden van water te voorzien. Gemeenten die de beregening van hun accommodatie aan clubs overlaten, blijken hen te weinig haspels en water te verstrekken.” schrijft Van der Zee.
Door die enorme inzet en omdat de clubs zich uiterst flexibel opstellen, hoeft de competitie niet in zijn geheel te worden uitgesteld, meldt de column.
Verder wordt geobserveerd dat de grasvelden op het platteland er beter bij liggen dan in de stedelijke gebieden. Het Urban Heat Effect?
Eind augustus mailt Patrick Balemans, grasspecialist en accommodatie-adviseur bij de KNVB, “ … pleit voor bewustwording van de gevolgen van de klimaatverandering voor het voetbal en legt mij uit, dat wetenschappers voor de komende vier jaar nog meer ongewone warmte voorspellen, extreme koude en heftige regenbuien. Die ontwikkeling vergt specialistische kennis en een andere benadering van het onderhoud aan de velden. Daarnaast is versneld onderzoek nodig naar een mix van kunst- en natuurgrasvelden. Want één ding is zeker; het weer hebben we niet in de hand, maar we kunnen er wel op voorbereid zijn.”.
Mijn partner en ik maken altijd trektochten per fiets in de vakantie. In augustus 2017 zijn we in een aantal etappes van Dresden naar Paderborn gefietst, langs al die oude cultuursteden in dat gebied.
Dresden heeft 300 veelbewogen jaren achter de rug. August der Stärke voerde een avonturistische en militaristische buitenlandse politiek, met meer geld en passie dan met verstand, maar hij bouwde Dresden tot een prachtige stad (daar had hij meer verstand van). Driehonderd jaar geleden vonden een geleerde en een alchemist er het porselein uit, het ‘witte goud’ – en technische keramiek is nog steeds researchonderwerp. En Dresden is weer een high tech – stad.
In 1945 werd die prachtige stad geheel in puin gegooid, en daarna voor een groot deel weer opgebouwd. Velen vinden dat een oorlogsmisdaad en ook in Groot-Britannie leidde het eigen bombardement tot discussies. Het was in elk geval het laatste tapijtbombardement van WO II.
En dan te bedenken dat wat in 1945 nog meerdere aanvalsgolven vroeg met honderden bommenwerpers, tegenwoordig met één klein kernwapen gerealiseerd kan worden.
De stad is nu weer prachtig, als je de bijna patserig getoonde macht en rijkdom van vroeger (met name in de Fürstenzug en het Residenzschloss) uit je gedachten bant.
De oude DDR is nu een complex mengsel van mooi en lelijk. Lelijk is bijvoorbeeld dat in Dresden de Pegida uitgevonden is, een afkorting van een lange Duitse term dat ze iets tegen islamieten hebben. En dat in het nabij gelegen Chemnitz neonazi’s op buitenlanderklopjacht gaan.
De haatzaaierij van extreem-rechts staat me niet aan, en de internationale situatie die aan deze haatzaaierij een voedingsbodem biedt nog veel minder. Af en toe verbeeld ik mij dat in de mand, waarin de dogs of war liggen te slapen, een oog langzaam opengaat wat er allemaal nu weer gebeurt. In ons deel van de wereld dan, elders zijn ze al wakker.
Het leek mij gepast om op deze site drie afbeeldingen van de Frauenkirche in Dresden te laten zien. Dit voor het geval er weer mensen opstaan die een oorlog in Europa een goed idee vinden.
De eerste zoals de kerk en zijn omgeving er uit zag in 1750, op een schilderij van Canaletto.
De tweede zoals de kerk eruit zag van 1945 tot begin jaren ’90 (onbekende fotograaf)
De derde zoals de kerk er nu uitziet. De kerk is na de val van De Muur in oude luister hersteld (eigen foto).
Het is normaliter niet mijn thematiek in deze blog, dwangarbeid van katholieke meisjes bij katholieke nonnen ten gunste van katholieke klanten. Het is een schandaal en de vrouwen in kwestie moeten alsnog een fatsoenlijke tegemoetkoming krijgen, en excuses.
Verder weet ik er niet meer van dan in de krant gestaan heeft, en dat is veel (oa vier volle pagina’s in de NRC). Daarom heeft mijn mening geen meerwaarde en ga ik er verder geen verhaal van maken.
Het voormalig klooster van de Zusters van de Goede Herder in Zoeterwoude in 1975 (foto van Erfgoedhuis Zuid-Holland), nu rustend in het Regionaal Archief Leiden)
Ik schrijf echter tussendoor wel eens een reisverhaal, en op deze site staat er een over een vergelijkbare zaak in Ierland. Men vond in Tuam in het Westen van Ierland een voormalige septic tank met de stoffelijke resten van heel veel kinderen van meisjes en vrouwen, die daar na een vermeende misstap terecht waren gekomen en voor (in dit geval) de zusters Bon Secours dwangarbeid moesten verrichten (meestal bekend als de Magdalena Laundries).
Mijn vrouw en ik hebben veel in Ierland gefietst en kwamen toevallig in Tuam terecht toen de vondst net gedaan was. Zie mijn verhaal De nonnen van Tuam.
Officieel onderzoek heeft bevestigd dat het zo gegaan is als in het verhaal geschetst, en dat het om bijna 800 kinderen gaat.
De Ierse premier Kenny heeft in 2017 namens Ierland zijn excuus aangeboden.
De Ieren zijn er nu vooral mee bezig om de dump alsnog tot een nette begrafenis om te bouwen. Indien mogelijk moeten de stoffelijke resten geidentificeerd worden, waardig begraven worden en van een monument voorzien.
ik heb inmiddels zoveel tentamens gehaald dat ik, mede vanwege een aantal vrijstellingen op basis van een eerdere academische studie Theoretische Natuurkunde, aan het verplichte deel van mijn bachelor voldoe.
Dat impliceert ook dat ik inmiddels mijn propaideuse gehaald heb.
Het enige dat ik nu nog doen moet, is mijn afstudeeropdracht schrijven. Ik heb daar al wel een idee voor in mijn hoofd, maar dat is nog geen besluit. Eenieder die een idee heeft dat zich leent voor een bachelor-afstudeerscriptie milieukunde, kan mij dat meedelen. Ik beloof niets, maar ik zal erover nadenken.
Even een inleiding Mijn jongste zoon Hans en zijn vriendin Katja runden vroeger een restaurant in Monpazier in de Dordogne. (Zie Terug van een weekje weg ). Dat hebben ze een paar jaar met groot succes gedaan, maar het campingwezen trok hun meer en nu zijn ze beheerder van de camping RCN la Ferme du Latois. Die ligt in de westfranse Vendée, ergens halverwege Nantes en La Rochelle en iets ten zuiden van Coëx, een dikke tien kilometer van zee in een badplaatsengebied. Je kunt met de TGV tot La Roche sur Yon komen, met als voornaamste bezienswaardigheid een stenen Napoleon op een stenen paard in het park.
RCN hoort bij de Nederlandse Gereformeerde kerken, maar is commercieel sinds enige tijd Vrijgemaakt. De winst gaat naar goede doelen. Zie www.rcn.nl/nl/home .
La Ferme du Latois is een mooie, ruime camping, goed sanitair, zwembad, visvijvers, alles schoon en netjes, en ze hebben mooie huisjes en fietsverhuur. We hebben het er een week goed kunnen uithouden.
Je kunt er fatsoenlijk eten, maar als je echt goed wilt eten, moet je naar Coëx.
Aanbevolen.
De omgebouwde schuur en de zwaluwen Het was een Ferme en dus is het bedrijfsgebouw een omgebouwde schuur met oude balken. Die heeft een soort overdekte entree met een vlieggat en de zwaluwen vinden dat fantastisch. Het vliegt af en aan en tsjilpt en kwettert en nestelt en verslindt vliegen en muggen dat het een lieve lust is.
Helaas schijten ze de boel ook onder en in een ruimte waar de receptie, het restaurant en de bar op uitkomen is dat niet zo praktisch. Onze Hans dus denken hoe de bezoekers te beschermen tegen de schijtende beschermde boerenzwaluwen waar hij verder geen hekel aan heeft.
Een plankje onder de nesten heeft geen zin, want dan gaan ze vervolgens op dat plankje nestelen en dan schijten ze vervolgens weer over de rand.
De anti-zwaluwpoep parasollen
Toen heeft hij het maar zó opgelost. Onder elk nest een parasol. Tegen zwaluwen die schijten tijdens het vliegen helpt sowieso niets, maar als ze over de nestrand schijten helpt het wel.
Het lijkt wel kunst en er is vast geen enkele camping met een dergelijke maatregel tegen zwaluwpoepbombardementen.
Ik ben op 25 augustus 70 jaar geworden, maar een feestje kwam toen slecht uit. We waren net van fietsen in Duitsland terug.
Uiteindelijk werd het 28 okt 2017 in het zaaltje van Wijkcentrum Unitas aan de Vlokhovenseweg (van de vroegere parochie). Willemieke had erg haar best gedaan en cateraar Kuijten ook.
Het buffet (28 okt 2017 – 70ste verjaardag)
Er was familie en bekenden uit de politiek en mijn actiegroepen. Hans-Martin Don hield een geïmproviseerde toespraak, onder andere over de techniek om in de pauze van een vergadering te slapen. Dat lukte mij altijd goed, in de vergadering zelf overigens ook wel eens. Ik leefde in mijn gemeenteraadstijd soms op het randje.
Aanwezigen bij mijn 70ste verjaardag – 28okt2017
En zo zie ik er nu uit. Kan er nog mee door op mijn 70ste.
Ik bij het feestje van mijn 70ste verjaardag.
De vraag was om als cadeau een gift over te maken naar het Rode Kruis of Artsen zonder Grenzen. Dat heeft ongetwijfeld die organisaties financieel goed gedaan. Daarnaast kreeg ik toch nog bloemen en een sloot Belgisch bier. Daar hou ik van en met de voorraad kan ik een hele tijd vooruit.
Er bestaan verhalen die zich gedurende eeuwen of zelfs de millennia handhaven. Een enkel verhaal gaat zelfs terug tot de laatste ijstijd ( zie De evolutie van mythes). Blijkbaar raken ze aan fundamentele emoties.
Maar er ontstaan ook nieuwe verhalen, zoals de Elisabeth-legende. Die komt uit de Duitse deelstaat Thüringen en dateert uit het eerste kwart van de 13de eeuw.
Ik begin erover omdat we deze zomervakantie een flinke fietsvakantie gehad hebben, die onder meer door Thüringen voerde, langs de betreffende kastelen en over de bijbehorende brug. Het verhaal maakt deel uit van de lokale cultuur en de informatieborden staan langs de weg. Ondanks dat het verhaal zich al snel ontwikkeld heeft tot een heiligenleven, is het toch een ijzersterk verhaal. Het is zogezegd een volksheilige geworden. Wikipedia heeft informatie op https://nl.wikipedia.org/wiki/Elisabeth_van_Thüringen .
Informatiebord bij de Werra-brug in Creuzburg
Elisabeth was een in 1207 geboren Hongaarse prinses. Op vierjarige leeftijd werd ze voorbestemd voor een huwelijk met wat later Ludwig IV van Thüringen werd en alvast in diens ouderlijk huis ondergebracht. Om te wennen, zullen we maar zeggen. In 1221 (dus toen het kind 13 of 14 was) trouwde ze met genoemde Ludwig.
Het paar woonde op de Wartburg bij Eisenach en had een buitenhuis in de vorm van kasteel Creuzburg. Het lokale chauvinisme wil dat ze daar liever woonde, maar dat valt niet te bewijzen.
Wikipedia meent te weten dat het huwelijk zeer gelukkig was en in elk geval kregen ze twee dochters en een zoon. Ludwig was zo blij met zijn zoon, dat hij als cadeautje een brug over de Werra bouwde en die brug ligt er, na reparatie van de oorlogsschade, nog steeds. De Radweg van Eisenach naar Kassel gaat er over heen. (De Werra is een flinke toeleverende zijrivier van de Weser.)
De brug over de Werra bij Creuzburg
Men benoemt wel eens dat in sommige Islamitische landen achterlijke gebruiken bestaan t.a.v. het uithuwelijken van meisjes aan onwaar-
schijnlijke partners en dat niet geheel zonder reden, maar dit verhaal gaat dus echt over uiterst christelijke vorstenhuizen achthonderd jaar geleden. Wie bijvoorbeeld wel eens naar schilderijen van Velazquez gekeken heeft en een beetje rekent op basis van het onderschrift, komt erop uit dat meisjeshuwelijken op 13- tot 14-jarige leeftijd zeker geen uitzondering waren. Deze politieke pedofilie was een integraal deel van het instrumentarium in de toenmalige geopolitiek.
Dit terzijde.
De Creuzburg bij de gelijknamige plaats
Elizabeth was een sociaal bewogen type en begon bij de hongersnood in 1226 vanuit het kasteel haar eigen voedselbank. Dit tot ongenoegen van haar Ludwig, maar de Here beschermde haar tegen de argwanende blikken van haar echtgenoot met een heus wonder.
In 1227 ging manlief op kruistocht, maar hij stierf helaas onderweg aan de pest.
Waarop de liefhebbende schoonfamilie de weduwe al snel voor de keus stelde of om met de broer van de overledene te trouwen, of om op te rotten. Elisabeth verdomde die verbintenis en stond inderdaad daarna zonder kindjes, zonder bezit en zonder huis op straat. Wij spreken hier over een christelijk vorstenhuis.
Door toedoen van de paus kreeg ze alsnog een financiele compensatie en kasteel Marburg om te wonen.
In 1229 trad ze toe tot de 3de Orde van Franciscus en ging voor de rest van haar leven, naar verluidt met grote inzet, ouderen en zieken verplegen in een door haarzelf gebouwd ziekenhuis. Dat leven duurde niet lang meer, want ze stierf in 1231 (op 24-jarige leeftijd) aan TBC.
Sindsdien zijn honderden ziekenhuizen in Europa, waaronder bijvoorbeeld het Elisabethziekenhuis in Tilburg, genoemd naar de landgravin van Thüringen, en is ze de patroonheilige van een gevarieerde verzameling zorgbehoevende en kansarme doelgroepen.
Na haar dood was het gesol niet afgelopen. Ze werd in een noodvaart, mede vanwege de politieke wenselijkheid, heilig verklaard en de Duitse Orde nam het hospitaal over, sloopte het en zette er een aan de verse heilige gewijde kerk op. Het verzorgende werk werd een tijdje later in een naburig pand voortgezet. Zie ook https://de.wikipedia.org/wiki/Elisabeth-Hospital_(Marburg) .
De Duitse Orde stond er daarnaast ook om bekend dat zij op uiterst indringende wijze de heidenen wilde bekeren, voor welke taak zij beloond werd met omvangrijk grondbezit in de op die heidenen veroverde landen. Naast Palestina, dat toen voor de strijd tegen de andersgelovigen al een aflopende zaak was, bevonden die heidenen zich in grote getale in de Slavische en Baltische regionen. Daaronder de toen nog zeer heidense Pruzzen.
De heiligheid van Elisabeth droeg bij aan het prestige en Konrad, de zwager van Elisabeth waar ze dus niet mee had willen trouwen, werd grootmeester bij de Duitse Orde. Zo was de cirkel rond, maar dan wel een halve slag gedraaid.
De Wartburg bij Eisenach. De burcht heeft militair nooit enige noodzaak gehad, maar heeft de wereld veel verhalen geschonken, o.a. over Elisabeth en over Luther, die er de Duitse bijbelvertaling schreef en daarbij (volgens een andere legende) de duivel met een pot inkt bekogelde
Mooie stad
Al die oude Hanzesteden hebben iets aparts. Qua stedeschoon springen ze er altijd positief uit.
Van de Hanzesteden, die wij bezocht hebben, vind ik Lübeck en Gdańsk ex aequo de mooiste, met Stralsund als goede derde en daarna een heleboel kleinere steden die allemaal nog steeds iets aparts hebben.
Gdańsk is nu een uitzonderlijk mooie en levendige stad. Op een bepaalde manier is het de meest onpoolse stad van de Poolse steden. De stad wekt een kosmopolitische indruk en lijkt qua uitstraling wel op Amsterdam. Dat is geen toeval, want er hebben veel Amsterdamse en Antwerpse architecten gewerkt.
Als je ergens barnsteen wilt kopen, moet je in Gdańsk zijn. Die wordt op allerlei plaatsen op straat in allerlei formaten en zettingen aangeboden. Deze nijverheid is in Gdańsk eeuwen oud.
Er is ook een barnsteenmuseum, maar dat vind ik zelf foeilelijk.
Barnsteen (foto MTN Giethoorn)
Geschiedenis
De stad is heel lang Duits geweest (en protestant), is lang zelfstandig geweest en had toen een tolerant standpunt tegenover godsdiensten en minderheden en werd daarmee een van de rijkste en machtigste steden van Europa, heeft onder de Volkenbond-toezicht gestaan (wat de nazi’s niet weerhield om al in 1934 de macht over te nemen).
Er lag in prehistorische tijden een haven, en de voorloper van de naam Gdańsk staat al in 997 op schrift.
En, de Tweede Wereldoorlog begon er. Er ligt een oude begroeide zandbank, de Westerplatte, waar een militair versterkt Pools douanekantoor stond. Dat was een van de weinige plaatsen waar Polen iets te vertellen had in het toenmalige Danzig. De eerste schoten in wat daarna formeel WOII werd, werden door een Duits slagschip afgevuurd op de Westerplatte.
Begin 1945 zat de stad vol met honderdduizenden vluchtelingen, en na de oorlog was Gdańsk een complete ravage. Bijna alles, wat je ziet, is herbouw-oud. Zeer geslaagd, dat wel.
De rampen uit het recente verleden zijn niet langer zichtbaar (behalve waar de Polen dat willen) en nu is Gdańsk weer een gezellige, drukke en rijk uitziende stad.
De haven
Beelden uit de haven van Gdansk
Symbolen
Je kunt met een boot vanaf het oude centrum door de havens varen naar de Westerplatte. Voor Polen is dat een soort pelgrimstocht. Na de beschieting in 1939 ontstond er een ongelijk gevecht, waarin iets meer dan 200 Polen het een week uithielden tegen 1400 Wehrmachtsoldaten. Het gebied is nu museaal ingericht en daartoe heeft men de gebouwen zo laten staan als ze er na de strijd uitzagen. Decentrale bunker ligt er dus nog met de schade door de Stuka-bom er nog in.
Het Westerplatte-monument. Het woord “westerplatte” is overigens de enige Duitstalige plaatsaanduiding die je nog in Gdansk zult tegenkomen.
Ik mis de kennis om een doorwrochte analyse te kunnen schrijven van het Poolse nationalisme. Het is allemaal een beetje dubbel. Ik kom niet verder dan een leken-verhaal.
Enerzijds kan ik mij goed voorstellen dat er bij de Polen behoefte is aan een nationale identiteit. Het land heeft een veelbewogen geschiedenis en er waren tijdperken dat het überhaupt niet meer als land bestond. Het was aan stukken gescheurd en die waren opgevreten door de buren. Poolse bestuurlijke onkunde was daaraan overigens mede debet. Niet voor niets kennen wij de uitdrukking dat een chaotische vergadering op een “Poolse landdag” lijkt. Nationale gevoelens en bijbehorende symbolen als de Westerplatte vind ik in deze context in principe normaal. Wij hebben ze in Nederland rond 4 en 5 mei ook, alleen zijn de Polen wat martialer.
De huidige authoritair-rechtse regering echter, die zijn stempel drukt op de krantenkoppen in Europa, trekt het nationalisme buiten de grenzen van het aanvaardbare. De regering cultiveert angst voor en woede tegen van alles en nog wat. Duitsland is niet te vertrouwen en dus de EU ook niet, Poetin stapt, als je even niet oplet, zomaar weer de Poolse grens over en een handvol Islamitische vluchtelingen bedreigen de eigenheid van het massaal katholieke Polen. Aan begrijpelijk nationalisme wordt onbegrijpelijk nationalisme toegevoegd. Ik vind het raar, maar gelukkig vinden heel veel Polen het ook raar.
Beelden in en rond het Solidarnosc-museum
Hetzelfde dubbele gevoel bekruipt mij als ik in het Solidarność – museum rondloop. Gdańsk is vol symbolen en het museum voor de arbeiders- en intellectuelenstrijd, die zijn sterkste ontwikkeling kende in Gdańsk en Gdynia, is ook zo’n symbool.
Enerzijds gaat het om een langdurige traditie van authentiek verzet. Polen had zijn redenen om zich bekocht te voelen door de afloop van de Tweede Wereldoorlog. Als enig land, dat tegen de Duitsers gevochten had, was het toch bezet. De acties en de ideeënstrijd, die op de talrijke archieffoto’s te zien zijn, maken een invoelbare indruk.
Anderzijds staat Walesa op diezelfde foto’s poserend met Thatcher en de toenmalige Poolse paus, lieden die in het geheel niets op hadden met acties en ideeeënstrijd van onderop. Voor hen was Solidarność vooral een bruikbaar geopolitiek instrument. Ook de huidige EU (belangrijk medefinancier van het museum) ziet brood in het verhaal en dat is evenmin een instantie waar een grote sensitiviteit ten aanzien van arbeidsrechten vanaf druipt.
Naar mijn mening moet iedereen, die in Gdańsk komt (wat heel erg aan te raden is) de Poolse nationale symbolen in de stad bezoeken om Polen te snappen, en er een heleboel bij denken om Polen en de toestand in de wereld te snappen.
Treinend terug
Na Gdańsk zat onze vakantie erop. Fiets op de trein en treinend terug. Dat duurt op dit traject en met deze trein langer dan met het vliegtuig, waartegen over staat dat het veel comfortabeler is en veel minder gedoe met de fietsen geeft. En je kunt slapen, lezen en werken.
Onze fietsvakantie in 2016 begon op Rügen en eindigde in Gdansk (ooit Danzig). Nu over Rügen. Rügen is een groot eiland in de Oostzee. Het zit met een mooie brug vast aan de oude Hanzestad stad Stralsund, voor ons dè ontdekking van 2015.
Kaart van Rügen en omgeving
Eigenlijk bestaat Rügen uit drie eilanden, die met een soort haffenkust aan elkaar vastzitten. Achter die haffen liggen grote zoet- of brakwatermeren, de ‘Bodden”. Ook die zijn heel mooi.
Er zijn veel populaire stranden uit de DDR-tijd, met welke stranden, voorzieningen en bijbehorende badplaatsen niets mis is. Er is zelfs een stoomtreintje, de Rasender Roland, en dat neemt nog fietsen mee ook (met enig behelpen). En er zijn veerboten tussen bestemmingen op het eiland, die ook fietsen meenemen.
Het enige minpuntje uit de DDR-tijd is de kwaliteit van de fiets-
voorzieningen, en met name die kinderkopjeswegen en de kwaaie asfaltwegen die eigenlijk die naam niet verdienen. Maar goed, het is geen metropool dus levensgevaarlijk is het niet.
Het binnenland van Rügen is gemengd bos en landbouw, meestal niet spectaculair maar op een rustige manier mooi. De kust daarentegen is soms spectaculair.
Putbus is in 1810 in één keer gebouwd door de lokale Fürst Wilhelm Malte de Eerst in een classiscistische stijl, die mooi bij zijn kasteel paste. Het nabij gelegen haventje werd de eerste badplaats op Rügen.
Wij zaten een kilometer of acht onder de hoofd’stad’ Bergen, dicht bij Putbus en aan de rand van de Biosphere Reserve, in een huisje werkelijk in de the middle of nowhere, achter een echt zanderig zandpad.
De Oostzee bij ZO Rügen
Kustlandschap met roeibootpont
Zuidoost Rügen, en Rügen als geheel, zijn gevormd door de laatste ijstijd: de klifkusten, de morenen, en de zandstranden. Als je met een geologische blik rondfietst, kun je heel wat zien. De ondergrond is kalkmergel, soms bedekt met een laag keileem.
En als je dat niet doet, zie je ook veel. Het is een relaxt gebied. De sfeer heeft in de verte wat van onze waddeneilanden (de Waddenzee is de enige Nederlandse Biosphere Reserve).
Naturpark Jasmund In het buitenland is Rügen vooral bekend om de krijtklif. Die ligt op het Noordoostelijke deel van Rügen Jasmund. Zie www.nationalpark-jasmund.de/ .
Krijtklif op Jasmund
Jasmund is eigenlijk een massieve plak kalksteen uit het late Krijt. Het stak tijdens de laatste IJstijd als eiland boven de gletschers uit. Die hebben daardoor het pakket van onderen af aangevreten en de resulterende klif staat er nu nog.
Boven op de kalksteenplak is een massief beukenbos gegroeid, met vele zeldzame planten. Het is Natura2000 – gebied. De gezamenlijke Europese oude beukenbossen zijn weer een Unesco-Biosphere Reserve.
Er loopt een beroemde wandelroute doorheen. Willemiek en ik hebben op de fiets kilometers bosweg doorgeploegd om bij het beroemdste punt te komen, de Königsstuhl. Daar staat ook het bezoekerscentrum – zeer druk bezocht. Overigens kun je er ook gewoon met een normale nette weg komen.
Beukenbos op Jasmund
In het bezoekerscentrum kun je je inschrijven voor een rondleiding. Gedaan, met als resultaat kennis
dat het beukenbos de natuurlijke culminatievegetatie en dat als de mens in Europa niet bestond, grote delen van Europa uit beukenbos zouden bestaan
dat de kliffen elk jaar een centimeter of verder landinwaarts eroderen,
en dat je nog steeds barnsteen kunt vinden langs het strand. Alleen, bij Peenemünde moet je uitkijken dat je niet per ongeluk een stukje witte fosfor in je broekzak stopt want dat kan er sinds de bombardementen nog liggen, mits onder water. Zo leer je nog eens wat.
Je kon met de fietsbus terug en dat kwam eigenlijk wel goed uit.
Nationaal park Vorpommersche Boddenlandschaft De westkust van Rügen en een flink stuk aanpalende Oostzee zijn ook weer nationaal park. Daarin onder andere het bekende autovrije eiland Hiddensee, een geliefde badplaats met een apart stukje intellectuele historie. Talrijke kunstenaars en geleerden hebben er hun vakantie doorgebracht en in de DDR-tijd was het een soort informele liberale enclave. Wie meer wil weten, https://de.wikipedia.org/wiki/Hiddensee . Hiddensee heette oorspronkelijk Hidens-Öe, het eiland van Hiden, een Deense of Noorse koning.
Hiddensee
Maar aan dat deel van Rügen zijn we niet eens toegekomen, dus daarover geen lang verhaal. Ik zei al, Rügen is een groot eiland. Je kunt er met gemak twee weken doorbrengen.