De luchtkwaliteit in Boxtel – update 21 okt en 16 november 2016

Update – 2:
Het College van B&W van Boxtel heeft antwoord gegeven op onderstaande vragen. Het lijkt een alleszins redelijk antwoord.

De eerste vraag ging over stedelijke distributie, digitaal bestelde pakjes bezorgen, etc, liefst ook om mensen in te schakelen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het antwoord lijkt me welwillend, maar om het goed te kunnen beoordelen moet je de lokale situatie kennen, en die ken ik niet goed genoeg.

De tweede vraag of het Luchtkwaliteitsplan uit 2011 niet eens ge-updated zou moeten worden vanwege alle ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar. Die updating is toegezegd voor 2017, en alle relevante zaken worden er in meegenomen. Dat is prima.

De derde vraag ging over houtstook. B&W willen meelopen in het spoor van de Vereniging van Nederlandse  Gemeentes (VNG). Dat is op zich een logische keuze van B&W, maar ik kan niet goed overzien wat de inspanningen van de VNG waard zijn. Ik heb die de laatste maanden niet gevolgd.

Update – 1:

Naar aanleiding van de lezing heeft de Boxtelse SP schriftelijke vragen gesteld aan het College van B&W. Ze vragen om het Boxtelse luchtkwaliteitsplan uit 2011 (in die tijd een goed standaard-plan) te evalueren en te updaten, omdat er sinds die tijd het nodige gebeurd is, oa het digitaal winkelen en navenant bezorgen, de hogere maximum snelheid op de A2, de ontwikkelingen in de landbouw en recente publicaties over houtstook.
De vragen zijn hier te vinden.

——————————–

Verschillende Boxtelse organisaties op duurzaamheidsgebied hebben de Duurzame Week Boxtel georganiseerd. Ze hadden mij via Milieudefensie gevraagd om in die week (donderdag 6 oktober 2016) een lezing in de Bibliotheek te houden over de Boxtelse luchtkwaliteit. Een eervolle vraag.

De presentatie is te vinden, vanwege de omvang van het bestand in twee delen, –> lezing-duurzame-week-boxtel-06-okt-2016-helft-1 en lezing-duurzame-week-boxtel-06-okt-2016-helft-2.

Ik heb mij in mijn lezing beperkt tot stoffen in de atmosfeer, die toxisch zijn voor de mens, dus tot de volksgezondheidsaspecten. Daarin moeten verschillende vormen van onderscheid worden aangebracht: naar schaalgrootte (Boxtel zelf en het grotere geheel), naar soort vervuiling, tussen meten en berekenen, tussen normen en adviezen.

Voorbeeld-concentratieopbouw van luchtvervuiling bij een stad
Voorbeeld-concentratieopbouw van luchtvervuiling bij een stad

In een dorp als Boxtel, dat relatief ver van grote steden ligt, wordt de luchtvervuiling vooral bepaald door de regionale achtergrond.  Daarbovenop komt een, niet zo hoge, Boxtelse blauwe bobbel, de rode piek moet je zien als de A2 en de gele als de grotere wegen door Boxtel.
De blauwe bobbel bevat verwaaide uitlaatgassen binnen Boxtel, vee-
teelteffecten (Boxtel was een station in het VGO-onderzoek van
Heederik), houtstook door huishoudens en andere huishoudelijke lozingen, en industriele fijn stof-lozingen.
De Nationale Emissie registratie noemt vier Boxtelse bedrijven, samen goed voor ruim 46 ton PM10: Van Oers, Van Oerle-Alberton, Vion Boxtel en Van Geel Systems metaalwarenfabriek. 46ton is ongeveer 1% van de totale Brabantse PM10-lozingen – die overigens verhoudingsgewijze hoog zijn.

Een piek zie je op de plattegrond vooral als een piek bij ultrafijn stof en roet. Dit plaatje uit Rotterdam voor het verschil tussen PM10 en roet (EC) is illustratief:

Vergelijking lokaal karakter PM10 en roet in Rotterdam
Vergelijking lokaal karakter PM10 en roet in Rotterdam

De meest directe relatie tussen een milieuhygienische handeling en een zichtbaar resultaat binnen de bebouwde kom krijg je als je iets aan roet doet. Dus aan auto’s en houtstook door amateurs.
De Boxtelse roetkaart ziet er als volgt uit:

Roetkaart van Boxtel. 2014, Atlas voor de Leefomgeving en RIVM
Roetkaart van Boxtel. 2014, Atlas voor de Leefomgeving en RIVM

Tot slot heb ik met de aanwezigen over mogelijke praktische stappen gepraat, die Boxtel alleen of samen anderen zou kunnen zetten:

  • versnelde modernisering wagenpark (elektrisch rijden, hybride of Euro6)
  • meer fiets en OV, bijv. via collectief vervoer naar Boxtelse bedrijven op Ladonk
  • meer planmatigheid in de distributie van goederen
  • een lagere maximum snelheid op de A2 (heeft de gemeente al vergeefs geprobeerd)
  • werk mee aan een kleinere en ecologisch meer verantwoorde veehou-
    derij
  • actie tegen open haarden
  • het Boxtelse Luchtkwaliteitsplan is goede standaard, maar dateert al weer uit 2011. Het zou geupdated kunnen worden.

Tenslotte: ik heb voor Boxtel een handleiding gemaakt hoe om te gaan met visualisatie-programma’s van de luchtkwaliteit als de viewer van het NSL en de Atlas voor de Leefomgeving. Die kan men vinden –> handleiding-voor-het-lezen-van-gevisualiseerde-bestanden-met-luchtkwaliteitsgegevens_okt2016

Gif ter zee en in de lucht – eigenlijk kunnen onze sporters in Rio maar het beste zo snel mogelijk verliezen

Er wordt breeduit geklaagd over het Braziliaanse oppervlaktewater, waarin Olympisch gezeild of zelfs gezwommen moet worden. Dat is geheel terecht.

Maar Reuters kwam met een verheffende verhaal over gevaarlijke concentraties luchtvervuiling in Rio. (hier het Reuters-artikel )
De lucht zou ‘binnen de limieten van de World Health Organization WHO zijn’, aldus Brazilie in zijn officiele bidbook. Dat blijkt niet waar en is ook nooit waar geweest.
De baai van Rio deJ_OlS_aug2016
Reuters heeft op verschillende plaatsen gedurende 22 aparte periodes van een uur atmosferische PM2.5 – concentraties bepaald. Dit in samenwerking met Paulo Saldiva van de Universiteit van Sao Paulo. (PM2.5 is Particulate Matter (fijn stof) met een diameter onder de 2,5μm).
De hoogste uurwaarde bedroeg 65μgr/m³, gemeten bij het Olympisch Stadion op dinsdag 30 juni, midden op de ochtend – een tijdstip waarop nu veel wedstrijden plaatsvinden. Het Copacabanastrand scoorde 57μgr/m³ en het Olympisch Dorp 32μgr/m³.
Er bestaat geen WHO-advies voor uurwaarden. Voor jaargeniddelde waardes is het WHO-advies 10μgr/m³ en voor etmaalgemiddeldes 25μgr/m³. Het is, hoe dan ook, zeer hoog.

‘Het is niet eerlijk’ zei Tania Braga, die voor het Olympisch Comité duur-
zaamheid en juridische zaken doet ‘je mag bij luchtvervuiling niet alleen naar de PM-data kijken. Stikstof- en zwaveloxide zitten wel binnen het WHO-advies”. Kan kloppen, maar fijn stof doet veruit het meeste schade.

Reuter vroeg het Braziliaanse milieubureau van de deelstaat INEA om uitgebreidere gegevens. Nu wordt PM2.5 nog niet heel lang routinematig gemeten. Reuters haalt uit INEA-cijfers dat Rio vanaf 2011 83% van de tijd boven het WHO-advies van 10μgr/m³ zit.

PM10 wordt al langer gemeten, en is ook elders bepaald. Rio zat van 2010 t/m 2014 voor PM10 op 52μgr/m³ (WHO-advies is 20μgr/m³). INEA wou de gegevens over 2015 en 2016 niet geven.

In Bejing (2008) kwam de PM10 tot 82μgr/m³, in Londen (2012) tot 23μgr/m³, in Athene (2004) tot 44μgr/m³ (wat me eigenlijk nog meevalt), in sydney (2000) tot 24μgr/m³ en in Atlanta (1996) tot 28μgr/m³, aldus (voor de cijfers t/m 2008) professor Staci Simonich van Oregon State University.

Athene wordt grotendeels door heuvels omgeven en ligt dus in een soort kom. Ook daar sterft het van het autoverkeer en de tweetakt-brommers. Je ruikt het als je buiten komt.
Athene wordt grotendeels door heuvels omgeven en ligt dus in een soort kom. Ook daar sterft het van het autoverkeer en de tweetakt-brommers. Je ruikt het als je buiten komt.

Nu verblijven de athleten maar kort in Rio. Hoe korter, hoe beter voor hun gezondheid en anders moeten ze maar hopen dat het lang en hard gaat regenen.
Voor de inwoners van Rio ligt het wat moeilijker. Die kunnen er voor kiezen om geen slok water uit de Guanabarabaai te drinken, maar niet om geen rio-se lucht in te ademen. Universiteitsman Saldiva kwam, de systematiek van de WHO gebruikend, op ongeveer 5400 inwoners van Rio die per jaar aanluchtvervuiling overlijden. Ter vergelijking, vorig jaar werden er in Rio 3117 mensen vermoord, en dat aantal is ook al berucht.

Behalve dat je er dood aan gaat, ga je van luchtverontreiniging ook langzamer lopen. Elke 10μgr/m³ boven het 20μgr/m³-advies van de WHO maakt sporters 0,2% slechter, aldus Jamie Mullins, University of Massachusetts – Amherst op basis van grootschalig onderzoek.