Kosten en baten van verduurzaming van de woningvoorraad per label

Baudet
Het begon met een fact check in de NRC (14 febr 2019) op de bewering van Baudet in de Tweede Kamer dat het “klimaatneutraal maken ruimschoots 1000 miljard Euro kostte”.
Baudet gebruikte de studie “Klimaatbeleid en de gebouwde omgeving” (mei 2018) van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) (waaraan kort erna nog een aanvullende studie toegevoegd is) om zijn bewering te staven. Het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad zou €235 miljard kosten. Vervolgens liet Baudet de baten weg en flanste hij er nog een stel andere kosten achteraan die ik hier niet noem, omdat het me om de woningvoorraad gaat.
Het PBL is wat serieuzer en komt all-in, inclusief de baten, op €300 miljard cumulatief tot 2050. Nog steeds een hoop geld, maar een stuk minder dan wat Baudet zei. Het eindresultaat is dat de NRC-checker Baudet niet geloofde.
Die 300 miljard is opgeteld over 30 jaar. Per jaar is het bedrag niet onaanzienlijk, maar ook niet onoverkomelijk. De Nederlandse staatsbegroting is over 2019 ca 300 miljard en 10 miljard is het huidige overschot. Voor paniek lijkt niet meteen reden.

Het EIB-rapport
Ik moet Baudet in zoverre dankbaar zijn, dat ik zonder hem het EIB-rapport gemist had. Dat zou een gemis geweest zijn, want het is heel leerzaam.
De documenten (hoofd- en hulp-) zijn te vinden op www.eib.nl/publicaties/beleidsanalyses/klimaatbeleid-en-de-gebouwde-omgeving/ .

Eerst even wat definities.
Elke woning heeft een energielabel, startend vanaf het slechtste label G tot het goede label A. De labeltoekenning is niet erg precies en kan de werkelijke situatie onderschatten. Een woning waarvan weinig bekend is, wordt automatisch ingeschaald als G, maar kan in praktijk beter zijn.
Bovenop label A kan de woning “BENG” zijn: Bijna Energie Neutraal Gebouwd. Dit is een kwalificatie van alleen de woning. Je telt dan de TV en de computer en de stofzuiger en de koelkast niet mee.
Bovenop BENG komt “Nul Op de Meter”. Dan tel je dit soort apparaten wel mee. De woning is dan energieneutraal inclusief de apparaten.
De EIB-studie beperkt zich tot BENG en laat Nul Op de Meter buiten beschouwing.

Nederland heeft 7,58 miljoen woningen, naar label en eigendomsvorm gerangschikt als in fig.1 .

De Nederlandse woningvoorraad naar label en eigendomsvorm
Investeringskosten bij labelsprongenn, voor drie eigendomstypes
Besparingsbedragen bij labelsprongen, voor drie eigendomstypes

De laatste twee schema’s moeten als volgt gelezen worden:
De onderste horizontale streep stelt label G voor, de een na onderste horizontale streep label F, enz. De labelletters horen dus bij de streep waar ze onder staan (de letter G is niet ingevuld).
De afstand tussen twee strepen is wat het kost om de woning van het onderste op het bovenste van beide labels te krijgen (middelste figuur), resp. wat door die stap per jaar bespaard wordt. Een sociale huurwoning van G op E brengen kost ca €5000 aan investeringen en levert een energiebesparing van ca €450 per jaar op.
Bedenk dat het hier om gemiddeldes gaat met een ruime spreiding en op basis van vele aannames.

Het schema toont een treffende illustratie van de wet van de afnemende meeropbrengst. De laatste verbeteringsstappen kosten onevenredig meer, en leveren onevenredig minder op.

Kosten-batenanalyse bij opwaardering tot verschillende woninglabels

Dit weerspiegelt zich in bovenstaande ‘winstgevendheid-grafiek’. In het gekozen rekenvoorbeeld zijn investeringen in woningen op papier rendabel t/m label B, en je legt er niet heel veel op toe tot label A. De praktijk, waarschuwt het EIB, is weerbarstiger.

Eigenlijk is de hoofdboodschap van het EIB dat het misschien verstandiger is om niet het onderste uit de kan te willen. Het EIB analyseert ook tussenscenario’s die  veel minder kosten en maar weinig minder opbrengen.

Het grote financiële gat zit tussen label B en BENG. Als men bovenstaand microplaatje macro maakt, kost het ca €50 miljard om de totale Nederlandse woningvoorraad op B te brengen (dus ongeveer kostendekkend), en kost het ruim €190 miljard om diezelfde voorraad in zijn geheel van B op BENG te brengen (wat jaarlijks ongeveer €50 miljard aan besparingen retourneert).

(Baudet zit hier dus selectief te winkelen: het ergste worst case-kostenscenario bij een inkomstenscenario = 0. Als hij al een eenvoudig getal had willen noemen, had hij €140 miljard moeten zeggen (190 miljard B –> BENG – €50 miljard bijbehorende extra revenuen). Misschien moet de Uil van Minerva hem eens leren rekenen…. )

Investeringen, zegt het EIB, zijn over het algemeen ‘stapelbaar’. Als het van F naar B voor een sociale huurwoning €10.000 kost en van B naar BENG €23.000 , kost  in één keer van F naar BENG €33.000 . Andersom uitgedrukt zijn investeringen dus faseerbaar: het eindresultaat kan desgewenst in etappes bereikt worden.

Bovenstaand individueel voorbeeld kan veralgemeniseerd worden naar alle labels.

Kosten en besparingen bij elk label voor de gehele woningvoorraad

Lees dit als: het verduurzamen van de gehele Nederlandse woningvoorraad tot BENG kost €240 miljard, maar het verduurzamen tot label A kost maar €80 miljard. Enz.
BENG bespaart over heel Nederland 260 PJ (ca 8% van het gehele bruto Nederlandse energieverbruik), alles A maken bespaart ongeveer 170PJ.

Sloop en vervangende nieuwbouw
De economische insteek maakt dat het EIB zakelijk met de vraag “sloop of renovatie?” omgaat. In een trendmatig scenario gaan er 16.000 huurwoningen per jaar plat en 6000 koopwoningen. Van 2020 tot 2050 dus opgeteld zo’n 500.000 huurwoningen en 180.000 koopwoningen – met vervangende nieuwbouw.
Die, als het goed is, zo betaalbaar is dat de weggesloopte bewoners hun nieuwe onderkomen kunnen betalen.

De zwakke plek
Ik ben vertrouwd met fysische modellen (bijv. geluidsberekeningen). Anders dan veel mensen denken, zijn die modellen als regel goed. Als er iets fout gaat, zit dat meestal niet in het  model zelf, maar in de input van het model. Garbage in, garbage out.
Ik ben niet vertrouwd met bouw-economische modellen, maar naar analogie ga ik er van uit dat het model goed is. Blijft de vraag over of de input goed is.

Het hoofdprobleem is dat de systeemgrens strak om de woning en zijn bewoners en eigenaar (indien huur) getrokken is. Er wordt geen geld ingeboekt van buiten het systeem (bijv. subsidie), en ook geen voordelen buiten het systeem (bijvoorbeeld energieonafhankelijkheid, werkgelegenheid, belastingopbrengst, etc).
Men kan dit het EIB in alle redelijkheid moeilijk kwalijk nemen. Maar ondertussen zit een belangrijk deel van de kosten en de baten buiten de systeemgrens.

Misschien iets voor een vervolgonderzoek.

Eindhovense SP hield avond over verduurzaming bestaande woningbouw

Het waarom van de avond
De verduurzaming van het bestaande woningbestand (in Noord-Brabant ca 800.000 woningen die er in 2050 nog steeds staan) is van wezenlijk belang.

Een drastische energiebesparing binnen deze bestaande woningvoorraad is van groot belang voor een forse besparing op het Brabantse en Eindhovense energiebudget. Hoe groter de besparing, hoe eenvoudiger het wordt om de resterende energie duurzaam op te wekken.
Een dergelijke vermindering is ook van belang voor de woonlasten van huishoudens. Een goed vormgegeven verduurzaming kan voor huurders en eigenaren voordelig uitpakken.

Andersom kan het betekenen, dat men slechte huurwoningen versneld wil slopen. Het is goed als huurders daar in een vroeg stadium bij betrokken worden.
Er zijn echter elders in Nederland ook voorbeelden dat complexen, die eigenlijk gesloopt zouden worden, zijn blijven staan door een grondige verduurzamende renovatie.
Kortom, bewoners hebben, hoe dan ook, belang bij dit onderwerp.

Tegelijk lijkt er soms een soort verlamming te bestaan. Er wordt veel gepraat, maar vaak weinig gedaan en nog minder is er sprake van een systematisch beleid.

Openbare avond Verduurzaming bestaande woningbouw 17 mei 2018

De SP wil druk van onderaf opbouwen om het proces in een hoger tempo te krijgen. Vandaar de openbare avond. Die vond plaats op donderdag 17 mei in ‘t Bellefort. Sprekers waren:

  • Bernard Gerard over de energiebalans van Noord-Brabant en Eindhoven
  • Jaap van Leeuwen, consulent energiebesparing van de Woonbond
  • Luc Reusken, manager vastgoed van Woonstichting Thuis
  • Paulus Jansen, (ex)SP-wethouder in Utrecht met o.a. wonen in de portefeuille

Bernard Gerard (medewerker provinciale SP-fractie)
hield een kort verhaal hoe de Brabantse energiebegroting in elkaar zit en hoe een drastische bezuiniging (bijvoorbeeld door 800.000 Brabantse woningen in 2050 energieneutraal gemaakt te hebben) in dat plaatje paste. Uitgangspunt is de provinciale Posad-studie.
De getallen zijn indicatief en dienen vooral om een idee te geven van de orde van grootte, waarover we praten.

Hoofdlijnen van het Brabantse energiebudget

Jaap van Leeuwen (consulent energiebesparing Woonbond)
schetste de toekomst vanuit het perspectief van de huurder.
Hij begon met te memoreren dat de regering 1,9 miljard uit de huursector gehaald had (met de verhuurdersheffing), en er nu voor de verduurzaming  0,2 miljard in terugstopte.

Aan de Klimaattafel over de gebouwde omgeving, die een nieuw Klimaatakkoord 2018-2030 moeten voorbereiden, wordt gesproken over dat in 2030 de woningvoorraad gemiddeld label A moet zijn, en dat er dan 2 miljoen woningen van het gas af moeten zijn.
In 2050 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn.


Ter vergelijking: van Leeuwen becijferde de gemiddelde energielasten van een woning op €148 per maand in 2018 (en dat is stijgend). Daarvan iets meer dan 1/3de gas en de rest stroom.

Dit alles leidt de Woonbond tot een prioriteitenlijst:

Van Leeuwen pleitte ook nadrukkelijk voor een warmtestrategie, want daar gaat nu in woningen het meeste geld aan op.
In dit verband maakte hij de vergelijking dat een Fiatmotor ongeveer even groot was en een stuk complexer dan een warmtepomp, maar wel €600 kostte tegenover een warmtepomp €6000 . Met andere woorden: die warmtepomp moet een stuk goedkoper kunnen worden.

Hij noemde de noodzaak van een Regionale Energie- en Klimaat Strategie (REKS)

Luc Reusken, manager vastgoed van Woningstichting Thuis uit Eindhoven
Thuis heeft 10328 woningen, waarvan 3556 in Eindhoven en de rest in enkele voorsteden.

De stichting was in 2018 de meest duurzame woningbouwcorporatie van Nederland. Daar waren ze heel trots op. Evenzo op de prestatie dat in 2017 hun gehele woningvoorraad gemiddeld label B was geworden. Die labels zijn reëel, zegt Reusken, niet theoretisch.
In 2050 moet de woningvoorraad CO2-neutraal zijn.

Thuis was nu zover omdat ze eerder dan anderen, acht jaar geleden, begonnen zijn.

De praktijk leert, zegt Reuskens, dat je met je huurders om speaking terms moet blijven.

Thuis had uit eigen middelen in 10 jaar 70 miljoen financiele ruimte gecreëerd. Maar de vraag blijft hoe het financieel verder moet. Het zal ongeveer €450 miljoen kosten om 76% van hun woningen CO2– neutraal te krijgen.

 

(Deze flats aan de W. de Zwijgerlaan in Best vervangen nu gesloopte flats. De nieuwe flats zijn Nul Op de Meter. Zie ook www.mijn-thuis.nl/Willem-de-Zwijgerweg-Best/ ).

Paulus Jansen (ex-wethouder SP in Utrecht, o.a. Wonen)
Utrecht is een heel andere stad als Eindhoven. Niet alleen groter, maar ook een bijna dubbele woondichtheid en veel maar stadsverwarming. Zijn stad energieneutraal krijgen lukt volgens Jansen niet.

Het Utrechtse leidingennet en de vervangingstermijn

Jansen (die in Eindhoven technische Bouwkunde heeft gestudeerd en veel van deze materie afweet)  focuste vooral op de warmtevoorziening.

Hierboven de leiding-vervangingkaart van netbeheerder Stedin. De gele lijnen moeten op korte termijn vervangen worden en zodoende is Overvecht-Noord het eerst aan de beurt. De wijk gaat dus van het gas af.  Dat is een omvangrijke operatie en de inspraakbijeenkomsten vullen de krantenkolommen.

Warmtesituatie in Overvecht-Noord (Utrecht)

Als men een warmtenet wil verduurzamen, komt men als vanzelf op vraagstukken rond lage temperatuur-warmte 9pakweg 25 tot 40°C). Het gaat over het slim bestrijden van legionella, over vloerverwarming of grote radiatoren via restwarmte en geothermie naar monopolievraagstukken. De Utrechtse gemeenteraad heeft in 2017 een Warmtevisie vastgesteld en dat is iets waar de Eindhovense gemeenteraad vroeg of laat ook aan moet.

Utrecht sorteert voor op €250 miljoen per jaar (dat is inclusief de particuliere gelden).

De presentaties zijn in .pdf-vorm te vinden:

Bernard Gerard

Jaap van Leeuwen

Luc Reusken

Paulus Jansen (deze presentatie is vanwege de omvang op deze site iets ingekort)

De Brabantse SP wil meer van dit soort bijeenkomsten gaan organiseren.