Wageningen en WNF: stikstofprobleem te groot voor alleen maar lokaal maatwerk

Het WNF
Het Wereld Natuur Fonds Nederland (WNF-NL) heeft de Universiteit van Wageningen gevraagd om een beeld te geven van de stikstofuitstoot van verschillende bronnen, het gedrag van die stof, en van wat dat betekent voor maatregelen, specifiek voor de landbouw.
Het resultaat is een document dat te vinden is via https://www.wwf.nl/wat-we-doen/actueel/nieuws/stikstofplannen-kabinet-niet-toereikend .

Uitleg
In het hierna volgende is een Mol N (op atoombasis) 14 gr, een Mol NH3 (ammoniak) 17 gr, en een Mol NO2 46gr .
Emissie is wat uit een pijp, kont of tank komt; immissie is wat via de atmosfeer in een neus of meetapparaat komt; en depositie is wat op of in de grond komt. Omdat de gassen zich op verschillende wijze gedragen en op verschillende locatie, hoogte en wijze worden losgelaten, hoeven emissieverhoudingen niet perse dezelfde te zijn als depositieverhoudingen (de zeescheepvaart bijvoorbeeld).

Levende wezens hebben een bepaalde hoeveelheid stikstof nodig, maar het aanbod in Nederland is veel groter dan wat nodig is. Daardoor worden bodems te voedselrijk en verzuren ze, waardoor essentiële stoffen als kalium, calcium en magnesium oplossen en wegspoelen, en aluminium vrijkomt, dat in overmaat ecologisch giftig is. Teveel stikstof vermoordt sommige bodems en de daarop levende schepselen.

(www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/stikstof-nekt-vogels-op-de-veluwe )

Tot op zekere hoogte zijn herstelmaatregelen mogelijk (bijv. afplaggen), maar dat is beperkt (met de stikstof worden ook andere stoffen afgeplagd).

De huidige stikstofproblematiek heeft juridisch betrekking op Europees beschermde Natura2000-gebieden, maar geldt algemener. Van die Natura2000-gebieden zijn er een heleboel in  Nederland, in allerlei soorten en maten (‘habitats’). De meeste zijn vatbaar voor teveel stikstof. Bij een stikstofgevoelig Natura2000-gebied hoort een kritische depositiewaarde (KDW), die afhankelijk is van het soort gebied.

De emissies
Van de totale emissie binnen Nederland bestaat goede CBS-statistiek . De cijfers in de hierna volgende statistische tabel zijn in kiloton (= miljoen kg). Lees dit als: in Nederland werd in 2018 139 kton NH3 geloosd, waarvan 132 kton meetelt voor de Europees opgelegde limiet van 128kton (het NEC-plafond 2010).

Hetzelfde verhaal in een staafdiagram, ook weer van binnen Nederland geloosde stikstof. Dit staafdiagram geeft twee regels uit bovenstaande tabel in verdergaand detail weer, namelijk de regel Verkeer en vervoer (bij NO2 ) en landbouw (bij ammoniak).
De vliegtuigemissie is meegenomen tot 3000 voet (914m) hoogte.

Stikstofemissies in de categoriëen landbouw (NH3) en verkeer (NO2)

De deposities
De emissies verspreiden zich in de atmosfeer en de eruit voortvloeiende deposities per hectare nemen af met de afstand. Ondanks dat belandt de meeste depositie ver van de bron. Hieronder hoe dat voor ammoniak werkt (20% van de ammoniak slaat binnen een kilometer van de bron neer). Let op de logaritmische schalen!
Voor NO2geldt een vergelijkbare grafiek met grotere afstanden.

De kaart van de depositie van stikstof wordt zowel berekend als gemeten. Anders dan soms gedacht wordt, lukt beide met behoorlijke precisie.
Vanwege alle commentaar heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) de RIVM- resultaten nog eens nagerekend. De CDM kwam er op uit dat de ammoniaklozingen waarschijnlijk hoger waren dan het RIVM inschatte. De woordkeus suggereert dat de boeren als groep de boel flessen, maar dat staat er niet met zoveel woorden.

De stikstofdepositie, gemiddeld over heel Nederland, bedraagt ruim 1600 Mol/ha*y (Mol per hectare per jaar). Lokaal kan dat veel meer of minder zijn: de Peel bijvoorbeeld zit op ca 4000Mol/ha*y .
42% van de totale Nederlandse stikstofdepositie (NH3 en NO2 samen) komt van de landbouw; 30% komt uit het buitenland; 20% komt uit de rest van Nederland; 5% van schepen op de Noordzee; en een paar % is onverklaard.
Overigens exporteert Nederland van beide stikstofvarianten ongeveer 3 a 4 keer zoveel als het importeert. Nederland is in Europa een vies land.

Na enig gecijfer komt Wageningen er op uit dat, gemiddeld over heel Nederland, er ongeveer 500 Mol N/(ha*y) te veel op Natura 2000-gebieden terecht komt.
Gemiddeld over alle Noord-Brabantse Natura2000 – gebieden komt er ongeveer 650 Mol N/ha*y teveel op terecht.

Per afzonderlijk Brabants Natura2000-gebied ziet het plaatje er, alleen voor ammoniak uit de landbouw,  als volgt uit:

Lees dit als volgt.
In gebied 144 (Boschhuizerbergen, een stuifzandgebied met dennen op de Brabants-Limburgse grens bij Venray) wordt de kritische depositiewaarde met ongeveer 420 Mol/(ha*y) overschreden (= CL).
Uit Brabant zelf (E ) komt 510 Mol/(ha*y) aanwaaien en van buiten Brabant (B) is dat ongeveer 760 Mol/(ha*y) . De agrarische herkomst van E en B is met een kleurtje gecodeerd. Daarnaast is er een beetje ammoniak van buiten de landbouw, en is er NO2 – depositie, maar die zijn niet ingetekend.
Zo ook de andere gebieden.

Voor de landbouw te overwegen maatregelen
De analyse is bedoeld om mogelijke maatregelpakketten voor de landbouw te kunnen overdenken, waarvan dan bovendien de effecten kunnen worden ingeschat.

WNF wil dat alle sectoren, die bijdragen aan de eerder genoemde stikstofoverdaad van (landelijk gemiddeld) 500 Mol N/(ha*y), naar evenredigheid van hun lozing stikstofdepositie inleveren. Gemiddeld zou het probleem dan opgelost zijn.
De landbouw is goed voor 40% van de stikstofemissies en moet dus 40% van 500 = 200 Mol N/(ha*y) inleveren. Aldus Wageningen namens het WNF.
Waarna het verhaal wordt hoe je aan die 200 komt.

Wageningen bespreekt hiertoe drie brede categorieën.

  1. Technische en management-maatregelen binnen het huidige veehouderijsysteem
  2. Transitie naar een meer grondgebonden kringloop- en/of een natuurinclusieve landbouw
  3. Lokaal maatwerk rond Natura2000 – gebieden: emissiebeperking of sanering van ongelukkig gelegen boerderijen

Ad

  1. Met maatregelen als ander voer; betere stallen met lagere emissiewaarden; stalsystemen met gescheiden opvang van poep en plas; en een meer emissiearm uitrijden van de mest over het land; moet je volgens Wageningen aan 220 Mol N(ha*y) kunnen komen.
    Maar daarvoor zijn wel soms paardenmiddelen nodig en/of middelen die duur zijn en/of middelen waarvan het effect nog niet zo duidelijk is.
    Bovendien is de stikstof niet het enige probleem. Er is ook nog zoiets als de Nitraatrichtlijn (voor het grondwater), de Kaderrichtlijn Water (voor grond- en oppervlaktewater) en het Klimaatakkoord. Het is nog niet meteen duidelijk wat maatregelen op het ene gebied doen op het andere gebied.
  2. Dit wordt onderverdeeld in twee typen maatregelen: enerzijds de kringloopgedachte, anderzijds natuurinclusieve landbouw in zones rond Natura2000-gebieden.
    Bij de kringloopgedachte is de voornaamste variabele op welke schaal de kringloop zich afspeelt.
    Bij de studie naar de ‘Noordwest Europa-kringloop’ ben ik zelf betrokken geweest. Deze studie is voor Noord-Brabant uitgevoerd in de nasleep van de Ruwenbergconferentie (2013) over de veeteelt. De Brabantse Milieu Federatie (BMF) had mij gevraagd om mee te draaien in de klankbordgroep van deze operatie. Dat was een leerzame ervaring. Op deze site staat er een artikel over op drie zittingen over het sluiten van kringlopen op het niveau van NW Europa . Wat hier staat beschrijft de uitkomsten adequaat, mits men dit als een verkenning beschouwt en een flinke onzekerheidsmarge inbouwt.
    Wageningen leert dat alleen het sluiten van de kringlopen op nationale schaal voor het stikstofprobleem zoden aan de dijk zet. Dan moet je ook weer aan 220 Mol N(ha*y) kunnen komen.
    Ook bufferzones rond Natura2000-gebieden zijn een paardenmiddel.
    Als men aanneemt (onzeker) dat natuurinclusieve veeteelt de emissie relatief halveert, en als men kiest voor een buffer van 5 km breed rond Natura2000-gebieden, moet je ermee tot 200 MolN(ha*y) kunnen komen.
    Mogelijk vraagt dit om een verandering van het landbouwsysteem tot op EU-niveau.
  3. Sommige, nabij een Natura2000-gebied gelegen, bedrijven veroorzaken op hun eentje deposities in de orde van grootte van 200 Mol N(ha*y) . Het emissiearm maken van dergelijke bedrijven, of het saneren ervan, kan dus lokaal veel verschil maken. Gemiddeld is het effect veel kleiner. Als er in het kader van het eerste opkoopprogramma van varkensbedrijven (dat op beperking van de geur gericht is) 10% van de varkensrechten wordt opgekocht, levert dat (Nederlands gemiddeld) 1 tot 5 Mol N/(ha*y) op, provinciaal gemiddeld tot 10 a 20Mol N(ha*y), en lokaal dus mogelijk meer.

Per saldo komen Wageningen en WNF-NL tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

En dit gaat dan alleen nog maar over een beperkt probleem als de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden. Resteren overige milieu-, klimaat- en volksgezondheidsproblemen.

Het moet iets totaal anders in de landbouw en dat houden boeren niet tegen door met trekkers het Provinciehuis binnen te rijden.
En het kabinet moet het eigen pappen en nathouden niet neerwaarts afschuiven naat de provincies. Ze moeten zelf flink zijn.

4 thoughts on “Wageningen en WNF: stikstofprobleem te groot voor alleen maar lokaal maatwerk”

  1. Bernard,
    Hartelijk dank voor je voortreffelijke samenvatting, die het mogelijk maalt makkelijker kennis te nemen van deze ingewikkelde materie.
    Je maakt zonneklaar dat na vele jaren wegkijken de politiek, met steun van het verantwoordelijke deel van de natie, nu echt aan zet is.
    Dank voor al je informatieve bijdragen aan onze Facebookgroep Groen Duurzaam Oirschot.
    Ruud Merks

  2. Prima artikel, met duidelijke grafieken over Ammoniak en Nitraten. Alleen onduidelijk, wat de percentages van industrie en (woning)bouw-activiteiten bijdragen aan de overbelasting.
    Zou dit onder de 30% buitenland/overig/onduidelijk vallen?
    Ook is de bijdrage van de 500.000 vliegbewegingen van Schiphol nogal pover gekapitaliseerd. Boven de 1000 voet blijft de smog daar echt niet hangen ! Komt ook naar de grond.
    Kan de 50% mestproductie niet gewoon naar woestijngebieden/mestverwerkingsinstallaties buiten Europa, b.v in n.afrika? Dat continent is wel zo megagroot! Ter plaatse kan met zonnepanelen/-velden de energie worden opgewekt, ook voor een waterstoffabriek. Energie genoeg. Met bulkcarriërs de mest vanuit Europoort zo af te voeren naar b.v. Algerije. Aldaar werkgelegenheid creëren en een plaatselijk verdienmodel. Onderweg het methaangas uit de mest verstoken in plaats van de smerige scheepsdiesel. Win-win-win. Een bedrijfals OCI-Zitta in Rotterdam/Geleen/DSM/Chemelot zou een goede kandidaat kunnen zijn; zij hebben ook geschikte opslagtanks (nieuw!) voor ammoniak e.d., en tevens en direct toegang met een zeewaardige aanlegplaats.
    De mest uit oost- en zuid nederland kan al via de Maas per schip worden aangeleverd; ook per trein of tanktransport over de weg.
    Wie kan dit eens voor stellen? Urgentie genoeg !
    Graag uw reactie, met vr, groet,

    1. Geachte heer Drijvers,

      u vraagt nu een beetje erg veel. Om al uw vragen op goede wijze te beantwoorden, zou ik enkele nieuwe artikelen nodig hebben.
      Ik heb in dit artikel één specifiek rapport besproken, nl door Wageningen voor WNF, waarbij de opdracbtgever speciale aandacht voor de landbouw gevraagd heeft. U moet van een dergelijk rapport geen Theory of Everything verwachten.

      Ik pik uit uw vragen er een paar uit die in de buurt van het onderwerp blijven:
      – de %-bijdrage van de diverse bronnen aan de stikstofemissies kunt u in de grote tabel nazoeken. De %-bijdrage aan de depositie hoeft daaraan niet perse gelijk te zijn, maar om met de natte vinger een soort beeld te krijgen kunt u die tabel wel gebruiken. De vuistregel is dat NOx wat verder weg waait dan NH3.
      De bronnen die u noemt, zitten in de categorie ‘20% rest van Nederland’.
      Op basis van de emissietabel kan men veilig concluderen dat de woningbouw amper bijdraagt aan de depositie en dat de meeste depositie binnen deze ‘overig-categorie’ van het verkeer komt.
      Als u hier meer van wilt weten, kunt u op https://www.clo.nl/indicatoren/nl0507-herkomst-vermestende-depositie of op https://www.pbl.nl/publicaties/Grootschalige-stikstofdepositie-in-Nederland.-Herkomst-en-ontwikkeling-in-de-tijd kijken.
      Dat de woningbouw dus toch de pineut is, is omdat de wet zo geformuleerd is dat elke bescheiden bijdrage een overtreding is.
      Overigens komt ook de stikstof, die uit het buitenland komt overwaaien, voor een groot deel uit dezelfde bronnen als in Nederland (dus uit de Duitse landbouw en de Duitse Autobahn enz enz).

      – NOx van vliegtuigen
      Het staat vast dat de stikstofimmisie (van belang voor de regionale luchtvervuiling) en -depositie (van belang voor de natuur) tot 3000 voet officieel meegerekend worden, en daarboven niet.
      Ik durf op dit moment geen harde uitspraken te doen in hoeverre dit terecht is. Stikstofprofessor Erisman stond in de krant met dat hij dacht dat het ongeveer wel klopte.
      Stikstofoxides zijn gassen die zich mengen met lucht en erg ver weg kunnen waaien. Ze zijn reactief: kunnen bijvoorbeeld reageren met methaan en ozon in de atmosfeer. Als je dat allemaal mee wilt nemen, wordt het te ingewikkeld voor mij om zonder diepgaande studie uit te kunnen leggen. Dat ga ik nu niet doen.
      De troposfeer heeft een soort informele grenslaag, waaronder hij meer mengt dan erboven. Die ligt ‘s nacht op tientallen tot honderden meters hoogte, en overdag op pakweg 2 kilometer. Boven de grenslaag mengen de stikstofoxides warschijnlijk zo langzaam, dat het effect niet meer lokaal narekenbaar is. Voor een eenvoudige uitleg zie https://wikikids.nl/Troposfeer .
      Op deze site staan artikelen over menging van vliegtuigemissies op planetaire schaal. Zoek op Barrett.
      Smog is overigens een ander verhaal dan depositie. Dat is een luchtkwaliteitsverhaal.

      – Over OCI-Zitta staat een artikel op mijn site. Zie https://www.bjmgerard.nl/?p=6100 .

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.