Steeds meer kerkgenootschappen vergroenen hun kerkgebouw

Het communicatieorgaan De Kanttekening wijdde op vrijdag 19 jan 2018 een artikel aan de vergroeningscampagne van de eredienstgebouwen van de verschillende geloven in Nederland. De Kanttekening is de voortzetting van de voormalige Gülenkrant Zamen Vandaag. Je krijgt het artikel helaas niet op de website van De Kanttekening gevonden, dus ik kan de link niet geven.

Er bestaat een organisatie Groene Kerken. Daar zitten momenteel 150 kerkgemeenschappen bij van de 4000 entiteiten maar ‘dat aantal groeit explosief’ zegt Atie de Vosde drijven de kracht achter Groene Kerken, in het Kanttekening-artikel ‘afgelopen jaar zijn we van 100 naar 150 gebeds-
huizen gegaan’
. En De Vos weet, zegt hij in het artikel, dat ‘er alleen al in Brabant ongeveer dertig kerken staan die genoeg doen met duurzaamheid om zich aan te sluiten bij Groene Kerken.’.

Hoe je een kerk kunt verduurzamen

Kerken kunnen hun energetisch functioneren vaak op veel manieren verbeteren. Dit voorbeeld komt van de Toolkit-tab van Groene Kerken www.groenekerken.nl/toolkit/ . Daar is ook de nodige aanvullende informatie te vinden.

De eerste stap om te vergroenen heeft vaak een financieel motief’ aldus De Vos ‘De kerk wil de energierekening naar beneden halen. Maar daarnaast worden kerkgemeenschappen gedreven vanuit de zorg voor de schepping”.

Vredeskerk in Oosterhout (PKN). Het is een Rijksmonument uit 1810, opgericht bij de kerkgebouwenpacificatie van Napoleon.
Foto door Dukker voor Dienst voor het Cultureel Erfgoed op Wikipadia

De beweging vindt zijn oorsprong vooral onder de Protestantse Kerken (PKN). ‘Het protestantisme is wat activistischer dan de Katholieke Kerk’ aldus De Vos. “Maar sinds de encycliek Laudato Si van paus Fransiscus melden zich ook steeds meer katholieke kerken aan, sinds die encycliek 20.”

Ook moskeeën doen mee. Die hebben het vaak makkelijker omdat ze vaak nieuwbouw zijn. ‘Een van de criteria bij de bouw was dat het gebouw duurzaam moest zijn’ aldus Yücel Aydemir, voorzitter van het bestuur van de Utrechtse Ulu Moskee. ‘Niet uit zuinigheid, maar vanuit het geloof. Verspillen mag bij ons niet.’ Dus zijn er sensorkranen om waterverspilling bij de rituele wassing tegen te gaan en is de koepel ingericht op maximale daglichttoetreding.
De 146 (Turkse) Diyanet-moskeeën in Nederland tekende in juli 2017, samen met Groene Kerken, een verklaring voor de verduurzaming van gebedshuizen. Dezelfde Aydemir, die ook penningmeester is van Diyanet Nederland ‘Over vijf jaar is meer dan de helft van die moskeeën een groene moskee … Vanuit het geloof gezien is het een schande dat de aandacht hiervoor er niet eerder was. Maar ook moskeebesturen denken vaak met hun portemonnee.

Ulu Moskee Utrecht, lid Groene Kerken.
İhsan Deniz Kılıçoğlu op wikipedia.

Joodse gebedshuizen zijn als regel niet verduurzaamd. Vooral de panden van het traditionele Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap zijn vaak oude panden, waar geen verbouwingen gepland zijn. Bij liberaal-joodse gemeenschappen gebeurt wat meer, mede omdat die relatief vaak in nieuwere panden zitten.

Het zes jaar oude Boeddhistische retraitecentrum Metta Vihara is helemaal energieneutraal gebouwd en wordt zeer duurzaam geëxploiteerd. Dit weer mede vanuit het ideële gedachtengoed. Maar de verspreide Boeddhistische gebouwen in Nederland zitten vaak in oude, gehuurde panden waar deze geloofsexpressie moeilijk uitvoerbaar is.

Zie ook op deze site De acht werken van barmhartigheid .

Werkbezoek bij Woonbedrijf over duurzaamheidsbeleid

De fractie van de SP in Provinciale Staten heeft op 12 januari 2017 een werkbezoek gebracht aan de Eindhovense woningbouwvereniging Woonbedrijf. Voor de corporatie waren aanwezig directeur Vastgoed Paul Terwisscha en bestuurssecretaris Wilbert van Bakel. Het gesprek ging over de duurzaamheidsopvattingen van woonbedrijf in het algemeen, en de toepassing daarvan op energiebesparing en de productie van duurzame energie in het bijzonder.

Ik was als fractieondersteuner bij het gesprek aanwezig. Hierbij een verslag.

Woonbedrijf
Na enkele fusies in het verleden is Woonbedrijf uitgegroeid tot een corporatie met 33000 woningen, de grootste van Eindhoven. Ongeveer een op de vier huizen in die stad is van Woonbedrijf.
De organisatie heeft 400 medewerkers, verdeeld over acht districten. Dat leidt (blijkens een benchmark) tot relatief veel aandacht voor huurders en een relatief hoog personeelsbudget per woning. Woonbedrijf meent zijn huurders een beetje te kennen.

De organisatie heeft enige financiele ruimte voor investeringen.

The Natural Step
Woonbedrijf volgt, zoals wel meer organisaties in het Eindhovense, en zoals wel meer corporaties, de filosofie van The Natural Step (https://thenaturalstep.nl/) . Deze, van oorsprong Zweedse beweging, ziet vier oorzaken voor onduurzaamheid:

  • We halen sneller en meer stoffen uit de aardkorst en brengen die in de biosfeer, dan de natuur kan verwerken;
  • We brengen sneller en meer stoffen – die door de samenleving zijn bedacht – in de biosfeer dan de natuur kan afbreken;
  • We breken de natuur sneller af dan de tijd die nodig is om te herstellen;
  • We beperken mensen bij het vervullen van hun fundamentele behoeften.

Vanuit deze viervoudige probleemstelling streeft Woonbedrijf vier kernpunten na:

  • Een collectief bewustzijn bij relaties (huurders, leveranciers)
  • Gesloten kringlopen
  • Biodiversiteit (zwaluwen, vleermuizen, ontstenen, water ivm hittestress in de stad)
  • Schone energie

Een paar voorbeelden ter illustratie:

  • Woonbedrijf signaleert dat er op besparingsprojecten in het verleden een sterk rebound-effect zat. In het begin bespaarde het project, maar na verloop van tijd kroop het verbruik door laks gedrag weer omhoog richting van of zelfs tot aan het vroegere verbruik (Enexis kan het verbruik registreren per postcode).
    Daarom probeert Woonbedrijf woongedrag te beïnvloeden, bijvoorbeeld bij de nieuwbouw van de Aireywoningen in Gestel (die er overigens nog staan mede als gevolg van een SP-actie). Ze hebben huurders gezocht met een bij het project passende collectieve levensfilosofie, maar daar komt tot nu toe niet helemaal uit wat en zich voorgesteld had.
  • Huurders bepalen of er bij een door de verhuurder geïnitieerd project wel of geen zonnepanelen op het dak gelegd worden. Momenten waarop een woning van bewoners wisselt, worden daardoor soms belangrijk.
  • Woonbedrijf heeft veel aandacht voor de Life Cycle Assessment van hun woningen: niet alleen tijdens de exploitatie, maar ook bij de bouw en de sloop komt CO2 Ook financieel geeft het denken in ketens opmerkelijke resultaten: de corporatie schat in dat er in de bouwmaterialen van hun woningbestand zo’n 750 millioen Euro aan hergebruikswaarde opgeslagen zit.
  • Bij isoleren met PUR-schuim komt vijf keer zoveel CO2 vrij als bij isoleren met Isovlas. Bovendien zit leverancier Isover van Isovlas in Oisterwijk en dat is niet ver weg en dat scheelt transportkosten. Zodoende probeert Woonbedrijf zijn leveranciers te beïnvloeden.
    Er wordt geprobeerd iets van een circulaire economie van de grond te tillen.

Bouwkundig-energetische ambities
Woonbedrijf wil ‘CO2-neutraal’ werken.

Omdat echter bij Woonbedrijf de energetische ambities ingebed zijn in een grotere raamwerk-filosofie, wordt er niet geoptimaliseerd naar energiezuinigheid en duurzame energieproductie als hoofddoel.
Woninglabels worden op logische momenten opgewaardeerd, zoals bij groot onderhoud en renovatie. Er is echter geen beleid om planmatig naar bepaalde labels toe te werken (in de geest van ‘in 2021 gemiddeld B’ – dat is een valkuil volgens Woonbedrijf). De nieuwbouw in de Aireywoningen is A++ en de bestaande bouw (eenvoudige kleine naoorlogse woningen) is tot B gerenoveerd.

Meer informatie over deze wijk op www.woonbedrijf.com/nieuws/nieuwsberichten/duurzame-woningen-aireywijk-opgeleverd .

In 2018 gaat Woonbedrijf 500 woningen renoveren. Men beraadt zich nu wat men energetisch gaat aanbieden en of dat in de vorm zal zijn van een basispakket met pluspakket.
Er moeten bijvoorbeeld, over een aantal jaren samen, 18000 CV-ketels worden vervangen. De vraag is door wat? Door nieuwe CV-ketels? Door warmtepompen? Door stadsverwarming?

Woonbedrijf is geen fan van het Nul Op de Meter-concept (NOM).
Dit mede omdat het per woning (bijvoorbeeld bij de renovatie van de Frans van Mierislaan) 80 mille zou hebben gekost. Het complex van ca 200 woningen wordt nu minder vergaand opgewaardeerd.
Overigens, zegt Woonbedrijf, loopt Stroomversnelling (de organisatie die landelijk de NOM-operatie probeert te trekken) sowieso niet best. Stroomversnelling Brabant ligt al twee jaar plat.

Nul Op de Meter is een verschil-definitie: energievraag min energieaanbod. Daar kan nul uitkomen met veel vraag min veel aanbod, of weinig vraag min weinig aanbod, of iets ertussen in.
De combinatie van wèl CO2-neutraal willen werken en geen systematisch opwaarderingsplan voor de woningvoorraad betekent logischerwijs dat Woonbedrijf ervoor kiest om minder besparing te compenseren met meer zonneparken en windturbines.

Wat kan de politiek doen?

  • CO2 echt beprijzen
  • Verplicht de Natural Step-ideeën bij nieuwbouw
  • Iets doen tegen de oververhitting van de woningmarkt
  • Geef duidelijkheid over een transitieplan. Waarmee moeten wij rekenen voor de toekomstige warmte- en stroomvoorziening? All-electric? Biogas? Stadsverwarming?
  • Ruimtelijke ordening
  • Een soort geleide economie, gericht op circulariteit

De meeste van deze taken zitten bij het Rijk en niet bij de provincie (woonbedrijf heeft wel contact met de provincie).

Maar, zoals fractievoorzitter Nico Heijmans zei: de provincie kan financieel wel wat, maar is te afwachtend.

Het gesprek zal bijdragen aan een toekomstige politieke standpuntbepaling van de SP in de provincie.

Warmte op de Energiebeurs

Elk jaar vindt in Den Bosch in oktober de driedaagse Vakbeurs Energie plaats. Ik ga daar altijd een dag naar toe.
Het is een ontzettend grote  beurs, dus je moet selecteren. Ik ga de laatste jaren meestal naar stands en workshops die over warmtelevering  en opslagtechniek gaan.
Nu een keuze uit de vele warmteprojecten.

Itho Daalderop
Arco Knoester gaf een beeld van 20 jaar ervaring met een grillige leercurve.

De Itho Energiewoning 1998
Ventilatie en comfort_Itho Daalderop

Het begon 20 jaar geleden met de Itho Energiewoning op “all electric” basis (boven). Van daaruit is doorontwikkeld tot de kennis van nu (onder).

De afnemers (ruim 10000) zitten in een dbase en daar is nauw contact mee. Over monitoring, onderhoud, over softwareupdates, gebruiksaanwijzingen van het type “zet de thermostaat ’s nachts niet lager, want een warmtepomp wil gelijkmatig draaien.”

Hortus en Hermitage
Technisch bureau Kuijpers vertelde over een bijzonder project, waarin de Hortus Botanicus met 425m lange buizen verbonden werd met de nieuwbouw van de Hermitage Amsterdam. Zie voor een langere
beschrijving https://praktijkvoorbeelden.cultureelerfgoed.nl/praktijkvoorbeelden/hermitage-brengt-hortus-tropische-sferen/hermitage-en-hortus-beeld .

Hermitage Amsterdam

De Amsterdamse Hermitage (een dependance van de Russische Hermitage) is sinds gevestigd in een bejaardenhuis uit de 17de eeuw. Er hangt het nodige van waarde en, zoals alle in musea, geldt er een strenge klimaatbewaking.
Daarbij bleek, zoals in wel meer musea, dat het probleem vooral was dat er teveel warmte was. Het pand moet vooral gekoeld worden en waar laat je die warmte? Die kun je natuurlijk weggooien met een koeltoren, maar dat is ook zonde. Vandaar dat directeur Facilitaire Zaken Lagendaal van de Hermitage op zoek ging naar een afnemer van warmte. Op een infrarood beeld sprong er een naburig complex uit en dat bleek de Hortus Botanicus bij Artis, ook uit de 17de eeuw en grotendeels Rijks-
monument. En glas, en niet isoleerbaar. Daar kwam de restwarmte van pas.

Het project bleek al gauw een oefening bureaucratie en fondsenwerving voor gevorderden, maar slaagde uiteindelijk toch. Sinds 2016 ligt er een dubbele pijp tussen Kunst en Kas, zoals het nu heet.

Gezien de lange afschrijftermijn van dit type investeringen, is er een samenwerkingscontract voor 25 jaar getekend. Die lange termijnen is een van de vaste problemen met warmte-infrastructuur.

Leiding van de Hermitage Amsterdam naar de Hortus Botanicus

De azijnfabriek en het warmtegrid in Heerhugowaard
Er was een meneer van Duratherm, die kwam vertellen over het smart warmtegrid in Heerhugowaard. Zie www.duratherm.nl/nieuws/smart-grid-van-start-in-heerhugowaard .

Een aantal bedrijven hadden samen 250TJ aan warmte per jaar over, waarvan 70TJ/y van de chemische fabriek van de Burg Groep, die in de volksmond De Azijnfabriek schijnt te heten. De warmte van Burg komt o.a. vrij bij de bacteriele processen waarmee men azijn maakt.

Azijnfabriek Burg in Heerhugowaard

250TJ/y is best veel. Als je die warmte all-electric zou willen leveren, had je daar een zonnepark op de grond voor nodig van ongeveer 80 hectare (afhankelijk van de inrichting). Het scheelt 18000 ton CO2/jaar.
De gedachte is juridisch ondergebracht in het Waerdse Energie Circuit .
De gedachte is technisch gerealiseerd door vier bronnen voor Warmte Koude Opslag (WKO) te boren tot 170m diep, die elk 185m3/uur omhoog of omlaag kunnen brengen. Duratherm mocht die bronnen boren en zodoende kwam de meneer op de Energiebeurs terecht.

Er hangen bedrijven, instellingen en 7500 woningen aan het project.
Ik vind het een goed voorbeeld van een zinvolle stadsverwarming.

De plattegrond van het Waerds Energie Circuit (Zie www.waerdse-energie.nl ).

Gaten boren onder je huis
Diezelfde meneer van Duratherm, en ook meneer van Bokhoven van KWA Bedrijfsadviseurs, gingen in op wat er wel en niet kon met Warmte Koude Opslag (WKO) onder bestaande woningen. Hun beweringen samengevat:

  • Ga uit van 1 meter diep boren per 1m2 verwarmd oppervlak, maar in praktijk gaat men meestal niet dieper dan 250 a 300m
  • Blijf 3 meter uit de fundering
  • Er kan onder de woning worden geboord
  • Glycol is overbodig geworden
  • Het kan zonder ventilator (die je anders zou horen)
  • Afgrouten moet verplicht worden gesteld
  • Afstand tussen twee putten minstens 8 m
  • Het kan op diverse schaalniveau’s van zeer klein (één kavel), via midden (bijv. een flat) tot heel groot (een wijk)
  • Een individuele installatie kost ca 10 tot 12 mille.
Warmte Koude Opslag (Mark Johnson op Wikipedia)

Een Comfortpaal
De IJB-groep (die vooral in funderingen zit) had bij zijn kraam een flyer waarvan ik me beperk tot een afbeelding van een heipaal met daarin over de volle lengte een warmtewisselaar in de vorm  van een dubbele lus. Leuk om een plaatje van te zien.

De IJB heipaal met ingebouwde warmtewisselaar

Zie tenslotte op deze site nog een eerder bericht Wat je wel en niet kunt met warmtepompen in woningen (2de update 21 nov 2015)

 

Brainport Development NV: overheid de grootste uitvinder!

 Ik zit altijd te schelden dat de regio Eindhoven-Helmond op energiegebied een van de achterlijkste van Nederland is. Brainport is vooral industriepolitiek voor de aangesloten ondernemingen. De regio houdt niet op om met de duimen onder de oksel de eigen voortreffelijkheid te declameren, maar ondertussen gebeurt er in de breedte op duurzame energiegebied bijna helemaal niks. De bevolking ziet geen fuck van al die duurzame energie-technieken. Het provinciale geld bijvoorbeeld gaat op aan de komst van TNO, de opbouw van Solliance en aan laadpalen, niet aan energieneutrale huizen.
Voor de duidelijkheid: ik heb er niets op tegen dat Brainport aan industriepolitiek doet. Ik heb er iets op tegen dat Brainport alléén maar aan industriepolitiek doet en dat elk duurzaamheidsbesef bij het Brainport-bedrijfsleven ontbreekt of op zijn minst niet opvalt. Geen beter klimaat dan het vestigingsklimaat!

Brainport kwam langs
Dus toen was op 14 december 2017 de Kerngroep van de SP over het nieuwe gemeenteraadsprogramma, en had de SP-voorzitter twee mensen uitgenodigd, adjunct-directeur Joep Brouwers van Brainport Development en secretaris Ton van de Kerkhof, secretaris van die club.
Brainport Development NV is een economische ontwikkelingsmaatschappij, de Stichting Brainport is als het ware de interface met de omgeving. Bij Development wordt gewerkt en bij de Stichting vergaderd.

Brouwers begon zijn presentatie en binnen de sociale en economische context was dat geen slecht verhaal. De precieze wederwaardigheden volg ik niet, dus ontbreekt bij mij verder recht van spreken over geld, producten en arbeidsplaatsen en MKB-perikelen.
Maar het woord “milieu” stond niet in de presentatie en het woord “energie” maar één onopvallend keertje, namelijk

  • Brainport Ontwikkelt oplossingen voor sociaal maatschappelijke vraagstukken
    • (o.a. gezondheidszorg (e-health), energie, mobiliteit, voedsel, veiligheid)

En toen was Brouwers klaar en dacht ik “ik ga er maar eens ouderwets op loshakken”. Dus:

  • hoe het kon dat wij wel energieoplossingen bedachten, maar dat die hier niet geplaatst werden? Hoe het bijvoorbeeld kon dat de TUE allerlei slims bedacht op PV-gebied, terwijl de gemeente Helmond van alle Brabantse gemeentes het minste Watt-piek aan zonnepanelen per inwoner op zijn dak had liggen, en Eindhoven het één na minste. Zie het onderzoek van Natuur en Milieu van juli 2015, waarin Helmond van de 393 toenmalige gemeenten op plaats 346 stond en Eindhoven op plaats 340, en alle grote Brabantse steden een stuk hoger?
  • Hoe dat kon dat de TUE nauw betrokken is bij proeven om de consumentenvraag naar stroom over de dag te verschuiven (zodat je de wasmachine automatisch aangaat als de zon schijnt en de stroom goedkoop is), maar zegt TUE-professor Harwig bij een Energy Day dat hij naar Hoogkerk in Groningen moet of naar Amsterdam-West voor een grootschalige consumentenproef? In Brabant alleen een scharrelproefje in Breda.
  • En dat Helmond op de Klimaatmonitor 2,0% duurzaam scoort en Eindhoven 3,3%, ver onder het Brabantse gemiddelde? Het gemiddelde in onze regio wordt gered door Nuenen en Oirschot en Eersel.
  • Waarom zie je nou nooit dat Brainport iets zegt over energiebesparing in de aangesloten industrie? Of over cyclische omgang van materiaal? Restwarmte-hergebruik?
  • En waarom Brainport wel clandestien een passage liet opnemen in de Brainport Nationale Agenda over een grotere geluidsruimte van het vliegveld, maar nog nooit interesse getoond had of de mierenzuur-techniek van de TUE geschikt was om de brandstofcellen in hybride elektrische vliegtuigen mee te voeden?
  • Waarom geen bijdrage van Brainport aan de grote verduurzamingstaken van de regio, zoals bijvoorbeeld de verduurzaming van de bestaande bouw? Waarom geen breed maatschappelijk akkoord?

Goed, dat luchtte op en ik zette me schrap.

De overheid als uitvinder
Maar het liep enigszins anders dan gedacht, want de Brainportmensen bleken het geheel met mij eens. “Ook wij ergeren ons voortdurend aan die lakse overheid hier” klonk het. “je zou bijvoorbeeld willen dat de overheid hier nu eens een stabiele launching customer werd”. Geklaagd werd over een gebrek aan stabiliteit bij de overheid, inderdaad zo ongeveer de eerste en meest vaste klacht in alle situaties waarin energiepolitiek aan de orde komt (en dat niet alleen in onze regio).

En het is simpel zat” aldus Brouwers “wij hebben als Brainport-organisatie geen eigen geld. Al ons geld krijgen wij van de overheid. Die kan zo tegen ons zeggen wat wij daarvoor moeten doen.” Het klonk alsof hij het niet eens erg zou vinden.
U kent toch die theorie” besloot hij “wie de grootste uitvinder is? Dat is de overheid.” Maar rond Eindhoven en Helmond leek die rol nog een beetje vacant.
Nou mogen die bedrijven zichzelf natuurlijk ook wel vaker maatschappijgerichte opgaven geven, maar het signaal is duidelijk.

Mariana Mazzucato (zie https://marianamazzucato.com/ )

De theorie dat de overheid de grootste uitvinder is, is van Mariana Mazzucato. Er stond een heel stuk in De Correspondent ( https://decorrespondent.nl/2496/maak-kennis-met-de-grootste-uitvinder-aller-tijden/274115679552-c3316a6e ). In The Entrepreneurial State stelt ze dat uitvindingen in eerste instantie niet gedaan worden door Steve Jobs. Elk onderdeel van de IPhone is in eerste instantie bedacht door mensen op de loonlijst van de overheid. “Van de trein tot de ruimtevaart, van nanotechnologie tot biotechnologie – keer op keer komen de echte doorbraken bij de staat vandaan.” Het Internet is bijvoorbeeld uitgevonden bij de CERN.
“De grootste durfkapitalist ter wereld” zegt Mazzucato “is de Amerikaanse overheid”. Silicon Valley begon als een regelrecht subsidieparadijs. De Amerikaanse overheid nam al in de jaren zestig en zeventig de risico’s die private investeerders niet durfden te nemen, simpelweg omdat het te lang duurde voordat de investeringen werden terugverdiend. ‘Het echte geheim van het succes van Silicon Valley, of van de biotech- en nanotechsector,’ merkt Mazzucato in de NRC op, ‘is dat durfinvesteerders mee surfden op een grote golf van overheidsinvesteringen.’

Het is merkwaardig, en zelfs veelzeggend, dat uitgerekend Brainport vindt dat de regionale overheid de rol niet oppikt die ze van Mazzucato zou moeten hebben.

Er zijn een heleboel mitsen en maren van financiele aard, maar misschien moeten ze in deze regio eens echt gaan nadenken en niet alleen maar doen alsof ze nadenken?

De regionale zonnepanelencampagne
Dat wierp men mij tegen: maar de gemeente Eindhoven is met een campagne begonnen om 15 miljoen aan renteloze leningen te verstrekken (met een looptijd van 15 jaar) om op ca 3000 huizen voor €5000 panelen per huis aan PV-panelen neer te leggen. Volgens mij moet je dan aan zo’n 15 a 20 panelen per huis kunnen komen – benieuwd of de daken groot genoeg zijn.
Het scheelt de bewoners per saldo, beweert men, €135 per jaar (zal wel netto zijn, besparing – terugbetaling).
Andere regiogemeenten hebben een vergelijkbaar programma.

Ik vind inderdaad dat dit een goede aanpak is, zij het te weinig en te laat. Vernieuwend is het inmiddels niet meer, want reeds velen gingen de gemeente Eindhoven voor en er bestaan al veel grotere dakprojecten.
Dit gezegd zijnde, moet ook gezegd worden dat men nu voor het eerst echt meters maakt en met een groot project komt waar de burger wat aan heeft.

Minnesma noemt NOM-prijzen die ze niet waar kan maken

Brabant in 2030 energieneutraal als je het alleen maar wilt?
Op 28 september 2017 zette Marjan Minnesma van Urgenda een enthousiasmerend opinieartikel in het Eindhovens Dagblad “Brabant kan snel energieneutraal zijn”.
Dat was de verbijzondering van het missiedocument van Urgenda “Nederland op 100% duurzame energie in 2030. Het kan als je het wil!”. In elk geval deze verbijzondering blijkt teveel te berusten op zichzelf overschreeuwende bluf. Naar het missiedocument zelf kijk ik een andere keer wel.

Minnesma stelt dat de Brabantse steden de massale overstap naar elektrisch rijden makkelijk te verwezenlijken is door diesel- en benzineauto’s vanaf 2025 de toegang tot de stad te verbieden “net als Utrecht doet”.
Nu doet Utrecht dat niet. Utrecht (zie www.utrecht.nl/wonen-en-leven/milieu/luchtkwaliteit/milieuzone-utrecht/ ) verbiedt momenteel aan diesels van voor 2001 de toegang tot een deel van de stad. Minnesma is hier veel te slordig.

Minnesma stelt ook dat je een woning standaard voor €35000 Nul Op de Meter kunt maken, en voert daartoe een klein aannemertje Thuisbaas in Amsterdam op die dat nu voor elkaar zou krijgen. Je hoefde dit alleen maar een beetje op te schalen.
Ik  ga nu verder op dit woning-verhaal in.

Thuisbaas
Ik naar de website van Thuisbaas ( www.thuisbaas.nl ). Het bedoelde project (dat €35800 blijkt te kosten, dus afgerond 36 mille) springt meteen in het oog als het ‘huis van Rik en Milda’. De website toont acht ervaringen van individuele huizen. Tot schaalgrootte is Thuisbaas niet in staat.

Wat documentatie van de website.
——————

Meer zonnepanelen
Het huis van Rik en Milda is uitgebreid met een dakkapel en een aanbouw en ook voorzien van isolatie. In 2013 zijn de eerste 12 zonnepanelen geplaatst, waar 4 zonnepanelen aan zijn toegevoegd en 10 speciale panelen die voor elektriciteit en warmte zorgen.

In het boilervat in de schuur wordt warm water opgeslagen dat na verwarmd wordt met een instant heater. De HR-gasketel is vervangen door een lucht/water warmtepomp en de woonkamer wordt verwarmd via een lage temperatuur radiator.

‘Oude huizen zijn juist geschikt.’

“Bij het isoleren van ons huis kwamen we erachter dat de investeringskosten wel meevielen, ons wooncomfort verhoogd zou worden en de energiekosten direct terugliepen. Met de eerste set zonnepanelen zagen we ook dat we meer energie opwekten dan we gebruikten en dus geld terug aan het verdienen waren. We kookten al op inductie, maar gebruikten nog wel gas voor de verwarming en het warme water. Als je dan de berichten over de aardbevingen in Groningen hoort, dan heb je wel plaatsvervangende schaamte en denk je: als ik langer douche, dan staat hun huis langer te schudden.”
——————

In het getoonde prijsoverzicht (en uit een hier niet afgebeeld deel van de website) valt op

  • Thuisbaas werkt alleen voor koopwoningen
  • In dit geval is er sprake van een vrijstaande woning
  • Isolatie ontbreekt (klopt, die zat er al in, de kwaliteit is niet benoemd)
  • De 12 panelen ontbreken die al vóór het proces aanwezig waren
  • De inductieplaat was al aanwezig
  • Er zit één lage T-radiator in, dus blijkbaar wordt alleen de benedenverdieping structureel verwarmd

Thuisbaas doet alleen aan installatietechniek (althans, in het modelvoorbeeld en ook in de andere voorbeelden).

Het bestaat dus niet dat deze situatie maatstafgevend kan zijn voor een gemiddelde stadswoning in een Brabantse stad. Momenteel kost het Nul Op de Meter maken van een gemiddelde woning veel meer dan de €35000, die Minnesma noemt.
Een actiegroep mag van mij een beetje overdrijven en simplificeren. Maar deze  financiele overdrijving gaat zo ver, dat ze de grenzen van de geloofwaardigheid ruim overschrijdt. De calculatieafdeling van een woningbouwvereniging gaat er niet serieus naar kijken.

Bovendien zegt Minnesma met zoveel woorden “Een stad als Tilburg of Eindhoven heeft vele miljoenen m2 die geschikt zijn om zonnepanelen op te plaatsen. Bij dit project worden woningen niet voorzien van een extra, en daardoor kostbaarder, schil zoals die bij de tot nu toe ontwikkelde NOM-woningen.”
Om precies te zijn heeft volgens de Zonatlas in Eindhoven 9,4 miljoen m2 geschikt dak op woningen, publieke gebouwen en bedrijven (zie Zonatlas_persbericht_5juni2015 en deel evenredig naar het aantal woningen af), waarvan in praktijk een deel gebruikt kan worden. Dit kan als theoretische bovengrens opleveren zo’n 3PetaJoule, maar in praktijk minder.

Labels in Nederland (totaal aantal huizen is ca 7,1 miljoen)

Het maatstafgevend maken van een bedrijfsmodel dat geen aandacht besteedt aan isolatie betekent dat Minnesma genoegen neemt met het bestaande isolatieniveau van woningen (80% is label C of slechter). Dit nu is een uitermate schadelijk standpunt en het is te hopen dat de stadsplanners deze aanbeveling van Minnesma niet opvolgen.
Een gemiddelde woning op dit moment vraagt ongeveer 12GJ stroom en 48GJ gas. In de aanpak van Minnesma en Thuisbaas wordt dezelfde, soms tochtige woning omgebouwd tot all electric en zal dan rond de 25GJ stroom per jaar vragen. Er zijn ruim 106700 woningen in Eindhoven, ergo gaat dan bovenstaande 3PJ bijna helemaal op aan de energievoorziening van de dan nog steeds slecht geïsoleerde woningvoorraad.
Daarnaast heeft Eindhoven ook elektrische auto’s, scholen, fabrieken, ziekenhuizen enzovoort, en die krijgen dan geen stroom. Althans niet van Eindhovense zonnepanelen.

Het NOM-beginsel is in essentie een aftreksom: de energievraag – de energieopwekking. Zelfs een labelG – doortochtwoning krijg je wel Nul Op de Meter als je er honderd zonnepanelen op gooit. Maar het  NOM maken van een woning is geen doel in zich, maar onderdeel van een groter geheel. Als er honderd panelen op een woning  zouden kunnen, zouden die bij een label A-woning een fors overschot leveren dat aan de maatschappelijke omgeving ten goede zou komen.

Wat kost een NOM-woning in de praktijk wel?
Ik heb wat zitten zoeken op Internet. Dat vervangt niet dat er een grondiger onderzoek nodig is, maar als eerste indicatie geeft het wel een beeld.

Het loopt uiteen, maar het deskundigenstandpunt dat een Nul Op de Meter-renovatie in standaardsituaties op rond de €65000 uitkomt (incl. BTW), lijkt een goede keuze.

NOM-gemaakte jaren ’70 tussenwoning in de Bilt

De Stroomversnellingsbrochure (zie hieronder) meldt dat woningbouwverenigingen voorzichtig zijn en graag een tussenstap zetten, bijvoorbeeld eerst een Label B – overgang. Dat kost in standaardsituaties rond de €40000 (zegt de brochure). De auteur is daarna van mening dat dit niet veel minder geld is dan een NOM-renovatie voor wel veel minder resultaat, en dat de woningbouwvereniging beter af is met in één keer de stap te zetten naar Nul Op de Meter.
Van deze bewering kan ik op dit moment de waarde niet inschatten.
Kijk op http://stroomversnelling.nl/publicatie/ en kies “Business Case an financiering …”.

Deskundigen menen dat voor een woningbouwvereniging de business case voor een NOM-renovatie sluit als een bus. Het kost wat, maar de woning kan weer 40 jaar mee en is beter dan hij ooit was.
En de huurders gaan er netto in de voorbeelden tot nu toe niet op achteruit of soms vooruit.

Afgezet tegen beide strategieën is de strategie van Minnesma en haar organisatie Urgenda stom en bovendien minstens in veel gevallen overbodig stom.
Ik deel haar inzet op een spoedige verduurzaming van de bestaande woningbouw in Brabant, maar de gekozen koers om daar te komen is prutswerk.

De situatie schreeuwt om een langdurig volgehouden, systematische voorfinanciering zijdens het Rijk. Stel dat je aan €65k per woning uitgeeft aan de 4,5 miljoen woningen, die in de Stroomversnellingsbrochure genoemd worden, dan ben je een kleine 300 miljard kwijt. Spreid dat over 2018 – 2050, schiet het Rijk een dikke 9 miljard per jaar voor die het op termijn  weer terugkrijgt. Valt mee. Pensioenfondsen zouden ook interesse kunnen hebben.

 

Eigen Haard A’dam renoveert 157 portiekflats tot Nul Op de Meter

Inleiding
Omdat er in Brabant, ondanks alle blufpraat vanuit het Provinciehuis, nog steeds geen fuck terecht komt van het planmatig Nul Op de Meter (NOM) maken van forse aantallen bestaande woningen, verzamel ik NOM-projecten van elders in den lande om alvast enig inzicht te krijgen in mogelijkheden en moeilijkheden van zulke projecten, en wat ze betekenen voor de bewoners en voor de woningvoorraad.

Gisteren aan mijn verzameling toegevoegd het eerste grootschalige NOM-project in Amsterdam.

De flats in oude toestand

Wat beoogt het project?
De Amsterdamse Woningstichting Eigen Haard heeft 157 portiekflats in de Wegener Sleeswijkbuurt in de wijk Geuzenveld-Zuid. De flats zijn gebouwd eind jaren ’50 van de vorige eeuw.
Tien jaar geleden stonden de flats op de nominatie om gesloopt te worden. Door de economische crisis zijn die plannen toen niet uitgevoerd, maar de reden waarom men ze had willen slopen zijn niet verdwenen.
Er wordt nu eerder aan renovatie gedacht. Die renovatie is nu gekoppeld aan het NOM-programma. Het resultaat is dat de flats weer 40 jaar meekunnen, aldus Niek Schaap van de woningstichting.
Zie www.eigenhaard.nl/eigen-haard/nieuws/2017/157-portiekflatwoningen-naar-nul-op-de-meter .

De renovatie wordt uitgevoerd door Dura Vermeer, welke onderneming zich speciaal op dit type woningen heeft toegelegd.
Dura Vermeer is pas begonnen en eind 2018 moet het klaar zijn.
Zie www.duravermeer.nl/nieuws/157-portiekflatwoningen-nulopdemeter-in-amsterdam .

De flats worden voorzien van een volledig nieuwe buitenschil. Er komen zonnepanelen op het dak en er komt een nieuwe luifel, waarop ook weer panelen. Ze krijgen een nieuw balkon. Waar nodig worden badkamers, keukens en sanitair vernieuwd. De keuken wordt groter.
De CV-installatie wordt vervangen door een luchtwarmtepomp, het gas gaat weg en koken gaat op inductieplaten (vond niet iedereen leuk).
Per slot van rekening kan een woning, bij een gemiddeld bewonersgedrag, zichzelf energetisch bedruipen.

De kale huur gaat omhoog, de servicekosten veranderen, maar de energierekening gaat omlaag. Beloofd is dat de woonlasten op zijn minst niet toenemen. Het is voor de huurders 18 dagen afzien (ze krijgen een wisselwoning), maar daarna krijgen ze voor minder of even veel geld als vroeger een beter huis.
In het eerste blok is de 70% – deelnamegrens al gehaald.

Kosten
Eigen Haard geeft zelf op hun website geen financiele cijfers.
Deskundigen die het project volgen, zoals het bureau NUL20, zeggen dat het project ca €100.000 per woning kost, all-in, en na aftrek van verworven Amsterdamse en Europese subsidies ( zie www.nul20.nl/dossiers/portiekflats-naar-nul-op-meter ).
Ook  bouw-adviesbureau Hengeveld wijdt er op Internet aandacht aan. Dit bureau spreekt van een aanneemsom (all-in) van ca 25 miljoen. (zie www.bouw-adviesbureau-hengeveld.nl/12-projecten-in-uitvoering/54-wegener-sleeswijkbuurt-te-amsterdam-geuzenveld-zuid/ )
De combinatie van het een met het ander betekent dus dat er fors gesubsidieerd moet zijn.

De flats in nieuwe toestand

Over Jacobsons duurzame energie-modellen en zijn rechtszaak

Inleiding
Mark Z. Jacobson is een hoogleraar aan Stanford University. Hij is verbonden aan een onderzoeksgroep op energiegebied die zich al jaren bezig houdt met het ontwikkelen van modellen, die moeten bewijzen dat het mogelijk is de hele aarde in of kort na 2050 op duurzame energie te laten draaien. Jacobson heeft zelf vooral verstand van modellering op de computer en verschijnt in publicaties vaak als lead author.

Jacobson (en zijn groep, maar kortheidshalve laat ik dat hierna weg) hanteren daarbij een nauwe definitie van “schone energie”.
De primaire winning moet plaatsvinden uit wind, waterkracht of zon, een beetje geothermie en golf- en getijdenenergie (WindWaterSolar afgekort tot WWS).
Het wisselende karakter van het aanbod wordt beheerst met Warmte-Koude Opslag (WKO), Phase Change Materials (PCM) in combinatie met Concentrated Solar Power (CSP), de productie van waterstof, en het openzetten van de kraan bij stuwdammen, al dan niet in combinatie  met oppompen. Verder kan het gunstig zijn (in die zin dat het minder kost) om de vraag naar stroom af te stemmen op het aanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt).

Het schema van Jacobson

Jacobsons ambities gaan verder dan alleen energieneutraliteit. Hij ziet zijn project als iets dat ook schade en doden door luchtverontreiniging tegengaat, netto banen oplevert, en op termijn minder kost. Hij levert dus een soort totaalpakket.
Dat is gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) van december 2015. Zie www.pnas.org/content/112/49/15060 .

Jacobson presenteert dit pakket voor de wereld als geheel, en ook voor 139 landen in het bijzonder. (Ik heb hierover eerder op deze site geschreven onder Hoe 139 landen in 2050 volledig van duurzame energie kunnen leven ).
In het hierna volgende zal ik het voorstel van Jacobson voor Nederland bespreken. Eerst echter de VS.

Jacobson in de VS en het proces.
De VS-versie van Jacobson leidde in de sterk gepolitiseerde VS tot heftige debatten.

Het pakket viel in de smaak bij mensen als Bernie Sanders, diverse filmische grootheden en andere naamsbekende personen, en allerlei milieugroepen. In hoeverre hun mening gedeeld wordt door de samenleving in de VS als geheel, kan ik niet beoordelen. Dat kon wel eens een flink deel zijn.

Het riep ook veel verzet op, ook onder deskundigen en andersgelovige politici, waarvan vooral de meningen van deskundigen in de vakpers terecht kwamen (voor zover ik die gelezen heb).
Dat leidde tot een artikel dd 27 juni 2017, ook in PNAS, “Evaluation of a proposal for reliable low-cost grid power with 100% wind, water, and solar” met als lead author Christopher T.M. Clack (en daarna 20 andere namen, waaronder, naar men zegt, nogal wat beroemdheden). Het is te vinden op www.pnas.org/content/114/26/6722.full . Dit tweede artikel (uitvoerig peer reviewed) hakte in stevige, maar binnen de grenzen van de wetenschappelijke betamelijkheid blijvende, bewoordingen in op het eerste artikel.


De beer was los. Beer Jacobson stapte naar de rechter en eiste ruim 10 miljoen dollar schadevergoeding voor reputatieschade, te betalen door PNAS en door de lead author Clack (de andere 20 werden niet voor de rechter gedaagd). Met name de passage over “modeling errors” bij een professor die daar nu juist zijn brood mee verdiende stampte op de zere teen. Het proces loopt.

Je hebt wetenschappelijke vragen, politieke vragen en juridische vragen.
Zowel het eerste stuk van Jacobson als het tweede van Clack vallen in het wetenschappelijke domein. Ze gaan er over wat er natuurkundig kan, onder welke voorwaarden, en met welke economische kosten en baten. Binnen het wetenschappelijke domein gelden, ook voor linkse professoren die het beste met de wereld voor hebben, de wetenschappelijke regels en dat is in dit geval gewoon een verder doorgevoerde discussie in PNAS.
Vragen over wat wenselijk is, en welk doel hoeveel mag kosten, en wat de prioriteiten horen te zijn horen in het politieke domein thuis. Helaas is het politieke klimaat sterk verziekt en zit er een president (met aanhangende kliek) aan wie dit soort subtiliteiten ook niet besteed is.
Juridische vragen gaan pas spelen als er concrete mensen of rechtspersonen concreet geschaad worden door acties in het politieke domein.
Ik vind het een idiote actie van Jacobson.

Header van het proces van Jakobson

Ik ken de situatie in de VS te slecht om diep op de VS-versie van Jacobson en zijn critici in te gaan. Een minieme steekproef uit de Amerikaanse pers lijkt op te leveren:

  • de Trumpisten hebben er geen zin in en gebruiken bijvoorbeeld het elektriciteitsnet als argument (dat in de VS een stuk beroerder is dan in Europa)
  • op papier vindt de wetenschap het scenario van Jacobson uitvoerbaar
  • de zeer smalle focus van Jacobson op WWS is schadelijk en overbodig, welke bewering vanuit uiteenlopende belangen uitgesproken wordt ‘kernenergie’ ‘CCS’ ‘biomassa’
  • Jacobson veronderstelt technieken die er nog niet of nauwelijks zijn en/of trekt deze technieken veel verder door dan gerechtvaardigd is
  • Sommige dingen kunnen  gewoon niet (een vertienvoudiging van de stuwdamcapaciteit)
  • Het kost teveel
  • Het is veel realistischer om in 2050 80% van de dan nodige energie uit hernieuwbare bronnen te halen, aldus een door velen aangehaalde NREL-studie

Ik kom er op terug in de paragraaf over Nederland.

Jacobson in de geanalyseerde 139 landen samen

Jacobsons energietransitieschema

Wat uitleg bij deze figuur, die dus over de 139 landen samen gaat.

De ‘TW’ die er staan zijn jaargemiddelde Terawatten (Tera = 1012  = 1000miljard). Dus als je dit *8760 uur per jaar doet en *3600 sec/uur, geeft het de geproduceerde energie in een jaar.

Voor Jacobson is 2012 het basisjaar. In dat jaar verbruikten de geanalyseerde 139 landen samen 11953TW vermogen (jaargemiddeld).

Dat is ‘bruto’ omdat er fossiele brandstof deel van uitmaakt.
De binnenkomende (deels fossiele) energie gaat richting drie bestemmingen:

  • Een deel wordt kracht of beweging of bedoelde warmte
  • Een deel gaat in materie zitten (bijv. in plastic of kunstmest). Hiervan telt Jacobson 10% mee.
  • Een deel wordt ongebruikte afvalwarmte.

Als je uit de fossiele brandstof stapt, wordt er geen afvalwarmte meer gemaakt. Dat scheelt uiteraard en die besparing staat in bovenstaand plaatje als bovenste (lichtstgrijze) driehoek.
Verder hoef je geen kolen en olie meer uit de grond te halen en rond te sjouwen en dat scheelt ook (de onderste grijze driehoek).
Tenslotte bespaart Jacobson een beetje als gevolg van menselijk beleid en gedrag. Mondiaal is dat 6,9% in 38 jaar.

In de grafiek betekent ‘BAU’ ‘Business As Usual’. Met andere woorden: men blijft op basis van ongewijzigd beleid fossiele brandstof gebruiken. De BAU-term is dus bruto (dus inclusief de drie grijze driehoeken).
De WWS-term is als alle energie rechtstreeks als elektriciteit wordt opgewekt of rechtstreeks als bedoelde warmte. De omweg via fossiele brandstof vervalt en de WWS-term is dus netto. Dat is het gekleurde deel van de grafiek. In 2050 is dus bruto = netto  geworden.

Al met al komt het mondiaal op neer dat Jacobson de groei, die anders plaatsgevonden zou hebben, wegvangt door het fossiele deel eruit te
snijden. Per saldo is bij hem het energiegebruik in 2012 (bruto) nagenoeg gelijk aan dat in 2050 (bruto = netto).

Jacobson in Nederland
(Eerst even een punt van aandacht. Let wel dat in Nederland bij zon en wind andere ‘Watt-en’ in omloop zijn.
Bij zon in Nederland geeft men de kiloWatt-piek en het aantal kWpiek * 950 heeft het aantal kWh , en dat * 3,6 miljoen het aantal Joule.
Bij wind in Nederland geeft men het nominale vermogen (dat boven een bepaalde windsnelheid niet meer toeneemt) en doet dat * ca 2200 uur op het land en * ca 4000 uur op zee, waarna verder als boven.
Dit systeem komt bij Jacobson ook voor en het kan tot verwarring leiden, dus let er even op.)

De mondiale cijfers (grafiek boven) worden door Jacobson omgezet in nationale cijfers (tabel onder). Hierin die voor Nederland en voor enkele andere landen ter vergelijking.

Vermogenstabel van enkele landen

Je moet dit dus lezen als:
In Nederland zou het BAU-scenario in 2050 leiden tot een jaargemiddeld vermogen van 114,7GW, en het WWS-scenario tot 63,3GW. Het laatste cijfer is 44,84% lager dan het eerste cijfer (laatste kolom).

Het probleem met deze tabel is dat het vermogen in het basisjaar 2012 niet vermeld wordt. Met andere woorden: als Jacobson apart voor Nederland een gekleurde grafiek getekend had als boven, had je wel het rechtereindpunt van de rode en de stippellijn geweten, maar niet het linkereindpunt van beide samen.

Nu hebben wij een CBS en dat zegt dat Nederland in 2012 een jaargemiddeld vermogen had van 103,3GW (bruto), waarvan 61,4GW netto. Het systeem echter van het CBS is niet precies hetzelfde als dat van Jacobson, maar voor de grote lijn van de redenering maakt dat niet heel veel uit. In een gekleurde grafiek voor Nederland apart zou de rode lijn fors omlaag lopen: zo’n 40% in 38 jaar, dus een besparing van 1% per jaar. De huidige praktijk is dat de stippellijn de laatste jaren grofweg om een horizontale lijn wappert. Misschien dat je een beetje daling ziet als je goed kijkt en een beetje optimistisch doet.

Hoe dan ook, als Jacobson zijn zin krijgt, hebben wij in 2050 te verdelen 63,3GW, geheel in de vorm van emissieloze technieken.
De wereld wordt er trouwens een stuk schoner door. Jacobson denkt dat er in Nederland per jaar 6600 mensen minder vervroegd sterven aan Fijn stof (PM2.5) en ozon.

Jacobson stelt voor om de 63,3GW volgens de onderstaande percentages te verdelen (maar verschuivingen binnen dezelfde totaalsom zijn mogelijk). De percentages tellen op tot 100% en dat is die 63,3GW vermogen (over een jaar ca 2000PJ aan energie).

percentages vormen van duurzame energie (Jacobson)

Een voorbeeld.
Wind op het land zou goed zijn voor 5,73% van 63,3GW = 3,63GW.
Let wel: dat is jaargemiddeld. Jacobson voorziet dus 3,63GW * 8760 * 3600 = 114,5PJ.
Het Nederlandse beleid voor wind op het land wil naar 6,00GW, maar dat is nominaal.
Het  Nederlandse beleid voorziet 6,00 * 2200 *3600= 47,5PJ.

Op basis van onderlinge afstand tussen de turbines komt Jacobson tot een energiedichtheid van 7,1W/m2 voor windenergie, te land en ter zee.
Jacobson hanteert voor zonnepanelen op het dak 201W/m2 en op de grond 0,30PJ/km2 .

Het is mij een raadsel hoe je in Nederland CSP wil doen, want die installaties staan tot nu toe alleen maar in hete woestijnen, maar laat ik eens aannamen dat Jacobson weet wat hij zegt. Hij gebruikt deze techniek ook als energieopslag.
Ik neem dan de gegevens van Gemasolar bij Sevilla.

Gemasolar bij Sevilla (0,40PJ op 185 hectare) (recente CSP-inrichting)

Dit alles geeft de volgende overzichtstabel:


Van de 2000PJ moet dus ca 1170PJ op het land opgewekt worden (rest wind op zee).
Deze site focust op Brabant, en dat is indicatief ca 1/7de deel van Nederland, dus een kleine 170PJ voor Brabant.

Mijn mening
Dit is heftig en de vraag is hoe je dat er politiek doorheen krijgt. Ik ga dit in een aantal statements afwerken.

  • Het doel is dat Nederland zijn bijdrage levert aan het Akkoord van Parijs. Daartoe moet de CO2 – concentratie (en die van andere broeikasgassen) niet veel meer stijgen. Dit doel moet bereikt worden.
    Overgaan op duurzame energie is voor het klimaat een middel. Als je van Poetin en meneer Saoedi af wil, is het een doel.
  • Men zou kunnen proberen meer te besparen, zodat we in 2050 nog lager dan 63GW uitkomen.
  • Het WWS-puritanisme van Jacobson leidt in een dichtbevolkt land als Nederland tot grote spanningen, gaat te ver en hoeft niet zo extreem doorgevoerd te worden. Sommige milieugroepen in Nederland hanteren een vergelijkbaar puritanisme: wind en zon zijn halal en de rest is haram. Die dichotomie geeft een lekker gevoel van politieke zuiverheid, maar richt in de praktijk schade aan.
    Men moet niets op principiele gronden bij voorbaat verbieden en altijd eerst te analyseren hoe dingen in elkaar zitten en of een potentiele energiebron, al dan niet na het oplossen van praktische problemen, niet toch een bijdrage aan een oplossing kan bieden.
    Er is weinig op tegen om het pakket te verbreden met een portie biomassa, een portie CO2-opslag onder de grond, een portie restwarmte van de industrie, een portie zoet-zoutwateropbrengst, en mogelijk een portie kernenergie in een nieuw technisch concept dat de huidige problemen sterk vermindert.
  • Ik ben steeds minder iemand van het grote, zuivere gebaar, maar ik word steeds meer een sprokkelaar. Op  deze site staan artikelen over de potentiële opbrengst van mestvergisting, over de potentiele opbrengst van bossen, over restwarmte van datacenters, enz. Geen van deze posten lost op zichzelf alleen het probleem op. Silver bullets bestaan niet.
    Ik voel bijvoorbeeld voor een kritiek in de VS van Dodge (New York, The Energy Collective, zie Critique of the 100 Percent Renewable Energy for New York Plan_nov2013_Dodge ) dat New York (welke stad plus ommelanden best wel te vergelijken zijn met Nederland als geheel) zich lang niet in die mate leent voor zonneenergie als Jacobson zegt, maar ondertussen wel over grote hoeveelheden vergistbaar afval beschikt waar Jacobson niets mee wenst te doen.
  • Als Jacobsons logica breed ingang zou vinden (het doel van zijn werk), zullen er dunbevolkte landen zijn met veel zon, die meer elektriciteit kunnen opwekken dan ze zelf nodig hebben. Met andere woorden: ze kunnen exporteren, waaronder naar Nederland. Nederland importeert nu ook netto energie en ook zonder verduurzaming zal dat steeds meer worden. Waarom geen duurzame stroom importeren over HVDCkabels uit Griekenland of Marokko?
    Wie weet verbetert dat de financiele onevenwichtigheid tussen Noord- en Zuid-Europa.
  • Jacobsons aannames over de mogelijkheden van zon op daken lijken een lichte onderschatting.
  • Maar hoe men het ook wendt of keert, er is nu al behoefte aan forse oppervlakten zonnepark op de grond.
    Men zou er in Brabant goed aan doen om een beleid te ontwikkelen, dat er op gericht is meerdere voordelen tegelijk te bewerken: naast de energieopbrengst ook een rol als flankerend beleid in de landbouwtransitie, en voor de ontwikkeling van extensief grasland dat een natuurwaarde zou kunnen hebben voor weidevogels en insecten.
Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).

De Nacht van de Nacht

De IVN-afdeling Veldhoven-Eindhoven-Vessem werkt elk jaar mee aan de manifestatie “Nacht van de Nacht”. Dat is een groot, landelijk initiatief (zie www.nachtvandenacht.nl/activiteiten/ ).
Dit jaar verzamelde men zich op 28 oktober bij de visvijver Vlasroot in Veldhoven. Het was de tiende manifestatie. Een Veldhovense wethouder opende de manifestatie om 19.30 uur.
Het weer was niet geweldig, maar de animo van het publiek viel niet tegen.

De manifestatie richt zich tegen lichtvervuiling.

Verlicht Europa ‘s nachts vanuit de ruimte

Nederland is een van de lichtste landen ter wereld. Vanuit de ruimte is te zien dat ons land helemaal oplicht door de hoeveelheid kunstlicht. Al dit overvloedige licht wordt lichtvervuiling genoemd. Vaak brandt het licht ook nog eens onnodig. Lichtvervuiling komt op veel plekken voor. Denk aan verlichting van bijvoorbeeld sportvelden, wegen, kantoorgebouwen, parkeerterreinen/garages, kassen, monumenten en reclameborden die de hele nacht onnodig branden.
77% van de bevolking vindt dat de reclameverlichting en verlichting van de buitenkant van kantoren na 12 uur ’s nachts uit mag’

Veel licht ‘s nachts ontregelt plant, dier en mens, en het kost nog eens een hoop geld ook. Bij vogels, insecten en amfibieën beïnvloedt buitenverlichting het gedrag door desoriëntatie, afstoting en aantrekking. Hun oriëntatie wordt verstoord, waardoor hun energiebalans wordt aangetast. Of ze worden uit hun winterslaap gehouden. Hierdoor neemt de kans op uitputting en sterfte toe.
Voor vogels is licht de belangrijkste prikkel voor het timen van hun activiteit. Nachtelijk kunstlicht verandert de natuurlijke licht-donker cyclus. Daardoor kan de betrouwbaarheid van licht als prikkel verzwakken.” aldus de landelijke website van het initiatief.

Aktiviteitentent tijdens de Veldhovense Nacht van de Nacht 2017

Milieudefensie en het IVN werken af en toe samen als het onderwerp zich ervoor leent. Leonhard Schrofer van Milieudefensie Eindhoven heeft meegeholpen met de organisatie van de Veldhovense Nacht van de Nacht. De niet-ruimtefoto’s zijn van hem.
Ik kon helaas niet zelf mee, omdat ik net op die dag mijn verjaardag vierde.

Er zijn een aantal activiteiten:

  • Een ontvangstkraam met informatie
  • Een tent met informatie en kinderactiviteiten over maan, planeten en sterren (normaliter kun je in de stad de sterren niet zien)
  • Een kleine puzzeltocht voor kinderen
  • Chocolademelk en erwtensoep
  • Een tent met informatie over muizen en uilen
  • Een tent met informatie over vleermuizen. Kinderen konden van zwart papier vleermuizen vouwen.
  • De vertelclub VerVe van kinderverhalen
    Braakballen onderzoeken. Uilen en muizen zijn niet elkaars beste vrienden.

    Het initiatief verdient verdere steun.

Monumentale woningen verduurzamen tot NOM kan, maar heeft een prijs

In deze kolommen is vaker aandacht besteed aan het Nul op de Meter maken van woningen, iets dat in Brabant tot nu toe vooral een sof is.

Technisch kan het wel, zelfs in moeilijke omstandigheden, maar het heeft een prijs. Dat bewijst het voorbeeld van 154 sociale huurwoningen in het Haarlemse wijkje Hof van Egmond.

Het Hof van Egmond in de Haarlemse Slachthuisbuurt is bijzonder vanwege de stedenbouwkundige opzet en de sobere Amsterdamse Schoolstijl. Daarom zijn het monumenten.
De 154 sociale huurwoningen zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw gebouwd. In de loop der tijd zijn de huizen, die op een uitdrogende veenlaag staan, ernstig verzakt. Aanvankelijk wilde de woningbouw-
vereniging Pré Wonen alleen de fundering vervangen, maar uiteindelijk is besloten om de woningen compleet te slopen op de voorgevel na, waarna 150 woningen en 12 appartementen teruggebouwd zijn.

Die zijn energetisch inderdaad heel goed. De woningen zijn zeer goed geïsoleerd, hebben een individuele wko-installatie – warmte wordt 120 meter diep uit de grond gehaald – en iedere woning beschikt over zonnepanelen op het dak. Daarmee wordt een uitzonderlijke EPC van min 0,4 gehaald (netto produceren ze dus energie).
De bewoners betalen een Energie Prestatie Vergoeding en een bescheiden rekening van het energiebedrijf. Netto gaan ze er op vooruit.
Per woning heeft de nieuwbouw 85.000 euro ex btw gekost, om ze energieneutraal te maken komt daar nog eens 19.000 euro bij.

Pré Wonen denkt dat deze aanpak in deze specifieke omstandigheden de beste was, maar niet de algemene norm gaat worden. Men verwacht dat in de verduurzaming van Haarlem een warmtenet met geothermie als bron een grote rol gaan spelen.

Zie voor het persbericht www.nul20.nl/dossiers/alleen-gevels-blijven-staan .
Op deze site over Nul op de Meter in Brabant Nul op de Meter – woningen .

Pré Wonen heeft een brochure uitgebracht, die te groot voor deze site is. Hij is te vinden is via https://oud-prewonen.prd.riviumba.com/onze-projecten/Nieuwbouw/Hof-van-Egmond/ (even zoeken naar ‘brochure’).
Een ingenieursrapport is te vinden op Energiekenmerken – Hof van Egmondcomplex Haarlem .

Onderstaand overzicht is uit het ingenieursrapport.

Gesprek bij Isover over nieuwbouw en renovatie, industriepolitiek en Saint Gobain

Inleiding
De fractie van de SP in Provinciale Staten van Noord-Brabant is op 13 okt 2017 op werkbezoek geweest bij Isover in Etten-Leur. Het gesprek ging over Saint-Gobain, het moederconcern waarvan Isover in Etten-Leur de isolatietak is, en over industriepolitiek. Verder ging het ook over de rol die Isover cq Saint-Gobain kan spelen bij de bouw en renovatie van woningen, mede in het licht van de noodzaak tot vergaande verduurzaming. Het was een prettig en leerzaam gesprek. Ik zat er ook bij.

(voor Isover, staand links, Ivo van Rooy, solution manager en Frank te Poel, staand midden, algemeen directeur). Zittend leden van de SP-fractie met ondersteuners.

Isover en Saint-Gobain
Saint-Gobain is in 1665 door Lodewijk XIV opgericht om spiegelglas te maken. Sindsdien is de onderneming uitgegroeid tot een multinational met  meer dan 170000 werknemers in 67 landen. Het bedrijf is actief in zaken als bouwmaterialen, isolatiematerialen, gewoon en speciaal glas, en speciale hoogwaardige materialen. Daarnaast denkt Saint-Gobain ook mee over oplossingen.

Saint-Gobain wil een duurzame onderneming zijn, beschouwt zichzelf als Maatschappelijk Verantwoorde Onderneming en steunt het klimaatverdrag van Parijs.

Saint-Gobain voert een aantal merken, waarvan Isover (van ISOlation VERre) er een is. Isover maakt onder andere glaswol. Adfors is een ander Saint Gobain-merk en maakt glasvlies.

De Nederlandse productielocatie van Isover en Adfors staat in Etten-Leur.

De productielocatie van Isover en Adfors in Etten-Leur (13 okt 2017)

Industriepolitiek
Wat Isover vooral stoort is de grilligheid van het Nederlandse beleid (en daar staat Isover niet alleen in). Zo ongeveer elk kabinet begint met zijn eigen dingetje op energiegebied. In het nieuwe regeerakkoord wordt de salderingsregeling omgevormd tot iets wat nog niet duidelijk is, en de postcoderoosregeling wordt niet genoemd.
Op die manier kun je geen lange termijn-planning maken.

Ook uit deze grafiek komt hetzelfde probleem naar voren.

Hollen of stilstaan in de bouw, en daardoor onder het hollen gebrek aan personeel en materiaal

Het is hollen of stilstaan in de bouw. In de crisisjaren is het personeel de bouw uitgejaagd en die bouwvakkers komen niet meer terug. Ruim 30% van de ondernemingen wordt in 2017 geremd door een tekort aan personeel en materiaal.
Het zou een zegen zijn als er een langjarig beleid zou zijn geweest (dus met anti-cyclische investeringen) zodat de bouw en de renovatie planmatig en ongestoord door had kunnen gaan. In Denemarken heeft men een dergelijk beleid.

Labels in Nederland (totaal aantal huizen is ca 7,1 miljoen)

Nieuwbouw en Renovatie
Er is alle reden om voor de bestaande woningvoorraad een dergelijk lange termijn-beleid door te voeren. Slechts 20% van de 7,1 miljoen huishoudens woont in  een huis met label A of B. Woningbouw-
verenigingen zouden label B moeten halen, maar dat gaat niet lukken. De laatste stap tot label B zou ruim een half miljard aan na-isolatie vragen.

Bestaande woningen tot Nul op de Meter renoveren kan op zichzelf wel. De muren moeten dan hetzij aan de binnenkant, hetzij aan de buitenkant (dus met een nieuwe schil erom heen) geïsoleerd worden. De rekenmodellen, die Isover gebruikt, gaan voor een standaard naoorlogs rijtjeshuis uit van zo’n €60.000 per woning. Een gasverbruik per woning van 2300m3 per jaar (wat erg veel is bg) zou met een goede warmtepomp (COP 5, wat erg gunstig is  bg) omgebouwd kunnen worden tot een elektraverbruik van 4500kWh/jaar, alleen voor die warmtepomp, en daar heb je (in ideale omstandigheden bg) zo’n 20 zonnepanelen voor nodig. Je hebt dan niet geïsoleerd.
Op de keper beschouwd is dus Nul op de Meter een verschil-berekening. Het kan als het ware (weinig – weinig) zijn, maar ook (matig – matig) of (veel – veel).

Er is tijdens het werkbezoek ook veel gezegd over nieuwbouweisen. Nieuwbouw duurzaam maken is zeer veel makkelijker dan renovatiebouw duurzaam maken.
Een voorbeeld daarvan is hoe straks de eisen eruit gaan zien voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Dat is een vertaling van de Europese richtlijn Near Zero Energy Building (NZEB), die op zichzelf tot weinig verplicht. Omdat de verschillende EU-landen zeer uiteenlopende huizen in een zeer divers klimaat hebben, wordt die vertaling aan de nationale overheden overgelaten. In Nederland is een voorlopige keuze gemaakt, die voor woningen neerkomt op (1) een energiebehoefte van 25kwh per jaar per m2 verwarmd vloeroppervlak, (2) hooguit 25kWh/y*m2 primair fossiel verbruik, en (3) een aandeel hernieuwbare energie daarin van 50% of meer. Dit zou vanaf 2021 moeten gelden.
Eigenlijk is dus BENG een betere eis dan Nul op de Meter, want BENG = weinig.
(Het officiele verhaal is te vinden op www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/wetten-en-regels-gebouwen/nieuwbouw/energieprestatie-beng/wettelijke-eisen-beng ).

Voorbeeldberekening tav BENG als energie-gebruikseis versoepeld wordt

Isover vindt die eisen nodeloos streng en denkt dat, als je de energiebehoefte van 25 naar 50kWh/y*m2 zou versoepelen (de eerste eis), en als je dat met de tweede en derde eis zou opvangen, een woning €10.000 goedkoper zou worden. Dat kan schelen in de verkoopkansen.

Het is een klassiek voorbeeld van de wet van de afnemende meeropbrengst versus de toenemende meerkosten. De PS-fractie mist de expertise om uit te maken wat hier wijsheid is, maar wil het Isover-standpunt in elk geval vermelden. Eigenlijk zou je over dit soort verhalen rustiger moeten kunnen praten dan in een snel werkbezoek.

Micro en macro
Isover heeft vanuit zijn professie te maken met afzonderlijke woningen of groepen van afzonderlijke woningen. Die wil het bedrijf graag helpen verbeteren.

Maar de som van alle micro-processen is een macroproces dat ingrij-
pende gevolgen kan hebben voor de ruimtelijke ordening van Brabant. Waar moeten al die windturbines en PV-perken staan?
Dat is een typisch provinciale insteek.

Dit is even aan de orde geweest tijdens het werkbezoek en werd erkend, maar de gelegenheid was er niet naar om dit uit te spitten.