Wat de provincie wel en niet kan bij landbouwvervuiling

Soms worden van de provincie dingen geëist die de provincie niet kan waarmaken, simpelweg omdat de provincie, anders dan mensen denken, er niet wat over te vertellen heeft. Mensen vinden dat de provincie moet ingrijpen als de eigen gemeenteraadsleden er een potje van gemaakt hebben (zoals bij de Gebied Ontwikkeling Langstraat), of mensen vinden dat de provincie het aantal koeien en varkens moet verminderen of soja-importen verbieden (wat een rijksbevoegdheid is).
Het antwoord is in alle gevallen weinig bevredigend, maar het is niet anders.

Mogelijk hierom hebben de provincie NBrabant en de waterschappen aan de Universiteit van Utrecht gevraagd degelijk juridisch in kaart te brengen
1) wat, tegen de achtergrond van de KRW, de aard en omvang is van de emissieproblematiek van landbouwgerelateerde stoffen als nitraat, gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica?
2) wat de opdrachtgevers kunnen om die stoffen aan te pakken, nu dit een rijksbevoegdheid is en het Rijk er te weinig aan lijkt te doen?
3) of de kans bestaat dat “Brabant op slot gaat”, en of de opdrachtgevers daarop invloed kunnen uitoefenen
4) wat de provincie moet en mag als straks de Omgevingswet geldt.

De KRW is de KaderRichtlijn Water. Dat is een Europese wet, die geen rechtstreekse werking heeft maar die in nationale wet moet worden omgezet. Of dat in Nederland goed gebeurd is, is een belangrijk deelthema in de studie.
Zie ook http://www.clo.nl/indicatoren/nl1412-kaderrichtlijn-water .

zover het eigen instrumentarium reikt

De opdracht leidde tot een degelijke studie, geschreven door vijf doctor-s, waarvan er drie prof zijn, van het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law. Het bestaat uit ruim 90 kantjes geavanceerd milieurecht. Zie http://www.uu.nl/nieuws/rijksbeleid-blijft-achter-bij-verbetering-waterkwaliteit
Ik ben fysicus, geen jurist, en het is een beetje boven mijn niveau. Ik heb een beetje milieurecht gehad aan de Open Universiteit, net genoeg om te zien dat het verhaal degelijk oogt, interessant genoeg om verder te verspreiden, en van belang voor wie iets tegen de huidige landbouw heeft. Een actiegroep of zo moet er maar eens iemand op zetten die er echt verstand van heeft.

Methodiek van de KRW
Methodiek van de KRW

De ecologische toestand van het Brabantse oppervlaktewater is matig tot slecht. Het is duidelijk, aldus de studie, dat ook bij uitstel tot de uiterste KRW-datum van 2027 een goede ecologische toestand niet bereikt zal worden. Dat betekent dat art. 11 van de KRW in werking treedt. Vervolgens staat er een verhaal over de verhouding tussen Nederlands en Europees recht dat te ingewikkeld is voor deze kolommen. Dit is in elk geval duidelijk:

a) de nationale wetgever heeft beoogd alles in de Waterwet, de Meststoffenwet en de Wet Gewasbescherming en Biociden (wgb), en in de aanhangende uitvoeringsregels, uitputtend te regelen
b) voor de provincie blijven de restjes over die niet landelijk afgeregeld zijn, en/of de toepassing van de wet in specifieke situaties zoals waterwingebieden, slootkanten e.d. , en de inzet van buiten-wettelijke middelen als subsidies (bijv. het Schoon Water-initiatief), afspraken en overreding.
Hooguit zou de provincie of het waterschap nog iets verder de grenzen kunnen opzoeken, bijv. bij een aansluitverordening een verontreinigingsheffing instellen, bijv. op gewasbeschermingsmiddelen. Of de grenzen van het waterwingebied oprekken.
zover instrumentarium_KRW2015_ecol_overig
c) Volgens door “Utrecht” geraadpleegde Brabantse provinciale experts is meer dan de helft van de mest niet plaatsbaar. Dit leidt tot illegaliteit.
d) de landbouw erkent slechts de Nitraatrichtlijn als wet (maar voldoet daar nog steeds niet aan). De veel scherpere ecologische KRW-richtlijnen (volgens dezelfde geraadpleegde experts) als “maatschappelijke wens gezien, niet als verplichting die van de sector kan worden gevergd.”
e)  mest kan onder de Afvalstoffenwetgeving vallen. Daarmee voorkomt bijv. de deelstaat Nedersaksen Nederlandse mestimport, omdat in Nederland mest niet als afval gezien wordt en er dus geen Europese EVOA-papieren bij horen. Het is afwachten wat de Europese Commissie cq het Europees Hof hiervan vindt.
f)  de landbouw hoeft geen vergunning te hebben voor de normale agrarische bedrijfsvoering (deze vallen onder algemene regels). Het enige landbouwding dat een vergunning nodig heeft is een mest-
bewerker, met een omgekeerde osmose-eindtrap als (zeer goede) Best Beschikbare Techniek.
g)  antibiotica etc zijn niet genormeerd. Er gelden slechts algemene bepalingen voor (zorgplicht)
h)  het Nederlandse systeem, waarin gehandeld wordt op microniveau (maatwerk en vergunningen) werkt niet erg mee om een doel te bereiken op macroniveau (de kwaliteit van een hele waterlichaam).
Een aanscherping van de algemene maatregelen zou zinvol zijn, maar is een rijkstaak. Mogelijk kan deze aanscherping worden afgedwongen, omdat het beschermingsniveau dat met de algemene maatregelen bereikt wordt in strijd is met de KRW. Een handhavingsverzoek zou hier misschien toe kunnen leiden, aldus “Utrecht”.
De Utrechtse rechtsgeleerden noemen enkele malen het “Wezer arrest” van het Europese Hof van Justitie. ‘Achteruitgang’ van een waterlichaam is verboden en in het Wezer Arrest wordt leidt handeling al tot een “achteruitgang” als één kwaliteitsbepalend element in de totale classificatie één klasse achteruit gaat, zelfs als de totale classificatie daardoor gelijk blijft. Als een water al in de laagste kwaliteitsklasse zit, is geen enkele achteruitgang toegestaan.
i)  omdat de reguliere landbouw niet aan vergunningen gebonden is, kan er niet in directe zin een “op slot-situatie” ontstaan. De provincie kan (bijv. bij nitraatvervuiling) niet iets weigeren omdat er niets aangevraagd hoeft te worden.
Bij andere activiteiten die wel een vergunning vereisen, kan een “op slot-situatie” wel ontstaan.
j)  slechts voor de natuurlijke KRW-waterlichamen (die er in Brabant niet of nauwelijks zijn) bestaan wettelijk bindende normen. De rest wordt slechts beschermd door ‘beleid’ (dus bedoelingen).
De Utrechtse studie meent dat het zg Wezer-arrest deze soepelheid slechts in uitzonderlijke omstandigheden toestaat.
status waterlichamen
k ) op papier kan de nieuwe Omgevingswet soelaas bieden, omdat het Rijk daarin meer kan decentraliseren. Of het Rijk dat zal doen (bijv. als het Rijk de veeteelt centraal wil blijven beschermen) is een tweede.
zover het eigen instrumentarium reikt_ongevingswet

Zoals eerder gezegd, een onderwerp dat grondige studie verdient!

 

 

Longfonds tegen houtrook

Op 7 en 8 juni 2016 vond het jaarlijkse VNG-congres plaats (Vereniging Nederlandse Gemeenten). Tijdens het congres hebben de gemeenten Amersfoort en Leeuwarden een motie ingediend tegen houtrook (dit overigens tegen de zin van de Leeuwardense VVD). Uit de tekst blijkt dat de motie betrekking heeft op houtstook door huishoudens die dicht op andere huishoudens wonen.
De motie is aangehouden, omdat de VNG-leiding vond dat er nog teveel onduidelijk was. Er zijn mensen die dat uitstel nergens goed voor vonden, maar hoe dan ook, de VNG-leiding ging er mee aan de slag.
Een van de initiatieven betreft een enquête onder de leden, de Nederlandse gemeenten.

In een brief aan die leden (dd 23 juni 2016) geeft het Longfonds (voorheen Asthmafonds) weer wat zijn standpunt is.
In 2011 telde Nederland volgens TNO bijna een miljoen kachels en open haarden, een aantal dat toeneemt vanwege het duurzame en goedkope imago. De subsidie op pellets werkt dit verder in de hand, en werkt er aan mee dat de stookinrichtingen meer uur per jaar aan staan. Daarnaast neemt ook het aantal vuurkorven en terrashaarden toe. Het CBS schat in dat ca 10% van de bevolking hinder ondervindt door houtrook.

Huishoudelijke houtkachels verspreiden fijn stof, PAK’s, vluchtige organische stoffen en koolmonoxide. Voor fijn stof zijn ze, qua orde van grootte, te vergelijken met het verkeer.

Oorzaken van Eindhovense verschillen in PM2.5
Oorzaken van Eindhovense verschillen in PM2.5

In Nederland lijden ca een miljoen mensen aan een longziekte. Ook ouderen, kinderen en mensen met een hart- of vaatziekte behoren bij de risicogroep.

Het longfonds adviseert:
–  stop de landelijke subsidie op pelletkachels
–  stel een stookverbod in bij bepaalde weersomstandigheden en handhaaf dat
–  maak in nieuwbouwwijken houtstook technisch onmogelijk
–  bouw een houtstook-ontmoedigingsbeleid op
–  steun initiatieven zoals bijv. de gezamenlijke aanleg van zonneboilers
–  relativeer door voorlichting het duurzame imago van houtstook, en maak de gezondheidseffecten duidelijk

Houtpellets
Houtpellets

Het probleem is dat er een wetswijziging nodig is om gemeenten in staat te stellen handelend op te treden. Nu lukt dat niet. De motie geeft hier-
over meer uitleg.

De brief van het Longfonds zie vngenquetehoutrook-standpuntlongfonds_23juni2016
De VNG-motie zie motie_aanpak_houtrook_tbv_vng_congres_-_gemeente_amersfoort-leeuwarden
Een eerder artikel op deze site zie Houtrook op Strijp T ongevaarlijk?

Mijn eigen mening:
Ik deel het standpunt van het Longfonds,
–  wel voor zover zich dat richt tegen hout stoken door huishoudens in relatief dicht bevolkte gebieden. De tekst van de motie lijkt daar ook op te wijzen, maar het staat er niet met zoveel woorden. Ik vind dat het voor plattelandswoningen op grote afstand van hun buren, met eigenaren die vaak eigen hout hebben, anders ligt.
–  niet voor zover het standpunt zich richt tegen grootschalige, professioneel geleide installaties met een  deugdelijke rookgasbehandeling
–  met de kanttekening dat het woord ‘duurzaam’ inmiddels een vreselijk  containerbegrip geworden is. Het eigen standpunt, over wat dan ook, heet altijd duurzaam en alles wat voor vies en voos uitgescholden wordt als onduurzaam betiteld. Men framet zodoende het eigen gelijk per definitie.
Ik gebruik het woord ‘duurzaam’ in de oude, beperkte zin van het woord, als kenmerk van een productieproces of energieopwekking die de natuurlijke hulpbronnen in stand laat. Hout stoken kan duurzaam zijn als de bron even hard aangroeit als het hout verbruikt wordt.
Ik heb dus geen algemeen afkeurend standpunt tegen het verstoken van biomassa, mits dat goed gebeurt. Zie De biomassacentrale Meerhoven en het overige Eindhovense biomassaprogramma .
–  want uiteraard moet bij zowel onduurzaam als duurzaam stoken aan emissie-eisen voldaan worden. Huishoudens kunnen dat niet, want die gebruiken vaak vervuild hout en andere niet-kosjere materialen, halen vaak een veel te lage verbrandingstemperatuur en hebben geen rookgasbehandeling.
haardvuur

 

Plantjes kijken met de voormalige stadsecoloog of: Tongelre is mooi als je weet waar je kijken moet

De (nu gepensioneerde) stadsecoloog Leonhard Schrofer is lid van Milieudefensie en bood een tijd geleden aan om een natuurexcursie te organiseren langs de weg van Eindhoven naar Helmond. Er zouden orchideeën staan.
Ik had de excursie geregeld voor 7 juni 2016, een aangename afwisseling na de TTIP-manifestatie. De achterban van Milieudefensie in Eindhoven was uitgenodigd (Schrofer in het gele hesje).
De excursiegroep-r

Er waren inderdaad orchideeën.
twee orchideeen

De wespenorchis is overal in Eindhoven te vinden. Het is de enige wilde orchidee die niet beschermd is. Hij staat elk jaar in het plantsoen voor mijn huis.

De Helmondweg is hydrologisch speciaal omdat hij van het beekdal van de Kleine Dommel naar dat van de Dommel loopt, daartussenin een lage zandrug passeert en verdiept is aangelegd (en dus in de zandrug afgegraven). De weg is eigenlijk een soort beekdal met asfalt erop. Het is niet onlogisch dat het een van de eerste wegen in Eindhoven is, die na hevige regen onderloopt.
Omdat hij verdiept is aangelegd, is de grondwaterspiegel hoog en heb je kwelwaterachtige effecten. Vandaar de typische plantengroei.

Naast de weg ligt een, ecologisch niet optimaal aangelegde, waterberging. Hij is namelijk overal even diep. De lisdodden, een aggressieve plantensoort, hebben de poel veroverd behalve daar waar later werk-
zaamheden verricht zijn. Daar staat waterbies en krabbenscheer.
Bij die werkzaamheden is de opgedregde plantenmassa op de kant gegooid en niet tijdig afgevoerd. Daar staat het nu vol met akkerdistel.

De lisdoddenpoel. Links de waterbies, rechts de krabbenscheer.
De lisdoddenpoel. Links de waterbies, rechts de krabbenscheer.

Aan de andere kant ligt een klein slootje, dat de weidse naam Nieuwe Karpendonkse Loop gekregen heeft. Die is nog niet af. Hij gaat een duiker in naar een putje. Daar zit een sensor die voelt of het water zout is (dat is als er ’s winters gestrooid is) of niet. In het ene geval wijst de klep naar de RWZI, in het andere geval rechtstreeks naar de Dommel.
Je bent een hightechstad of je bent het niet. In de sloot staat egelskop.

Egelskop
Egelskop

De zeldzaamste plant is het rapunzelklokje. Die is dan ook beschermd en dat schijnt ooit voor paniek gezorgd te hebben in Meerhoven, want daar stond de plant op het bouwterrein.

Het (zeldzame) rapunzelklokje
Het (zeldzame) rapunzelklokje. Ik heb in mijn jeugd veel planten gedetermineerd en ik woonde in een gunstig gebied, Noordoost Twente, maar het rapunzelklokje had ik nog nooit gezien.

Maaibeheer: de gemeente streeft er naar zoveel mogelijk bloemrijk grasland tot ontwikkeling te brengen. Dat is mooier, beter voor bijen en vlinders, en het is zelfs veel goedkoper. Voor een gladgeschoren gazon (een ecologische woestijn) moet men 25 keer per jaar maaien, voor een bloemrijk grasland een of twee keer (waarna het maaisel wordt afge-
voerd). Nogal wat Eindhovenaren hechten overigens aan een glad gazon. Het is jammer.
Soms moet er gemaaid worden vanwege de verkeersveiligheid, want anders kun je als automobilist niet om de hoek zien. Dat geeft dit soort patronen in het gras:

Door deze maaiwijze kan je als automobilist de hoek om kijken
Door deze maaiwijze kan je als automobilist de hoek om kijken

Deze excursie was eigenlijk een soort IVN-achtige activiteit. Het IVN is niet sterk in Eindhoven (en in de andere grote steden). IVN-achtige voorlichtingsactiviteiten zijn niet de hoofdbezigheid van een actiegroep als Milieudefensie, maar het is wel leuk om af en toe tussen door te doen. Het is weer eens wat anders als TTIP en de matige lucht.
Dus als iemand op dit gebied nog eens wat wil, houdt Milieudefensie Eindhoven zich aanbevolen.

Provincie gaf Jansen Recycling ten onrechte omgevingsvergunning voor TAG -update

TAG staat voor Teerhoudend Asfalt Granulaat.
Vroeger werd er vaak koolteer voor wegen gebruikt. Dat zit stikvol met PAK’s en is daarom ongezond, met name voor de wegwerkers. Na enig vijven en zessen is in het verleden besloten om teerhoudend asfalt uit het milieu te halen, eerst bij de aanleg van nieuwe wegen en daarna ook bij het renoveren van oude wegen. Dat was een prima gedachte.

Als er zo’n oude weg opgebroken wordt, moeten ze ergens met het TAG naar toe. Er zijn drie bekende, grote verwerkers in Nederland (buiten de regio ZO Brabant). Jansen had de vierde willen worden en neemt daarom al zeven jaar via zijn dochteronderneming Jansen Recycling op zijn terrein aan het Wilhelminakanaal (tegenover de destructor) TAG in.
plaatje_jansen
Alleen, Jansen heeft geen machine om het te verwerken. Verwerken betekent feitelijk ‘gecontroleerd verbranden’ (dat heet officieel ‘thermisch reinigen’) , waarna alleen de vroegere hulpstoffen overblijven en warmte vrijkomt. Op zich is dat een beproefd procedé, als het goed gebeurt. Of het goed gebeurt, valt nog niet te beoordelen want er is nog geen vergunning. De aangeschafte tweedehands machine ligt nog steeds gedemonteerd op het terrein. De provincie (bevoegd gezag)  is met die vergunning bezig.

De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) - over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen
De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) – over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen

De omgeving kijkt met diep verdriet naar de TAG-berg en de voornemens van Jansen. Dat betreft vooral Van Pelt, de exploitant van Aqua Best en de gemeente Son en Breugel en, op wat minder urgente afstand, het Leefbaarheids Team Achtse Barrier, waarvan ik adviseur ben. Eerstgenoemde twee spanden een proces aan.

Verder verwijs ik naar het TAG voor de rechter .

Op 24 juli 2015 deed de Rechtbank in Den Bosch uitspraak (zie Uitspraak Rechtbank Den Bosch 24juli2015 volledig).

De bezwaarmakers hebben als met een schot hagel op de provinciale vergunning geschoten en vijf korrels waren raak.
1)         De provincie heeft de bedrijfstijden van de puinbreker en de
bijbehorende zeef onvoldoende duidelijk vastgelegd
2)         De geldende regelgeving spreekt een voorkeur uit voor inpandige opslag van (mogelijk stuivende) bulkgoederen, maar legt dat niet met zoveel woorden dwingend vast. De provincie had misschien tot het besluit kunnen komen dat de opslag van TAG in de open lucht aanvaardbaar was, maar dan had daar een betere motivering onder moeten liggen.
3)         De Rechtbank vindt dat er feitelijk sprake is van een stortplaats en niet van een werkvoorraad. Er wordt inmiddels al zeven jaar TAG ingenomen zonder dat er noemenswaardige verwijdering plaatsvindt, terwijl dat hooguit drie jaar had mogen duren.
4)         Daarom moet de TAG-berg aan de eisen van een stortvoorziening voldoen en die zijn strenger als aan een werkvoorraad. Met name de vloeistofdichte bodem is van belang, omdat TAG een potentieel bodembedreigende stof is. Deze vloeistofdichtheid is echter niet te beoordelen, omdat het TAG erop ligt. Ten tijde van de zitting was nog steeds niet duidelijk hoe de grondwatermonitoring zou moeten plaatsvinden.
5)         De provincie ging ervan uit dat voor de aangevraagde revisievergunning met een ‘vormvrije MER’ volstaan kon worden en heeft in zijn vergunning geen enkele passage gewijd aan het al dan niet nodig zijn van een MER.

De Rechtbank stelt dat de provincie “mede gezien de aard van de gebreken” binnen zes maanden na 24 juli 2015 “een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.” Er moet namelijk toch een vergunning voor de thermische reiniger komen en het is het meest logisch om alles in één keer goed te doen (aldus vrij vertaald de Rechtbank).
In afwachting van deze nieuwe vergunning mag Jansen Recycling geen TAG meer innemen.

De provincie is veroordeeld tot de proceskosten, alles samen €1790.

Op 10 sept 2015 werd bekend dat Jansen BV en de provincie in hoger beroep gegaan zijn tegen het vonnis. Deze zaak zal zich dus nog wel even voortslepen.

Op 4 november 2015 heeft de branche-organisatie BRBS Recycling opheldering geeist bij de provincie vanwege de voorlopige voorziening in dit beroep. De brancheorganisatie vroeg zich af hoe het kon, dat tegen hen altijd verteld wordt dat een berg TAG er maar één jaar mag liggen (hooguit drie als er onmiddellijk een nuttige toepassing op volgt), terwijl de provincie het bij Jansen Recycling probeert te verkopen alsof zeven jaar nog steeds een tijdelijke opslag is, die bovendien door de regen steeds schoner wordt. Inderdaad een merkwaardige redenering.
Op 11 februari 2016 had BRBS Recycling, ondanks enkele aanmaningen, nog steeds niets gehoord van de provincie. Daar klaagt BRBS over in een op die dag gedateerde brief aan PS en GS. BRBS wil snel antwoord want “de zienswijze van de provincie heeft namelijk ook bij andere recyclingbedrijven een stevige impact op de dagelijkse gang van zaken.
De ergernis is begrijpelijk, maar het antwoord zou op dit moment ongetwijfeld zijn dat de kwestie nog onder de rechter is (namelijk bij de Raad van State). En dat had BRBS Recycling dan ook wel weer kunnen weten.

Op 1 maart heeft de Raad van State zich over de omgevingsvergunning gebogen en over de handhavingssituatie rondom het TAG. Dat resulteerde in een uitspraak op 6 april, die alleen over de TAG-berg ging.
De eerdere uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, Jansen en het Brabantse College van GS kregen geen poot aan de grond, en buurman Van Pelt, exploitant van Aquabest, en de gemeente Son en Breugel kreeg gelijk.
De Raad van State besliste dat het TAG al vanaf 2008 ingenomen wordt en dat heel veel TAG er dus veel langer dan drie jaar ligt. De RvS maakt korte metten met de redenering van Jansen dat de hoeveelheid die er ligt (zijnde 600.000 ton) minder dan drie maal de verwerkingscapaciteit van de gedroomde Thermische Reinigings Installatie is (zijnde 300.000 ton per jaar), en dat daarom er geen overtreding was. (Overigens staat deze TRI er nog niet en is zelfs nog niet vergund, dus de feitelijke capaciteit is momenteel 0 ton/jaar, maar daar is de RvS al niet eens meer aan toegekomen bg).
De RvS heeft bepaald
a)  dat de provincie binnen zes weken een nieuw besluit moet nemen met inachtname van wat er allemaal gezegd is.
b)  dat bij voorlopige voorziening het moment, waarop het TAG tot de vergunde hoeveelheid terug gebracht moet zijn, verlengd wordt tot 1 april 2017. Voordeel van de verlenging is de de grommende en stuivende machines en auto’s dan niet bezig zijn terwijl Van Pelts badseizoen loopt.

Wordt ongetwijfeld vervolgd

Milieudefensie Eindhoven wil toch aanscherping van de Eindhovense milieuzone

In maart 2014 heeft Milieudefensie Eindhoven een aantal verkeers-
voorstellen aan het toenmalige College van B&W gedaan, gericht op een betere luchtkwaliteit. Dit werd vergezeld van een kleine 3500 handtekeningen.
Een deel van de voorstellen ging over een verdere aanscherping van de milieuzone. Zie hier dit pakket –>Maatregelenpakket voor de periode 2014-2018_vs2-1

Op 1 maart 2016 besloot het College van B&W een door henzelf geformuleerd maatregelenpakket m.b.t. de milieuzone niet door te voeren. B&W menen dat dit pakket te veel geld kost voor te weinig prestatie, en dat milieuzones slechts tijdelijk helpen. De scherpe financiele keuzes, die de gemeente moet maken, spelen hierbij ongetwijfeld een rol. Zie –> http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1475022/Raadsinformatiebrief_Milieuzone_bestel-_en_personenauto_s_brommers_aanpak_luchtkwaliteit.pdf
Het B&W-pakket en het Milieudefensiepakket leken op elkaar, maar waren niet hetzelfde. Het B&W-pakket was groter en duurder.

In een reactie dd 12 april heeft Milieudefensie Eindhoven voorgesteld sommige maatregelen toch door te voeren, met name die welke op korte termijn effect hebben en zich richten tegen het huidige wagenpark. De argumentatie richt zich met name op de volksgezondheid, die te lijden heeft van (ultra)fijn stof en roet.
–           voer een aanvullende milieuzone in voor Euro 1 en 2 bestelauto’s
–           Handhaaf ook in het Tongelrese en Woenselse deel van het gebied binnen de Ring
–           Ga kentekencamera’s gebruiken
–           Knijp het aantal ontheffingen geleidelijk aan af
–           Verban bromfietsen van het fietspad
–           Oefen (net als de gemeente Rotterdam) druk uit op het Rijk om tot scherpere eisen aan brom- en snorfietsen te komen
–           stimuleer het gebruik van elektrische brommers bij speciale doelgroepen
–           Handhaaf de maximum snelheid beter

De reactie van Milieudefensie is naar de raadsleden gestuurd en roept deze op politieke initiatieven te nemen.

De volledige tekst van de brief is als bijlage bijgevoegd –> brief aan GR nav geen milieuzone personen-bestelauto’s_12april2016.

Een eerder artikel over dit onderwerp op deze site is te vinden op –> Effecten van een milieuzone voor bestel- en personenauto’s in Eindhoven

 

 

De Hurk en Eindhovense bedrijventerreinnota

Mijn goede vriend Marcel Lathouwers heeft op de site van de SP (waarvoor hij in de gemeenteraad zit) een interessante beschouwing gezet over de behandeling van de Eindhovense Bedrijventerreinennota (zie https://eindhoven.sp.nl/nieuws/2016/04/sp-zorgt-voor-een-gezond-leefklimaat-op-en-rond-de-hurk ). De reden van de door hem en mij gedeelde interesse is de toekomst van het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk, waarop veel zware en soms gevaarlijke industrie.

Marcel Lathouwers (SP)
Marcel Lathouwers (SP)

Ik heb als lid van (wijlen) de Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer meegewerkt aan een zienswijze op het updaten van het BestemmingsPlan (BP) De Hurk ( Inspraakreactie over het nieuwe BP De Hurk in Eindhoven ). Dat is hoognodig, want het huidige BP dateert nog uit 1988. Het mag helemaal niet zo oud zijn. In onze zienswijze waren wij geen principiële tegenstanders van de zware industrie, maar vonden wij o.a. dat er parkmanagement moest komen, dat dat parkmanagement moest bijdragen aan meer duurzaamheid op het terrein, en uitbreiding van de gangbare veiligheidsaanpak met een meer collectieve component.
Over dit onderwerp heb ik veel met Marcel Lathouwers gesproken.

Het nieuwe BP De Hurk steekt de gemeente al jaren als een graat in de keel. Dat komt o.a. omdat er in de afgelopen decennia te lang ruimtelijke  vrijheid-blijheid heeft geheerst. Dat heeft geleid tot functies die moeilijk te verenigen zijn met een terrein dat eigenlijk vooral opgezet is t.b.v. de zware industrie. Het nieuwe BP is nog steeds niet behandeld.

Ondertussen heeft de gemeente er een kaderstellend stuk aan vooraf laten gaan, de Eindhovense Bedrijventerreinennota, waarin een aantal goede voornemens en veel enerzijds-anderzijds. Ik ga hierover nu geen eindoordeel geven.

Bij de behandeling van deze Bedrijventerreinennota in de Eindhovense Raad (http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1408588/type=pdf/Bijlage_1__Waardevolle_bedrijventerreinen_-_Bedrijventerreinennota_gemeente_Eindhoven.pdf )hebben SP en PvdA een motie ingediend, waarin een Gezondheids Effect Screening (GES) door de GGD gevraagd wordt om de uitstraling van De Hurk op de omringende woongebieden in kaart te brengen (lucht-, geur-, geluidshinder en externe veiligheid), en om de uitkomst mee te nemen in bij de behandeling van het nieuwe BP De Hurk.
In de toelichting wordt ook de uitstraling van de A2/N2 genoemd. Daaraan had, wat mij betreft, ook nog wel de Rondweg en de NBrabantlaan genoemd mogen worden.
Deze motie is door het College van B&W overgenomen en toen niet meer in stemming gebracht.

Ik ben oprecht benieuwd wat hier uit gaat komen. Er is zeker hinder geweest (oa de stank van de asfaltcentrale en een ver weg liggende geluidscontour), maar die is minder geworden. Bovendien leidt niet alle hinder tot kwantificeerbare gezondheidseffecten. We zullen zien.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven
Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

De gemeenteraad heeft de behandeling van de Bedrijventerreinennota gebruikt om maar vast een voorzetje te geven over de zware industrie op De Hurk (milieucategorie 4 en 5). Die mag blijven bestaan, maar dan in het centrale deel (zoals de bedoeling is in het nieuwe concept-BP). De randen mogen ‘verkleuren’ (tot milieucategorie 3 en lager). Dat betekent een soort uitsterfbeleid voor de hogere categorieën buiten het kerngebied. Ook de WNM-zienswijze wilde van de BEVI-inrichtingen in het randgebied af. Als de theorie praktijk wordt, zijn wij blij.

Ik sta minder negatief t.o.v. de zware industrie dan Marcel Lathouwers en (bijvoorbeeld) Groen Links. Ons WNM-standpunt is niet dat de zware industrie van De Hurk moet verdwijnen, maar dat hij beter uitgevoerd en georganiseerd moet worden.

Zware industrie blijft nodig. En het is nog maar de vraag of een door de Eindhovense gemeenteraad genoemd alternatief als logistiek in praktijk tot minder overlast en gevaar leidt als de zware industrie. Bovendien is Brabant inmiddels vergeven van de logistieke terreinen.

Lathouwers pleit namens de SP ook voor parkmanagement als instrument voor een meer collectieve aanpak van veiligheid, opwekking en opslag van energie, en meer hergebruik van afval. Dat is een uitstekend idee. Waaraan ik nog zou willen toevoegen een gezamenlijk verkeers- en vervoersplan.

Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open

Het innamepunt van waterleidingmaatschappij Dunea op de Afgedamde Maas is op 7 april 2017 na bijna drie maand weer in gebruik genomen. De stillegging volgde op een lozing van het insecticide dimethoaat – een gif uit de parathionfamilie en bovendien een hormoonontregelende stof.

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Drie maand is lang. Weliswaar ligt elk drinkwaterpunt in het stroomgebied van Maas en Lek er jaarlijks wel eens uit, maar meestal gaat het dan om enkele dagen tot hooguit een maand. Drie maand is uitzonderlijk.

In het persbericht van Dunea (zie –> Dunea hervat inname uit Afgedamde Maas_07april2016 ) valt verder te lezen dat het onderzoek door het Gelderse Waterschap Rivierenland naar de veroorzaker van de calamiteit afgerond is. Deze heeft op aanwijzingen van het waterschap maatregelen genomen om verdere verontreiniging te voorkomen. Er is een procedure opgestart om de kosten te verhalen. Ook is procesverbaal opgemaakt dat binnenkort naar het Openbaar Ministerie gestuurd wordt.

Wij maken ons niet voor niets sterk voor een duurzame oplossing voor de afvoer van bedrijfsafvalwater uit de glastuinbouw.” aldus De Waal Malefijt, sectormanager Water van Dunea op het eind van het persbericht.
Blijkbaar bestaat die duurzame oplossing nog niet…

Voor het eerdere bericht over dit onderwerp zie Bestrijdingsmiddel in Afgedamde Maas dwong tot innamestop drinkwater  .

Onderzoeksrapport treinongeluk Tilburg

Op 6 maart 2015 botste in Tilburg een reizigerstrein achterop een stilstaande goederentrein. Door de botsing ontstond lekkage aan de achterste wagon van de goederentrein, een ketelwagen gevuld met vijftig ton brandbaar gas (butadieen). Er zijn geen mensen ernstig gewond geraakt en de lekkage bleef beperkt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzocht welke veiligheidslessen uit het ongeval kunnen worden getrokken ten aanzien van het feit dat daarbij een gevaarlijke stof vrijkwam.

Het tracé vanaf Geleen

Zo begint het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, gepubli-
ceerd op 10 maart 2016.
Het rapport is te vinden op www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/2113/risicobeheersing-bij-spoorvervoer-gevaarlijke-stoffen-6-maart-2015 .
Het rapport bevat een zeer informatief animatiefilmpje hoe het ongeluk ontstaan is, en met puntsgewijze alle aanbevelingen.

Het online-blad SpoorPro gaf diezelfde dag een goede samenvatting. Die is te vinden op www.spoorpro.nl/spoorbouw/2016/03/10/onderzoeksraad-te-veel-risicos-bij-transport-gevaarlijke-stoffen/ . Wie geen tijd heeft voor een lange tekst, kan hier terecht. Ook het animatiefilmpje is hier te vinden.
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit het animatiefilmpje.

De trein vertrekt vanaf het rangeerterrein bij de DSM in Geleen
De wisselstoring

Bij het ongeval in Tilburg raakten enkele passagiers licht gewond en werden enkele reddingswerkers onwel van de butadieen. Het had echter, merkt de Raad voor Veiligheid op, ernstiger kunnen aflopen.

De Raad voor Veiligheid spreekt harde taal: De botsing en de lekkage konden zich voordoen doordat de betrokken spoorbedrijven “om logistieke en economische redenen” beslissingen namen die “afbreuk deden aan het effect van reeds geldende veiligheidsmaatregelen” . Verder stelt de Raad “Ook de chemiebedrijven, in wiens opdracht het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, hebben een belangrijke rol bij de risicobeheersing … de zogenoemde ketenverantwoordelijkheid  geldt ook als de gevaarlijke stoffen het bedrijfsterrein verlaten en per spoor worden vervoerd.”

Pal na het moment van botsing

Het rapport levert een perfecte illustratie dat alle (bijna)rampen altijd meerdere oorzaken hebben. Als één oorzaak niet bestaan had, was er geen (bijna)ramp geweest.

  • De trein vertrok door een gewijzigde planning drie uur later uit Chemelot dan bedoeld
  • Daardoor was er in Tilburg een machinistenwissel nodig en moest de trein op een zijspoor geparkeerd worden
  • de vervoerder gaf een te korte treinlengte op, waardoor de trein op een te kort spoor gezet werd
  • daardoor stak de achterkant van de trein te ver uit, wat de werking van de wissel beïnvloedde waar hij zojuist overheen gereden was. Dat resulteerde in een rood sein voor de achteropkomende personentrein
  • de machinist van de achteropkomende trein zag het rode licht niet
  • de zijsporen in Tilburg zijn niet beschermd tegen roodlichtpassage met het ATB vv-systeem (laat staan ERTMS)
  • de goederentrein bevatte zowel wagons met gevaarlijke als ongevaar-
    lijke lading, maar in de laatste wagon zat de butadieen
  • de personentrein was van een oud type (MAT’64) dat geen buffers had. Daardoor werd de voorkant opgetild en kon de ketel raken
  • butadieen is brandgevaarlijk en explosief, maar geldt niet als toxisch. Daarom hoefde deze ketelwagen geen ‘overbuffering’ te hebben die de achterop botsende trein van de ketel zou hebben weggehouden.
  • door de klap ging de klep lekken
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.

De concrete aanbevelingen van de Raad kan lezen als het spiegelbeeld van de lijst wat er allemaal mis ging. De volledige tekst vindt u –> RaadvVeiligheid_aanbevelingen-treinbotsing-tilburg

Kort na het uitkomen van het rapport heeft gedeputeerde Van de Maat (VVD) zijn bezorgdheid over de daarin geschetste werkelijkheid uitgesproken bij de Staatssecretaris.

Houtrook op Strijp T ongevaarlijk? Update dd 18 maart 2016

De omwonenden van de biomassacentrale in de Eindhovense wijk Strijp T zitten al dagen in de rook, aldus het Eindhovens Dagblad van 17 februari 2016. Maar dat geeft niet, aldus een woordvoerder van de gemeente, ‘want de rook is vergelijkbaar met die uit een open haard. Er is dus geen gevaar voor de volksgezondheid, maar hinderlijk is het wel.”

De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven
De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven

Dat het hinderlijk is, klopt. Maar is rook uit een open haard ongevaarlijk?

Er is veel te doen over houtrook uit particuliere kachels en open haarden. Sommige houtstokers drijven hun omgeving tot wanhoop. De romantiek van de lekkende vlammetjes maakt bepaald niet iedereen blij. Het leidt tot handhavingsverzoeken en tot rechtszaken, zoals een tijd geleden in Groningen.

Het Groningse onderzoek
In Groningen heeft de GGD geprobeerd om het vraagstuk met onderzoek uit de sfeer van het subjectieve te halen. “Overlast door houtrook” is in oktober 2015 gepubliceerd (http://ggd.groningen.nl/milieu-gezondheid/houtkachels/eindrapport/eindrapport-overlast-door-houtrook ).
De GGD onderscheidt drie effecten op de gezondheid:
– de giftigheid van houtrook op de korte termijn
– idem op de lange termijn
– stress door geur
Geur wordt veroorzaakt door chemische stoffen met moeilijke namen, die nauwelijks met een apparaat te meten zijn. Je kunt alleen zo objectief mogelijk snuffelen. Fijn stof (PM2.5) is wel te meten. De GGD heeft beide gedaan. Beide methodes hebben echter zoveel haken en ogen, dat ze onderling slechts beperkt overeenkomen. Het kan stinken als het niet stoft en stoffen als het niet stinkt. Mogelijk leidt geur tot klachten, maar leiden PM2.5 en roet tot schade.
De literatuur vermeldt veel gezondheidseffecten: asthma, longfunctie, hart en bloedvaten, en dit zowel op de korte als op de lange termijn.
De WHO geeft als advieswaarde voor PM2.5 jaargemiddeld 10μgr/m3 , en maximaal 3 dagen per jaar etmaalgemiddeld 25μgr/m3 .
De Europese (en Nederlandse) norm is 25μgr/m3 jaargemiddeld.
De normale concentraties in Noord-Nederland liggen onder de 10μgr/m3, in Zuid-nederland meer, en in stedelijke gebieden ergens tussen de 12 en 17μgr/m3 .
De GGD-metingen wezen uit dat de etmaalwaardes (dus de 25μgr/m3 ) vaak zeer ruim overschreden werden. Er deden 10 huishoudens mee aan de proef, elk gedurende 150 tot 170 etmalen, en acht van de tien zaten minstens 15% van de etmalen boven het WHO-advies. Drie van de 10 zaten zelfs ruim de helft van de tijd boven de advieswaarde. De hoogste piekwaarde liep op tot bijna 300μgr/m3 .

De “Toolkit”
Nu was al eerder duidelijk dat er een probleem was. Daarom heeft de Vereniging Van Milieuprofessionals (VVM) een “Toolkit” geschreven (mei 2014) (http://www.vvm.info/news.php?id=153 ). Daarin oa. tien “stooktips”, waarvan sommige met een ‘dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken-gehalte’, zoals ‘Neem geen te grote kachel’ (want dan heeft u het al gauw te warm, gaat u temperen en daalt de verbrandingstemperatuur en dat is funest), ‘laat regelmatig uw schoorsteen vegen’, ‘stook alleen droog, schoon en onbehandeld hout’ (en dus geen ge-Wolmanniseerd hout, zoals dat een tijd geleden een Eindhovense volkstuinvereniging deed, waardoor chroom, koper en arsenicum over de aanplant) en ‘controleer je luchttoevoer (wat met een open haard niet mogelijk is)’ en ‘stook niet bij windstil weer’.
Eigenlijk kun je er dus beter niet aan beginnen, tenzij je minstens 700m van je buren af woont en veel eigen hout hebt.

Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven
Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven

Nog eens Strijp T
Hij kon er niets aan doen, zei meneer Hamzi van de exploitant HoSt BV. De nieuwe centrale moest opgestart worden (waardoor de verbrandingstemperatuur te laag was, een recept voor vergiftige lozingen) en tot overmaat van ramp was het hout drijfnat geworden want het had geregend (wat een professionele inrichting uiteraard nooit mag overkomen). Zowel de uitspraken van de exploitant als van de gemeenteman komen uitermate amateuristisch over. De gemiddelde verkenner stookt een beter vuurtje.
Het ding wordt weer stilgelegd (volgens het ED), en dan weer opnieuw opgestart ‘hopelijk met minder nat hout’. Ik stel voor dat de ODZOB in de aanslag staat en dat het ding alleen mag worden opgestart als het heel hard waait.

De trend
ontwikkeling PM2-5_Nederland
ontwikkeling roet_Nederland
Een gemeenteman, die er wat meer van af weet, kwam laatst met een presentatie over een aantal aspecten van de Eindhovense luchtkwaliteit, waaronder de nationale emissies van PM2.5 en houtstook, waaronder die van huishoudens (‘domestic’ links). Het spreekt voor zich: in 2020 zal houtstook door huishoudens de grootste bron van atmosferisch roet zijn. Gigantische inspanningen om het autoverkeer elektrisch te maken, maar de gezellige stokers vullen het gat op.

Mogelijke maatregelen
De Tweede Kamer sprak er op 11 feb 2016 over, maar het rijksbeleid
blijft voorlopig wat neergelegd is in een brief van de regering dd 6 juli 2015 (geen maatregelen in bestaande situaties, een typekeuring alleen voor nieuwe kachels en verder pappen en nathouden). Toch had dat wel gekund: de Bouwregelgeving aanvullen met effecten op aangrenzende panden, de Omgevingswet uitrusten met bepalingen als rookgasreiniging, PM2.5-concentraties een verplichtend karakter geven en de mogelijkheid houtrookvrije buurten aan te wijzen, en rook en stank strafbaar stellen net zoals burengerucht.

Nu kan een gemeente alleen tegen huishoudens optreden op basis van vage bepalingen als (Bouwbesluit 2012, art. 7.22) ‘hinderlijke rook, roet of stank’ (maar wat is ‘hinderlijk’?) of (Burgerlijk Wetboek art 37) ‘…. mag andere erven geen hinder toebrengen door het verspreiden van … stank, rook … ‘ (maar hetzelfde probleem).
De Toolkit noemt wel de APV als route om aanvullende bescherming te formuleren.
De Wet Milieubeheer en het Bouwbesluit 2012 verbieden om afval te stoken, waartoe ook bewerkt hout gerekend kan worden (de enige toegelaten bewerking op stookhout is dan drogen en in stukjes hakken, dus geen verf, geen impregnering, geen triplex etc).

Tegen de amateurs van de biomassacentrale kan de ODZOB ‘gewoon’ optreden met de milieuwetten.

En, mocht u uit zijn op gezellig stoken: er zijn hele mooie gaskachels die de romantiek van een houtkachel heel mooi nabootsen.

Later toegevoegd extra materiaal:
–  De reactie van staatssecretaris Dijksma op het Groningse GGD-rapport: –> Brief Dijksma_2016-01-28_I&M_Reactie_op_GGD
–  De reactie van de Groningse GGD op de brief van Dijksma:–> 2016-02-09_Reactie GGD en NoordNL op kamerbrief houtrook
–  Een publicatie over gebruik van het Bouwbesluit om de schoorsteen van de buurman verplaatst te krijgen (Vereniging Leefmilieu maart 2016): –> Succes bij bestrijden houtrook Nijmegen
Dit verhaal leunt op NEN-normen, die slechts tegen betaling openbaar zijn. In dit geval heeft de gemeente Nijmegen daarin voorzien.

– Iemand stuurde mij een advertentie toe over een stoffilter voor een houtkachel. Ik sta nergens voor in en aanvaard geen enkele verantwoordelijkheid, maar misschien vinden sommigen dit interessant: http://eerlijkenwarm.nl/fijnstoffilter/

Observatie van de aarde vanuit de Sentinel-2

Als afwisseling opnames door de Sentinel-2A satelliet, die de Europese ruimtevaartorganisatie ESA op 23 juni 2015 gelanceerd heeft. Zijn tweelingbroer -2B gaat eind 2016 de lucht in en gaat precies aan de andere kant van de aarde vliegen.

Inkijk in de Sentinel-2A satelliet
Inkijk in de Sentinel-2A satelliet
De Sentinel-2 kijkt in dertien frequentiebanden
De Sentinel-2 kijkt in dertien frequentiebanden

Zijn oplossend vermogen is 10, 20 of 60m en zijn gezichtveld is 290km breed.
Hij passeert elk punt op aarde van 56° S tot 84° N op 786km hoogte en ziet dat dan onder dezelfde gezichtshoek. De baan is zon-synchroon.

Het instrumentensysteem is uitstekend geschikt om landbouw en bossen waar te nemen (en de veranderingen daarin), maar ook tinten in oppervlaktewater ten gevolge van milieuvervuiling. Een paar mooie plaatjes.

Watervoorraden in Zuid-Spanje
Watervoorraden in Zuid-Spanje
Algenbloei in de Oostzee op 04 sept 2015
Algenbloei in de Oostzee op 04 sept 2015. Die zee staat bekend om zijn zuurstofloze zones.
Het uiteinde van de Ryder Gletscher in Groenland
Het uiteinde van de Ryder Gletscher in Groenland
This image was captured by Sentinel-2A on 5 August 2015 from over 780 km above Earth. It clearly picks out features such as Rotterdam harbour, patchworks of fields throughout the country, Amsterdam and Schiphol airport. The image also shows how the Enkhuizen–Lelystad dike separates the different concentrations of sediment and algae in the Markermeer and the IJsselmeer.
This image was captured by Sentinel-2A on 5 August 2015 from over 780 km above Earth. It clearly picks out features such as Rotterdam harbour, patchworks of fields throughout the country, Amsterdam and Schiphol airport. The image also shows how the Enkhuizen–Lelystad dike separates the different concentrations of sediment and algae in the Markermeer and the IJsselmeer.

De plaatjes zijn te vinden op http://www.esa.int/spaceinimages/Missions/Sentinel-2