De regering is bezig met het opstellen van de nieuwe Luchtvaartnota 2020 – 2040 of 2020 -2050. Een merkwaardig lange looptijd nu er zoveel verandert in de luchtvaart.
Het Rijk heeft daartoe een ronde consultatiegesprekken georganiseerd. Dat gebeurde via de provincie. Voor BVM2 relevant was het luchtvaartgesprek op 6 november in Den Bosch.
Hoewel het gesprek niet direct over de nabije toekomst van Eindhoven Airport ging (uiteraard wel indirect) was er een flinke delegatie uit het bestuur en achterban van BVM2 aanwezig.
De bijeenkomst was verdeeld over een aantal tafels. De informatie, die daar van af kwam, zal verzameld worden en tzt gepubliceerd. Men hoort er dan van.
Het gezelschap was aan mijn tafel zeer divers en dat was af en toe lastig,want partijen hadden soms weinig raakvlakken. BVM2 heeft niets met de Cesna’s en de zweefvliegtuigen en helikopters kunnen zeer irritant zijn, maar het is de vraag of ze in de Luchtvaartnota komen.
De gespreksleidster stelde veel verdelende vragen. Of je boven de stad moest vliegen of boven Natura2000 – gebieden? Of je moest concentreren binnen Nederland of juist spreiden? Of het geluid erger was of het klimaat?
Daar kun je vanuit BVM2 niet veel mee. BVM2 is er voor de hele regio en niet voor afzonderlijke doelgroepen. Dit standpunt viel wel uit te leggen.
Het is me niet duidelijk of deze insteek persoonlijk initiatief was van de gespreksleidster, of dat het een van bovenaf opgelegde gespreksrichtlijn was (dat laatste, bleek naderhand).
Maar ook de wandelgang na afloop was interessant.
Ik heb met iemand van Defensie staan praten die veel wist van de luchtverkeersleiding en de informatie in het eerdere artikel Routering en verkeersleiding op vliegbasis Eindhoven en de Masterclass kon aanvullen.
En met een capabele mevrouw, die het cabinepersoneel namens het FNV vertegenwoordigde en met wie ik een interessant gesprek had over de cabineziekte, de acties bij Ryanmair (veel succes gewenst) en roet op de werkplek.
En met iemand die alles wist van stikstofdepositie en de PAS – dat stond de dag er op groot in de pers vanwege de uitsprak van het Europees Gerechtshof dat het strenger moet. Contact is gelegd.
Enkele actieve medewerkers van BVM2 hebben op 31 oktober 2018 in Riethoven/Walik (gemeente Bergeijk) een voorlichtingsavond belegd over het vliegveld. Dat hebben ze prima gedaan. Er stond een stukje in de dorpskrant, het hele dorp is geflyerd en de Stichting Kernraad Riethoven (SKR) deed ook mee. Dat resulteerde in ruim 60 mensen.
Een grote uitgaande route loopt precies over het dorp heen.
Hieronder de agenda.
De presentaties kunnen op het eind van dit artikel worden gedownload.
Na de opening door Noud van Poppel van de SKR (Stichting Kernraad Riethoven) kreeg eerst de Bergeijkse wethouder Stef Luijten het woord (CDA).
Luijten is een van de regionale bestuurders, die aan de Uitvoeringstafel zit. Hij is voorzitter van de Werkgroep Monitoring van de Uitvoeringstafel.
Hij vertelde over enkele resultaten als de Masterclass verkeersleiding, de monitoring, het onderzoek naar of er een ribbelpark kan en moet komen, de helikopterroute van Defensie en over de evaluatie van vliegroute 1b bij Wintelre. Hij keek ook al vooruit naar de komende Proefcasus.
Bergeijk heeft zelf al eens geluid- en fijn stofonderzoek laten doen, rond het moment dat de baan voor onderhoud dichtzat en weer open ging. Dat kon toen maar heel kort. De meting heeft dus geen enkele juridische status, maar gaf toch wel een intrigerende indicatie. Zie Bergeijk deed meting geluid en (ultra)fijn stof Eindhoven Airport .
Luijten zei dat de gemeente Bergeijk opnieuw onderzoek wilde doen naar het geluid en de luchtkwaliteit. Daarvoor staat 10 mille op de gemeentebegroting.
Het mooiste zou zijn als dat in een groter regionaal geheel kon.
Wim Scheffers legde het bekende verhaal uit wat BVM2 is, wat de visie is, wat er in het Manifest staat. BVM2 is niet perse tegen het vliegen, maar wel tegen de hinder van het vliegen. Aan die hinder (in de zin van geluid en openingstijden, toxische emissies en klimaat) valt best wel het een en ander te doen.
Dat is echter geenszins een gelopen race. Tegenover berichten die mogelijk op goede bedoelingen wijzen, staan ook berichten dat de luchtvaartwereld nog steeds een ongekende groei wil. Scheffers zei dan ook dat BVM2 ‘terughoudend positief’ ten opzichte van de Proefcasus stond. Hij wil zo snel mogelijk met de nieuwe voorzitter, Pieter van Geel, aan tafel.
Bernard Gerard op de maatregelen in, waarmee iets aan die hinder te doen viel. Daarvoor moest zij eerst de achterliggende techniek uitleggen (met een zoutpotje om het begrip ‘geluidscontour’ begrijpelijk te maken). Er bestaan stillere vliegtuigen en die moeten de oude variant in 2030 voor 100% vervangen hebben; aan luchtvervuiling valt onder andere iets te doen met synthetische kerosine; en sommige soorten synthetische kerosine zijn ook goed voor het klimaat. Maar tegen de ongebreidelde groei van het vliegen is geen kruid gewassen.
Riethoven, vliegveld, 31 okt 2018
Op het einde praatte Willemieke Arts (lid van het BVM2-bestuur en van Provinciale Staten voor de SP) de laatste gaatjes dicht, en vertelde wat de provincie wel en niet kon op luchtvaartgebied.
De BVM2 – site is te vinden op www.bvm2.nl .
Onder de TAB ondersteuning/support kan men ondersteuner van BVM2 worden (eventueel ook financieel, maar dat is niet verplicht)
Het nieuwe advies
De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft 10 oktober 2018 nieuwe geluidsrichtlijnen uitgebracht voor de regio-Europa. Die zijn strenger (beoordelen teveel geluid dus als schadelijker) dan vroeger.
De vorige keer dat de WHO geluidsaanbevelingen voor Europa deed, was in 2009. Die gingen alleen over nachtelijk geluid.
DE WHO heeft zijn taak uiterst serieus opgevat. Er zijn epidemiologische studies verzameld van over de hele wereld (dat waren er nogal wat, waaronder uit Nederland). Die zijn door twee teams onafhankelijk van elkaar bewerkt onder strikte peer review (controle door niet bij het onderzoek betrokken deskundigen).
De getalwaarden worden geteld aan de meest blootgestelde gevel.
De WHO doet overigens niet aan ‘totaalgeluid’: alle bronnen opgeteld.
De WHO heeft niet naar de laagste geluidswaarde gekeken waarbij een effect optrad. In plaats daarvan heeft ze drempelwaarden gekozen die men relevant vond. Die staan in bovenstaand staatje, dat tevens laat zien naar welke mogelijke nadelige gezondheidseffecten men gekeken heeft.
IHD betekent Ischaemisch Heart Disease (Angina pectoris of hartaanval); Hypertensie is Hoge Bloeddruk; HA = Ernstige Hinder; HSD = ernstige slaapverstoring.
DW = ‘Disability weight’, een term die in gezondheidsstatistiek gebruikt wordt.
Een voorbeeld van een oorzaak-gevolgrelatie:
Lees dit als: elke 10 dB meer verhoogt de kans op een IHD met 4 tot 9%.
Mogelijke consequenties Als men de aanbevelingen van de WHO zo serieus neemt als ze bedoeld zijn, betekent dat nogal wat. Zoveel zelfs, dat je dat niet meteen in kaart gebracht krijgt. Vooralsnog alleen wat voorbeelden.
Eindhoven Airport/vliegbasis Eindhoven en de woningbouw.
Hierboven de ernstige hinder tegen de dB Lden. Er zijn een heleboel studies op een hoop gegooid en de getrokken zwarte lijn is wat de WHO er uiteindelijk zelf van vindt.
Een probleem is dat het vlieglawaai rond militaire vliegvelden in Nederland nog in Kosten-eenheden gemeten wordt (Ke, naar de Delftse hoogleraar die zo heette). Die zijn officieel niet om te rekenen, maar in praktijk doet de overheid alsof 35Ke = 56 dB Lden, en 20Ke = 48 dB Lden.
De Ke is ooit ontworpen zodanig dat het aantal Ke – 10 het percentage ernstige hinder was. Of dat nu nog zo is, is een ander verhaal. Maar goed, de op de 20Ke – contour heeft dus statistisch 10% van de mensen ernstige hinder.
Men heeft aan de Alderstafel in 2010 bestuurlijk afgesproken, dat er binnen de 20Ke – zone geen nieuwe woonwijken gebouwd worden (dat is dus geen wettelijke verplichting). Dat is dus een ernstige gebruiksbeperking van de ruimte. Daarom liggen alle geplande nieuwe woonwijken, op Sonniuspark na, net buiten de 20Ke / 48 dB Lden- zone. Kijk maar:
Woningbouwlocaties nabij de nieuwe 20 Ke-contour
Nu wil het toeval dat de drempel voor ernstige hinder, die de WHO aanlegt, ook 10% is en bij de WHO hoort dat bij 45dB Lden.
Dezelfde bestuurlijke logica, die de bestuurders er in 2010 toe gebracht heeft om niet binnen de 20Ke/48 dB Lden te bouwen, zou ze er dus nu toe moeten brengen dat ze niet binnen de 45 dB Lden-zone bouwen.
Maar 20Ke/48 dB Lden en 45 dB Lden, dat scheelt nogal een lap grond.
In het Luchthavenbesluit 2014 (Geluidsbijlage bij het MER), staan heel veel contouren in allerlei soorten en maten, maar allemaal in Ke (want die tellen). Er staat er voor de gekozen toekomstvariant maar eentje die dB Lden geeft:
Lden-contour variant D8 civ+mil_2020
De ‘sigaar’ met wat bultjes (de getrokken zwarte lijn, de derde van buiten) is de 48 – contour. De buitenste wapperlijn is de 40 – contour. Ergens tussen beide in (waar precies, dat kan alleen het NLR berekenen) ligt de 45 dB Lden-contour.
Het zou dus best wel eens kunnen dat straks heel Son en Breugel binnen de 45 dB Lden-contour ligt (om maar eens wat te noemen!). En ook alle, of de meeste, geplande woningbouwlocaties.
Tja, en daar sta je dan als wethouder. Indertijd vonden je voorgangers dat je geen nieuwbouw moest doen in gebieden waar volgens de oude telling 10% of meer ernstige hinder had van het vliegveld en kozen ze locaties die net onder de 10% zaten. En nu zegt de WHO dat je daar toch boven de de 10% ernstige hinder uitkomt, en dat je woningbouwproject opnieuw moet opschuiven.
Wettelijk kunnen ze je niet dwingen, maar als je bestuurlijk consequent wil zijn, heb je een probleem.
Moeten ze het maar eens over gaan hebben in de MRE.
Best-Zuid
Om een concreet beeld van een wijk te geven, pak Best-Zuid. De enige meetstations, die in rond het vliegveld dB Lden afscheiden, staan in Best Zuid in opdracht van de gemeente en worden gerund door de onafhankelijke organisatie Sensornet. De andere meetstations worden gerund door het vliegveld en scheiden geen Ke of Lden af.
Over 2016-2017 komt Best-Villawijk, volgens Sensornet, door alleen vliegtuiglawaai, op 50dB Lden en Batadorp op 45 idem. Daarnaast zit Best-Villawijk door het wegverkeerlawaai op 52,5 dB Lden en Batadorp op 55 idem.
Geluidskaarten worden altijd op basis van ene model berekend. Dat er toevallig ook meetpalen staan, zodat men berekening en meting kan combineren, is zeldzaam maar in best-Zuid kan dat dus. De overeenkomst is heel behoorlijk.
De berekende geluidskaart voor het wegverkeer ziet er uit als onder (hij komt uit het rapport van Sensornet). De bovenste stip is het meetstation in Villawijk, de meest linkse stip die in Batadorp.
Als voor het wegverkeer 53dB Lden de gevarengrens is, naderen delen van Villawijk en nog meer Batadorp die – alleen dus vanwege het wegverkeer. Daar komt het vliegverkeer bij.
Tijd voor stil asfalt op de Boschdijk of een geluidswal?
De provincie en het Actieplan Geluid De SP heeft bij de begroting van 2017 druk uitgeoefend op gedeputeerde Van de Maat om de toegestane geluidsniveau’s langs provinciale wegen verder te beperken dan tot dan de 65 dB Lden, die tot dan toe de bedoeling was. Van de Maat toonde zich niet de beroerdste en zei in april 2018 toe, dat hij zich er niet op wilde laten vastprikken, maar dat hij zou proberen langs provinciale wegen een eind richting de 60dB Lden te gaan. Daar was zelfs wat geld voor.
Maar als boven de 53 dB Lden al gezondheidsschade kan ontstaan die de WHO relevant vindt, dan is bovenstaand gebaar een goede stap, maar niet ver genoeg.
De rijkswegen bij Den Bosch
Rijkswaterstaat heeft nette geluidskaarten. Hieronder die van de rijkswegen rond Den Bosch in 2016 (het zijn berekende kaarten).
Ook hier weer de verontrustende gedachte dat de gezondheidsschade, volgens de WHO, dis eigenlijk al buiten het buitenste geel begint.
Inleiding
In het Manifest van BVM2 wordt geëist dat voor 2030 de helft van de op Eindhoven Airport getankte kerosine van synthetische herkomst is ( zie Het Manifest van BVM2 en de uitwerking daarvan ). BVM2 zegt dat die zuiverder verbrandt, waardoor de belasting van omwonenden met ultrafijn stof (voor zover die door vliegtuigen veroorzaakt wordt) vermindert. Het kan geen kwaad om zo’n bewering eens een keer te bewijzen.
Synthetische brandstof kan drie soorten herkomst hebben: uit aardgas, uit biomassa en uit CO2 uit de lucht. Voor het eindproduct maakt de herkomst niet uit.
Afhankelijk van de herkomst kan deze brandstof volgens de geldende standaardisatievoorschriften voor 30% tot (meestal) 50% bijgemengd worden, en dus conventionele kerosine vervangen. Gemakshalve noemen we deze brandstof synthetische kerosine (of Jet fuel).
Synthetische kerosine uit aardgas is al heel lang te koop. De Shell heeft in Qatar (waar het gas voor het LNG-programma werd afgefakkeld omdat ze geen idee hadden wat ze er mee moesten) een grote vestiging waar van gas brandstof wordt gemaakt. Die is nog steeds fossiel.
Synthetische kerosine uit biomassa had al jaren gemaakt kunnen zijn, maar omdat die twee tot vier keer zo duur is als conventionele kerosine, willen de luchtvaartmaatschappijen er, ondanks vele grote woorden, niet aan.
Synthetische kerosine uit CO2 bestaat (onlangs heeft Branson er een vliegtuig op laten vliegen), maar verkeert nog in een ontwikkelstadium.
Behalve een effect op de luchtkwaliteit, heeft synthetische kerosine ook een effect op het klimaat. Die zijn onder te verdelen in gangbare effecten die alle vormen van CO2 hebben, en speciale niet-CO2 -effecten die vliegen op 10 km hoogte heeft. Dat laatste is een complex verhaal, waarvan de vorming van contrails (de strepen die je achter vliegtuigen ziet) en cirrusbewolking (die na verloop van tijd uit die strepen kan ontstaan) een onderdeel zijn. Netto hebben die strepen en cirruswolken een opwarmend effect op het klimaat.
Die contrails ontstaan omdat waterdamp uit de straalmotoren condenseert tot druppels, en dat druppelspoor zie je. Die condensatie gebeurt bij voorkeur rond condensatiekernen en de deeltjes, die uit de straalmotoren komen als bijvoorbeeld roet, leveren die kernen.
Als synthetische kerosine minder deeltjes uitstoot, zo is de gedachte, krijg je ook minder strepen.
In de afgelopen jaren is de interesse voor de klimaataspecten van het vliegen explosief gegroeid. Onderzoek aan de emissies van straalmotoren aan de grond is al vaker vertoond – dat is vooral van belang voor de luchtkwaliteit in de omgeving.
Onderzoek aan de emissies van straalmotoren op 10 km hoogte, waar het -40°C is, is een ander verhaal. Dat heeft vorm gekregen door een DC8 (met vier oude motoren) zodanig uit te rusten dat de ene binnenmotor op conventionele Jet A draaide, en de andere binnenmotor op een mengsel van 50% Jet A en 50% synthetische kerosine uit Camelina-olie (dat is een plant uit de koolfamilie). Deze biokerosine (technisch aangeduid als HEFA) bevat nagenoeg geen zwavel en aromatische verbindingen.
De Jet A was er in een medium- en low-zwavel smaak, en de motoren konden zachtjes, standaard of extra hard gezet worden.
Aan het onderzoek deden geleerden mee van de NASA, van het Duitse DLR en het Canadese NRC. Het onderzoek is gepubliceerd in een Letter aan Nature en die is op 15 maart 2017 afgedrukt.
De DC8 steeg dus op naar 10km hoogte en de onderzoekers gingen er met een Falcon van de NASA vlak achter vliegen (30 tot 150m, moet aardig geschud hebben). Zodoende konden ze luchtmonsters nemen uit elke uitlaat zonder dat die zich al gemengd hadden.
De proef is gedaan in omstandigheden, waarin zich normaliter geen strepen vormen. De interactie tussen ijsdeeltjes en uitlaatgassen zou de metingen verstoren.
De meetresultaten Men moet de meetwaardentabel als volgt lezen.
Elke kg brandstof brengt bij medium zwavel-Jet A (de linkse kolom Emissie Index) 6,51*1014 deeltjes in de lucht met een diameter boven de 10nm (elders in de studie blijkt dat het grootste deel onder de 100nm zit, en daarmee wordt dit bij ons gecategoriseerd als “Ultra Fijn Stof “). Uiteraard zit daar onzekerheid in: wat geleerden de standaard-deviatie noemen, zit tussen 1,14 maal zoveel als dit getal en 1,14 maal zo weinig.
Bij een mengsel van Camelina en zwavelarme JetA staat in de rechtse kolom Emissie Index op de vergelijkbare plaats 3,36*1014 . Dat is 0,52* zoveel. “Ratio” betekent dus de rechtse Emissie Indexkolom (of eventueel de middelste), gedeeld door de linkse.
Het aantal sterretjes geeft aan hoe statistisch significant het antwoord is. De meest gebruikte significantie begint vanaf twee **.
‘Black Carbon’ is in de volksmond ‘roet’. Je kunt dus statistisch zeer verantwoord zeggen dat 50% camelina-olie bijmengen betekent dat zich grofweg 60% minder roet vormt.
Deze meetresultaten zijn verkregen op 10km hoogte. Ze zijn niet noodzakelijk ook waar op de grond. Maar daar is al eerder onderzoek gedaan, en dat vertelt een vergelijkbaar verhaal.
Zoals bekend, is de Proefcasus Eindhoven Airport onder Pieter van Geel van start gegaan. Dat moet een uniek raadplegingstraject worden, dat geen wettelijke status heeft, maar mogelijk wel invloed gaat krijgen. Het zou tot april 2019 lopen. Vooralsnog stelt BVM2 zich constructief, maar sceptisch op. We zullen zien.
Zie voor een eerder artikel op deze site Proefcasus voor Eindhoven Airport?
BVM2 heeft zijn eigen gedachten ontwikkeld over het bestrijden van aan het vliegen op Eindhoven Airport verbonden negatieve effecten. Die zijn vastgelegd in het BVM2-manifest en in daarop volgende uitwerkingsstappen.
Zie Het Manifest van BVM2 en de uitwerking daarvan .
Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen BVM2 en Pieter van Geel. Daarin is BVM2 uitgenodigd zijn gedachten over het beperken van negatieve effecten in te dienen.
Hiertoe is BVM2 zijn eerdere standpunten nog eens langs gelopen en bevonden, dat die in essentie nog steeds goed zijn. Er is een actualisatie gemaakt en die is aangeboden.
De aangeboden tekst is hier te vinden Actualisatie Inventarisatie BVM2 mogelijkheden tot terugdringen van de hinder op Eindhoven Airport 28-10-2018 .
Vliegbewegingen tussen landen van de ‘grote’ EU in kaart gebracht
Er waren zo’n 300 mensen bijeen in de theaterzaal van het Evoluon, op 10 oktober 2018, om enige plechtigheden rondom het vliegveld bij te wonen. Het overgrote deel daarvan bestond uit bewoners, het overgrote deel daarvan was boos en vertrouwde het allemaal voor geen meter, en een flink deel van de bewoners was daar door BVM2 naar toe gedirigeerd. Dagvoorzitter Karin Bruers had er de handen vol aan ‘Maar, we moesten het allemaal positief blijven zien!”.
Er waren vier plechtigheden na elkaar gepland:
het verslag van de Uitvoeringstafel van Pieter van Geel,
het verslag van de analysefase (de onderzoeken die op 03 september uitgebracht zijn volgens het 43000 t/m 100000 – scenario
doel en aanpak van de Proefcasus, onder leiding van dezelfde Pieter van Geel
De uitvoeringstafel Die is najaar 2016 ingesteld om de wetgeving, die is ingesteld om het dictaat van Alders juridisch te maken, in de praktijk te begeleiden. Hij viel bestuurlijk onder de provincie. Pieter van Geel uit Helmond (o.a. ex-gedeputeerde in Brabant voor milieu en ex-staatssecretaris, CDA) was er de baas van.
De Uitvoeringstafel moest het hebben over de lopende zaken in de huidige vliegveldperiode t/m 2019. Nadenken over vanaf 2020 was verboden, al kwam er steeds meer rek in dat verbod.
Pieter van Geel moest het doen met een zeer bescheiden budget en kon dan ook slechts zeer kleinschalige resultaten bereiken, zoals de piloten op route 1b bij Wintelre beter disciplineren en wat onderzoek aan olifantsgras en een ribbelpark tegen grondgeluid. Ook de Masterclass van Defensie kwam er uit voort.
Dit miereneukgepeuter kwam in de plaats van het door ex-staatssecretaris Mansveld toegezegde onafhankelijk onderzoek, waarvoor zij en de Tweede kamer nooit de middelen ter beschikking heeft gesteld. Maar daar kon Pieter van Geel niets aan doen.
BVM2 had een goede verstandhouding met Van Geel.
Verbeteringen aan vliegroute 1b bij Wintelre_Evoluon 10 okr 2018
Het verslag van de vier scenario-onderzoeken Het kabinet had een handvol onderzoeken verordonneerd op basis van vier scenario’s. Die vertrokken allemaal van het aantal 43000 over 2019, en eindigden met resp. 43000; 55000; 73000 en 100000 in 2030. De onderzoeken zijn op 03 september 2018 gepresenteerd en ruim twee weken later kwam daar nog een stikstofdepositieverhaal achteraan en een uitbreiding van een eerder verhaal over het brandstofverbruik van Eindhoven Airport.
De zaal was niet gecharmeerd, en evenmin overtuigd van de volstrekte onafhankelijkheid van de onderzoeken en onderzoekers, en liet dat op uiterst spontane wijze blijken.
Wat had je nou aan een onderzoek als je bewust alleen maar de economische voordelen onderzocht en niet de economische nadelen? Dan krijg je toch altijd een gewenste uitkomst?
Stond die groei soms nu al vast? En waarom was er geen onderzoek gedaan naar krimp?
Paul van Gurp van het Ministerie en Jos de Lange van Royal HaskoningDHV hadden het er moeilijk mee. Met name voor de meneer van RHDHV was dat een beetje moeilijk, want die sprak niet namens de opdrachtgever, maar namens de opdrachtuitvoerder.
Begeleid door vermaningen van de dagvoorzitter haalde men op levendige wijze het eind van deze plechtigheid.
Marc van Schuppen (wethouder in Best) staat er voor de regionale overheid. Paul van Gurp en Petrouschka Werther zijn van het ministerie van I&M. Van Geel gaat de proefcasus doen.
De proefcasus Met ‘nieuwe manieren van betrokkenheid van omwonenden en andere partijen bij de besluitvorming’ wil de overheid ‘invulling geven aan de transitie naar een slimmere en duurzamere, en meer op kwaliteit gestuurde luchtvaart- en luchthavenontwikkeling’. Zo omschrijft de minister in een brief aan Pieter van Geel wat zijn taak is. ‘Groei is daarbij geen uitgangspunt, maar één van de ontwerpvariabelen’.
(Het staat nog te bezien of het prioritair verklaren van Eindhoven Airport veel mogelijkheden biedt)Mogelijk. Niet iedereen was bij voorbaat van de goede bedoelingen overtuigd. Met name meldde Bernard Gerard namens BVM2 dat in de omschrijving zijdens het ministerie elk klimaataspect ontbrak. Maatstafgevend zijn ‘de kwaliteit van de participatie, van de leefomgeving, van de gebiedsontwikkeling en van de luchthaven.’ Klimaat is iets heel anders als leefomgeving. Dit lijkt systematische VVD-politiek. De minister is VVD, de gedeputeerde is VVD, de burgemeester van Eindhoven VVD, en de verantwoordelijke Eindhovense wethouder ook. En bijv. in een groot opinieartikel van Gedeputeerde Van de Maat in het ED ontbrak elke verwijzing naar het klimaat.
Maar, van Geel ‘Het bestaat niet dat hier straks een verhaal ligt dat niet over het klimaat gaat’ en ‘groei is niet het uitgangspunt’ en ‘als wij nu die onderzoeken zouden uitvoeren, zouden we ook naar de effecten van krimp hebben laten kijken. Als een krimponderzoek nodig blijkt, gaan we dat in de komende tijd gewoon doen.’
De Proefcasus moet een half jaar gaan duren. De eerste gespreksafspraken zijn al gemaakt.
De gesprekstafels Daarvan kan geen samenhangend verslag gemaakt worden. Het waren veel , aparte tafels met mensen namens officiele partijen erbij.
Er is het nodige afgepraat, met die officiele mensen en met het publiek.
BVM2 gaat het geheel constructief, maar uiterst waakzaam, volgen.
Twintig instellingen hebben een op 03 oktober 2018 aan minister Cora van Nieuwenhuizen het plan aangeboden “Actieplan Luchtvaart Nederland voor 35% minder CO2 in 2030” of “Slim en duurzaam: Actieplan Luchtvaart Nederland voor 35% minder CO2 in 2030 “. Bedoeld wordt hetzelfde.
Het plan bevat een wirwar aan eenheden, absolute getallen en percentages van verschillende grootheden. Het vraagt nogal wat gepuzzel om daar uit te komen.
Beschrijving van het plan In Nederland is over 2016 aan vliegtuigkerosine verkocht 3788 miljoen kg, want dat zegt het CBS. Dat is goed voor bijna 165PJ en voor 11,8Megaton CO2 .
Het sectorplan doet alsof zonder nieuw beleid in 2030 de Nederlandse luchtvaart 17,3Mton CO2 zou lozen, horend bij 5381 miljoen kg en 240PJ.
Overall groeit de brandstofverkoop van 2016 tot 2030 dan met 42% (% t.o.v. 2016). Terugrekenend betekent dat een jaarlijkse groei van 2,8%.
Vervolgens gaat men in het plan het beleid wijzigen met vijf maatregelen (thema’s) in de lucht (1 t/m 5) en twee op de grond (6 en 7).
Opgeteld leiden de luchtthema’s ertoe dat van 2016 tot 2030 aan de brandstofverkoop toegevoegd wordt 75PJ (= 240 – 165) , en afgevoerd 82,5PJ. Het sectorplan eindigt dus op ca 158,5PJ (=165+75-82,5).
Hetzelfde, in CO2 uitgedrukt, betekent dat er van 2016 tot 2030 bijkomt 5,5Mton CO2 en afgaat 6,0Mton CO2 . De CO2 -emissie eindigt dus op 11,3Mton CO2 .
Die 82,5PJ is ongeveer 35% van de ‘nieuwe’ 240PJ, dus t.o.v. 2030 (idem de CO2).
Als men (wat het sectorplan niet doet) de twee grondthema’s ook meerekent, is het beeld iets gunstiger (dan komt erbij 75PJ en gaat er af 89PJ.
Als men alles (1 t/m 7) meetelt, zit de Nederlandse luchtvaart in 2030 ongeveer op het niveau van 2005 of 2014 (in deze jaren verbruikte de Nederlandse luchtvaart resp. ongeveer 155 en 153PJ).
Opbouw thema’s en besparingen Actieplan luchtvaartsector 2018
Onafhankelijk van dit plan bestaat ook het ETS (het Europese Emission Trade System) en het CORSIA-systeem. Het sectorplan laat deze mechanismen buiten beschouwing.
Het ETS werkt als een soort extra belasting en maakt per saldo de fossiele brandstof, en daarmee de kaartjes, duurder. Of, en zo ja in hoeverre, dat tot minder vluchten leidt en/of tot een verschuiving richting duurdere synthetische kerosine, valt niet te voorspellen.
Met het CORSIA-systeem wordt beoogd om met maatschappelijke projecten koolstof vast te leggen. Er bestaan veel twijfels over dit systeem en een voorspelling van de effecten op korte en lange termijn valt momenteel niet te doen.
Commentaar op het plan als geheel Het plan is op erg veel aannames gebaseerd.
Uiteraard verwachtte de luchtvaartsector veel kritiek op het plan. Daarom is er een second opinion gevraagd aan CE Delft (welke ook op de TU Delft-site te vinden is). CE Delft heeft nogal wat kanttekeningen, maar komt in grote lijnen tot het oordeel dat als je de aannames van het sectorplan volgt, je ook bij de conclusies uitkomt. Het sectorplan is een redactionele chaos (zeg ik, niet CE Delft), maar bevat geen rekenfouten. Dat is al heel wat.
Dit alles gelezen hebbende, is mijn oordeel over het plan als geheel:
De zeven thema’s in het sectorplan bevatten als regel technisch verstandige maatregelen die tot op zekere hoogte uitvoerbaar zijn.
Het sectorplan gaat er als axioma van uit dat er recht bestaat op verdere groei, en dat er alleen maar een CO2-plan hoeft te komen als die groei er komt. De sector brengt dit met veel aplomb als een automatische koppeling, maar dat is onzin. De luchtvaartsector groeit al decennia en een CO2 – bezuinigingsplan als dit had veel eerder gebracht kunnen en moeten worden.
Toegespitst op dit moment kan en moet het plan ook doorgevoerd worden bij een lagere of nul-groei.
Het plan is gebaseerd op een merkwaardig hoge jaarlijkse groei van de verkochte brandstof, nl van 2,8% (nb: dit is dus de netto groei, zijnde de groei van het aantal vliegbewegingen minus de jaarlijkse efficiencyverbetering). Ter vergelijking: de CBS-cijfers geven duidelijk lagere brandstofgroei-percentages. Zelfs in de inhaalsprint na de crisis, van 2010-2016, groeide de brandstofverkoop jaarlijks gemiddeld met 2,1% . Het lijkt erop dat de sector probeert zich op onopvallende wijze probeert extra groeiruimte te verwerven met het CO2-plan als camouflage.
Het valt niet goed in te zien hoe dit percentage, zoals door de sector beweerd, op WLO-laag restricted gebaseerd kan zijn. Het document, waarin het CPB/PBL de WLO-systematiek specifiek toepast op de luchtvaart (het Achtergronddocument mobiliteit-luchtvaart), geeft onderstaande tabel
Ook CE Delft signaleert dit probleem (in andere bewoordingen)
Het hoge percentage vraagt om een nadere toelichting zijdens de sector.
Met het hanteren van een rekenmodel doet de luchtvaartsector op geen enkele wijze de belofte dat zij zich aan dat rekenmodel houdt. Het is slechts een gedachtenexperiment. Mocht het zo uitkomen, dat blokkeert dit plan op geen enkele wijze een groei van bijvoorbeeld 4%.
Doet het plan wat het moet doen?
Die vraag valt uiteen in deelvragen: wat moet het doen en doet het dat?
De rest van de wereld moet zijn emissies terugbrengen tot bijna niks in 2050 t.o.v. 1990, nul of zelfs min.
De luchtvaart heeft zichzelf het recht toegekend daarvan af te wijken. De luchtvaartscene wil in 2050 de helft aan CO2 uitstoten t.o.v. 2005.
Ik vind dat niet juist, maar daarover op deze plaats nu geen discussie. Ik beoordeel de luchtvaart in dit artikel aan zijn eigen doelstellingen.
Het sectorplan bevat een groeideel en een krimpdeel.
Als de luchtvaart niet zou groeien, zou het krimpdeel van het sectorplan de eigen doelstellingen in 2030 realiseren. Immers, het energieverbruik in 2016 van de Nederlandse luchtvaart bedroeg 165PJ en het krimpdeel doet daar 89PJ van af. Ergo hou je 76PJ over en dat is de helft van de 153PJ, die de Nederlandse luchtvaart in 2005 uitgaf.
Zie https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83406NED/table?fromstatweb .
Doordat het sectorplan de voorgestelde groei (+75PJ) op de voorgestelde krimp (-89PJ) stapelt, eindigt het pakket ermee dat in 2030 ongeveer de situatie van 2005 terugbereikt is. Tenminste, als het krimpplan werkt zoals bedoeld.
Daarna moet er dus nog een operatie achteraan om dat bedrag te halveren (er moet dus na 2030 nog 75 a 80PJ af). Dus een krimpoperatie die bijna even groot is als die welke in het sectorplan staat.
Er zijn dus twee typen vragen:
a) of het huidige krimpplan van de sector zal werken?
b) of de thema’s ook na 2030 ruimte bieden voor verdere krimp.
Ik zal proberen deze vragen per thema te beantwoorden.
Commentaar op de afzonderlijke thema’s Waar ik het zelf niet weet, volg ik CE Delft.
Luchtverkeersroutes rond Eindhoven
Inzake het optimaliseren van vliegroutes en procedures (thema 1) ziet CE Delft veel beren in de lucht.
Het Nederlandse luchtruim wordt in 2023 herzien (is de planning).
Het Europese luchtruim wordt beheerd door 36 nationale luchtverkeersleidingsorganisaties. De EU probeert die situatie al een tijd te stroomlijnen met het Single European Sky-initiatief, maar dat gaat moeizaam. Landen raken er een stukje soevereiniteit door kwijt.
Vooral binnen Europa is winst te halen, internationaal minder.
De sector denkt door alle maatregelen op dit vlak samen ca 8% minder CO2 uit te kunnen storen (en daarmee ook 8% luchtvervuiling). CE Delft vindt dit getal aan de hoge kant, maar niet a priorionhaalbaar.
8% van de beoogde 240PK in 2030 zou 19PJ zijn en de sector boekt 16PJ in, dus dat kan kloppen.
Wel is dit een incidentele operatie. Je kunt niet aan het herindelen blijven. Na de ingeboekte 16PJ zal er niet veel nieuws meer ingeboekt kunnen worden.
CE Delft acht de inzet van meer duurzame brandstof (wat vooralsnog vooral biokerosine betekent) zeer wel mogelijk. Zelfs meer dan ingeschat, mochten de andere thema’s tegenvallen.
CE Delft verwijst hier naar een eerdere studie Overheidsmaatregelen Biokerosine uit juni 2017 (te vinden onder ce.nl/publicaties/1980/overheidsmaatregelen-biokerosine ). Het voert te ver om deze hier te bespreken. Voornaamste steen des aanstoots vind ik zelf dat een flinke uitbreiding van een Nederlandse biokerosineprogramma betekent dat Nederland, volgens CE Delft, grootschalig biomassa zou moeten gaan importeren. Aan de mogelijkheden en moeilijkheden daarvan, en de ethische dilemma’s daarvan, besteedt CE Delft in genoemde studie erg weinig aandacht.
Naar mijn smaak is de 20PJ biokerosine, die het sectorplan inboekt, zonder veel problemen en dilemma’s haalbaar (zie Hernieuwbare kerosine: wat je er wel en niet van moet verwachten), waar berekend wordt dat Europa op basis van voornamelijk afval tot 210PJ biokerosine kan komen. Nederland trekt ca 8% van de Europese kerosineverkoop en is het enige land dat tot nu toe werk maakt van biokerosine, dus aan 20PJ moet Nederland kunnen komen.
Mocht de sector beduidend meer willen dan 20PJ biokerosine, dan treden er nieuwe vraagstukken in werking. Het is dus een open vraag in hoeverre het mogelijk is na 2030 het biokerosineverhaal te vervolgen.Overigens verbrandt biokerosine veel schoner. Invoering van een percentage biokerosine zou ook beter zijn voor de luchtkwaliteit rond luchthavens.
Op Europees niveau is het biokerosineverhaal, ondanks ronkende woorden, een volledige flop. Nederland is het enige land dat geïnteresseerd is. Zie Europe’s ambition for biofuels in aviation_Energy Strategy Reviews_06jan2018 . Naast algemene onzekerheid bij de luchtvaartmaatschappijen is ook de hogere prijs een probleem bij een sector, doe moeilijk doet over elke brandstofcent.
CE Delft schrijft dan ook over de beste manier waarop de luchtvaartmaatschappijen de meerkosten moeten terugverdienen. Subsidie komt daarbij nadrukkelijk in beeld.
Ik vind het echter een principieel vraagstuk of je aan een sector, die zijn brandstofvoorraden extraterritoriaal geparkeerd heeft waardoor ze immuum zijn voor BTW en accijns, moet gaan subsidieren alsof ze intraterritoriaal zijn. Ze eten van twee walletjes. Hier zou iets fundamenteel moeten veranderen.
Het stimuleren van schone vliegtuigen via luchthavengelden (thema 2) en radicale vlootvernieuwing (thema 4) zou ertoe moeten leiden dat op Nederlandse luchthavens gevestigde maatschappijen in 2030 18% minder CO2 uitstoten (18% van 240PJ is 43PJ).
De sector boekt voor 2030 in zijn plan 43PJ in (7 bij thema 2 en 36 bij thema 4).
CE Delft houdt hier de boot een beetje af.
Selectieve luchthavengelden op zichzelf leiden vooral tot verplaatsing van de emissies naar andere vliegvelden. Voor CO2 maakt dat niet uit (voor de luchtvervuiling overigens wel, maar daar gaat het sectorvoorstel niet over).
Luchtvaartmaatschappijen hebben een natuurlijk vernieuwingstempo en gaan dat niet zo maar versnellen.
Eindhoven is voorbeeld. Daar zouden de A-320’s vervangen moeten worden door -NEO en de Boeing 737 door -MAX. Als dat volledig doorgevoerd zou worden, zou het ongeveer 15% aan CO2 schelen (en bij overigens gelijke omstandigheden, ook 15% aan luchtvervuiling). Maar “de trend is dat in 2030 60% van de vloot vervangen is” – een formulering die geen toezegging is, maar zoiets als de schaduw van een suggestie van een belofte.
Eindhoven zou dus voor 9% ingeboekt moeten worden, tenzij de nieuwe vliegtuigen dwingend worden voorgeschreven. Dan wordt het 15% en dat is nog geen 18%.
Het is op zich niet absurd om, zoals het sectorvoorstel doet, aandacht te besteden aan hybride-elektrisch vliegen, en evenmin om daarbij industriepolitieke mogelijkheden te noemen.
In mei 2018 is in de VS het eerste hybride-elektrische vliegtuig verkocht (van Zunum Aero), en die maatschappij verwacht er in 2022 honderd te hebben vliegen. Echter, het is vooral een klein tot middelgroot propellervliegtuig voor de korte- en middenafstand, vooral een soort aanvulling op de trein. Het is wel driekwart stiller en zuiniger (zegt de fabrikant).
Het lijkt een goed vliegtuig voor een niche, niet iets dat de bulk van het straalvliegtuigenverkeer gaat vervangen. CE Delft zegt hier niets over.
Een soort ondergrens is de ‘natuurlijke’ efficiencyverbetering, die de luchtvaart jaarlijks gemiddeld vanzelf al haalt van (volgens CE Delft) van 1,1%. In 2030 zou dat aantikken tot ruim 12% .
Het is een slag in de lucht, maar het lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk dat de 18% kerosinebesparing, die de luchtvaartsector tot 2030 in boekt, bespaard wordt.
Wat de vervolgmogelijkheden zijn om via vlootvernieuwing ook na 2030 CO2 – besparing in te boeken, een open vraag. Gokken op een voortgezet innovatietempo van 1% per jaar lijkt het veiligste.
De trein in plaats van het vliegtuig tot pakweg 700km (ingeboekt voor 1,5% = 3,6PJ) kan helpen, mits (zoals CE Delft opmerkt) er een heleboel gebeurt aan het spoorwegnet en mits de vrijkomende slots niet worden vervangen door lange afstandsvluchten.
CE Delft acht de 1,5% inschatting van het sectorplan haalbaar en meer dan dat, zodat er ook na 2030 verdere verbetering mogelijk lijkt.
Emissieloze luchthavens (dus niet het vliegen, maar de gebouwen en de machines) moet kunnen. Dit is nu vaak al doel.
Ze zijn dan in 2030 klimaatneutraal, hetgeen per definitie betekent dat na 2030 er geen nieuwe winst meer bereikbaar is.
Het vervoer van en naar de luchthaven kan wat opleveren (CE Delft waagt zich niet aan een getal) . Wel wijst CE Delft erop dat het sectorplan wel duurzame oplossingen wil aanbieden, maar geen onduurzame oplossingen wil afstoten.
Hier zit voor de toekomst dus nog wat ruimte.
Kop over de nieuwe biokerosinefabriek van SkyNRG. Groningen werd genoemd als vestigingsprovincie.
Al met al
Zou ook de luchtvaart moeten streven naar ongeveer 0% CO2 in 2050
Is het onduidelijk, maar niet heel waarschijnlijk, dat de Nederlandse luchtvaart het zelfgekozen doel haalt van “in 2050 de helft van 2005”
Het sectorplan van de luchtvaart bevat goede voorstellen om tot minder CO2 te komen
Maar haalt waarschijnlijk niet de eigen streefcijfers
De nederlandse luchtvaart zou niet, of in elk geval veel minder dan in het sectorplan wordt beoogd, moeten groeien.
De Nederlandse luchtvaart heeft veel zaken niet in eigen hand
Het Landelijk Bewonersberaad Luchtvaart hield op 6 oktober en druk bezochte conferentie over duurzame en gezonde luchtvaart in Nederland. De negatieve gevolgen van luchtvaart voor klimaat, mens en milieu moeten drastisch verminderen. Als er geen ander beleid komt, zal de luchtvaart blijven groeien.
BVM2-bestuurder Michiel Visser had een groot aandeel in de organisatie.
Greenpeace verleende gastvrijheid in zijn gebouw op het Amsterdamse NDSM-eiland en ook de Natuur- en Milieufederaties maakten de dag financieel mogelijk.
Hans Buurma, voorzitter van de LBBL en tevens van de Werkgroep Toekomst Luchtvaart, belichtte ‘s ochtends de landelijke ontwikkelingen rond de luchtvaart en de rol van het LBBL.
Ook Sijas Akkerman hield namens de landelijke natuur- en milieuorganisaties een verhaal.
Daarna vertelden bewonersgroepen rond de zes luchthavens kort iets over hun ervaringen en waarom samenwerken zo belangrijk is. Voor BVM2 kwam de pitch van Bernard Gerard (die vers van de pers het nieuwtje kon vertellen van de zelfgekozen vertraagde groei van Eindhoven Airport) (zie Eindhoven Airport perkt eigen groei in )
In de middag waren er vijf workshops:
Meten is weten (Citizens Science) We willen een onafhankelijk meetnetwerk van bewoners op het gebied van geluid en fijnstof. De vraag was wie mee wilde doen om de luchtvaartsector en overheid te laten zien wat de daadwerkelijke overlast is. Veel mensen hebben zich aangemeld voor een vervolgwerkgroep Meten na het horen van interessante betogen over fijnstof meten in Rotterdam (Hans Bosch), geluid meten met het EANS (European Aircraft Noise Services, toegelicht door Martin Kessel uit Frankfurt) en een oproep tot breed informeren en crowdfunding (Pepijn Dellen).
Organiseren van lokale acties We gaan na de workshop in een werkgroep verder nadenken over verschillende acties die we landelijk en lokaal kunnen uitvoeren. Wie klaar is met de vliegtuigen boven zijn/haar hoofd en iets actiefs wil doen, heeft zich al gemeld. uiteraard kunnen andere belangstellenden aanschuiven (laat je horen via ons formulier onder Contact).
Beïnvloeden van politiek en pers Het afgelopen jaar is er toenemende aandacht in de pers geweest voor de nadelige gevolgen van vliegverkeer. Hoe houden we dit momentum vast en bevorderen we een verdere kanteling richting politiek? Ook hier zijn mensen die er mee verder willen!
Jeugd, onderwijs en toerisme Onder de subtitel Reizen in de toekomst spraken mensen van De Klimaat Jongeren met deelnemers over de stijgende welvaart en de dalende prijzen van vliegtickets zorgen voor een golf aan vakantievluchten. Hoe gaan we naar een duurzamere vorm van reizen toe? Wat is de toekomst van toerisme met jongeren die uitvliegen? Ook hier belangstelling genoeg voor een vervolg.
De zin en onzin van klimaatcompensatie en wat kunnen we met duurzame brandstoffen? Hoezo compenseren van je vliegreis? Het kost alleen wat muisklikken en een paar tientjes. Lost dat iets op of is het slechts een illusie?
Wat we kunnen verwachten van meer duurzame brandstoffen als bio-kerosine en synthetische varianten? En wat moet je vinden van het recente “Actieplan Luchtvaart Nederland voor 35% minder CO2 in 2030” dat toen net uit was? (een artikel over dit plan zal in een apart artikel in deze kolommen verschijnen).
Een gedegen uitleg voor de geïnteresseerden van Bernard Gerard en Coen Eggen.
De presentatie van Bernard Gerard is Presentatie Bernard Gerard Kennisdag LBBL 06 okt 2018 te vinden.
Tijdens de workshops was iemand van Loesje aandachtig aanwezig. Binnenkort de resultaten!
BVM2 roept geïnteresseerden uit Eindhoven en omgeving op om mee te doen aan de landelijke werkgroepen. Uiteraard zijn ook mensen van buiten het BVM2 – bestuur welkom. Er zal dan een vorm van betrokkenheid vanuit het bestuur opgebouwd worden.
In het blad “Luchtvaartnieuws” van 05 okt 2018 stond onderstaand bericht te lezen.
Het komt erop neer dat Eindhoven Airport 2000 vliegbewegingen extra niet in 2019, maar in 2020 laat ingaan. Een en ander met enige publiciteit omgeven.
Nu kan men hier gemakkelijk cynisch over doen, maar ik zie er toch een klein tijdelijk mijlpaaltje is. Het is voor het eerst in recente tijden dat een Nederlandse luchthaven vrijwillig iets minder hard groeit.
Bovendien gebruikt vliegveld-directeur JoostMeijs het argument dat “de groei van het vliegveld geen doel op zich is” en “dat het tijd is om ons meer te richten op ons meer te gaan richten op de kwaliteit, de balans met de omgevng en de hierbij passende gecontroleerde ontwikkeling“. Ongeveer zo staat het in het Manifest van BVM2.
Nu kan dit proces nog steeds alle kanten op. De scepsis moet nog niet worden afgeblazen. Maar ik hoor toch graag een directeur van Eindhoven Airport zeggen dat de groei geen doel op zich is.
EINDHOVEN – Om de omwonenden tegemoet te komen, heeft Eindhoven Airport besloten om haar eigen groei in te perken. In plaats van de eerder geplande 43.000, zal de luchthaven volgend jaar slechts 41.000 vliegbewegingen verwerken.
De aan de Alderstafel afgesproken grens van 43.000 vliegbewegingen wordt nu pas in 2020 bereikt. Eindhoven Airport verwacht in 2018 een passagierstoename van 10 procent (naar 6,2 miljoen), maar door de maatregel zal die reizigersgroei volgend jaar fors afnemen.
“We hebben de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt en zijn daardoor een volwassen luchthaven geworden die de Brainport-regio kan faciliteren. Maar groei is geen doel op zich”, zegt Joost Meijs, de directeur van Eindhoven Airport.
“Het is tijd om ons meer te gaan richten op kwaliteit, de balans met de omgeving en een hierbij passende gecontroleerde ontwikkeling”, zo vervolgt Meijs. “We geven met de beslissing van groeimatiging een duidelijk signaal af dat we dit proces alle kansen en ruimte geven.”
Het besluit hangt samen met de start van ‘Proefcasus Eindhoven Airport’. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur heeft gisteren oud-politicus Pieter van Geel aangesteld om samen met de luchthaven en belangengroepen een toekomstvisie voor het Brabantse vliegveld vorm te geven.
De inzichten uit de Proefcasus zullen ook gebruikt worden bij het maken van de Luchtvaartnota 2020-2050, waarin het ministerie vastlegt hoe de Nederlandse luchtvaart zich in de komende drie decennia mag ontwikkelen.
Milieudefensie stond met een heleboel materiaal op het Geldropse Regenboogfestival, ook wel geheten de Andere Mèrt. Dat was op 30 sept 2018 .
Er was veel recent materiaal, maar de meeste aandacht ging uit naar de vliegveldactie. Milieudefensie is een van de organisaties, die het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) ondersteunen.
Het was niet vanzelfsprekend dat dat in Geldrop goed zou lopen, omdat er, vanwege de ligging, geen vliegroute over Geldrop loopt. Toch zijn er aan de kraam 27 formulieren ingevuld, waarmee mensen ondersteuner van BVM2 werden. Ook hebben veel mensen een formulier meegenomen. Daar zullen ook wel aanmeldingen uit voortkomen.
De argumenten gingen vaak over het klimaat en het fijn stof. Ook veel gehoord was het argument dat het idioot was dat je voor 3 tientjes naar Barcelona kon. Veel mensen vinden (terecht) dat daar iets fundamenteel fout zit.
Vliegtuigbewegingen op de kaart. Let erop dat Eindhoven grotendeels buiten schot blijft.