Inspraak bij het Eindhovens Klimaatplan

Het Eindhovens Klimaatplan
Eindhoven maakt elke vijf jaar een nieuw Klimaatplan en, nu alweer, het derde plan in successie noemt de ambities voor de jaren 2026 t/m 2030. Het is een plan van de gemeente Eindhoven en blijft dus binnen de gemeentegrenzen.
Het plan is te vinden op vindplaats Eindhovens Klimaatplan III 2026-2030 .

Ten opzichte van 1990 wil de gemeente Eindhoven de broeikasgasemissies in 2030 met minstens 55% teruggedrongen hebben, en in 2050 met minstens 95% . Dat laatste is in zoverre al weer achterhaald dat de Europese Klimaatwet in 2050 op 0 uitstoot wil zitten en daarna op negatief. Deze hogere wet gaat voor en daarmee zit Eindoven voor 2050 ook op 0% emissie van broeikasgassen.
Die emissies moeten afnemen terwijl de stad sterk groeit vanwege de economische boost (o.a.vanwege ASML). Dat maakt het extra uitdagend.
Een andere uitdaging is dat Eindhoven ten enenmale niet in staat zal zijn om de benodigde duurzame elektriciteit op eigen grondgebied te produceren. zelfs niet als het voorgenomen gemeentelijke warmtebedrijf (dat onderdeel is van een veel ruimer bedoeld gemeentelijk energiebedrijf)  op grote schaal de warmtevraag zou gaan invullen. Op een of andere manier moeten de duurzame elektriciteit (en eventueel de duurzame waterstof) dus van buiten de gemeente komen.

Vooralsnog beperkt het Klimaatplan zich tot scope 1 en scope 2 – emissies: de emissies die volgen vanut het directe eigen functioneren, en die welke volgen uit ingekochte energie in diverse vormen. De gemeente wil onderzoekend gaan kijken naar scope 3-emissies en meent dat die vooral in het vervaardigen en afdanken van materialen gaat zitten. Mede daarom heeft het Klimaatplan ook een passage over circulair werken.

Bij de meeste Eindhovense sectoren neemt de hoeveelheid broeikasgassen  af (zie afbeelding).

Bij wonen is dat omdat nieuw te bouwen en te renoveren woningen aan steeds scherpere energielabels moeten voldoen, door de (tijdelijk?) hogere aardgasprijzen, en door een groter stadsverwarmingsnet.
Grofweg hetzelfde geldt voor de sector publieke dienstverlening.

Bij industrie en bedrijfsleven worden enkele ontwikkelingen genoemd: men wil een start maken met de ‘energy hubs’, wat zoiets betekent als dat een aantal bedrijven op hetzelfde industrieterrein voor netbeheerder Enexis gaan opereren alsof ze één afnemer zijn, binnen welke groep onderling verevend wordt. Eind 2024 is als eerste het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk geselecteerd door Enexis en men hoopt dat eind 2025 operationeel is. De eventuele prestaties hiervan zitten dus nog niet in de cijfers. (Voor eerdere artikelen op deze site over dut concept zie statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ en brainport-gaat-energiehubs-voor-bedrijventerreinen-ontwikkelen/ ).
De Hurk is (als eerste) ook in beeld voor een op maat gemaakt warmteplan, maar dat is nog toekomstmuzie die waarschijnlijk niet vóór 2030 een bijdage levert.
Verder wordt benoemd de handhaving van de wettelijke bepalingen als de Energiebesparingsplicht (in  Endhoven ca 1500 bedrijven) en de EED Energie-audit(ca 250 bedrijven). Er is een flinke achterstand in de uitvoering van deze taak.
Brainport en enkele grote bedrijven fantaseren nog over een aftakking van de Delta Thine Corridor, een buisleidingennet van de Gasunie dat (onder andere) waterstof moet gaan brengen van Rotterdam via Moerdijk naar Chemelot en daarna eventueel nar Duitsland ( https://www.gasunie.nl/projecten/delta-rhine-corridor ). Wat het realisme van deze gedachte is, moet blijken.

Zorgenkind van het Eindhovens Klimaatbeleid is de mobiliteit. Die neemt tot nu toe eerder toe dan af. Eindhoven heeft onlangs een groot nieuw Masterplan Mobiliteit aangenomen dat goed werk zou moeten doen. Dat is afwachten.

De inspraak van Milieudefensie Eindhoven (en van BVM2)
Ik heb bij de commissiebehandeling van het Klimaatplan III 2026 – 2030 ingesproken namens Milieudefensie Eindhoven en, voor wat betreft het eerste aandachtspunt, het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), de koepelorganisatie waarin mensen en organisaties die kritisch t.o.v. het Eindhovense vlieggebeuren staan.
Hieronder de tekst (deze tekst en de tekst over de onderliggende Eindhovense broeikasgasemissies waaruit onderstaande tabel afkomstig is, zijn als bijlage toegevoegd). Je krijgt 5 minuten inspreektijd,

Geachte aanwezigen

ik spreek in namens Milieudefensie Eindhoven en, bij mijn eerste punt, ook  namens het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2)

Dit Klimaatplan is een verdienstelijk stuk. Toch heb ik enkele kritiekpunten.

  • in dit plan heeft Eindhoven geen vliegveld. Daarmee blijft de olifant in  de klimaatkamer onbenoemd, want het vliegveld is met 28,5% veruit de grootste bron van broeikasgassen in onze gemeente. Dat is meer dan het totale wegverkeer op het onderliggende wegennet. Vooralsnog gaat deze hoeveelheid CO2 niet of nauwelijks omlaag. Toch heeft deze raad een  motie aangenomen  dat de gemeente zich als aandeelhouder van het vliegveld activistisch moet opstellen.
    Minder broeikasgas betekent minder vliegbewegingen – iets waaraan de regio vanwege de woningbouwmogelijkheden sowieso dringend behoefte heeft.
    Ik roep u als gemeenteraad op om dit klimaatplan  aan te vullen met een streven naar een flinke krimp van het aantal vliegbewegingen. BVM2 noemt 25000 a 30000.

( bron Climate Trace gemeente Eindhoven met sectoren , data zijn bij Climate Trace iets herzien sinds eerste raadpleging)

  • vanwege de netcongestie wordt er gewerkt aan collectieve stroomafname op bedrijventerreinen. Deze energiehubs zijn een goed idee. Voor die hubs zijn onder andere grote batterijen nodig.
    Echter, de congestiedreiging richt zich ook tegen nieuwe woonwijken die de regio in grote getale moet gaan bouwen. Ook die wijken moeten op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten.
    Milieudefensie Eindhoven roept u op om voor nieuwbouwwijken onderzoek te doen naar collectieve vormen van stroomafname en eventueel stroomlevering, in combinatie met flinke buurtbatterijen. Misschien kan de overheid hier bijvoorbeeld als launching customer optreden.
    Juridisch zou dat goed passen in een kamer in het eigen gemeentelijke energiepaleis.
  • u neemt terecht de broeikasgasemissies van het Eindhovense bedrijfsleven in dit plan mee. U beperkt zich hierbij echter tot op zichzelf goede middelen waaraan geen expliciete ambitie hangt.
    Milieudefensie probeert een dertigtal bedrijven in den lande tot een plan te bewegen om in 2030 45% minder CO2 uit te stoten dan in 2019.
    Wij leggen u het idee voor om vanuit de gemeente en de regio invloed uit te oefenen dat het Brainportbedrijfsleven zichzelf ook een dergelijke ambitie oplegt. Daarvoor is een regionale industriepolitiek nodig die activistischer is dan wat er nu  ligt. Milieudefensie vindt dat de overheid Brainport teveel volgt en te weinig leidt.
  • nu u het bedrijfsleven in dit plan meeneemt, onderschat u de Eindhovense scope 3-emissies. Dat gaat om meer dan alleen maar materialen. Bij een bedrijf als DAF Trucks bijvoorbeeld valt ongeveer 97% van de broeikasgasemissies in scope 3 (zie o.a. https://www.bjmgerard.nl/daf-trucks-en-milieudefensie-spreken-over-het-klimaat/ ). Zo ook bij bijvoorbeeld Ahold en waarschijnlijk ook bij bijvoorbeeld een bedrijf als ABZ Diervoeders.
    Dat u de scope 3-emissies wilt meenemen is goed, maar u moet daarvoor een betere analyse opbouwen dan waartoe dit plan een aanzet geeft.

Na het uitspreken van deze tekst kwamen er vragen van de commissieleden, vooral over het vliegveld dat niet in het overzicht stond, en over wat een ambitieniveau bij bedrijven en een meer activistische industriepolitiek konden betekenen. Dat is zo’n brede vraag dat die in de gegeven omstandigheden alleen met wat voorbeelden te beantwoorden was.

Er stond bijvoorbeeld diezelfde dag een goed stuk in het Eindhovens Dagblad over Philips Medical Systems, van welk bedrijf ik de aanpak met waardering gelezen heb ( zo-worden-fohns-mris-en-andere-philips-apparaten-steeds-duurzamer-van-de-mijn-tot-aan-het-afdankmoment ). En bijvoorbeeld dat bij DAF Trucks (niet bij de 29 bedrijven die Milieudefensie landelijk aangeschreven heeft) de ambities van Milieudefensie ongeveer dezelfde zijn als die van de Europese Commissie. Maar anderzijds dat bijvoorbeeld ABX Diervoeders op klimaatgebied nauwelijks enige interesse toont.
En wat bijvoorbeeld activistische industriepolitiek zou zijn (eenvoudig rekenvoorbeeld): denk aan 100.000 in de regio te bouwen huizen in 15 jaar; per 100 woningen een buurtbatterij in 30% van de situatie; levert 300 flinke batterijen in 15 jaar, dus een continue bouwstroom van 20 per jaar met de overheid als launching customer. Dat zou activistische industriepolitiek zijn (en innovatief).

( Big Ass battery is een van de ondernemingen die dit zou kunnen en zit in Helmond).

Vooral over het vliegveld werd in de erop volgende eerste termijn veel gesproken, want eigenlijk bijna niemand snapte waarom dat niet in het Klimaatplan voorkwam.
Wethouder Thijs verdedigde zich door te stellen dat de gemeente Eindhoven zich aan het advies-Van Geel gebonden achtte, dat nu geëvalueerd werd. Beetje slap, want eventueel had ook dat in het Klimaatplan kunnen staan.
Maar de evaluatie zal uitwijzen dat er van de klimaateisen in het advies-Van Geel in de vorm van bijmengpercentages synthetische kerosine, tot nu toe niets terecht komt – en in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet.

Het vermiste vliegveld vind ik een smet op het Klimaatplan III 2026 – 2030, en verder zou ik een meer uitdagende houding willen richting het bedrijfsleven in Brainport, maar overall vind ik het een alleszins verdienstelijk plan waar ik zelf voor zou stemmen, als ik in de gemeenteraad zat.
Ik  schat in dat het plan het met veel steun gaat halen.

Ijzer uit ijzererts halen bij lage temperatuur en zonder CO2?

Vanwege de 44000ste passant op deze site weer een artikel dat iets buiten de normale onderwerpen-orde van deze site valt. Deze keer een over een methode om elektrochemisch, in zout water, met stroom en bij relatief lage temperatuur, bijna zuiver ijzer uit ijzererts te halen.

Ik ben het geheel eens met mensen die betogen dat men de wereldproblemen niet met alleen maar technische middelen opgelost krijgt. Dat neemt niet weg dat het andere uiterste ook niet waar is: dat ze geen nut hebben.
Staal (een legering waarvan ijzer de belangrijkste component is) zal tot in lengte van dagen nodig blijven. Anderzijds komt bij de gangbare wijze van ijzerwinning uit erts, met behulp van (gezuiverde) steenkool heel veel CO2 vrij, en een hoop troep. Staal maken zonder hoogovens is nodig.
Vlamboogovens werken wel elektrisch, maar er gaat vooral schroot in en ze kunnen geen erts verwerken. Bovendien werken ze bij extreem hoge temperatuur en er komt nog steeds veel troep vrij. Voordeel is dat er beheerst extra elementen aan het ijzer kunnen worden toegevoegd.
IJzererts verwerken met waterstof (in plaats van koolstof) kan in principe (nog steeds bij hoge temperatuur), maar er is veel meer waterstof voor nodig dan vooralsnog, duurzaam geproduceerd, beschikbaar is (zie oa eerste met waterstof geproduceerd ijzer ).

Vandaar dat een procedé om bij gematigde omstandigheden, rechtstreeks uit (duurzame) stroom, ijzer uit ijzererts te halen erg welkom zou zijn.

(Afbeelding Kempler lab, University of Oregon)

Er is veel onderzoek naar elektrochemische procedé’s. Je stuurt stroom door water waarin stoffen naar wens aanwezig zijn, of door gesmolten zout, en dan dwingt die stroom de stoffen tot chemische reacties. Het is oude, beproefde techniek die op grote schaal ingezet kan worden. Toegepast op gewoon zout water levert het natronloog en chloor, en toegepast op gesmolten keukenzout levert het natriummetaal en chloor. Ook de gangbare productie van groene waterstof is elektrochemisch.

Het blad TW (Technisch Weekblad) publiceerde op 10 april 2025 een artikel https://tw.nl/onderzoek-maakt-staal-zonder-kool-en-zet-de-industrie-op-zn-kop-schoon-schaalbaar-en-snel/ . Het is een leesbaar artikel en kan worden aangeraden.
TW baseert zich op een wetenschappelijk artikel https://pubs.acs.org/doi/full/10.1021/acsenergylett.5c00166 en dat is minder goed te lezen, omdat het erg voor insiders geschreven is. Leden echter uit dezelfde onderzoeksgroep van Kempler (University of Oregon) hebben ook  in andere tijdschriften gepubliceerd en dat is vaak iets leesbaarder.
Mijn voorkeur is de nieuwsbrief van CEN (Chemical and Engineering News), uit welk publieksgericht tijdschrift de openingsafbeelding  komt), of in het Open Access-tijdschrift Joule ( https://doi.org/10.1016/j.joule.2024.01.001 ), waaruit onderstaand schema van de werking komt.

Het onderzoek van Kempler en zijn groep is gedaan met de meest voorkomende vorm van ijzeroxide Fe2O3, en dat in zijn zuiverste vorm. Dat in poedervorm, maar het maakt uit hoe dat poeder  gestructureerd is. Wat het beste werkt is als het poeder op micrometerschaal gemalen is, en daarbinnen zo poreus mogelijk is Dat vraagt voorbewerking.

De constructie van Kempler e.a. is een combinatie van twee elektrochemische cellen (zie boven). De linkse (rode) cel ontvangt het ijzeroxide, water, elektronen en natriumionen.  Daardoor worden de positieve ijzerionen omgezet in neutrale ijzeratomen, die zich als een film op de kathode afzetten. Een doorsnee van dat filmpje is middenonder te zien, alsmede een deeltje ijzeroxide en een deeltje ijzer. De cel doneert diezelfde natriumionen, evenveel OHionen  en ijzeratomen aan de buitenwereld.
De rechtse (blauwe) cel is een gewone chloor-alkalicel van het oude stempel. Er gaat water en keukenzout in, en er gaan elektronen en chloorgas uit, en hij levert de natriumionen die de linkse cel nodig heeft. Die ionen gaan door een membraam dat geen andere deeltjes doorlaat,

De bedoeling  is dat uiteindelijk het ijzerfilmpje (wat behoorlijk zuiver kan zijn) geoogst wordt. Dat ijzer kan dan in bestaande vlamboogovens worden meegenomen in een groter systeem van de productie en verwerking van ijzer tot staal. Hieronder zoals het tijdschrift Joule zich dat voor de geest ziet.

Nu zitten, zoals bekend, tussen droom en daad wetten in de weg en praktische bezwaren.

Met die wetten valt het misschien wel mee. Kempler beweert dat de economische wetten, waarschijnlijk, niet zo heel erg in de weg zitten omdat deze methode, na opschaling, niet wezenlijk duurder is, mede omdat de producten chloor en natronloog verkocht kunnen worden.
De milieuwetten worden ook gediend. Geen hoge temperatuur betekent geen stikstofprobleem. Het procedé, en met name het wegvallen van de noodzaak van kolen, maakt een einde aan in de atmosfeer vrijkomende milieuvervuiling.
Als het erts zuiver is, hoeft het dubbele cel-procedé ook niet tot watervervuiling te leiden.

Waarmee echter ook een van de praktische bezwaren genoemd is, die er nog in veelvoud zijn. Ijzererts is zelden zuiver en onduidelijk is bijvoorbeeld hoe het gaat als dat erts voor een flink deel uit steen bestaat en/of andere metalen bevat. Wat dan ook nog eens allemaal gemalen moet worden, en voorbewerkt.
Kempler beweert dat het proces opschaalbaar is. In aanmerking nemende dat het kubusje uit de eerste afbeelding momenteel de grootste reactor van dit type ter wereld is, vraagt dat nog wel wat.
Verder moet blijken hoeveel vraag er is naar de bijprodukten natronloog en chloor. Die worden veel gebruikt, maar niet oneindig veel.
Waarna de hamvraag is in hoeverre de grondstof ‘Zero-carbon electricity’ opshaalbaar is. Dat gaat hard, maar nog lang niet hard genoeg.

Maar het loont de moeite om hier verder op door te studeren.

Verbetering en verduurzaming huurwoningen Woonbedrijf Geestenberg

Woningen in de Geestenberg

Begeleiding huurders huurwoningen Geestenberg

Ik begeleid vanuit de SP een groep huurders van de Eindhovense woningbouwcorporatie Woonbedrijf, de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg, om verdere verbetering en verduurzaming van hun huurwoningen te bereiken. Deze woningen hebben in 2013 en 2014 groot onderhoud gehad en dat heeft tot duidelijke verbeteringen geleid, maar er blijft nog het nodige te wensen over. Zowel aan de technische uitvoering van het destijds tot stand gebrachte, als in de verduurzaming waarover nu heel anders gedacht wordt dan in die tijd.

Deze webpagina is chronologisch geordend met de oudste berichten boven en de jongste onder. Elk nieuw bericht staat aangeduid als ‘Update dd… ‘ en als leesondersteuning heeft elk updatebericht een andere kleur.


Update 24 sept 2020

Buurtenquête jaarwisseling 2019-2020 en gesprek met Woonbedrijf dd 24 sept 2020; enquêteresultaten hier te downloaden
De Geestenberg is een typische ‘bloemkoolwijk’ uit begin jaren ’70 .

Er is rond de jaarwisseling 2019-2020 een buurtenquête geweest met een goede respons. Daarna sloeg de pech toe in de vorm van èn een grote reorganisatie binnen Woonbedrijf èn Corona.

We hebben er voor gekozen om de resultaten van de enquête tot een verslag te systematiseren. Bij de uitwerking van de enquête bleek dat er in de categorie ‘overige opmerkingen’ een aantal opmerkingen waren over de badkamer en het ventilatiesysteem. De bevriende architect, die ons helpt, heeft daaraan naderhand bij twee woningen nog aanvullend onderzoek gedaan.
De gesystematiseerde enquête en het aanvullende badkamer-ventilatieverslag zijn schriftelijk als eerste ronde aan Woonbedrijf aangeboden. Ze zijn op het eind van dit verhaal te downloaden.

Door de diverse perikelen duurde het een tijd voor we met een delegatie van de bewonerswerkgroep in gesprek kon met Woonbedrijf. Uiteindelijk heeft dat gesprek op 24 september 2020 plaatsgevonden.

Intussen had Woonbedrijf tegen gunstige condities zonnepanelen aangeboden. De meeste van de geënquetteerde bewoners hebben hiervoor gekozen. De opbrengst is overigens berekend alsof er geen salderingsregeling was, zodat het eventuele afschaffen daarvan de ingeschatte opbrengst niet aantast. Plaatsing van de panelen is afgeraden als deze door situatiegebonden oorzaken financieel niet rendabel waren (bomen, ligging).
Bewoners die alsnog zonnepanelen willen kunnen Woonbedrijf bellen of mailen naar zonnepanelen@woonbedrijf.com .

Het gesprek met Woonbedrijf liep goed. De corporatie gaat een onafhankelijk bedrijf vragen om bij een beperkt aantal woningen een steekproef te doen. Onze Werkgroep mag de adressen aanleveren.
Na het eindrapport volgt een nieuw gesprek met Woonbedrijf.

Voor de verslagen zie:

Detailopname aansluiting achterpui op fundering met koudebrug

Update eind juni 2021

Trition-onderzoek geweest; buurtflyer juni 2021 om mee te doen aan kaartenactie
Inmiddels heeft het externe bureau Trition, eind januari en begin februari, bij vijf bewoners het binnenmilieu technisch onderzocht (dat is bovenstaande steekproef). Het eindrapport is nog niet beschikbaar gesteld.
Omdat er voor de vijf onderzoeken negen gegadigden waren, heeft de bevriende architect aangeboden om hier aanvullend onderzoek te doen. Dat heeft geresulteerd in een aanvullende brief naar Woonbedrijf. De tekst van de buurtflyer van juni 2021 is hier te vinden

Het bijbehorende kaartje is hier te vinden



Update 10 aug 2021 na kaartenactie en nieuw gesprek met Woonbedrijf

Huurders Geestenberg bieden een berg ‘schiet eens op-kaarten’ aan bij Woonbedrijf – voortgang buurtactie

Aanbieding van een berg Schiet eens op-kaarten bij Woonbedrijf dd 23 juli 2021

De buurtactie van huurders van woningen in de Geestenberg van Woonbedrijf verloopt traag, o.a. door Corona en een interne reorganisatie.

Eind januari en begin februari 2021 heeft het onafhankelijk bureau Trition in opdracht van Woonbedrijf vijf, door de Werkgroep  verduurzaming huurwoningen Geestenberg aangeleverde, adressen onderzocht. Het rapport was in maart klaar en sindsdien was er weinig meer vernomen. Vandaar een actie om kaarten te verspreiden en op te halen met de boodschap dat Woonbedrijf eens moest opschieten.
Er is een afspraak gemaakt om die kaarten aan te bieden en over de voortgang te praten, en wel op 23 juli 2021. Een delegatie uit de buurt bood zo’n 130  kaarten aan.

In het gesprek kwamen van weerszijden een aantal zaken naar voren.

  • Van de vijf door Trition onderzochte huizen voldeden er vier aan de norm
  • Trition formuleerde een aantal  verbeterpunten van structurele aard
  • Hiervoor heeft Woonbedrijf contact gezocht met aannemer Van Montfort die rond 2012-2013 het groot onderhoud-renovatie gedaan heeft. Van Montfort moet een Masterplan maken waarin zoveel mogelijk verbeterpunten worden meegenomen. Men heeft opnieuw voor Van Montfort gekozen omdat die de woningen kent, en de Geestenbergwoningen een lastige bouwconstructie hebben.
  • Misschien worden de vijf woningen proefwoningen
  • Woonbedrijf heeft vanwege capaciteitsgebrek voorrang gegeven aan regulier onderhoud, en Van Montfort kampt, zoals de hele bouw, met gebrek aan personeel en materialen.
    De timing van het Masterplan is daarom niet helemaal duidelijk.
  • Inmiddels heeft Woonbedrijf een nieuwe methode ontwikkeld om de veel voorkomende ‘sinkholes’ te repareren. Die ontstaan omdat de fundering rust op het maaiveld van de kruipruimte en er geen tegendruk is tegen naar binnen spoelend zand. De gekozen methode is een praktische vormgeving van een idee dat de vrijwillig meewerkende architect Maas van de Werkgroep al eerder ingediend had. In hoeverre hier sprake is van een oorzaak-gevolgrelatie is niet vermeld.
  • Een geanonimiseerde samenvatting van het Tritiononderzoek wordt gekoppeld aan het Masterplan
  • Woonbedrijf neemt, hoe dan ook, in september opnieuw contact op met de Werkgroep
  • Woonbedrijf ziet het regulier verhelpen van gebreken enerzijds en de verduurzaming anderzijds als twee gescheiden werelden. De Werkgroep vindt dat die twee in elkaar overlopen, bijvoorbeeld bij de ’s winters ijskoude entreehallen en de vloerisolatie.
    Bedacht moet worden dat bijvoorbeeld ook de koepel Aedes duurzaamheidsambities heeft en dat bijvoorbeeld door de EU-plannen van Timmermans mogelijk het gas duurder wordt. Als een en ander woonlastenneutraal moet, zoals ook afgesproken in het Nederlandse Klimaatakkoord, moet er dus een stuk minder gas verstookt hoeven te worden.
  • Er liggen, bij iedereen die wilde en waar dat kon, zonnepanelen. Er blijkt nog een nagekomen vraag te liggen die bij de volgende campagne moet worden meegenomen.
  • Bij het ophalen van de kaarten kwam op verschillende plaatsen naar voren dat huizen niet tegen extreme regenval konden. Soms stroomde het vanaf het dak de trap af (de verzekering begint moeilijk te doen), soms komt het vanuit de riolering omhoog (er is geen terugslagklep, maar ook het gemeenteriool lijkt te klein).
    Op deze, zeer recent binnengekomen, informatie had Woonbedrijf nog geen antwoord klaar. Voor zover de riolering een gemeentezaak is, zal via de SP in de gemeenteraad nadere informatie over het rioleringsplan gezocht worden.

Wordt vervolgd.

Aanbieding ‘Schiet eens op-kaarten’ aan Woonbedrijf op 23 juli 2021



Update dd 14 sept 2021

Beantwoording vragen over riolering
Hierboven is aangegeven dat de SP technische vragen zou stellen over de riolering in De Geestenberg. Het antwoord daarop kwam op 10 sept 2021 binnen.

Het blijkt dat er behoorlijke problemen zijn met de riolering in de Geestenberg, zowel in het koop- als in het huurdeel. Er zijn noodmaatregelen in de wijk uitgevoerd en er zijn aparte passages in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2022 aan gewijd ( https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR630208/1 ).

De tekst van de technische vragen, en het antwoord daarop, zijn hieronder te vinden:

Binnen laagbouw van de De Geestenberg bestaan hoogteverschillen. Ruwweg ligt het Noordelijk en Oostelijk deel (met de huurwoningen) orde van grootte een meter hoger dan het zuidelijke en westelijke koopdeel. Dat valt niet meteen op omdat de wijk nogal wat microrelief kent op de schaal van meters tot decimeters.

Nederland kent het Actueel Hoogtebestand van Nederland. Dat heeft een horizontale resolutie van een meter of minder.
De openingspagina van het bestand is https://www.ahn.nl/ahn-viewer . Vanaf daar wordt verwezen naar een viewer die rechtstreeks heet https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/ .

De viewer staat tot om hoogteprofielen voor een wijk te maken. Ik heb er hieronder drie afgedrukt, maar iedereen kan dat ook zelf (zoom in tot formaat Geestenberg, kies de TAB AHN2, zet een beginpunt van de lijn en een eindpunt met dubbelklik, en klaar). De bewering dat het zuidelijk en westelijk deel lager ligt, volgt vanzelf.

Hierbij een notitie over het gemeentelijk rioleringsplan, waarover op 16 nov 2021 in B&W beslist is. Voor De Geestenberg zie blz.3, onderdeel Cb .

Hieronder de flyer over de riolering, die de SP in de hele Geestenberg uitdeelt in de week voor Kerstmis 2021.



Update dd 05 december 2021

Voet van een PV-paneel
Bladeren voor de afvoeropening

Dialoog met Woonbedrijf over binnenstromend water vanaf het dak
Deze foto’s zijn met de nodige moeite gemaakt op het dak van de één woonlaag-woning.

Het gaat in De Geestenberg om platte daken, uitgevoerd in een kuipmodel, waarvan de waterafvoer inpandig is (de afvoerbuis overigens is niet geïsoleerd). De afvoeropening is dus niet vanaf een tegen de buitenmuur geplaatste ladder te bereiken. Anders dan andere woningen hebben deze woningen dus geen dakgoot en geen uitwendige regenpijp.
Bij de renovatie dd 2012-2013 zijn de daken voorzien van externe dakisolatie, en weer later zijn er op veel woningen zonnepanelen geplaatst.De analyse van de Werkgroep is dat de bladeren de opening van de inpandige afvoer verstoppen, dat dat versterkt is doordat de zonnepanelen de microturbulentie veranderd hebben (bladeren hopen zich op), en dat de gevolgen  steeds ernstiger zijn omdat het vaker en harder regent (klimaat).
Als de bladeren de afvoer verstoppen, leidt dat bij heftige regenval ertoe dat de kuip volloopt. Het water zoekt de zwakste plek en stroomt daar dan de woning binnen. Bij de woning waar deze foto’s genomen zijn, was dat een dilatatievoeg, die de voorkant van de woning verbindt met de achterkant. Het water kwam hier over de volle breedte van de woning uit het plafond gestroomd.
Behalve tot groot leed van de huurder leidde dat er ook toe dat medewerkers van Woonbedrijf de woning weer moesten opkalefateren.
Vergelijkbare verhalen zijn van meer adressen bekend. In één geval leidde van de trap stromend water tot een val, en in een ander geval werd de huurder uit de verzekering gegooid na herhaalde overstromingen.

Het standaardantwoord (“verplichting huurder indien bereikbaar, bij eengezinswoning tot 2 verdiepingen”) werkt hier dus niet omdat de huurders niet op het dak kunnen en misschien ook niet mogen.

Woonbedrijf moet hier echt iets mee. Dit gaat het vermogen van huurders te boven gaat (als het huurders überhaupt al toegestaan is op het dak te lopen), en vraagt om een professionele aanpak. Je zou kunnen denken aan eens per jaar een hoogwerker langs laten rijden met een soort bladerenstofzuiger, maar wellicht zijn er betere methodes.
Mogelijk is Woonbedrijf met een rondje hoogwerker per jaar minder geld kwijt dan met de voortdurende stroom ad hoc-reparaties. En bovendien kan Woonbedrijf mogelijk aansprakelijk gesteld worden als er fysiek letsel optreedt.
En het is ook in het belang van de huurders. Een eventuele kleine bijdrage moet dan misschien gezien worden als een soort verzekeringspremie tegen overstromingsschade, die vanwege het klimaat steeds ernstiger en frequenter wordt.

De Werkgroep heeft de suggestie opgeworpen (waarover dd dec 2021 nog geen besluit genomen is) om een collectief onderhoudscontract met een dakdekker te overwegen, om jaarljks de bladeren weg te vegen. Op zijn minst zou een vrijblijvend een offerte gevraagd kunnen worden.
Dit idee is door Woonbedrijf behoedzaam verwelkomd.


Update dd 08 februari 2022

Proefwoning in De Geestenberg opgeleverd

De (door de SP gesteunde) Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is weer een stap verder in haar strijd voor een verdere verbetering en verduurzaming van de huurwoningen van Woonbedrijf in de Geestenberg.

Woonbedrijf en aannemer Van Montfort, die het grootonderhoud van 2012 heeft uitgevoerd, hebben de leeggekomen woning Buyaard 3 een tijd lang in gebruik gehad als experimenteerpand. Dat heeft geleid tot een presentatie aan de Werkgroep op vrijdag 4 februari 2022. Het heeft enkele technische ideeën opgeleverd, die gericht zijn op

  • betere bescherming en isolatie van de betonnen fundering met een extra isolerende plint onder de achterpui. Dat scheelt een koudebrug en het tocht minder onder de plint door
  • De nieuwe isolerende plint is ingegraven in gestabiliseerd zand (zand met cement), dat geleidelijk aan een beetje hard wordt, waardoor er geen zand en water meer onder de fundering door de kruipruimte in stromen – en men dus tegen niet langer een sinkhole in de tuinbestating ziet ontstaan
  • De plint is op de pui aangesloten met DPC-folie, zodat van de gevel afstromend regenwater naar buiten wordt afgevoerd
  • Het grootste klachtenpunt is aangepakt, de ’s winters ijskoude entree. Het plafond is eruit gehaald, de muren zijn goed geïsoleerd op het dak aangesloten, en vervolgens is er weer een nieuw plafond aangebracht
  • De ventilatie in de keuken is verbeterd met een extra rooster.
  • Het toilet wordt beter geventileerd
  • Alle draaiende delen van het hang- en sluitwerk zijn gesmeerd en goed sluitend afgesteld. Eventueel komt onderhoudsbedrijf Groenen daar nog eens voor langs.

Die technische ideeën worden nu uitgeprobeerd bij een van de vijf woningen waar het bureau Trition in jan-febr 2021 een meting heeft uitgevoerd van het binnenklimaat. Als de technische ideeën inderdaad helpen, moet er een Plan van Aanpak en een begroting komen.

Als alles gaat zoals verwacht, worden de woningen comfortabeler en een beetje energiezuiniger voor hetzelfde geld. Immers, het beste middel tegen duur gas is minder gas!

Verder wil de Werkgroep met Woonbedrijf in gesprek over rioleringszaken (een terugslagklep en druk op de gemeente voor verbetering van de riolering in de wijk)

Dit lage dak is bij het proefproject schoongeveegd

Ook wil de Werkgroep een gesprek over de incidentele, maar soms heftige regenwaterstortvloeden. Met name daken boven de begane grond lijken kwetsbaar,
Een oorzaak dat de inpandige regenpijp bovenaan verstopt raakt door bladeren, waardoor het kuipvormige platte dak vol loopt. Als er dan ook geen noodoverstort is, zoekt het water zich een weg waar dat niet hoort – en dat kan uiterst onaangenaam zijn.
Eventueel kan daar een dakreinigingsabonnement tegen helpen.

Op de langere termijn komt de Transitie Visie Warmte in beeld ( De HAASheat-financieringswijze van hybride warmtepompen ) . De Geestenberg is bij de gemeente nu niet voor 2035 aan de beurt en staat te boek met ‘hybride oplossingen’ , hetgeen waarschijnlijk een warmtepomp, aangevuld met gas, betekent.

Update 30 juni 2022

Er is een proef gedaan in een tweede woning (de eerste proef was bij de vrijgekomen woning Buyaard 3, zie hierboven). De tweede woning betrof een bewoonde woning aan het Heike waar indertijd ook Trition onderzoek gedaan heeft.
Deze woning kon gedurende de proef bewoond blijven worden, maar had een week lang enig ongemak. Hij is er wel door verbeterd, maar uit een vervolgonderzoek van bureau TechnoConsult bleek dat de luchtdichtheid nog niet genoeg verbeterd is.
TechnoConsult stelt vervolgonderzoek voor bij enkele andere proefwoningen, uit te voeren in de winter. Omdat TechnoConsult ons een (zeer summiere) samenvatting van het onderzoek rechtstreeks toe zond, is niet bekend wat Woonbedrijf met het onderzoek van TechnoConsult wil doen. Men zou ook gewoon meteen aan de slag kunnen gaan, zonder verder onderzoek.

De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg heeft een brief aan Woonbedrijf gestuurd over ‘wat nu?’. Deze brief is hieronder downloadbaar.
In de brief heeft de Werkgroep tevens voor september een gesprek aangevraagd met Woonbedrijf.

In de brief, en tevens als gespreksonderwerp voor september, is opnieuw de klimaatkwetsbaarheid van de woningen aan de orde gesteld. Ze blijken soms slechts bestand tegen de steeds extremere regenval, die zowel van boven als van onderen voor problemen kan zorgen. Onlangs nog moest de brandwere een van de kuipvormige platte daken leegscheppen.
In de eerder afgedrukte updates is hierover het nodige te lezen.

Tenslotte heeft de Werkgroep gezegd met Woonbedrijf in gesprek te willen over de Transitie Visie Warmte (zie ook bovenstaande update). Dit zeker ook vanwege de hoge energierekening.

Ook heeft de Werkgroep een buurtflyer opgesteld die begin juli verspreid gaat worden.

Voor brief en flyer zie onderstaande links:

Update dd 22 juli 2022

Vandaag heeft Woonbedrijf het onderzoeksrapport van de bureau’s Trition (vijf woningen onderzocht op 29 jan en 01 feb 2021) aan onze Werkgroep aangeboden.
Uit deze vijf woningen is één woning geselecteerd (aan het Heike) waarin een aantal aanpassingen aangebracht zijn die als experiment ingevoerd zijn op het leeggekomen adres Buyaard 3. Na deze aanpassingen is deze woning opnieuw getest door bureau TechnoConsult.
De aanpassingen zijn verbeteringen, maar blijken niet afdoende. De zwakste plek van de woningen betreft de tochtproblematiek omdat de buitenschil onvodoende luchtdicht is.
De rapporten worden hier niet beschikbaar gesteld, omdat ze privacygevoelige informatie bevatten.

OP maandag 12 september heeft de Werkgroep een nieuw gesprek met Woonbedrijf over het vervolg.

Overigens lijkt de wisselwerking tussen Woonbedrijf en zijn huurders vriendlijker geworden. Althans, dat is onze ervaring.

Hoe bladeren de inpandige waterafvoer kunnen verstoppen. Mogelijk is door de zonnepanelen de windcirculatie veranderd en zamelen zich meer bladeren op. Het is verstandig deze bladeren op gezette tijden weg te vegen, omdat na verstopping van de afvoer het platte kuipdak volloopt, waarna vervolgens het water op de zwakste plek het huis binnenstroomt. Dat bezorgt zowel de bewoner als Woonbedrijf een hoop ellende.

Update dd 20 sept 2022

Het hierboven genoemde gesprek dd 12 sept 2022 heeft plaatsgevonden tussen Woonbedrijf en een grotere buurtdelegatie dan eerder. Het gesprek verliep in een goede en constructieve sfeer.

Er wordt opnieuw onderzoek gedaan in de woning aan het Heike waar al eerder gemeten is na een technische verbeteringsingreep. Dat gebeurt in oktober en als het dan niet koud genoeg is, in november. Dit om voldoende zekerheid te hebben voor de aanpak van de rest van de wijk.
Dit gaat resulteren in een Plan van Aanpak, dat voorgelegd moet worden aan de Raad van Commissarissen van Woonbedrijf. Als alles gaat zoals beoogd, dan zitten we rond de jaarwisseling 2022-2023.

Het is de bedoeling die rest van de wijk aan te pakken met enige mate van maatwerk, in een soort cafetariamodel. Dat is nodig omdat de technische staat van de woningen onderling sterk uiteen loopt. De wijk is niet zo homogeen als hij eruit ziet.

Er gaat gestudeerd worden op het reduceren van de impact van de werkzaamheden. Bij de proefwoning aan het Heike liep het niet altijd even aangenaam, maar daar was het door omstandigheden haastwerk. Dit moet beter kunnen.

Er is een offerte aangevraagd voor dakreiniging. Bladeren verstoppen soms de inpandige regenpijp en dat kan leiden tot waterstortvloeden in de woning.

De afspraak was dat de aanwezige huurders hun wensenlijst schriftelijk konden aanleveren. Die lijst staat hieronder (om technische redenen niet gekleurd).
Ter begeleiding:
– de eerste 10 punten maken deel uit van het lopende project en zouden in het Plan van Aanpak moeten worden opgenomen.
– de tweede vier punten zin bedoeld voor een nog op te stellen vervolgtraject en zijn als onderzoeksvraag gedefinieerd
– vroeg of laat zal de gemeentelijke Transitie Visie Warmte in beeld komen (‘van het gas af’). Daarover valt nu voor de Geestenberg nog niets bruikbaars te vertellen.

  • Afzuiging toilet (voldoet nu niet aan Bouwbesluit) niet met klein, 24 uur per dag, draaiend ventilatortje maar met aan de lichtknop gekoppelde afzuiging met nalooptijd
  • De wand van de entree aan de schuurkant isoleren
  • Een extra rooster in de entree ivm verbeterde afzuiging toilet
  • Inspectie van de ventilatiesystemen in elk huis
  • CO2 gestuurde ventilatie
  • vloerisolatie
  • Een noodoverloop voor regenwater op alle platte daken waar dat nodig is
  • Een spijtoptantenregeling voor PV-panelen
  • Een goede timing en planning van de uitvoering
  • Overleg over de financiële consequenties voor de bewoners
  • Onderzoek naar, en eventueel implementatie van, maatregelen om omhoogkomend en soms overstromend rioolwater in toiletten te voorkomen. Dit in nader overleg en afhankelijk van wat de gemeente doet.
  • Onderzoek of het zin heeft om  daken en dakisolatie wit te schilderen tegen de warmte
  • Onderzoek naar screens of uitvalschermen tegen de zon
  • Loont een warmtewisselaar tussen de stijgleiding van het koude water en de dalende leiding van het opgewarmde water? Vergelijkbaar een warmtewisselaar op het riool?
    Vooralsnog is dit nog slechts een onderzoeksvraag.

Update dd 12 december 2022

Het vervolgonderzoek, waarvan in het bovenstaande sprake is, gaat niet in dezelfde proefwoning aan het Heike plaatsvinden, zoals hierboven gemeld, maar in twee andere woningen uit de vijf woningen, die indertijd door Trition onderzocht zijn en waarvoor dus een soort nulmeting bestaat. Er is een afspraak gemaakt met beide bewoners voor begin januari 2023.

Verder gaat Woonbedrijf thermografisch onderzoek doen (dat is met een warmtecamera) in twee woonblokken. Die bewoners krijgen een brief.
Een warmtebeeld maken van de voorkant kan vanaf de openbare weg. Om een warmtebeeld te maken van de achterpui (wat nodig is), is het het handigste als de fotografen even in de tuin kunnen. Mogelijk bellen ze bij de bewoner aan.
De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg raadt iedereen aan om mee te werken, zowel in het eigen belang als in het buurtbelang.

Update dd 07 jan 2023

Het vervolgonderzoek in twee woningen, waarvan hierboven sprake is, heeft op 06 jan 2023 plaatsgevonden. Het is uitgevoerd door bureau ThermoConsult, welk bureau ook het onderzoek naar de proefwoning in Het Heike verricht heeft.

Het is een blowerdoor-onderzoek. Alles waardoor regulier lucht in en uit de woning gaat wordt even afgeplakt. In de openstaande voordeur wordt even een goed afsluitende plastic deur gehangen met een naar buiten blazende ventilator. De grootte van de opening van de ventilator is door luikjes te openen instelbaar. Hoe groter de opening, hoe groter de luchtstroom en hoe groter de onderdruk die in de woning ontstaat (bijvoorbeeld tussen bijvoorbeeld 0 en 80Pascal – voor wie het weerberichct gewend is, 100Pascal = 1 milliBar).
Die onderdruk wordt weer aangevuld door openingen die niet regulier voor dat doel bedoeld zijn – de onderdruk forceert als het ware de tocht. Het is een luchtdichtheidsmeting.
De aanvulling naar binnen is gelijk aan de luchtstroom naar buiten. Daardoor ontstaat een indruk van zoiets als de totale tochtigheid van een woning. Voor nieuwbouwwoningen moet die in het Bouwbesluit onder een bepaalde waarde liggen.
Verder gaat de onderzoeker met een rookmachientje langs allerlei vermoede tochtgaten om die afzonderlijk en in detail in kaart te brengen.

Hieronder wat foto’s van de luchtdichtheidsmeting.


De onderzoeker namens ThermoConsult meldde dat zijn bedrijf de thermografische opnames (warmtefoto’s) gaat doen. GAAT doen, want het is nog niet gebeurd. Het moet buiten koud zijn (minstens onder de 4 graad C) en toen het dat enige tijd geleden was, was het niet inplanbaar.

Het thermografische onderzoek gaat plaatsvinden in de aaneengesloten woonblokken waarin de twee, hierboven beschreven, onderzoeken plaatsgevonden hebben. Dat betreft de woonblokken Rauwveld 1 t/m 21 en Otterstok 27 t/m 51.
Voor dit onderzoek loopt er iemand met een warmtecamera langs de woningen, zowel voor als achter. Achter gaat men over de schutting heen fotograferen. Als men dus iemand met een trapje en iets verdachts op zijn buik ziet rondscharrelen, bel niet meteen de politie. Het kan de man of vrouw met de warmtecamera zijn.
Als het goed is, stuurt Woonbedrijf van tevoren een bericht.
Voor wie niet weet hoe een warmtefoto eruit ziet, hieronder een warmtefoto van een woning elders uit Eindhoven.

Update dd 26 april 2023

De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is al sinds eind 2019 bezig met de verbetering en verduurzaming van deze woningen. Het lijkt erop dat er nu toch enig zicht begint te komen op een afronding.

Op 14 april 2023 heeft de Werkgroep heeft een gesprek gehad, waarin Woonbedrijf zijn plannen geschetst heeft, zie file hieronder.


De Werkgroep wil de Eerselse architect Stephaan Maas bedanken, van het gelijknamige architectenbureau, die belangeloos geholpen heeft met technische zaken.
Verder wil de Werkgroep melden dat de Socialistische Partij belangeloos geholpen heeft met begeleiding en financiële ondersteuning.

De Werkgroep blijft nog even standby om te kijken hoe het loopt.
Contactadres in de buurt voor deze actie is Willy Schoutissen, Otterstok 47.
Mailverkeer kan het beste via schrijver dezes op bjmgerard@gmail.com .

Update dd 09 juni 2023

Op 07 juni 2023 heeft Woonbedrijf formeel de opdracht verstrekt aan aannemer Van Montfort om de werkzaamheden te starten.

Gewerkt wordt volgens het cafetariamodel. Bewoners kunnen kiezen, maar hoeven niet verplicht overal aan mee te werken. Wel wil Woonbedrijf (dat zelf communiceert richting bewoners) een aantal zaken dringend adviseren.

De verbeteringen leiden niet tot huurverhoging.
Wel is er een paar dagen ongemak vanwege de werkzaamheden, maar men hoeft het huis niet uit.

Het project omvat de volgende werkzaamheden :

  1. Afdichten sparingen meterkast
  2. Kanaalventilator toiletruimte aanbrengen
  3. Vervangen radiatorkranen
  4. Aanpassen leiding verloop verwarming keuken
  5. Inregelen individuele verwarming
  6. Keukenkozijn nieuwe HR++ glas + ventilatierooster
  7. Kunststof kozijnen algemeen onderhoud, nastellen en afdichtingen
  8. Kunststof kozijnen na-isoleren ter hoogte van maaiveld
  9. Plafonds aanbouw na-isoleren

Er liggen nog enkele vragen, o.a. over het isoleren van de wand tussen entree en berging aan de bergingzijde, en over de beloofde vloerisolatie.

Wordt vervolgd.

Update dd 27 juni 2023

Inmiddels heeft Woonbedrijf zijn planning bekend gemaakt. Die staat hieronder afgedrukt.
Overhet isoleren van de wand tussen de entree en de berging (aan de kant van de berging) is nog niet met de aannemer gesproken, Dat komt nog.
De vloerisolatie zal in een aparte opdracht worden weggezet, als daarover duidelijkheid is. Dat vraagt nog om overleg, omdat daar vroeger apart een paar € huurverhoging voor gevraagd werd, en dat mag nu niet meer.
Nader nieuws volgt.

Update dd 27 sept 2023

In een (op verzoek uitgebracht) tussenbericht geeft dhr. Terwiel namens Woonbedrijf een tussenstand van zaken.

  • aannemer Van Montfort is gestart met de huisbezoeken en met het uitvoeren van een modelwoning. Die huisbezoeken zijn nodig, omdat het gekozen cafetariamodel vrijwillige deelname impliceert. Men kan kiezen uit een pakket (zonder huurverhoging)
  • in hoeverre de planning gehaald wordt, moet blijken.
  • vloerisolatie valt niet te combineren met de werkzaamheden van Van Montfort. Die wordt weggezet als een apart pakket.
  • de tussenwand tussen entree en berging, indien aanwezig, wordt niet geïsoleerd. De gekozen en geteste maatregelen zouden voldoende moeten zijn tegen de koude entree.
  • de platte daken moeten inderdaad periodiek gereinigd worden. Terwiel gaat na of dat geregeld is. Het valt onder contractonderhoud.

In antwoord heb ik Van Montfort gevraagd ons op de hoogte te houden.
Min of meer pro memorie heb ik Woonbedrijf via Terwiel (maar mogelijk gaat er iemand anders over) gevraagd ons erbij te betrekken als er in de toekomst ooit (hetzij van wege een calamiteit, hetzij vanwege het Gemeentelijk Riolerings Plan) er wat gebeurt ten aanzien van de riolering.

Wordt vervolgd.

Blaadjes op het dak rond de inpandige afvoer. Als die verstopt raakt, loopt de dakkuip vol en zoekt het water zich een route langs de zwakste plek

Inmiddels zijn de werkzaamheden begonnen. De bewoners hebben op 01 aug 2023 een brief van Woonbedrijf ontvangen waarin de gang van zaken staat uitgelegd.
Deze brief is hieronder in te zien. Ook enkele foto’s van de werkzaamheden.

Aanbrengen isolatieplaat tegen de fundering

Hang- en sluitwerk stellen

De uitvoerend aannemer


Update dd 15 maart 2024 (Tussenbericht)

In een tussentijdse mailwisseling tussen Bernard Gerard en projectleider Terwiel heeft Woonbedrijf gemeld, dat inmiddels 60% van de verbeterings- en verduurzamingsklus geklaard is. Men hoopt voor de bouwvak klaar te zijn.

Tijdens het opnemen van de verbeteringswensen wordt ook de mogelijkheid aangeboden om voor vloerisolatie te kiezen. Dat was een van de nog openstaande wensen van de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg. Een deel van de woningen had overigens al in het verleden vloerisolatie genomen. De wensen m.b.t. vloerisolatie worden verzameld en Woonbedrijf hoopt er in 2025 budget voor vrij te maken.

Een ander aandachtspunt is de periodieke reiniging van de daken. Het zijn platte kuipdaken met een inpandige  afvoer die niet door de bewoners zelf te reinigen zijn. In de herfst kan de afvoer verstopt raken door bladeren. Dit probleem is verergerd doordat veel bewoners gebruik hebben gemaakt van het aanbod van Woonbedrijf om zonnepanelen te huren. De plaatsing daarvan heeft de windstromen beïnvloed.
Als de afvoer verstopt is, blijft er een grote lading water op de kuipdaken staan. Dat kan zich soms een weg zoeken langs een zwakke plek, waarna in de woning een soort waterval optreedt.
Woonbedrijf neemt dit vraagstuk mee in periodiek onderhoud. Het nieuwe contract gaat in 2025 in.
Nu maar hopen dat er niet in 2024 grote hoosbuien gaan optreden.

Update dd 10 mei 2025

Contact dd maart en april 2025 leverde nog de volgende mededelingen zijdens Woonbedrijf op:

  • Er is een contract getekend over het periodiek reinigen van de platte daken van vooral bladeren. Die konden de inpandige regenwaterafvoer verstoppen, waarna het kuipvormige dak vol liep en het water zich soms als een stortvloed in de onderliggende woning terecht kwam.
  • Projectleider Terwiel werkt aan een goedkeuring annex budget voor een aanbod voor vloerisolatie, daar waar die nog niet is (dat is in een deel van de woningen). Het is nog onduidelij wanneer dit werk gaat plaatsvinden, maar in elk geval niet meer in 2025. Het staat bewoners vrij om mee te doen aan de vloerisolatie, maar de SP raadt het wel aan.

Dit dossier wordt met dit bericht (in elk geval voorlopig) afgesloten. Het is op 10 mei 2025 in totaal 5062 keer aangevinkt.
Het bericht verdwijnt niet va deze site, maar heeft wel zijn vastgeprikte status verlorem.

Waterstofmijnbouw (?)

De 43000ste bezoeker
Bij elke keer dat mijn homepage weer duizend keer is aangeklikt, een artikel dat wat buiten de gangbare thema’s op deze website ligt.

Waterstof is op deze website vaker aan de orde geweest, maar nog geen waterstof die uit de grond komt of daaruit gehaald zou kunnen worden. Daarover dit verhaal.
Het zal een enerzijds-anderzijds verhaal worden, met nog vele onzekerheden. Het (?) staat er niet voor niets.

Waterstof
Waterstof is, tot nu toe, een uiterst gewenst halfproduct. Er kunnen auto’s op rijden (hoewel voor personenauto’s elektriciteit meer voor de hand ligt), er kan staal mee geproduceerd worden of kunstmest, het is nodig voor de fabricage van bijvoorbeeld Sustainable Aviation Fuel (SAF), men kan er hoge temperaturen mee bereiken in de industrie. Enzovoort.

Tegelijk komt waterstof op aarde niet in zuivere, laat staan winbare, vorm voor – dacht men tot voor nog betrekkelijk kort. Waterstof wordt gemaakt of uit aardgas, waarbij veel CO2 vrijkomt – die men al dan niet onder de grond kan opslaan – of uit elektrolyse van water met behulp  van groene stroom. De eerste herkomst is vuil, de tweede duur en ruimtevretend.
Omdat er, tot nu toe, bijna geen winning is, heet waterstof nog steeds een energiedrager en geen energiebron.

Geologische kaart van het betreffende deel van Mali (bron via onderstaande Harvardartikel)

Mali
In 1987 werd er in Bourakébougou in Mali naar water geboord. Toen dat op 108m diepte nog niet gevonden was, stopte men ermee. Maar er kwam een gasstroom uit de put en toe er iemand, met een sigaret in zijn mond, in de put keek deed het BOEM. De man overleefde, maar met brandwonden. Met veel moeite kreeg men een deksel op dit gat van de duivel en dat bleef erop tot de Malinese zakenman Diallo er in 2007 iets in zag. Het gat moest van vloek tot zegen worden. Het verhaal is te lezen in dit  Scienceartikel dd 17 februari 2023, en in Harvardartikel 2023
In 2018 bepaalde het geraadpleegde Chapman Petroleum dat het gas voor 98% uit waterstof bestond – uitzonderlijk. De waterstof werd toegevoerd aan een omgebouwde Fordmotor en die leverde 30kW stroom aan het dorp.
Er blijkt een veld onder de regio te zitten, afgesloten met een laag ondoordringbaar vulkanisch materiaal.  Het veld wordt inmiddels op meer plaatsen aangesproken en levert nog steeds.

Dit is het enerzijds: de aarde bevat geologische, ‘witte’ waterstof die in principe winbaar kan zijn. Het anderzijds is dat die winbaarheid op veel plaatsen gezocht wordt, maar nog nergens anders tot een commerciële exploitatie geleid heeft.

In 2018 werd het veld wetenschappelijk beschreven en sinds dat moment is de wetenschappelijke literatuur erover geëxplodeerd – in het Nederlands alleen in tijdschriften als het Technisch Weekblad en Scientias, en één artikel in het Algemeen  Dagblad van 23 dec 2024.
Toen het ‘hot’ werd, realiseerde men zich dat er al veel eerder sporadische aanwijzingen gepubliceerd waren, maar dat daaraan toen weinig of geen aandacht besteed werd omdat de gedachte als te zot voor woorden beschouwd werd en/of dat men er toen niet wat mee kon.
Bijna alle literatuur is dan ook heel jong. Het recentste Wikipedialemma ‘Natural Hydrogen’ is dan ook (dd dit artikel) nog geen maand oud.

De natuurwetenschap
Dat in de aardkorst elementaire waterstof gevormd wordt (in principe zelfs heel veel) kan verklaard worden met gezonde natuurwetenschap. Genoemd Wikipedialemma https://en.wikipedia.org/wiki/Natural_hydrogen is voor de leek het meest toegankelijk. Dat noemt een ruime handvol oorzaken, waarvan (met de kennis van nu) ca 80% afkomstig is van wat men ‘serpentinisatie’ noemt, en het meeste van de rest van radiolyse.
Wikipedialemma zijn vaak goed.

Dat laatste eerst, want dat is snel uitgelegd: in de grond zitten radioactieve elementen als uranium en thorium, waarvan de uitgezonden alfadeeltjes  naburige watermoleculen kapot stralen.

De serpentinisatie vraagt meer uitleg (hierna een apart hoofdje, ook al omdat dit proces voor eventuele waterstofvondsten in de Alpen en de Pyreneeën verantwoordelijk is).

Enerzijds is er dus een goede natuurwetenschappelijke basis voor een (grootschalige) productie van waterstof onder natuurlijke omstandigheden in de aardkorst. Anderzijds zijn er nog heel veel gaten in de kennis van wat er na de vorming met die waterstof gebeurt –  en daarmee hoe winbaar die is. Ook een apart hoofdje.

Serpentinisatie
Een fundamenteel thema in de geologie is dat de gesteenten waaruit de aardmantel bestaat (vooral ijzer- en magnesiumsilicaat, even gemakshalve vereenvoudigd tot ‘olivijn’) bij de hoge temperatuur en druk op grote diepte stabiel zijn, maar dat ze instabiel zijn in de omstandigheden aan of nabij de oppervlakte. Ze reageren dan met aanwezige stoffen als bijvoorbeeld CO2  en water. Dat ‘aan of nabij de oppervlakte komen’ is recent of voorbij vulkanisme.
Als dergelijke reacties traag en niet direct zichtbaar aan de oppervlakte optreden, noemt men het verwering (in dit geval chemisch). Het uiteindelijke eindresultaat van deze verweringsprocessen zijn stoffen als zand, klei en grind.

De reactie met CO2 kan deze stof uit de atmosfeer halen. Dat gebeurt op geologische tijdschalen spontaan in de atmosfeer, en kan ook versneld door de mens gebeuren. (zie https://www.bjmgerard.nl/zeven-km3-olivijn-om-de-aarde-te-redden/ ).  Daarover gaat het hier niet.

Serpentinisatie is een reactie van (vereenvoudigd) olivijn met water bij ca 200 – 350°C. Men kan dat zien als een soort intensieve verwering in de aardkorst. Eindproducten zijn een soort gesteente wat men serpentijn noemt, ijzerroest, kwarts en dus waterstofgas. De tot dan toe vrije moleculen water verdwijnen en eindigen in het serpentijn.
In de literatuur zijn voorbeeld-reactievergelijkingen te vinden.

( uit DOI: 10.1126/sciadv.adr3418 )

Een (ook weer) zeer recente studie “Rift-inversion orogens are potential hot spots for natural H2 generation” (19 febr 2025) brengt de vorming van waterstof door serpentinisatie nader in kaart ( DOI: 10.1126/sciadv.adr3418 ). De studie is van het Duitse GFZ Helmholtz Centrum voor Geowetenschappen. Het is een computerstudie op basis van vereenvoudigende aannames.

Eerstens moet het mantelgesteente (vereenvoudigd de olivijn) ondieper dan normaal liggen.
In eerste instantie gebeurt dat op spreidingslijnen (‘rifting zone’), waaruit later mid-oceanische ruggen voorkomen. Inderdaad maakt de opwellende magma daar contact met het zeewater en wordt er daar waterstof gevormd, maar op dat soort locaties kun je daar in praktijk niet wat mee.
Maar het openen  en sluiten van een door ‘rifting zone’ gemaakte nieuwe zee blijkt soms cyclisch: na verloop van tijd stopt de rifting en na verloop van nog meer tijd keert de beweging om en wordt de oude ‘rifting zone’ ook weer dichtgedrukt. De geologische platen botsen uiteindelijk weer, waarbij er één plaat duikt maar en de andere, met mantel en al, omhoog gedrukt wordt.  Dat gebeurt aan de oppervlakte met een hoop gefrommel en het proces heet gebergtevorming.
Het resultaat is, geschematiseerd, te zien in bovenstaande afbeelding.

Het kan gebeuren dat er een stuk oceaanbodem, met mantel en al, over de andere plaat heen geschoven wordt (bijvoorbeeld het Troödosgebergte op Cyprus, een van oudsher bekend mijnbouwgebied).

Tweedens moet er water bij de olivijn komen. Dat kan alleen als er geologische breuken in de ondergrond zitten, maar door al dat gefrommel is het aannemelijk dat dat gebeurt. De meeste waterstof ontwikkelt zich dan nabij die watervoerende breuk.

Ten derde moet de temperatuur tussen de ca 200 en 350°C zitten, want dan werkt het productieproces het beste.

Dat allemaal doorrekenende met hun computermodel, kwam het GFZ Helmholtz Centrum voor Geowetenschappen tot grote getallen. Zowel het computermodel met een looptijd van 55 miljoen jaar als dat met een looptijd van 75 miljoen jaar kwamen op een schatting van 60 miljoen kg per kilometer breuklijn per jaar. Het bracht de auteurs tot weidse vergezichten, waarbij de ontdekking van de olievoorkomens in Pennsylvania door Drake in 1859 niet onvermeld bleef.

Dat is het enerzijds.

Anderzijds zitten er veel onzekerheden in de Helmholtzstudie. In een terugblik op hun resultaten brengen de auteurs dan ook  ‘nuances’  aan.
Serpentinisatie is een ingewikkeld proces met veel onzekerheden (wat de auteurs opgevangen hebben door met een ruime marge te werken).
Het is onduidelijk hoeveel water er feitelijk beschikbaar is en hoe de breuken zich in de loop van de tijd gedragen.
Een moeilijke kwestie is of de geproduceerde waterstof blijft bestaan. Waterstof is een reactief gas en kan na de vorming ook weer verbindingen aangaan (bijvoorbeeld met organisch materiaal tot olie of gas). Ook kan het worden opgevreten door micro-organismen (vandaar dat in het schema een 122°C-lijn staat – er is nog nooit een micro-organisme gedetecteerd dat dan nog leeft –  hetgeen omgekeerd zou betekenen dat dicht onder die temperatuur nog wel actief zijn, een fascinerende gedachte).
En als de waterstof blijft bestaan, waar blijft die? Het is een heel klein molecuul dat moeilijk tegen te houden is. Net als bij aardgas is er een poreus reservoirgesteente nodig en een zelfs voor waterstof ondoordringbaar capgesteente. In het model zit slechts de aanname dat de sedimenten, die bovenop de botsende platen meegeslouwd worden, op een nog niet bepaalde manier in die functie kunnen voorzien.

Alpen en Pyreneeën
Een groot voordeel van de Helmholtz – studie is dat hij mogelijk interessante plekken beter vindbaar maakt (dus vooralsnog zonder garanties dat ze ècht interessant zijn).

De Pyreneeën zijn ontstaan doordat de Iberische plaat een oude rift zone omhoog geduwd heeft. In de westelijke Pyreneeën (uitsnede D op bovenstaande kaart) voldoet een deel van het omhoog gestuwde mantelgesteente aan de drie voorwaarden (olivijn, mogelijk wateraanvoerende breuken, juiste temperatuur). De zuidelijke plaat duikt scharnierend onder de noordelijke met de sterkste effecten in het westen van het gebergte.

De tectonische realiteit rond Italië en de Alpen ter plekke iets voor mensen die er echt verstand van hebben (ik niet). Er was open water in de voormalige Thetys Zee en er is een dichtgedrukt spreidingscentrum. De resten daarvan zorgen voor een mogelijk waterstofgebied langs uitsnede E.

Uitsnede F zegt dat er in principe misschien waterstof te vinden zou moeten zijn bij Ronda in Spanje.

Ter afsluiting wat politieke moraal bij het verhaal
Een paar afsluitende wijsheden. Preventief nadenken kan nooit kwaad.

  • De algemene stand van zaken rond theorie en praktijk van waterstofwinning is bij lange na nog  niet van dien aard dat men zich nu al rijk kan rekenen. Het kan een hele of halve  flop blijken. De bestaande inspanningen om aan groene waterstof te komen moeten worden voortgezet.
  • Mocht het tot waterstofmijnbouw komen, dan verdienen de sociale en milieuproblemen, die vaak met mijnbouw gepaard gaan, aandacht. Serpentinisatie leidt bijvoorbeeld tot uitzetting van gesteenten en een vraag is of je daar aan de oppervlakte iets van merkt. Projecten hoeven niet perse diep te liggen.
  • Vraag is of er gefract moet worden en zo ja, hoe en met wat
  • Niet onbelangrijk: de bestaande winning in Mali, en voor zover bekend de lopende onderzoeksprojecten, gaan uit van water dat er van nature al is. Het is denkbaar dat men de winning van waterstof in een olivijnveld wil gaan stimuleren door er water in te pompen dat dan niet meer terugkomt. Dit heeft zelfs al een naam: ‘oranje waterstof’.
    Dat zou de belangenafweging dramatisch veranderen, bijvoorbeeld in een land als Mali dat voor een groot deel uit woestijn en savanne bestaat.

Natuurlijke waterstof die aan het aardoppervlak vrijkomt uit grondwater in rotsen van het Canadees Schild. © University of Toronto

Update dd 16 mei 2025

Op 15 mei 2025 publiceerde TW (het Technisch Weekblad) een ander onderzoek over hetzelfde onderwerp, ook van wetenschappers van gerenommeerde instituten als de universiteiten van Oxford, Durham en Toronto. Ook zij komen tot grote getallen aan in theorie winbare geologische waterstof, met hetzelfde voorbehoud dat het vrijkomen van waterstof uit watervoerend gesteente vast staat, maar dat die waterstof na het vrijkomen ook weer verloren kan gaan.
Anders dan de kop in TW (die fout is) suggereert, wagen de geleerden zich, juist vanwege die verliesposten, nog niet aan schattingen van een mogelijke opbrengst.
In het Oxford-Durham-Toronto-onderzoek wordt verwezen naar het onderzoek dat in bovbenstaand artikel besproken is.

Vijf mogelijke geologische situaties waarin waterstof geproduceerd kan worden

Nederlands plan voor accu’s met alleen veel voorkomende materialen

Waarom dit artikel?
Een samenleving die steeds meer vertrouwt op zon en wind, heeft energieopslag nodig. Energie kan in verschillende vormen worden opgeslagen (bijvoorbeeld mechanisch of als warmte), maar onontkoombaar is opslag in accu’s. Dit is uiteraard algemeen bekend.

Er zijn meer typen accu’s, maar gangbaar in het dagelijks leven zijn accu’s die op lithium gebaseerd zijn. Lithium is een relatief zeldzame grondstof die gemijnd moet worden. Daartegen bestaan veel  milieubezwaren en dat is niet zonder reden.
Daarnaast vragen sommige batterijtypes ook om andere, relatief zeldzame, grondstoffen als bijvoorbeeld kobalt en nikkel.
Ik  ga zeker niet zover dat ik alle vormen van mijnbouw afwijs, maar dat is een artikel in eigen recht waard voor in de toekomst.

Maar goede, alternatieve batterijtypes die geen zeldzame grondstoffen gebruiken zouden erg welkom zijn. Er is al jarenlang een hoop research op dit gebied, zoveel dat dat niet in één populair (bedoeld) artikel te bespreken is.
Elke batterij of accu combineert een element links in het periodiek systeem (zoals lithium)  met een element rechts in dat systeem. Research die zich focust op het vervangen van lithium, kiest natuurlijkerwijze vaak op het element dat er in het periodiek systeem meteen onder staat, namelijk natrium. Natriumchloride kennen wij als keukenzout en dat is in grote hoeveelheden op aarde aanwezig, zowel onder de grond (dan toch weer mijnbouw) als in zee.

Dit artikel wil iets vertellen over een recent Nederlands initiatief om een natriumbatterij te gaan produceren. Het motief hiertoe is niet alleen maar technisch. Het plan raakt aan politieke kwesties zoals grondstoffenschaarste, zelfvoorzienendheid en industriepolitiek. En dat de fossiele industrie niet de hele tijd moet klagen hoe zielig ze zijn, maar dat men ook eens moet nadenken over bedrijfsactiviteiten die in de toekomst wel kansen bieden.

Het Nederlandse samenwerkingsverband
Nobian, Exergy Storage, de Universiteit Twente en innovatieplatform ISPT hebben het samenwerkingsverband  STARBATCH opgericht. STARBATCH staat voor Sodium Tetra chloro Aluminate Recyclable BATtery Chemicals .
Sodium (met een +)  is de Engelse naam voor natrium en de mondvol Tetra Chloor Aluminaat (AlCl4 met een -) is een groep atomen die doet alsof hij rechts in het periodiek systeem thuis hoort. Ook aluminium is een van de meest voorkomende elementen in de aardkorst (en kan bovendien goed gerecycled worden).

Nobian wint en bewerkt zout in Twente en Groningen (Nobian heette vroeger Koninklijke Zout en is de ‘KZ’ in ‘AKZO’). Een informatieve pagina over de zoutmijnbouw in Twente is https://www.nobian.com/nl-nl/zoutwinning/bestaande-zoutwinning/twenthe-rijn . Een afgeleid product is chloor, vandaar dat Nobian in een logische positie is om aan het samenwerkingsverband mee te doen.
Nobian is (tot nu toe) de enige van 20 grote ondernemingen in Nederland waarmee de regering ‘maatwerkafspraken’ heeft kunnen maken. Nu was dat in het geval van Nobian relatief makkelijk, want de onderneming loost niet veel en een grote besparing op het elektriciteitsverbruik voor de chloorproductie is ook in het eigen belang, maar goed – het subsidiebedrag is met €185 miljoen relatief laag.

Exergy Storage is de beoogde feitelijke producent van de batterij. Ze beschrijven hun techniek in zeer algemene bewoordingen op https://exergy-storage.nl/exergy-main/technology/ .
De website impliceert dat het een startup is (zo op het oog wel een ervaren team). In hoeverre de startup zijn toekomstige taak aan kan, moet blijken. Ze verkopen nog niets en alles is in de ontwerpfase of richting een pilotfase.

De onderneming is gevestigd op het Industriepark Kleefsewaard (het oude ENKA-terrein) in Arnhem. Met de TU Twente en het (in Amersfoort gevestigde) ingenieursbureau ISPT is er sprake van zoiets als een Oost-Nederlandse initiatief.

(afbeelding Pacific Northwest  National Laboratory)

Hoe het werkt
De websites geven vooral optimistisch gestemde wervende teksten met slechts in algemene bewoordingen hoe de techniek in elkaar zit. Daarvoor moet je gaan googlen.
Een artikel dat erg dicht bij het ontwerp van Exergy lijkt  te komen, is te vinden op https://doi.org/10.1016/j.ensm.2023.01.009 . Dat is echter voer voor specialisten en een vereenvoudigde samenvatting ervan is te vinden op www.pv-magazine.com/2023/02/08/sodium-aluminum-battery-for-renewables-storage/ . Daaruit bovenstaand schema.

Het ‘molten salt’ is de mondvol Sodium Tetra Chloro Aluninate en het Solid-state electrolyte is een plaat keramisch materiaal waar wel de natriumionen doorheen kunnen (Na+ ), maar niet de andere molekulen. Dat ‘molten’ betekent dat het inwendige van de batterij boven het smeltpunt van NaAlCl4 moet liggen en onder het punt waarbij het te hard begint te verdampen. In praktijk is dat ca 180°C, bij voorkeur non stop.
Op zich kan dat, maar het lijkt de accu vooral geschikt te maken voor statische doeleinden (bijvoorbeeld een buurtbatterij of een gridbatterij bij een zonnepark). Afgezien van de bedrijfstemperatuur zouden de verdere specificaties goed en goedkoop zijn. Er zijn weinig verliezen, de accu zou lang meegaan en het is veel minder brandgevaarlijk.

Exergy Storage zegt overigens niet over de noodzaak van een hoge bedrijfstemperatuur.

Het is interessant hoe dit verder gaat lopen. Het opschalen van startup’s in Europa is geen vanzelfsprekendheid en naar alle waarschijnlijkheid is er concurrentie.

Ruzie om een IBIS, en wat kan die IBIS?

(links) Door FaceMePLS - https://www.flickr.com/photos/38891071@N00/49745624448/, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=88972030
Rechts eigen foto
Links The Social Hub; rechts het gebouw Haasje Over in de Eindhovense wijk Strijp S

De Ibis op de Social Hub in Eindhoven
De Social Hub is een studenten- en short stay hotel  hartje Eindhoven, pal naast het station. Het is 76m hoog.

De exploitant van de social Hub wil een energiecentrale op het dak zetten van de firma Ibis Power ( https://www.ibispower.eu/ ), een relatief klein bedrijf. Ibis Power bouwt opwekunits die wind en zon combineren. Zo’n op maat gemaakte unit heet een PowerNEXT (voorheen PowerNEST).
Er staat op een ander gebouw in Eindhoven al zo’n energiecentrale, namelijk op het woongebouw Haasje Over op Strijp S (een herontwikkeld  voormalig Philipsterrein).

Het Eindhovens Dagblad meldde op 16 januari 2025 dat het project nogal wat sores had bij de gemeente ( www.ed.nl/eindhoven/buurman-dwarsboomt-al-twee-jaar-nieuwe-energiefabriek-op-het-dak-van-social-hub-eindhoven ). Eerst was het ontwerp te opvallend, dat werd aangepast en toen volgde er alsnog een vergunning.
Maar een buurman ligt dwars. De rechter vond weliswaar dat het niet precies klopte met het bestemmingsplan, maar dat er stedebouwkundiggeen rampen gebeurden en dat verder niemand er last van had. Dus het mocht toch. De buurman kan nog naar de Raad van State en dd het artikel was niet duidelijk of dat ging gebeuren.

Ik  vind het gezeik  van de buurman en op deze manier komt de energietransitie slechts in een slakkengang vooruit.

Het verhaal in het Eindhovens Dagblad noemt nog enkele Eindhovense gebouwen die in beeld zouden zijn voor een power NEXT, oa de Stadhuistoren  en nieuwbouw op het Stadhuisplein en de Fellenoord.

Ik heb eerder over Ibis power geschreven, maar dat is al weer een paar jaar geleden. Zie www.bjmgerard.nl/van-ibis-tot-halsbandparkiet-van-alles-te-zien-in-overvecht/ .

Hoe werkt de techniek?
Een dak van een hoge flat is niet altijd een makkelijke omgeving voor een wind- en zon combipakket.  In verhouding tot het aantal woningen is het dakoppervlak beperkt.  Bovendien zitten er liftkokers en aircopijpen in de weg, en is de dakconstructie van bestaande flats uit een tijd dat er nog geen energieopwekcentrales voor gebruik op daken bestonden.

De PowerNEST heeft twee lagen ( https://www.ibispower.eu/powernest ) die 4,8m uit elkaar liggen. De onderste dient voor de bevestiging aan het dak, de bovenste dient als drager van zonnepanelen. Tissen beide in hangt een (of meerdere) Darieus/Savonius vertikale as-windturbine.

De constructie rust op dragende muren en wordt zodoende doorgeschakeld naar de fundering.
Vanwege de schaduwwerking verbetert het rendement van bestaande airco-installaties en wordt het dakleer beter beschermd tegen extremen.
De website geeft een uitgebreide vraag en antwoord-sessie ( https://www.ibispower.eu/veelgestelde-vragen ). Onder andere de boodschap dat er nog nooit een vogel of vleermuis het loodje heeft gelegd.

Zonnepanelen op een hoge flat wil wel. Om de mogelijkheden zoveel mogelijk uit te melken, wordt de oppervlakte van de bovenste plaat zover mogelijk benut en zin die panelen bifaciëel (ze ontvangen aan beide kanten licht). Daartoe is de onderplaat zo wit en reflecterend mogelijk uitgevoerd.  

Wind in stedelijk gebied is een probleem. De gebouwen remmen de wind en maken die onregelmatig. De PowerNEST heeft daarom ventilatiekanalen  die de wind versnellen en bundelen. De vertikale as-rotor maakt dat de constructie eenvoudig op wisselende windrichtingen kan reageren. De constructie werkt al bij lage windsnelheden en is beveiligd tegen hoge snelheden. De constructie voldoet aan strenge geluid- en trillingsnormen.
PowerNEXT heeft, naar eigen zeggen, een uitzonderlijk vermogen om windhinder op voetgangersniveau door hoge omliggende gebouwen te verminderen.

Ik vind het technisch eigenlijk wel een mooi systeem.

De website blijft in het vage wat een en ander kost. Het is dermate maatwerk, dat dit alleen op basis van een concreet project te becijferen valt. IBIS Power maakt een een gratis inschatting op hoofdlijnen, en als dat wat lijkt, een gedetailleerd plan tegen betaling (aldus de vraag-en-antwoorden).

Wat presteert het?
De installatie op het Haasje Over-gebouw (70m hoog) draait sinds september 2022. Dit gebouw telt 182 sociale huur-appartementen.
De specificaties worden op hoofdlijnen besproken in o.a. een artikel op Architectenweb  https://architectenweb.nl/nieuws/artikel . Daar wordt melding gemaakt van vier windturbines en 196 zonnepanelen.
Samen leveren die jaarlijks (toen nog naar schatting) 120 tot 140 MWh aan elektriciteit op (120.000 tot 140.000 kWh).

Is dat veel?
Dat is niet meteen te zeggen. Milieu Centraal noemt, voor op aardgas aangesloten woningen en op gezag van het CBS, over 2022 voor een klein, nieuw appartement met één bewoner als  kengetal 570m3 gas en 1560kWh stroom. Voor een oud, klein appartement met twee personen zijn die cijfers 910m3 en 2210 kWh. Het staat er niet bij, maar waarschijnlijk is het opladen van elektrische auto’s hierin niet meegeteld.
Maar het kan zijn dat in een relatief nieuw complex (Haasje Over is van voorjaar 2021) de afwezigheid van aardgas goedgemaakt wordt met extra veel elektriciteit. Om dat te weten, zou je de precieze gegevens van Haasje Over moeten hebben, en die heb ik niet.
Doe eens als rekenvoorbeeld 3000kWh stroom (3MWh) per appartement en geen gas, dan zou de stroomproductie op het dak dus 120 tot 140MWh van de 546 MWh leveren, die de 182 appartementen samen vragen, dus ergens grofweg 20 tot 25% van de vraag.
De uitkomst is speculatief, maar lijkt niet absurd.

Als je het Eindhovens Dagblad geloven moet, over de Social Hub, komen daar twee windturbines en 340 zonnepanelen. Dat moet goed zijn (dus vooralsnog naar schatting)  voor 17% van het energieverbruik.

Dat geeft ruwweg dezelfde impressie: het systeem levert een significante bijdrage aan het verduurzamen van hoge flats die anders moeilijk te verduurzamen zijn, maar je mag er niet de grote getallen van verwachten om een hele stad of streek van hernieuwbare stroom te voorzien. Dat kun je in alle redelijkheid van een dergelijk beperkt systeem ook niet verwachten.

Ook FC Eindhoven moet verduurzamen!

Ik heb onderstaand persbericht, met als bijlage een brief aan de gemeente en een brief aan FC Eindhoven, verstuurd vanuit mijn rol als secretaris van Milieudefensie Eindhoven. Het gaat over het verduurzamen van het FC Eindhoven stadion, ook genaamd het Jan Louwers Stadion. Kortheidshalve laat ik het bij dit persbericht, met bijlagen.
Een eerder bericht op deze site is te vinden op Misschien afspraken over verduurzaming van PSV en FC Eindhoven (update dd 12 sept 2022) ,

Update dd 01 februari 2025
Kort na de verzending van de mail aan de gemeente en aan FC Eindhoven, kwam er al een positief getoonzet antwoord van wethouder (van o.a. sport) Maes van Lanschot (CDA).

De wethouder zei dat de gemeente zeker van plan was zoveel mogelijk duurzaamheidsslagen te maken bij de verbouwing van het stadion, en verwees naar een eerder voorbeeld, nl de verbouwing van De Tongelreep.

Mijn antwoord namens Milieudefensie Eindhoven liep over twee sporen.

Op het gemeentelijke spoor constateer ik dat we het een heel eind eens zijn, maar dat het goed zou zijn, ook als voorbeeldfunctie voor andere Eindhovense sportverenigingen, dat er een ambitieus stip op de horizon-doel gesteld werd.

Op het FC Eindhoven-spoor redenerend, was het antwoord dat als FC Eindhoven al enige interesse in klimaat, milieu, vervoer van spelers en publiek en cirdulariteit had, de club die toch zorgvuldig verborgen heeft weten te houden. De gemeente  heeft in directe zin geen zeggenschap over de elektrificatie van de spelersbus, de veganistische bitterballen, de materiaalkeuze van de tenue’s, de modal split van spelers en publiek, en de circulaire omgang met afval , maar de gemeente komt in een indringend onderhandelingstraject terecht waarin de modernisering van het gedachtengoed binnen FC Eindhoven inzake genoemde onderwerpen met kracht bevorderd zou kunnen worden.
Het zou mooi zijn als de hooggeprezen intelligentie van de regio zich uitte in profspelers die, waar mogelijk, op de fiets naar de training kwamen.

Persbericht 27 jan 2025

Tijdens de nieuwjaarsreceptie van FC Eindhoven benoemde de Eindhovense burgermeester Dijsselbloem  lopende gesprekken over de renovatie van het uit 1934 daterende Jan Louwers Stadion en gemeentelijke steun daaraan. Op zich kan men zich iets voorstellen bij dit voornemen.

Milieudefensie Eindhoven vindt dat in die gesprekken nadrukkelijk aandacht moet zijn voor een ambitieuze verduurzamingsslag. Dat betreft zowel het stadion zelf als de bedrijfsvoering door de professionele als de amateurtak van FC Eindhoven.

De gemeente heeft in haar rol als verhuurder in het verleden al een aantal maatregelen genomen. Milieudefensie Eindhoven beoordeelt die als goed en noodzakelijk, maar niet voldoende.

FC Eindhoven als huurder en als organisatie heeft tot nu toe geen blijk gegeven van enige ambitie op duurzaamheidsgebied. De website vermeldt er geen woord over.
De organisatie FC Eindhoven wordt hiermee steeds meer een uitzondering op de opkomende trend in de voetbalwereld om groener te worden. Ook bijvoorbeeld de KNVB heeft een programma voor de eigen organisatie met gekwantificeerde einddoelen, en heeft een pilot ‘de groene club’.

Milieudefensie Eindhoven heeft in een brief aan B&W en een brief aan de prof- en amateurtak van FC Eindhoven aangedrongen op het vaststellen van ambitieuze doelen, zoals een broeikasgasreductie van 55% conform het Europese Fit for 55, en op adequate voornemens inzake onderwerpen als bijvoorbeeld de waterhuishouding, de omslag naar fiets en openbaar vervoer, de catering  en circulariteit in de afvalverwerking,

Milieudefensie Eindhoven staat open voor overleg.

Met vriendelijke groeten

Namens Milieudefensie Eiindhoven
Bernard Gerard, secretaris

De brief aan B&W van Eindhoven en aan FC Eindhoven

Het FC Eindhoven-stadion

Wel of geen tramsysteem in en rond Eindhoven? (Update dd 27 dec 2024)

GroenLinks, PvdA, Volt en OAHvE hadden op 02 juli 2024 in de Eindhovense gemeenteraad het voorstel gedaan om een onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor de aanleg van een tram, lightrail of metro in Eindhoven en omgeving. Tegelijk is er een amendement van D66 ingediend om bij het aanleggen van nieuwe busbanen rekening te houden met toekomstige vertramming. Motie en amendement zijn aangenomen. In de update op het einde van dit verhaal staat een link naar deze documenten.
Dit idee komt op gezette tijden naar boven in de Eindhovense gemeentepolitiek en heeft lichtelijk een ritueel karakter.

Op 09 juli stond er een reactie van Carlo van de Weijer in het Eindhovens Dagblad ( https://www.ed.nl/opinie/onderzoek-naar-een-tram-in-de-regio-ga-toch-fietsen~a3f08a66/ ). Carlo van de Weijer is directeur smart mobility TU Eindhoven. Van de Weijer snapt de achterliggende gedachte in de motie, maar vindt een onderzoek onnodig. Verbeteren van het fietssysteem is veel kostenefficiënter en de huidige elektrische bussen zijn goed genoeg.
Hieronder staat de tekst van Van de Weijer afgedrukt.

Ik ben het slechts ten dele met Van de Weijer eens. Ik heb daarom aan het Eindhovens Dagblad op 14 juli een gastopinie aangeboden. Die is niet geplaatst.
Ik was toen net terug van een fietsvakantie n Denemarken, waaronder een kleine week Kopenhagen (resutarend in o.a. een verhaal op deze site over het beroemde Kopenhaagse fietssysteem, zie https://www.bjmgerard.nl/het-kopenhaagse-fietsbeleid/).
Onder het verhaal van Van de Weijer mijn gastopinie.


De gastopinie van Van de Weijer

‘Onderzoek naar een tram in de regio? Ga toch fietsen’

Afgelopen week deed GroenLinks een oproep aan de gemeenteraad om een onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor de aanleg van een tram, lightrail of metro in Eindhoven en omgeving. Deze studie is het geld en vooral de tijd niet waard, stelt directeur smart mobility van de TU/e, Carlo van de Weijer.

Laat me vooropstellen dat ik de beweegredenen achter de motie volledig begrijp. De drukte in de regio neemt toe en de bereikbaarheid komt onder druk te staan. Daarom moeten we zoveel mogelijk ruimte-efficiënte alternatieven voor de auto stimuleren.

Een tram, metro of lightrail is echter niet de oplossing. Door de snelle ontwikkeling van batterijen is er immers geen echte reden meer om voor spoorgebonden vervoer te kiezen. Alle historische voordelen van trams op het gebied van capaciteit en milieuvriendelijkheid zijn inmiddels ruimschoots ingehaald door de ontwikkeling van veel zuinigere, lange elektrische bussen.

Railigieuzen

Deze bussen zijn bovendien goedkoper, stiller, flexibeler en veiliger dan trams. Dat staat nog los van het feit dat ze in onze regio ontwikkeld en gebouwd worden. Laat die elektrische bussen desnoods op een tram lijken zoals je in China veel ziet, waarschijnlijk om een statement te maken naar de railigieuzen.

Er is echter een nog belangrijker argument om niet in een duur spoorgebonden systeem te investeren: het geld kan vele malen effectiever besteed worden aan een beter fietsnetwerk. Elk ov-systeem, zeker met rails, is verschrikkelijk duur om aan te leggen en in stand te houden. Mensen die fietsen kosten de stad bijna niks en leveren de maatschappij zelfs geld op door gezondere bewoners.

Fiets is succesvoller

En de fiets bewijst keer op keer veel succesvoller te zijn in het verleiden van mensen om de auto te laten staan dan het openbaar vervoer. Bovendien is het veiliger, inclusiever, ruimte-efficiënter, schoner, stiller, flexibeler, storingsvrij, vriendelijker, mooier en toekomstbestendiger.

Nu al wordt er in Eindhoven veel meer gefietst dan in andere grote steden. Toch lijkt de fiets het in mobiliteitsplannen van de gemeente steevast te verliezen van het openbaar vervoer, zowel qua aandacht als budget. In Eindhoven wordt in de komende jaren anderhalf miljard uitgegeven aan een busstation en de afbouw en uitbreiding van het hov-systeem. Als het fietssysteem een minstens vergelijkbare prioriteit zou krijgen, kun je een consequent doorgevoerd systeem van brede, vrijliggende en conflictvrije fietspaden aanleggen, hier en daar ondergronds of overdekt.

Liever geen tramhalte voor de deur

We hebben geen metro nodig maar meer Hovenringen en fietstunnels. Bij knooppunten als Geldropseweg-Ring, Floraplein, Beemdstraat-Limburglaan en elders waar fietsers nu nog veel te vaak en lang in kolonnes staan te wachten. Extra aandacht voor fietsen wordt ook bepleit door de bedrijven, die veel liever een betere doorstroming voor fietsen zien dan een tramhalte voor de deur. Nu komt al 40 procent van de werknemers van ASML op de fiets en er zit nog meer potentieel om werknemers van de auto naar de fiets te verleiden, veel meer dan een metro of tram ooit zou bereiken.

Geen echte oplossing

Een geld- en tijdrovend onderzoek zoals nu wordt voorgesteld is een behoorlijk vertragende en kwalijke afleiding van echte oplossingen. Nu nog investeren in een tram of metro is alsof je in de jaren 90 nog vijfhonderd telefooncellen zou plaatsen om de telefonische bereikbaarheid van mensen te verbeteren. Een slimme regio kijkt vooruit: koester het flexibele en succesvolle hov-systeem en investeer daaromheen heel veel geld in fietsinfra. De stad en regio worden er echt beter van, de bedrijven roepen erom, de wetenschap zegt het. En de auto zal vaker thuisgelaten worden, niet omdat het moet, maar omdat het kan.


Mijn aangeboden gastopinie

Van de Weijer heeft gelijk dat de fiets voor veelvoorkomende situaties en doelgroepen de meest kostenefficiënte oplossing is. Er mag echter nog wel het een en ander gebeuren aan de kwaliteit van fietsroutes en overigens ook  trottoirs voor voetgangers.

Wat betreft het OV vind ik hem te stellig.

Als Eindhoven zich conventioneel zou ontwikkelen, is de elektrische bus waarschijnlijk een betere keuze dan de tram. De basiskwaliteit van het bussysteem in en rond Eindhoven is onvoldoende op orde en dat moet eerst.
Eindhoven gaat echter explosief groeien en ik ben er niet van overtuigd dat de opvattingen van Van de Weijer dan geldig blijven. Als bijvoorbeeld Weert aan het Brainportgebied vast groeit, en als Maarheeze sterk groeit, en als dat tot veel massalere vervoersstromen zou leiden, zou in principe een light rail betekenisvol  kunnen worden. Zo ook een tram (Nuenen) – station – Veldhoven City Centrum – ASML – vliegveld, mits ingebed in een groter vervoersgeheel.

Tram in Gotha (Duitsland) in 2017
Lijnennet van alleen de tram in 2008. Het volledige vervoersaanbod op https://waldbahn-gotha.de/ onder Liniennetz

Ik zou, op de eerste plaats, niet bus of tram als een òf òf keuze formuleren, zoals Van de Weijer doet. Veel grote steden hebben een tram- en bussysteem dat complementair werkt. In Kopenhagen bijvoorbeeld bestaat één geïntegreerd systeem (in de hand van één vervoerder) met èn een net van metrolijnen èn van S-banen èn van reguliere regionale treinen èn van bussen (en het was al een paar keer de beste fietsstad van Europa).
Zelfs steden in de oude DDR, die veel kleiner zijn dan Eindhoven, hebben een geïntegreerd tram-bussysteem, zoals bijvoorbeeld in Gotha (zie https://www.bjmgerard.nl/light-rail-in-de-regio-eindhoven-helmond/ ).

S-baan in Kopenhagen (fietsen mogen gratis mee en dat werkt simpel)

Dit betekent (op de tweede plaats) dat men op systeemniveau moet denken. Het systeem als geheel moet geoptimaliseerd worden en het kan zijn dat daar een tram/light rail uit rolt, maar er kan ook een optimaal gebruik van bestaande middelen uitrollen (bijvoorbeeld stations in Tongelre en Acht). Of beide.

Op de derde plaats heeft een tram wel degelijk voordelen boven een bus. Er kunnen veel meer mensen in, trams kunnen makkelijker door groengebieden rijden, ze hebben meer aanzien (psychologie telt ook mee), je kunt de fiets meenemen en de noodzakelijke strook kan smaller zijn.

Tenslotte wil ik  de nadelen benoemen van batterijen t.o.v. een bovenleiding. Van de Weijer verwaarloost het duurzaamheidsaspect.
De toevoer van elektrische energie door een bovenleiding kan gerealiseerd worden door niet-mobiele machines op afstand (bijvoorbeeld windturbines als bij de NS), terwijl batterijen in het voertuig zelf moeten zitten. Daardoor kan een tram met een bovenleiding verhoudingsgewijs een stuk lichter zijn.
De beperkingen aan batterijpakketten w.b. omvang en gewicht leiden ertoe dat meer duurzame batterijkeuzes niet mogelijk zijn (bijvoorbeeld de benodigde grondstoffen).
Ook zou het kunnen dat een batterijsysteem tot grotere verliespercentages leiden dan een bovenleidingsysteem.
Verder hebben batterijpakketten, anders dan een bovenleidingsysteem, een beperkte levensduur. Nu hangt het er van af hoe men in deze regio omgaat met het recyclen of het hergebruik van batterijen die aan vervanging toe zijn. Als men bijvoorbeeld een restcapaciteit systematisch zou gaan gebruiken als etmaalopslag in nieuwe woningbouwprogramma’s (zoals ik al eens voorgesteld heb vanuit Milieudefensie), ligt dit anders dan wanneer het een once through-gebruik is. Daarmee komen ook aspecten aan de orde die buiten het werkterrein mobiliteit vallen.

Het lijkt mij verstandig om een onderzoek te doen plaatsvinden op systeemniveau, waarin met een ruimere blik gekeken wordt dan alleen vanuit mobiliteit, en waarin ook een goede Life Cycle Assessment neergezet wordt van de milieu- en duurzaamheidsaspecten van batterijen versus een bovenleiding.

Dit met een open blik: een tram of light rail kan de uitkomst zijn, maar dat staat niet bij voorbaat vast.

Zwevend fietspad in Kopenhagen


Update dd 27 december 2024

Op 02 juli 2024 zijn er in de Eindhovense gemeenteraad een motie en een amendement aangenomen (met krappe meerderheid), die beide de mogelijkheid tot een tramsysteem in beeld willen houden.
Het amendement van D66 wil dat alle nieuwe HOV-lijnen zodanig worden anagelegd, dat ze in de toekomst gemakkelijk tot een tramlijn opgewaardeerd kunnen worden als een toegenomen anatal reizigers daar aanleiding toe geeft. Het amendement kreeg de voor-stemmen van PvdA, GroenLinks, LE, OAE en D66. Een amendement is dwingend.
De motie geeft een heel verhaal aan overwegingen, waarna de wens wordt uiitgesproken dat een onafhankelijk bureau een gedegen onderzoek gaat doen naar een of meer lijnen van een nieuw OV-systeem waarin tram, metro en lightrail in de afweging worden meegenomen. Dit onderzoek zou tegen de zomer van 2025 klaar moeten zijn. De motie is ingediend door GroenLinks, OvdA, OA HvE en Volt.
Een motie is niet dwingend.
De motie is te vinden op https://raadsinformatie.eindhoven.nl/document/14351963/2/Rijdt+hier+straks+een+tram+en+daar+een+metro+%28Vrije+Motie+VM2%29?connection_type=17&connection_id=10751421 .
Het amendement is te vinden op https://raadsinformatie.eindhoven.nl/document/7058/1#search=%22tram%20amendement%22 .

Op 17 december 2024 hebben B&W geantwoord op de motie en dat haalde op 21 december 2024 het Eindhovens Dagblad. Dezereactie is de reden voor deze update.
De brief van B&W is hieronder te vinden


B&W vinden het onverstandig om op dit moment een dergelijk onderzoek uit te voeren.

  • een tramlijn zal op dit moment de noodzakelijke aantallen niet halen (zou 30 à 40.000 passagiers per dag per lijn moeten zijn of op overzienbare termijn worden). Op dit moment komt de drukste verbinding van de regio, die tussen het Eindhovense station en het vliegveld,op 8500 a 9000 passagiers per dag.
  • de uit dorpen samengegroeide structuur van Eindhoven maakt dat er veel lijnen zijn die allemaal ver onder deze tramdrempel blijven. De overhead van een tramnet (zoals een remise met inhoud) zou vooralsnog door één lijn gedragen moeten worden. Die lijn zou zodoende een onevenredig deel van het OV-budet opsnoepen.
  • er zijn al veel afspraken gemaakt over busbanen, fietspaden, hubs, deelvervoer, infrastructuur van de Ring en herinrichting van straten, en heeft daar de handen aan vol.
  • Er liggen afspraken met het Rijk inzake de Beethovengelden voor de ontwikkeling van Brainport. Daarin wordt onder andere bijvoorbeeld voor de nog aan te leggen HOV4 ingezet op extra lange bussen, waar ongeveer evenveel mensen in kunnen als in een tram.
    Ook wordt in dit kader gekeken naar treinstations in NW Eindhoven en Tongelre.
    B&W willen deze afspraken eerst uitvoeren.

Extra lange bus (het voorbeeld is uit Malmö, waar overigens rond 1970 hettramsysteem afgeschaft is. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Buses_in_Malm%C3%B6 )

Het College sluit af met de uitspraak dat hun verzet tegen een tram of andere lightrail geen principieel karakter heeft. Men vindt de timing verkeerd (op dit moment is het niet aan de orde) , maar de snelle groei van de Brainportregio zou een railgebonden OV-systeem in bijvoorbeeld 2040 weer in beeld kunnen brengen. Mogelijk kunnen bepaalde vrij liggende busbanen dan ‘vertramd’ worden.
Het College vindt dat de actualisatie van de afspraken met her Rijk hiervoor het logische moment, maar ziet dat niet gebeuren voor 2028 – 2030.

Ik vind het een fatsoenlijk antwoord waarmee ik persoonlijk voorlopig kan leven, al zag ik nog steeds graag een Life Cycle Assessment van een batterijsysteem in vergelijking met een bovenleidingsysteem uitgevoerd.

Batterijen in Nederland

De kennisbron
Er is voor het eerst een overzicht van aantallen en dynamiek op de batterijenmarkt in Nederland. Die is van belang, omdat wisselende vraag naar energie en het wisselende aanbod van hernieuwbare energie beter op elkaar aangepast kan worden als je energie een tijd lang ergens in op kunt slaan.

Het pas uitgekomen ‘Nationaal Smart Storage Trendrapport’ beschrijft de stand van zaken in Nederland t/m 2023, en doet prognoses waarin de eerste helft van 2024 meegenomen is. Binnen het grotere geheel van de energieopslag beperkt deze publicatie zich tot het deelgebied opslag van elektrische energie in de vorm van batterijen en (een beetje) in de vorm van supercondensatoren .

Het rapport is een publicatie van Dutch New Energy Research  (hierna DNE Research) en Solar 365.
Een samenvatting is te vinden in Solar ( nederlandse batterijmarkt groeit dit jaar naar 942 megawattuur , de titel slaat op een prognose t/m 2024  ) en op het eind van dat artikel kan men het volledige rapport bestellen (gratis, met een aanvraagformulier). Het kan ook rechtstreeks op https://www.dutchnewenergy.nl/nationaal-smart-storage-trendrapport/ .

Het rapport is tot stand gekomen met behulp van een aantal, genoemde, ondernemingen in de sector.

Er staat een eerder artikel op deze site over batterijen en supercondensatoren op https://www.bjmgerard.nl/supercondensatoren-en-batterijen/ .

Op hoofdlijnen kan men het rapport opsplitsen in vier thema’s: statistiek annex prognose; techniek; Nederlandse; en Europese politiek en beleid.

Statistiek en prognose

Een paar zaken vallen op.

Op de eerste plaats de snelle groei van de geplaatste capaciteit. Die is van praktisch niets in 2019 naar 621MWh in 2023 gestegen. Het rapport acht het mogelijk dat de groei van de totale capaciteit zich t/m 2026 voortzet op de aangegeven wijze, maar daar zitten wel de nodige onzekerheden in, zoals dat Nederland geen lange termijn-doel heeft voor batterijopslag.

Op de tweede plaats valt op dat als je naar de verdeling in grootteklassen kijkt, dat onevenredig veel kleine batterijen opgeteld onevenredig weinig capaciteit hebben. Onderstaande grafische weergaven in blokvorm  hebben betrekking op alle eind 2023 bestaande systemen (‘tot’ moet gelezen worden als ‘tot en met’). Dat zijn er ca 40.000 .
De grootteklasse >1MWh , goed voor 76 exemplaren, beslaat dus 0,2% van het aantal maar 46% van de capaciteit.
De grootteklasse <5kWh omvat bijna 22.500 systemen (56% van het aantal)maar 10% van de capaciteit.
De grootteklasse tussen de 5 en de 20kWh is goed voor 42% van het aantal en 23% van de capaciteit.
Voor de grootteklasse 20-1000kWh zijn de cijfers resp. 1,8% en 21%.

Het rapport gebruikt als een soort vuistregel dat de twee grootteklassen onder de 20kWh ‘residentieel’ zijn, welk anglicisme duidt op losse woningen of woningcomplexen. Het Trendrapport gaat ervan uit dat de ontwikkelingen in deze grootteklasse gedomineerd worden door de markt voor zonnepanelen.
Commercieel of industrieel gebruik dekken de grootteklasse 20kWh – 1000kWh (=1MWh) af.
De grootteklasse >1MWh wordt in de vuistregel aangeduid als ‘op utiliteitsschaal’. Een enkele  keer wordt hier ook het woord ‘nuts’ gebruikt, maar dat is in zoverre misleidend omdat dit publiek beheer suggereert, terwijl het rapport geen uitspraak doet over eigendoms- of beheervormen.

(in beide gevallen moet ‘tot 2023’ gelezen worden als ‘tot en met 2023’)

Techniek
Het eerste dat opvalt is dat alle tot en met 2023 bestaande accusystemen voor ruim 99,9% (van het aantal) uit Lithium-ion accu’s bestaan. De resterende <0.1% is naar schatting goed voor 15% van de capaciteit (maar dat verhaal oogt moeizaam, ik zou hier niet teveel precisie verwachten). De niet-Lithium-accu’s omvatten gemoderniseerde loodaccu’s (AGM), Vanadium Redox Flow Battery’s (VRFB) en supercondensatoren.
De opmars van de Lithium Iron Phosphate Battery is in het Trendrapport nog niet terug te vinden.
Waarschijnlijk zijn de grote (utilitaire schaal)-accu’s relatief vaak niet-Lithium ion, maar hoe dat precies zit valt met het Trendrapport niet te achterhalen.

Lithium-ion batterijen gingen in 2023 de deur uit voor prijzen tussen de 200 en 800€/kWh, maar meestal tussen de 330 en 500 €/kWh. IN de eerste helft van 2024 lag de prijs tussen de 420 en 620€/kWh. De stijging wordt enerzijds veroorzaakt door vraag en aanbod, anderzijds om dat batterijsystemen technisch meer kunnen.

Lithium-ion batterijen hebben voor- en nadelen t.o.v. andere types.
Grote voordelen zijn dat je in een kilogram systeem heel veel energie kwijt kunt (tussen de 0,12  en 0,18kWh), en dat op een paar procent na elke kWh die je er bij het laden in stopt, bij het ontladen weer uitkomt. Die getallen liggen bij andere types accu’s, en bij supercondensatoren ongunstiger.

Anderzijds is een hoge energiedichtheid vooral van belang voor mobiele toepassingen, niet zozeer voor statische toepassingen, en gaan Lithium Ion-accu’s minder lang mee.
Lithium-ion batterijen worden meestal  gegarandeerd op 4000 tot 6000 op- en ontlaadcycli, hoewel hogere en lagere waarden voorkomen. Als zo’n accu gebruikt wordt bij zonnepanelen op het dak (dus één cyclus per dag), is dat ongeveer 10 tot 16 jaar.
In praktijk gaan de accu’s langer mee, volgens het Trendrapport ca 6000 – 9500 cycli (hoewel ook hier hogere en lagere waarden voorkomen).
Apart van de cycli-garantie is er ook een jaar-garantie en idem levensduur in jaren. Meestal worden Lithium-ion batterijen gegarandeerd tot 7,5 tot 10 jaar, en ligt de feitelijke levensduur meestal op 10,5 tot 15 jaar (dit alles ook weer met hogere en lagere waardes).
Niet-Lithium Ion-accu’s (dus een zeer uiteenlopende groep) worden gegarandeerd tot 5000 a 10.000 cycli en daarnaast tot 5 a 10jaar. De levensduur is in praktijk meestal 10.000 a 35.000 cycli, en apart daarvan 15 – 45 jaar (supercondensatoren gaan heel lang mee).
Lithium ion-accu’s zijn altijd een beetje brandgevaarlijk.

Schema van een Vanadium Redox Flow Battery ( https://doi.org/10.1016/j.ceramint.2023.01.165 ).
Een dergelijke accu is voor stationaire doelen. De ont- en op te laden stof is opgelost in water. De accu kan in beginsel willekeurig groot zijn (als je genoeg Vanadium hebt).


Beleid en politiek in Nederland
Dit soort rapporten worden geschreven binnen de bestaande kapitalistische verhoudingen. Deze site heeft vanuit een lichtelijk socialistisch perspectief  interesse in gebieden waar natuurwetenschap en techniek politiek worden, en omgekeerd. Dat neemt interesse in de ontwikkeling van de productiekrachten allesbehalve weg.

De frustratie met het huidige kabinetsbeleid druipt uit de tekst. Het hoofdstuk over het Nederlandse batterijbeleid begint met de passage ‘Een van de grootste problemen voor de energieopslagmarkt in het algemeen, en de batterijmarkt in het bijzonder, is de onduidelijkheid vanuit de overheid. In de afgelopen twee jaar zijn er verschillende belangrijke beleidsmaatregelen genomen en beleidsstukken gepubliceerd. Uit alles blijkt: de overheid moet snel knopen gaan doorhakken. Waar is hoeveel batterijcapaciteit nodig en hoeveel vermogen? Welke batterijtypes hebben de voorkeur en welke wil Nederland zelf gaan produceren?

Die onduidelijkheid is een vaak gehoorde klacht.

Aan de ene kant is het goed dat minister Hermans, anders dan ex-minister Jetten, een eigen departement heeft, geheten klimaat en Groene groei – waarbij meteen de hamvraag op tafel ligt of die twee samengaan.

Wat niet meehelpt is dat energieopslag en batterijen slechts in een bijlage van het Hoofdlijnenakkoord genoemd worden, in welke bijlage voor 1,2 miljard bezuinigd wordt op de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof vanuit  het Klimaatfonds. In het, op het Hoofdlijnenakkoord volgende, Regeerakkoord komen batterijen terug in het Actieprogramma Netcongestie dat 65 miljoen krijgt – geen vetpot.
Het Trendrapport houdt zich, min of meer noodgedwongen, vast aan het lange termijnbeleid dat al onder het vorige kabinet vast lag.

Veel ruimte gaat naar de update van het Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK), dat Nederland (en elke andere EU-lidstaat) elke vijf jaar aan de Europese Commissie moet aanbieden. In juni 2024 is dat nog door ex-minister Jetten gedaan. Verder is gekeken naar de Routekaart Energieopslag, het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NPE), de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050, en het Programma energiehoofdstructuur.

Een paar observaties op basis van heel veel papier, voor wat batterijen betreft:

  • Het  INEK versterkt de business case van energieopslag als regel indirect. Direct ligt er de gedachte om batterijopslag op zonneparken te stimuleren (daar zit een onrendabele top op van ca een ton per MWh). Het bijbehorende budget van ruim €400 miljoen is echter gehalveerd
  • vanuit het Nationaal Groeifonds was 297 miljoen euro toegekend aan Material Independence & Circular Batteries. Na de bezuiniging van €1,2 miljard blijft het bij deze eerste, eenmalige bijdrage. Dat kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor het Battery Competence Center, dat gevestigd is in de Brainportregio.
  • Er ligt een budget voor het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (minder CO2 , stikstof en fijn stof) waarvan het vervolg nog onduidelijk is
  • De Routekaart Energieopslag pleit voor een onderzoek naar de wenselijkheid van huis- en buurtbatterijen. Dat is inmiddels uitgevoerd door CE Delft en Witteveen + Bos.
    De uitkomsten zijn niet eenduidig.
    Huisbatterijen kunnen het gebruik van de eigen zonnepanelen vergroten, maar vooralsnog is dat financieel niet rendabel.
    Huis- en buurtbatterijen beperken in hun exploitatie CO2 , maar kosten CO2 bij de productie. Vooralsnog ligt dat niet heel gunstig.
    Buurtbatterijen kunnen gunstig werken in de nieuwbouw, zolang de netcongestie het voornaamste doel is. Dit met name als de nieuwe woonwijk anders niet gebouwd kan worden.
  • In principe bieden de gezamenlijke accu’s van heel veel elektrische auto’s  grote kansen als opslagmedium, maar dan moeten die auto’s twee kanten op met het elektriciteitsnet kunnen wisselwerken (V2G). Nu en ook de eerste paar jaar kan dat nog nauwelijks.
    Intussen kiezen toch heel veel huishoudens voor zonnepanelen met een eigen thuisbatterij die mede hun eigen auto laadt – één kant op.
    Net als bij de stadsverwarming kan het onvermogen van de politiek om tijdig op goede wijze collectieve oplossingen aan te bieden ertoe leiden dat dat straks niet meer kan omdat er inmiddels teveel mensen voor een eigen, individuele oplossing gekozen hebben.
    Eind november 2024 maakten Renault en MyWheels bekend dat er 500 Renault5 in Utrecht gestationeerd zouden worden met V2G – mogelijkheden.
  • Meer algemeen is landelijke sturing nodig om wildgroei van batterijen te voorkomen
  • TenneT, de beheerder van het hoogspanningsnet, wil in 2030 9GW beschikbaar hebben in standalone batterijen op nutsschaal (dus de grootste klasse). Dat moet, omdat er in 2030 geen kolencentrales meer zijn.
    Het levert een vergoeding op en daarvoor bestaat veel interesse, maar het realiteitsgehalte van die biedingen is nog onduidelijk.

De groene lobbyorganistaie Transport & Environment heeft een verhaal over V2G (auto-accu’s die bidirectioneel verbonden zijn met het stroomnet. Zie https://www.transportenvironment.org/articles/ev-batteries-on-wheels-can-save-power-systems-over-eur100bn-fraunhofer .

De Europese circulariteitsdoelstelling
De EU heeft op 10 juli 2023 de Battery Regulation aangenomen, kort daarna gevolgd door de Ecodesign for Sustainable Products Regulation. Beide hebben inmiddels kracht van wet. De Battery Regulation is een uitwerking van een Green Deal-bouwsteen Circular Economy Action Plan (2020). Welk geheel zelf nog geen kracht van wet heeft.
 De Battery Regulation is de eerste EU-wetgeving die op de totale levensketen toeziet.

Vanaf 2025 worden steeds strengere eisen gesteld aan de CO2-voetafdruk, de gebruikte grondstoffen, de inzameling, hergebruik en recycling van batterijen.
De batterijproducenten worden gezamenlijk verantwoordelijk voor de gescheiden inzameling. Er wordt nagedacht over statiegeld. Dd 31 december 2025

Vanaf 2027 moeten consumenten de batterijen in hun nieuwe elektronische apparaten kunnen losmaken en apart vervangen (zodat niet het hele apparaat op de stort moet omdat alleen de accu het niet meer doet). Sinds kort is er ook een reparatie-stimulering. Dit geldt ook voor accu’s van elektrische fietsen en scooters.

Uiterlijk op 18 februari 2025 voor batterijen voor elektrische voertuigen, 18 augustus 2026 voor oplaadbare industriele batterijen, behalve die met uitsluitend externe opslag, 18 augustus 2028 voor batterijen voor lichte vervoermiddelen en 18 augustus 2030 voor oplaadbare industriele batterijen met externe opslag, zal de Europese commissie met CO2- voetafdrukprestatieklassen komen (horend bij de productie van de batterijen). Deze prestatieklassen worden iedere drie jaar beoordeeld en aangepast.

Er komen vergelijkbaar geformuleerde, oplopende  eisen aan het minimumpercentage bijmenging van kobalt, nikkel, lood en lithium.

Dd 31 december 2025 moet tenminste 75 procent van het gemiddelde gewicht van lood-zuurbatterijen, 65

procent van het gemiddelde gewicht van lithiumbatterijen, 80 procent van het gemiddelde gewicht van nikkelcadmiumbatterijen en 50 procent van het gemiddelde gewicht van andere afgedankte batterijen worden gerecycled.

Tenslotte geldt sinds 18 augustus 2024 dat een stationaire batterijsysteem voor energieopslag alleen in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen als dit veilig is tijdens normale werking en gebruik. Hiervoor moet worden bewezen dat het batterijsysteem succesvol is getest op elf veiligheidsparameters.

Ik mag dit soort Europese wetgeving wel.

Iron Flow Batterij op Schiphol

Demonstratie van XR en Milieudefensie Eindhoven naar ABZ De Samenwerking

De demonstratie in de Eindhovense binnenstad

Milieudefensie Eindhoven heeft, volgens het stramien van de landelijke bedrijvencampagne, een handvol bedrijven aangeschreven in de regio dat ze een klimaatplan moesten maken waarin in 2030 45% minder broeikasgas uitgestoren zal wordem als in 2019, gerekend over scope1 (het eigen functioneren), scope2 (de ingekochte gas, stroom en warmte) en scope 3 (de hele keten voor en achter het bedrijf). Een van de aangeschreven bedrijven is ABZ De Samenwerking, meestal nog aangeduid onder de oude naam ABZ Diervoeders. Zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-regio-eindhoven-verzoekt-abz-de-samenwerking-om-klimaatplan/ .
De crux bij ABZ Diervoeders zit in scope 3 upstream, het gigantische klimaatbederf o.a. door ontbossing, degradatie van veenbodems, en sojateelt.
Op de brief van 31 maart 2024 is nog steeds geen antwoord ontvangen.

Extinction Rebellion (XR) Eindhoven was zich, onafhankelijk van Milieudefensie Eindhoven, ook gaan interesseren voor ABZ De Samenwerking. De redenering vertrok vanuit de ontbossing en de soja, benoemde ook de gevolgen voor de inheemse bevolking, benoemde het dierenleed van de intensieve veehouderij, en besteedde ook aandacht aan stankoverlast door ABZ De Samenwerking in de omgeving.
Dat vond XR een demonstratie waard, en dat met reden. XR wilde een brief aanbieden aan de directeur van het bedrijf.
De brief is hieronder te vinden (Marcel Roordink is de directeur).


Omdat XR en Milieudefensie Eindhoven hetzelfde wilden in andere bewoordingen, zijn de twee organisaties bij de demonstratie gaan samenwerken onder de XR-leus “Voer voor verandering”. Dat was op vrijdag 08 november 2024 overdag. XR verdient hier de meeste credits voor de organisatie.
Eerst een toespraak van XR-aanvoerder ‘Bitflip’ vanaf een bankje, en daarna werd het een klassieke, keurige wandeltocht onder vriendelijke politiebegeleiding van het 18 Septemberplein naar de poort van het bedrijf aan de Hastelweg.  

Die poort zat potdicht en de directeur liet zich niet zien. Toen heeft XR de brief maar op de spijlen van de poort geplakt.

Bij de poort nog drie toespraken:

  • Een van mij namens Milieudefensie Eindhoven, om de Milieudefensie-insteek uitte leggen. Ik vond de plannen  van ABZ De Samenwerking schaars, onduidelijken daardoor oncontroleerbaar. Zo op het oog doet ABZ De Samenwerking er beter aan de productie te halveren, in plaats van de voorgenomen verdubbeling
    De tekst van dit verhaal is hieronder te vinden.
  • Een van een mevrouw van de buurtorganisatie van de aanliggende woonwijk ’t Ven, over de negatieve uitstraling van het bedrijf en van meer bedrijven op De Hurk
  • En een felle afsluitende redevoering van iemand namens XR

Ik (rode jas met microfoon) bij het verhaal van Milieudefensie

Een dag later zei directeur Roordink van ABZ De Samenwerking dat hij “totaal niet gediend was van het optreden van de demonstranten”. Hij vond het “totaal ongepast om op een productielocatie actie te voeren. Ga onze mensen niet op een werkdag lastig vallen”.
Beetje wereldvreemd. Acties op productielocaties zijn bepaald geen onbekend fenomeen, en er viel geen werknemer te zien achter de poort (behalve twee beveiligers die niets te doen hadden.
En waarom Roordink vanaf zijn productielocatie wel de omgeving mocht lastig vallen met stank, werd ook niet uitgelegd.

Maar goed. Ongetwijfeld is met deze demonstratie het laatste woord nog niet gezegd.

Update dd 15 nov 2024

Zuurwolken en ballistische machine-onderdelen
Kort  na de demonstratie bereikte ons via XR een bericht uit de Amersfoortse Krant (uit de Algemeen Dagblad-stal) van 28 juni 2024 over de vestiging van ABZ De Samenwerking in Nijkerk (waar ook het hoofdkantoor zit). Zie diervoederbedrijf-sleept-nijkerk-voor-de-rechter-om-statushouders-we-zijn-nou-eenmaal-gevaarlijk .

De gemeente Nijkerk wil tegenover ABZ De Samenwerking, aan de andere kant van de Arkervaart, tijdelijk 40 statushouders huisvesten. ABZ DeSamenwerking ziet dat niet zitten.

De gemeente kán daar geen gezonde leefomgeving garanderen. Er is geuroverlast, geluidsoverlast. We zijn een categorie 4.1-bedrijf. Dat wil zeggen dat er in een cirkel van 200 meter geen bewoning mag plaatsvinden.” Zo pakten directeur Roordink en zijn advocaat uit bij de rechter “Aan de overkant staat onze machinetoren. Als daar iets misgaat, kunnen machineonderdelen honderden meters ver weg worden geslingerd. We werken met zuur; wat als er een zuurwolk ontstaat? We zijn nou eenmaal een gevaarlijk bedrijf.
De rechter was niet onder de indruk en gaf de gemeente gelijk.

Milieudefensie heeft het bericht meteen maar doorgestuurd naar de bewonersorganisatie van de Eindhovense wijk ’t Ven. Kregen we onderstaand kaartje terug met de 200 meter-cirkel rond de toren van ABZ De Samenwerking..

Wat ‘honderden’ precies betekent, en hoever een zuurwolk reikt, werd in het krantenartikel niet gespecificeerd.