Hallo bezoeker!

Leuk dat je mijn site bezoekt!
Ik wil op deze site aandacht besteden aan maatschappelijke zaken in het overgangsgebied tussen milieu en duurzaamheid, natuurwetenschappelijke discipline, politiek werk en acties op deze gebieden. Ik heb hierbij voorkeur voor onderwerpen die voor Noord-Brabant van belang zijn. Elders op deze website vind je tot welke concrete lidmaatschappen en maatschappelijke functies dat leidt.
Ik verwelkom iedereen op mijn site die hier ook iets mee wil.

Daarnaast staan er ook persoonlijke accenten tussen de boodschappen.

In de artikelen op deze site kun je zien hoe ik over de dingen denk. Je kunt me ook een vraag stellen (zie de tekst onder de foto).

Om artikelen te vinden werkt de “categorie-knop” het gemakkelijkste. Dat is een  hierarchische rangschikking op (deel)onderwerp.

Bedenk dat bij elk artikel een datum staat. Na artikelen treden ontwikkelingen op die de inhoud van het artikel kunnen ondergraven. Kijk altijd even of er nog een later artikel is.

En wees sowieso sceptisch als iemand iets beweert, zelfs als ik dat ben.

Voor geen enkel artikel op deze site is ChatGPT gebruikt.

Als u mij een vraag wilt stellen die geen betrekking heeft op een concreet artikel (bijvoorbeeld om iets uit te zoeken waar ik nog niet over geschreven heb), wilt u dat dan doen als commentaar bij deze passage?


Bij de RABO-bankdemonstratie dd 16 mei 2023 met Miss Piggy


Bij het Einsteinmonument in Ulm (Einstein is daar geboren). Ik vind het overigens geen mooi monument, maar ik heb grote bewondering voor Einstein..
09 juli 2023

Wat ik van de boerenacties vind, en van de Nederlandse landbouw

Op een eenmans-site als deze is het ten enenmale onmogelijk om op dit gebied de actualiteit bij te houden. Er gebeurt teveel te snel.

Vandaar een eenmalige verklaring die hopelijk een tijdje mee kan.

Let op het jaartal 1988 in dit tijdloos ogende bericht

Het ontstaan van het probleem
Er is een macro– en een microverhaal.

Het macroverhaal is dat de landbouw na de oorlog krachtig gestimuleerd is onder het motto ‘nooit meer honger’. Dat was een tijd lang terecht en daarna niet meer. Ergens rond 1970 a 1980 had de omvang van de landbouw gestabiliseerd moeten worden. Maar in plaats daarvan werd de binnenlandse markt bijzaak en de wereldmarkt hoofdzaak. Er ontstond een agrarisch-industrieel complex dat, nauwelijks gehinderd of zelfs aangemoedigd door de grote politieke partijen en door de kleine confessionele partijen, een zodanig krachtige eigen dynamiek kreeg dat dit kleine dichtbevolkte land de tweede agrarisch exporteur ter wereld werd. Het is waanzin.

Steeds opnieuw was het argument dat de techniek het zou oplossen en dat men moest groeien om geld te verdienen om het steeds groter wordende probleem op te lossen. Geld werd er inderdaad verdiend, de sector bleef inderdaad groeien, maar de problemen werden alleen maar groter.

Door calciumgebrek overleden jonge mees (en dat calciumgebrek komt door de verzuring en die komt door de stikstof)

Er is een monster gecreëerd dat de tropische regenwouden leeg vreet, dat ons land onderschijt, dat een zware klimaatfactor is, dat bijna alle Nederlandse oppervlaktewater helpt vergiftigen, alsmede de lucht, dat volksgezondheidsproblemen creeert of vergert, en dat de natuur helpt verruïneren. Dood aan de eik en de mees, leve de brandnetel.

De landbouw is gewoon veel te groot voor Nederland geworden en moet een stuk kleiner.

Dat moest wel ergens vastlopen, en toevallig was de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden de eerste juridische hoepel (van Europese huize) die voor de te vet geworden sector onpasseerbaar bleek. De boeren schreeuwen moord en brand en proberen de stikstofregelgeving weg te intimideren, daarbij ondersteund door het aanhangende industriële complex (“Millionen stehen hinter mir” naar de fotocollage van John Heartfield uit 1932).

Boerendemonstratie bij het Provinciehuis in den Bosch op 25 okt 2019

Het heeft alleen geen zin voor de Tweede Kamer om toe te geven, want de volgende juridische hoepel komt eraan: het afschaffen van de derogatie (wat betekent dat Nederlandse boeren minder mest mogen uitrijden). Dat beschermt de bodem, en daarna het grond- en oppervlaktewater, tegen een overdaad aan nitraat en fosfaat.
De inperking van het uitrijden van mest is een prima Europese maatregel.

En achter deze hoepel zit alweer de volgende Europese juridische hoepel, namelijk de Kader Richtlijn Water (KRW) waaraan Nederland in 2027 moet voldoen. De nu lopende (en laatste) planperiode is dit jaar van start gegaan. Momenteel voldoet slechts 1% aan de kwaliteitsnorm ‘goed’ en dat moet in 2027 100% zijn. Niet alleen w.b. nitraat en fosfaat, maar ook w.b. bestrijdingsmiddelen en medicijnresten (die ten dele ook van de landbouw komen).

Een andere hoepel is dat Europa, geheel terecht, naar minder bestrijdingsmiddelen wil. Bestrijdingsmiddelen zijn een causale factor voor Parkinson en dat is de snelst groeiende hersenziekte van dit moment, aldus de grootste specialist op dit gebied, hoogleraar Bas Bloem. Boeren zijn overigens zelf de kwetsbaarste risicogroep. Daarna de omwonenden en daarna de consumenten.

Een potentiële hoepel kan worden dat de recentelijk aangescherpte WHO-richtlijnen voor de luchtkwaliteit in Europese wetgeving vertaald gaan worden – wat prima zou zijn.

En dan nog de verdroging. De beregening in Brabant-oost conflicteert in de steeds drogere zomers met de drinkwatervoorziening. De beregening wordt roofbouw op het grond- en oppervlaktewater.

De Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden vna Leende

Laatste factor in het macroverhaal is dat de strijd om de grond scherper wordt. ‘Men wil onze grond voor woningen en bedrijventerreinen’ aldus sommige boeren – waarvoor overigens al decennia boeren geruisloos uitgekocht worden. En klimaat en biodiversiteit eisen nu ook grond voor waterberging, energieproductie en nieuwe natuur.
De bestaande waarderingsverhouding tussen agrarisch gebruik van de grond en de nieuwe functies verschuift richting de nieuwe functies. En dat is onontkoombaar.

Het microverhaal is dat het in een halve eeuw dolgedraaide systeem uit  mensen bestaat (boeren, hun huishoudens en de werknemers in de agro-industrie) die er vaak ingeluisd zijn door bijvoorbeeld de Rabobank en door al die hotemetoten die predikten dat het allemaal groter en industriëler moest.

Agrarische mensen die nu soms geen kant op kunnen. En waar schulden bestaan, wanhoop heerst en grote sociale problemen bestaan.

Het gaat om allemaal verschillende mensen. Dè boer bestaat niet. Ze zijn rijk of arm, bio of intensief, akker of vee, goed of slecht. Een verzamelaanduiding als “hèt boerenprotest’ is misplaatst.

Het Rijk heeft de landbouw een halve eeuw lang alleen maar behandeld als marktsector. Landbouw was vooral groeien en verkopen.
Er is nooit een probleemafdekkend plan-B gemaakt voor de dag waarvan iedereen wist dat die komen ging, de dag dat het systeem keihard tegen zijn grenzen aanloopt. En dat is nu.
Maar zo’n plan is er niet. Het enige dat het kabinet weet te doen is de beleidsleegte  over de schutting van de provincies gooien.

Het microverhaal is dat er iets voor de mensen gedaan moet worden.

Val schacht 3 Staatsmijn Emma

Wat er moet gebeuren
Ik  vind de vergelijking met de Limburgse mijnsluiting leerzaam. Zie https://www.bjmgerard.nl/terug-van-weg-geweest/ .
Generaties Limburgers waren verknoopt met de mijnen. Maar de wereld veranderde en de mijnen moesten dicht. Dat besluit was onontkoombaar en stond vast.
Voor de mijnsluiting was er op Rijksniveau een plan, met veel geld. Den Uyl reisde persoonlijk naar Heerlen om het te brengen.
Het plan was niet altijd goed en het werd niet altijd goed uitgevoerd, maar desalniettemin probeerde het Rijk zelf zijn verantwoordelijk te nemen. En gooide het probleem niet bij de provincie Limburg over de schutting in de geest van ‘hier heb je geld en zoek het maar uit’.

Nu een deel van de landbouw gesloten moet worden ligt er wel veel geld, maar geen plan. Dat mogen de provincies oplossen.
In hoeverre dat geld vooral de RABO-bank helpt en in hoeverre het de boeren helpt, moet blijken.
In hoeverre het kringlooplandbouwmodel houvast gaat bieden, moet ook blijken. Bij het afgelopen landbouwdebat was er veel kritiek op minister Staghouwer. Als ik voor de verandering SGP-Kamerlid Roelof Bisschop eens citeer ‘is er nog geen fractie van duidelijkheid’ over wat kringlooplandbouw is’.
Overigens is die kringlooplandbouw niet eens een echte kringlooplandbouw. Het lijkt eerder nog steeds een lineair systeem, nu voorzien van extra lussen.

Zie ook Landbouwkringlopen sluiten op schaal van NW Europa (3) – update .

Maar sommige grote dingen zijn niet door de provincie te regelen.
De provincie kan de Rabobank niet tot de orde roepen, kan de detailhandel geen aanwijzingen geven en kan niet met de EU praten. De provincie mag niet eens zelf de nitraatrichtlijn uitvoeren.
Provincies kunnen binnen een adequaat geformuleerd raamwerk op goede wijze een eigen bijdrage aan de uitvoering geven. Het is tussenbestuur.

uit https://www.wur.nl/en/show-longread/re-rooting-the-dutch-food-system-from-more-to-better.htm

De planloosheid is de oorzaak van heel veel onzekerheid.
Voor die onzekerheid kan men begrip hebben, want er ligt inderdaad geen perspectief klaar, zelfs nog geen aanzet ertoe. En dat terwijl de problemen al een halve eeuw alsmaar groeien, mede omdat de agrarische sector oplossingen al een halve eeuw blokkeert..
Voor de manier waarop delen van de agrarische beroepsgroepen op overvalachtige wijze proberen hun tegenstanders kapot te intimideren, kan ik geen begrip hebben.

De regering moet eerst helder uitspreken dat aan verplichtingen zoals de Natura2000-wetgeving, de mestregels en de Kader Richtlijn Water niet te tornen valt, en moet een raamplan maken op Rijksniveau ten gunste van een forse krimp van de landbouw, zodat de provincies een beperktere taak krijgen die vooral op uitvoering is gericht.
Tegelijk moet er een werkbaar en aan de moderne tijd aangepast landbouwsysteem gedefinieerd worden. Dat had al veel eerder gebeurd moeten zijn.
Waarna de regering er een krachtig en dirigistisch beleid op zet, met oog  voor menselijke belangen en voor andere ruimtelijke belangen. Een boer verdient bijvoorbeeld veel meer aan een hectare zonnepark dan aan een hectare mais.

En als Nederland dan niet meer de tweede landbouwexporteur ter wereld is, maar bijvoorbeeld de tiende, het zij zo. Voor een klein land is dat nog steeds indrukwekkend.

Vote with your fork. Uit https://www.wur.nl/en/show-longread/re-rooting-the-dutch-food-system-from-more-to-better.htm

Als service aan de lezers dezes de brief van de gezamenlijke milieuorganisaties aan Remkes ter voorbereiding van het stikstofgesprek in augustus 2022.


Een tijdje nadat ik dit artikel geschreven heb, verscheen er in de Correspondent een waardevol artikel van Thomas Oudman over stikstof, niet alleen als milieuprobleem maar ook als beschikbaarheidsprobleem en prijsprobleem, mede vanwege de toenemende spanning op de beschikbaarheid van kunstmest.
Zie https://decorrespondent.nl/13711/het-stikstofprobleem-oplossen-is-niet-alleen-goed-voor-de-natuur-het-houdt-de-landbouw-ook-betaalbaar/1505769263757-f085b87d?pk_campaign=daily .

Update dd 23 mei 2024

In 2023 is het kabinet gevallen en een tijd daarna zijn er rechtse tot zeer rechtse partijen in meerderheid gekozen. Die proberen nu (23 mei 2024) een rechtse regering op poten te krijgen.
Dit zal invloed hebben op wat in bovenstaand artikel beschreven wordt. Welke invloed precies beoogd wordt en welke invloed feitelijk gerealiseerd zal worden, moet blijken.
Er is geen reden om bovenstaande tekst te veranderen.

Voorstel tot campagne energieopslag in MRE-gebied (enkele updates 06 aug)

Ik heb als woordvoerder van Milieudefensie Eindhoven aan het bestuur van de Metropoolregio Eindhoven, aan de gemeenteraden en Colleges van B&W in de 21 MRE-gemeenten, en aan de Stichting Brainport en de uitvoeringsorganisatie Brainport Development NV een voorstel gedaan om in het MRE-gebied te komen tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen, onder publiek of coöperatief beheer, met als speerpunt de belangen van huishoudens en de energieopslag op bedrijventerreinen.

Net in die tijd kwam, voor velen als een verrassing, de boodschap dat Tennet, de exploitant van het hoogspanningsnet, aan zijn limiet zat en voorlopig geen groot-aansluiting meer kon doen.

Kort ervoor kwam ook een memo uit van Gedeputeerde Spiering van GS NBrabant over energieopslag, zie

Het geeft aan hoe hot het item is.
Het tekent echter ook de situatie dat dit memo alleen maar mogelijke technieken beschrijft (dat doet het memo overigens op zich goed), maar dat het geen woord wijdt aan bestuurlike inspanningen om van al die ideetjes één grote georkestreerde werkelijkheid te maken. Uit niets blijkt dat de overheid hier een leidende sleuteltaak voor de overheid zelf ziet. De markt zal het wel moeten doen.

Er bestaat ook al een Nationaal Actieplan Energieopslag en Conversie (2020), https://www.fme.nl/nationaal-actieplan-energieopslag-en-conversie , maar dat is van de industriewerkgeversorganisatie FME en dus moet de markt het doen.

UIt alles blijkt dat waar het meeste behoefte aan is, goed overheidsoptreden is waarvan de kosten voor een deel publiek zijn,en de baten ook. De huidige situatie vraagt meer om een politieke dan om een technische revolutie.

Hieronder de integrale tekst van de brief (de afbeeldingen horen niet bij de brief).

Verdeelstation aan de Eindhovense Daalakkersweg

Betreft: voorstel tot campagne energieopslag in MRE-gebied

                                                                                                                                                             Eindhoven, 10 juni 2022

Aan de (aanstaande) Colleges van B&W en de gemeenteraden in het MRE-gebied
Aan de MRE
cc aan de Stichting Brainport en Brainport Development

Geachte volksvertegenwoordigers, geachte bestuurders

Er komt vanwege het klimaat en de energietransitie veel op Nederland af, en daarbinnen ook op onze regio. Uw komende zittingsperiode wordt cruciaal.

De algemene noodzaak wordt vertaald in concrete verplichtingen, die u ongetwijfeld bekend zijn:

  • 55% minder broeikasgas in 2030 (Fit for 55)
  • De in de onlangs gepubliceerde Zonnebrief aangekondigde PV op utiliteitsdaken
  • Vanaf 01 jan 2023 moeten alle kantoren label C of beter zijn
  • Er moeten vele duizenden woningen gebouwd worden, alleen al in Eindhoven
  • Het personenwagenpark verschuift richting elektrisch.
  • Oplossen van de groeiende problematiek van het midden- en hoogspanningsnet
  • De taak om 2TWH wind- en grootschalige zonne-energie op te wekken in het MRE-gebied (en vergelijkbare taken in andere RES-regio’s)
  • De taak om in 2030 ongeveer 20% van de woningen van het gas af te hebben
  • Het verduurzamen van de stadsverwarmingen
Schema van een kleine wijk rond een thermische opslag van Ecovat, zie https://www.bjmgerard.nl/energy-day-tue-bespreekt-ecovat-systeem/

Tegen deze achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven voor om in het MRE-gebied over te gaan tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen.

Uiteraard is het fenomeen energie-opslag in onze Brainportregio bekend. De TU/e houdt zich ermee bezig, en zijn bedrijven die op dit gebied diensten aanbieden en de Regionale Energie Strategie (RES) in het MRE-gebied houdt zich er mee bezig. Het betreft echter steeds losse pilots en projecten, zonder veel interne onderlinge samenhang en vaak van tijdelijke aard. Men maakt op deze wijze geen meters, bereikt geen schaal- en leervoordelen en komt niet tot standaardisatie.

Milieudefensie Eindhoven stelt voor om dat campagnegewijs wel te gaan doen. Regiobreed, georganiseerd onder publieke aansturing en met inachtname van wat in Brainportverband mogelijk is (en dat is in principe veel).

Vanuit zijn achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven het klimaat en het belang van de huishoudens als duidelijke prioriteiten. Het is denkbaar dat een campagne, zoals hier geschetst, ook tot industriepolitieke voordelen voor de regio leidt, maar die staan voor Milieudefensie niet voorop. Voor industriepolitiek zijn andere organisaties beter toegerust.
De Brainportregio moet zich met een dergelijke campagne gunstig kunnen profileren.

Een systeem om niet het stroomaanbod de vraagpiek te laten volgen, maar de vraagpiek het stroomaanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt) zou materieel hetzelfde doen als een opslagsysteem, maar Milieudefensie Eindhoven ziet op dit moment niet in hoe dat campagnegewijze georganiseerd kan worden. Experimenten hiermee zijn nuttig, vooropgesteld dat het eenvoudig is en huishoudens er financieel baat bij hebben.

Het klimaat en de huishoudens kunnen veel baat hebben bij een goed regionaal opslagsysteem:

  • Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat er meer hernieuwbare energie in een sneller tempo kan worden aangesloten. De omvormers in woningen slaan minder vaak af, de grote PV-systemen op bedrijfsdaken kunnen eindelijk ingeschakeld worden, en nieuwe wind- en zonneparken hoeven minder lang te wachten
  • Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat de levering van stroom ten behoeve van het steeds grotere aantal warmtepompen, elektrische auto’s, inductieplaten en industriële inrichtingen tot minder problemen leidt
  • Huishoudens en instellingen kunnen zich financieel verbeteren, omdat er minder stroom van het elektriciteitsnet gevraagd wordt. De energie-armoede wordt er minder door. Dit geldt des te meer als de salderingsregeling afgeschaft wordt, zoals vroeg of laat zal gebeuren.
Vliegwielopslag van S4 Energy in Almelo, zie https://www.bjmgerard.nl/leclanche-en-s4-energy-installeren-hybride-energieopslag-voor-netstabilisatie/ .

Milieudefensie Eindhoven kiest twee speerpunten:

  • Individuele of collectieve opslag van elektriciteit en warmte in of ten behoeve van woningen bij nieuwbouw of renovatie of complexgewijze verduurzaming van woningen
  • Energieopslag in elektrische, thermische of chemische vorm op bedrijventerreinen, eventueel aangevuld met onderlinge energielevering binnen het terrein. In sommige gevallen vraagt dit om betere vormen van parkmanagement.

Ter financiële dekking denkt Milieudefensie Eindhoven aan o.a. het nationale Klimaatfonds en Europese fondsen, bijvoorbeeld zoals die ter beschikking gesteld worden via het Climate Neutral Cities-project.
Ook moeten de te verwachten industriepolitieke voordelen in de regio leiden tot financiële bijdragen door begunstigde bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van gunstige aanbiedingen of in de vorm van bedrijfsinvesteringen uit eigen middelen.

Politiek en bestuurlijk wil Milieudefensie Eindhoven vooroplopende en krachtig aansturende lokale en regionale overheden, die als launching customer optreden.
De schaal van de vraag is eigenlijk die van de MRE, maar gezien de bestuurlijke verhoudingen is het wellicht het beste om de uitvoering bij de gemeente Eindhoven neer te leggen, in overleg met Brainport en een goed extern bureau.
Eventuele gecentraliseerde opslagsystemen worden publiek of op coöperatieve wijze beheerd.

Namens Milieudefensie Eindhoven,

Bernard Gerard, secretaris
bjmgerard@gmail.com
https://eindhoven.milieudefensie.nl/

Hoogspanningsleiding in het Dommeldal bij Eindhoven

Update 1

Op 05 augustus 2022 heeft het Eerselse gemeenteraadslid Jeanne Adriaans (Kernbeleid) vragen gesteld naar aanleiding van bovenstaand voorstel. Het zijn goede vragen. De vragen zijn hieronder te vinden

Update 2

Op donderdag 21 juli heeft er een videogesprek plaatsgevonden tussen enerzijds mij en iemand anders va de Eindhovense Milieudefensiegroep, en anderzijds ambtelijke beleidsmedewerkers en procesbegeleiders van de MRE en de aangesloten gemeenten. Dat gesprek liep goed.
Men is aan die kant in het geheel niet verbaasd over het voorstel. Reacties gana eerder over de organisatiewijze en de timing.

Update 3

Ik heb een gastopinie aan het Eindhovens Dagblad aangeboden over het onderwerp. Die is op 29 juli 2022 geplaatst, Zie hieronder.

Verbetering en verduurzaming huurwoningen Woonbedrijf Geestenberg

Woningen in de Geestenberg

Begeleiding huurders huurwoningen Geestenberg

Ik begeleid vanuit de SP een groep huurders van de Eindhovense woningbouwcorporatie Woonbedrijf, de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg, om verdere verbetering en verduurzaming van hun huurwoningen te bereiken. Deze woningen hebben in 2013 en 2014 groot onderhoud gehad en dat heeft tot duidelijke verbeteringen geleid, maar er blijft nog het nodige te wensen over. Zowel aan de technische uitvoering van het destijds tot stand gebrachte, als in de verduurzaming waarover nu heel anders gedacht wordt dan in die tijd.

Deze webpagina is chronologisch geordend met de oudste berichten boven en de jongste onder. Elk nieuw bericht staat aangeduid als ‘Update dd… ‘ en als leesondersteuning heeft elk updatebericht een andere kleur.


Update 24 sept 2020

Buurtenquête jaarwisseling 2019-2020 en gesprek met Woonbedrijf dd 24 sept 2020; enquêteresultaten hier te downloaden
De Geestenberg is een typische ‘bloemkoolwijk’ uit begin jaren ’70 .

Er is rond de jaarwisseling 2019-2020 een buurtenquête geweest met een goede respons. Daarna sloeg de pech toe in de vorm van èn een grote reorganisatie binnen Woonbedrijf èn Corona.

We hebben er voor gekozen om de resultaten van de enquête tot een verslag te systematiseren. Bij de uitwerking van de enquête bleek dat er in de categorie ‘overige opmerkingen’ een aantal opmerkingen waren over de badkamer en het ventilatiesysteem. De bevriende architect, die ons helpt, heeft daaraan naderhand bij twee woningen nog aanvullend onderzoek gedaan.
De gesystematiseerde enquête en het aanvullende badkamer-ventilatieverslag zijn schriftelijk als eerste ronde aan Woonbedrijf aangeboden. Ze zijn op het eind van dit verhaal te downloaden.

Door de diverse perikelen duurde het een tijd voor we met een delegatie van de bewonerswerkgroep in gesprek kon met Woonbedrijf. Uiteindelijk heeft dat gesprek op 24 september 2020 plaatsgevonden.

Intussen had Woonbedrijf tegen gunstige condities zonnepanelen aangeboden. De meeste van de geënquetteerde bewoners hebben hiervoor gekozen. De opbrengst is overigens berekend alsof er geen salderingsregeling was, zodat het eventuele afschaffen daarvan de ingeschatte opbrengst niet aantast. Plaatsing van de panelen is afgeraden als deze door situatiegebonden oorzaken financieel niet rendabel waren (bomen, ligging).
Bewoners die alsnog zonnepanelen willen kunnen Woonbedrijf bellen of mailen naar zonnepanelen@woonbedrijf.com .

Het gesprek met Woonbedrijf liep goed. De corporatie gaat een onafhankelijk bedrijf vragen om bij een beperkt aantal woningen een steekproef te doen. Onze Werkgroep mag de adressen aanleveren.
Na het eindrapport volgt een nieuw gesprek met Woonbedrijf.

Voor de verslagen zie:

Detailopname aansluiting achterpui op fundering met koudebrug

Update eind juni 2021

Trition-onderzoek geweest; buurtflyer juni 2021 om mee te doen aan kaartenactie
Inmiddels heeft het externe bureau Trition, eind januari en begin februari, bij vijf bewoners het binnenmilieu technisch onderzocht (dat is bovenstaande steekproef). Het eindrapport is nog niet beschikbaar gesteld.
Omdat er voor de vijf onderzoeken negen gegadigden waren, heeft de bevriende architect aangeboden om hier aanvullend onderzoek te doen. Dat heeft geresulteerd in een aanvullende brief naar Woonbedrijf. De tekst van de buurtflyer van juni 2021 is hier te vinden

Het bijbehorende kaartje is hier te vinden



Update 10 aug 2021 na kaartenactie en nieuw gesprek met Woonbedrijf

Huurders Geestenberg bieden een berg ‘schiet eens op-kaarten’ aan bij Woonbedrijf – voortgang buurtactie

Aanbieding van een berg Schiet eens op-kaarten bij Woonbedrijf dd 23 juli 2021

De buurtactie van huurders van woningen in de Geestenberg van Woonbedrijf verloopt traag, o.a. door Corona en een interne reorganisatie.

Eind januari en begin februari 2021 heeft het onafhankelijk bureau Trition in opdracht van Woonbedrijf vijf, door de Werkgroep  verduurzaming huurwoningen Geestenberg aangeleverde, adressen onderzocht. Het rapport was in maart klaar en sindsdien was er weinig meer vernomen. Vandaar een actie om kaarten te verspreiden en op te halen met de boodschap dat Woonbedrijf eens moest opschieten.
Er is een afspraak gemaakt om die kaarten aan te bieden en over de voortgang te praten, en wel op 23 juli 2021. Een delegatie uit de buurt bood zo’n 130  kaarten aan.

In het gesprek kwamen van weerszijden een aantal zaken naar voren.

  • Van de vijf door Trition onderzochte huizen voldeden er vier aan de norm
  • Trition formuleerde een aantal  verbeterpunten van structurele aard
  • Hiervoor heeft Woonbedrijf contact gezocht met aannemer Van Montfort die rond 2012-2013 het groot onderhoud-renovatie gedaan heeft. Van Montfort moet een Masterplan maken waarin zoveel mogelijk verbeterpunten worden meegenomen. Men heeft opnieuw voor Van Montfort gekozen omdat die de woningen kent, en de Geestenbergwoningen een lastige bouwconstructie hebben.
  • Misschien worden de vijf woningen proefwoningen
  • Woonbedrijf heeft vanwege capaciteitsgebrek voorrang gegeven aan regulier onderhoud, en Van Montfort kampt, zoals de hele bouw, met gebrek aan personeel en materialen.
    De timing van het Masterplan is daarom niet helemaal duidelijk.
  • Inmiddels heeft Woonbedrijf een nieuwe methode ontwikkeld om de veel voorkomende ‘sinkholes’ te repareren. Die ontstaan omdat de fundering rust op het maaiveld van de kruipruimte en er geen tegendruk is tegen naar binnen spoelend zand. De gekozen methode is een praktische vormgeving van een idee dat de vrijwillig meewerkende architect Maas van de Werkgroep al eerder ingediend had. In hoeverre hier sprake is van een oorzaak-gevolgrelatie is niet vermeld.
  • Een geanonimiseerde samenvatting van het Tritiononderzoek wordt gekoppeld aan het Masterplan
  • Woonbedrijf neemt, hoe dan ook, in september opnieuw contact op met de Werkgroep
  • Woonbedrijf ziet het regulier verhelpen van gebreken enerzijds en de verduurzaming anderzijds als twee gescheiden werelden. De Werkgroep vindt dat die twee in elkaar overlopen, bijvoorbeeld bij de ’s winters ijskoude entreehallen en de vloerisolatie.
    Bedacht moet worden dat bijvoorbeeld ook de koepel Aedes duurzaamheidsambities heeft en dat bijvoorbeeld door de EU-plannen van Timmermans mogelijk het gas duurder wordt. Als een en ander woonlastenneutraal moet, zoals ook afgesproken in het Nederlandse Klimaatakkoord, moet er dus een stuk minder gas verstookt hoeven te worden.
  • Er liggen, bij iedereen die wilde en waar dat kon, zonnepanelen. Er blijkt nog een nagekomen vraag te liggen die bij de volgende campagne moet worden meegenomen.
  • Bij het ophalen van de kaarten kwam op verschillende plaatsen naar voren dat huizen niet tegen extreme regenval konden. Soms stroomde het vanaf het dak de trap af (de verzekering begint moeilijk te doen), soms komt het vanuit de riolering omhoog (er is geen terugslagklep, maar ook het gemeenteriool lijkt te klein).
    Op deze, zeer recent binnengekomen, informatie had Woonbedrijf nog geen antwoord klaar. Voor zover de riolering een gemeentezaak is, zal via de SP in de gemeenteraad nadere informatie over het rioleringsplan gezocht worden.

Wordt vervolgd.

Aanbieding ‘Schiet eens op-kaarten’ aan Woonbedrijf op 23 juli 2021



Update dd 14 sept 2021

Beantwoording vragen over riolering
Hierboven is aangegeven dat de SP technische vragen zou stellen over de riolering in De Geestenberg. Het antwoord daarop kwam op 10 sept 2021 binnen.

Het blijkt dat er behoorlijke problemen zijn met de riolering in de Geestenberg, zowel in het koop- als in het huurdeel. Er zijn noodmaatregelen in de wijk uitgevoerd en er zijn aparte passages in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2022 aan gewijd ( https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR630208/1 ).

De tekst van de technische vragen, en het antwoord daarop, zijn hieronder te vinden:

Binnen laagbouw van de De Geestenberg bestaan hoogteverschillen. Ruwweg ligt het Noordelijk en Oostelijk deel (met de huurwoningen) orde van grootte een meter hoger dan het zuidelijke en westelijke koopdeel. Dat valt niet meteen op omdat de wijk nogal wat microrelief kent op de schaal van meters tot decimeters.

Nederland kent het Actueel Hoogtebestand van Nederland. Dat heeft een horizontale resolutie van een meter of minder.
De openingspagina van het bestand is https://www.ahn.nl/ahn-viewer . Vanaf daar wordt verwezen naar een viewer die rechtstreeks heet https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/ .

De viewer staat tot om hoogteprofielen voor een wijk te maken. Ik heb er hieronder drie afgedrukt, maar iedereen kan dat ook zelf (zoom in tot formaat Geestenberg, kies de TAB AHN2, zet een beginpunt van de lijn en een eindpunt met dubbelklik, en klaar). De bewering dat het zuidelijk en westelijk deel lager ligt, volgt vanzelf.

Hierbij een notitie over het gemeentelijk rioleringsplan, waarover op 16 nov 2021 in B&W beslist is. Voor De Geestenberg zie blz.3, onderdeel Cb .

Hieronder de flyer over de riolering, die de SP in de hele Geestenberg uitdeelt in de week voor Kerstmis 2021.



Update dd 05 december 2021

Voet van een PV-paneel
Bladeren voor de afvoeropening

Dialoog met Woonbedrijf over binnenstromend water vanaf het dak
Deze foto’s zijn met de nodige moeite gemaakt op het dak van de één woonlaag-woning.

Het gaat in De Geestenberg om platte daken, uitgevoerd in een kuipmodel, waarvan de waterafvoer inpandig is (de afvoerbuis overigens is niet geïsoleerd). De afvoeropening is dus niet vanaf een tegen de buitenmuur geplaatste ladder te bereiken. Anders dan andere woningen hebben deze woningen dus geen dakgoot en geen uitwendige regenpijp.
Bij de renovatie dd 2012-2013 zijn de daken voorzien van externe dakisolatie, en weer later zijn er op veel woningen zonnepanelen geplaatst.De analyse van de Werkgroep is dat de bladeren de opening van de inpandige afvoer verstoppen, dat dat versterkt is doordat de zonnepanelen de microturbulentie veranderd hebben (bladeren hopen zich op), en dat de gevolgen  steeds ernstiger zijn omdat het vaker en harder regent (klimaat).
Als de bladeren de afvoer verstoppen, leidt dat bij heftige regenval ertoe dat de kuip volloopt. Het water zoekt de zwakste plek en stroomt daar dan de woning binnen. Bij de woning waar deze foto’s genomen zijn, was dat een dilatatievoeg, die de voorkant van de woning verbindt met de achterkant. Het water kwam hier over de volle breedte van de woning uit het plafond gestroomd.
Behalve tot groot leed van de huurder leidde dat er ook toe dat medewerkers van Woonbedrijf de woning weer moesten opkalefateren.
Vergelijkbare verhalen zijn van meer adressen bekend. In één geval leidde van de trap stromend water tot een val, en in een ander geval werd de huurder uit de verzekering gegooid na herhaalde overstromingen.

Het standaardantwoord (“verplichting huurder indien bereikbaar, bij eengezinswoning tot 2 verdiepingen”) werkt hier dus niet omdat de huurders niet op het dak kunnen en misschien ook niet mogen.

Woonbedrijf moet hier echt iets mee. Dit gaat het vermogen van huurders te boven gaat (als het huurders überhaupt al toegestaan is op het dak te lopen), en vraagt om een professionele aanpak. Je zou kunnen denken aan eens per jaar een hoogwerker langs laten rijden met een soort bladerenstofzuiger, maar wellicht zijn er betere methodes.
Mogelijk is Woonbedrijf met een rondje hoogwerker per jaar minder geld kwijt dan met de voortdurende stroom ad hoc-reparaties. En bovendien kan Woonbedrijf mogelijk aansprakelijk gesteld worden als er fysiek letsel optreedt.
En het is ook in het belang van de huurders. Een eventuele kleine bijdrage moet dan misschien gezien worden als een soort verzekeringspremie tegen overstromingsschade, die vanwege het klimaat steeds ernstiger en frequenter wordt.

De Werkgroep heeft de suggestie opgeworpen (waarover dd dec 2021 nog geen besluit genomen is) om een collectief onderhoudscontract met een dakdekker te overwegen, om jaarljks de bladeren weg te vegen. Op zijn minst zou een vrijblijvend een offerte gevraagd kunnen worden.
Dit idee is door Woonbedrijf behoedzaam verwelkomd.


Update dd 08 februari 2022

Proefwoning in De Geestenberg opgeleverd

De (door de SP gesteunde) Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is weer een stap verder in haar strijd voor een verdere verbetering en verduurzaming van de huurwoningen van Woonbedrijf in de Geestenberg.

Woonbedrijf en aannemer Van Montfort, die het grootonderhoud van 2012 heeft uitgevoerd, hebben de leeggekomen woning Buyaard 3 een tijd lang in gebruik gehad als experimenteerpand. Dat heeft geleid tot een presentatie aan de Werkgroep op vrijdag 4 februari 2022. Het heeft enkele technische ideeën opgeleverd, die gericht zijn op

  • betere bescherming en isolatie van de betonnen fundering met een extra isolerende plint onder de achterpui. Dat scheelt een koudebrug en het tocht minder onder de plint door
  • De nieuwe isolerende plint is ingegraven in gestabiliseerd zand (zand met cement), dat geleidelijk aan een beetje hard wordt, waardoor er geen zand en water meer onder de fundering door de kruipruimte in stromen – en men dus tegen niet langer een sinkhole in de tuinbestating ziet ontstaan
  • De plint is op de pui aangesloten met DPC-folie, zodat van de gevel afstromend regenwater naar buiten wordt afgevoerd
  • Het grootste klachtenpunt is aangepakt, de ’s winters ijskoude entree. Het plafond is eruit gehaald, de muren zijn goed geïsoleerd op het dak aangesloten, en vervolgens is er weer een nieuw plafond aangebracht
  • De ventilatie in de keuken is verbeterd met een extra rooster.
  • Het toilet wordt beter geventileerd
  • Alle draaiende delen van het hang- en sluitwerk zijn gesmeerd en goed sluitend afgesteld. Eventueel komt onderhoudsbedrijf Groenen daar nog eens voor langs.

Die technische ideeën worden nu uitgeprobeerd bij een van de vijf woningen waar het bureau Trition in jan-febr 2021 een meting heeft uitgevoerd van het binnenklimaat. Als de technische ideeën inderdaad helpen, moet er een Plan van Aanpak en een begroting komen.

Als alles gaat zoals verwacht, worden de woningen comfortabeler en een beetje energiezuiniger voor hetzelfde geld. Immers, het beste middel tegen duur gas is minder gas!

Verder wil de Werkgroep met Woonbedrijf in gesprek over rioleringszaken (een terugslagklep en druk op de gemeente voor verbetering van de riolering in de wijk)

Dit lage dak is bij het proefproject schoongeveegd

Ook wil de Werkgroep een gesprek over de incidentele, maar soms heftige regenwaterstortvloeden. Met name daken boven de begane grond lijken kwetsbaar,
Een oorzaak dat de inpandige regenpijp bovenaan verstopt raakt door bladeren, waardoor het kuipvormige platte dak vol loopt. Als er dan ook geen noodoverstort is, zoekt het water zich een weg waar dat niet hoort – en dat kan uiterst onaangenaam zijn.
Eventueel kan daar een dakreinigingsabonnement tegen helpen.

Op de langere termijn komt de Transitie Visie Warmte in beeld ( De HAASheat-financieringswijze van hybride warmtepompen ) . De Geestenberg is bij de gemeente nu niet voor 2035 aan de beurt en staat te boek met ‘hybride oplossingen’ , hetgeen waarschijnlijk een warmtepomp, aangevuld met gas, betekent.

Update 30 juni 2022

Er is een proef gedaan in een tweede woning (de eerste proef was bij de vrijgekomen woning Buyaard 3, zie hierboven). De tweede woning betrof een bewoonde woning aan het Heike waar indertijd ook Trition onderzoek gedaan heeft.
Deze woning kon gedurende de proef bewoond blijven worden, maar had een week lang enig ongemak. Hij is er wel door verbeterd, maar uit een vervolgonderzoek van bureau TechnoConsult bleek dat de luchtdichtheid nog niet genoeg verbeterd is.
TechnoConsult stelt vervolgonderzoek voor bij enkele andere proefwoningen, uit te voeren in de winter. Omdat TechnoConsult ons een (zeer summiere) samenvatting van het onderzoek rechtstreeks toe zond, is niet bekend wat Woonbedrijf met het onderzoek van TechnoConsult wil doen. Men zou ook gewoon meteen aan de slag kunnen gaan, zonder verder onderzoek.

De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg heeft een brief aan Woonbedrijf gestuurd over ‘wat nu?’. Deze brief is hieronder downloadbaar.
In de brief heeft de Werkgroep tevens voor september een gesprek aangevraagd met Woonbedrijf.

In de brief, en tevens als gespreksonderwerp voor september, is opnieuw de klimaatkwetsbaarheid van de woningen aan de orde gesteld. Ze blijken soms slechts bestand tegen de steeds extremere regenval, die zowel van boven als van onderen voor problemen kan zorgen. Onlangs nog moest de brandwere een van de kuipvormige platte daken leegscheppen.
In de eerder afgedrukte updates is hierover het nodige te lezen.

Tenslotte heeft de Werkgroep gezegd met Woonbedrijf in gesprek te willen over de Transitie Visie Warmte (zie ook bovenstaande update). Dit zeker ook vanwege de hoge energierekening.

Ook heeft de Werkgroep een buurtflyer opgesteld die begin juli verspreid gaat worden.

Voor brief en flyer zie onderstaande links:

Update dd 22 juli 2022

Vandaag heeft Woonbedrijf het onderzoeksrapport van de bureau’s Trition (vijf woningen onderzocht op 29 jan en 01 feb 2021) aan onze Werkgroep aangeboden.
Uit deze vijf woningen is één woning geselecteerd (aan het Heike) waarin een aantal aanpassingen aangebracht zijn die als experiment ingevoerd zijn op het leeggekomen adres Buyaard 3. Na deze aanpassingen is deze woning opnieuw getest door bureau TechnoConsult.
De aanpassingen zijn verbeteringen, maar blijken niet afdoende. De zwakste plek van de woningen betreft de tochtproblematiek omdat de buitenschil onvodoende luchtdicht is.
De rapporten worden hier niet beschikbaar gesteld, omdat ze privacygevoelige informatie bevatten.

OP maandag 12 september heeft de Werkgroep een nieuw gesprek met Woonbedrijf over het vervolg.

Overigens lijkt de wisselwerking tussen Woonbedrijf en zijn huurders vriendlijker geworden. Althans, dat is onze ervaring.

Hoe bladeren de inpandige waterafvoer kunnen verstoppen. Mogelijk is door de zonnepanelen de windcirculatie veranderd en zamelen zich meer bladeren op. Het is verstandig deze bladeren op gezette tijden weg te vegen, omdat na verstopping van de afvoer het platte kuipdak volloopt, waarna vervolgens het water op de zwakste plek het huis binnenstroomt. Dat bezorgt zowel de bewoner als Woonbedrijf een hoop ellende.

Update dd 20 sept 2022

Het hierboven genoemde gesprek dd 12 sept 2022 heeft plaatsgevonden tussen Woonbedrijf en een grotere buurtdelegatie dan eerder. Het gesprek verliep in een goede en constructieve sfeer.

Er wordt opnieuw onderzoek gedaan in de woning aan het Heike waar al eerder gemeten is na een technische verbeteringsingreep. Dat gebeurt in oktober en als het dan niet koud genoeg is, in november. Dit om voldoende zekerheid te hebben voor de aanpak van de rest van de wijk.
Dit gaat resulteren in een Plan van Aanpak, dat voorgelegd moet worden aan de Raad van Commissarissen van Woonbedrijf. Als alles gaat zoals beoogd, dan zitten we rond de jaarwisseling 2022-2023.

Het is de bedoeling die rest van de wijk aan te pakken met enige mate van maatwerk, in een soort cafetariamodel. Dat is nodig omdat de technische staat van de woningen onderling sterk uiteen loopt. De wijk is niet zo homogeen als hij eruit ziet.

Er gaat gestudeerd worden op het reduceren van de impact van de werkzaamheden. Bij de proefwoning aan het Heike liep het niet altijd even aangenaam, maar daar was het door omstandigheden haastwerk. Dit moet beter kunnen.

Er is een offerte aangevraagd voor dakreiniging. Bladeren verstoppen soms de inpandige regenpijp en dat kan leiden tot waterstortvloeden in de woning.

De afspraak was dat de aanwezige huurders hun wensenlijst schriftelijk konden aanleveren. Die lijst staat hieronder (om technische redenen niet gekleurd).
Ter begeleiding:
– de eerste 10 punten maken deel uit van het lopende project en zouden in het Plan van Aanpak moeten worden opgenomen.
– de tweede vier punten zin bedoeld voor een nog op te stellen vervolgtraject en zijn als onderzoeksvraag gedefinieerd
– vroeg of laat zal de gemeentelijke Transitie Visie Warmte in beeld komen (‘van het gas af’). Daarover valt nu voor de Geestenberg nog niets bruikbaars te vertellen.

  • Afzuiging toilet (voldoet nu niet aan Bouwbesluit) niet met klein, 24 uur per dag, draaiend ventilatortje maar met aan de lichtknop gekoppelde afzuiging met nalooptijd
  • De wand van de entree aan de schuurkant isoleren
  • Een extra rooster in de entree ivm verbeterde afzuiging toilet
  • Inspectie van de ventilatiesystemen in elk huis
  • CO2 gestuurde ventilatie
  • vloerisolatie
  • Een noodoverloop voor regenwater op alle platte daken waar dat nodig is
  • Een spijtoptantenregeling voor PV-panelen
  • Een goede timing en planning van de uitvoering
  • Overleg over de financiële consequenties voor de bewoners
  • Onderzoek naar, en eventueel implementatie van, maatregelen om omhoogkomend en soms overstromend rioolwater in toiletten te voorkomen. Dit in nader overleg en afhankelijk van wat de gemeente doet.
  • Onderzoek of het zin heeft om  daken en dakisolatie wit te schilderen tegen de warmte
  • Onderzoek naar screens of uitvalschermen tegen de zon
  • Loont een warmtewisselaar tussen de stijgleiding van het koude water en de dalende leiding van het opgewarmde water? Vergelijkbaar een warmtewisselaar op het riool?
    Vooralsnog is dit nog slechts een onderzoeksvraag.

Update dd 12 december 2022

Het vervolgonderzoek, waarvan in het bovenstaande sprake is, gaat niet in dezelfde proefwoning aan het Heike plaatsvinden, zoals hierboven gemeld, maar in twee andere woningen uit de vijf woningen, die indertijd door Trition onderzocht zijn en waarvoor dus een soort nulmeting bestaat. Er is een afspraak gemaakt met beide bewoners voor begin januari 2023.

Verder gaat Woonbedrijf thermografisch onderzoek doen (dat is met een warmtecamera) in twee woonblokken. Die bewoners krijgen een brief.
Een warmtebeeld maken van de voorkant kan vanaf de openbare weg. Om een warmtebeeld te maken van de achterpui (wat nodig is), is het het handigste als de fotografen even in de tuin kunnen. Mogelijk bellen ze bij de bewoner aan.
De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg raadt iedereen aan om mee te werken, zowel in het eigen belang als in het buurtbelang.

Update dd 07 jan 2023

Het vervolgonderzoek in twee woningen, waarvan hierboven sprake is, heeft op 06 jan 2023 plaatsgevonden. Het is uitgevoerd door bureau ThermoConsult, welk bureau ook het onderzoek naar de proefwoning in Het Heike verricht heeft.

Het is een blowerdoor-onderzoek. Alles waardoor regulier lucht in en uit de woning gaat wordt even afgeplakt. In de openstaande voordeur wordt even een goed afsluitende plastic deur gehangen met een naar buiten blazende ventilator. De grootte van de opening van de ventilator is door luikjes te openen instelbaar. Hoe groter de opening, hoe groter de luchtstroom en hoe groter de onderdruk die in de woning ontstaat (bijvoorbeeld tussen bijvoorbeeld 0 en 80Pascal – voor wie het weerberichct gewend is, 100Pascal = 1 milliBar).
Die onderdruk wordt weer aangevuld door openingen die niet regulier voor dat doel bedoeld zijn – de onderdruk forceert als het ware de tocht. Het is een luchtdichtheidsmeting.
De aanvulling naar binnen is gelijk aan de luchtstroom naar buiten. Daardoor ontstaat een indruk van zoiets als de totale tochtigheid van een woning. Voor nieuwbouwwoningen moet die in het Bouwbesluit onder een bepaalde waarde liggen.
Verder gaat de onderzoeker met een rookmachientje langs allerlei vermoede tochtgaten om die afzonderlijk en in detail in kaart te brengen.

Hieronder wat foto’s van de luchtdichtheidsmeting.


De onderzoeker namens ThermoConsult meldde dat zijn bedrijf de thermografische opnames (warmtefoto’s) gaat doen. GAAT doen, want het is nog niet gebeurd. Het moet buiten koud zijn (minstens onder de 4 graad C) en toen het dat enige tijd geleden was, was het niet inplanbaar.

Het thermografische onderzoek gaat plaatsvinden in de aaneengesloten woonblokken waarin de twee, hierboven beschreven, onderzoeken plaatsgevonden hebben. Dat betreft de woonblokken Rauwveld 1 t/m 21 en Otterstok 27 t/m 51.
Voor dit onderzoek loopt er iemand met een warmtecamera langs de woningen, zowel voor als achter. Achter gaat men over de schutting heen fotograferen. Als men dus iemand met een trapje en iets verdachts op zijn buik ziet rondscharrelen, bel niet meteen de politie. Het kan de man of vrouw met de warmtecamera zijn.
Als het goed is, stuurt Woonbedrijf van tevoren een bericht.
Voor wie niet weet hoe een warmtefoto eruit ziet, hieronder een warmtefoto van een woning elders uit Eindhoven.

Update dd 26 april 2023

De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is al sinds eind 2019 bezig met de verbetering en verduurzaming van deze woningen. Het lijkt erop dat er nu toch enig zicht begint te komen op een afronding.

Op 14 april 2023 heeft de Werkgroep heeft een gesprek gehad, waarin Woonbedrijf zijn plannen geschetst heeft, zie file hieronder.


De Werkgroep wil de Eerselse architect Stephaan Maas bedanken, van het gelijknamige architectenbureau, die belangeloos geholpen heeft met technische zaken.
Verder wil de Werkgroep melden dat de Socialistische Partij belangeloos geholpen heeft met begeleiding en financiële ondersteuning.

De Werkgroep blijft nog even standby om te kijken hoe het loopt.
Contactadres in de buurt voor deze actie is Willy Schoutissen, Otterstok 47.
Mailverkeer kan het beste via schrijver dezes op bjmgerard@gmail.com .

Update dd 09 juni 2023

Op 07 juni 2023 heeft Woonbedrijf formeel de opdracht verstrekt aan aannemer Van Montfort om de werkzaamheden te starten.

Gewerkt wordt volgens het cafetariamodel. Bewoners kunnen kiezen, maar hoeven niet verplicht overal aan mee te werken. Wel wil Woonbedrijf (dat zelf communiceert richting bewoners) een aantal zaken dringend adviseren.

De verbeteringen leiden niet tot huurverhoging.
Wel is er een paar dagen ongemak vanwege de werkzaamheden, maar men hoeft het huis niet uit.

Het project omvat de volgende werkzaamheden :

  1. Afdichten sparingen meterkast
  2. Kanaalventilator toiletruimte aanbrengen
  3. Vervangen radiatorkranen
  4. Aanpassen leiding verloop verwarming keuken
  5. Inregelen individuele verwarming
  6. Keukenkozijn nieuwe HR++ glas + ventilatierooster
  7. Kunststof kozijnen algemeen onderhoud, nastellen en afdichtingen
  8. Kunststof kozijnen na-isoleren ter hoogte van maaiveld
  9. Plafonds aanbouw na-isoleren

Er liggen nog enkele vragen, o.a. over het isoleren van de wand tussen entree en berging aan de bergingzijde, en over de beloofde vloerisolatie.

Wordt vervolgd.

Update dd 27 juni 2023

Inmiddels heeft Woonbedrijf zijn planning bekend gemaakt. Die staat hieronder afgedrukt.
Overhet isoleren van de wand tussen de entree en de berging (aan de kant van de berging) is nog niet met de aannemer gesproken, Dat komt nog.
De vloerisolatie zal in een aparte opdracht worden weggezet, als daarover duidelijkheid is. Dat vraagt nog om overleg, omdat daar vroeger apart een paar € huurverhoging voor gevraagd werd, en dat mag nu niet meer.
Nader nieuws volgt.

Update dd 27 sept 2023

In een (op verzoek uitgebracht) tussenbericht geeft dhr. Terwiel namens Woonbedrijf een tussenstand van zaken.

  • aannemer Van Montfort is gestart met de huisbezoeken en met het uitvoeren van een modelwoning. Die huisbezoeken zijn nodig, omdat het gekozen cafetariamodel vrijwillige deelname impliceert. Men kan kiezen uit een pakket (zonder huurverhoging)
  • in hoeverre de planning gehaald wordt, moet blijken.
  • vloerisolatie valt niet te combineren met de werkzaamheden van Van Montfort. Die wordt weggezet als een apart pakket.
  • de tussenwand tussen entree en berging, indien aanwezig, wordt niet geïsoleerd. De gekozen en geteste maatregelen zouden voldoende moeten zijn tegen de koude entree.
  • de platte daken moeten inderdaad periodiek gereinigd worden. Terwiel gaat na of dat geregeld is. Het valt onder contractonderhoud.

In antwoord heb ik Van Montfort gevraagd ons op de hoogte te houden.
Min of meer pro memorie heb ik Woonbedrijf via Terwiel (maar mogelijk gaat er iemand anders over) gevraagd ons erbij te betrekken als er in de toekomst ooit (hetzij van wege een calamiteit, hetzij vanwege het Gemeentelijk Riolerings Plan) er wat gebeurt ten aanzien van de riolering.

Wordt vervolgd.

Blaadjes op het dak rond de inpandige afvoer. Als die verstopt raakt, loopt de dakkuip vol en zoekt het water zich een route langs de zwakste plek

Inmiddels zijn de werkzaamheden begonnen. De bewoners hebben op 01 aug 2023 een brief van Woonbedrijf ontvangen waarin de gang van zaken staat uitgelegd.
Deze brief is hieronder in te zien. Ook enkele foto’s van de werkzaamheden.

Aanbrengen isolatieplaat tegen de fundering

Hang- en sluitwerk stellen

De uitvoerend aannemer


Update dd 15 maart 2024 (Tussenbericht)

In een tussentijdse mailwisseling tussen Bernard Gerard en projectleider Terwiel heeft Woonbedrijf gemeld, dat inmiddels 60% van de verbeterings- en verduurzamingsklus geklaard is. Men hoopt voor de bouwvak klaar te zijn.

Tijdens het opnemen van de verbeteringswensen wordt ook de mogelijkheid aangeboden om voor vloerisolatie te kiezen. Dat was een van de nog openstaande wensen van de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg. Een deel van de woningen had overigens al in het verleden vloerisolatie genomen. De wensen m.b.t. vloerisolatie worden verzameld en Woonbedrijf hoopt er in 2025 budget voor vrij te maken.

Een ander aandachtspunt is de periodieke reiniging van de daken. Het zijn platte kuipdaken met een inpandige  afvoer die niet door de bewoners zelf te reinigen zijn. In de herfst kan de afvoer verstopt raken door bladeren. Dit probleem is verergerd doordat veel bewoners gebruik hebben gemaakt van het aanbod van Woonbedrijf om zonnepanelen te huren. De plaatsing daarvan heeft de windstromen beïnvloed.
Als de afvoer verstopt is, blijft er een grote lading water op de kuipdaken staan. Dat kan zich soms een weg zoeken langs een zwakke plek, waarna in de woning een soort waterval optreedt.
Woonbedrijf neemt dit vraagstuk mee in periodiek onderhoud. Het nieuwe contract gaat in 2025 in.
Nu maar hopen dat er niet in 2024 grote hoosbuien gaan optreden.

Milieudefensie wint klimaatzaak tegen Shell (update dd 24 juli 2024)

Milieudefensie heeft op 26 mei 2021 de klimaatzaak tegen de Shell gewonnen. Hieronder de eerste reactie van Milieudefensie.

Jaaaa! Milieudefensie wint revolutionaire rechtszaak – Shell moet vergroenen

We snakken met zijn allen naar goed nieuws over het klimaat. Naar een doorbraak. Zodat we weten dat het goed komt met de toekomst van onze kinderen. En vandaag is die doorbraak er!

Vandaag schrijven we geschiedenis. Samen met 17.000 mede-eisers. De rechter veroordeelt Shell. De grootste vervuiler van Nederland moet meer doen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Het is voor het eerst dat een bedrijf zijn beleid in lijn moet brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. Dat is een mega-doorbraak die wereldwijd gevolgen gaat hebben.

Wat concludeerde de rechter?

De rechter heeft ons op heel veel punten gelijk gegeven! In het kort: de rechter beveelt Shell in 2030 zijn CO2-uitstoot met netto 45%  terug te hebben gebracht (ten opzichte van 2019). Ook moet Shell zich verplicht inspannen om de CO2-uitstoot van de toeleveranciers en afnemers te verminderen met 45% netto (2030). En dat moet Shell doen via het bedrijfsbeleid. Daarvoor moet Shell nieuw beleid schrijven. 

Triomfantelijk uit de rechtszaal na het klimaatproces tegen de Shell_26mei2021

Ook stelde de rechter vast dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor het beschermen van mensenrechten in de hele keten, door de CO2-uitstoot te beperken, inclusief die van zakelijke relaties en afnemers. 

Deze uitspraak gaat de wereld veranderen

Er worden over de hele wereld klimaatzaken gevoerd. Maar deze is uniek, want het ging niet over geld. Het ging erom de plannen van Shell te veranderen, om gevaarlijke opwarming van de aarde te voorkomen. 

Roger Cox, de advocaat van Milieudefensie: “Deze uitspraak gaat de wereld veranderen. Wereldwijd staan mensen in de startblokken om oliemaatschappijen in hun eigen land aan te klagen naar ons voorbeeld. En dat niet alleen. Oliemaatschappijen zullen veel terughoudender worden met investeringen in fossiele, vervuilende brandstoffen. Het klimaat heeft vandaag gewonnen.

Tranen van geluk

Wij verlieten niet alleen juichend de rechtbank, er waren ook tranen van geluk. Donald Pols, directeur van Milieudefensie: ““Dit is echt geweldig nieuws en een gigantische overwinning voor de aarde onze kinderen en voor ons allemaal. De rechter laat er geen twijfel over bestaan: Shell veroorzaakt gevaarlijke klimaatverandering en moet daar nu snel mee stoppen.”

Actie om steun voor het Shell-proces te werven in Eindhoven (2018)

(Dit artikel is vervolg op eerdere artikelen. Wat onder de tussenkopjes “Dagvaarding Shell” en De brief van Milieudefensie en de zaak tegen de Shellstaat is de oude inhoud. Deze is nog steeds correct.


Dagvaarding Shell

Inmiddels heeft de Shell de hieronder gevraagde medeverantwoordelijkheid afgewezen. Reden voor Milieudefensie om de Shell te dagvaarden.
Eind november heeft Shell 272 volgepende kantjes ingeleverd als reactie op de dagvaarding. Ze wijzen de verantwoordelijkheid af.

This image has an empty alt attribute; its file name is Dagvaarding-Shell_05april2019-rr.jpg
Dagvaarding Shell 05 april 2019

Dat gebeurde demonstratief op vrijdag 05 april 2019 in Den Haag. Ik kon helaas zelf niet mee, maar enkele andere leden van onze Eindhovense Milieudefensiegroep zijn wel mee geweest

Het proces wordt ondersteund door 17.379 mede-eisers. Ik ben er daar één van.

Op de site van Milieudefensie staat de meest recente informatie over de zaak.
Zie https://milieudefensie.nl/actueel/milieudefensie-biedt-namens-17-200-mensen-en-6-organisaties-dagvaarding-aan-bij-shell .

Zie https://milieudefensie.nl/actueel/de-reactie-van-shell-op-onze-dagvaarding?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_content=reactie-shell-dagvaarding&utm_campaign=klimaatzaakshell-update-medeeisers

De brief van Milieudefensie en de zaak tegen de Shell

Milieudefensie landelijk heeft de Shell een brief gestuurd, waarin de Shell medeverantwoordelijk gesteld wordt voor het veroorzaken van een gevaarlijke klimaatverandering. De brief is gedateerd op 04 april 2018 en geeft Shell acht weken de tijd om aan de eisen te voldoen.

  • Die eisen zijn: Shell brengt zijn beleid en investeringen in lijn met de klimaatdoelen van Parijs;
  • Shell bouwt zijn olie- en gasproductie af en brengt zijn uitstoot terug naar nul in 2050;
  • Shell maakt afspraken met Milieudefensie over de invulling, tussendoelen en openbare verantwoording.

Een samenvatting van de brief is te vinden op https://milieudefensie.nl/klimaatzaakshell/nieuws/de-brief-van-milieudefensie-aan-shell .
Daar is ook een link te vinden naar de volledige tekst van de brief.

De reactie van de Shell op de dagvaarding is te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/de-reactie-van-shell-op-onze-dagvaarding?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_content=reactie-shell-dagvaarding&utm_campaign=klimaatzaakshell-update-medeeisers .

Als het tot een rechtszaak komt (wat aannemelijk is), zal Roger Cox hem voeren. Dat is dezelfde advocaat die het succesvolle klimaatproces van Urgenda gevoerd heeft. Cox heeft daar het “Kelderluik-arrest” ingezet, inhoudend dat het veroorzaken van ernstig gevaar voor mensen in zichzelf al verwijtbaar is, zelfs al is de handeling die daaraan ten grondslag ligt op zichzelf niet strafbaar (in het Kelderlijkarrest het open laten staan van een luik in de grond naar een kelder zonder daar beschermende maatregelen omheen te bouwen, waardoor een ernstig ongeval veroorzaakt werd).

Shell kan aansprakelijk gesteld worden, omdat het hoofdkantoor van Shell in Nederland staat en daar  het beleid bepaald wordt.

De mogelijkheden om deze zaak aan te spannen zijn sterk vergroot door goed journalistiek werk van de online krant De Correspondent. Medewerkers van die krant hebben met veel werknemers van de Shell gepraat en daarbij allerlei vergeten of zelfs geheim materiaal boven tafel gekregen.
Een verhelderend artikel uit De Correspondent is te vinden op https://decorrespondent.nl/8113/shell-krijgt-de-keuze-stop-met-olie-en-gas-of-verantwoord-je-voor-de-rechter/890985780531-ec680f38?pk_campaign=sharer&pk_kwd=link . Daarin links naar verder materiaal.


Update over de Klimaatzaak 07 feb 2022

Het was even stil rondom de Klimaatzaak, maar we hebben zeker niet stil gezeten. Hoog tijd dus voor een update.

Sinds de Klimaattop in Glasgow, waar we onze internationale handleiding How we defeated Shell presenteerden, is er veel gebeurd.

Op 13 december zaten we namelijk opnieuw in de rechtbank met Shell. Daar hadden we een belangrijke meeting over de planning en randvoorwaarden van het hoger beroep van de Klimaatzaak.

Kort samengevat ziet de planning er zo uit:

  • 22 maart 2022: grieven Royal Dutch Shell. In de grieven legt Shell uit wat hun bezwaren zijn tegen de uitspraak van de rechter.
  • 18 oktober 2022: memorie van antwoord Milieudefensie. Hierin geven wij onze reactie op de bezwaren.
  • voorjaar 2023 of begin 2024: hoorzittingen van het hoger beroep. De uitspraak vindt ongeveer 5 maanden later plaats.

Meer weten? Bekijk de uitgebreide planning van het hoger beroep.

Leuk detail: de rechter heeft aangegeven dat, hoewel ze er tot nu toe erg van heeft genoten, ze het fijn zou vinden als beide partijen hun schrijfsels korter kunnen houden dan 250 pagina’s. Een uitdaging ?. 

Milieudefensie-directeur Pols tijdens het hoger beroep in april 2024

Update dd 25 juli 2024

Op 2, 3, 4 en 12 april 2024 waren de zittingsdagen van het hoger beroep in de Klimaatzaak tegen Shell. Tijdens deze zittingsdagen werden de standpunten van beide partijen aan de rechter gepresenteerd.
Het scijnt (zegt de NRC op 03 mei 2024) ) dat er 16.500 pagina’s uitgediscussieerd worden. Beide partijen hebben zich heel goed voorbereid.

Het hoger beroep heeft nationaal en mondiaal een gigantische publiciteit opgeleverd.

Men kan de bijbehorende uitleg en documenten, die vooraf gingen aan de zittingsdagen, vinden via

De documenten die uitgewisseld zijn tijdens de zittingsdagen zelf, zijn verzameld op https://milieudefensie.nl/actueel/hier-vind-je-alle-juridische-documenten-van-het-hoger-beroep-in-de-klimaatzaak-tegen-shell


Op https://milieudefensie.nl/actueel/5-keer-vuurwerk-tijdens-het-hoger-beroep kijkt Milieudefensie zelf terug op de vier zittingsdagen. Dat leidt tot de tekst:

5 keer vuurwerk tijdens het hoger beroep

Het zit erop! 4 lange en spannende zittingsdagen van het hoger beroep in de Shell Klimaatzaak. Verrassingen in Shell’s argumenten waren er niet. Gevoel voor drama had het bedrijf wel. Dit zijn de 5 meest opvallende momenten tijdens het hoger beroep.

1: Shell denkt roetzwarte uitstoot wel groen te kunnen praten

Shell kleurde een groen plaatje, op de eerste zittingsdag. Zo zou het bedrijf het meeste geld van Nederland uitgeven aan “duurzame energie”. Nou, echt duurzaam is het niet, want ze hebben er bijvoorbeeld ook gas tussen gezet. Ondertussen weten wij wel beter: Shell steekt jaarlijks gigantische bedragen in olie en gas. Die paar euro’s die Shell in groene energie steekt stellen niks voor.

Sterker nog, Shell besteedt steeds minder aan zon en windenergie! En ze hebben meer dan 800 nieuwe olie- en gasprojecten gepland. Shell gaf tijdens de tweede zittingsdag ook nog eens toe dat hun plannen ook kunnen leiden tot meer (in plaats van minder) CO2-uitstoot. Best brutaal, toch?

2: Shell verstopt zich achter de overheid

Shell vindt dat juist de overheid haar best moet doen voor het klimaat en niet Shell. Maar de overheid kan het bedrijf niet controleren. En Shell gaat niet uit zichzelf minder olie en gas verkopen. Dus vinden wij dat de rechter wél moet ingrijpen. Ander blijft Shell zich achter de overheid verstoppen. Het bedrijf ontwijkt zijn verantwoordelijkheid voor het verergeren van de klimaatcrisis, en de mensenlevens die het daarmee bedreigt.

3: Shell verstopt zich achter de klant

Wij zijn erachter gekomen dat de CO2-uitstoot van Shell 8 keer groter is dan dat van alle huishoudens in Nederland samen. Er werd in de rechtbank veel gesproken over die CO2-uitstoot. Maar hoe zit dat nou eigenlijk? De uitstoot van Shell kan je in 3 categorieën verdelen. Scope 1, scope 2, en scope 3. Scope 1 en 2 zijn de eigen uitstoot van het bedrijf. Dus de CO2 die vrij komt wanneer Shell nieuwe producten maakt.

Denk bijvoorbeeld aan alle broeikasgassen die vrijkomen wanneer Shell een boorplatform bouwt én in gebruik neemt. Scope 3 is de uitstoot van de klanten van Shell. Dus alle benzine, kerosine, diesel en aardgas die mensen van Shell kopen, en daarmee ook uitstoten.

En die uitstoot van klanten, daar kunnen wij echt niets aan doen, vindt Shell. Dat moeten deze mensen zelf maar doen. Makkelijk gezegd, vinden wij. Want maar liefst 95% van Shell’s CO2-uitstoot zit in scope 3.

4: Klimaatakkoord van Parijs geldt voor iedereen (ook voor Shell dus!)

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen moeten alle vervuilende bedrijven zich houden aan de het klimaatakkoord van Parijs. En dat betekent dat ook Shell zijn uitstoot met 45% moet verminderen. De totale uitstoot, dus met scope 3 meegeteld, zoals hierboven uitgelegd. Een goed klimaatplan moet eerlijk en duidelijk zijn. We gaan gevaarlijke klimaatverandering niet voorkomen als Shell de verantwoordelijkheid van zijn CO2-uitstoot bij anderen neerlegt.

5: Zwitserse klimaatouderen winnen

Halverwege de zittingsdagen was de uitspraak van ‘die andere’ historische Klimaatzaak. De Zwitserse Klimaatouderen wonnen. De hoogste rechters van Europa stelden de Zwitserse Klimaatouderen in het gelijk: de klimaatcrisis brengt mensenrechten in gevaar. Dit is ook wat wij zeggen in de Klimaatzaak tegen Shell.

Hittegolven bedreigen de gezondheid van ouderen. En daarmee houdt de Zwitserse overheid zich niet aan het beschermen van mensenrechten, vinden de klimaatouderen. Goed punt!
 
Rechters hebben een belangrijke rol in het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering, zeiden de Europese rechters. De klimaatcrisis is het meest dringende probleem van onze tijd. 

Uitspraak op 12 november

Op 12 november horen we de uitspraak. Dan laat de rechter ons weten of het vonnis van 2021 blijft staan, of niet. Dit is wat onze advocaat Roger Cox erover zegt:

“Wij hebben de afgelopen 4 dagen laten zien dat er ontzettend veel bewijs is om het vonnis uit 2021 te bekrachtigen. We hebben er vertrouwen in dat rechters die afweging goed kunnen maken, omdat onze feitenbasis alleen maar sterker is geworden sinds het vonnis in eerste aanleg.”


Bachelor Milieukunde aan de Open Universiteit gehaald

Met een groep van vier mensen hebben we, ter afsluiting van onze studie Milieukunde aan de Open Universiteit, een literatuurscriptie geschreven over synthetische kerosine.
Naast mijzelf waren de auteurs Barbara Herbschleb, Remco Kistemaker en Remo Snijder.

Elk van deze vier mensen heeft eerst een literatuurscriptie geschreven over een deelonderwerp. Bij mij was dat biokerosine, iemand anders deed Power to Liquid-brandstof (ook wel Electrofuels), weer iemand anders deed Gas To Liquid en Coal To Liquid, en de vierde fossiele kerosine en alle overkoepelende zaken.
Daarna werden de vier deelstudies in elkaar geschoven tot een eindresultaat van de groep als geheel.
In de studie wordt alle kerosine ‘synthetisch’ genoemd die niet via raffinage uit ruwe olie afkomstig is.

Stroomschema t.b.v. productie van Gas To Liquid-brandstof . Met dit Fischer-Tropsch-procedé kan uit elk koolstofhoudend materiaal brandstof gemaakt worden. De eerste stap (linksboven) verschilt per grondstof, maar vanan het woord ‘syngas’ is het procedé voor alle soorten grondstof hetzelfde.
Het eindproduct is zwavelvrij en bevat geen aromatische verbindingen, waardoor het eindproduct met veel minder luchtvervuiling verbrandt.

Opdrachtgever voor de afstudeerscriptie was het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), in persoon van prof. Kopinga.

De studie bevestigde het vermoeden dat gangbare synthetische kerosine veel schoner verbrandt, dat biokerosine en Power To Liquid-kerosine goed voor het klimaat zijn, maar dat de synthetische kerosine nog slechts in kleine hoeveelheden aanwezig is.
Synthetische kerosine is een van de onderwerpen die in het kader van de Proefcasus Eindhoven Airport aan de orde komen.

Overzicht van alle routes die vanuit organisch materiaal eindigen als brandstof. De rood omcirkelde routes zijn inmiddels goedgekeurd door het Anerikaanse certificeringsinstituut.

Biokerosine is een gevarieerd onderwerp. Ruwweg valt het te verdelen in biokerosine met afgewerkte oliën en vetten als grondstof, en met houtachtig materiaal als uitgangspunt (bijv. populier, wilg, miscanthus, switchgrass).
Biokerosine bestaat geheel uit ‘tweede generatie’- materiaal , stoffen die niet concurreren met voedsel. Daar zit een goede controle op, o.a. via een onafhankelijk certificeringsbedrijf.
In biokerosine zit dus geen palmolie. In biodiesel (nog) wel, maar dat wordt uitgefaseerd. Biodiesel en biokerosine zijn familie van elkaar, maar niet identiek.

De meest gezaghebbende studie komt erop uit dat het Europese aanbod in 2030 6 tot 9% van de Europese vraag kan leveren bij ongehinderd groei. Daar valt wel wat op af te dingen, maar vast staat dat er te weinig biokerosine gemaakt kan worden om de bestaande vraag te bedienen, laat staan de groei.
Biokerosine kan een goed begin zijn om de bestaande vraag schoner en met minder klimaateffecten te bedienen, maar je haalt het er niet mee. De (nu nog in ontwikkeling zijnde) Power To Liquid-techniek (die geliëerd is aan de waterstofeconomie) kan een aanvulling worden, maar dat vreet stroom en de vraag is, hoe dat ingepast moet worden. Daar valt nu nog niet veel over te zeggen.

Doorsnee van een oude, Russische PC90-A straalmotor

In de scriptie wordt uitgelegd waarom gangbare synthetische kerosine schoner verbrandt.
Omdat de synthetische kerosine in het productieproces zwavelvrij gemaakt is, vormt de motor geen UltraFijn Stof (UFS) meer, voor zover dat op zwavel gebaseerd is.

De aanwezige benzeenringen fungeren bij het verlaten va de straalmotor als bouwsteen voor steeds complexere molekulen, die eerst nog PAK’s heten (Polycyclische aromatische Koolwaterstoffen), en daarna roet of Black Carbon.

Als de brandstof geen benzeenringen bevat, kunnen die ook niet als groeikern dienen voor steeds grotere moleculen die later roet worden. De motor loost dus veel minder roet.
En dat roet dient hoog in de lucht als kristallisatiekern voor ijs, dus bij synthetische brandstof ontstaan er minder strepen en minder cirrusbewolking in de lucht – die zelf ook weer een klimaatbedreiging zijn.

Synthetische kerosine mag momenteel tot 30% of 50% worden bijgemengd.

Het deelonderzoek over biokerosine kan hier worden gevonden.
Het deelonderzoek over conventionele kerosine kan hier worden gevonden.
Het deelonderzoek over GTL- en CTL-kerosine kan hier worden gevonden.
Het deelonderzoek over Power To Liquid-kerosine kan hier worden gevonden.
De uiteindelijke scriptie kan hier worden gevonden.
Bij de scriptie hoort een Excel-bijlage met een samenvatting van de gelezen literatuur, geordend op de vooraf gestelde deelvragen. Deze is hier  te vinden.

Voor een artikel over de diploma-uitreiking en de puntenlijst zie Diploma-uitreiking OU-studie Milieukunde .

Brainport gaat energiehubs voor bedrijventerreinen ontwikkelen (en woonwijken en scholen ook?)

Ter inleiding
Voor de energiebesparing op bedrijventerreinen is de netwerkcongestie een blessing in disguise. Nog nooit is er in zo korte tijd zoveel energie bespaard als nu bedrijven op stroomaansluiting moeten wachten. Soms jaren.

Bedrijven moeten aan klimaatmaatregelen gaan doen en een van de belangrijkste manieren is door te elektrificeren. Daardoor groeit de elektriciteitsvraag explosief, terwijl de totale energievraag licht pas vanaf 2022 licht daalt.
Het Ministerie van EZK verwachtte in 2022 dat er in 2030 bijna het dubbele aan elektriciteit nodig zou zijn als dan nodig was in 2019, het jaar van het Klimaatakkoord. Bovendien wordt die elektriciteit steeds vaker decentraal geleverd. De combinatie van alle oorzaken veroorzaakt de stroomnetverstopping van nu (en voorlopig ook straks).

Wat hoogspanningsnetbeheerder TenneT verwacht voor de stroomvraag ( https://www.tennet.eu/nl/over-tennet/publicaties/rapport-monitoring-leveringszekerheid ) .

Energy Hubs en de nieuwe Energiewet
Bedrijven hebben fors last van die stroomnetverstopping, zowel aan de zendende (eigen opwekking) als aan de ontvangende kant. Als ze in een business as usual-mode zich individueel aanmelden, komen ze meestal op een wachtlijst en dat kan jaren duren.
In februari 2024 stonden er in den lande ongeveer 9.400 ondernemers op een wachtlijst voor een aansluiting voor afname, en 10.000 bedrijven voor een aansluiting voor teruglevering.
In januari 2024 lagen er in NBrabant 1893 aanvragen voor afname, en 2630 aanvragen voor teruglevering.

Soms kan er aan ondernemingen die op een bedrijventerrein gevestigd zijn verlichting geboden worden door zelforganisatie. Vooral op oudere bedrijventerreinen was dat tot voor kort een moeizaam traject (vrijblijvendheid en uiteenlopende belangen). Maar de nood is hoog en dat dwingt tot energiebesparing en samenwerking. Er zijn zelfs ondernemers die voor veel geld een buurpand kopen met als enig doel de meterkast.

Die samenwerking krijgt de vorm van een ‘Energy hub’ (en als er extra toeters en bellen aanhangen, een Smart Energy hub). Ondernemingen op hetzelfde bedrijventerrein vormen één rechtspersoon en die gaat a) onderlinge energieuitwisseling faciliteren en b) onderlinge exploitatieafspraken maken, bijvoorbeeld over timing van bedrijfsactiviteiten en c) zelf duurzame energie opwekken en d) samen een opslagsysteem runnen en e) namens allen zaken doen met de beheerder van het midden- en laagspanningsnet, in Brabant Enexis (dat heet een groepscapaciteitsovereenkomst).

Energiehubconcept Kempisch Bedrijvenpark Hapert

Als dit allemaal lukt is iedereen blij. De bedrijven kunnen verder en Enexis krijgt te maken met een regelmatiger stroofafnamepatroon, waardoor het net efficiënter gebruikt kan worden (immers, de piekbelastingen zijn de primaire bottleneck).
Energy Hubs maken de verzwaring van het elektriciteitsnet niet overbodig, maar wel iets beter behapbaar en minder urgent.

Toch mocht het tot voor kort in principe niet, omdat de wetgeving nog afgestemd was op de ouderwetse centrale productie van energie. Je was òf elektriciteitsproducent òf afnemer, maar niet beide en als je stroom deelde met je buurbedrijf, was je officieel leverancier en moest je een vergunning hebben.
Bovendien is er politiek een Chinese muur aangebracht  tussen energieproductie en energietransport, waardoor enerzijds Enexis bijvoorbeeld niet zelf een opslagbedrijf mag runnen omdat dat commercieel is, en anderzijds geen commerciële partij het wil of kan doen omdat het te moeilijk en te onzeker is.
Een batterijopslag, die per definitie zowel levert als ontvangt, had dus een probleem. De Chinese muur loopt er dwars door heen.

Dit werd al lang als onbevredigend gevoeld, maar de wetgeving draait traag. Om toch verder te kunnen, werd bij wijze van uitzondering ontheffing van de beperkingen toegestaan voor ‘pilots’. Een bekende pilot is die met Stedin op Tholen ( https://www.kenter.nu/nieuws/kenter-maakt-unieke-energiesamenwerking-mogelijk-op-tholen/ ) waar de eerste groepscapaciteitsovereenkomst is getekend, en de eerste pilot in Zuidoost Brabant is het Kempisch bedrijvenpark ( KBp) in Hapert. Naast deze pilot heeft Enexis nog twee andere pilots.
De buurtbatterij in Etten-Leur indertijd draaide ook op basis van zo’n ontheffing ( https://www.bjmgerard.nl/stroomopslagexperimenten-enexis-worden-uitgebreid/ )

Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen

Het KBp is een relatief nieuw bedrijventerrein met een regionale invulling en verplicht lidmaatschap van de ondernemersvereniging – beide kenmerken maken zelforganisatie makkelijker. Over het KBp zie https://www.bjmgerard.nl/statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ .

Brainport en de Energy Hubs
Maar op 04 juni 2024 is de nieuwe Energiewet in de Tweede Kamer aangenomen en dat is een goede zaak. Daardoor werd het veel eenvoudiger om oplossingen te bieden aan decentrale energieproblematieken.
Het concept Energy Hub komt nu veel vaker in beeld en er staat niet meer het woordje ‘pilot’ bij.

Op 17 september 2024 publiceerde Brainport dat er een gezamenlijke aanpak zou komen voor energiehubs in de regio ( https://brainporteindhoven.com/nl/nieuws/gezamenlijke-aanpak-voor-energiehubs ).

De gemeenten Best, Deurne, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Son & Breugel, Someren en Veldhoven doen mee aan het initiatief (een consortium), en daarbinnen nemen Veldhoven, Son en Breugel en Nuenen samen een energiehubregisseur in dienst. Afgelopen september zijn er kennisdelingssubsidies gestart. Het consortium heet EnergyHub Brainport ( https://energyhubbrainport.nl/ ).
Een beetje op zijn Brainports (dat gewend is aan het vertrouwensmantra Wat Brainport doet is welgedaan) vermeldt  de website veel hooggestemde algemeenheden (‘Change’) en weinig specifieke activiteiten.
Kniesoor die daar op let.

Zelf maar wat uitzoekwerk gedaan op dokter Google, op welke bedrijventerreinen in de regio (naast het Kempisch Bedrijven park) er Energy Hub-initiatieven lopen. Dat zoekwerk levert wat bedrijventerreinen op (geen claim dat dit volledig is).
De Metropool Regio Eindhoven (MRE) wil 29 bedrijven in Zuisoost Brabant verduurzamen en heeft daravoor €900.000 van het Rijk gekregen. Via het provinciale Grote Oogst-project zit er ook provinciegeld in.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

Maar alles dat geen bedrijventerrein is?
Mooi dat er gestreefd wordt naar het verduurzamen van bedrijventerreinen.

Maar ook nieuwe woonwijken, scholen en dienstverleningsgebouwen lopen steeds vaker tegen beperkingen vanwege het stroomnet aan.
De gloednieuwe Brede School Zilverackers in Veldhoven (met twee basisscholen en een kinderopvang) krijgt voorlopig niet op reguliere wijze elektriciteit. De draad ligt er wel, maar de stroom uit het net is nog jaren het probleem. De school is toch open op houtje-touwtje basis. Er liggen 600 zonnepanelen op het dak en er is een accu, maar bij piekbelasting slaat er alsnog een aggregaat aan op (duurzame) diesel. ( https://www.ed.nl/veldhoven/schoolpand-in-veldhoven-langer-aangewezen-op-noodstroom-definitieve-oplossing-nog-niet-in-zicht~a860c164/ ).

En de regio wil iets van honderdduizend huizen bouwen, stel eens zes groepen van 16A, dus  maximaal 23kW per stuk (driefasenstroom en snelladers niet meegeteld). Maal honderdduizend, geeft 2300MW maximaal. Uiteraard in praktijk een stuk minder, maar toch heel wat elektronen.

Het zou fijn zijn als Brainport zich ook over de rest van de maatschappij boog. Ook zonnepanelen van huizen hebben een onregelmatig etmaalritme, en ook het verbruik piekt als iedereen rond 18 uur zijn inductieplaat aanzet.

Milieudefensie Eindhoven heeft voorgesteld om voor al die bouwplannen (en ook voor grote renovatieplannen) een gestandaardiseerde wijkopslag te bouwen per nader vast te stellen aantal huizen (bijvoorbeeld honderd), deze bij voorkeur te bouwen door de regionale industrie. Dat zou tot dermate grote schaal- en leereffecten kunnen leiden dat de prijs, zoals bij alle elektronica, erdoor daalt. Die standaardisatie, en een niet op winst gerichte exploitatie, moet door publiek beheer gewaarborgd worden.
Voor het hele  voorstel, zie https://www.bjmgerard.nl/voorstel-tot-campagne-energieopslag-in-mre-gebied/ .
Een kritisch, maar (mits aan voorwaarden voldaan wordt) in congestiegebieden niet afwijzend rapport van CE Delft op https://ce.nl/publicaties/thuis-en-buurtbatterijen/ .

Buurtbatterij voor een complex in 2018  gerenoveerde woningen, zie https://alfen.com/nl/referenties/buurtbatterij-alfen-helpt-slimme-energiewijk-woerden .

PFAS gevonden in recreatieplas De Landsard  

 Ik heb dit artikel geschreven voor de site van het Beraad Vlieghinder Moet MInder (BVM2), maar het verdient bredere publicatie. Bij deze ook hier.



Vooraf
Waterschap De Dommel heeft bij de gemeente en de vliegbasis gemeld dat in de nabij het vliegveld gelegen recreatieplas De Landsard PFAS is gevonden. Dat stond in het Eindhovens Dagblad van 28 aug 2024 ( https://www.ed.nl/eindhoven/pfas-gemeten-in-recreatieplas-bij-vliegbasis-eindhoven-gemeente-geeft-negatief-zwemadvies~a597acc8/ ).
De Landsard is officieel geen zwemwater, maar er wordt in praktijk wel gezwommen.

Het Waterschap onderzoekt actief de omgeving van het vliegveld op PFAS, omdat dit bij andere vliegvelden in den lande een probleem is gebleken. De PFAS zat o.a. in blusschuim van de diverse vliegveldbrandweren. In hoeverre er op en rond vliegbasis Eindhoven een PFAS-probleem is, en in hoeverre het vliegveld daaraan schuldig is, is nog in onderzoek.

PFAS is een verzamelnaam voor vele duizenden verbindingen die in de meest onverwachte producten zitten of bij de productie daarvan vrijkomen. Het eindproduct is dan vaak Teflon. Het betekent Per (en Poly) Fluor Alkyd Substances.

Blusschuim bevat vaak PFAS-stoffen omdat die het blusschuim beter doen werken. Met name bij felle vloeistofbranden is het moeilijk een alternatief te vinden (hoewel het vervangingsproces inmiddels al wel in gang is). De inzet van PFAS-houdend blusschuim is vanuit brandweerstandpunt dan ook logisch. ( https://www.brandweernederland.nl/schuiminzet-en-alternatieven-als-bronbestrijding-bij-brand-en-ibgs/ )

De twee meest voorkomende stoffen uit de PFAS-familie zijn PFOS en PFOA (waarbij O voor Oktaan staat, een keten met acht koolstofatomen).
Voor deze twee stoffen bestaat inmiddels een normering.

De enige fabrikant van brandblussers in Nederland is de firma Saval. Documentatie van Saval leert het volgende m.b.t. blusschuim ( www.saval.nl/kennisplatform/tijdlijn-fluorhoudend-blusschuim ):

Tot 2011 gebruikte de brandweer PFOS. In dat jaar werd de stof verboden.
Daarna werd overgestapt op PFOA. Die stof verkeert inmiddels ook in een verbodstraject dat dd 04 juli 2025 in een algemeen verbod uit zal monden.
Alternatieve PFAS-soorten (met name die met 6 C-atomen) zitten in een traject dat op langere termijn tot een verbod of sterke beperking gaat leiden. Voor dit artikel zijn deze stoffen niet van belang.

De meting
Het Waterschap heeft het nemen van monsters neergelegd bij waterschapslaboratorium Aquon, dat op zijn beurt de analyse van de monsters neergelegd heeft bij de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, omdat die lage detectiegrenzen kan bereiken.

Aquon beschrijft het systeem als volgt.
Ten westen van het vliegveld (op de kaart gemakkelijk te herkennen aan de ZW-NO startbaan) stroomt het beekje Ekkersrijt. Ten westen van dat beekje ligt de oude zandafgraving Landsard. De Ekkersrijt loopt uiteindelijk langs de Noordrand van Eindhoven en komt in de Dommel uit (en die weer in de Maas).
Vanaf het westen stroomt er een stroompje uit landbouwgebied ER29, en aan de noordkant een stroompje ER32 dat vanaf het vliegveld komt.
De Landsard-plas ontvangt via een pijpleiding hemelwater van de banen van het vliegveld. Vanuit de plas wordt via een duiker water uitgelaten op de Ekkersrijt.

Aquon heeft (bij nat weer) zeven monsters genomen: één in de plas (aan de kant van het vliegveld), en in de Ekkersrijt één bovenstrooms van het systeem, een ter plekke van het landbouwstroompje ER29, een ter plekke van waar het water uit De Landsardplas instroomt, een ter plekke waar het vliegveldstroompje ER32 instroomt, en twee benedenstrooms in Eindhoven (Parijslaan en waterpartij Achtse Barrier).

De resultaten voor het oppervlaktewater:


Wat extra toelichting hierop

  • Normen en richtwaarden staan in de onderste drie regels
  • GenX is een code voor een stof met een ingewikkelde naam, die in praktijk alleen maar als grondstof in een nieuw Teflonprocedé  in de chemische industrie gebruikt wordt. Dit is hier niet relevant.
  • Alle getallen zijn in ng/l (nanogram per liter)
  • De PEQ is een voorlopige constructie van het RIVM om in mengsels van PFAS-stoffen alles om te rekenen naar alsof het PFOA is. Men kan dit het beste voor kennisgeving aannemen
  • Het RIVM analyseert PFAS-concentraties in oppervlaktewater voor enkele gebruiksdoelen van dat water, waaronder de genoemde. Overigens mag men in De Landsard officieel niet zwemmen, en de Ekkersrijt zelf wordt voor geen enkel doel gebruikt. Je moet er niet vissen, maar bij ons weten doet niemand dat.
  • Paradijslaan moet Parijslaan zijn
  • De Ekkersrijt voedt de waterpartij Achtse Barrier
  • Het getal 177 (PFOS  Landard) betekent dat de norm 177/0.65 = 275 * overschreden is
  • Bijna alle metingen betreffen eenmalige momentopnames bij nat weer. De meting bij de Parijslaan is op een ander moment, en dus in andere omstandigheden, gedaan. De waterpartij Achtse Barrier is twee maal gemeten
  • Water dat niet via genoemde stroompjes in de Ekkersrijt komt, is niet in beeld (bijvoorbeeld als de Ekkersrijt grondwater draineert)
De Ekkersrijt (foto Waterschap De Dommel)

Wat analyses.

  • Bij PFOA ziet men geen schokkende dingen (uiteraard is elke nanogram  teveel). Typisch is dat de concentratie bovenstrooms van het vliegveld het grootste is.
  • De problematiek betreft ten duidelijkste PFOS
    — Het hele systeem is verziekt met PFOS
    — PFOS is bovenstrooms van het vliegveld het laagste
    — Eerst voegt de landbouw PFOS toe, dan de duiker uit Landsard, en dan het vliegveld
    — De concentratie in De Landsard-plas is een orde van grootte meer dan die van het systeem als geheel.

Bij de genoemde zes Ekkersrijtpunten, alsmede een extra punt nabij de uitstroom van de vliegveldstroom, zijn ook waterbodemmonsters genomen (vijf per punt).
Dat leidt voor PFOA niet tot sensationele uitkomsten (rond de detectiegrens).
PFOS wordt in goed meetbare concentraties gemeten in concentraties die ruwweg een orde van grootte hoger liggen dan die van PFOA.  Met name de waterbodem na de duiker uit De Landsard, en in mindere mate bij en na de uitstroom van de vliegveldstroom E32, zou na eventueel uitbaggeren niet zomaar voor iets anders gebruikt kunnen worden, of zou zelfs moeten worden afgevoerd.

De schuldvraag
Het meetrapport beperkt zich puur tot een weergave van feiten en doet geen uitspraak over de onderliggende dynamiek. Verder: zoals gezegd, is het een momentmeting.
Voorzichtigheid is gepast en nader onderzoek is nodig.

Een onderzoeksvraag is waarom er zo’n opvallend verschil in gedrag is tussen PFOA en PFOS.

Een conclusie lijkt te zijn, dat PFOS een systeemprobleem is met de achtergrond, de landbouw, de Landsard en het vliegveld als actieve oorzaken. In het geval van het vliegveld zou dat oud blusschuim kunnen zijn. Het is feitelijk eerder gebeurd dat er vervuiling van de startbaan in de Ekkersrijt terecht gekomen is, namelijk de-icing vloeistof ( https://bvm2.nl/ehvairport-wordt-niet-strafrechterlijk-vervolgd-na-lozing-de-icing-vloeistof/   
Dit verdient een nader onderzoek.

Karten op De Landsard

Men zou verwachten dat als er voortdurend water De Landsard instroomt en uitstroomt, er op de lange duur grofweg een evenwicht zou moeten bestaan tussen de inkomende, de aanwezige en de uitstromende concentraties. Dat is ten duidelijkste niet het geval.

De Landsard is een herriesportterrein met motorcross, jetski en karting. Wat zou kunnen is dat De Landsard een vervuilingsbron in eigen recht is. Bijvoorbeeld in smeerolie zitten PFAS-stoffen ( https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S2352186420307240  en https://www.researchgate.net/publication/341817346_A_pilot_study_of_per-_and_polyfluoroalkyl_substances_in_automotive_lubricant_oils_from_the_United_States en https://www.nature.com/articles/s41545-023-00274-6 en https://www.chemours.com/en/-/media/files/corporate/pfas/fluoropolymers-automotive-fact-sheet.pdf?rev=9de3d4743af441618675ddc90f7f8f8b&hash=F27A561A2EE81D466F5FA5C98AC2C3CA ).

Een vervolgstudie naar herriesportterrein De Landsard als bron van PFAS-stoffen, met name PFOS, verdient nadrukkelijk de aandacht.

Het Eindhovense vliegveld opheffen?

Ik plaats hier na lichte bewerking een artikel, dat ik geschreven heb voor de site van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) in de regio Eindhoven.  Het is een iets groter publiek waard.

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Wat er in de krant kwam
Het Eindhovens Dagblad publiceerde op 26 september 2024 over twee volle pagina’s het artikel ‘Sluit Eindhoven Airport en bouw daar woningen’ (zie ondernemers-willen-tijdelijke-sluiting-airport-omzetten-in-definitieve-brainport-krijgt-hier-een-eenmalige-kans) . Het idee was afkomstig uit ondernemerskringen. Men noteerde als ondersteuner o.a. Tiny Sanders, ex-directeur van de Campina en van PSV; Leon van de Kerkhof van Kero Vastgoedontwikkeling; Geert Hurks van de Hurks Groep.
Het idee is dat het vliegveld in 2027 toch dicht moet voor baanwerkzaamheden, en de gedachte is dat je er dan net zo goed meteen mee kunt stoppen. Met name de bouwbedrijven, maar ook bijvoorbeeld iemand als ex-Trudodirecteur Thom Aussems, keken verlekkerd naar de enorme woningbouwmogelijkheden als het vliegveld geen vliegveld meer zou zijn. Enige tienduizenden woningen zou zomaar moeten kunnen.

Uiteraard werkte het idee als knuppel in het hoenderhok. Een dag later stond er driekwart pagina reacties ( Eindhoven Airport sluiten? Een krankzinnig idee), waaronder een reactie van mij in mijn rol  als BVM2-secretaris, en van BOW-voorzitter en BVM2-medebestuurder Klaas Kopinga.

De reacties van anderen
Men kan enkele typen reacties onderscheiden.

Eerst was er een poll op het eind van het eerste artikel “Moet Eindhoven Airport sluiten om plaats te maken voor woningbouw?”. Die eindigde na 2243 stemmen in 49% nee, 48% ja en 3% geen mening. Dus opmerkelijk weinig mensen die het niet interesseert en meer animo dan tegen het vliegveld  dan ooit tevoren.

Dan zijn er reacties die niet zozeer tegen het idee zijn, maar die op de onhaalbaarheid focussen, zoals die van Eric van Schagen, voorzitter VNO-NCW Brabant en Zeeland.  Het is opmerkelijk hoe lauw in regionale ondernemerskringen het belang van het vliegveld gewaardeerd wordt. Zelfs een relatieve tegenstander van opheffing, zoals Ferdinand Gremmen van SDK Vastgoed, ziet ook de voordelen.
Johan Martens, voorzitter van het Ondernemers Kontakt Eindhoven Airport, noemt de economische betekenis van het vliegveld voor de regio beperkt – dat geldt overigens ook voor zijn eigen bedrijventerrein, waarvan de luchtvaartgebondenheid bepaald niet in het oog springt.
Ook in het Luchthaven Eindhoven Overleg schitteren de ondernemers, al dan niet Brainportachtig, meestal door  afwezigheid.

Verder zijn er de institutionele tegenstanders van opheffing waarvan men het standpunt bij voorbaat uittekenen kan, zoals Schiphol (voor 51% eigenaar van de civiele onderneming Eindhoven Airport)  en Defensie – staatssecretaris Tuinman laat weten eerder meer dan minder Defensieruimte nodig te hebben. En aangezien deze beide instanties de baas zijn op het vliegveld, is de opheffing van het vliegveld zeer onwaarschijnlijk.

Een curiosum is de mening van het Eindhovense VVD-gemeenteraadslid Lex Janssen, tevens fractievoorzitter. Die meent (ten onrechte) dat er met grotere, stillere en schonere toestellen meer kan worden gevlogen. Verder stelt hij en passant voor om op het vliegveld civiele vrachtvluchten toe te staan (die er nu niet zijn), want de machines van ASML (enorme, maar kwetsbare, bakbeesten waarvoor ongetwijfeld grote en complexe constructies nodig zijn) moeten op Eindhoven worden ingeladen en niet  op Schiphol. Waarom dat moet, wordt niet uitgelegd.
In elk geval op Schiphol voldoen vrachtvluchten aan twee kenmerken: dat gebeurt in oude vliegtuigen en die vliegen ’s nachts. Wil de VVD herrievluchten in de nacht?
Overigens zitten in het pakket van Eindhoven Airport geen voor ASML  relevante intercontinentale bestemmingen als Taiwan en de USA.


De reactie van BVM2
Het artikel in het Eindhovens Dagblad was niet, zoals half  voor de grap gezegd werd, zoiets als een briljant complot van BVM2. Integendeel, BVM2 wist van niets en slechts bij toeval hoorde ik een dag van tevoren dat dit er aan zat te komen. Was er tenminste nog enig intern overleg mogelijk voor journalist Lucas van Houtert belde.

BVM2 had, en heeft, geen mening  klaarliggen over het opheffen van het vliegveld. Dat is een zo weinig realistisch scenario (civiel en, meer nog, militair) dat het niet loonde om daar je energie in te steken. Dus kon ik de bellende journalist niet zomaar even namens BVM2 een pasklaar antwoord ja of nee geven.

BVM2 heeft altijd gesteld dat het vliegveld economisch weinig voordelen voor de regio heeft. De recente reizigersmonitor ( https://bvm2.nl/onduidelijke-reizigersmonitor-levert-toch-paar-essentiele-inzichten-op/ ) bevestigt dat. Ruim de helft van de passagiers bestaat uit vakantiegangers, en daarvan is het overgrote deel ‘outbound’ (geeft het geld elders uit), en komt minder dan de helft uit Brabant, en nog minder dan die helft uit Zuidoost-Brabant.
Zie desgewenst ook https://bvm2.nl/manshanden-het-nederlandse-luchtvaartbeleid-zou-zin-hebben-in-congo/ .

Ook de werkgelegenheid is geen groot punt.
Als het militaire Eindhovense vliegveld zou sluiten (wat niet zal gebeuren), verplaatst de bijbehorende werkgelegenheid zich gewoon naar elders. Defensie heeft een schreeuwende behoefte aan personeel.
De civiele werkgelegenheid haalt bij lange na de 1500 niet die het Eindhovens Dagblad noemt. Eindhoven Airport is geen economische motor. Eind 2023 werkte er bij Eindhoven Airport 73,8fte en bij het hotel 10,5 fte ( https://jaarverslag.eindhovenairport.nl/medewerkers/ons-team ).
Bijvoorbeeld het Marechaussee-personeel moet niet meegeteld worden, want die werken sowieso ergens. Het personeel  van de luchtvaartmaatschappijen is ook niet erg regiogebonden.
En de luchtvaartgebondenheid bij de bedrijventerreinen is niet afwezig, maar ook niet heel groot. Sowieso floreren de bedrijventerreinen Eindhoven Airport en Flight Forum niet bovenmate ( https://bvm2.nl/gebiedsvisie-eindhoven-airport-district/ ).

Flght Forum

In het theoretische geval dat Eindhoven Airport niet zou bestaan, zou de economie van de regio daar nauwelijks onder lijden. De meest existentiële hinder zou er zijn voor de arbeidsmigratie uit Oost-Europa.
Waarschijnlijk zou de extra bouwgrond eventuele nadelen meer dan goed maken.

De beperkingen van het woningbouwmogelijkheden in de regio vanwege het vliegveld komen bij BVM2 wel op een andere manier aan de orde, legde ik aan de journalist uit.
De oppervlakte van het vliegveld zelf zit ergens rond de 3,5 a 4 km2 (bij bijvoorbeeld 25 woningen per hectare goed voor 9000 woningen).
Maar ten tijde van de Alderstafel (advies 2010) hebben de wethouders in de regio afgesproken (zonder dat dat in een formele wet is vastgelegd) dat er geen grootschalige nieuwbouw komt binnen de z.g. 20Ke-zone, ruwweg een sigaar op de kaart van Zuid-Veghel tot Duizel. Die sigaar heeft een oppervlakte van rond de 100km2. Het advies-Van Geel ( https://bvm2.nl/samenvatting-eindrapport-proefcasus-eindhoven-airport/ ) wil dat de wettelijke 35Ke-geluidscontour 30% kleiner wordt, hetgeen betekent dat de daarbuiten liggende 20Ke-geluidscontour ook 30% kleiner wordt. Dus uitvoering van Van Geel zou grofweg het opheffen van 30km2 bouwverbod betekenen. Kunnen de bouwondernemingen niet op het vliegveld zelf bouwen, maar wel (veel meer zelfs) in bijvoorbeeld Meierijstad. Zie https://bvm2.nl/who-geluidsadvies-heeft-grote-gevolgen-voor-woningbouwlocaties-rond-vliegveld/  en https://bvm2.nl/bvm2-verbaasd-over-woningbouw-op-het-kantorencluster-van-bedrijventerrein-flight-forum/ .
Ook de recente, meer realistische, afspraak van BVM2 met zijn achterban, om toe te werken naar 25.000 a 30.000 fossiele vliegbewegingen per jaar zou een woningbouweffect in die orde van grootte hebben.

Woningbouwlocaties vlak buiten de 20Ke-contour

Civiel en militair zijn twee geheel verschillende verhalen, meldde Bernard Gerard bij de journalist.
Civiel gaat niet om leven en dood. Als er minder gevlogen wordt, kunnen minder mensen minder vaak op vakantie naar Malaga. Dat is vervelend voor die mensen, maar ook niet meer dan dat. Bovendien zal toch het klimaat steeds verder doorwerken in de omvang van de luchtvaart. Er komt bijvoorbeeld een CO2 – cap op regionale luchthavens ( https://bvm2.nl/5218-2/ ), en daar valt niet met alleen technische middelen aan te voldoen. Er moet gewoon minder gevlogen worden.
Militair vliegen gaat wel om leven en dood. BVM2 is geen politieke organisatie en accepteert hier de democratisch vastgestelde defensietaak. Er valt te mopperen over de uitvoering daarvan, zoals te laag vliegen of over woonbebouwing, of zinloze rondjes, maar niet over de basistaken.

BVM2 ziet graag de steun van het bedrijfsleven voor een forse krimp van het aantal vliegbewegingen.

DAF Trucks en Milieudefensie spreken over het klimaat

De voorgeschiedenis
Milieudefensie landelijk heeft, in de nasleep van het Shellvonnis, 29 bedrijven in den lande aangeschreven dat deze een klimaatplan moesten maken.
Milieudefensie Eindhoven heeft in diezelfde geest een brief gestuurd naar een handvol bedrijven in de regio, waaronder DAF Trucks N.V. (onderdeel van PACCAR)  Daarin werd DAF Trucks N.V. gevraagd om tot dezelfde emissiebeperking te komen als gevraagd aan de 29 bedrijven, namelijk een broeikasgasemissie die in 2030 45% lager is dan in 2019. Verder werd om een klimaat- en milieujaarverslag gevraagd. 

Er volgde een constructief antwoord. Er bestond bij DAF Trucks meer beleid dan naar de buitenwereld (bijvoorbeeld via de site) bleek. Het bedrijfsdoel was om in 2030 45% minder uit te stoten dan in 2019, 64% minder in 2035 en 90% minder in 2040. Dit voor scope 1,2 en 3.
Verder werkt DAF Trucks aan de (Europees verplichte) ESG-rapportage.

Overigens heeft niet alleen Milieudefensie op duurzaamheidsgebied wensen. Ook de Europese Unie heeft reductiedoelen voor nieuwe vrachtauto’s, te weten 43% in 2030 en genoemde percentages in latere jaren.

Twee maand na het antwoord van DAF Trucks lag het beloofde Sustainability Report 2023 op tafel, vergezeld van een gespreksuitnodiging. 

Het Sustainability Report 2023
Het is in meerdere opzichten een interessant jaarverslag.

DAF Trucks maakte in Eindhoven en in het Belgische Westerlo samen in 2023 69.800 nieuwe trucks, 59.500 motoren, 58.464 cabines en 139.000 assen.

De scope -1 en -2 emissies van dit productieproces in alleen de Eindhovense fabriek bedroegen samen 73.941 ton CO2 .
Dat is (volgens het jaarverslag) ongeveer een half % van alle emissies.
De rest is scope-3. Het overgrote deel van die scope-3 emissies (ca 95%) komt uit uitlaten van nu rondrijdende vrachtauto’s, waarvoor als ‘educated guess’ op basis van modellen en kengetallen grofweg 30 ton per vrachtauto wordt aangehouden, op basis van 100.000 km per jaar en 1,6 miljoen km over de levensduur van de truck. Het resterende deel van de scope-3 emissies zit bij toeleveranciers en daar heeft DAF Trucks ook verduurzamingsafspraken mee.  
Mede op basis van het erop volgende gesprek moet de totale broeikasgasemissie van DAF op circa 8 tot 15Megaton CO2 geschat worden (op welk getal dus 45% bespaard zou moeten worden).
In dit erop volgende gesprek is gezegd dat er aan gewerkt wordt om de emissiegetallen verder in kaart te brengen, en er in het volgende jaarverslag op terug te komen.

Verder verschijnen er in het jaarverslag sterke initiatieven op het gebied van circulariteit, en bevat het ook passages over sociaal beleid.

Het gesprek
Het beloofde gesprek heeft op 23 september 2024 plaatsgevonden, ten kantore van DAF Trucks.
Aanwezig waren voor DAF Trucks Jos Habets (Director Operations) en Eri van de Laar (Sustainability Manager), voor Milieudefensie landelijk staflid Niels Hazekamp, en voor Milieudefensie eindhoven Bernard Gerard, Tom Edelbroek en Wen Spelbrink.

Het was een goed gesprek.

De gesprekspartners waren het eens over de wenselijkheid van het reductiedoel.
Daarna kwam aan de orde hoe dit doel praktisch bereikt kon worden.
DAF Trucks benadrukte dat er heel veel verschillende vrachtauto’s zijn qua gewicht, actieradius, techniek en bedrijfsdoel (een vuilniswagen stelt andere eisen dan een zware langeafstandstruck of een brandweerauto of een vrachtauto voor stadsdistributie).
DAF Trucks sluit geen enkele verduurzamingstechniek a priori uit, maar werkt in praktijk momenteel nog met de modernste dieselmotoren (die ook op biobrandstof kunnen rijden) en met elektrische of hybride-elektrische motoren. Waterstof en e-fuels zitten nog in de experimentele fase – niet zozeer omdat het technisch niet kan, maar vooral vanwege de toeleveringslogistiek.

De gesprekspartners verschilden van mening over de dwingendheid van de wetgeving, in combinatie met het invoeringstempo.
Milieudefensie benadrukte het acute karakter van de klimaatcrisis en ziet de reductiecijfers als taakstellend. Als ze niet met alleen maar technische middelen gehaald kunnen worden, moet ook gedacht worden aan minder gesleep met goederen en met andere transportmiddelen.
DAF Trucks stelt dat dit soort maatschappelijke verschuivingen buiten zijn beïnvloedingsmogelijkheden ligt, en dat het bedrijf produceert voor een markt met smalle marges. De nieuwe vrachtauto’s moeten wel verkocht worden.
De afweging van klanten die de aanschaf van een elektrische truck overwegen wordt sterk beïnvloed door de kWh-prijs en door de kwaliteit van de laadinfrastructuur die (anders dan bij personenwagens) nog grotendeels ontwikkeld moet worden en die veel hogere eisen stelt dan de eisen die bij personenwagens gesteld worden.
Deze behoeften liggen deels op politiek terrein. DAF Trucks kan zijn invloed uitoefenen, maar kan hier niet wat afdwingen.

Hoewel Milieudefensie en DAF Trucks inzake de problematiek rond de praktische vormgeving andere afwegingen maken, kan Milieudefensie begrip opbrengen voor de positie van DAF Trucks.

Afgesproken is dat er een vervolggesprek komt. Het Sustainability Report 2024 zou hiervoor een goede kapstok kunnen zijn.

V.l.n.r. dhr. Spelbrink, Edelbroek, mevr. Van de Laar, dhr Gerard, Hazekamp en Habets

Voor een voorafgaand artikel zie DAF Trucks brengt ‘Sustainability Report 2023’ uit – soms goede plannen (update dd 29 sept 2024) .

Goedbezocht Eindhovens Klimaatcafé met Donald Pols

De Eindhovense groep van Milieudefensie heeft, in samenwerking met Milieudefensie landelijk, een Klimaatcafé georganiseerd op donderdag 19 september 2024. Het was tevens de eerste vormgeving van wat een nieuw format zou kunnen worden.

Deze eerste test is iedereen goed bevallen. Met bijna 60 mensen uit de regio zat de zaal van LAB-1 goed vol.

Tessa Hagen interviewde Donald Pols. Hij schetste waarom Milieudefensie de grote bedrijven in het algemeen, en Shell en daarna 29 bedrijven in het bijzonder, is gaan aanpakken. Die zenden, elk apart of samen, direct of indirect, onevenredig veel broeikasgassen de atmosfeer in. Geen van de bedrijven heeft een klimaatplan dat standhoudt in het licht van het Klimaatakkoord van Parijs, al zijn er binnen dat ‘onvoldoende’ gradaties. Vijf bedrijven hebben toegezegd dat ze een plan gaan maken dat er wel aan voldoet.
De meeste bedrijven proberen staande te houden dat het Klimaatakkoord alleen landen bindt, en geen bedrijven. Milieudefensie vindt dat bedrijven wel gebonden zijn. Dat is een uiterst principiële strijd.

Fossiele partijen hebben veel te verliezen en lobbyen zich suf. Onder andere om €40 miljard fossiele subdidies in stand te houden.

De bank ING is  het volgende juridische doelwit. Net op de dag van het Klimaatcafé maakte ING in zijn Climate Progress Update  zijn eerste kleine stapje bekend. De eerste analyse leert dat ING, direct of indirect, 250 Megaton broeikasgas uitstoot in plaats  van de eerder bekende 50 Mton. Milieudefensie vindt dat te weinig ( https://milieudefensie.nl/actueel/nieuwe-klimaatrapport-ing-klinkt-groen-blijkt-toch-weer-vies ) en op deze basis gaat het proces door.

Donald Pols zei dat hij er teleurgesteld in was, dat bij Prinsjesdag de politiek er niet in geslaagd was om het debat ook over klimaat te laten gaan.

Tenslotte deed hij een dringend beroep op iedereen in de zaal, voor zo ver dat nog nodig was, om de milieu- en klimaatorganisaties te steunen met lidmaatschap en activiteit. Of dat nou Milieudefensie werd, of XR, of Greenpeace of Natuur en Milieu.

Op een vraag in die richting maakte Donald ook melding van de vele internationale contacten van Milieudefensie.

Tessa Hagen interviewt Donald Pols

Hierna interviewde Tessa de actieve leden van de lokale afdeling in Eindhoven van Milieudefensie, te weten Bernard Gerard en Dorry Elshout.
De eerste boodschap is dat de lokale afdeling uiteraard de landelijke aanpak steunt (o.a. met een oproep aan religieuze organisaties in de regio om ondersteuner te worden van het ING-proces (zie https://eindhoven.milieudefensie.nl/religieuze-organisaties-2525-2/ ). Verder heeft de afdeling zelf ook, op een lager niveau, een handvol lokale bedrijven aangeschreven, wat o.a. resulteert in een aanstaand gesprek met DAF Trucks (dat inmiddels plaatsgevonden heeft). Milieudefensie Eindhoven participeert in de koepel van anti-vliegveldorganisaties Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), wat in deze relevant is omdat Eindhoven Airport dochteronderneming is van Schiphol. Tenslotte heeft de afdeling interesse in elk goed idee dat zich aandient, waaronder de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dat laatste leverde al meteen twee mogelijke contacten op.

De laatst geïnterviewde persoon was een van Eindhovens Klimaatburgemeesters, Judith Lammers. Judith werkt vooral in de context van de lokale politiek en noemde bijvoorbeeld de unieke Eindhovense Klimaatverordening.
In de regio lopen veel knappe koppen rond, maar de politiek is niet navenant knap. Er gaat nog teveel geld naar kleine of onhandige beslissingen.
Ook werkt Judith veel op educatief terrein.

Daarna vond de pre-première plaats van de documentaire Once You Care. Die gaat over een bezoek van activisten (waaronder acteur en schrijver Gaite Jansen) aan de afgelopen aandeelhoudersvergadering van Unilever. Binnenkort is de (inmiddels uitverkochte) echte première. De trailer is te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/once-you-care .

Na afloop van de avond werd er nog een tijdje nagepraat en zijn er enkele veelbelovende contacten gelegd.

De Open Monumentendag in de radiotelescoop in Dwingeloo

De 37000ste tik op mijn gezicht
Er komt heel wat volk langs op deze website. Een deel daarvan tikt op de homepage met mijn portret. Dat wordt geteld (overigens op basis van volstrekte anonimiteit) en al weer een tijdje geleden was dat voor de 37000ste keer gebeurd.
Na elke 1000 tikken een artikel dat enigermate afwijkt van het gebruikelijke stramien, en wat persoonlijker is. Vandaag over de radiotelescoop in Dwingelo.

Overigens hijgt de 38000ste tik al weer in mijn nek.


Het familiefeest
Ik moest voor een familiefeest in een horecagelegenheid nabij Dwingeloo zijn. Mijn partner en ik hadden er wat extra dagen aan vast geplakt in een vakantiehuisje, deels ingevuld met fietstochten want het Dwingelderveld is een heel mooi gebied (Nationaal Park en Natura2000).
Het feest was op 15 september en het toeval wilde dat dat ook Open Monumentendag was en de radiotelescoop deed daaraan mee. Het toeval wilde ook dat de telescoop, de horecagelegenheid en het vakantiehuisje vlakbij elkaar liggen.
Geïnteresseerden konden dus een bezoek aan het monument brengen. Je moest ervoor reserveren, want het was druk.

Instrumentenpaneel, deels nog origineel

De radiotelescopie en de telescoop in Dwingeloo in zijn wetenschappelijke tijd
Wie interesse heeft in de geschiedenis vna het onderwerp, kan terecht op de UNESCO-site https://web.astronomicalheritage.net/show-theme?idtheme=18 .
In 1932 ontdekte Jansky dat er radiostraling om ons heen zat. Dat was in eerste instantie vervelend, want Jansky werkte bij Bell Labs en de ruis stoorde de communicatie. Jansky vermoedde al dat een deel van die straling uit de Melkweg kwam.

De eerste die de straling niet als hinder, maar juist als kans zag, was de Amerikaanse ingenieur Grote Reber (elektronica en antennetheorie was zijn vak). Hij knutselde in zijn achtertuin de eerste schoteltelescoop in elkaar en maakte daarmee de eerste ruwe kaart van de Melkweg. Bij wijze van uitzondering viel hem de grote eer te beurt dat hij als niet-astronoom in een astronomisch tijdschrift mocht publiceren. De telescoop van Reber staat nu in National Radio Astronomy Observatory in Green Bank, West Virginia, USA .
Reber verordonneerde in zijn testament dat zijn as ingebouwd moest worden in de, inmiddels her en der uit de grond geschoten, telescopen. Een deel van zijn as ligt achter een teksttegel in het fundament van de telescoop in Dwingeloo.

Mede door de ontwikkeling van de radar werd er steeds meer bekend over radiogolven uit de ruimte. In 1944 ontdekte Oort een specifieke straling die wetenschappelijk van groot nut zou worden, de z.g. 21 cm-lijn. Die wordt uitgezonden door neutrale waterstofatomen (code H1) en wordt veroorzaakt door de magnetische wisselwerking tussen de spin van het proton en die van het elektron – die kunnen met elkaar mee of tegen elkaar in staan.
Op zich is de uitzending van een foton in deze categorie uiterst zeldzaam, maar omdat er vreselijk veel neutrale waterstofatomen in het heelal zijn, komt er toch een heel goed detecteerbaar signaal binnen.
De lijn is scherp. Dat maakt het mogelijk het Dopplereffectte meten waarmee, behalve de positie, ook de snelheid van een neutrale waterstofwolk gemeten kan worden.

Geschiedenisdisplay bij de telescoop

Na de oorlog gingen overal in Europa geleerden eerst aan de slag met oude Duitse radarschotels van 7,5m, in Nederland in Radio Kootwijk.
Maar een schotel van 7,5m ziet niet scherp genoeg. Vandaar dat de voorloper van de organisatie die nu Astron/JIVE heet een 25m -telescoop mocht bouwen, die dus in Dwingeloo kwam (aan de rand van de grote stille heide). Ook radio-stil. Er staan nog bordjes dat je je telefoon uit moet zetten, maar daarop wordt niet meer gehandhaafd.
De telescoop werd in 1956 geopend door professor Oort en koningin Juliana.

De Dwingeloo-telescoop was even de grootste van de wereld, en is nog steeds beroemd. Nederland heeft er zijn vooraanstaande positie in de radiotelescopie mee veroverd, en die is er nog steeds.

Het beroemdste product van de telescoop is de kaart van het heelal op basis van de 21cm – lijn. In de werkruimte van de telescoop staat onderstaande trotse poster . De bijbehorende publicatie (uit 1994) is nog steeds te downloaden , bijvoorbeeld op Harvard-artikel over 21cm-lijn .

De originele afbeelding uit de wetenschappelijke publicatie

De wetenschap  van de radiotelescopie heeft grote stappen vooruit gezet. Daardoor raakte het Dwingeloo-concept achterhaald. In 1998 eindigde het wetenschappelijke gebruik .

Die betere telescopen staan overigens ook in Nederland. In Westerbork staat sinds 1970  de Westerbork Synthese Radio Telescope (14 schotels op een rechte lijn van 3km lang, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Westerbork_Synthese_Radio_Telescoop ). Deze telescoop werkt nog steeds.
De uitbreiding daar weer van is LOFAR dd 2010, ook in Drenthe ( https://nl.wikipedia.org/wiki/LOFAR ).

De telescoop in Westerbork

De huidige rijksmonument-fase
Waarna de vraag rees wat men met de constructie aan moest. Zakelijk gezien kon hij worden afgebroken, maar er waren sentimenten.
Er gebeurde dus een tijd niets. De telescoop werd plat op zijn sokkel gelegd (minste windeffect) en de 40 ton staal begon te roesten. Er vielen zelfs stukken uit.

Uiteindelijk is de Dwingeloo-telescoop tot nationaal monument verklaard.

En omdat elk monument het beste gedijt bij voortgezet gebruik dat past bij waar het voor bedoeld  was, wordt de Dwingeloo-telescoop vanaf 2007 door eigenaar Astron verhuurd aan de Stichting CAMRAS. De vrijwilligers van CAMRAS (nu ca 70 personen) hebben de telescoop in de jaren 2012-2014 grondig gerenoveerd (en dat was wel nodig).

CAMRAS draait er nu wetenschap op secundair niveau en educatieve activiteiten (bijv. een profielwerkstuk). Zie https://www.camras.nl/ .

Het  was dus CAMRAS die de presentatie bij de Open Monmentendag verzorgde. Was wel leuk in het bedieningshuis, dat op de telescoop gemonteerd zit en dus om de vertikale as meedraait.

De Chinezen hadden blijkbaar een raket over en een satelliet, die ze toen maar in een baan om de maan geschoten hebben (de Longjiang-2). Op Dwingeloo observatietijd wilde inruimen? China was even tricky, extra aandacht voor transparatie, maar de data waren volstrekt onschuldig en dat resulteerde uiteindelijk in een mooie foto van de aarde, gemaakt vlak langs het maanoppervlak. Wie in de ronde zwarte vlek links onder zit, ziet een zonsverduistering en vanaf de maan gezien is het een aardverduistering.

Om 15.02 uur kwam er een satelliet over.

Je kunt een pulsar zien (op een registratiescherm) en horen pok -pok – pok – pok met een periode van 0,7 sec. Een pulsar is een ingestorte ster met een heel sterk magneetveld, die razend snel rondtolt en daarbij een soort vuurtorenbundel aan straling rondstuurt. Als de aarde toevallig in de bundel ligt, krijg je een korte puls.

Men kan een radiosignaal naar de maan sturen, het daar laten terugkaatsen, en (sterk verzwakt) weer opvangen. Gekozen werd voor een fragment van Vader Jacob. Klonk apart
Radioamateurs gebruiken die terugkaatsingstechniek soms om wereldwijze verbindingen te maken.

Ruwe signalen van de Japanse maanlander LEV-1 . CAMRAS kon die beter waarnemen dan de Japanners zelf.

Wie nog eens in de gelegenheid is om de telescoop in Dwingeloo te bezoeken, moet dat niet laten. Hij is niet standaard open, maar wel soms en eventueel op aanvraag.

Klimaatmaatregelen – hoe weet je wat werkt?

Inleiding
Heel veel landen nemen bij elkaar heel veel klimaatmaatregelen. Die werken soms wel en soms niet, en soms een beetje.
Gegeven de grote financiële en inhoudelijke belangen zou het goed zijn, als er een methode bestond om op systematische wijze te analyseren wat in welke mate werkt. Tot voor kort kon dat niet. Er werd van alles beweerd met een hoog subjectief, willekeurig  of god zegene de greep – gehalte.

Een internationale groep onderzoekers, meest uit Berlijn (even kortheidshalve de Potsdam-groep), heeft in Science van 23 augustus 2024 een analytisch raamwerk geproduceerd dat een forse stap vooruit zet bij het oplossen van dit evaluatieprobleem. De studie is te vinden op https://www.science.org/doi/10.1126/science.adl6547 . Het is een Open Access-tekst, waarbij een uitgebreid pakket ondersteunend materiaal hoort.

In de studie worden 1500 beleidsmaatregelen onderzocht, gericht op CO2-vermindering, die in totaal van 1998 t/m 2022 door 41 landen op zes continenten doorgevoerd zijn. De ca 1500 maatregelen zijn ingedeeld in 48 benamingen, waarvan er 39 hieronder afgedrukt staan.
Van de 41 landen zijn er 20 lid van de EU. Collectieve stappen van de EU worden daarom apart vermeld.
Dit bestand van 41 landen is eenzijdig samengesteld. Afrika, het Nabije Oosten en centraal Azië zijn zwaar ondervertegenwoordigd. Dit is geen opzet, maar een gevolg van datagebrek. Enige behoedzaamheid is op zijn plaats.


De methode
Als economen quasi-experimenteel willen werken, gebruiken ze de Difference in Difference – methode (DiD). Het lijkt in de verte een beetje op hoe ze nieuwe medicijnen testen: je probeert een groep te vinden waar een maatregel op moment t1 wel genomen is, en een vergelijkbare groep waar dat niet gebeurd is, en op basis daarvan probeer je na een eindmoment t2 tot verstandige uitspraken te komen.
Dat is nog een stuk gecompliceerder dan bij de ontwikkeling van een nieuw medicijn, en daarom lopen er in vakkringen uitvoerige discussies.
Om zichzelf groot leed te besparen in de vorm van uit de hand lopende omvang van doelgroepen, universitaire budgetten en computerrekenkracht, beperkt het gemiddelde economische veldwerk zich tot een aantal oorzaken en gevolgen dat niet al te ver boven de één ligt.

Hier heb je nu dus ca 1500 beleidsmaatregelen van allerlei aard, ingedeeld in 48 benamingen, verspreid over 41 landen, elk met hun eigen t1 en meestal geen t2 (vaak dus overlappend werkend), waarbij één gevolg onderzocht wordt, namelijk welke daling van de CO2 – emissie die leidt. Dit liefst per maatregel of combinatie van maatregelen.

Daarvoor heeft de Potsdamgroep een methode ontwikkeld en die werkt met machineleren. Dat leidt tot statistische teksten die voor mij te hoog gegrepen zijn, maar die diverse controlerende wat als?-vragen overleven en die door de peer review van Science zijn gekomen, dus ik ga er maar van uit dat de resultaten kloppen en robuust genoeg zijn.

Eerstens worden de 41 landen ondergebracht in de categorie ‘developed economies’ (27 landen) of ‘developing economies’ of ‘transitional economies’ (14 landen).

In elk geval wordt de conventionele stap gezet om elk land te schematiseren tot vier maatschappelijke werkterreinen: gebouwde omgeving, industrie, elektriciteitsopwekking en transport. Per werkterrein blijken een dozijn of minder soorten maatregelgroepen werkelijk relevant (zie boven).

Verder worden de 48 maatregelbenamingen ingedikt tot vier beleidsmatige categorieën: beprijzen, reguleren, subsidiëren en informeren. Hierboven bijvoorbeeld (gebouwde omgeving) is de benaming ‘building code’ reguleren, de benaming ‘label’ informeren, ‘performance standard’ reguleren, ‘adoption subsidy’ subsidiëren en ‘carbon tax’ beprijzen.


Het machinelerende algoritme gaat op zoek naar ‘doorbraken’.
Iets heet een ‘doorbraak’ als de CO2-emissie daalt met minstens het minimumpercentage dat het algoritme kan ontdekken. Wat dat minimum is, hangt er van af welke zekerheid men wil en op welke termijn men vanaf t1 vooruit kijkt.
Als men genoegen neemt met 99% zekerheid (p=0.01), en als men of heel kort vooruit kijkt of heel lang (1 jaar resp. 22 jaar) is de detectiegrens ruim 10% afname. Kijkt men dan middellang vooruit (pakweg tussen de 6 en de 17 jaar), dan is de detectiegrens een afname van 4,5%.
Men betaalt voor meer zekerheid (p=0.001) de prijs van minder ontdekkingen.
Vaak blijken de emissiereducties ver boven de detectiegrens te liggen.

Bij de OECD (Organisation for Economic Coöperation and Development) ligt, sinds kort, een bestand waarin alle beleidsmaatregelen worden bijgehouden.
Versimpeld stelt de Potsdamgroep nu dat als de maatregel uit het OECD-bestand binnen twee jaar van de doorbraak ligt (hetzij ervoor hetzij erna) de maatregel oorzaak is en de doorbraak gevolg.

Als voorbeeld van hoe het werkt de elektriciteitsopwekking in het United Kingdom en de industrie in Frankrijk van 1998 t/m 2022.

Steeds is de zwarte lijn wat feitelijk gebeurd is, de blauwe lijn de voorspelling van het model, de rode lijn wat er volgens het model gebeurd zou zijn als de maatregel, waaruit de doorbraak volgde, niet doorgevoerd was. Boven de horizontale as staan beleidsmaatregelen in het bijbehorende jaar. EU-maatregelen staan apart vermeld, de rest is nationaal.
Gearceerde breedtes duiden onzekerheidsgebieden aan, CI betekent Confidence Interval.

Resultaten
Op deze manier vindt de Potsdamgroep binnen de ca 1500 maatregelen 69 doorbraken (48 in developed en 21 in developing economies; 24 in de gebouwde omgeving, 19 bij het transport, 16 in de industrie en 10 in de elektriciteitsproductie – waarschijnlijk zit hier een rekenfoutje en moet dit 22-19-16-12 zijn).
Van die 69 zijn er 63 aan een aanwijsbare oorzaak te koppelen (volgens mij 22-15-14-12).

Die 63 succesvolle maatregelen hebben de atmosfeer 0,6 tot 1,8Gton CO2 bespaard (een Gton is 1000 miljard kg). Waarschijnlijk wordt hier ‘per jaar bedoeld’, maar dat staat er niet bij.
Gegeven overigens de omvang van het probleem, is dat nog lang niet genoeg. Er moet tot 2030 minstens jaarlijks 15Gton af om onder de 2°C te blijven

Uit het onderzoek zijn enkele, algemeen geformuleerde, wijsheden af te leiden.

  • Effectief beleid hangt af van het ontwikkelingsniveau van de economie (voor de hand liggend, maar nu ook feitelijk bewezen)
  • Goede combinaties van beleidsmaatregelen (een goede ‘mix’) werken beter dan afzonderlijke maatregelen.
    Het afgedrukte voorbeeld van het UK in de jaren 2015 en 2016 laat dat zien. Daar staan heel veel hokjes. Er was de aankondiging van het uitfaseren van kolen (een regulerende ‘ban’), er was een bodemprijs in het ETS dus een aanvullende energiebelasting (dubbele ‘pricing’), er waren plannen om hernieuwbare energie uit te breiden (‘regulation’) en er kwamen duurzame energie-subsidies (‘subsidy)).
    In Noorwegen wordt de verbrandingsmotor uitgefaseerd in combinatie met een subsidie op elektrische auto’s.
  • De optimale mix is sectorafhankelijk – ziet er voor de bouw anders uit dan voor de industrie. Zie bijvoorbeeld de B in de bovenste afbeelding
  • Goed kllimaatbeleid moet gepaard gaan met goed sociaal beleid. Daaraan valt nog veel te onderzoeken
  • ‘Pricing’ is in ontwikkelde economieën het krachtigste individuele instrument, en een bijna onmisbare aanvulling op meer populaire instrumenten als subsidie, regulering en informeren.
    Voor zich ontwikkelende economieën geldt dit niet of veel minder.

Deze tabel heeft betrekking op ontwikkelde economieën.
De linkerkolom geeft de beleidscategorie, hetzij alleen, hetzij in combinatie, De regels sluiten elkaar uit (dus ‘pricing’ zit niet in ‘pricing and regulation and subsidy).
De tweede kolom geeft aan hoeveel de categorie, of combinatie van categorieën, procentueel bespaart aan CO2  – emissie. Dus de categorie ‘alleen pricing’ bespaart bij doorbraken in de gebouwde omgeving gemiddeld 22.64% CO2.
De derde kolom geeft aan in hoeveel % van de doorbraken in het betreffende maatschappelijk werkterrein op deze regel thuishoort. Dus van de succesvolle 63 doorbraken zitten er 22 in de gebouwde omgeving, waarvan er 2 uitsluitend in de categorie ‘pricing’ horen, 4 in de categorie ‘pricing and regulation and subsidy;, enzovoort. (Betekent overigens dat er ergens een rekenfoutje in de tekst zit).
De vierde kolom wijst zichzelf.

De vier regels m.b.t. de industrie zijn hieronder voor de duidelijkheid gevisualiseerd met cirkeldiagrammen.

Lees dit als: in ontwikkelde economieën bevat 42,9% van de succesvolle case studies alleen een pricing-element (bijvoorbeeld het ETS of een aanscherping daarvan, een koolstofbelasting, of het afschaffen van fossiele subsidies). De overblijvende maatregelen zitten in de categorie regulering, combi van regulering en subsidie, of alleen subsidie,
In zich ontwikkelende economieën wordt pricing slechts in combinatie ingezet
.

NATUUR&MILIEU onderzoekt de warmtetransitie

De Transitie Visie Warmte en het gemeentelijke warmteprogramma
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de CO2-emissie van de gebouwde omgeving voor 2050 nul moet zijn, en voor 2030 49% minder dan in 1990. Een uitvoeringsdoel is dat in 2030 1,5 miljoen huizen aardgasvrij moet zijn, dat is ongeveer 20% van de toenmalige voorraad.
Dat doel kan deels met maatregelen van individuele huishoudens bereikt worden, en deels met maatregelen waar de gemeente invloed op heeft. Een belangrijke post waar de gemeente via een omweg invloed op heeft betreft de woningen van woningbouwcorporaties. Met hun landelijke koepel Aedes is afgesproken dat in 2028 al hun woningen label D of beter zijn ( https://aedes.nl/verduurzaming/hoe-zit-het-met-woningen-met-e-f-en-g-labels ).

Voor hun deel hebben alle gemeentes een ‘Transitie Visie Warmte’ moeten maken (TVW). Het PlanBureau voor de Leefomgeving heeft al die TVW’s verzameld en daaraan een overzicht gewijd, dat te vinden is op https://www.pbl.nl/nieuws/2023/gemeentelijke-warmteplannen-vragen-concretisering .

NATUUR&MILIEU (N&M) heeft het PBL-pakket gebruikt als basis voor een rapport, waarin N&M dit pakket door inperking en visualisatie en combinatie met andere bronnen behapbaar wil  maken voor het publiek, en waarin beleidsvoorstellen gedaan worden. Dat rapport is in augustus 2024 uitgekomen en heet ‘De warmtetransitie in beeld: op weg naar een succesvol warmteprogramma’. Het is te vinden op https://natuurenmilieu.nl/publicatie/transitievisies-warmte/ . Men kan de tekst op die pagina tevens zien als een hele korte samenvatting.

Verduurzaming met PVT-panelen en een lokaal warmtenet ( https://www.bjmgerard.nl/verduurzaming-ramplaankwartier-haarlem-interessant-voorbeeldproject/ )

Beleid, programma en wet
De Transitie Visie Warmte is beleid. De tekst bindtde gemeenteraad en het College van B&W politiek, maar niet juridisch. Vanuit de neoliberale vrijheid-blijheidideologie van de achtereenvolgende kabinetten (zo men wil: “het over de schutting gooien”) hebben de gemeenten weinig richtlijnen en ondersteuning meegekregen en het resultaat is dan ook een nogal bonte verscheidenheid aan teksten.

Het vervolg hangt af van enkele wetten die momenteel in procedure zijn. Voor dit verhaal is de belangrijkste wet de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) . Deze wet moet nog door de Eerste Kamer heen. Als dat lukt, treedt hij in 2025 in werking.
Omdat N&M een goede samenvatting van die wet geeft, naam ik deze onder dankzegging over.

In 2025 treedt mogelijk de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (WGIW) in werking.  Daarmee krijgen gemeenten de nodige bevoegdheden om regie te voeren in de wijk- of gebiedsgerichte aanpak van de warmtetransitie. Het belangrijkste onderdeel hiervan is de realisatie van de warmteprogramma’s. Met de invoering van de WGIW worden gemeenten verplicht om per 1 januari 2026 de TVW te actualiseren in een warmteprogramma, dat vervolgens elke vijf jaar geactualiseerd moet worden. Het belangrijkste verschil tussen een transitievisie warmte en een warmteprogramma is dat het warmteprogramma de juridische opvolger is van de TVW, en dat een warmteprogramma enkele verplichte onderdelen bevat. Waar een TVW een beleidsdocument is zonder wettelijke verankering, wordt een warmteprogramma juridisch verankerd als programma in de Omgevingswet. Ook biedt de WGIW (mogelijk) gemeenten aanwijsbevoegdheid. Daarbij kan een gemeente in het omgevingsplan gebieden aanwijzen die overgaan op een duurzame warmtevoorziening, waardoor het aardgastransport daar op termijn zal eindigen. Dit middel mag een gemeente inzetten als bijvoorbeeld bewezen is dat het alternatief goedkoper is dan verwarming op aardgas.

In warmteprogramma’s moeten gemeenten ook bepaalde verplichte onderdelen meenemen die niet in de TVW verplicht waren. Dit moet alleen voor gebieden waarin de gemeente de aanwijsbevoegdheid wil inzetten. In theorie is het dus mogelijk dat een gemeente deze punten niet meeneemt als zij deze bevoegdheid niet inzet. De belangrijkste vereisten om mee te nemen die relevant zijn voor dit onderzoek zijn:

  1. Gebieden die van het aardgas af gaan: gemeenten moeten vastleggen welke specifieke gebieden de komende tien jaar van het aardgas worden afgekoppeld;
  2. Wijze van aardgasvrij maken: er moet worden beschreven hoe deze gebieden aardgasvrij worden gemaakt;
  3. Tijdlijn: het warmteprogramma moet een planning bevatten voor de periode tot 2035, wat een uitbreiding is ten opzichte van de eerdere transitievisie warmte die tot 2030 liep.

In het kielzog van de Wciw ligt de Wet collectieve warmte (Wcw). Die gaat over warmtenetten. Deze wet is ook nog niet door het parlement. Ik behandel deze wet niet hier, maar verwijs naar het eerdere artikel op deze site https://www.bjmgerard.nl/onderweg-naar-een-provinciaal-warmtebedrijf/ .

( www.nvde.nl/warmtenetten-voor-dichtbevolkte-wijken-dertig-procent-goedkoper-dan-warmtepompen/ )

De methode van Natuur&Milieu
N&M heeft uit de 342 Nederlandse gemeenten er 40 geselecteerd, en wel als volgt.
Eerst zijn de G4 geselecteerd: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht.
Vervolgens zijn er in elk van de twaalf provincies een kleine, middelgrote en grote gemeente geselecteerd, waarbij, als er een keus is, in principe de gemeente met de meeste oude woningen geselecteerd is (oud betekent uit 1975 of ouder). Als regel pakt dat op ongeveer 50% uit.
De keuze voor woningleeftijd als keuzefactor is omdat oude woningen de grootste verduurzamingsopgave hebben.

De 40 gemeenten worden langs een pakket van criteria gelegd: twee criteria die gaan over hoe concreet de plannen van een gemeente zijn, en zeven over hoe haalbaar en ambitieus ze zijn.
Elk criterium leidt tot een stoplichtkleur, die gekoppeld is aan een bepaalde omschrijving. Zie onderstaande tabel, waarvan de afzonderlijke items in de tekst van het rapport nader worden toegelicht. Voor dit artikel is een nadere bespreking van deze toelichting niet nodig.

De resultaten
De analyse van N&M leidt tot een tabel, waarin voor elke gemeente en voor elk van de negen criteria een stoplichtkleur wordt weergegeven met bovenstaande betekenis.
Omdat deze weblog focust op Noord-Brabant, heb ik uit deze tabel met 40 gemeenten de drie gemeenten in  Brabant afgedrukt, alsmede die van de G4. Dit laatste om met G5-stad Eindhoven te vergelijken.

Eerstens meldt N&M dat een gunstige of ongunstige uitkomst niet als een waardeoordeel over die gemeente gezien moet worden. Een gemeente kan goede, en soms buiten de gemeente liggende, redenen hebben om achter te blijven op het ideaalbeeld.

Vervolgens kunnen enkele algemene observaties gedaan worden.

  • Kleine gemeentes hebben meer moeite dan grote gemeenten om tot goed beleid te komen en dit uit te voeren
  • Het 2050-doel is een stuk populairder dan het 2030-doel
  • Gemeenten  waar men al met uitvoering bezig is, zijn in de minderheid, ook bij grote steden
  • Een aantal gemeenten vertrouwt op groen gas of waterstof om de bestaande structuur voort te  zetten. Er is geen zicht op of die gassen straks voldoende voorradig zijn. Ik  vind het een vlucht vooruit.
  • Gemeenten formuleren nogal wat voorwaarden  waaraan voldaan moet worden, wil het beleid uitvoerbaar zijn.  Bijna altijd zijn dat financiële voorwaarden of dat nieuwe maatregelen meegekoppeld kunnen worden met bestaande verplichtingen. Daarnaast vaak ook bijvoorbeeld aanpassing van wet- en regelgeving en invulling van de regierol van de gemeente.

Bij mijn stad Eindhoven valt op dat de vijfde stad het, in vergelijking met de G4, niet zo vreselijk goed doet.

Nieuw beleid

  • Het Rijk moet een duidelijker regiefunctie pakken.
    Expliciteer de aardgasvrijdoelen voor 2030 en ook  voor 2035 en elke vijf jaar verder.
    Zet een grote informatiecampagne op om de mensen mee te krijgen in de noodzakelijke verandering.
  • Vertaal het rijksbeleid naar de provincies en via de provincies naar de RES-regio’s, en via de RES-regio’s naar de gemeenten. Dit kan kleine gemeenten steunen, mede omdat de RES-regio’s al een bestaand samenwerkingsverband zijn
  • Geld. Genoeg geld, toegankelijk geld, langdurig geld en structureel zeker geld
  • Hulp bij het opstellen van de juridisch bindende warmteprogramma’s, bijvoorbeeld met praktische zaken als standaardformats, kennis over de woningvoorraad, ondersteuning van bottom-up initiatieven, rekentools en isolatiegidsen
  • Een betere kennisuitwisseling tussen gemeenten onderling (en met de provicie), meer kennis in eigen huis en minder leunen op externe bureau’s.
  • Betrek de netbeheerders erbij
  • Een toegankelijke website met dit alles voor gemeenten en bewoners

N&M vertaalt zijn beleidsaanbevelingen in een infographic. Zie hieronder.

Nieuwe woningen te dicht op drukke wegen – SP Eindhoven stelt raadsvragen

Ik heb in deze koloommen onlangs een artikel gepubliceerd over een onderzoek van Investico en enkele andere persmedia, waaruit blijkt dat op 400.000 onderzochte nieuwbouwwoningen er 40.000 dichter op een drukke weg stonden dan de GGD, vanwege de luchtkwlaiteit, verantwoord vindt. Die 40.000 huizen zijn verdeeld over 204 projecten. Zie https://www.bjmgerard.nl/teveel-nieuwe-woningen-te-dicht-op-drukke-wegen/ .
Dit onderzoek is landsbreed en hoewel ik in mijn artikel wat Eindhovense voorbeelden genoemd heb (ik woon daar en ken die stad het beste) , was het artikel ook landsbreed.

Appartementencomplex Kroonhoef, een van de zes Eindhovense projecten

Naar aanleiding van het artikel op mijn site heeft de gemeenteraadsfractie van de Eindhovense SP raadsvragen gesteld die dus, uiteraard, specifiek focussen op Eindhoven. Van de 204 nieuwbouwprojecten liggen er zes in Eindhoven, en het is ook precies bekend welke dat zijn en wat hun afstand tot de weg is. Blijkt dat er in vijf van de zes gevallen een nuancering aan te brengen is: of de afstand scheelt bijna niks met wat die zijn moet, of er zit een geluidswal tussen,of het complex is heel hoog. Alleen bij het complex Kroonhoef aan de Eindhovense Ring valt eigenlijk geen nuancerende bijzonderheid te vermelden.

Zoals bekend heeft de Brainportregio een gigantische woningbouwtaak vanwege zijn gigantische groei. Er is dus een spanningsveld tussen de luchtkwaliteit die zegt dat je niet langs een drukke weg mag bouwen, en de woningnood die zegt dat je dat wel moet doen. De vragen van de Eindhovense SP gaan over dit spanningsveld.

Een inrichtingsschets van Buurtschap TeVeld, een van de zes Eindhovense projecten. Links (noord-Zuid) de Huizingalaan, boven (oost-west) de A50.

De eerste vraag is of de gemeente Eindhoven überhaupt beleid heeft t.a.v. de afstandsrichtlijn va de GGD en dan zo ja, zo nee, enzovoort.
Verder gaan er vragen in hoeverre de bouwregelgeving toestaat (en in hoeverre B&W dat wenselijk vinden) om extra eisen aan de luchtbehandeling van flatcomplexen te stellen, en in hoeverre vrijwillige beheerafspraken kunnen helpen. Tenslotte vragen over of in deze context huurwoningen vaker in de vuile lucht geprogrammeerd worden.

De vragen zijn hieronder te vinden

Update
Inmiddels heeft de lokale zender Studio040 aandacht aan de vragen besteed. Zie https://studio040.nl/nieuws/artikel/sp-stelt-vragen-over-bijna-1000-woningen-te-dicht-bij-de-weg .