Het biomassapotentieel op provincieniveau

In deze kolommen is al vaker aan de orde geweest wat de doelen en mogelijkheden van biomassa op provinciaal niveau zijn. De SP heeft er vragen over gesteld in Provinciale Staten van Brabant, de milieubeweging vindt er wat van en bijvoorbeeld Boxtel en Deurne verwachten er veel heil en zegen van.

Foto bij een artikel over het biomassaplein in Deurne
Foto bij een artikel over het biomassaplein in Deurne

Die discussie wordt zelden op basis van cijfers gevoerd. De biologische landbouw vertrekt vanuit het morele imperatief “Gij zult elke gram snipperhout terug de grond in doen” tot gemeenten en biochemiebedrijven die willen oogsten zonder zich de vraag te stellen wat er eigenlijk te oogsten valt en of daar politieke prioriteiten aan moeten worden toegekend.

Is er een provincie die al cijfers heeft?

De provincie Utrecht wil in 2040 klimaatneutraal zijn en heeft in dat kader Ecofys opdracht gegeven het Utrechtse biomassapotentieel in kaart te brengen (3 augustus 2011, Warmerdam, Yildiz, Koop). Ingekort weergegeven leidt dat tot onderstaande voorwaarden en vaststellingen:

  • Het klassieke gebruik van biomassa als voedsel voor mens en dier blijft onaangetast
  • Het onderhoud van de bodemvruchtbaarheid in termen van stikstof en fosfor blijft onaangetast
  • Het onderhoud van de bodemvruchtbaarheid in termen van koolstof wordt niet systematisch besproken. Wel wordt van enkele belangrijke organische deelstromen vastgesteld dat ze weer de grond in gaan
  • Min of meer droge reststromen worden verbrand, natte vergist
  • In Utrecht worden nagenoeg geen specifieke energiegewassen geteeld
  • De biomassa komt geheel uit afval (stedelijk afval; mest, snoeihout fruitteelt, overige agrarische reststromen; snoeihout, gras en maaisel uit landelijk gebied).
  • De energetische mogelijkheden van stedelijk afval worden al voor 85% gebruikt, die voor agrarisch en natuurafval nog maar voor 8 a 9%
  • De afvalstroom van de voedings- en genotmiddelenindustrie wordt slechts voor een zeer klein deel aan de opwekking van energie toegerekend. De veruit grootste toepassing is en blijft veevoer
  • Er is op dit moment niet of nauwelijks sprake van concurrerende vraag voor de productie van bio-grondstoffen.
  • Afvalwarmte wordt in praktijk voor 20% benut
  • De provincie Utrecht verbruikt 212PJ/jaar (*) . Alle biomassa samen is goed voor 2,0PJ/jaar (waarvan zowat de helft nu al opgewekt wordt). Dat is dus 1,0% .
  • Die 2,0PJ bestaat uit 1,35PJ elektriciteit en 0,65PJ nuttig gebruikte warmte
  • De provincie loost nu 9340 kiloton/jaar. Alle biomassa samen zou 330 kiloton CO2 per jaar besparen. Dat is dus 3,5%.

Al met al zijn de mogelijkheden voor biomassa in de provincie Utrecht in 2011 bepaald niet sensationeel. Waarmee ik ze zelf overigens niet afschrijf, want de energetische verduurzaming van Nederland gaat met èn èn èn , en sommige van die èn-nen zijn kleine stapjes. Bovendien zou het op termijn meer kunnen worden. De uitbreiding van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) leidt tot meer houtafval en minder koeien.
De discussie tussen Faaij enerzijds en Katan ea anderzijds lijkt in het Utrecht van 2011 een non-discussie, een soort ver van mijn bed – show.

Nu is de provincie Utrecht de provincie Brabant niet (waar ik woon). Er zijn belangrijke verschillen.
–           Het aantal dieren is in Brabant in verhouding groter
–           In Brabant functioneert de Green Chemistry Campus, waarvan een belangrijk doel is om chemische producten te maken uit biologische grondstoffen (zoals bijvoorbeeld uit suikerbieten).
–           Er is daarom meer reden om wel aparte energie- of grondstoffengewassen te kweken

Utrecht is een nuttig voorbeeld, maar in Brabant is er meer reden dan in Utrecht om na te denken van wat je als provincie nu eigenlijk wilt. Vandaar de vragen in PS.

Voor het Ecofysrapport zie –> ecofys biomassapotentieel provincie utrecht

(*): 1 PJ = 10^15 J = 278 miljoen kWh)

 

Energieneutraal Boxtel: goede intenties, onzekere plannen

De SP-fractie in PS heeft twee keer een werkbezoek aan Boxtel gebracht om bijgepraat te worden over de duurzame energieplannen. Eerst over de algemene lijn en daarna over het biomassaplein. De gemeente voelt zich erfgenaam van de Kleine Aarde en vindt dat daar grote ambities
bijhoren.

Maar kan dat, Boxtel ècht energieneutraal in 2040? En is Nederland ècht energieneutraal als alle gemeenten energieneutraal zouden zijn?

Nederland is meer dan de som der gemeenten
Boxtel is 0,18% van Nederland en evenredig goed moeten zijn voor 6,0PJ. In praktijk is Boxtel goed voor de helft, nl 2,83PJ. Een aantal centrale
diensten worden niet aan Boxtel toegerekend.
De som van alle gemeenten is dus niet Nederland, tenzij (bijvoorbeeld) de gemeente Haarlemmermeer Schiphol erbij pakt en (bijvoorbeeld) de gemeente Utrecht het spoorwegnet. Uiteraard is het niet realistisch om dat te verwachten.

Wat Boxtel wil en wat Boxtel realiseert
Boxtel wil in 2020 op ca 25% energieneutraal zitten en hoopt dat de technische vooruitgang daarna meehelpt om voor 2040 de rest te halen. Daar zit iets in: er is bijvoorbeeld nog veel winst te verwachten in het rendement van zonnepanelen.

De gemeente is slechts baas over zijn eigen 2% van het energiebudget. De rest van de taak ligt dus bij anderen, zoals de woningbouwvereniging Sint Josef of de Boxtelse bedrijven. Dwang is niet mogelijk. De gemeente moet het hebben van overreding, vergezeld van subsidie.

Op zich kan er wel wat op woninggebied Dat is vooral in de bestaande bouw van belang, want veel nieuwe woningen worden er niet gebouwd. Een beter energielabel voor een flink deel van de bestaande bouw klinkt voorstelbaar. Of het werkelijk kan, wordt niet doorgerekend.

Daarmee is de grootste zwakte van het Boxtelse beleid genoemd. Er wordt te weinig gerekend. Of het nu gaat om “energieproductiefaciliteiten” die 20% van de energie van de woningvoorraad moeten gaan opwekken, of dat het gaat om een warmtenet dat de afvalwarmte van het datacentrum van de Rabobank nuttig moet gaan verspreiden, er zijn geen cijfers en geen business modellen. De teksten zijn ambitieus, maar te vrijblijvend ten aanzien van de uitvoering.

Idem het biomassaplein. Men vindt op de site van de gemeente Boxtel nergens een kwantitatieve doelstelling. Als men de inmiddels failliete onderneming TripleE moet geloven (ca 570 ton vers snipperhout per jaar, aangevuld met ongeveer het tienvoudige van Staatsbosbeheer e.a.), dan kan het snipperhout ongeveer goed zijn voor 1,5% van het huidige Boxtelse energiebudget.

Conclusie
De conclusie is dat Boxtel geprezen moet worden voor zijn inzet, maar misschien wat minder woorden en wat meer berekeningen en bedrijfsplannen zou moeten produceren

(dit verhaal is een samenvatting. Het volledige verhaal is te lezen op –> Energieneutraal Boxtel

Link naar eerder artikel Boxtel, biomassa.BMF

Brief aan alle energiecoöperaties in Brabant

Er zijn steeds meer energiecoöperaties in Brabant, inmiddels 40. Die doen waardevol werk om de bevolking mee te krijgen in de noodzakelijke energietransitie. De totale energetische omvang van hun inspanningen is vooralsnog niet heel groot, maar hun katalyserende werking des te meer.

Ik heb vorig jaar in de SP-fractie in PS voorgesteld deze wereld te gaan verkennen. Dat is gebeurd door middel van een aantal interviews, die ik afgenomen heb. Dat heeft geresulteerd in de commissienotitie “Een pleidooi voor steun aan de energiecoöperaties in Brabant” dd 28 mei 2014 (zie Een pleidooi voor steun aan de energiecoöperaties in Brabant_vs2).

De notitie op 16 januari 2015 aan de orde geweest in de commissie EZB van Provinciale Staten. (Processen duren soms lang bij de provincie…). De notitie werd meegenomen bij de bespreking van de evaluatie van de eerste fase van het Energiefonds (waar behoorlijk wat geld in zit). Woordvoerder was Nurettin Altundal.
De notie genoot brede steun. Alleen de PVV zat oeverloos te zeiken, maar dat doen ze altijd over duurzame energie. De “windmolenminaretten” bewijzen in hun ogen blijkbaar de islamisering van Nederland. Gedeputeerde Bert Pauli (VVD) zei “de notitie te omarmen en ermee aan de slag te gaan.” Dat is zeer mooi!
De eerste fase van het Energiefonds was overwegend NIET op de bevolking gericht, maar op de innovatie in het bedrijfsleven. De tweede tranche moet wel meer op de bevolking gericht worden. Dat biedt dus kansen.

Ik heb voor de SP op 12 februari alle coöperaties een brief namens fractievoorzitter Nico Heijmans gestuurd (zie persbericht_SP stuurt brief aan alle cooperaties_14022015 ), waarin de steun voor de notitie bekend gemaakt is, en waarin hij deze coöperaties aanraadde zich te oriënteren op de provinciale mogelijkheden.
De SP gaat hierover graag in gesprek.

Boxtel, BMF, biomassa

De studie van wat er in Brabant aan opvattingen bestaat over biomassa heeft mij tussen twee vuren geplaatst (als ik mij deze enigszins morbide beeldspraak veroorloven mag).

Aan de ene kant de opvattingen van de gemeente Boxtel die wellicht meer willen dan kan en/of dan wenselijk is, aan de andere kant de organische landbouw, tot op zekere hoogte ondersteund door de BMF, die meent dat er helemaal niets mogelijk is, dat het organische stof-gehalte van de bodem al jaren daalt, en dat elk afgeknipt twijgje terug de grond in moet.

Ik zit er ergens tussen in. Naar mijn mening kan er best wel wat op biomassagebied, ook als je geheel politiek correct eerst zorgt voor voedsel en medicijnen voor mens en dier en voor het onderhoud van de bodem. Er blijft iets over om te verdelen over grondstoffen en biobrandstof, maar hoeveel precies en op basis van welke politieke prioriteiten je dat overschot wilt verdelen, daar durf ik op dit moment geen uitspraak over te doen.
Hier hoort een grondig onderzoek naar gedaan te worden door niet-direct belanghebbenden, gevolgd door een debat in Provinciale Staten. Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor.

Dit verhaal is te lang om hier af te drukken. Als u het wilt lezen, Continue reading Boxtel, BMF, biomassa

Brabant en het debat van de biomassa-professoren

Het debat tussen de professoren Katan, Vet en Rabbinge aan de ene kant en Faaij aan de andere kant over de mogelijkheden en onmogelijkheden van biomassa groeide uit tot een heus mediarelletje “onder professoren”. Waarmee het debat ten onrechte gekleineerd zou worden, want er komen belangrijke vragen aan de orde. Bovendien zijn de hoogleraren het tot op zekere hoogte eens, maar dat was voor de pers minder spannend.
Voorzover ik het als geïnteresseerde leek kan zien, zijn de kiftende professoren het eens over de eerste drie stappen op de biomassa-pyramide: voedsel en medicijnen voor mensen,  idem voor dieren en het in stand houden van de bodemvruchtbaarheid. Verder gaan ze er allemaal van uit dat de mogelijkheden voor biomassa eindig zijn.
Het verschil van mening gaat over hoeveel er na de eerste drie stappen nog over is, en of dat voor groene chemie gebruikt moet worden of voor biobrandstof. Zo lang de eerste drie stappen gegarandeerd zijn, lijken mij de laatste twee doelen beide legitiem en vraagt het om een zakelijke discussie wat je het beste kunt doen. Het relletje is daarvoor een mooie aanleiding.
Elders op deze website vindt u overigens schattingen van wat er op biobrandstofgebied mogelijk is.

Foto bij een artikel over het biomassaplein in Deurne
Foto bij een artikel over het biomassaplein in Deurne

Ik heb het debat verbijzonderd voor het Brabantse Biobased Economy-beleid, omdat ik fractiemedewerker ben van de SP-fractie in PS en wij iets van dat beleid moeten vinden. Er gebeurt bijvoorbeeld van alles m.b.t. de suiker in West-Brabant en mestvergisting is een vorm van biobrandstof maken.
Tot nu toe is dat beleid alleen economische politiek: het gaat alleen over geld, organisatie, tijdschema’s en werkgelegenheid. Er is niets mis met economische politiek, maar het kan niet het enige op deze aarde zijn.
Je zou ook willen weten welke politieke prioritering het beleid na streeft.
Willen wij en de ondernemingen in Brabant inderdaad de eerste drie stappen waarborgen?
Brabant heeft zowel beleid om biobrandstoffen te maken als om biomaterialen te maken. Hebben wij daarbinnen een voorkeur?
Willen wij biomassa die via wereldwijde kringlopen binnenkomt en weggaat of willen wij regionale kringlopen (op schaal van Nederland of West-Europa)?
Hoe waarborgen wij dat de Brabantse bodem niet uitgeput wordt als organisch materiaal niet meer aan de bodem teruggegeven wordt, maar in rook of bioplastic opgaat? En hoe moet het met de bestrijdingsmiddelen en het water?

Ik heb dit thema omgebouwd tot vragen en een persbericht. Die treft u aan onder
(persbericht) Persbericht 29 januari 2015 biomassa
(Vragen) vragen discussie faaij-katan ivm Brabant_ingekort

De Pinot Noir als klimaatvluchteling

De verandering van het klimaat doet zich op soms onverwachte wijze voelen, zo vertelt mijn lijfblad de Scientific American in januari 2015. De bekende wijndruif Pinot Noir heeft een probleem. Het wordt uitgelegd voor Californië, maar geldt overal.

In een rijpende druif werken drie, voor de smaak belangrijke,  processen: het suikergehalte stijgt, de zuurhoeveelheid daalt en de (meer dan 1000) aromabestanddelen pieken. De druif is goed als de juiste verhouding zuur-zoet en de piek op hetzelfde moment vallen.

Een Pinot Noir heeft het liefste een relatief koel groeiseizoen. Met generaties geduld hebben de wijnbouwers alles zo af weten te richten dat de druif in de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk piekt. En nu veranderen de omstandigheden en druiven blijken zeer temperatuurgevoelig. De smaak verandert en dat kan maken dat de wijn enkele malen minder opbrengt per ton.

groeiseizoen_druiverassen-rDe voor de hand liggende gedachte is dat de druif verder van de evenaar af gaat en/of de berg op. Dat kan in beginsel, maar dan moet er wel de goede bodem zijn, de goede regenval enz. En dan vraagt het weer enkele generaties tot het subtiele evenwicht weer bereikt is, maar in die paar generaties wordt het weer warmer. Enzovoort.

Hieronder een afbeelding over Duitse wijn.

temp&suikerconcentratie_wijn-r

SWEET AS WINE In Germany’s Franconia region, where wine has been made since the eighth century, the sugar concentration of pressed grapes (purple) has risen over the last few decades as growing-season temperatures have climbed (green). Sweeter grapes lead to higher alcohol levels.

A. Bock et al/PLOS ONE 2013

 

Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

Het eerste deel van dit verhaal (  Kun je zwavelvrije kerosine kopen? ) beschreef dat, als je op dit moment zwavelvrije kerosine wilt kopen (van belang voor de luchtkwaliteit rond vliegvelden), je aangewezen bent op synthetische kerosine (in de volksmond wat slordig aangeduid als biodiesel). Die is meestal zwavelvrij, terwijl de gangbare kerosine 400 – 800 ppm zwavel bevat. In feite is gangbare kerosine rode diesel waarvan het afval in het rondte gespoten wordt.
Synthetische kerosine is vaak, maar niet altijd, van biologische oorsprong en kan duurzaam zijn (maar dat hoeft niet of niet geheel).

In het tweede deel van dit verhaal de vraag hoeveel synthetische kerosine je kunt kopen. Het toeval wil dat ik vanuit mijn contacten bij de Werkgroep Toekomst Luchtvaart (een denktank van bewoners rond Schiphol) attent gemaakt werd op de publicatie Sustainable Fuels UK Roadmap (december 2014) van de belangen-organisatie Sustainable Aviation www.sustainableaviation.co.uk . Daarin een redelijke schets van de ontwikkelingen op de synthetische kerosinemarkt. Ik heb me eerder bezig gehouden met dit onderwerp vanwege de klimaataspecten van het vliegen (zie http://www.toekomstluchtvaart.nl/ en daar het rapport Luchtvaart en klimaat in de EU) . Het kon sowieso geen kwaad om weer eens een recente publicatie te lezen om te kijken of dit rapport bijgesteld moest worden. Dat is niet het geval.
Nu kwam er een tweede reden bij om dit rapport te lezen, namelijk het ultrafijn stofverhaal en een belangrijke oorzaken daarvan, de zwavel in de kerosine. Het is te vinden op Sustainable Fuels UK Road-Map via www.sustainableaviation.co.uk/?s=fuels . Let wel dat het hier om een document gaat van belanghebbenden.
Ik heb een samenvatting met commentaar van de UK-publicatie geschreven.
Ik zal me hier beperken tot het korte antwoord. Dat is:

– op papier houden de producenten zich aan de duurzaamheidscriteria, die door erkende organisaties opgesteld zijn voor biobrandstof. Of ze dat in praktijk doen, onttrekt zich aan mijn waarneming.
Deze duurzaamheidscriteria maken overigens een wat rommelige indruk. Door de vele goede bedoelingen ziet men het bos niet meer (wat in dit geval als beeldspraak bedoeld is)

– op dit moment is er maar één bedrijf dat  synthetische kerosine verkoopt op een schaal die ertoe doet (2 miljoen ton per jaar voor alle vormen van transport samen) en dat is Neste Oil met raffinaderijen in Finland, Rotterdam en Singapore. Solazymes in de VS komt met 100.000 ton per jaar  op de tweede plaats. Daarna volgen alleen plannen, constructiefases of kleinschalige pilots. Neste Oil heeft brandstof, die aan alle vliegtuigspecificaties voldoet. Hun site http://www.nesteoil.com/ gaat uitgebreid in op de herkomst van hun grondstoffen.
Ik heb de directeur van Neste Oil horen spreken op de Avans Hogeschool in Breda. Hij zei dat ze diesel gemaakt hadden uit vissenkoppen.

Bij Neste Oil hoort nog een verhaal dat wellicht de voorsprong verklaart en de voordelen van een goede industriepolitiek illustreert. De directeur vertelde dat Neste Oil in meerderheid een Finse staatsonderneming is met onder meer militair-strategische doelen. Mocht er nog eens wat gebeuren, dan moesten de tanks bij -40 graad Celsius nog kunnen rijden. Ik twijfel er niet aan dat men die specificaties waar kan maken. En op 10 km hoogte is het altijd zo koud, dus dat komt goed uit.

Wie dus op dit moment zwavelvrije kerosine wil, moet dus Neste Oil bellen.

De raffinaderij van Neste Oil in Rotterdam
De raffinaderij van Neste Oil in Rotterdam

– Het is niet mogelijk om op ideologische gronden te verklaren dat je voor of tegen synthetische kerosine bent, zelfs niet als deze van biologische oorsprong is. Men moet het proces kennen dat er aan ten grondslag ligt. Politiek correcte uitspraken tegen biomassa geven misschien een goed gevoel, maar een soms een schadelijke uitkomst.

Continue reading Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

Kun je zwavelvrije kerosine kopen?

Op dit artikel is een vervolg geproduceerd, dat op deze site te vinden is op Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

TNO heeft onderzocht of je in het Amsterdamse Bos het ultrafijn stof kon meten dat straalmotoren op Schiphol uitblazen. Dat blijkt goed te kunnen en dat veroorzaakte een hoop opschudding.
De stofdeeltjes blijken voor een groot deel uit zwavelzuur te bestaan. Die stof ontstaat omdat kerosine tussen de 400 en 800 ppm (0,04-0,08gewichts%) zwavel bevat. De logische vraag is of er ook kerosine bestaat zonder zwavel en of je die in significante hoeveelheden kunt kopen. Het antwoord is:
– maak onderscheid tussen kerosine uit aardolie en synthetische kerosine (die soms duurzaam is)
– kerosine uit aardolie bevat altijd zwavel. Dat mag zelfs oplopen tot 3000 ppm.
– dat is volkomen overbodig. Kerosine is praktisch hetzelfde als diesel en diesel kan met de DHS-bewerking teruggebracht worden tot 10 ppm zwavel, want dat moet ook voor auto’s. Het zou ca een halve cent per liter meer kosten (een liter kost ongeveer 50 cent). Het vliegtuig vliegt zonder zwavel even goed.
– Synthetische kerosine is vaak zwavelvrij. Soms kun je deze kerosine duurzaam  noemen. Synthetische kerosine kan uit biomassa komen, maar ook uit heel andere bronnen. Als het uit biomassa komt, kan het wel of niet duurzaam zijn. Om dit soort vragen te beantwoorden moet je je verdiepen in het productieproces.
Er is op aarde zeer veel meer kerosine uit aardolie als synthetische. Je kunt zwavelvrije kerosine kopen, maar niet in hoeveelheden die zoden aan de dijk zetten. Vooralsnog gaat het bij toepassingen meer om pilots en symbolische handelingen. Die kunnen echter waardevol zijn, mits goed overdacht.

De ontzwaveling van kerosine zou jaarlijks vele duizenden mensen een vroegtijdige dood besparen.

Voor de volledige tekst, die ik hierover voor Milieudefensie en de BMF gemaakt heb, lees meer Continue reading Kun je zwavelvrije kerosine kopen?

Extreem weer, straalstroom en klimaat

In mijn lijfblad The Scientific American schreef Jeff Masters in december 2014 onder de titel “The jet stream is getting weird” hoe, onder invloed van de klimaatverandering, de straalstroom verandert. De (polaire) straalstroom is een soort rivier van lucht die ergens tussen de 50 en 60 graad NB op  ca10 km hoogte slingerend rond de aarde draaide van West naar Oost. “Draaide” in de verleden tijd, daarover gaat het artikel.
(De afbeeldingen komen van de site https://klimaatverandering.wordpress.com)

jul3_jet 3 juli 2014

De straalstroom beïnvloedt het weer aan de grond. Waar bij tegen de klok indraait ontstaat een groot lagedruk gebied, waar hij met de klok meedraait een hogedrukgebied. Vooral als de straalstroom in zijn eigen staart bijt (in natuur-kundige termen, als er een staande golf ontstaat), kunnen deze grootschalige weerpatronen een hardnekkig leven leiden.
De straalstroom wordt gevoed door het temperatuurverschil tussen de gematigde en de polaire breedtes. Hoe groter dat verschil, hoe harder de straalstroom waait en hoe minder hij slingert. Het artikel van Masters geeft een voorbeeld-illustratie (hier niet weergegeven) dat de gematigde breedtes tussen 1979 en 2012 1 graad C warmer zijn geworden, en de poolgebieden 3 graad C warmer. Het onderlinge verschil is dus 2 graad kleiner geworden.

Het resultaat is dat de straalstroom langzamer stroomt en veel verder heen en weer meandert. Ik stel me dat voor als een gewone rivier: waar het steil is meandert hij niet, op het vlakke laagland wel.
Die wijdere meanders brengen laten de koude lucht veel verder naar het Zuiden doordringen, en de warme lucht veel verder naar het Noorden, met bijpassende windpatronen. Dit is bijvoorbeeld hoe de straalstroom liep ten tijde van de Russische hittegolf van 2010:monsoon_weather_guide_464_s2

Masters brengt het systeem in verband met de droogte in Californië, heel veel neerslag in Engeland en Wales, in mei 2014 eenderde van Bosnie overstroomd, en in 2012 de grootste droogte in de VS sinds de jaren ’30. De regen die in 2010 niet op Rusland viel, viel wel op Pakistan en leidde daar tot catastrofale overstromingen. In essentie zegt Masters dat wat vroeger een uitzondering was, nu eerder regel wordt. In dit verband valt het woord “tipping point”. Het is een heel erg griezelig idee.
Niet iedereen is het in alle opzichten met Masters eens, maar de hoofdmoot van de geleerden wel, op zijn minst een heel eind.

(De straalstroom vanuit de satelliet ten Oosten van Canada)

Tijdens het World Economic Forum in Davos is het Global Risks Report 2015 uitgebracht. Eigenlijk is dat niet éénrapport, maar een pakket materiaal dat te vinden is op https://reports.weforum.org/global-risks-2015/ . Wie ‘gezellig’ een paar uur wil grasduinen, kan er terecht.

Op de horizontale as van bovenstaande infographic de waarschijnlijkheid dat iets gebeurt, op de vertikale as de impact van dat gebeuren.
De samenstellers van het rapport zien extreem weer als het een-na waarschijnlijkste risico, na “conflicten tussen staten”.

Mee met de Klimaatmars

OP zondag 21 september 2014 waren er ca 2800 initiatieven in ca 160 steden over de hele wereld, gericht op het klimaat. In Nederland was de slotmanifestatie op het plein voor EYE in Amsterdam, pal aan het Ij en aan de voet van de grote Shell-wolkenkrabber. Een aparte demonstratieomgeving!

DSCF1839-rr
Aan de slotmanifestatie gingen een aantal andere initiatieven vooraf, o.a. een mars van Utrecht naar Amsterdam.
Hoofdorganisator was de actiegroep Urgenda. Milieudefensie en andere organisaties ondersteunden de actie.

Milieudefensie Eindhoven was er met vijf mensen bij,waaronder ik.

DSCF1832-rr

Op de manifestatie (tussen 18 en 20 uur) spraken of zongen o.a. Marian Minnesma, directeur van Urgenda, de wethouders duurzaamheid uit Leeuwarden en Amsterdam, Florian Wolff, Jan-Willem Atsma van Schaliegas Nee, en Bas Eickhout van Groen Links (die 2,1 miljoen handtekeningen van de Internetactivisten van Avaaz in ontvangst nam).
De afsluiting kwam van het duo Jan Rotmans (van Urgenda) en Freek de Jonge met een speciaal voor de gelegenheid gemaakte conference. ENERGIE! Was de moraal, voortvloeiend uit het houthakkerslied dat tragisch afliep.