Zienswijze ingediend over NRD Schaliegas

Vlak voor ik op vakantie ging, moesten er nog een stel milieuzaken in korte tijd er door heen geramd worden. Een zienswijze op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) was een van die verplichtingen, omdat de termijn kort erna afliep. De volledige tekst van mijn zienswijze staat hieronder doorgelinkt.

Voorop gesteld zij dat ik in de schaliegaszaak geen diehard – tegenstander ben. Ik heb me toch wel zoveel met energiezaken bezig gehouden om te weten dat de toekomstige energievoorziening een uiterst moeizame zaak gaat worden. Schaliegas is geen feest, maar duurzame energie ook niet. Ik ben er terughoudend mee om energievormen bij voorbaat categorisch af te wijzen.

Daar komt bij dat het IPCC weliswaar (terecht) adviseert om het gebruik van fossiele brandstof sterk terug te dringen, maar niet geheel tot nul. Het 2 graad C – scenario van het IPCC voorziet in 2050 in een CO2eq–productie die de helft is van die in 2005. Die helft zal ergens vandaan moeten komen, bijvoorbeeld voor de vliegtuigen, lange afstandsvrachtauto’s en schepen. Het restant moet ergens vandaan komen.

afbeelding_schaliegaskaart_nederland

Mijn standpunt is geen blinde reflex. Het boren naar schaliegas verschilt in sommige opzichten van het conventioneel boren naar olie en gas (waar soms ook bij gefrackt wordt), maar komt er soms ook mee overeen. De bestaande olie- en gaswinning in Nederland heeft een goede track  record, waar tegenover staat dat je bij schaliegas veel meer boringen moet uitvoeren.
Mijn zienswijze bevat dan ook soms echte vragen.
Overigens is een zienswijze op een NRD ook niet bedoeld voor een eindoordeel. Het is een tussenstap in een proces, welke tussenstap vooral dient om in kaart te brengen wat men wel en niet bij de vervolgstap mee wil nemen.

Uiteindelijk wegen op dit moment de nadelen zwaarder dan de voordelen, bijvoorbeeld om de volgende redenen:
– de bovengrondse problematiek van de verminking van het landschap
– de logistieke problemen
– waar het afvalwater blijft
– er is geen haast bij de winning van schaliegas

Zienswijze_NRD_05072014

Schaliegasavond Milieudefensie met internationale gasten

Milieudefensie had twee internationale gasten (uit de Oekraine en Argentinie), die beide wat te melden hadden over schaliegas. Ze wilden graag een avond beleggen in Eindhoven.

We hebben ze met onze afdeling geholpen met facilitaire hand- en spandiensten, o.a. met de zaalhuur.

Zie verder Schaliegasavond in Eindhoven_21052014

Klimaatavond in Eindhovense Raadszaal

Milieudefensie in Eindhoven (toen nog de Werkgroep Luchtkwaliteit en Klimaat), het Vredesburo en het Vredescentrum van de TUE  wilden het klimaat en de maatschappelijke gevolgen daarvan hoger op de regionale en Eindhovense politieke agenda krijgen. Dat moest met een soort vertaalslag van de wereldpolitiek naar de staat. Daartoe is er op 12 maart 2014 een openbare avond belegd in de Eindhovense raadszaal. Daar waren ongeveer 70 mensen.

De avond had een centraal deel en daarna twee workshops, een over energie en klimaat, een over mobiliteit en klimaat. Diskussieleider was Jacqueline Kuppens.
In het centrale deel hield professor Bregman een inleiding. Hij is een van de professoren die Nederland vertegenwoordigt bij het IPCC. Hij werkt bij het KNMI en bij de Universiteit van Nijmegen.

Prof. Bregman
Prof. Bregman

Na Bregman vonden er twee aparte workshops plaats, een over “Een klimaatneutrale stad, kan dat?” en een over “Hoe houden we Brainport mobiel met de halve hoeveelheid brandstof?”.

Het publiek in de raadszaal
Het publiek in de raadszaal

Voor de eerste workshop zijn uitgenodigd deskundigen uit kringen van de gemeente, de woningbouwverenigingen, de energiecoöperaties en het Nutsbedrijf.
Bij de tweede workshop hebben gesproken Hans Buurma (over vliegen en klimaat en wat hogesnelheidslijnen voor Eindhoven konden betekenen), Ivo Stumpe van Milieudefensie met een meer politiek verhaal en Richard Smokers van TNO voor de techniek.

HSL-net-rr

Voor Eindhoven was Luik een te overwegen gedachte als opstap naar de HSL, volgens Buurma.

Ongetwijfeld komt er ooit een vervolg.

 

Een bezoek aan AlgaeParc Wageningen

Er was op 23 september 2011 een bijscholing voor natuurkundeleraren bij Imares in Ierseke over zeewier, en net voor mijn pensioen als
natuurkundeleraar (augustus 2012) kon ik nog de afspraak maken dat ik op 7 september  nog mee kon met een bijscholing op AlgaeParc. Beide horen bij Wageningen.

Een algenopstelling op AlgaeParc in Wageningen dd sept2012
Een algenopstelling op AlgaeParc in Wageningen dd sept2012

Algen en zeewier zijn hoe dan ook interessant. In de volksmond heten ze alg als ze eencellig zijn, en (zee)wier als ze meercellig zijn. Mogelijk is dit wetenschappelijk wat te kort door de bocht.
Voordeel van algen en wieren is ontegenzeggelijk dat ze als CO2 – dump kunnen optreden (het zijn immers planten), dat ze in beginsel kunnen groeien in afvalwater, dat ze op zonlicht werken (liefst zelfs niet op volle zon) en biomassa en zuurstof kunnen maken. Mogelijk zijn algen het combineerbaar met de veeteelt.
Het fotosynthese-rendement van algen is, omdat je ze met CO2 kunt voeden, zeker hoger als van reguliere planten.

De meningsverschillen treden op bij de vraag waarvoor ze precies interessant zijn en onder welke omstandigheden. De onderzoekers op Imares en AlgaeParc stellen zich voorzichtig op. Vooralsnog is het vooral fundamentele research.
De kweek is nog zo duur en zo complex, dat op een niet al te lange termijn vooral fijnchemicaliën zonder al te veel verlies geproduceerd kunnen worden, zoals omega 3 – vetzuren en bepaalde rood pigment.

Voedsel voor mens of dier kan in beginsel (die twee woorden vallen erg vaak bij algen), bijvoorbeeld voor vissen of eetbaar zeewier.

Biobrandstof uit algen?
Biobrandstof maken uit algen is theoretisch denkbaar, maar praktisch nog erg duur. Hooguit kan er financieel iets als er eerst geld verdiend kan worden met fijnchemicaliën.
Bovendien zou het een enorme logistiek vragen om bijvoorbeeld zelfs maar 5% van de transportbrandstoffenbehoefte in de VS op te brengen. Volgens de National Research Counsil zou je voor een liter benzine 3500 liter water nodig hebben, en zou het beheersen van het proces meer energie kosten dan opleveren.
Volgens Packo Lamers van Wageningen zou het ongeveer 6000km2 land-
oppervlakte kosten om met bewezen methodes in Nederlands zonlicht het Nederlandse wagenpark op diesel uit algen te laten rijden (ruim 7 miljoen auto’s a ca 1000 liter per jaar). De Nederlandse landoppervlakte is 35000 km2. Een “troost” is dat je met raapzaad 54000 km2 nodig zou hebben.
Tropisch zonlicht is ongeveer 2* zo sterk.
Volgens Lamers heb je met algen ongeveer de helft van de hoeveelheid water nodig als bij een landbouw, die evenveel opbrengt, plus nog een niet genoemde hoeveelheid koelwater. Dat is dus heel veel.

Vooralsnog lijkt het wijs de pretenties niet te hoog af te stellen, en het onderzoek vooral als fundamenteel te zien met alleen toepassingen in speciale economische “niches”.

Ik voeg hierna twee verslagen toe van mijn beide bezoeken.

Verslag bijscholing Yerseke WUR 23092011

Verslag bijscholing AlgaeParc 07092012

Recensie “Naar een duurzame en solidaire economie”

Ik heb voor Spanning (het interne blad van de SP), op verzoek, een recensie geschreven van het boek “Naar een duurzame en solidaire economie”. Het is een boek vol goede bedoelingen van aardige mensen die nergens iets uitrekenen. Ethiek zou op kennis moeten bouwen en zou de kennis niet moeten vervangen. Dat is een beetje de makke van dit boek.

Enfin, lees de recensie maar. Op het einde staat waar je het boek kunt kopen.

Recensie Platform DSE