Geurregelgeving rond industriële bedrijven in Brabant

Algemeen
Vanwege een verzoek van de Wijkraad Brouwhuis, waar mensen last hebben van de geur van het BZOB-terein (Geur Coppens en In gesprek over het BZOB-terrein), ben ik me gaan verdiepen in de regelgeving rondom geur. Ik kwam een heel eind met literatuuronderzoek, maar dat alleen is een beetje riskant. Vandaar een goed gesprek met twee ambtenaren van de Omgevings Dienst Zuid-Oost Brabant (ODZOB).

Een indeling.
Voor veehouderijen bestaat aparte wetgeving.
De niet-veehouderijen waar geen (groot) probleem bestaat (een fritestent) vallen onder het Activiteitenbesluit A of B en zijn niet vergunningplichtig. Daarover gaat dit verhaal ook niet.
Blijft over de categorie die wel vergunningplichtig is, waaronder de bedrijven op het BZOB-terrein.

Of de provincie of de gemeente bevoegd gezag is, is in de wet vastgelegd, maar dat is niet beknopt uitlegbaar. Voor de stinkende bedrijven op het BZOB-terrein is de provincie bevoegd gezag.

Het geurbeleid is alleen op hoofdlijnen vastgelegd. Het bevoegd gezag bepaalt wat een aanvaardbaar hinderniveau is. Daartoe volgt men een stappenplan uit de Handleiding Geur. Dat plan is vooral procedureel en bevat zelf geen inhoud.
Vaak levert de branche de inhoud middels een Bijzondere Regeling. Dat leidt tot een indeling naar branche. Bijv. Coppens valt onder de Bijzondere Regeling A3 “Diervoederindustrie”.

Dergelijke Bijzondere Regelingen zijn niet zelf de wet. De diervoederbranche stelt voor om als ‘acceptabel hinderniveau’ te definieren ‘een 98-percentiel van 1,4ouE/m3 in bestaande situaties en idem 0,7 in nieuwe situaties’. Dat wordt pas een wet als de provincie dat overneemt.

Wat zijn ouE’s en percentielen?
Ik stel me het ongeveer zo voor: een ambtenaar van de Omgevings Dienst Midden Brabant (daar zit dit specialisme) klimt met een speciale zak op een laddertje, houdt die zak in de schoorsteen, knoopt hem dicht en gaat ermee naar het lab. Daar zitten vier getrainde personen klaar. Die krijgen de lucht in gecontroleerde verdunningen toegevoerd. Als twee van de vier iets ruiken, heeft ruikt die verdunning met één (ouderwetse Nederlandse) geureenheid. Twee van die dingen heet een odour unit (ou). De E staat voor Europees. Dat wordt daarna teruggerekend tot de oorspronkelijke waarde.
Wat er uit de schoorsteen komt heet de emissie (in ouE/uur) en wat er bij de voordeur aankomt heet de immissie (in ouE/m3). Burgers ruiken dus de immissie.
Het verband tussen beide wordt vastgesteld met een rekenmodel, het NNM. De uitkomst daarvan is per definitie de waarheid. Er bestaat momenteel geen objectieve stankmeter die je bij je voordeur kunt hangen (zoiets als het stankequivalent van de dB-meter). Zie hieronder de E-nose.

Nu is de geur van jasmijn aangenamer dan die van stront, hoewel je ook niet je leven lang in de jasmijnlucht wilt zitten. Dat wordt in rekening gebracht met een “hedonische factor”. Dat is een getal 1,2,3,4 of 5 waardoor gedeeld wordt. Als er 200000 ouE/uur de pijp uitgaan, telt dat in de berekening voor mestlucht /1 en voor jasmijn /5 (in het voorbeeld dus 40000).

De ’98-percentiel” betekent dat de waarde gedurende 2% van het jaar overschreden mag worden. Dus 2% van 8760 uur, dus 175 uur per jaar.

De E-nose
Er zijn wel elektronische detectiesystemen van geurende stoffen ontwikkeld, maar die zijn nog experimenteel en alleen in beschermde en relatief eenvoudige situaties toepasbaar. Er loopt een pilot met E-noses op industrieterrein Moerdijk.
Probleem blijft vooralsnog dat de menselijke neus voor sommige stoffen zeer veel gevoeliger is dan elektronische sensoren.

De provincie
De provincie heeft op 3 november 2011 een beleidsregel vastgesteld “Beoordeling geurhinder omgevingsvergunningen industriële bedrijven Noord-Brabant” (Beleidsregel beoordeling geurhinder bedrijven Noord-Brabant). Daarin:
–           als er een Bijzondere Regeling is, wordt die gevolgd. Dit leidt
bijvoorbeeld bij Coppens tot genoemde 1,4 en 0,7 .
–           als er geen Bijzondere Regeling is, wordt een richtwaarde vastgesteld die iets strenger is (nl 1,0 resp 0,5). In speciale situaties mag dat worden opgehoogd tot het dubbele, de grenswaarde.
–           bij het vaststellen van het acceptabel hinderniveau “betrekken GS de ontvangen hindersignalen over de inrichting”. Daartoe bestaat een protocol. Dat kan mogelijk leiden tot een strengere vergunning, maar de details zijn me niet duidelijk.
–           de hedonische waarde van onbekende mengsels wordt op 0,5 gesteld (die tellen dus dubbel)

Best Beschikbare Technieken (BBT’s)
Verordeningen hebben de mond vol over BBT’s, maar de praktijk valt tegen. De eis is immers slechts dat op nabije woonbestemmingen de norm gehaald wordt (bijvoorbeeld 1,4 ouE/m3) . Als dat “gewoon” kan (bijvoorbeeld met een hogere schoorsteen) is het ook goed.
Vaak kan er meer dan de vergunning voorschrijft en worden de technische mogelijkheden niet optimaal benut. ‘Best’ is niet altijd ‘best’. 1,4 kon best 1,0 worden en 98% kon best 99% worden, maar dat is duurder, het hoeft niet en dus gebeurt het niet.

Cumulatie
Op het BZOB-terrein in Helmond staan meerdere bedrijven die geurhinder veroorzaken (Coppens Diervoeders, Den Ouden, mogelijk Ferm-O-Feed). Ik heb tot nu toe geen bepalingen gezien die iets zeggen over stank in woonwijken door meerdere stinkende bedrijven tegelijk. Als twee bedrijven elk 2% kans hebben om boven de 1,4 ouE/m3 te komen, is de kans dat een woning getroffen wordt ongeveer 4% als de oorzaken van de stank toevallig zijn, of is de blootstelling groter dan 1,4 als beide bedrijven (bijvoorbeeld door het weer) tegelijk stinken.

Dit vraagt mijns inziens aandacht.

Ik als proefkonijn in de testfase van het lucht-gezondheidonderzoek

Ik heb mijn eerste selfie gemaakt. Daarop sta ik met een borstband en elektrodes om de hartslag te meten.

Ik als proefkonijn voor het onderzoek naar het verband luchtkwaliteit-vaatgezondheid
Ik als proefkonijn voor het onderzoek naar het verband luchtkwaliteit-vaatgezondheid

Dit is het eerste begin van een onderzoek naar het verband tussen enerzijds luchtkwaliteit en anderzijds de toestand van de bloedvaten (zaken als verlies van elasticiteit in de slagadres en aderverkalking). Het onderzoek wordt uitgevoerd door Eric de Groot, specialist van het Amsterdams Medisch Centrum (AMC). Hij weet alles van beeldvormende technieken als echo, MRI, scan etc.

Het onderzoek verkeert nu in de testfase om de apparatuur en de procedures te testen. Er doen een kleine 30 mensen aan mee. Er is nog wel wat ruimte voor andere belangstellenden.

Nieuw is dat de luchtkwaliteit direct bepaald wordt met het kastjes-netwerk van AiREAS, en niet indirect met modellen op basis van de aanwezigheid van snelwegen en zo. Je hebt een GPS-ontvanger te leen en die weet bij welke kastjes je je bevindt, en wat daar op dat moment de concentraties zijn. De aanname is dat de binnenlucht (ik zit zelf veel binnen) voldoende lijkt op de buitenlucht om de proef uit te voeren.

Bij het intakegesprek wordt je halsslagader aan beide kanten doorgemeten met een echo. Dat gaat verrassend goed (de slagaders waren mooi schoon). Daarna wordt de bloeddrukrespons gemeten op zo’n opblaasarmband (vijf minuten op gepompt laten zitten, loslaten en kijken wat er gebeurt).
Vervolgens krijg je een persoonlijke standaard uitrusting mee met de GPS-ontvanger, een recorder met accelerometer (die bewegingen registreert) en een accu, een voorraadje stickers (vier per keer) om op je borst te plakken of in je linkerzij, en een kastje waarop de spanningen van die vier elektrodes via een kabeltje in ontvangst werden genomen. Daar moet ik een week overdag mee lopen. Dan twee weken niets, en dan weer een week. Intussen weer wat testgesprekken.

Het is grappig en geeft ongewone probleempjes. Wat moet je op de fitness aan zonder dat men daar denkt dat je met een bomgordel binnenkomt? Een trainingsjack, alleen een beetje warm. Enz.

Ik hou u op de hoogte van mijn hoogst persoonlijke bijdrage aan de wetenschap.

Zie ook –> Milieudefensie levert proefkonijnen 

Provincie doneert Helmond half miljoen voor stankbestrijding

De donatie
De provincie heeft Helmond €490.000 gedoneerd voor het bestrijden van de stank van de agro-gebonden industrie. €40.000 gaat naar het ontwikkelen van geurbeleid, €450.000 naar het verhogen van de schoorstenen van Boerenbond Deurne en Forfarmers-Hendrix.

Wethouder Smeulders (Groen Links) zegt dat hij verwacht op het verhogen van deze twee schoorstenen €200.000 over te houden. Daarvan zouden misschien een of meer andere schoorstenen verhoogd kunnen worden, mogelijk op het BZOB-terrein. Dat lijkt mij een goed idee en ik hoop dat het gesprek met de provincie, dat volgens het ED van 13 febr 2015 gaande was, tot een dergelijke afloop gaat leiden.
De kosten komen voor rekening van de overheid, omdat de bedrijven aan hun vergunning voldoen en dus niet gedwongen kunnen worden geld uit te geven aan voorzieningen waartoe ze wettelijk verplicht zijn.

pluimmodelbenadering

Helpen schoorstenen?
Ik had hierover een discussie met iemand uit Brouwhuis, welke mij in de gelegenheid stelde mijn oude stiel als natuurkundeleraar weer eens op te pakken.

Het antwoord is “ja, maar beperkt”. Hierboven een tekening van een standaard pluimmodel dat zo vereenvoudigd is dat de pluim een nette kegel is. Je ruikt de geur als de onderkant van de ellips op neushoogte komt, en als de concentratie van de stankveroorzakende stof dan nog boven de drempel ligt.
Maak je de schoorsteen hoger, dan treft de pluim de grond een eind verderop. De ellips is dan groter geworden, en daarmee de verdunning.
In praktijk komt er uiteraard meer bij kijken: op grotere hoogte waait het harder, de grond is niet glad waardoor de lucht gaat wervelen, en de atmosfeer kan gelaagdheid vertonen. En ook een hoge schoorsteen kan tot stank in de omgeving leiden als het niet waait. Maar statistisch leidt een hogere schoorsteen ertoe dat je gedurende minder uur per jaar in de stank zit en dat die stank meestal minder erg is.

Tweesporenbeleid gewenst
De nieuwe pluim raakt uiteindelijk ook ergens de grond, zij het verderop en verder verdund. Of hij daar genoeg verdund is, moet blijken.
Daarom vind ik het verstandig om ook te kijken naar gasbehandeling voor de lucht de pijp verlaat. In de vergunning van Coppens Diervoeding bijvoorbeeld, die ik gelezen heb, staat geen specifieke passage over geur. Er staat wel een algemene passage over “Best Beschikbare Technieken” (BBT). Een argeloze lezer zou nu denken dat er maar één de beste kan zijn, maar zo is het niet. Er zijn minstens een half dozijn BBT-en en die kun je ook nog eens combineren (bijvoorbeeld een gaswasser met een biofilter). Als men er bijvoorbeeld in slaagt om de emissies met 95% te verminderen i.p.v. met 80%, komen er vier keer zo weinig stangveroorzakende moleculen in de atmosfeer. Het probleem is dat de vergunning geen getalsmatige ambities noemt, en dat de landelijke regelgeving mogelijkheden open laat.

Ik adviseer de Wijkraad Brouwhuis om hierover in de slag te gaan met de provincie.

Zie ook het eerdere artikel over Coppens Diervoeding

Zie ook het eerdere artikel ‘In gesprek over het BZOB-terrein in Helmond

 

Over de geur rond Coppens Diervoeding in Helmond

Er zijn mensen die vinden dat het te vaak te hard stinkt rond het BZOB-terrein in Helmond. In elk geval vindt de Wijkraad Brouwhuis dat.
Op het BZOB-terrein zitten veel ondernemingen waarvan de provincie bevoegd gezag is, zoals recyclingbedrijven of bedrijven die met de agrosector te maken hebben.

Mijn (SP)-fractievoorzitter Nico Heijmans en ik zijn op 27 dec 2014 wezen praten met twee mensen van de Wijkraad (zie “In gesprek over het BZOB-terrein in Helmond op 31 dec 2014“). Ik zou het nodige uitzoekwerk doen, zij zouden mij sturen wat ze hadden, en Nico en ik zouden proberen een echte deskundige te pakken te krijgen, want het is zeer gespecialiseerde materie.

Ik kwam vandaag aan het uitzoekwerk toe en begon met Coppens Diervoeding. Daarover wordt geklaagd en en er bestaat op de branche gerichte landelijke wetgeving voor.
Het uitzoekwerk leidde tot een heel epistel aan de heren van de Wijkraad Brouwhuis, waarvan ik hier het merendeel achterwege zal laten. Enkele observaties:
– De Wet Milieubeheervergunning van Coppens van jan 2009 kent geen expliciete bepalingen over geur. Er staat alleen een algemene passage dat “Best Beschikbare Technieken (BBT)” moeten gelden. Hoe de algemene passage concreet vorm krijgt om geur tegen te gaan, is niet in de vergunning terug te vinden.
– De diervoedingindustrie heeft een eigen “Bijzondere regeling” bij de Nationale Emissie Richtlijn. Dat is niet uitzonderlijk – enkele tientallen branches hebben zo’n regeling.
– De BBT’s, die in 2007 bekend waren, konden in combinatie meer dan 90% van de stankstoffen wegvangen (bijvoorbeeld een goede gaswasser met een nageschakeld biofilter). Een enkelvoudige zuivering vangt minder weg. Het is niet uit de vergunning te achterhalen aan welke ambitie Coppens gehouden is.

afvalgasreiging_diervoeding
– Er is een oud en een nieuw model om de concentraties in de lucht bij omringende woningen uit te rekenen, resp. het LFTD-model en het NNM-model dat nu verplicht is. Beide dekken elkaar niet. Let wel dat onderstaand plaatje geldt voor één specifieke situatie. Bij andere situaties horen andere plaatjes. Het plaatje voor Coppens is onbekend.
Boven de 300 m voorspelt in dit specifieke voorbeeld het nieuwe model lagere waarden dan het oude, op 100 m geeft het nieuwe model 6* zoveel. Het oogt niet geheel betrouwbaar.
De dichtstbijzijnde woning in Helmond ligt op 400 m van Coppens.

verhouding_NNM_LFTDDe provincie gaat 4,5 ton betalen om twee Helmondse schoorstenen te verhogen, nl die van Boerenbond Deurne en Forfarmers-Hendrix op een ander Helmonds industrieterrein, nl Hoogeind. Daarvoor heeft de provincie in juni 2013 een speciale subsidieregeling ingesteld. (Dit alles volgens het ED).
De gedachte om ook zoiets op het BZOB-terrein te doen lijkt op zijn minst een studie waard te zijn.

Ook Eindhovense SP nodigt leden in Gestel uit voor deelname aan luchtonderzoek

In Eindhoven functioneert het geavanceerde systeem AiREAS. Dat meet op ruim 30 locaties de kwaliteit van de stadslucht, ook soorten vervuiling die tot nu toe nergens systematisch gemeten worden, zoals ozon, PM10, PM2,5 en PM1. Het systeem kent zelfs vijf ultrafijn stof-sensoren.

www.aireas.com
www.aireas.com

Voor de initiatiefnemers, waaronder Jean-Paul Close, is dit meetsysteem een middel om dichterbij het ideaal van een gezonde stad te komen. Voor de deelnemende high techsector ligt de verhouding tussen doel en middelen soms andersom.

Hoe het ook zit met wat doel en middel is, het komt bij elkaar in een recent initiatief in Gestel. Het Eindhovens Dagblad wijdde er op 17 jan 2015 een halve pagina aan “Gestel centrum luchtonderzoek”. De bedoeling is om het verband te meten tussen ultrafijn stof-concentraties en de hart- en vaatgesteldheid. In deze vorm is dat een mijlpaal. De onderzoeker, Eric de Groot van het AMC, heeft al meer van dit soort onderzoek op zijn naam staan, maar tot nu toe zat daar altijd een stap tussen. Hij heeft bijvoorbeeld enkele malen het vóórkomen van aderverkalking als functie van de afstand tot de snelweg gemeten (dat verband is er en het kon gemeten worden). Maar de schakel tussen de snelweg en de long kon niet rechtstreeks gemeten worden.

Het is dus nu de bedoeling om dat wel te gaan doen, uiteindelijk met 4000 Eindhovenaren. Dat is technisch een hele klus. Daarom wordt dit voorafgegaan door een test-pilot waaraan zo’n 50 mensen meedoen. Die worden tot nu toe vooral gezocht onder bestuursleden van Milieudefensie en in de wijken Ooievaarsnest, Hanevoet en Genderbeemd (postcode 5655 en 5653). Men probeert nu die 50 mensen bijeen te krijgen.

In navolging van de Vereniging Milieudefensie heeft nu ook het bestuur van de Eindhovense SP haar leden in deze postcodegebieden een brief gestuurd, waarin deze leden gevraagd worden een week lang overdag wat apparatuur met zich mee te dragen. De proef is vrijwillig en gratis en leidt voor de deelnemers tot informatie.

Alle geïnteresseerden kunnen met mij contact opnemen op bjmgerard@gmail.com

Zie het eerdere artikel MilDef levert proefkonijnen

GS houden de boot af inzake ultrafijn stof rond vliegveld

Het College van Gedeputeerde Staten in Den Bosch houdt de boot af op vragen van SP-Statenlid Willemieke Arts over het ultrafijn stof, dat uitgestoten wordt door straalmotoren op Eindhoven Airport. Deze vragen werden gesteld n.a.v. een onderzoek rond Schiphol, dat gepubliceerd is in het tijdschrift Lucht.

Staatssecretaris Mansveld heeft in een brief aan de Tweede Kamer dd 19 januari 2015 aangegeven nader onderzoek nodig te vinden. Dat moet het RIVM gaan doen. Dat moet de onderzoeken in de afgelopen paar jaar bij diverse luchthavens in het buitenland gaan inventariseren en aanvullende metingen bij Schiphol uitvoeren. Doel is in eerste instantie om nog voor de zomer van 2015 vast te stellen of een gezondheidskundig onderzoek zinvol en haalbaar is. Zo ja, dan komt de staatssecretaris er op terug.

GS verschuilen zich achter Mansveld. GS willen helemaal niets, ook geen nader onderzoek in onze regio. Terwijl dat met het AiREAS-systeem zeer wel zou kunnen, erkennen ook GS.
GS willen de ultrafijn stof problematiek niet meenemen in de evaluatie van de eerste fase van de groei van Eindhoven Airport, omdat “luchtkwaliteit daar geen expliciet onderdeel van was” toen de afspraken gemaakt werden. Wel “hebben GS aandacht voor de recente inzichten m.b.t. de luchtkwaliteit rondom luchthavens“. Ook willen GS nu nog geen invloed uitoefenen in Den Haag om in internationaal overleg aan te dringen op de ontzwaveling van kerosine.

Ik vind het antwoord waardeloos. Niets let GS om de infrastructuur, die kant en klaar aanwezig is, in te zetten om parallel aan het Schipholse onderzoek hier onderzoek te doen. De omstandigheden zijn hier immers anders (minder wind, militaire vliegtuigen). En niets let GS om in Den Haag te droppen dat er teveel zwavel in kerosine zit. Dat kost zelfs niet eens wat.

Zie hier de tekst van de vragen:  Vragen aan GS over UF stof rond EhvA

Zie hier de brief van de staatssecretaris:
brief_mansveld_onderzoek-ultrafijn-stof-rondom-schiphol

Zie hier de antwoorden van GS dd 6 febr 2015
beantwoording_schriftelijke_vragen_PS_ultrafijn_stof
Een beter leesbare versie is te vinden op
http://www.brabant.nl/Politiek-en-Bestuur/Provinciale-Staten/Vergaderstukken-en-besluiten-PS-en-commissies/Statenvragen-en-antwoorden.aspx

Eind 2015 hebben GS, in reactie op het RIVM-onderzoek, een ander standpunt ingenomen. Bovenstaand verhaal moet daarom ge-updated worden. Zie Provincie werkt mee aan UFS-onderzoek rond vliegveld Eindhoven, dringt aan op ontzwaveling van kerosine

Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

Het eerste deel van dit verhaal (  Kun je zwavelvrije kerosine kopen? ) beschreef dat, als je op dit moment zwavelvrije kerosine wilt kopen (van belang voor de luchtkwaliteit rond vliegvelden), je aangewezen bent op synthetische kerosine (in de volksmond wat slordig aangeduid als biodiesel). Die is meestal zwavelvrij, terwijl de gangbare kerosine 400 – 800 ppm zwavel bevat. In feite is gangbare kerosine rode diesel waarvan het afval in het rondte gespoten wordt.
Synthetische kerosine is vaak, maar niet altijd, van biologische oorsprong en kan duurzaam zijn (maar dat hoeft niet of niet geheel).

In het tweede deel van dit verhaal de vraag hoeveel synthetische kerosine je kunt kopen. Het toeval wil dat ik vanuit mijn contacten bij de Werkgroep Toekomst Luchtvaart (een denktank van bewoners rond Schiphol) attent gemaakt werd op de publicatie Sustainable Fuels UK Roadmap (december 2014) van de belangen-organisatie Sustainable Aviation www.sustainableaviation.co.uk . Daarin een redelijke schets van de ontwikkelingen op de synthetische kerosinemarkt. Ik heb me eerder bezig gehouden met dit onderwerp vanwege de klimaataspecten van het vliegen (zie http://www.toekomstluchtvaart.nl/ en daar het rapport Luchtvaart en klimaat in de EU) . Het kon sowieso geen kwaad om weer eens een recente publicatie te lezen om te kijken of dit rapport bijgesteld moest worden. Dat is niet het geval.
Nu kwam er een tweede reden bij om dit rapport te lezen, namelijk het ultrafijn stofverhaal en een belangrijke oorzaken daarvan, de zwavel in de kerosine. Het is te vinden op Sustainable Fuels UK Road-Map via www.sustainableaviation.co.uk/?s=fuels . Let wel dat het hier om een document gaat van belanghebbenden.
Ik heb een samenvatting met commentaar van de UK-publicatie geschreven.
Ik zal me hier beperken tot het korte antwoord. Dat is:

– op papier houden de producenten zich aan de duurzaamheidscriteria, die door erkende organisaties opgesteld zijn voor biobrandstof. Of ze dat in praktijk doen, onttrekt zich aan mijn waarneming.
Deze duurzaamheidscriteria maken overigens een wat rommelige indruk. Door de vele goede bedoelingen ziet men het bos niet meer (wat in dit geval als beeldspraak bedoeld is)

– op dit moment is er maar één bedrijf dat  synthetische kerosine verkoopt op een schaal die ertoe doet (2 miljoen ton per jaar voor alle vormen van transport samen) en dat is Neste Oil met raffinaderijen in Finland, Rotterdam en Singapore. Solazymes in de VS komt met 100.000 ton per jaar  op de tweede plaats. Daarna volgen alleen plannen, constructiefases of kleinschalige pilots. Neste Oil heeft brandstof, die aan alle vliegtuigspecificaties voldoet. Hun site http://www.nesteoil.com/ gaat uitgebreid in op de herkomst van hun grondstoffen.
Ik heb de directeur van Neste Oil horen spreken op de Avans Hogeschool in Breda. Hij zei dat ze diesel gemaakt hadden uit vissenkoppen.

Bij Neste Oil hoort nog een verhaal dat wellicht de voorsprong verklaart en de voordelen van een goede industriepolitiek illustreert. De directeur vertelde dat Neste Oil in meerderheid een Finse staatsonderneming is met onder meer militair-strategische doelen. Mocht er nog eens wat gebeuren, dan moesten de tanks bij -40 graad Celsius nog kunnen rijden. Ik twijfel er niet aan dat men die specificaties waar kan maken. En op 10 km hoogte is het altijd zo koud, dus dat komt goed uit.

Wie dus op dit moment zwavelvrije kerosine wil, moet dus Neste Oil bellen.

De raffinaderij van Neste Oil in Rotterdam
De raffinaderij van Neste Oil in Rotterdam

– Het is niet mogelijk om op ideologische gronden te verklaren dat je voor of tegen synthetische kerosine bent, zelfs niet als deze van biologische oorsprong is. Men moet het proces kennen dat er aan ten grondslag ligt. Politiek correcte uitspraken tegen biomassa geven misschien een goed gevoel, maar een soms een schadelijke uitkomst.

Continue reading Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

MilDef levert proefkonijnen

De organisatie AiREAS wil de gezonde en zelfredzame stad nastreven. Een van de middelen is geavanceerd luchtmeetnet, waaraan diverse hightechbedrijven en wetenschappelijke instellingen meewerken. Het is het front van de wetenschap en dat resulteert in interessante initiatieven.

Een van de meewerkende geleerden is Erik de Groot van het AMC (afdeling beeldvormende technieken). Hij wil onderzoeken hoe het hart en het vaatstelsel reageren op uitwendige stressfactoren, met focus op (ultrafijn) stof. Daartoe moeten straks zo’n 4000 Eindhovenaren mee doen aan een epidemiologisch onderzoek.
Dat is organisatorisch geen kattenpis. Daarom komt er een pilot van 50 mensen, waarvan de eerste tien een soort  voorhoede zijn. Daarvan wordt speciale medewerking en communicatie gevraagd om eventuele fouten uit het systeem te halen. AiREAS heeft met Milieudefensie afgesproken dat MilDef zo ver mogelijk in die eerste tien voorziet. Onze voorzitter Wen Spelbrink heeft er zijn best op gedaan en zodoende zaten er vanavond in de zorginstelling Jongemens tien mensen die mee gaan doen, waarvan een flink deel van ons Milieudefensie-bestuur. Daarnaast ook iemand van de wijkvereniging en de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente, die ook mee gaat doen. En waaronder ikzelf.

image

We kregen uitleg over echo’s, afknijptechnieken en hartslagregistratie. Wij konijnen worden een week lang uitgerust met een GPS-ontvanger, een hartslagmeter en een kastje in een borstband om ultrafijn stof te meten (benieuwd wat er gebeurt als je daarmee bij PSV naar binnen wil…..). ‘s Nachts en onder de douche mag hij af en als de hartslag piekt op de lopende band in de sportschool weet het apparaat dat vanwege de GPS-ontvanger. Een geruststellend idee.

Er moeten nog 40 mensen meer geworven worden voor de pilot. Mogelijk krijgen de MilDef-leden in postcodegebied 5655 daartoe een brief. De wijkvereniging is een ander kanaal.

De pilot van 50 mensen zou in maart moeten beginnen met een persoonlijk gesprek vooraf.

Ik hou u op de hoogte.

Kun je zwavelvrije kerosine kopen?

Op dit artikel is een vervolg geproduceerd, dat op deze site te vinden is op Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg)

TNO heeft onderzocht of je in het Amsterdamse Bos het ultrafijn stof kon meten dat straalmotoren op Schiphol uitblazen. Dat blijkt goed te kunnen en dat veroorzaakte een hoop opschudding.
De stofdeeltjes blijken voor een groot deel uit zwavelzuur te bestaan. Die stof ontstaat omdat kerosine tussen de 400 en 800 ppm (0,04-0,08gewichts%) zwavel bevat. De logische vraag is of er ook kerosine bestaat zonder zwavel en of je die in significante hoeveelheden kunt kopen. Het antwoord is:
– maak onderscheid tussen kerosine uit aardolie en synthetische kerosine (die soms duurzaam is)
– kerosine uit aardolie bevat altijd zwavel. Dat mag zelfs oplopen tot 3000 ppm.
– dat is volkomen overbodig. Kerosine is praktisch hetzelfde als diesel en diesel kan met de DHS-bewerking teruggebracht worden tot 10 ppm zwavel, want dat moet ook voor auto’s. Het zou ca een halve cent per liter meer kosten (een liter kost ongeveer 50 cent). Het vliegtuig vliegt zonder zwavel even goed.
– Synthetische kerosine is vaak zwavelvrij. Soms kun je deze kerosine duurzaam  noemen. Synthetische kerosine kan uit biomassa komen, maar ook uit heel andere bronnen. Als het uit biomassa komt, kan het wel of niet duurzaam zijn. Om dit soort vragen te beantwoorden moet je je verdiepen in het productieproces.
Er is op aarde zeer veel meer kerosine uit aardolie als synthetische. Je kunt zwavelvrije kerosine kopen, maar niet in hoeveelheden die zoden aan de dijk zetten. Vooralsnog gaat het bij toepassingen meer om pilots en symbolische handelingen. Die kunnen echter waardevol zijn, mits goed overdacht.

De ontzwaveling van kerosine zou jaarlijks vele duizenden mensen een vroegtijdige dood besparen.

Voor de volledige tekst, die ik hierover voor Milieudefensie en de BMF gemaakt heb, lees meer Continue reading Kun je zwavelvrije kerosine kopen?

Ultrafijn stof rond het vliegveld

Op 12 december 2014 publiceerde het tijdschrift Lucht een onderzoek van TNO, becommentarieerd door IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences) van de Universiteit van Utrecht over meting van ultrafijn stof in het Amsterdamse Bos, veroorzaakt door straalvliegtuigen op Schiphol. Dat kon je concluderen omdat de concentraties overdag, als de wind van Schiphol naar de meetpost toestond, drie keer zo hoog waren als wanneer de wind anders stond. Dat leidt ertoe dat 66000 Amsterdamse adressen de hele tijd of een deel van de tijd aan twee tot drie keer zo hoge concentraties blootgesteld zijn. Dat leidt tot extra sterfte, maar hoeveel precies is zeer onzeker. De hoofdschuldige aan het ultrafijn stof is de zwavel in de kerosine. Na verbranding reageert die uiteindelijk met water tot microscopische druppeltjes zwavelzuur, gemengd met koolstofdeeltjes en organische verbindingen.

De belangrijkste onderzoeksresultaten rond Schiphol
De belangrijkste onderzoeksresultaten rond Schiphol

Na lezing van het artikel in lucht heb ik een opinieartikel geschreven voor het Eindhovens Dagblad, dat op 18 dec 2012 geplaatst is. Het is onder “lees meer” te vinden. Er wordt in gesteld dat het verschijnsel ook voor Eindhoven relevant is, dat er onderzoek gedaan moet worden in Noord-Eindhoven en dat er met het AiREAS-systeem daartoe al een infrastructuur bestaat in Eindhoven. TNO werkt daar aan mee.
Bovendien heb ik gesteld dat het probleem, hoe dan ook, het grootste is op korte afstand van de bron. Het verhaal heeft dus nadrukkelijk een ARBO-component op en rond het vliegveld.

OP 9 januari 2014 heeft SP-woordvoerster Mobiliteit hierover vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Op http://noord-brabant.sp.nl/nieuws/2015/01/metingen-luchtkwaliteit-rond-eindhoven-airport-noodzakelijk is het persbericht te lezen, van waaruit doorgelinkt kan worden naar de volledige tekst van de vragen. In de provinciale vragen wordt o.a. gewezen op de korte afstand van bijvoorbeeld Wintelre en Veldhoven-Noord tot het vliegveld, en gepleit voor onderzoek in de plaatsen rond het Eindhovense vliegveld.

Ik hoorde recentelijk in de wandelgangen dat er hierover op ambtelijk niveau gesprekken liepen. Veel meer kan ik er nu niet van zeggen.

Het Schiphol-onderzoek werkte als een soort wake up – call voor sommige milieuorganisaties, die de milieuaspecten van vliegvelden een tijd lang verwaarloosd hadden. Zodoende zat ik, samen met Michiel Visser van de BMF, op 14 januari rond de tafel met o.a. de provinciale milieufederaties in Noord- en Zuid-Holland en met Ivo Stumpe van Milieudefensie, die in deze wereld het meest van luchtkwaliteit weet. Zuid-Holland vanwege Zestienhoven, Noord-Holland vanwege Schiphol en de lopende ontwikkelingen daar.
Er ontwikkelen zich zodoende vormen van contact. Enkele afspraken:
– de “groene 11” (de gezamenlijke provinciale milieufederaties) gaan proberen de kwestie van de luchtverontreiniging rond vliegvelden op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen, bijvoorbeeld in het AO Luchtvaart van 1 april a.s.
– het is in elk geval een no regret – maatregel om ontzwaveling van kerosine te eisen en/of om te bevorderen dat in Nederland alleen zwavelvrije kerosine verkocht wordt. Mij is gevraagd daar onderzoekwerk aan te doen. Het resultaat staat in latere artikelen op deze weblog beschreven.
De Tweede Kamer heeft zich vlak voor het kerstreces ook al in deze richting uitgesproken.

Op 19 januari heeft staatssecretaris Mansvelt de Tweede Kamer een brief gestuurd, waarin gewezen werd op de geluiden rond Schiphol en Eindhoven. Ze zegt extra onderzoek toe, uit te voeren door het RIVM, en spreekt verder sussende en begripvolle taal.

Continue reading Ultrafijn stof rond het vliegveld