Milieudefensie Eindhoven aanwezig bij demo tegen gasboringen in Ternaard

Ik ben een klein rood stipje bij de rechte lijn van de P, iets aan de hoge kant van het midden (de waterplas in de kwelder is de lage kant)

Milieudefensie Eindhoven heeft het protest tegen de voorgenomen gasboring in Ternaard van afgelopen zaterdag 06 september 2025 ondersteund. Ik was zelf ook aanwezig. De demonstratie was georganiseerd door Milieudefensie en de Waddenvereniging. Mijn taak was om zoveel mogelijk mensen in de bus vanuit Den Bosch te krijgen.

De spreker namens Milieudefensie besteedde aandacht aan het zeer recente onderzoek, in opdracht van Milieudefensie, naar de nieuwe velden die Shell van plan is aan te boren, waaronder in Nederland, waaronder dus in Ternaard. De spreker namens de Waddenvereniging stelde onder andere dat Nederland het risico loopt de Unesco-status voor het uniele gebied Waddenzee kwijt te raken vanwege de mijnbouw.
Een korte samenvatting van met name Shell in Nederland is te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/onderzoek-nieuwe-olie-en-gasvelden-van-shell-in-nederland . Een uitgebreide samenvatting van het rapport/ maar dan mondiaal,  is te vinden op /nieuw-onderzoek-bevestigt-de-olie-en-gasplannen-van-shell-verergeren-de-klimaatcrisis .
Er blijkt uit:

  • Shell heeft in totaal 1.196 olie- en gasvelden volledig of deels in zijn bezit. Hiervan zijn 700 olie- en gasvelden (59%) nog niet in gebruik genomen, en 496 (41%) wel al in gebruik genomen.
    Hiervan 84 in Nederland, waarvan 30 nieuw.
  • Als Shell stopt met nieuwe olie- en gasvelden aanboren, zou dit maar liefst 5,2 miljard ton CO2-uitstoot voorkomen. Dat is evenveel als 36 keer de jaarlijkse uitstoot van heel Nederland!
  • Als Shell doorgaat met nieuwe velden betekent dit dat de CO2-uitstoot van Shell’s productietak in 2030 met 4% kan toenemen (in vergelijking met 2022).
  • Als Shell al zijn olie- en gasvelden (onontwikkeld en ontwikkeld) aanboort, loopt de CO2-uitstoot op tot  10.8 billion tonnes CO2: dat is 1/4 van de wereldwijde CO2-uitstoot.

De demonstranten ontplooiden en een goed georganiseerde choreografie negen hele grote spandoeken met op elk één letter, samen vormend de boodschap ‘Stop Shell’. De drone keek toe en zag dat het goed was. Voor mooie, bewegende beelden zie https://www.youtube.com/watch?v=GlEPBKKXBw4 .

En hoewel de Waddenzee, vanuit Eindhoven, zo ongeveer aan de andere kant van het land ligt, was de regio Eindhoven toch met minstens een handvol mensen vertegenwoordigd.

Voor meer informatie, en voor een link naar het onderzoek, zie https://milieudefensie.nl/actueel/shell-kan-ook-in-nederland-nieuwe-olie-en-gasvelden-aanboren .

Aan de schöne, maar niet zo blaue Donau

Vooraf
Bij elke duizendste (bruto) passant van mijn weblog traditioneel een wat meer persoonlijk getint verhaal in een wat vrijere onderwerpkeuze. Die duizendtallen volgen elkaar overigens steeds sneller op – ik loop achter.

Vandaag een artikel over de Donau van Passau tot en met Wenen. Dat zit zo: mijn vrouw en ik fietsen elk jaar op vakantie (ouden van dagen, helmpje op, elektrisch). Kan ik meteen wat vakantieimpressies kwijt en bijbehorende foto’s, plus wat uitzoekwerk als we terug zijn. Met de fiets op de trein naar München (interessante stad die een verblijf van een kleine week op zichzelf waard is), en vandaar af in etappes naar Salzburg. Vandaar af langs de Salzach stroomafwaarts tot die in de Inn komt, de Inn stroomafwaarts tot die bij Passau in de Donau komt, en van daar af begint het verhaal.

Soms ontbreekt er – per definitie aan de rustige kant waar het voor fietsers leuk is-, een stuk weg omdat het daar te ontoegankelijk of te steil is. Dat wordt opgevangen met fietspontjes. Dit is stroomafwaarts van Passau.

De Donauradweg als economische kracht
De Donauradweg is erg fijn om te fietsen. We hebben hem  in verschillende eerdere jaren, soms omhoog en soms omlaag, al helemaal gefietst van de bron, voorbij Donaueschingen, tot Passau. Nu dus het stuk tot Wenen erbij. Daarna volgt er nog een heel lang stuk tot de Zwarte Zee, maar of we daar nog aan toe komen is de vraag.

De Donauradweg is nu een dermate beroemd instituut, dat het een economische kracht geworden is. De toeristische koepelorganisatie ARGE Donau Österreich  becijferde  in /926-000-radfahrer-am-oesterreichischen-donauradweg-2023 dat zich  in 2023 926.000 fietsers op de route vertoond hadden. Grofweg eenderde zijn vakantiegangers, een derde Oostenrijkers zelf die een dagtochtje  fietsen, en een derde fietst ter wille van zijn of haar alledaagse bezigheden.

Het instituut  is overigens niet oud. De eerste aanzet is van een jaar of 40 geleden (zegt wikipedia/Donauradweg ) en die bestond eruit dat de oude jaagpaden (waar een paard een schip vooruit trok met een touw) geopend werden voor fietsers. Het Bundesstrombauamt zag dat eigenlijk niet zo zitten.
Nu is het traject Passau-Wenen de een na drukste fietsroute van Europa (na de Bodenseeroute).

Vakantiegangers gaven in 2023 ongeveer €70 per persoon per dag uit. Dat tikt dus lekker aan: een dikke €20 miljoen per dag, en dat vaak meerdere dagen. Blije horeca, blije fietsers.

Overigens zie je die drukte niet terug op het fietspad. Het is een groot gebied.

Natuurwaarden
Als fietser heb je weinig zicht op wat er onder water rondscharrelt.
Als je verdere informatie zoekt, vind je bijvoorbeeld het Oostenrijkse klimaat- en milieuministerie op oekologische_sanierung_donau   Om de zoveel kilometer liggen er bijvoorbeeld stuwdammen waardoor vispopulaties van elkaar gescheiden zijn. Sommige trajecten lijken op zoiets als een onbedoeld kanaal met strakke oevers. Er zijn heel veel saneringsmaatregelen nodig.
Maar onze ervaring hiermee als fietsers gaat niet verder dan de educatieve afbeeldingen bij Fischgasthof  Aumuller in Obermühl.

De natuurwaarden langs de Donau zijn vanaf een fietszadel wel goed te zien en er staan vaak goede informatieborden. Je ziet bloemrijke bermen (best mooi) en mooie Au-landschappen (sommige Donau-Auen zijn terecht beroemd).
Ik laat het bij wat mooie plaatjes. Wetenschappelijke pretenties ontbreken.

Wegberm tussen Persenbeug en Melk                                                   Fijnstraal

Donau-Auen tussen Melk en Zwentendorf

Traject Melk-Zwentendorf.
Voor meer info en veel mooiere plaatjes zie https://www.life-traisen.at/de ).Life+ is een EU-programma ten behoeve van Natura2000 – gebieden.

De waterkrachtcentrales, het Verbund en energie in publieke handen
Om de zoveel tientallen kilometer verschijnt het volgende ‘Kraftwerk’.
Ik heb altijd interesse in hernieuwbare energie-oplossingen, dus ik heb goed gekeken en naderhand  informatiemateriaal binnengehaald.

De tien centrales in de Donau zijn allemaal van het Verbund ( algemeen  power.verbund.com/de en specifiek voor de waterkracht op de Donau (de tien centrales en hun kenmerken worden hier genoemd) power.verbund.com/de/wasserkraft/laufkraftwerk/donau ). Vragen en antwoorden op www.verbund.com//haeufige-fragen  .

In totaal heeft het Verbund 132 waterkrachtcentrales (de meeste dus op andere rivieren dan de Donau), die gezamenlijk 33448GWh elektriciteit produceren (waarvan 13281GWh vanuit de tien Donaucentrales); 342 windturbines, goed voor 1818GWh stroom; 47 zonneparken, goed voor 446GWH stroom, en twee gasturbines  goed voor 1300GWh stroom per jaar. Samen is dat goed voor zo’n 40% van de Oostenrijkse vraag naar elektriciteit.

Minstens 51% van de aandelen van het Verbund is in handen van de Oostenrijkse staat – dat ligt grondwettelijk vast. Ca 30% zit bij nutsbedrijven die geheel of grotendeels in handen zijn van lagere overheden. Ca 20% is ‘Streubesitz’ – het Duits heeft af en toe van die mooie woorden.

Kraftwerk Ybbs-Persenbeug

Oude, bij renovatie vervangen Kaplanturbine (Ybbs-Persenbeug)

Als voorbeeld een van de tien, Kraftwerk Ybbs-Persenbeug ( https://power.verbund.com/de/Ybbs-Persenbeug ). We hebben in Persenbeug overnacht en er lag net een groot riviercruiseschip in de sluis.
Het Kraftwerk is 236MW en produceert 1336GWh per jaar. De installatie is in 1960 in gebruik  genomen en tussen 2015 en 2022 ingrijpend gerenoveerd. De oude Kaplanturbine is nu monument.
Voor de komende jaren staat een omleidingsroute voor vissen gepland (met weer zo’n mooi Duits woord een Fischwanderhilfe). Twee Kraftwerke verder, bij Greifenstein, ligt er al  zo’n omleidingsbeek.

Visomleidingsroute bij Kraftwerk Greifenstein

Overstromingen
De Donau is van oudsher een typische regenrivier (hij wordt niet gevoed vanuit gletschers). Het waterpeil is fiks of niks (niks is letterlijk bedoeld, want een heel eind stroomopwaarts stroomt de Donau door een karstgebied met een lekke bodem en bij weinig water staat hij daar droog – we hebben daarin een ander vakantiejaar  in de droge bedding gelopen).

Maar het kan ook heel erg fiks, zoals op zijn Valkenburgs. En men onthoudt de fikse jaren en men ziet het klimaat zijn invloed uitoefenen. Verstandige mensen gingen vroeger, en gaan mogelijk opnieuw, op een hoge bult langs de rivier wonen. En anders toch op zijn minst vloedplanken en dergelijke.

In september 2024 was het in heel Midden-Europa weer raak. Zie Ministerie/hochwasser-september-2024  : er viel in vijf dagen meer dan vijf keer zoveel dan normaal in een hele maand.

We spraken erover met de baas van het Rosenhotel in Zwentendorf, onze laatste halte voor Wenen. Goeie tent overigens. De speciale aandacht voor Zwentendorf is overigens slechts om deze toevallige reden, de problematiek deed zich voor over een veel groter gebied en was soms elders veel heftiger.
Zijn hotel lag niet heel hoog boven de Donau en hij had de rivier op bezoek gekregen, maar met een pomp en vloedplanken had hij de boel kunnen redden. Hij was voorbereid.
Maar zijn dochter woonde aan de andere kant van het dorp, veel verder van de rivier af, en voor het eerst in de geschiedenis stond het daar ook blank. De Donau was door een zijbeek om het dorp heen gelopen.

Zwentendorf onder water_foto MarktGemeinde Zwentendorf

De gemeente Zwentendorf geeft op Unsere_Gemeinde/Fotogalerie een beeld van wat soms een ravage werd. Vrijwilligers, onder leiding van de brandweer, konden soms erger voorkomen. Zelfredzaamheid bij gebrek aan beter, zogezegd. Voor de lokale pers, zie meinbezirk.at/tulln/die-geschichte-einer-flut  .

Men zou zeggen dat de Donau inmiddels helemaal gereguleerd is en op een bepaalde manier is dat ook zo. Hij is helemaal afgedekt met Kraftwerke met stuwdam en normaliter is er weinig aan de hand en kun je er bijvoorbeeld gewoon met cruiseschepen of binnenvaartschepen op varen. We stonden boven zo’n sluis en onder ons klonk uit een cruiseschip luide operamuziek – een lichtelijk vervreemdend effect.
Maar het zijn Laufkraftwerke: elke kuub die erin komt, gaat er ook meteen weer uit. Er is geen stuwmeer waarmee men het rivierpeil kan bufferen. Het enige  middel zijn noodvoorzieningen waarmee men het water zo ongehinderd mogelijk laat wegstromen.

De stad Wenen heeft, met vooruitziende blik, zijn bescherming al in een ver verleden geregeld ( Donauinsel – Wikipedia ) . Op voorstel van de SPÖ en met steun van de FPÖ , en tegen hardnekkig verzet van de ÖVP in, werd in 1969 besloten een parallelgeul te graven (de Neue Donau). Daardoor is een langwerpig eiland ontstaan, het Donauinsel.
Omdat de ‘oude’ Donau hier vanwege het volgende Kraftwerk opgestuwd is en de Neue Donau stroomopwaarts een stuw heeft die als een kraan  open en dicht kan, ligt de Neue Donau een paar meter lager dan de ‘oude’ Donau. Normaliter staat het water stil. Bij een crisis gaat de kraan open en werkt de Neue Donau als waterberging en dan als extra afvoergeul. Het schijnt te werken.

Het verhaal lijkt in de verte een beetje op dat van de Spiegelwaal bij Nijmegen.

Het Donauinsel is aantrekkelijk ingericht en een geliefd natuur- en recreatiegebied. Als er geen hoog water geweest is, kun je in de Neue Donau zwemmen.
De fietsroute wordt er overheen gestuurd en dat is geen straf, en je komt op rustige wijze bijna tot in het centrum van Wenen. De verkeersellende van het fietsen in een onbekende grote stad begint daarna pas.
Maar goed, daar hebben we zelf voor gekozen en we zijn tot nu toe goed genoeg om dat verkeer te overleven.

Donauinsel bij Wenen (foto Wikipedia)

De klimaatcrisis zal nog heel wat van dit soort  infrastructurele werken nodig maken.

En, o ja, de Donau is niet blauw, zoals Johann Strauss liet zingen. Hij heeft een normale rivierkleur. Als een rivier echt blauw is, is er iets goed mis.

6 sept demo tegen gasboringen in de Waddenzee

Op zaterdag 06 september 2025 organiseert Milieudefensie in Holwert (Friesland) een demonstratie tegen gasboringen in de Waddenzee.

De middag start met een podiumprogramma met

  • Bram Douwes als presentator,
  • Frank Petersen van de Waddenvereniging,
  • Maaike Baan, expert van Milieudefensie over de Klimaatzaak tegen Shell.

Voor de actie daarna  gaan we naar de Zeedijk. Met 9 enorme spandoeken maken we samen een krachtig beeld, dat met een drone wordt vastgelegd. Een statement dat Shell, én de wereld, niet kan negeren. Er gaan meer dan 600 mensen mee. Dit belooft groots te worden!

Er gaat een bus vanuit Den Bosch Centraal Station. Die vertrekt om 10.00 uur precies.
Het wordt een lange dag, dus neem een flesje water en een lunchpakketje mee.
Men is  rond 19:30 uur weer terug op de opstaplocatie.
Trek iets kleurrijks aan?  Dat geeft een mooier beeld vanuit de drone.

Het is de bedoeling dat men zich aanmeldt op https://veranderaars.milieudefensie.nl/waddenactie . Wie zich aanmeldt, kan daarna lid worden van een tijdelijke Signalgroep die voor deze gelegenheid wordt aangemaakt.

Contactpersoon in Eindhoven is ondergetekende. Men kan zich bij mij niet aanmelden.

Bernard Gerard
bjmgerard@gmail.com
www.bjmgerard.nl

Twee keer nieuws over een kleiner Schiphol

Op 04 juni 2025 verschenen er in één persbericht twee ontwikkelingen die beide een krachtige ondersteuning geven aan de gedachte dat Schiphol veel kleiner moet en kan.

De ene ontwikkeling is dat de rechter de natuurvergunning van Schiphol vernietigd heeft (in praktijk vanwege de stikstofproblematiek). Schiphol functioneert nu dus illegaal. Het is natuurlijk denkbaar dat de regering, die de natuurvergunning af gaf, in hoger beroep gaat. Benieuwd of dat onder ‘controversieel verplaarde onderwerpen’ komt te vallen.

De andere ontwikkeling is dat CE Delft een studie uitgebract heeft dat het grotendeels opheffen van de hub-functie van de KLM (dat zijn vliegbewegingen die grotendeels gevuld zijn met overstappers die in Nederland niet te zoeken hebben) nauwelijks tot verlies voor reizigers die van of neer Nederland zelf willen vliegen.

De twee ontwikkelingen hebben beide specifiek betrekking op Schiphol en de KLM. Ze zijn niet overplantbaar op Eindhoven Airport.
Mobilisation for the Environment heeft wel een juridische procedure lopen aangaande de (al dan niet aanwezige) natuurvergunning van de vliegvelden Eindhoven en Rotterdam, maar dat is een apart verhaal. Men kan dat desgewenst nalezen op https://www.stichtingmobilisation.nl/luchtvaart-natuurvergunning/2024/12/24/vliegvelden-rotterdam-en-eindhoven-komend-jaar-weer-illegaal-in-werking/ .

Hieronder het gezamenlijke persbericht, dat te vinden is op o.a.  https://pers.milieudefensie.nl/read/3977/milieuorganisaties-blij-met-vernietiging-natuurvergunning-schiphol .
Extra uitleg kan worden gevonden bij Greenpeace op Uitleg Greenpeace over vernietigde natuurvergunning Schiphol .
De studie van CE Delft is te vinden op https://ce.nl/publicaties/krimp-klm-gevolgen-voor-de-nederlandse-privereiziger/ .


Milieuorganisaties blij met vernietiging natuurvergunning Schiphol

PERSBERICHT   

Milieuorganisaties blij met vernietiging natuurvergunning Schiphol  

“Regering, stop met zoeken naar geitenpaadjes, krimp Schiphol”  

Nijmegen, 4 juni 2025 – De rechtbank Den Haag heeft de natuurvergunning van Schiphol vernietigd. De vergunning had door inhoudelijke en procedurele gebreken niet verstrekt mogen worden, zegt nu ook de rechtbank. Mobilisation for the Environment (MOB), Greenpeace en Milieudefensie zijn tevreden met de vernietiging van de vergunning door de rechtbank. De organisaties roepen de regering op om onmiddellijk het aantal vluchten op Schiphol te beperken en in overeenstemming te brengen met de grenzen van stikstof, natuur, geluid en klimaat. Niemand heeft iets aan een zoektocht naar geitenpaadjes. Het teveel aan stikstof is zeer schadelijk voor de natuur en de biodiversiteit waarvan we afgesproken hebben dat we die zouden beschermen. Vast staat dat de natuurcrisis, de klimaatcrisis en de wooncrisis gebaat zijn bij minder Schiphol. Uit deze uitspraak blijkt wederom dat het huidig aantal vliegbewegingen niet te handhaven is. Een grotere krimp van Schiphol is dus noodzakelijk.

Krimp Schiphol kan door minder omvliegers
Omvliegers dragen niets bij aan de Nederlandse economie. Omvliegers stappen alleen over op Schiphol, op de meeste bestemmingen zijn omvliegers in de meerderheid. Door het grootste deel hiervan te schrappen en nachtvluchten geheel te verbieden kan Schiphol Nederland prima blijven verbinden met de rest van de wereld. Een flinke krimp van Schiphol kan door minder vluchten toe te staan die vrijwel alleen gevuld worden met omvliegers. Dat bleek vandaag uit onderzoek van CE Delft in opdracht van Milieudefensie.

Woningzoekenden en omwonenden profiteren
Schiphol heeft al de nodige plannen voor woningbouw met succes aangevochten. Een beperking van het aantal vluchten tot maximaal 300.000 in combinatie met stoppen van nachtvluchten maakt nieuwbouw van woningen mogelijk. Ook zal de enorme nu bestaande geluidsoverlast zorgen voor gezondheidswinst voor twee miljoen omwonenden. Evenals een vermindering van de uitstoot van kankerverwekkende stoffen.  

Steun van Greenpeace en Milieudefensie
MOB voerde de procedure samen met Greenpeace Nederland en Milieudefensie en met steun van Schipholwatch en de Vereniging Vlieghinder Nieuwkoop. De milieuorganisaties vinden het onbestaanbaar dat middenin een klimaatcrisis alle juridische trucs uit de kast worden gehaald om een vliegveld zo groot mogelijk te legaliseren. Schiphol moet zich houden aan de grenzen van klimaat, natuur en omgeving.  


Milieudefensie helpt mee om de Dommel schoner te krijgen

Dommel bij knooppunt De Hogt ri Zuiden

De Dommel en meer algemeen zijn stroomgebied  zijn al heel lang vuil.
De slechte kwaliteit van het water in het Dommelsysteem heeft meerdere oorzaken, waaronder de historische en de actuele non ferro-industrie in Nederland en België, de landbouw, de bevolkingsgroei in samenhang met het te beperkte rioolsysteem, verouderde lozingsvergunningen, steeds meer chemische stoffen, de klimaatverandering die steeds vaker steeds extremer weer veroorzaakt, en mogelijk ook natuurlijke oorzaken.

In alle eerlijkheid moet gezegd worden dat er door toedoen van het waterschap De Dommel. de gemeenten met betere rioleringen, Europese wetgeving en internationaal overleg veel verbeterd is. Maar er zijn ook nieuwe vormen van vervuiling bijgekomen, zoals steeds meer medicijnresten, drugsafval, en bijvoorbeeld PFAS.

Het werk is dus niet af. En als het dat op sommige plaatsen wel zou zijn, is er kans dat het steeds extremere weer (droogte of nattigheid) de winst voor een deel weer ongedaan maakt.
Bovendien komt de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) eraan (2927). Dat verandert het probleem op zichzelf uiteraard niet, maar wel het bijbehorende gevoel van urgentie. Er moet nog heel veel gebeuren, zie o.a. https://www.bjmgerard.nl/kaderrichtlijn-water-zal-in-2027-niet-gehaald-worden-en-waar-komt-die-arseen-en-kobalt-vandaan/ .

Van de veelheid aan oorzaken zijn er recentelijk twee meer op scherp gezet: de nieuwe vergunning die de zinkfabriek van Nyrstar in het Belgische Pelt moet gaan krijgen (dat is als je de Dommel vanaf de Belgische grens een paar kilometer doortrekt); en de problematiek van de riooloverstorten in Nederland (en ook in België, maar daar is geen greep op).
Let dus wel dat dit artikel  tijdgebonden is (begin mei 2025).

De nieuwe vergunning van de zinkfabriek van Nyrstar in Pelt
De Belgische non ferro-problematiek dateert al van eind 19de eeuw en vindt zijn basis in de koloniale exploitatie van de Kongo. De raffinage van al die ertsen, waaronder zink, werd  neergezet op de arme zandgronden van de Belgische Kempen en Belgisch Limburg, waar in die tijd nauwelijks iemand woonde. Eén fabriek staat net aan de Nederlandse kant van de grens in Budel Dorplein.
Er is veel over de historie van de non ferro te vertellen, maar niet nu en hier. Zie desgewenst:
https://www.bjmgerard.nl/de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/
https://www.bjmgerard.nl/fietsen-naar-de-sahara/

De Nyrstarvestigingen in Budel en het Belgische Balen verwerken nog steeds ertsen.

De vestiging in Pelt verwerkt geen ertsen meer, maar recyclet van over de hele wereld aangevoerd zinkafval. Daarnaast heeft Nyrstar in Pelt de eeuwigdurende zorgplicht om tot 200m diep grondwater op te pompen (2 miljoen m3 per jaar). Dat grondwater wordt als proceswater gebruikt en levert en passant nog 42ton zink per jaar op. Het water verlaat het terrein via twee zuiveringsinstallaties en eindigt in de Eindergatloop, die op zijn beurt weer, vijf kilometer voor de  grens, in de Dommel uitstroomt.
Het geheel geeft aan dat de bodem in de wijde omgeving, tot grote diepte, verziekt is met zware metalen – die naar alle waarschijnlijkheid ook buiten de fabriek om in de Dommel spoelen.

Nyrstar Pelt heeft enkele deelvergunningen die allemaal in december 2025 aflopen. Er is dus, hoe dan ook, een (samengevoegde) nieuwe vergunning nodig waartoe de aanvraag  elk moment kan komen, maar die, in elk geval op 02 mei 2025, nog niet gepubliceerd was.
Die moet vergezeld gaan van een deskundig rapport van prof. De Vocht van de Universiteit van Hasselt.

Milieudefensie Eindhoven eo heeft met Extinction Rebellion de Kempen (XR) afgesproken dat men het verschijnen van de vergunningaanvraag actief monitort met het doel om er binnen de gestelde termijn van vier weken vanaf dan, een zienswijze op in te dienen.
Inmiddels is er ook interesse bij de Brabantse Milieu Federatie (BMF) en bij Natuurmonumenten. Die is dd dit artikel nog niet gematerialiseerd.

Na het maken van deze afspraak is XR De Kempen op eigen houtje een petitie begonnen, die vanuit goede bedoelingen een onhandige eis stelt, namelijk dat er geen vergunning verstrekt mag worden. Dat betekent dat de fabriek dan illegaal zou draaien en moet stoppen, en/of dat het zuiveren van opgepompt grondwater vervalt of een overheidstaak wordt. Dit lijkt niet echt slim. Een strengere vergunning is in dit geval een beter idee dan geen vergunning.
Maar ik zal de intentie zwaarder laten wegen dan de onhandige eis en verwijs naar de petitie op https://geenrommelindommel.petities.nl/ .

Gebied van Waterschap de Dommel

De riooloverstorten
( Zie o.a. https://nl.wikipedia.org/wiki/Overstort )Onderzoeksjournalist Van Houtert van het Eindhovens Dagblad kwam op 19 april 2025 met de primeur dat na de overstroming van 2016, na harde langdurige regenval (klimaat!), zeker vijf veeboeren minstens vele tientallen koeien waren verloren omdat het water wekenlang op het land bleef staan en dat land vergiftigde met een mix van infectieziekten en zware metalen ( https://www.ed.nl/eindhoven/een-doofpot-na-overstromingen-vielen-koeien-dood-neer-bodem-en-gras-bleken-vol-zware-metalen-te-zitten~a1e82b1c/ ) . Het artikel is, naar mijn smaak, overtuigend waar het de gevolgen van met giftig slib bedekte weidegronden bespreekt.
Het artikel noemt twee hoofdoorzaken: de riooloverstorten die na heftige regenval verdund, maar ongezuiverd rioolwater in beken spuien, en de overstromingen die ook zouden optreden als er geen riooloverstorten zouden zijn. Het probleem is dat dezelfde oorzaak, heftige langdurige regenval (klimaat!), voor beide gevolgen zorgt.
Omdat de bodem in delen van de regio in Nederland en België sowieso al verziekt is met zware metalen, kan slib altijd zware metalen bevatten, ook als er geen riooloverstorten actief zijn. Men verwacht wel zink, maar bijvoorbeeld niet veel van het in het slib waargenomen cadmium en kwik in stedelijk rioolwater.
En omgekeerd kan een afwaterende riooloverstort schadelijk zijn voor het oppervlaktewater, ook als dat niet over de lage weilanden stroomt.
Van Houtert analyseert niet goed genoeg uit welke oorzaak bij welk gevolg hoort en dat is, eerlijk gezegd, specialistenwerk. Dat is dan ook precies de reactie van het Waterschap op zijn verzoek om commentaar.
Nader onderzoek is nodig.

Voorbeeld van een riooloverstort ( https://www.riool.info/hoe-werkt-het/onderdelen )

Neemt allemaal niet weg dat er, ongeachte de precieze mechanismes, op korte termijn veel gebeuren moet. Het waterschap en de provincie gaan veel assertiever optreden “Desnoods onteigenen: Brabant gaat doorpakken bij waterbeleid” kopte het Eindhovens Dagblad op 21 maart 2025. Vanaf 2027  immers kan de KRW tot flinke boetes leiden.
Het Waterschap zelf moet bijvoorbeeld een aantal verouderde lozingsvergunningen aanpakken.

Het scheelt dat de BBB, door eigen stommiteit, niet in het bestuur van provincie en waterschap zit. Dat werkt een stuk makkelijker.

Nu wil het geval dat de Waterwet de riooloverstorten definieert als onderdeel van het gemeentelijk rioleringssysteem, waarvan dus de gemeente bevoegd gezag is en het Waterschap het gedupeerd gezag.

In het gebied van Waterschap De Dommel liggen een kleine 1100 riooloverstorten, waarvan er 389 aan een gemengd deel van het riool hangen (dus echt rioolwater). De andere hangen aan de hemelwaterafvoer en wat daaruit komt, is een stuk schoner (hoewel, nog steeds straatvuil, slijtende dakgoten, slijtende autobanden en dergelijke).

De gemeenten hadden en hebben verplichtingen en inderdaad, die hebben al veel gedaan. Maar dat hoefde niet tot de perfectie te leiden – er blijft gemeentelijke afwegingsvrijheid bestaan. Maar zelfs als de afweging ooit goed was, wil dat nog  niet zeggen dat die afweging in de steeds extremer grillige regenval, en bij nieuwe vormen van vervuiling, goed blijft.
Dat leidt tot een permanent spanningsveld tussen waterschap en gemeenten, waarbij het waterschap de vragende partij is.

Nu heeft Milieudefensie Eindhoven eo besloten om het Waterschap ‘van onderop’ te helpen door de gemeenten op te roepen opnieuw kritisch naar hun overstorten te kijken. Vooralsnog gebeurt dat met een brief aan B&W en de gemeenteraad die, na een inleiding, zeven informatieve vragen stelt. Desgewenst kunnen politieke partijen in de gemeenteraad de tekst overnemen als basis voor raadsvragen. Inmiddels is dat in de gemeente Eindhoven op 01 mei 2025 al gebeurd (SP, Partij voor de Dieren, GroenLinks/PvdA).
Dd dit artikel is de verzending naar gemeenten nog gaande.
De campagne komt voor rekening van Milieudefensie Eindhoven eo, maar inmiddels zijn leden van het Algemeen Bestuur van het Waterschap op de hoogte gesteld.
Als voorbeeld hieronder een link naar de brief aan de gemeente Eindhoven.

Wordt vervolg als er voldoende nieuws te melden valt.

In vogelvlucht

Vooraf
Bij elke 1000ste tik op mijn neus op de homepage een wat ander thema dan normaal em dit was de 42000ste tik.

Ik heb altijd interesse gehad in de vogeltrek. In mijn voorbije jaren als natuurkundedocent mocht ik er altijd graag over vertellen en bovendien, je kunt er in de bovenbouw Atheneum aan rekenen.
Zo is er een of ander pleviertje uit Groenland dat in de herfst – flap, flap, flap – naar acht kilometer hoogte stijgt en daar met de straalstroom mee met een noodvaart naar het Oosten vliegt en in die straalstroom – twiet, twiet, twiet – even met zijn vleugel naar de passerende piloten zwaait (dit op veilige afstand). Ter hoogte van Schotland daalt het beestje, gaat bijtanken in de Waddenzee, en vliegt dan langs gebruikelijke routes naar Afrika.
In het voorjaar vliegt hij weer terug naar de Waddenzee. Daar wacht het beest tot er een geschikt hogedrukgebied langs komt en dan vliegt hij – flap, flap, flap – vlak over de zee, met de wind weer in de rug, terug naar huis.

Toegegeven, het verhaal is enigszins antropomorf gemaakt, maar af en toe moet het een beetje sappig zijn voor de klas.

En, het zij toch maar even gezegd: vliegen is interessant, maar niet met honderdduizenden herrieschoppers en lucht- en klimaataantasters tegelijk.  

Rosse grutto B6 vliegt een wereldrecord non stop-vliegen
Ik kreeg inspiratie voor dit artikel toen ik onlangs vernam dat Rosse Grutto B6 een nieuw wereldrecord non stop-vliegen gevestigd had. Bij nader onderzoek bleek dat het wereldrecord er al een tijdje stond, namelijk vanaf okt 2022. Maakt niet uit.

Hierboven hoe een rosse grutto er in het algemeen uit ziet, en hoe rosse grutto B6 er specifiek uitziet toen hij op 15 juli 2022 bij Nome in Alaska geringd werd en van een piepklein zendertje (5 gram, inclusief klein zonnepaneel) voorzien. Daardoor was hij (of zij, dat vermeldt het verhaal niet) met een satelliet te volgen.

Voor meer informatie over de rosse grutto zie  https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosse_grutto

Vogels vliegen op vet, want dat is de meest energierijke natuurlijke brandstof. Om zover mogelijk te komen laden ze zich zo vol mogelijk, zodanig dat ze soms nauwelijks nog van de grond komen. Het volgewicht van een rosse grutto is 485 gram en het leeggewicht 215 gram.
De rosse grutto verbouwt zichzelf voor de vlucht zelfs van binnen. Zijn lever, nieren en andere ingewanden worden tijdelijk zeer veel kleiner (die heeft hij per slot van rekening onderweg toch niet nodig) en zijn hart en vliegspieren groter – alles gericht op zoveel mogelijk vet meenemen. Na aankomst alles weer andersom.
Een artikel dat dit uitvoerig beschrijft is  https://academic.oup.com/auk/article/139/2/ukab086/6523130 . Daarin wordt al vol ontzag gesproken over de vogelprestaties die de natuurwetenschap tot aanpassingen dwongen – dat was dan nog een half jaar voor B6 tot nog meer ontzag leidde (voor wie het artikel wil lezen: de rosse grutto is de Limosa lapponica baueri ). Het meetprogramma onder dit Academic-artikel liep al een tijdje.

De factor (ongeveer) 2 tussen vol- en leeggewicht is overigens gebruikelijk in alles wat vliegt – zelfs een B747 voldoet er aan.

En toen vloog Rosse Grutto B6, net vier maand uit het ei, bovenstaand traject richting Zuid. Het is 13,558 km en dat deed het beest in 11 dagen – non stop vliegend.

Het originele artikel is van de US Geological Survey (USGS), waarvan ook bovenstaande kaart afkomstig is (zie https://www.usgs.gov/centers/alaska-science-center/news/juvenile-bar-tailed-godwit-b6-sets-world-record en vandaar uit https://www.adn.com/alaska-news/wildlife/2022/10/30/a-juvenile-shorebird-tagged-in-alaska-flew-nonstop-for-11-days-and-arrived-in-tasmania/ )

Die elf dagen is het echte schokkende – de afstand hangt er ook van af hoe de wind stond. B6 had hem mogelijk mee, maar dat mag men niet eens geluk noemen want vogels hebben, zoals iemand het in de New York Times het formuleerde, een ‘griezelig vermogen om het weer te voorspellen’ en het zijn uitstekende navigatoren – zodanig dat de oude Polynesische zeevaarders, ook niet mis, vogelgedrag in hun intellectuele pakket hadden als ondersteuning. (Het artikel in de New York Times op The Godwit’s 7,000-Mile Journey: A Migration That Breaks Records – The New York Times .)

Rosse grutto’s vliegen terug over de Gele Zee (bij China en Korea), waar ze een paar weken bij tanken alvorens weer naar Alaska te gaan ( https://datazone.birdlife.org/articles/the-bar-tailed-godwit-undertakes-one-of-the-avian-worlds-most-extraordinary-migratory-journeys ).
Men schat dat een rosse grutto in zijn leven zowat een half miljoen kilometer vliegt.

De parkiet van Tucker
Hierbij moet eerst het prachtige boek van hoogleraar Henk Tennekes (de meteoroloog) genoemd worden “De wetten van de vliegkunst” (1992), later bewerkt tot “The Simple Science of Flight, Revised and Expanded Edition” ( archive-MITpress ) . Onderstaand verhaal komt via zijn boek.

Professor Vance Tucker had een parkiet getraind om met een zuurstofmaskertje op in een windtunnel te vliegen. De windsnelheid en de hellingshoek kon hij instellen. Men zegt dat het vogeltje wekenlang gewillig meewerkte – hij zal er wel heel goed voor gezorgd hebben. En dat terwijl een parkiet geen goede vlieger is.
Via de zuurstof kon hij, gebruikmakend van wat gangbare extra aannames, het mechanisch vermogen  van het vogeltje berekenen bij de ingestelde omstandigheden. Hieronder de geschematiseerde opstelling  en daaronder de resultaten. Die zijn voor dit concrete parkeitje, maar met andere getallen gelden ze voor alle vogels (behalve mogelijk kolibries).

De algemeen geldende conclusie is dat alle vogels bij een bepaalde snelheid het makkelijkste vliegen. Tuckers parkietje heeft in horizontale vlucht het laagste vliegvermogen nodig (nl 0,75W) bij 8,0m/sec. Zowel langzamer als sneller vliegen vraagt meer vermogen, evenals uiteraard schuin omhoog vliegen.

Voor dit optimale punt is een ‘glijgetal’ gedefinieerd. Dat is bij een constante horizontale snelheid een verhoudingsgetal tussen enerzijds de lift = de zwaartekracht en anderzijds de luchtwrijving = de spierkracht. Tevens is dit (vandaar de naam) het aantal horizontale meters dat een vogel in glijvlucht aflegt per één verticale meter.
Veel zangvogels hebben een glijgetal in de buurt van de 4 . Dat betekent zowel dat de spierkracht een kwart van de zwaartekracht is als dat de vogel, als hij zijn vleugels stilhoudt, per meter daling vier meter vooruit komt.
Een parkiet en een fazant hebben een glijgetal van ongeveer 4, een gierzwaluw van ca 10, een albatros van ca 22, een passagiersvlieegtuig heeft een glijgetall van 15 tot 20 (dus als op 10km hoogte alle motoren uitvallen, komt het nog een aardig eind vooruit), een zweefvliegtuig van 20 tot 60.

Veldleeuwerik

Rekenen aan een leeuwerik (en dat correctiemodellen nooit waterdicht zijn)
Ik had in mijn tijd als natuurkundeleraar een som gemaakt hoever een leeuwerik kon vliegen. Een lege (uitgehongerde) leeuwerik is 17 gram, een volgevreten exemplaar 35 gram (dus gemiddeld over de vlucht 26 gram). De aarde trekt eraan met (gemiddeld) 0,26Newton (N) en omdat het glijgetal  van een leeuwerik 4 is , moet voor een horizontale vlucht met constante snelheid de voorwaartse kracht een kwart van 0,26N zijn, dus 0,065N .
35 – 17 = 18gram vogelvet bevat een chemische energie van 18*30 = 540kJ (540.000 van de energieeenheid Joule). Bij een spierrendement van 25% wordt van die 540kJ een kwart, dis 135kJ, omgezet in mechanische arbeid en de rest wordt warmte.
Die 135kJ gedeeld door 0,065N is nu de afstand die de leeuwerik kan vliegen. Dat is 2075km.
Daarmee halen ze, bij windstil weer, om en nabij Zuid-Europa, de Balkan of de Noordkust van Afrika en dat schijnt voor de beestjes ver genoeg te zijn.

Dit was dus een opgave die de meeste leerlingen op de bovengeschetste manier konden oplossen. Mooi.
Nu was er een leerling die iets anders bedacht had. Hij liet de leeuwerik (met, voor insiders, 135kJ =mgh)  loodrecht opstijgen tot 520km hoogte (ongeveer de hoogte van de Starlink-satellieten van Elon Musk). Van daar af ging het beestje in voorgeschreven glijvlucht (4 op 1) naar beneden en landde keurig op 2075km op de gewenste afstand.

Een goed antwoord op een volstrekt onmogelijke manier, daar voorzag mijn correctiemodel niet in. Uiteindelijk heb ik maar een besluit genomen met een enigszins subjectief karakter en er drie van de vier beschikbare punten voor gegeven,

Gossamer Pinguin

De Zephyr

Alles wat vliegt op één lijn
Tot slot een beroemde grafiek uit het boek van Tennekes: van fruitvlieg tot A350 in  één (dubbellog) diagram. Zie hieronder.

  • Op de horizontale as onder de kruissnelheid in m/sec (bedoeld wordt de meest economische snelheid, zoals boven uitgelegd, op het laagste punt van de U-curves)
  • Vertikaal de zwaartekracht op de vogel in Newton (bij de gekozen nauwkeurigheid kun je zeggen dat de aarde aan 1kg trekt met 10N)
  • Horizontaal boven de vleugelbelasting (de zwaartekracht op de vleugel (in N) gedeeld door de vleugeloppervlakte (in m2  )
  • Alles onder de “mute swan (=knobbelzwaan)” leeft en alles daarboven is dood
  • Links van de lijn de typische zwevers, waaronder enkele exotische menselijke constructies (de Gossamer condor is een fietsvliegtuig, zie https://www.wired.com/2010/08/0823gossamer-condor-human-powered-flight/  en de Gossamer Pinguin ook, maar dan met zonnepanelen erop).
    De Solar Zephyr is een drone voor militair verkenningsdoeleinden in de stratosfeer, werkend op zonnepanelen ( https://www.aerosociety.com/news/zephyr-down-but-definitely-not-out/ )
    Let hier ook op de positie van de Pteranodon (een vliegend reptiel uit het Mesolithicum)

    Rechts van de lijn alles wat men snel wil of wat snel moet, zoals de F16 of de, gezien zijn kleine vleugeloppervlak relatief onhandig zware, hommel (bumble bee) of honingbij.

Peuken prikken langs de Dommel

Op 22 maart 2025 was de Nationale Opschoondag. In Eindhoven vormden enkele leden van de lokale Milieudefensiegroep en enkele lokale leden van de Partij voor de Dieren een ploeg, die een stukje aan beide kanten deed van het Van Abbe-museum tot iets over de Vestdijk. Daar lag het een en ander aan troep, waaronmder veel peuken. Het Peukenparadijs, zogezegd.
Ik heb zelf meegedaan namens Milieudefensie Eindhoven.
De organisatie die dat standaard doet (en niet eenmalig zoals onze ploeg) is de Troep Troopers ( https://troeptroopers.nl/ ). Er waren op die dag overigens meer Eindhovense groepen op pad.

Na afloop nog even gezelligheid met koffie bij Schellens.

Hieronder enkele foto’s .

Statieportret vooraf

Na afloop de buit

De oevers van de Dommel zijn op dit traject natuurvriendelijker gemaakt. Er leeft het een en ander. Ook wat foto’s.

Dotterbloem                                                              Japans Hoefblad

 Waterhoen

Kaderrichtlijn Water zal in 2027 niet gehaald worden en: waar komt die arseen en kobalt vandaan?

Methodiek van de KRW

Wat is de Kader Richtlijn Water (KRW)?
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die wil dat in de lidstaten het grond- en oppervlaktewater in 2027 aan een aantal minimumeisen voldoet. ‘Richtlijn’ betekent dat de regelgeving niet rechtstreeks werkt, maar door de lidstaten van de EU in eigen wetgeving doorvertaald moet worden.
Nederland heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om eigen eisen toe te voegen bovenop de Europese eisen.

De KRW dateert uit 2000, eiste dat de lidstaten Stroomgebiedbeheerplannen hadden liggen in 2009, en eiste dat het water (in dit artikel alleen het oppervlaktewater) vanaf 2015 aan de minimumeisen moest voldoen. Zie o.a. https://nl.wikipedia.org/wiki/Kaderrichtlijn_Water  en https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX%3A02000L0060-20141120&rid=1#zoom=100 .
Alleen de wat grotere wateren vallen onder de KRW. De Ekkersrijt bij Eindhoven bijvoorbeeld valt onder de KRW, maar de erop afwaterende sloten niet.

In Nederland is dat ‘voldoen’ voor geen meter gelukt, en daarom heeft Nederland twee maal een uitstelperiode van zes jaar gekregen. We zitten nu midden in de tweede uitstelperiode en als het dan nog niet in orde is, kunnen er EU-boetes volgen.

In Nederland is de milieuwetgeving sinds 2000 enkele malen veranderd. Daardoor is het geheel aan normen, richt- en grenswaarden, meetprotocollen etc een beetje een onoverzichtelijk geheel geworden. Ik zal verderop proberen dat een beetje uit te leggen, maar voor diehards die het precies willen weten, https://iplo.nl/zoeken/@176066/termen-normen-stoffen-waterbeleid/ .

Een andere reden voor de complexiteit is dat er steeds meer stoffen bijkomen.

Uiteindelijk telt op dit moment de Omgevingswet, met in deze als belangrijkste onderdeel het Besluit kwaliteit leefomgeving ( https://wetten.overheid.nl/BWBR0041313/2024-07-01#Hoofdstuk1 ), en daarbinnen bijlage III en IIIa waar de normen staan ( https://wetten.overheid.nl/BWBR0041313/2024-07-01#BijlageIII en https://wetten.overheid.nl/BWBR0041313/2024-07-01#BijlageIIIa ).
Bijlage III bevat de “prioritaire stoffen” die in 2013 door de EU zijn vastgesteld (een update is in de maak, maar nog niet af).
Bijlage IIIa bevat de “specifieke verontreinigende stoffen” die door Nederland zelf zijn vastgesteld.

Het veldwerk wordt gedaan via Beheerplannen van de waterbeheerders (de waterschappen en Rijkswaterstaat), het wetenschappelijke en normerende werk zit bij het RIVM. Bij het RIVM zie https://rvs.rivm.nl/onderwerpen/stoffenlijsten/KRW .

De Boven-Dommel is blauw. De groene zijrivieren hebben een eigen fact sheet.

De actualiteit: de fact sheets per oppervlaktewater en Nieuwsuur
De waterbeheerders zijn al bezig met de voorbereiding van de Stroomgebiedbeheerplannen na 2027 en hebben daarom een tussentijdse fact sheet opgesteld, gedateerd 04 september 2024, voor elk van de 745 KRW-wateren in Nederland.
De fact sheets zijn te vinden op https://www.ihw.nl/krw-factsheets-en-bronbestanden-2024-beschikbaar en van daaruit op https://www.waterkwaliteitsportaal.nl/kaderrichtlijn-water .
Zoek onder ‘KRW-fact sheets’ naar het gewenste waterschap. Erop klikken bezorgt je een ZIP-pakket met alle fact sheets van dat waterschap, en op het ZIP-pakket klikken levert de afzonderlijke fact sheets op.

Datajournalist Sjors Hofstede van Nieuwsuur heeft zich door die databerg heen gevroten en heeft er een artikel op gebaseerd, dat op 11 september in Nieuwsuur aan de orde geweest is. Hij zij geprezen en zijn lezenswaardige artikel is te vinden op https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2536748-te-veel-stikstof-en-fosfor-in-water-doelen-gaan-we-niet-halen .
Ik pik, onder dankzegging, twee diagrammen uit zijn artikel:

Hofstede heeft landelijk gekeken en bovenstaande diagrammen zijn dus voor Nederland als geheel.
Deze site heeft een focus op Brabant, maar ook Brabant is nog erg groot en daarom gebruik ik als  voorbeelden fact sheets van Waterschap de Dommel van riviertjes uit de omgeving van mijn woonplaats Eindhoven.

Verder ga ik in dit artikel niet veel over stikstof en fosfor zeggen, want dat is hier geen nieuws meer en ik heb er elders op deze website al het nodige over gezegd ( zie bijvoorbeeld wat-ik-van-de-boerenacties-vind-en-van-de-nederlandse-landbouw/ en https://www.bjmgerard.nl/18189-2/ en programmas-landelijk-gebied-helpen-wel-maar-niet-genoeg/ ).
Zonder deugdelijk mestbeleid, en dus zonder imkrimping van de veestapel. bereik je niets.

Hoe zit zo’n fact sheet in elkaar?
De fact sheets werken met een vast schema.
Het begint met een kaart van het stroongebied. Hierboven een kaart van het stroomgebied van de Boven-Dommel van de Belgische grens tot de Eindhovense RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI).

Daarna volgt een beschrijving in algemene termen. De Boven-Dommel is een rivier die t.o.v. zijn natuurlijke staat sterk veranderd is, bijvoorbeeld door rechttrekken, stuwen, een bezinkbassin. Vanwege de landbouw kan het Waterschap niet vrijelijk spelen met het waterpeil. Als  het heel droog of heel nat is, dreigt ruzie met de boeren.
Tegelijk is dat een waarschuwing dat er in dit soort metingen een jaarlijkse toevalsfactor zit.

Op het eind volgt een overzicht van maatregelen in het verleden en de toekomst.

Daar tussen in zit een beschrijving met een stoplichtsysteem van de totaal-beoordeling en van de afzonderlijke bouwstenen van die totaalbeoordeling.
Bij biologie en Algemene fysische chemie is rood  slecht, oranje ontoereikend, geel matig, groen is goed en blauw wordt bij sterk veranderde waterlopen niet uitgedeeld.
Bij Chemie en Specifiek verontreinigende stoffen is rood ‘voldoet niet’ en blauw ‘voldoet’.
‘X’ is iets technisch met een meetmethode.


Het totaal -oordeel zegt, in het kort, dat de ecologie matig is en dat de chemie niet voldoet. Een nadere analyse:

  • De oorzaak voor het oordeel ‘matig ecologie’ is, blijkens de erop volgende uitwerking, vooral het te hoge gehalte aan stikstof en fosfaat, maar dat is geen nieuws.
  • ‘Chemie totaal’ slaat op 45, in de KRW Europees gedefinieerde, prioritaire stoffen (de openingsafbeelding van dit artikel spreekt van 33, maar dat is verouderd). Als er maar één niet voldoet, voldoet het hele pakket niet
  • ‘Ubiquitaire stoffen’ zijn een, in sjiek Latijn omschreven, eufemisme voor een deelverzameling van de Europese prioritaire stoffen die je overal terugvindt en waar op korte termijn weinig of niets  aan te doen is. Dat komt omdat het PBT-stoffen zijn: Persistent, Bioaccumulerend en Toxisch.
    De Richtlijn Prioritaire Stoffen (EU, 2013) noemt er acht: gebromeerde difenylethers PBDE in verschillende variëteiten), kwik, verschillende Pak’s (benzo(a)pyreen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, benzo(ghi)peryleen en indeno(123cd)pyreen), tributyltin, PFOS, dioxines, HBCDD (Hexabroomcyclododecaan )  en heptachloor & -epoxide. Mogelijk zijn er inmiddels meer.
    Overheden mogen deze stoffen iets minder fanatiek  meten, zolang ze nog maar een beeld hebben van het lange termijn-gedrag.
    In de Dommel gaat het om stoffen uit de PBDE-familie. Dat zijn broomhoudende brandvertragers uit consumentenproducten (textiel, meubels). Mogelijk denkt het Waterschap hiervan af te komen vóór 2027 omdat er aan vervanging gewerkt wordt.
  • ‘Niet-ubiquitaire stoffen’ zijn een andere deelverzameling van de Europese prioritaire stoffen. Die zijn wel toxisch (anders stonden ze niet op de lijst), maar niet persistent of bioaccumulerend.
    Een voorbeeld is nikkel (een Zeer Zorgwekkende Stof, ZZS). Dat zit wel eens in Brabantse riviertjes (maar blijkbaar niet in de Dommel)
  • ‘Specifiek verontreinigende stoffen’ zijn stoffen (77 stuks) die Nederland aan de Europese prioritaire lijst heeft toegevoegd. Het denkwerk daarover zit bij het RIVM.
    – In de Dommel zit teveel thallium. Dat komt van de zinkfabriek Nyrstar in Pelt ( https://www.bjmgerard.nl/de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ ). Het zeer giftige Thallium staat waarschijnlijk niet op de prioritaire lijst omdat er maar heel weinig bedrijven zijn die het lozen. Het is een zeldzaam probleem.
    – Ammonium (een vorm van gebonden stikstof) is in principe een bestrijdbaar probleem. Het Waterschap verwacht blijkbaar van dit probleem af te kunnen komen.
    – De regionale zinkindustrie uit het verleden heeft in een groot gebied zink gedeponeerd, via de lucht, via slakken, via waterlopen. Dat er zink in de Boven-Dommel zit, is onvermijdelijk en zal nog wel een tijd duren. Zink is geen Europese prioritaire stof, en is in sporenhoeveelheden voor de menselijke gezondheid nodig. De indicatorwaarde voor een goede ecologische toestand (zie de eerdere tabel IIIA) is 7,8µg/liter , jaargemiddeld genomen. Zink is niet vreselijk vergiftig.
    Omdat genoemde indicatorwaarde slechts beoordeeld wordt met ‘voldoet’ of ‘voldoet niet’, is het de facto een norm.
    De rest (arseen, kobalt, seleen) in een apart hoofdstukje hierna.

Waar komt het arseen, kobalt en seleen  in de Brabantse riviertjes vandaan?
Op die vraag is nog geen zeker antwoord geformuleerd. Eerst wat feitenmateriaal. Over het algemeen staat achter de hokjes als Doelbereik 2027 ‘onzeker’.

Gender

Ekkersrijt

Keersop

Run

Tongelreep

Kleine en Grote Beerze

Kleine Dommel en Sterkselse Aa

Kobalt is een ZZS-stof, hoewel in sporenhoeveelheden voor de mens nodig (voor vitamine B12). De jaargemiddelde indicatorwaarde (die dus de facto een norm is) voor een goede ecologische toestand is 0,2µg/liter.
Seleen is geen ZZS-stof, wel giftig maar in sporenhoeveelheden biologisch nodig. De jaargemiddelde indicatorwaarde voor een goede ecologische toestand is 0,052µg/liter.
Arseen is een ZZS-stof, erkend giftig en biologisch nergens goed voor. De jaargemiddelde indicatorwaarde voor een goede ecologische toestand is 0,5µg/liter.

De vraag is waar de drie elementen vandaan komen. Dat kan voortkomen uit huidige menselijke activiteiten, historische menselijke activiteiten, ongestoorde natuurlijke oorzaken of beïnvloede natuurliijke oorzaken. Dit al dan niet in combinatie.

Ik doe hier geen harde uitspreken, maar alleen een paar observaties.

  • De Keersop en de Tongelreep ontvangen water uit of via het kanaal Bocholt-Herenthals, dat in het Belgische non ferro-gebied ligt. Dat kan zowel op lopende als op historische menselijke invloed wijzen.
  • Op alle riviertjes komen gemengde overstorten van de riolering uit, en op de Tongelreep de RWZI van Achel. Dat kan zowel op lopende als op historische menselijke invloed wijzen.
    RWZI’s zijn bijvoorbeeld een niet-verwaarloosbare bron van nikkel en zink
  • Het CBS heeft in 2016 een folder gewijd aan ‘Kobalt in afvalwater en slib’ vanuit het perspectief van terugwinning ( https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2016/12/kobalt-in-afvalwater.pdf ). De boodschap is dat kobalt in afvalwater volledig voor rekening van de chemische industrie en de afvalverwerking komt. Het ging in 2012 om (landsbreed) 416kg rechtstreeks, of via het riool, op het oppervlaktewater geloosde kobalt.
    In hoeverre dit voor het kobaltgehalte van Brabantse riviertjes relevant is, is onduidelijk.
    In het stroomgebied van de besproken riviertjes die binnen Nederland ontspringen liggen, voor zover mij bekend, geen belangrijke chemische complexen of afvalverwerkers.
    (De zinkfabriek in Budel (Nyrstar) watert via de Tungelroysebeek naar het Zuidoosten af en heeft geen rechtstreekse invloed op het oppervlaktewater in de buurt van Eindhoven. De Tungelroysebeek is inderdaad heel erg vies.)
  • Een element als arseen komt van nature in de bodem voor. Het is dan vaak gekoppeld aan ijzeroxidebanken of aan pyriet, aldus de RIVM-studie ‘Arseen in Nederlands grondwater’ uit 2008. Met name pyrietoxidatie zou arseen kunnen vrijmaken, en die oxidatie zou bevorderd kunnen worden doordat uitgezakte nitraat of verlaagde grondwaterspiegels de voor die oxidatie nodige zuurstof leveren.
    In die zin kan de landbouw de natuurlijke mobiliteit van arseen een handje helpen.
  • De Vlaamse Land Maatschappij (VLM) heeft in het voorjaar van 2024 onderzoek gedaan naar de zware metalen-balans vanwege de mest – zowel koper en zink toevoerend als diverse metalen afvoerend door pyrietoxidatie.
    Specifiek noemt de VLM door uitspoelend nitraat of een gedaalde grondwaterspiegel het mobiliseren van arseen, kobalt, nikkel en zink uit geoxideerd pyriet ( https://www.vlm.be/nl/themas/waterkwaliteit/Mestbank/Achtergrond/cijfers-en-studies/afgeronde_studies/landbouw-zware-metalen/Paginas/default.aspx ), met in dit persbericht een link naar het onderzoek.
    De landbouw kan een natuurlijk proces versnellen.


Ik  spreek geen eindoordeel uit.
Verder wetenschappelijk onderzoek is nodig.

Fietsen naar de Sahara

Vooraf
Elk jaar gaan mijn vrouw en ik op fietsvakantie, dit jaar in Denemarken. Verstandig om vooraf wat trainingsritjes in te plannen en deze ging naar de Sahara – de Lommelse Sahara wel te verstaan, bij Luyksgestel net over de Belgische grens. De trigger was een artikel van hoofdredacteur Lucas van Houtert in het Eindhoven Dagblad van 10 maart 2024 ( alles-ging-langzaam-dood-rond-de-zinkfabriek-zo-ontstond-de-lommelse-sahara ).

Nu is het onderwerp niet nieuw in deze kolommen. Ik heb in de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ een artikel afgedrukt dat ik in 1984 voor het SP-blad De Tribune heb geschreven. Dat is dus net 40 jaar geleden en nog eens tien jaar eerder is de fabriek in kwestie gesloopt. Ook twee jubileums dus.

De Sahara (de naam is uit de volksmond en snel overgenomen) is een surrealistisch gebied met extreme enerzijds-anderzijds tegenstellingen. Wat je ziet is vaak niet wat je denkt dat je ziet.

Wie meer over de geschiedenis wil lezen, kan terecht bij het Lommelse Erfgoedhuis ( https://www.erfgoedlommel.be/ ). Daar komen ook de foto’s van de voormalige fabriek vandaan.

Enerzijds
Dit gebied was vroeger straatarm, er waren geen vakbonden en het was dunbevolkt. Vandaar dat er een heleboel vervuilende non-ferro bedrijven neergeplant zijn, o.a. om de geroofde Kongolese ertsen te verwerken.

Er staan nog twee zinkfabrieken in Balen (die nog steeds zink produceert) en Pelt (die tegenwoordig zinkresten recyclet). De Lommelse fabriek heeft als Dritte im Bund er gestaan van 1904 tot de sloop in 1974.

De fabriekseigenaren hadden het soort patronaatsysteem dat Philips in Eindhoven, met andere accenten, ook had. Er was zowat niks, dus zorgde de baas voor huizen (voor die tijd relatief goed, maar de luxe daalde met de stand van de bewoner), eigen ontspanning, onderwijs  en ook anderszins geestelijke ondersteuning, wat goed van pas kwam want bepaalde functies waren levensgevaarlijk.
Wijknamen als Lommel-werkplaatsen en Overpelt-fabriek getuigen er nog van.

De fabriek stond op de Maatheide, toen een natuurgebied met bos, heide en moeras. Maar dat veranderde snel.
De zinkproductie, indien slecht vormgegeven, kan extreem vervuilend zijn. Het bij roosten van de ertsen (vaak sulfides) komt veel zwaveldioxide vrij. In de toen gebruikte hoogovens ontstaat zuiver zink in de dampvorm en die damp condenseert tot fijn zinkstof dat voor  een deel ontsnapt.
Bovendien bevat zinkerts vaak ook bijgemengd cadmium, lood en arsenicum en dat komt ook vrij.

Het duurde niet lang of alle vegetatie rond de fabriek begon af te sterven. Daarna kwam het kale zand vrij te liggen en zo lag er in de jaren ‘1930 rond de fabriek een stuifzandgebied van ca 700 hectare. Er ontstond paniek, want als de wind verkeerd stond begon Lommel, en met name het gehucht Weirken, onder te lopen. Het zand moest met schotten worden tegengehouden.

Met moet met zandverstuivingen niet spotten.
Wij hebben in Nederland het Kootwijkerzand, waaronder een vroeger dorp ligt. Ook dat stuifgebied is (mede) veroorzaakt door een milieuramp in de Middeleeuwen, te weten de houtskoolproductie voor de toen bloeiende ijzerwinning op de Veluwe. Zie https://www.bjmgerard.nl/het-jaar-1000/ .
Ook aan de Poolse Oostzeekust ligt het onder een hoog duin begraven dorp Łącka, eveneens ontstaan door teveel houtkap ( https://www.bjmgerard.nl/het-slowinski-nationaal-park/ ).

Er kwam een soort wanhoopsoffensief tegen het stuivende zand.
De ene maatregel was dat er in de jaren 1950 tonnen huisvuil uit Antwerpen en Brussel gedumpt zijn. Men ziet dus niet een mooi zandstrandje, maar een afgedekte vuilstort.
De tweede maatregel is dat men berken en dennen is gaan planten, van buiten naar binnen. Men ziet dus geen fraai natuurlijk bos, maar een ergens vanaf de jaren 1980 aangelegde verdedigingswal. Inmiddels heeft die het stuifzandgebied teruggedrongen tot 193 hectare.
Tot slot heeft men het bouwpuin van de gesloopte fabriek in het gebied gedumpt, met de zinkresten er nog in. Los daarvan liggen er ook overal zinkslakken, die als verhardingsmateriaal gebruikt zijn (net als in Zuidoost Brabant). Die slakken logen door de regen uit.

Het leven probeert er wat van te maken. Links een rare puist met (bij mijn  weten) pijpestrootje, rechts zandzegge

Loopt men er rond, dan ziet men rare brokken beton. Dat is het overblijfsel van de Poudreries Réunies de Belgique, dis het gebied gebruikte als test- en schietterrein voor granaten en springstoffen.

De ‘vennen’, die men denkt te zien, zijn geen vennen, maar zandafgravingen. Het gebied bevat fijn wit zand (daarom stoof het zo goed). Vanaf de jaren 1950 tot begin jaren 1980 heeft de familie Tourniet er tot 10m a 30m diepte zand afgegraven. Het is levensgevaarlijk (voor mensen) om erin te zwemmen, omdat er vanwege de diepte koud water in kan zitten en er (vanwege het diepteverschil) onder water landslides kunnen optreden. Bovendien zitten er veel zware metalen in het water. Ten overvloede staat er ook een bord dat waarschuwt voor blauwalg, maar daar is niets van te zien. Er zat een kudde mooie brandganzen in en langs het water, maar ja, die lezen geen borden.

Nu het anderzijds
Na langdurig publiek-privaat overleg kwam er een deal tussen aan de ene kant  diverse overheden en maatschappelijke organisaties, en aan de andere kant de multinational Sibelco. Sibelco doet in de winning van zand, klei en vergelijkbare mineralen en maakt daar allerlei halffabricaten van (zie https://www.sibelco.com/en/sites/lommel en https://www.sibelco.com/en ). Die halffabrikaten zijn op hun beurt weer grondstof voor allerlei toepassingen als glas, silicium voor chips, bouwmaterialen, etc.

De deal was dat Sibelco het gebied voor eigen rekening zou saneren, en dat Sibelco het recht zou krijgen het Lommelse zilverzand te winnen. Inmiddels zijn de graafputten van Sibelco 60m diep.

Sibelco startte de sanering in 2003 ( nieuwsblad.be over start sanering in 2003  ). Wat er precies gesaneerd is en hoe goed dat gebeurd is, is onduidelijk. Bezoekers zeggen dat je onder omgewaaide bomen nog steeds huisvuil vindt. Er is in elk geval een heleboel vervuilde grond afgegraven en opgeslagen in een soort sarcofaag.
In het Nieuwsblad van 28 maart 2003 toonden zowel de voorzitter van Sibelco als de burgemeester van Lommel zich heel blij.

Vervolgens is Lommel het gebied qua natuur, toerisme en recreatie gaan ontwikkelen. Het grotere gebied Bosland, waarvan de Sahara een deel is, is in 2023 tot Nationaal Park uitgeroepen, en dat maakt weer deel uit van het Natura2000-gebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden‘ .

Bij een van de ingangen (Sportveldenstraat 10 in Lommel) staat een richtingbordje ‘Sahara’ naast een bord waar op staat dat zwemmen levensgevaarlijk is. Via een nieuwe voetgangersbrug over het nabijgelegen Kempisch Kanaal (mooie brug) kan men het gebied vanaf de andere kant in en er is een uitkijktoren gebouwd met ook weer een uiterst innovatieve constructie.

Kinderen kunnen in de Sahara rondrauschen wat ze willen. Wat kun je op een vuilnisbelt kapot maken?

Het werkt op mij allemaal heel vervreemdend. Laten we het er maar op houden dat de Belgen op creatieve wijze van de nood een deugd gemaakt hebben.

Milieudefensie regio Eindhoven werkt mee aan natuur- en klimaatevenement op De Panberg in Eersel

Milieudefensie regio Eindhoven heeft meegewerkt aan een natuur- en klimaatevenement op 11 mei 2024 op het nieuwe Landgoed De Panberg, Roten 3, Eersel. De middag was georganiseerd door Jeanne Adriaans van de lokale partij Kernbeleid Eersel.

De varkensboer, die vroeger het landbouwgebied op deze locatie exploiteerde, kan het niet redden in het geweld van dierziektes enerzijds en super-mega-varkensboeren anderzijds. Hij en zijn vrouw stopten ermee en daarmee ontstond een Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)-locatie. Die is ingevuld met een combinatie van natuurontwikkeling en recreatie (welk proces overigens vijftien jaar geduurd heeft, terwijl er niet eens tegenstand tegen was).

Nog afgezien van het evenement, is het ook interessant om dit omvormingsproces in eigen recht in werking te zien.


Het eerste bestemmingsplan dateert uit 2012 en is te vinden op https://www.planviewer.nl/imro/files/NL.IMRO.0770.BPBpanberg0008-vast/t_NL.IMRO.0770.BPBpanberg0008-vast.pdf . Nadien zijn er ondergeschikte wijzigingen aangebracht, waarvan de belangrijkste is dat drie kleine vennen vervangen zijn door één groot en dieper ven (waterberging en beter voor de waterkwaliteit). De herziening uit 2016 is te vinden op https://cuatro.sim-cdn.nl/eersel/uploads/bkp-panberg.pdf?cb=yoiW39Lr .
Vroeger was er op die plaats ook ven.

De planoppervlakte is 16 hectare, waarvan 3,4 hectare ven. Het ligt in het brongebied van de Kleine Beerze en ligt nabij de Cartierheide, beide (deels) Natura2000-gebied.

Het gebied is nog in ontwikkeling van landbouwgrond naar natuurgebied, zoals zichtbaar op bovenstaande foto.

Dit lager gelegen, oostelijk deel bestaat uit natte graslanden en het ven.

Het merendeel van de oorspronkelijke agrarische bebouwing is gesloopt, op de boerderij na, waar  het voormalige boerengezin woont, waar ondergeschikte horeca is, en waar een biologische winkel met streekproducten geëxploiteerd wordt. Het gezin is ook de exploitant van het gebied als geheel.
De economie van het plan bestaat verder uit drie woningen aan het water.
De drie woningen en de boerderij worden met aquathermie vanuit het ven verwarmd.

Het westelijk deel ligt een paar meter hoger en is droger. Het was deels landbouwgrond, deels bos. Ook hier wordt eraan gewerkt de landbouwfunctie om te bouwen tot een natuurfunctie, waarbij gestreefd wordt naar een Kempische mix van inheems bos en heide.

Zoals het in het hele gebied moet worden

Het bestaande bos bestond voor een deel uit dennen voor de mijnbouw, uit de werkverschaffing, en uit exoten als de Amerikaanse eik, die geen natuurlijke vijanden heeft en zeer veel minder bijdraagt aan de ecologie als de inheemse eik (waar ons dierenleven zich evolutionair op aangepast heeft) . Gestreefd wordt naar een ecologisch gevarieerder en rijker inheems bos. Dat leidt tot kap en herplant. Dit geeft een opvallend contrast aan weerszijden van een pad waarvan het bos aan de ene kant van Staatsbosbeheer is, en aan de andere kant van het Landgoed.


Links het plantagebos van Staatsbosbeheer uit de werkverschaffing (bomen in nette rijen op gelijke afstand), met op de voorgrond een Amerikaanse eik die zichzelf uitgezaaid heeft.
Rechts het bos na een rigoureuze kapbeurt met o.a. verwijderen van Amerikaanse eiken, die het daar overigens niet altijd mee eens blijken (zie foto onder). Hier komt dus herplant.


Het is een voorbeeld dat gevoelsmatig anders kan uitwerken dan op zijn plaats is. De beperkte ecologische waarde zit in het bestaande bos, de betere ecologische waarde gaat ontstaan na herplant van waar nu gekapt wordt.

Op het hoge stuk ligt een, inmiddels door begroeiing vastgelegd, paraboolduin (as ZW-NO). Het opgestoven zand komt uit uitgestoven ‘pan’ in het midden. Vandaar de ‘Panberg’.

Het natuurdeel van het evenement bestond uit een wandeling over de Panberg onder leiding van twee mensen van het IVN. Zeer interessant dus.

Na de wandeling een lezing van de bekende Belgische bioloog en natuurbeschermer Dirk Draulans.
Draulans hield een gloedvol betoog over wat de natuur bedreigde, en gelukkig ook over wat er nog te zien was (maar dat laatste dan vooral nog in de stad en in de natuurreservaten). Hij werd overigens zelf af en toe ook  bedreigd uit de hoek van de landbouw en de jagers. Zijn onthulling bijvoorbeeld dat de jagers 100 everzwijnen hadden laten fokken, die voor het eigen genoegen uitgezet waren, viel niet in goede aarde.
Ook dieren met een (bij de mens) ongunstige reputatie, zoals de vos (die zichzelf aan het domesticeren is en in de stad veiliger is dan daarbuiten), de ekster (waarvan de helft voor de spiegeltest slaagt), de koekoek en uiteraard de wolf, kregen een positieve recensie. Echte slechterikken bestonden er volgens hem niet in de dierenwereld. Zelfs de huiskat niet: de 2 miljoen Belgische katten doden elk jaar ca 55 miljoen vogels, maar er was toch enige empathie met de kat.

De brandgans is een spectaculaire winnaar. Volgens Draulans door een eenvoudig mechanisme: meer stikstof, meer gras, meer brandgans. Boeren boos want die kuddes ganzen eten hun gras op, maar dat was echt eigen schuld van de landbouw, aldus Draulans – met welke bewering hij zich in die contreiën geen vrienden maakte.

De landbouw, de crashende insectenpopulatie en de waterkwaliteit zijn factoren in de teruggang, maar ook het klimaat. Op zijn vlinderstruik zaten bijvoorbeeld ineens geen Atalanta’s meer en dat was omdat de rupsen daarvan op brandnetels grazen, en die brandnetels hadden door een heftige droogte het loodje gelegd.


Na de lezing kon ik voor Milieudefensie regio Eindhoven nog even ingaan op wat onze afdeling deed. Dat was, zeg maar, drie poten: de landelijke aanpak steunen (momenteel de ING-actie en de klimaatmars op de Zuidas op 31 mei); eigen aanpak, zoals het aanschrijven van regionale bedrijven als DAF Trucks, de Asfaltcentrale, en ABZ De Samenwerking; en het vliegveld, en contacten over de lozingen op De Dommel; en via het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) het vliegveld. Aanwezigen werden uitgenodigd voor de Knegselbijeenkomst op 25 mei, 11.00 uur, in zaal De Leenhoef in Knegsel.
Na afloop namen verschillende aanwezigen folders, posters en stickers mee over de Klimaatmars op de Zuidas.