Recycler Coolrec en speelgoedmerk Playmobil sloegen de handen ineen voor het ontwikkelen van een nieuwe lijn duurzaam speelgoed, deels gemaakt van gerecycled plastic. De grondstof voor Playmobil’s Wiltopia-assortiment komt onder andere uit oude koelkasten.
Wiltopia is gemaakt van meer dan 80 procent duurzaam materiaal, waaronder dus gerecyclede plastics. Het speelgoed voldoet aan de kwaliteitseisen waar speelgoed aan moet voldoen. De plastics worden teruggewonnen uit bijvoorbeeld oude koelkasten. Dit materiaal wordt versnipperd, gewassen en verwerkt tot granulaat. Het granulaat wordt door Playmobil gebruikt om het speelgoed.
Onder https://youtu.be/Fkf6MzAjhJg zit een snoezig filmpje hoe het gaat en met blije kindertjes en plastic dieren.
Het bericht komt uit het Recycling Magazine Benelux van 13 juli 2022, overigens geen slechte Nieuwsbrief voor wie in het onderwerp geïnteresseerd is.
De aanleiding De Eindhovense lokale omroep Studio040 vroeg mij om namens Milieudefensie te reageren op het bestuursakkoord onder het nieuwe Eindhovense College van B&W. Dit voor zover het op ons gebied klimaat-energie-milieu lag. Ik ben niet meer in de gelegenheid geweest om de inhoud van mijn reactie met Milieudefensie Eindhoven af te stemmen. Onderstaande tekst is op persoonlijke titel.
Het moest op de TV en dan maar op locatie, en een goede locatie voor dit werkgebied is het grote industrieterrein De Hurk. Afgesproken op de kanaalbrug in de Dillenburgstraat, met de betoncentrale Mebin pontificaal op de achtergrond (en de asfaltcentrale verderop).
De Hurk Eerst maar even De Hurk zelf eruit gelicht (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Hurk/Croy) . De Hurk is een groot bedrijventerrein voor zware industrie, waarop enkele gevaarlijke of overlastgevende bedrijven met woonwijken er dicht op. De toekomst van De Hurk was een belangrijk item in de gemeenteraadsverkiezingen en met name Groen Links tamboreerde erop los met dat De Hurk geheel of gedeeltelijk weg moest, ten gunste van een woonbestemming. Ik heb dat nooit zien zitten, omdat dat honderden miljoenen aan uitkoopkosten zou betekenen en het terrein onmisbaar is. Mijns inziens moest men zich beperken tot aangescherpte vergunningen voor enkele, met name te noemen, overlast gevende bedrijven en was daarvoor technisch veel ruimte.
Precies dat is er nu uitgekomen. De Hurk blijft gewoon bestaan, er wordt gekeken naar een betere omgevingskwaliteit en de vijf meest overlastgevende bedrijven gaat het nieuwe College in gesprek: de diervoederbedrijven Sonac en ABZ Diervoeding, en de asfaltcentrale van KWS Infra, de elektronicarecycler Mirec en de metalenrecycler HKS. Zie elders op deze site voor nadere informatie.
Ik zou het ook zo gedaan hebben.
Goede intenties Het nieuwe bestuursakkoord heeft een aantal goede intenties waarin Milieudefensie Eindhoven regelmatig eerdere standpunten herkent. Puntsgewijs de belangrijkste met wat commentaar erbij
Als Europese Climate Smart City wil Eindhoven in 2030 klimaatneutraal zijn. Tegelijk figureert de meer traditionele doelstelling van 55% minder broeikasgassen in 2030 en 95% minder in 2050. Hoe deze doelstellingen zich onderling verhouden, wordt niet goed uitgelegd.
De regio moet een kraamkamer zijn van innovatie. Dat is op zich waar, hoewle het argument zo vaak gebruikt is dat het inmiddels een soort rituele bezwering geworden is
Men heeft oog voor energiearmoede
Er is een ambitieus warmteprogramma met een gebiedsgerichte wijze van werken in woongebieden
De organisatie van het verkeer (inclusief de distributie van goederen)van, naar en binnen het gebied binnen de Ring is in principe goed.
Er is een goede fietsparagraaf
Het standpunt m.b.t. Eindhoven Airport lijkt goed, maar is zo omzichtig geformuleerd dat er ruimte voor interpretatie is
Er is goede aandacht voor luchtkwaliteit
Met een sloopregeling voor tweetakt brommers
En een plan om voor elke nieuwe inwoner een nieuwe boom te planten
Onduidelijke onderwerpen Het akkoord heeft nogal wat passages met open eindjes. Weer puntsgewijs;
De toekomst van de grootschalige bouwplannen bij het station, en vervolgens de effecten daarvan, zijn nog zo onzeker dat Mileudefensie zich niet aan een uitspraak waagt.
De passage over het verkeer aan de Noordoostkant van Eindhoven is cryptisch. Enerzijds is er te weinig draagvlak voor de Ruit om Eindhoven zoals vroeger beoogd (en dat is mooi – en bovendien is het geld ervoor inmiddels anders besteed). Anderzijds is er sprake van nieuwe infrastructuur op, rond of onder bestaande tracé’s met ook voor natuurwaarden. Waakzaamheid lijkt op zijn plaats.
De gemeente wil onderzoeken of het warmtebedrijf doorontwikkeld kan worden tot een (regionaal) energiebedrijf. Vooropgesteld zij dat ik ideologisch vind dat de energievoorziening in overheidshanden hoort, want strategisch onmisbaar. Praktisch, maar ook ideologisch, zie ik nogal wat haken en ogen, bijvoorbeeld vanwege de positie van Ennatuurlijk. Ennatuurlijk is voor 80% van pensioenfonds PGGM (en voor 20% van Veolia), zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ , Men kan een ideologische discussie opzetten in hoeverre men een pensioenfonds publiek vindt, en vervolgens een praktische discussie hoe Ennatuurlijk en een eventueel gemeentelijk warmtebedrijf zich verhouden. “Is this town big enough for both of us to stay?” om met een Western te spreken. Gaan beide concurreren, gaan ze elkaars deskundigen wegkopen (een warmtebedrijf vraagt nogal wat specifieke deskundigheid), sluiten ze een overeenkomst en zo ja, wat voor een? En waarom wil de gemeente zo graag een eigen warmtebedrijf en niet bijvoorbeeld een eigen opwekkingsbedrijf, zoals in de regio Tilburg? ( https://www.bjmgerard.nl/regio-hart-van-brabant-werkt-aan-regionaal-publiek-ontwikkelbedrijf-voor-wind-en-zonneparken/ ). En hoe moet het financieel? Als ik de gemeente Eindhoven was, zou ik een en ander goed overwegen en eerst een betrouwbaar businessplan maken, bij voorkeur in overleg met Ennatuurlijk.
Zaken als geothermie en aquathermie komen amper respectievelijk niet aan de orde
Volgens mij is er beperkt ruimte voor het stoken van afvalhout met een aanvaardbare herkomst en hoeft dit niet uitgefaseerd te worden. Ik deel hier de gangbare meningen niet. Als de politieke verhoudingen (die er tot nu toe niet in geslaagd zijn aan te geven waar de warmte dan wel vandaan moet komen) desalniettemin een dergelijke uitfasering dicteren, dan met een lange overgangstermijn. Het is mij geheel onduidelijk hoe men de uitfasering van biomassa in Eindhoven denkt op te vangen.
Het is afwachten hoe de intentie om klimaatdeals te sluiten met bedrijven, of eventueel het afdwingen van wettelijke eisen, vorm gaat krijgen.
Het is een goede zaak om afspraken te maken over energie en circulariteit op bedrijventerreinen, maar ook daar bestaan vele uitvoeringsvragen. Gaat bijvoorbeeld de gemeente het bestuur van bedrijventerreinen zelf uitvoeren, of krijgt het parkmanagement meer rechten en plichten? En wat als er een onrendabele top op zit?
Er staat in het bestuursakkoord niets over het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Voor de klimaatadaptatie van Eindhoven is omgang met heftige regenval essentieel. Bekend is dat er te weinig geld in het GRP zit. Komen er in de komende periode aanpassingen aan het GRP?
Onvoldoende Een paar zaken staan onvoldoende in het Bestuursakkoord. Weer puntsgewijs.
Het elektriciteitsnet in Eindhoven komt onvoldoende aan de orde
De passage over circulaire economie en afval is te vaag en te inhoudsloos, waarbij ter verontschuldiging van de gemeente gezegd moet worden dat het landelijke beleid niet beter is
Meer specifiek vind ik het een gemiste kans dat het Akkoord geen waardering uitspreekt voor recyclingbedrijven. Overigens staat Eindhoven daar niet alleen in. Recyclingbedrijven (specifiek die op De Hurk) zijn in het Akkoord vooral een bron van ellende. Nu is dat gevoel niet geheel zonder reden, maar een Akkoord dat circulariteit wil, zou mogen uitspreken dat recyclingbedrijven een strategisch onmisbare sector zijn.
Voorstellen Ik doe het College enkele voorstellen aan de hand die niet in het Bestuursakkoord staan, maar er wel een goede invulling van zouden zijn.
Start een publiek aangestuurde campagne voor energieopslag in het Brainportgebied die zo groot is, dat hij schaal- en leervoordelen krijgt en mogelijk ene begin van standaardisering. Als Eindhoven (bijvoorbeeld) tot 2040 40.000 nieuwe woningen krijgt, zie dat dan als een kans om 40.000 accu’s voor statische toepassingen weg te zetten en een heleboel warmteopslageenheden op wijkniveau. Treed daadwerkelijk als launching customer op, zoals het Bestuursakkoord meldt. Zie https://www.bjmgerard.nl/voorstel-tot-campagne-energieopslag-in-mre-gebied/ . Maak dit tot basis van industriepolitiek in Brainport.
Vergroen de installaties, de bedrijfsvoering en de catering het FC Eindhoven-stadion en wend de gemeentelijke invloed aan om bij PSV hetzelfde te bereiken
Kom met een strategisch en toekomstgericht plan voor de verbreding en verbetering van de recyclingsector in de regio, o.a. ten behoeve van nieuwe apparaten als windturbines en zonnepanelen. Zie Recycling van zonnepanelen op komst .
Kijk eens opnieuw in hoeverre het Gemeentelijk Riolerings Plan nog voldoende is.
Inleiding Een van de meest problematische aspecten van de energietransitie is wat er aan materialen voor nodig is. Meer specifiek, wat er aan metalen voor nodig is. In de introtabel welke metalen in welke toepassing zitten (waarbij men chemisch een tikkie slordig is met de aanduiding ‘metaal’). Zonder neodymium geen permanente magneten voor windturbines, zonder silicium geen zonnepanelen en zonder lithium geen elektrische auto’s. Dit is een beetje kort door de bocht geformuleerd, maar op dit moment waar.
Die metalen moeten ergens vandaan komen en vaak zijn daaraan grote problemen verbonden. Ze zijn zeldzaam en/of zitten in maar in een paar landen waar we geopolitiek niet afhankelijk van willen zijn en/of er is sprake van op kolonialisme gelijkende verhoudingen en/of de winning gaat gepaard met uitbuiting en mensenrechtenschendingen en/of het landschap wordt aangetast. Overigens geldt dat voor fossiele brandstoffen vaak, mutatis mutandis, in vergelijkbare mate. Grondstoffenwinning is vaak niet probleemloos.
De Europese Commissie probeert al een tijd om de afhankelijkheid van Europa in kaart te brengen en om strategieën te ontwikkelen om de levering van kritische materialen veilig te stellen op manieren die voor de sector relatief aanvaardbaar zijn. Een voorbeeld is te vinden op de website https://ec.europa.eu/growth/sectors/raw-materials/areas-specific-interest/critical-raw-materials_en . Bovenstaande kaart is ervan afkomstig (met daarop overigens ook essentiële niet-metalen als fosfor). De op deze website genoemde links zijn overigens zeer de moeite waard.
Ter verdere onderbouwing heeft de Europese brancheorganisatie van non-ferrobedrijven Eurometaux aan de Katholieke Universiteit (KU) Leuven gevraagd om de vraag, het aanbod en de toekomstige leveringsstrategie, zowel winning als recycling, in kaart te brengen. Het resultaat “Metals for Clean Energy” is te downloaden op https://eurometaux.eu/metals-clean-energy/ . De introtabel en de hierna volgende afbeeldingen zijn uit dit werk afkomstig.
Dat Eurometaux in België zit, en dat de KU Leuven een aparte studierichting heeft over recycling en grondstoffen ( https://kuleuven.sim2.be/ ), is geen toeval. België, liever gezegd Leopold, “had” de Congo en haalde daar op uiterst uitbuitende en mensenrechtenschendende wijze een groot assortiment aan ertsen vandaan, die vervolgens op de arme zandgronden in Belgisch Limburg (met uitlopers over de Nederlandse grens) verwerkt werden. Die verwerking was vroeger ook uiterst uitbuitend en mensenrechtenschendend, maar dat is sterk verbeterd (althans, in Europa). Daarover ging mijn vorige artikel https://www.bjmgerard.nl/de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ . Dit nu niet opnieuw. Dat de KU Leuven dus een Sustainable Metals and Minerals-afdeling heeft (SIM2), is dus net zo logisch als dat je bij de TU Delft waterbouw kunt studeren.
Metals for Clean Energy In het volgende kom je de termen STEPS en SDS tegen. Beide zijn IEA-scenario’s. STEPS betekent Stated Policies Scenario en SDS betekent Sustainable Development Scenario. STEPS is zoiets als wat regeringen zeggen dat ze gaan doen, en SDS is wat je zouden moeten doen om Parijs te halen.
Het rapport is intrinsiek op Business As Usual – basis: er wordt geen rekening gehouden met wezenlijk andere technische ontwikkelingen.
De studie kijkt zowel mondiaal als Europees, met de nadruk op Europees.
De reden tot de studie is wat de energietransitie vraagt, maar uiteraard bestaat er voor sommige metalen ook een bestaand gebruik voor bijvoorbeeld constructiedoeleinden (Aluminium) of chemische toepassingen. De schalen beginnen soms niet bij nul.
De studie kijkt per element in de categorieën vraag, verwerking in de EU en aanbod, en binnen het aanbod in de categorieën primaire levering (al dan niet verwerkt erts) en secundaire vering (= recycling).
Op deze wijze ontstaat een veelheid aan data, die in het kader van dit artikel niet weer te geven is. Ik geef wat voorbeelden en concentreer me in wat volgt op de recycling.
Maatschappelijke, klimatologische en ecologische effecten Mijnbouw is en blijft moeilijk. Men kan de eerste tijd nog niet zonder, maar het moet veel beter. Europa doet het qua mijnbouw binnen Europa op sommige gebieden iets beter dan de wereldstandaard, maar dat zegt niet heel veel. Voor mijnbouw binnen Europa gelden algemene en specifieke en algemene richtlijnen, zoals de gebruikelijke water- en Natura2000 bescherming, en er gelden ook bepalingen over restauratie van verlaten mijnbouwgebieden. Dat is iets voor ooit een apart verhaal.
Er bestaan keurmerken.
Metals for Clean Energy bespreekt deze aspecten per metaal, want elk metaal heeft zijn eigen verhaal. Voor bijvoorbeeld Cobalt geldt de volgende staat:
Recycling Veel leed kan voorkomen worden door recycling. In principe is de levensduur van metaal, indien eenmaal gewonnen en recyclebaar, oneindig. Het rapport rekent met levensduren en recyclingpercentages uit onderstaande tabel, en komt tot CO2 – besparingen door recycling t.o.v. primaire productie in de tabel eronder.
Het algemene verhaal is dat recycling na 2040 groot wordt om de eenvoudige reden dat de grootschalige opbouw van energietransitie-inrichtingen nu ongeveer begint en dat de recycling pas begint na afloop van de levensduur. Na 2040 kan recycling een fors deel van de primaire productie vervangen.
Voor het hier gehanteerde voorbeeld van Cobalt ziet het er ongeveer als hierna. De vraag stijgt alsmaar tot 2050, t/m ergens na 2030 wordt dat volledig gedekt met nieuw metaal of erts, maar vanaf dat moment groeit de recycling en gaat de netto vraag naar ‘vers’ Cobalt omlaag (maar niet tot nul).
Politieke standpunten mijnerzijds Onderstaande reeks is niet uitputtend bedoeld en bevat, gezien de focus van deze website, vooral voorbeelden uit Noord-Brabant.
Het Leuvense rapport is op basis van Business As Usual. Dat is een aanname. Men zou natuurlijk scenario’s kunnen overwegen die de vraag verminderen met drang, dwang of rantsoenering. Ook kan men actief op zoek gaan naar alternatieven. Vooralsnog zie ik dat niet in voldoende mate gebeuren. Mijnbouw heeft allerlei lelijke nadelen, maar je kunt (schat ik in) voorlopig niet zonder. Dat moet dan zo goed mogelijk gebeuren op de diverse, eerder genoemde maatschappelijke gebieden.
Bestaande en nieuwe recyclingbedrijven moeten gesteund worden met kennis en organisatie, hetgeen ook betekent dat nadelen voor de omgeving weggenomen moeten worden. Te overwegen valt om dit als een publieke taak te zien.
Tot de nadelen voor de omgeving moeten ook de vele metaalbranden gerekend worden. Veruit de meeste metaalbranden starten omdat er een niet-gesignaleerde Lithiumbatterij in de hens gaat. Vervolgens breidt zo’n brand zich enorm uit en over waarom dat gebeurt, lees je niets. Daar hoop ik nog eens een goed verhaal over te vinden. Is de samenstelling van metaalschroot veranderd? Meer lichtmetalen? Dit even terzijde.
Het bedrijf Sims Lifecycle Services in Eindhoven, in de volksmond nog bekend onder de oude naam MIREC, vloog in twee jaar tijd vier keer in brand. Het bedrijf recyclet elektronica – een onmisbare functie. Ik heb met iemand gesproken die bij MIREC gewerkt heeft. Laag geschoold personeel krijgt de elektronicakarkassen voor zich en moet daar de Lithiumbatterijen in herkennen. Dat gaat niet altijd goed en dat valt niet altijd kwalijk te nemen, want soms zitten die ingebouwd en goed verstopt. Nederland recyclede in 2021 nog geen kwart van zijn Lithiumaccu’s en een deel van de oplossing is om die dingen gestandaardiseerd en herkenbaar in te bouwen. In tussentijd zou bij MIREC bijscholing helpen en aanscherping van de procedures, en ook zoiets als een grote branddeken die over de beginnende brand heen kan vallen.
Mogelijk (dat is een implicatie van wat de TU/e zegt) komen de vele branden bij schrootverwerker AVI uit Den Bosch uit hetzelfde probleem voort.
De SP in Provinciale Staten heeft, op mijn voorstel, een motie ingediend en aangenomen gekregen waarin ingegaan wordt tegen de (soms begrijpelijke) reflexen vanuit de omgeving dat dit soort bedrijven weg moeten (wat zonder gegarandeerde hervestiging elders beëindiging van de functie betekent), en waarin gepleit wordt voor een structurele aanpak. Het geval wil dat de provincie Brabant toevallig in het begin ook trekker was van de Taskforce Afvalbranden. Zie ontwikkel-geen-reflex-tegen-recyclingsbedrijven-maar-verbeter-ze/ . Onlangs heeft gedeputeerde Lemkes-Straver, in reactie hierop, twee notities uitgebracht, een algemene over de omgang met batterijen en een specifieke over hoe het met de Taskforce Afvalbranden gelopen is. Ze had het makkelijk, want er ligt al landelijk beleid waarnaar ze alleen maar hoefde te verwijzen.
De provinciale notitie over de Taskforce Afvalbranden is een lezenswaardig document (zie hierboven). In de Taskforce zitten de Vereniging Afvalbedrijven, TLN, BRBS Recycling, de Federatie Herwinning Grondstoffen en (in den beginne) de provincie Noord-Brabant. Voor lopende Nederlandse zaken is de Taskforce bij het ministerie langs geweest (31 mei 2021). Daar heeft de Task Force aangedrongen op strengere eisen aan de brandveiligheid van Lithiumbatterijen, beperking van niet-essentiële toepassingen, eisen op het gebied van herkenbaarheid, specifieke inzameldoelstellingen, duidelijke en specifiekere communicatie over brandrisico’s bij onjuist wegwerpgedrag, en op statiegeld. Over dat statiegeld heeft overigens het gebruikelijke ja-nee gesteggel plaatsgevonden tussen afval- en recyclingbedrijven enerzijds (die niet op hun eentje voor het probleem willen opdraaien, dus ja) en producenten (nee). De besprekingen om tot een plan van aanpak te komen liepen nog ten tijde van het verschijnen van de Notitie (jan 2022).
De algemene teneur is dat het batterijenprobleem (in den breedte, dus niet alleen het specifieke probleem brandgevaar) Europese regelgeving vereist. De EC is daar ook mee bezig. Er ligt een voorstel dd 10 december 2020 voor een nieuw Europees batterijenbeleid ( Nieuw Europees batterijenbeleid ). Het kan nog wel even duren voor het voorstel in Europa aangenomen is, want er is nogal wat onenigheid. De EC-recyclingsambities zijn vergelijkbaar met die in het Leuvense rapport, maar noemen minder metalen.
Gedeputeerde Lemkes kon makkelijk antwoorden op de algemene SP-vraag over de omgang met batterijen, want er ligt al twee Kamerbrieven dd 17 december 2020 (voortgang strategische aanpak batterijen 2020) en dd 16 december 2021 ( voortgang strategische aanpak batterijen 2021 ). Bij de bron dd 2020 hoort een verkennend onderzoek inzameling li-ion-batterijen . In de laatste brief spreekt Van Weyenberg ligt (toen even Staatssecretaris I&W) de gangbare goede bedoelingen wat betreft mijnbouw en recycling uit en steunt het voorstel van de Europese Commissie. Voor draagbare batterijen, accu’s van elektrische fietsen en van auto’s bestaat al een landelijk dekkende infrastructuur, voor industriële batterijen moet die nog worden opgebouwd. Deze recycling vindt overigens in het buitenland plaats, maar Van Weyenberg heeft interesse in verwerking binnen Nederland of op zijn minst binnen de EU. Van Weyenberg meldt dat er in 2019 tussen de 211 en 605 ton lithium ion-batterijen in huishoudelijk restafval zat (waar ze uiteraard niet thuishoren). Het Verkennend onderzoek heeft geleid tot de hoofdconclusie dat de regelgeving dekkend is, maar dat er te weinig aandacht is voor het integraal veiligheidsdenken in zowel de productie- als de gebruiksfase. Dat heeft onder andere tot meer communicatie geleid (zoals in de PGS-reeks), tot het stimuleren van safe by design-ontwerpen, het actualiseren van het Bouwbesluit voor parkeergarages, een betere kenbaarheid veiligheid en regels, stimuleren van hergebruik van oude accu’s in het elektriciteitsnetwerk en de innovatieve inzet van accu’s in de gebouwde omgeving.
Het Klimaatnetwerk 040 in Eindhoven organiseert enkele activiteiten die ik hieronder afdruk. Aanbevolen!
9 februari van 19.30-21.00 uur: Online programma Houtbouw en Brabantse aanpak WeekvandeCE De diverse duurzaamheidsnetwerken 040 onder leiding van wethouder Rik Thijs van Eindhoven nodigen jullie graag uit voor het inhoudelijke programma van de gezamenlijke Duurzaamheidsnetwerken tijdens de Nationale Week van de Circulaire Economie. Voor een mooi debat over houtbouw in Eindhoven in relatie tot de Brabantse Aanpak die eind vorig jaar door de Provincie Noord-Brabant geïntroduceerd is en waarmee Eindhoven dit jaar aan de slag gaat. Met o.a. de volgende sprekers: Jifke Sol (lector circulaire transitie bij Fontys), Hanna Lára Pálsdóttir (Projectleider Biobased Bouwen Ministerie van BZK), Rik Thijs (wethouder Gemeente Eindhoven). Wil je erbij zijn meld je dan aan via deze link.
16 februari 2022 van 18.00-20.00 uur: Eerste live-bijeenkomst over programma KN040 Voor de eerste keer dit jaar komen we graag bij elkaar om de plannen voor 2022, programma en Klimaatfestival, samen in de steigers te zetten. Rik Thijs zal daar ook bij zijn. Dat doen we vanuit de Portiersloge op Strijp-S met een lichte maaltijd en aaneensluitend het programma. Wil je erbij zijn, stuur dan even een mailtje naar post@thenewblock.nl.
De Landelijke Week van de Circulaire Economie De Week van de Circulaire Economie is dé jaarlijkse campagneweek voor de circulaire economie. Van maandag 7 tot en met zaterdag 12 februari 2022 zetten ondernemers, universiteiten, hogescholen, overheden en allerlei andere organisaties hun deuren open om andere professionals mee te nemen in de circulaire economie. Goede voorbeelden krijgen een podium en pioniers ontmoeten elkaar. Succesfactoren en uitdagingen om circulair te ondernemen worden besproken en starters krijgen tips om zelf aan de slag te gaan. Samen vormen de evenementen een groot landelijk bottom-up festival!
Hier vind je het hele programma in de Week van de Circulaire Economie vanuit The New Block. Wil je ergens bij zijn… meld je dan zeker aan!
Oproep analyseren verkiezingsprogramma Daarnaast doen we graag een oproep onder de leden! Wie van jullie zou het leuk vinden om de verkiezingsprogramma’s van de politieke Eindhovense partijen te analyseren op hun plannen voor het klimaat en duurzaamheid in 040 en daar een flitsend kort overzicht van te presenteren op 16 februari? Wil je dat doen? Super! Stuur dan even een mailtje naar kirsti@thenewblock.nl.
SP in Brabantse Staten realiseert motie over verbetering recyclingbedrijven
Bij de begrotingsbehandeling in de provincie Noord-Brabant heeft de SP drie moties ingediend over recyclingbedrijven. De eerste ging over een structurele aanpak van de milieuschade door recyclingbedrijven, de tweede over dat recyclingbedrijven in publieke of publiek-private handen moeten zijn, en de derde dat AVI in Den Bosch verplaatst moest worden.
De aanleiding: milieuschade door recyclingbedrijven Over recyclingbedrijven bestaan vaak gemengde gevoelens.
Enerzijds hebben de Nederlandse overheden, waaronder de provincie, hoge ambities t.a.v. hergebruik van materialen. Ook na reduce en reüse blijft altijd nog recycling nodig. En bovendien, ook als er niet gerecycled wordt, ontstaan er problemen van een andere aard: stort, verbranden of illegaliteit. Iemand moet ergens die recycling uitvoeren.
Anderzijds zijn niet alle recyclingbedrijven geheel koosjer en is er regelmatig gedoe, onder andere frequent brand. De Eindhovense e-waste recycler Sims Lifecycle Services in Eindhoven, in de volksmond nog bekend onder de oude naam Mirec, vloog in twee jaar tijd vier keer in brand. De Bossche autosloop AVI staat ook bekend om zijn vele branden. Dat bedrijf is geen uitzondering, want in 2020 en 2021 waren er in den lande zes metaalbranden, gekoppeld aan sloop en recycling. Omwonenden balen soms als een stekker en willen beëindiging of minstens verplaatsing van een bedrijf.
Nadere overwegingen echter roepen de vraag op of deze begrijpelijke reflex ook de verstandigste is. Veeleer lijkt het erop dat sommige recycle-inrichtingen niet tegen moderne ontwikkelingen opgewassen zijn, zoals bijvoorbeeld lithiumaccu’s en ruim gebruik van lichte metalen in auto’s. De sector, de Vereniging Afvalbedrijven, zelf baalt ook van de branden en heeft een Task Force opgezet (waarvan toevallig de provincie Noord-Brabant een van de trekkers is) om er iets tegen te doen. Daar is alleen, behalve een voorgestelde statiegeldregeling op lithiumaccu’s (op zich een goed idee), verder nog niet zoveel uit gekomen. Zie https://www.verenigingafvalbedrijven.nl/nieuws/taskforce-afvalbranden-dringt-aan-op-retourpremie-lithiumbatterijen . De eerste motie van de SP betreft een pleidooi om de vele incidenten als manifestatie van een structureel probleem te zien, en om kennis en geld te investeren in een verbetering van de sector (bijvoorbeeld een TNO-onderzoek), en om dat in IPO-verband te doen (de koepel van provincies). Deze motie is in iets algemenere bewoordingen aangenomen (met tegen D66, Forum voor Democatie, Groep De Bie). De SP is blij met de meerderheid.
Publiek of publiek-privaat De tweede SP-motie bepleitte dat recyclingbedrijven publiek of publiek-privaat moesten zijn. De afvalinzameling in Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard in CURE gebeurt bijvoorbeeld sinds 2014 publiek, maar er zijn netwerkverbanden met bijvoorbeeld Van Gansewinkel. Deze motie had vooral een principieel karakter. Als je vindt dat een bedrijfstak van strategisch belang is, hoort hij niet op de vrije markt thuis. Deze motie is afgewezen met alleen de SP voor.
Verplaatsing AVI Den Bosch De derde motie vroeg om verplaatsing van AVI Den Bosch (Auto Verschrotings Industrie), een autosloop die regelmatig in brand vliegt. Deze motie is afgewezen met voor de SP, de CU-SGP, Groep Rutjes, Partij voor de Dieren, 50+ en één CDAer.
Inleiding Er wordt veel onderzoek gedaan naar technieken om asfaltcentrales schoner te maken. Dat is zowel in het belang van omwonenden (en werknemers) als van de bedrijven zelf. De eerste groep vanwege de gezondheid, de tweede groep omdat ze steeds meer te maken krijgen met protestacties en zeer kritische gemeentes, uitlopend in o.a. dwangsommen.
De asfaltcentrales hebben drie soorten probleememissies (in uiteenlopende mate, want de ene centrale is de andere niet): benzeen, Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s), en geur. Dat die nu een probleem zijn en vroeger niet of minder, terwijl het toch om dezelfde centrales gaat, komt door twee nieuwe wettelijke voorschriften, namelijk de bepaling dat centrales steeds hogere percentages gerecycled asfalt moeten verwerken, en een aanscherping (per 01 januari 2019, na een overgangsperiode) van de benzeenemissienorm van 5 naar 1 mg/Nm3 in schoorsteengassen, en de bestaande wettelijke bepaling dat de emissie- en immissienorm voor PAK’s uiterst streng is. Het samenkomen van deze drie milieutrends heeft de meeste asfaltcentrales in den lande in de problemen gebracht.
De dreiging van dwangsommen en gedeeltelijke sluiting, maar ook het eigen en het maatschappelijk belang, hebben geleid tot een kleine uitbarsting aan researchactiviteiten, waarvan ik er hier twee behandel, namelijk de studie van de brancheorganisatie VBW (Vakgroep Bitumineuze Werken) van Bouwend Nederland, en het onderzoek van AsfaltNu, een holding met acht vestigingen (waaronder in Noord-Brabant in Bergen op Zoom en Den Bosch.
Het VBW onderzoeksprogramma reductie benzeenemissie bij asfaltproductie De VBW heeft op 29 juni 2021 bovengenoemde studie uitgebracht. De studie is het makkelijkste te downloaden op VBW-onderzoek benzeen en uitstootnorm .
De studie beperkt zich tot de stof benzeen en tot de vraag welke kenmerken van het productieproces maken dat er benzeen vrijkomt. De studie kijkt niet naar andere stoffen (geur en PAK’s) en niet naar nabehandelingstechnieken van de rookgassen. De belangrijkste punten:
De benzeen komt vrij uit de “zwarte trommel”, in het schema aangeduid als de ‘paralleltrommel’.
Het probleem bestaat vanwege het oude asfalt. Zonder recycling zou het probleem niet of veel minder bestaan
Het is onduidelijk of het benzeen al als benzeen in het oude asfalt zit (dus alleen maar vrijkomt door verdamping), of dat de zware moleculen in het bitumen door verhitting ontleden (‘kraken’).
Benzeenvorming begint pas significant ergens boven de 170°C
De piektemperatuur van asfaltgranulaatdeeltjes in de zwarte trommelis bepalend voor de benzeenemissie, zelfs al is de temperatuur gemiddeld veel lager.
Waardoor direct gestookte zwarte trommels de kwaaie peer zijn, omdat daar vanwege de vlam in de trommel piektemperaturen kunnen heersen van veel meer dan 300°C, terwijl de eindtemperatuur bijvoorbeeld maar 110-115°C is
In indirect gestookte zwarte trommels is de temperatuur veel gelijkmatiger verdeeld, waardoor zelfs bij 170°C de benzeen onder de EmissieGrensWaarde (EGW) van 1 mg/Nm3 zit.
De fijne fractie (40% van het geheel) in het granulaat zorgt voor onevenredig veel benzeen, want wordt onevenredig snel heet, met name bij direct gestookte centrales
(Gemeten benzeenconcentraties in een direct en indirect verwarmde trommel. Juridisch tellen de half uur-gemiddeldes van deze grafieken).
Nabehandeling van afgassen De holding AsfaltNu (met acht centrales in den lande, waaronder de APM in Bergen op Zoom en Heijmans Den Bosch) is een samenvoeging van de asfaltcentrales van BAM en Heijmans. AsfaltNu heeft zich op een ander onderdeel van de keten toegelegd, namelijk op de behandeling van afgassen.
Bij een pilot in Bergen op Zoom, waarbij een deel van de afgassen door een nabehandelingsinstallatie werd geleid, werd voor dat deel een reductie met 90% van ‘de emissies’ bereikt. De tekst noemt zowel benzeen, PAK’s en geur, maar is niet specifiek of die 90% voor elk van die categorieën bereikt is.
De bedoeling is om de eerste opgeschaalde installatie in Den Bosch te plaatsen, die daartoe eind dit jaar dicht zou gaan voor een revisie. De nieuwe installatie zou in maart 2022 moeten werken- aldus de planning dd 15 juli 2021. UIteraard moet nog in praktijk blijken of de opschaling werkt zoals men dta bedoeld heeft.
De tekst zelf van het Plan van Aanpak specificeert niet hoe die nabehandeling er concreet uitziet. Uit een lang interview met directeur Oosting van AsfaltNu in Cobouw van 19 november 2021 gaat het om een zelf ontwikkeld actief kool-filter. Op zich een gangbaar systeem in de industrie en bijvoorbeeld ook in sommige afzuigkappen, maar tot nu toe nog niet bij asfaltcentrales. Na verloop van tijd is het filter vol en moet het op hoge temperatuur geregenereerd worden.
Gecombineerd Volgens de milieukundige orthodoxie verdienen bronmaatregelen (in casu ombouw op indirecte verhitting) de voorkeur boven overdrachtsmaatregelen als filters (AsfaltNu). Beide samen zou natuurlijk nog beter zijn.
Maar overgaan van directe op indirecte verwarming betekent dat men de hele inrichting moet verbouwen, en dat kost een smak geld. Waar tegenover staat dat het ook voordelen heeft in de vorm van minder energie en beter asfalt. Afgassen behandelen is misschien een goede next best-oplossing.
De initiatieven tonen aan, dat er op dit gebied technisch nog zeer veel te winnen is.
Update dd 28 december 2021
In een persbericht heeft Rijkswaterstaat (in het bezit van 90km2 asfalt) bekend gemaakt dat het in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair wil werken. Die ambitie staat de komende jaren bij Rijkswaterstaat centraal. Om de transitie naar duurzame wegverharding te versnellen, zijn nu 2 voorstellen uitgewerkt: een emissieloze, circulaire asfaltcentrale en biobased bitumen.
Rijkswaterstaat wil dat nieuwe asfaltcentrales emissieloos en circulair worden. Asfaltcentrales moeten daartoe vooralsnog aangedreven gaan worden door elektriciteit. Nieuwe energiebronnen, zoals waterstof, zijn een mogelijke eindoplossing. Daarnaast wil Rijkswaterstaat de grondstof in asfalt, bitumen, vervangen door lignine. Hierdoor ontstaat biobased bitumen. Dit draagt bij aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en het gebruik van fossiele grondstoffen.
Een emissieloze, circulaire asfaltcentrale en biobased bitumen zijn dan ook disruptieve voorstellen, volgens projectleider Nieswaag. ‘Je bent ideeën aan het bedenken, die nog niet eerder zijn bedacht. Daarvoor moet je uit je comfortzone stappen en lef tonen.’
De voorstellen zijn ingediend bij het Nationaal Groeifonds.
Commentaar mijnerzijds: De ambitie lijkt goed, maar het is even afwachten wat dit gaat betekenen. Ook lignine zal een bindmiddel nodig hebben en er staat niet bij wat dat dan wel is. Dat soort details staan er niet bij. Dus of emissievrij alleen op de CO2 betrekking heeft of ook op de geur en meer algemeen op de Vluchtige Organische Stoffen, valt nu moeilijk te beoordelen. In elk geval zal elektrificatie het productieproces, naar alle waarschijnlijkheid, minder primitief en daarmee beheersbaarder maken. Dat alleen al lijkt winst.
Ook onduidelijk is wat dit betekent voor asfaltcentrales die niet van Rijkswaterstaat zijn. Moeten die ook mee vanuit de aanbestedingsvoorwaarden?
Voorgeschiedenis De Asfalt centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infrastructuur op het Eindhovense terrein voor zware industrie De Hurk veroorzaakt al vele jaren geurproblemen. Daar wordt al heel lang over geklaagd in de buurt, maar zolang het niet meer was dan alleen maar een geurprobleem, leverde die protesten niet meer op dan een besluit dd 2009 tot hogere schoorsteen. Die kwam er en dat hielp tot op zekere hoogte. De SP heeft nog voorgesteld het bedrijf met behulp van de toenmalige Nimbyregeling (op dat moment viel ACE nog onder de provincie) te verplaatsen, maar kreeg daarmee geen poot aan de grond.
Daarna gebeurde er een hele tijd niets. Tenminste in Eindhoven. In Rotterdam plaatste KWS Infra in 2012 een nieuw procedé HERA (Highly Ecological Recycling of Asphalt) dat, naar eigen zeggen, in alle opzichten een stuk beter werkt. In hoeverre dat inderdaad zo is, is een van de openstaande vragen.
In februari van dit jaar kwam het dagblad Trouw met enkele artikelen, waarin stond dat asfaltcentrales, met name als ze oud asfalt gingen recyclen, boven de onlangs aangescherpte emissienorm voor benzeen uitkwamen. Die was tot dan toe 5mg/Nm3 en na 01 januari 2019 1mg/Nm3. Bijna alle centrales gingen over de nieuwe norm heen en een paar ook nog over de oude. Sommige centrales vroegen en kregen uitstel (ACE heeft zijn verzoek om uitstel niet doorgezet, en valt dus nu onder de nieuwe norm). Sinds de Trouwpublicatie staat het onderwerp op scherp.
Ook in Eindhoven. De bewoners van de wijk ’t Ven, die op ruim 400m Noordoostelijk van ACE ligt, werden boos. Dat werd verergerd door branden bij een recyclingbedrijf op hetzelfde bedrijventerrein, maar dat is een ander onderwerp.
Metingen Om duidelijkheid te krijgen (wat juridisch van belang is en ook politiek vanuit de gemeenteraad gewenst) zijn er metingen gedaan. Een oudere meting meegerekend liggen er nu drie metingen:
Een soort worst case-meting dd 14 juni 2018 met 30% en 65% gerecycled asfalt, waarvan de uitkomsten slechts beperkt beschikbaar gesteld zijn in antwoord op de technische vragen van de SP. Ze gaan alleen over benzeen.
Een meting op 07 mei 2021 op verzoek van de gemeenteraad, uitgevoerd door bureau KW3, naar benzeen, naftaleen, Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) en Vluchtige Organische Stoffen (VOS) anders dan benzeen. Deze meting leverde ongeveer 6* zo lage benzeenuitkomsten op als die van 14 juni 2018 en werd daarom ‘niet representatief’ verklaard. Dat was hij inderdaad, maar om een andere reden dan het College van B&W aangaf. Het College beweerde dat er niet gemeten was aan 65% gerecycled asfalt (wat onzin is, want dat is er wel). De reden voor de niet-representativiteit was dat er erg weinig asfalt in de trommel zat. Dat had trouwens KWS Infra ook gezegd tegen de onderzoekers, maar de meting moest met stoom en kokend water worden doorgezet.
Een meting dd 23 sept 2021 door de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB) met een normale tankinhoud, waarvan inmiddels het benzeendeel gepubliceerd is. De monsters zijn geanalyseerd door de Universiteit van Leuven. Er is ook onderzoek gedaan naar andere Vluchtige Organische Stoffen en in het verlengde daarvan geur, en naar stof, chloride, fluoride en zware metalen, alsmede naar zwavel- en stikstofoxide en koolstofmono- en dioxide. Deze resultaten zijn nog niet gepubliceerd. PAK’s worden niet opnieuw gemeten en dat is een groot gemis.
Ik heb de meetresultaten in een tabel gezet om overzicht te bieden. De ene tabel gaat over benzeen, de andere over naftaleen en (andere) PAK’s.
Mijn interpretatie van de metingen – benzeen De resultaten van eerste en de derde meting komen best wel behoorlijk overeen. Men zou kunnen waarnemen dat de maatregelen van ACE in tussentijd een beetje geholpen hebben, maar niet genoeg. De mogelijke verbetering is lichtelijk speculatief, omdat er niet veel vergelijkingsmateriaal is.
Inderdaad is de tweede meting niet representatief. Het resultaat is grofweg 6* zo klein als de eerste meting en 5* zo klein als de derde meting. De reden is eerder uitgelegd en moet niet perse negatief worden uitgelegd. Het gaat niet om een productieproces met strakke continuïteit.
Ik ga ervan uit dat de modelberekening van Tauw klopt. Ze gebruiken het gangbare standaardmodel.
Dat betekent dat in de wijk ’t Ven inderdaad, zoals de GGD zegt, de invloed van ACE op de benzeenconcentraties in de wijk zeer gering is. Het is de vraag of de denkbeeldige afwezigheid van ACE binnen de meetnauwkeurigheid gemeten zou kunnen worden.
Deze bewering kan op twee andere manieren vertaald worden.
De ene manier is dat er veel benzeenbronnen zijn. Als de meetcijfers kloppen, produceert ACE jaarlijks ruwweg 112 kg benzeen. Maar alleen al bijvoorbeeld Eindhoven Airport loost jaarlijks 300 tot 600kg benzeen. Er zijn gewoon vreselijk veel benzeenbronnen. De grootste is het verkeer, en daarmee ter plekke van de wijk ’t Ven de Poot van Metz.
Omdat er voor benzeen geen veilige drempel bestaat, is het terecht dat de norm Europees aangescherpt wordt (eerder genoemde van 5 naar 1 µg/m3 ). Maar dat is een afspraak die het collectief beschermt, en die nauwelijks een locale werking heeft.
Mijn interpretatie van de metingen – de PAK’s Voor de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) ligt het verhaal compleet anders. Er zijn honderden verschillende PAK’s en die zijn in wisselende mate kankerverwekkend. Er bestaan uiterst scherpe emissie- en immissienormen voor. Omdat het ondoenlijk is om al die stoffen van een gevaarlabel te voorzien, doet men meestal of ze allemaal de gevaarlijkste boef zijn, te weten benzo(a)pyreen, en dan tellen ze de aldus toegekende schadelijkheden op. Er is overigens in de afgassen van ACR geen benzo(a)pyreen aangetroffen.
Als die afzonderlijke PAK-moleculen aan elkaar kleven tot korreltjes of vlokken, kennen wij dat als roet.
Even een kleine discussie. Volgens mij doet bureau KW3 iets fout. Bureau KW3, dat de niet-representatieve meting deed, die van 07mei 2021, presenteert naftaleen als een niet-PAK (en dus als een niet-Zeer Zorgwekkende stof), en legt de norm van gewoon stof aan. Mijns inziens is dat in strijd met het Activiteitenbesluit en moet naftaleen gezien worden als ZZS want PAK. Dat betekent in praktijk dat de metingen aan naftaleen en andere PAK’s (bij 30% resp. 65%) bij elkaar moeten worden opgeteld. Vanwege de transparantie is dat in de tabel nog niet gebeurd.
M.i. bedraagt de PAK-emissie bij 30% dus 0,005 + 0,010 = 0,015 mg/Nm3 en idem bij 65% dus 0,009 + 0,038 = 0,047 mg/Nm3 en 0,45 + 0,84 = 1,29gr/h resp. 0,59 + 2,03 = 2,62 gr/h . De emissienorm voor PAK’s is 0,05 mg/Nm3 . Hetgeen betekent dat ACE bij 65% bijmenging van recycleasfalt, en bij een meting die de emissies een factor 5 onderschat, al bijna op de PAK-emissienorm zit.
Doe nu eens in gedachten de PAK-emissies die (bij 65% bijmenging) gemeten zijn in de niet-representatieve meting *5, en de uitkomst is gegarandeerd enkele malen de PAK-emissienorm zit – zelfs als je naftaleen niet als PAK zou tellen.
Bij de immissie (bij 65% bijmenging) zou *5 een immissieconcentratie opleveren van 5*0,06 = 0,3ng/m3 en dat zit onder de streefwaarde 1ng/m3 , maar niet heel ver. Een fors deel van wat een bewoner van de Zeelsterstraat mag hebben, komt al voor rekening van ACE.
Het is te betreuren dat iedereen in Eindhoven zich focust op het kleinste van de twee gevaren. Mijns inziens moet er meer onderzoek gedaan worden naar de PAK-emissies van ACE.
Andere stoffen Dat ACE stinkt komt niet door de benzeen (niet in de voorkomende concentraties) en de PAK’s.
Zwaveldioxide kan stinken en dat zou best wel in de afgassen kunnen zitten, is bij de laatste meting bepaald maar nog net gepubliceerd. Verder zitten er zeker rond de 200 andere Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in de afgassen. Sommige kunnen stinken in zeer lage concnetraties. Bij de tweede meting heeft KW3 er zo’n 180 geprobeerd te meten, maar men kreeg alleen bruikbare getallen voor aceton en tolueen (dat is benzeen met een zijarmpje eraan). Ook de OMWB heeft meetambities ter grootte van een dergelijk aantal. Het is afwachten wat hier uit komt.
Een stof die stinkt hoeft niet per definitie erg giftig te zijn.
Welke kant moet je op met ACE? Asfaltcentrales dienen doelen die wij als maatschappij als geheel willen. Wij willen op geasfalteerde autowegen en fietspaden rijden en ergo moet dat asfalt ergens gemaakt worden. We willen naar een circulaire economie en dat betekent dat het recyclen van asfalt in principe een gewenste zaak is. Ik heb een hekel aan initiatieven die in abstracto mooie idealen preken en in concreto de uitvoering saboteren. Ik heb dus geen antihouding tegenover asfaltcentrales. Ze moeten er zijn.
Een terrein voor zware industrie met een bevaarbaar kanaal is in principe een begrijpelijke locatie voor een inrichting als ACE. Mijn eerste gedachte is dan ook handhaven, en wel op deze locatie, en met verbeterde techniek. Dat laatste moet ook, want ACE voldoet gewoon niet aan de emissienormen, en voor PAK’s loopt ACE ook risico wat betreft de immissienormen.
Ik heb in de SP-vragen al eens aan de orde gesteld over toepassing van het HERA-systeem (zie aan het begin van dit verhaal). Ik kan mij ook een gasreinigingssysteem voorstellen met bijvoorbeeld na-oxidatie van benzeen en een doekfilter, maar dan wordt het te technisch dan dat ik er zinvol over kan praten. En als dat geld kost, dan moet dat maar. Dan wordt het asfalt maar duurder.
Verplaatsing als enige maatregel lost het probleem niet op, want op de nieuwe locatie gelden dezelfde emissienormen. Ook daar zou de techniek verbeterd moeten worden, en de vraag is of dat dan niet ook op de oude locatie gekund had.
De enige goede reden om het bedrijf te verplaatsen zou zijn dat de PAK-belasting van t Ven (dus de immissie) erdoor verbeterd wordt, en als dat doel niet op andere wijze te bereiken is. Ik wijs dus het idee van verplaatsing niet absoluut af, maar het zou niet mijn eerste keuze zijn.
De gemeente Eindhoven wil bij overtredingen een dwangsom gaan opleggen van €10 mille per overtreding tot €40 mille, en daarna eventueel overgaan tot gedeeltelijke sluiting. De gemeente focust hierbij uitsluitend op benzeen.
Recyclingbedrijven in hun algemeenheid Recyclingbedrijven gaan sowieso al vaak in de hens. De zoekterm “recyclingbedrijf brand” geeft branden bij bosjes. In Den Bosch ging schootverwerker AVI voor de zoveelste keer en in Eindhoven ging elektronicaverwerker Sims Lifecycle Services (in de volksmond nog de oude naam MIREC) ook al regelmatig in brand. Zo ook Baetsen in Eindhoven, zelfs gewoon matrassen in de fik.
De vraag is of de overheid hier niet teveel van incident naar incident rent. Mogelijk is het collectieve probleem dat door de nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld lithiumaccu’s en lichtnetalen velgen, die beide branden als een tierelier) de recyclingsector overvraagd wordt. Mogelijk moet het probleem fundamenteler worden aangepakt en vraagt dat toegepast wetenschappelijk onderzoek.
In zekere zin hebben de asfaltcentrales ook een dergelijk probleem. De politieke wens om asfalt te recyclen is mogelijk sneller gegaan dan de technische kennis in de sector. Ik laat nu in het middel in hoeverre dat aan de sector verwijtbaar is, en beperk me tot de suggestie om (bijvoorbeeld) een gezelschap als TNO naar deze problematiek te laten kijken.
Ter inleiding De provincie NBrabant wil in 2030 50% minder CO2 lozen. Dat vraagt veel inzet.
Een van de terreinen betreft warmte. De provincie heeft niet altijd wettelijke zeggenschap, maar als middelgrote speler met geld wel vaak invloed. Over het algemeen gaat de provincie hier goed mee om. Zie Brabants Warmteplan nader geanalyseerd .
In het Regeerakkoord is afgesproken dat er per jaar 30.000 tot 50.000 woningen van het aardgas af worden gehaald. Het is bepaald nog niet duidelijk hoe dat moet en daarom is er een Rijksprogramma proeftuinen aardgasvrije wijken opgesteld, waar 85 miljoen bij hoort voor wijken die al in 2018 gestart zijn (van een totaalbedrag dat in eerste instantie 120 miljoen bedraagt). Gemeenten konden daar geld uit vragen en in de eerste lichting waren 27 gemeenten de gelukkige. In NBrabant waren dat
Eindhoven
(de wijk ’t Ven, die aangesloten moet worden op de biomassacentrale in
Meerhoven)
Tilburg
(delen van de wijk Quirijnstok)
Drimmelen
(voor het aardgasvrij maken van het centrum van Terheijde)
Zes
Brabantse gemeenten vielen buiten de boot, waaronder Roosendaal en Breda.
Bij de
begrotingsbehandeling 2019 (op 09 november 2018) namen Provinciale Staten een
motie aan, waarin aan Gedeputeerde Staten gevraagd werd om een middelgrote of
kleine gemeente alsnog te verblijden met subsidie, mits deze
Zich
voor de eerste lichting aangemeld had
50%
zelf bijlapte
De
inwoners van de betreffende wijk participeren
Indien
het om een warmtenet ging, dat dat in publieke handen moest zijn
De motie is
ingediend door D66, de PvdA, de SP, GroenLinks, CU/SGP en Lokaal Brabant.
Roosendaal In Roosendaal staat de afvalverbrander en grondstofrecycler Suez (zie www.suez.nl/nl-nl/locaties/reenergy . Het bedrijf draait er nu jaarlijks 386.000 ton afval doorheen en wil dat opvoeren naar 460.000 ton/y . Voor deze uitbreiding loopt nu een MER-procedure. Als output levert de fabriek nu, naast grondstoffen, 270.000 MWh stroom (ca 0,97PJ), en een heleboel water van 40°C . De transportleiding heeft een capaciteit van 20MW (die bij een fictieve 2000 bedrijfsuren/jaar in vol bedrijf goed zou zijn voor ca 0,15PJ/jaar). 40°C is (o.a. vanwege de legionella) te koud voor tap- en douchewater. Daarvoor is elektrische naverwarming nodig.
De warmte wordt in ontvangst genomen door het (gemeentelijke) Duurzaam Energiebedrijf Roosendaal (DER), die het verder distribueert via een eigen stadsverwarmingsnet. Naast enkele andere complexen wordt de nieuwbouwwijk Stadsoevers verzorgd. Daarna was er nog veel warmte over. DER zegt warmte aan te bieden voor 20% minder dan het maximale Niet Meer Dan Anders-tarief (zie https://energieder.nl/veelgestelde-vragen/#vraag1 ).
Met de steun van de provincie (€1,5 miljoen) worden bijna 800 huurappartementen van de woningbouwvereniging Alwel in de bestaande wijk Westrand op de stadsverwarming aangesloten. Dit als onderdeel van een grootscheepse renovatie. Alwel meent dat het gecombineerde pakket in staat moet zijn om de totale woonlasten omlaag te krijgen.
Al eerder
heeft Roosendaal €6 miljoen van de provincie gekregen om het
stadsverwarmingsnet op te zetten.
Dit net heeft overigens momenteel geen andere warmteleverancier dan alleen Suez. Een dergelijk privaat monopolie is niet ideaal. Anderzijds produceert Suez in normaal bedrijf sowieso warmte, die het bedrijf hoe dan ook kwijt moet – en nu vangen ze er geld voor. Ik hoop dat de Roosendaalse politiek het contract aandachtig bestudeerd heeft. Er wordt gepraat over andere warmtebronnen (bijv. geothermie), maar de ervaring leert dat dat niet zo gemakkelijk is.
Breda De provincie financiert een haalbaarheidsonderzoek naar aquathermie (Thermische Energie uit Oppervlaktewater, TEO). De locaties Gasthuisvelden en/of Crossmark zouden zich lenen voor de winning en lozing van warmte uit het water van het riviertje de Mark, die via een collectieve voorziening in de huizen gebracht wordt. Dit kan ecologische gevolgen hebben (niet alle plantjes en beestjes kunnen even goed tegen temperatuurwisselingen). Daarom heeft de provincie, samen met Deltares en TNO, een subsidieaanvraag bij het Rijk ingediend. Zie (zie www.deltares.nl/nl/issues/duurzame-energie-uit-water-en-ondergrond/thermische-energie-uit-oppervlaktewater/ ).
De proef heeft geen vanzelfsprekend positieve uitkomst. De Wageningse hoogleraar aquatische ecologie Piet Verdonschot ziet wel wat beren in het water .Aquathermievoorstanders zien juist voordelen. Zie ook www.stowa.nl/deltafacts/zoetwatervoorziening/verzilting/ecologische-effecten-koudwaterlozingen . Het is eindoordeel staat nog niet vast, maar de Mark is geen grote rivier. Voorzichtigheid lijkt geboden.
Inleiding De fabricage van cement is goed voor ca 5% van de mondiaal geloosde CO2 – uitstoot. Alle reden om te kijken of dat niet minder kan. In Nederland wordt daar al veel aan gedaan en daardoor loost de Nederlandse betonfabricage in verhouding minder (ca 1,6% van de Nederlandse CO2 -lozing). Dat is echter nog steeds veel.
Dat cement echt circulair kan worden ligt niet voor de hand. Je maakt cement door kalksteen te branden of een mengsel van kalksteen net kleiachtige toeslagstoffen. Daarvoor moet de oven heel heet worden (wat op zich al veel CO2 loost) en splitst de kalksteen een heleboel CO2 af, waardoor je ongebluste kalk krijgt of een mengsel waar ongebluste kalk in zit. Aan dat primaire proces zelf is niet wat te doen.
De cement wordt gemengd met zand en grind en eventueel andere stoffen (bijv. vliegas), en met (als het goed is) de juiste hoeveelheid water. Het water reageert heftig met de ongebluste kalk en er ontstaat een mix van calciumhydroxide (‘gebluste kalk’), vaak een flink restant ongebluste kalk (de hoeveelheid water klopte dan niet) en toeslagstoffen. Dat geheel heet beton.
Ouderwetse betonrecycling betekent lomp maalwerk en de korrels als fundering gebruiken, bijvoorbeeld voor wegen. Waarna voor nieuwe toepassingen weer geheel nieuw beton aangemaakt moet worden. Zonde van de CO2.
Koos Schenk uit Oss probeert al jaren betonrecyclingstechnieken te ontwikkelen. Zijn SmartCrusher kreeg in 2014 de Wereldprijs van de ASN-bank. Dat leverde 10 mille op voor doorontwikkeling. Het artikel in BouwWereld, waar dat in staat, geeft eigenlijk al een goed inzicht in de essentie van het idee. Zie www.bouwwereld.nl/nieuws/oud-beton-slim-hergebruiken/ .
De TU/e bewees dat het ontwerp van Schenk werkte.
Aan de basis ligt de observatie van Schenk dat er als regel in beton meer cement gebruikt wordt (of minder water toegepast) dan nodig.
De recente presentatie: PR of echt waar?
Nadien heeft Schenk partners gevonden in, of zijn uitvinding verkocht aan, twee ondernemingen, New Horizon Urban Mining en de Rutte Groep, een wegenbouwer. Die kwamen er op 5 juni 2018 op de Provada mee voor de dag, begeleid door een behoorlijk ronkende PR-campagne “Nederlandse primeur: circulair cement schudt de betonsector op” (Trouw) of “Nieuwe betonvreter is de ‘heilige graal’”(NRC – www.nrc.nl/nieuws/2018/06/05/deze-betonkneuzer-is-de-heilige-graal-in-de-bouw-a1605490 ). Het ding heet de “New Liberator”.
Ongeacht de waarde van de bewering, weet men in elk geval een pakkende naam te verzinnen.
Maar gegeven het rauwe productieproces van nieuwe cement leek het me sterk dat het echt “circulair” was. Is de circulair-claim nou waar, half waar of niet waar? Ik wilde het wel eens uitzoeken.
Half waar
Nu ben ik zeker geen betondeskundige, maar de basisbeginselen zijn niet zo moeilijk en met een wat achtergrondkennis van de chemie kom je al gauw een heel eind.
Het NRC-artikel is goed en het artikel in BouwWereld van 2014 ook.
Oude puinbrekers breken lomp. Met grof geweld maalt men alles middendoor, tot en met de kiezelstenen – wat nergens voor nodig is. Daardoor krijg je gemengde brokken waar je eigenlijk niets anders meer mee kunt als onder wegen stoppen.
De essentie van het proces is dat de Smart Crusher echt smart crusht. Subtiel zogezegd. Hij herkauwt als het ware als een koe, om het onnavolgbare PR-proza te blijven gebruiken.
Daardoor komen het grind, het zand, de wel-uitgeharde en de niet-uitgeharde fracties er gescheiden uit. De gescheiden niet-uitgeharde cement (Freement” gedoopt) kan gewoon weer als cement gebruikt worden in toepassingen waar het niet erg kritisch komt (putten en zo) en tot 30% in constructiebeton.
Al met al vind ik, dat het woord “circulair” niet op zijn plaats is. Het proces is niet cyclisch.
Maar het proces spaart wel flink CO2, op drie manieren:
De ongebruikte cement wordt alsnog gebruikt en hoeft niet nieuwe gemaakt te worden. Dat spaart een deel van het CO2-uitbrakende primaire proces uit
De wel-uitgeharde cement moet terug het primaire proces in, maar bevat geen of weinig CO2 en daardoor komt er alleen de CO2 van de ovenbrandstof vrij
Het maalproces is minder lomp (men maalt niet overbodig kiezelstenen middendoor) , en dat zal wel minder energie kosten.
Per saldo is het oordeel dat de fraaie PR (die eigenlijk een prijs in eigen recht zou moeten krijgen) maar half waar is, maar dat de helft die waar is een grote verbetering is.
Jansen Recycling is een dochterbedrijf van de (op dezelfde plek gevestigde) holding A.Jansen BV. Dit recyclingbedrijf voert een aantal werkzaamheden uit, waaronder de ‘recycling’ van Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG). Dat is koolteerhoudend asfalt, dat al jaren verboden is, maar nog steeds bij wegrenovaties naar boven komt. Het spul staat stijf van de PAK’s, maar bevat ook hulpstoffen als zand en grint die teruggewonnen kunnen worden. Thermische reiniging in Nederland (wat in praktijk gecontroleerd verbranden betekent) is de voorgeschreven standaard. Dat is een beproefd proces (een Thermische Reinigings Installatie TRI) en met een juiste milieuvergunning (en handhaving daarvan) zou het op die locatie aanvaardbaar zijn.
Aan de andere kant van een rij bomen ligt het grote recreatiebedrijf Aquabest van buurman Van Pelt. De twee verkeren in heftige juridische onmin.
Wel ingenomen, niet verwerkt Jansen Recycling is in 2007 begonnen met TAG in te zamelen. Voor wegbeheerders is TAG chemisch afval, en ze moeten betalen om er van af te komen. Zo streek Jansen €32 per ton op, en er lag een tijd geleden 600.000 ton. Klein probleem is dat Jansen niets kon verwerken, want hij had geen machine en dat was zijn eigen schuld. Ondertussen hoopte het spul zich op tot een TAG-berg berg van tientallen meter hoog, waarop Van Pelt vanuit Aquabest een vrij uitzicht had. En omdat Jansen Recycling binnen uiterlijk drie jaar moet verwerken, en omdat na die drie jaar de opslag een stort wordt waarvoor geen vergunning gegeven is, is Jansen al vanaf 2010 in overtreding en is de TAG-berg illegaal. Maar hij bleef inzamelen en dat mocht allemaal van de Provincie (bevoegd gezag), want die greep niet in. Tot 2011, toen SP-er Johan van den Hout belast werd met de erfenis van zijn voorgangers in de vorm van dit toen al uit de hand gelopen hoofdpijndossier.
De opslag wordt gereguleerd in de algemene milieuvergunning van het terrein, waarop in augustus 2012 een Revisievergunning aangevraagd is. Die uiteindelijk, na veel heen en weer geprocedeer, in december 2015 verleend met o.a. extra bepalingen over de hoogte en de omvang van de TAG-berg, een opslagtermijn van drie jaar en maximaal 850.000 ton opslag. Ondertussen was er dus nog steeds geen operationele TRI-machine en dat ding vereist een aparte vergunning.
Paradoxen De paradox is dat het Bevoegd gezag (de provincie) uiteindelijk gelijk gekregen heeft van de Raad Van State, dat Jansen Recycling de illegale stort (inmiddels 1 miljoen ton) onder een provinciale dwangsom gefaseerd af moet voeren, en dat de provincie niet blij mee is met de eigen overwinning omdat die (niet ondenkbeeldig) bang is dat Jansen Recycling failliet gaat, waarna de provincie voor de verwijdering opdraait. Bovendien gaat al dat TAG, ten koste van veel autokilometers want er zijn maar drie van dit soort bedrijven in Nederland, naar een collega-bedrijf wat er vervolgens precies hetzelfde mee doet. Namelijk het goede, vernietigen.
Ondertussen liep op het parallelle spoor sinds november 2014 de aanvraag voor de vergunning van de TRI. Dat spoor mondde uit in een concept-beschikking (waarover ik voor de Eindhovense wijk Achtse Barrier een zienswijze geschreven heb), en uiteindelijk op 19 januari 2017 in een definitieve beschikking, waartegen ongetwijfeld door Van Pelt geprocedeerd zal worden. Over x maand of jaar wordt die vergunning, naar alle waarschijnlijk- heid, definitief van kracht en de tweede paradox is hoe het verwerkingstempo van de eenmaal draaiende installatie (aan TAG, grond en dakafval samen 300.000 ton per jaar) zich verhoudt tot wat er dan nog ligt. De Raad van State doet alsof er geen TRI-machine is (want dat was inderdaad nog volstrekt onduidelijk ten tijde van de uitspraak), de provincie doet in zijn revisievergunning alsof de machine er wel is . Een klein conflict is nog dat de gemeente Son en Best het er niet over eens zijn hoe al die vrachtwagens moeten rijden. Je kunt in praktijk alleen bij Jansen komen vanuit westelijke richting (over de Terraweg), en die wil de gemeente Best eigenlijk het liefste sluiten.
En toen kwam het Openbaar Ministerie En of het allemaal nog niet ingewikkeld genoeg was, kwam toen het Openbaar Ministerie met een strafrechterlijk traject. De feiten zijn dezelfde als die in het bestuurlijke traject een rol spelen, maar het OM vindt dat alles ook strafrechterlijk relevant. Op 17 jan 2017 eiste de Officier van Justitie 100 uur werkstraf (helft voorwaardelijk) tegen holding-directeur Toon Jansen en €30.000 tegen twee dochter-BV’s (helft voorwaardelijk). Op zich te volgen. Maar als het tot een veroordeling komt, wil het OM ook aan Jansen als privépersoon onrechtmatig verkregen voordeel te ontnemen ter waarde van 12,5 miljoen. En dan wordt het tricky: het voordeel is onrechtmatig omdat Jansen wel geld aannam, maar de tegenprestatie niet uitvoerde. In hoeverre bedreigt dat de verwijdering en/of de verwerking van het TAG als Jansen deze tegenprestatie met veel vertraging alsnog zou gaan uitvoeren? In hoeverre is die 12,5 miljoen dan alsnog onrechtmatig? Ik kan er geen verstandig woord over zeggen.
De advokaat van Jansen vond het allemaal onzin. Het lag allemaal aan Van Pelt en Jansen had veel meer kunnen verdienen door het afval te exporteren. Wat beide kul is. Jansen heeft specifiek geld aangenomen voor de Thermische Reiniging. Als hij had willen exporteren (wat soms wel en soms niet verboden is, en hoe dan ook niet de officiele voorkeur), had hij een heel ander verhaal moeten vertellen. De procedures van Van Pelt gingen over de revisievergunning, niet over de TRI. Dat had ook moeilijk gekund, want je kunt nou eenmaal moeilijk procederen tegen een apparaat waarvoor nog niet eens een vergunning aangevraagd is. Die werd, zoals gezegd, pas aangevraagd in nov 2014 en verleend in januari 2017. Pas nu kan Van Pelt gaan procederen tegen de TRI.
Inmiddels heeft de Rechtbank in Den Bosch op 31 januari 2017 de persoon Toon Jansen tot 50 uur werkstraf veroordeeld en ligt er een ontnemingsmachtiging tot €11 miljoen. De feitelijke ontneming kan nog maanden duren, maar er is al beslag gelegd op eigendommen. Twee werkmaatschappijen kregen elk een boete van €10.000.
Benieuwd hoe deze kluwen ooit nog ontward gaat worden.
Update dd 07 juli 2023
Inmiddels is de lucht geklaard. Jansen Recycling is al een paar jaar aan het werk (eindelijk) en de juridische procedures zijn achter de rug. Inmiddels lopen er contacten met stadsverwarmingsexploitant Énnatuurlijk over afname van de verbrandingswarmte