ZZS in vliegtuiguitlaten, snelwegen en de Asfaltcentrale

Inleiding
Er is veel te doen over Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in uitlaatgassen van straalverkeersvliegtuigen. Bij Schiphol procedeert MOB (Vollenbroek) erover, Schipholwatch schrijft er alarmerende berichten over, en met name Van Raan van de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer is erover bezig.
Over dit onderwerp is op deze site al vaker geschreven onder https://www.bjmgerard.nl/vollenbroek-eist-grenzen-aan-benzeen-en-formaldehyde-in-uitstoot-schiphol-vertaling-naar-eindhoven-airport/ .

Bij Schiphol bleek dat voor 99,9% van de ZZS – emissies niets geregeld was (het proefdraaien van de motoren en de brandweeroefeningen zorgen voor die 0,1%). Dit tot algemene verbazing van zelfs deskundige ambtenaren (aldus de NRC van 27 jan 2023).

Vanwege alle ontwikkelingen heeft de minister van I&W aan TNO, expert op dit soort gebieden, om een kort, verkennend literatuuronderzoek gevraagd om een en ander kwantitatief in kaart te brengen. Dat heeft TNO op 10 febr 2023 uitgebracht.
De TNO-notitie is, samen met een aanbiedingsdocument van de minister, te vinden op https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z05686&did=2023D13335 .

Emissiekenmerken per LTO-fase, Braun-Unkhoff, 2016

Even wat uitleg vooraf over uitlaatgassen
Aan uitlaatgassen zijn veel aspecten verbonden. Meestal passeren die de revue los van elkaar.
Daarom wat uitleg waar dit artikel  wel en niet over gaat.

Het gaat niet over kleine vliegtuigjes met een zuiger-cylindermotor (op vliegbasis Eindhoven eigenlijk alleen de Aeroclub). Er bestaat daar soms wel een probleem met loodhoudend fijn stof als de vliegtuigjes op loodhoudende benzine vliegen, maar dat is een ander verhaal (zie https://bvm2.nl/gs-noord-brabant-willen-verbod-op-loodhoudende-vliegtuigbenzine/ ).

Het gaat hier wel over kerosineverbranding in straalverkeersvliegtuigen en turboprops (bijvoorbeeld de Hercules of sommige privévliegtuigen).

Dit verhaal beperkt zich verder tot de Landing  and Take Off-fase (LTO).
In de standaard-ICAO definitie draait de motor gedurende de landing 4 minuten op 30% van het maximaal vermogen, 26 minuten ‘idle’ (taxiën etc) op7%, 0,7 minuten bij de ‘take-off’ op 100%, en 2,2 minuut bij de ‘climb out’ op 85%. Werkelijke cycli kunnen afwijken van dit model, maar dat leidt niet tot wezenlijk andere resultaten.

Sommige soorten vervuiling  horen bij een hard werkende motor (bijv. NOx , roet en (ultra)fijn stof), sommige soorten vervuiling horen bij een laag belaste motor, met name bij ‘idle’.

De verzamelnaam van alle vluchtige stoffen die bij een laag belaste motor vrijkomen is ‘Vluchtige Organische Stoffen’ (VOS, op zijn Engels VOC). Dat zijn er tientallen, mogelijk honderden.

De categorie ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)’ is een gereserveerde juridische term, die direct vertaald is uit Europese wetgeving. Het is een met name genoemde lijst van chemische verbindingen of groepen van verbindingen. Bij kerosineverbrandende vliegtuigen zitten die vooral in de VOS-categorie, in de illustratie van Braun-Ulkhoff in of nabij de stippellijn UHC (Unburned Hydro Carbons).
Een omwonenden kan de ontwikkeling van roet (soot) dan wel zeer zorgwekkend vinden, maar juridisch telt dat niet want roet staat niet expliciet genoemd op de lijst (wel PAK’s die vaak in roet zitten, maar volgens TNO is er over PAK’s in uitlaatgassen van vliegtuigen nog weinig bekend).

Als een vliegtuigmotor zachtjes draait, komen er relatief veel onverbrande kerosinebestanddelen vrij (daarom ruikt het rond het vliegveld soms naar brandstof). Verder komt er relatief veel gedeeltelijk verbrande brandstof vrij. Deze verbindingen maken elk een bepaald percentage uit van de VOS (bijvoorbeeld benzeen 1,7% en formaldehyde 12,3%).
De gevaarlijkste vertegenwoordiger in de groep onverbrande brandstoffen is benzeen (en in mindere mate daarvan afgeleide verbindingen), een gevaarlijke vertegenwoordiger van de gedeeltelijk verbrande brandstoffen is formaldehyde (en daarnaast andere aldehyden). Benzeen en formaldehyde zijn kankerverwekkend.

Dit verhaal gaat dus over Zeer Zorgwekkende (Vluchtige Organische) Stoffen.
Via een niet helemaal na te vertellen omweg over de wetgeving in de VS heeft TNO uiteindelijk uit de vele chemische verbindingen in uitlaatgassen van vliegtuigen acht verbindingen als ZZS geselecteerd. Die staan hieronder genoemd.

De VOS- en ZZS-scores van vliegvelden


Deze getallen zijn gebaseerd op de Emissieregistratie en hebben een worst case-karakter. Bureau TO70 ontwikkelt een nieuw rekenscenario dat, volgens de minister, verfijnder zou zijn en mogelijk tot lagere getallen gaat leiden. Dat zou in juni 2023 uitkomen.

Hoeveel is dat nou in vergelijking met andere bronnen?
TNO zegt terecht dat er veel andere VOS-bronnen zijn. Ik  heb er twee uitgezocht ter vergelijking.

De eerste is het A2/N2 – complex nabij het vliegveld (in de volksmond de Poot van Metz), over 2018. Er rijden daar ongeveer 200.000 motorvoertuigen per etmaal. Ik  heb het traject geselecteerd van knooppunt Batadorp tot de brug over het Beatrixkanaal, 5,1km lang.

De VOS-emissie in 2018 op die 5,1km bedroeg 3 tot 6 kg VOS per uur (26 tot 52 ton per jaar), waarvan 50 tot 100 gr benzeen per uur (435 tot 870 kg per jaar).
Deze berekening is een indicatieve schatting. De onnauwkeurigheid is groot.

Voor de berekening zie dit hulpdocument –>

Uiteraard moet hierbij bedacht worden dat op de langere termijn alle personenauto’s elektrisch of waterstof worden, en dat dus de VOS-productie van de snelweg afneemt tot richting nul.

Een tweede ijkpunt: de Asfaltcentrale op De Hurk kwam bij benzeenmetingen in 2021 op 10 tot 100gr/uur (het is een variabel bedrijfsproces) en op 12 – 112 kg benzeen per jaar (de bedrijfstijd per jaar is veel  lager dan 8760 uur).
Zie https://www.bjmgerard.nl/asfalt-centrale-eindhoven-heeft-een-benzeenprobleem-en-een-groter-paks-probleem/ .
Ook asfaltcentrales kunnen trouwens met moderne techniek een stuk schoner.

De Eindhovense asfaltcentrale aan het Beatrixkanaal (gebouw ver weg)

Wat komt er van al dat vergif in je neus?
De oorzaak  emissie leidt tot het gevolg concentratie. Maar dat is voor vliegtuigen (en ook voor snelwegen) nog niet uitgerekend.
Dat kan technisch wel, want het is ook gebeurd voor de stikstofberekeningen voor vliegveld Lelystad. ( zie https://www.bjmgerard.nl/uitstel-lelystad-airport-corona-en-stikstof/ ).

Voor de asfaltcentrale is bekend dat de toegevoegde benzeenconcentratie op een paar honderd meter afstand zeer gering is t.o.v. de achtergrond in stedelijk gebied, ca 1µgr/m3 . Dat betekent omgekeerd dat er veel meer benzeenbronnen zijn dan alleen die Asfaltcentrale. Wat kan kloppen: op jaarbasis is de benzeenemissie van de asfaltcentrale met de natte vinger die van één kilometer snelweg of minder – en er ligt heel wat snelweg.

Vooralsnog ga ik er bij gebrek aan beter en op basis van mijn gevoel van uit dat er alleen over korte afstanden een oorzakelijk verband is tussen een concrete benzeen- of formaldehydebron en een concrete neus. Dat kan als iemand langdurig in de buurt van startbaan en platform verblijft, bijvoorbeeld vanwege zijn werk – of nabij de snelweg woont of werkt.
Wie nabij beide woont heeft een groter probleem, want het cumuleert.

De Maximaal Toelaatbaar Risicowaardes voor de acht ZZS-stoffen in lucht. De waarde voor benzeen heeft juridische kracht, de andere waarden zijn adviserend.

Maar ongeacht speculaties over concentraties: het minimalisatiebeginsel van ZZS heeft nadrukkelijk de bedoeling dat zoveel mogelijk ZZS-bronnen aangepakt worden om overal zo dicht mogelijk bij nul te komen. En je kunt ze alleen collectief aanpakken door ze elk afzonderlijk aan te pakken.

Mag dat allemaal zomaar?
Als het aan de minister ligt (en aan TNO met hem) mag dat inderdaad zo maar.

Ten diepste hangt het antwoord op die vraag er van wat men vindt dat een luchthaven is.

Men kan een luchthaven zien als een verzameling boven de grond bewegende uitlaten waarop door het vliegveld geen relevante menselijke invloed wordt uitgeoefend. Het is een soort A2/N2 in de lucht en voor bewegende bronnen geldt het Activiteitenbesluit en -regeling Milieubeheer niet (met daarin de ZZS-bepalingen). Zo ziet de minister het graag. Hij heeft dan alleen met de Wet Luchtvaart te maken en daarin staan alleen (in een aanvullend Verkeersbesluit) over Schiphol bepalingen m.b.t. de luchtverontreiniging – en zelfs dan nog niet eens over ZZS. Die zijn zelfs op Schiphol voor 99,9% vogelvrij.
Kortom, hij heeft de handen vrij.

De andere insteek is dat men een luchthaven als een ‘Inrichting ‘ ziet in de zin van de Wet Milieubeheer. Er is dan ‘sprake van menselijke activiteit met een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, die continu plaatsvindt, en binnen een zekere begrenzing, en die specifiek genoemd wordt in Bijlage 1 van het Besluit Omgevingsrecht, onderdeel C:
– nl in categorie 1 onder 1.3.c straalmotoren of -turbines met een stuwkracht van 9 kN of meer of straalmotoren of -turbines met een op as overgebracht vermogen van 250 kW of meer
– nl in categorie 29 onder 29.1.b. “militaire luchthavens, die in hoofdzaak worden gebruikt door de Nederlandse of een bondgenootschappelijke krijgsmacht
” .
Deze formulering heb ik  voor BVM2 gebruikt in de zienswijze op de Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD) voor het nieuwe Luchthavenbesluit voor Eindhoven Airport. In de reactie daarop werd om dit argument heen gezwamd. Zie https://www.bjmgerard.nl/piketpaaltjes-voor-het-nieuwe-mer-van-eindhoven-airport-vliegbasis-eindhoven/ .
Als iets een inrichting is, geldt het Activiteitenbesluit en daarmee de ZZS-verplichtingen.

TNO heeft, naar eigen zeggen onverplicht, fictief gedaan hoe het er uit zou zien als je een vliegveld als een inrichting zou zien, bijvoorbeeld als een fabriek. Voor elk lozingspunt bestaat dan een grensmassastroom, onder welke geen verdere berekening  nodig is, en boven welke aan een concentratie-eis in de afgassen voldaan moet worden (bijvoorbeeld voor benzeen moet de concentratie in de afgassen < 1mg/Nm3 zijn als de totale geloosde hoeveelheid benzeen per uur > 2,5 gr).

Als men het vliegveld als één enkel totaal-lozingspunt ziet, wordt de grensmassastroom voor 7 van de 8 stoffen ruim overschreden. Logischerwijs moet dan de totale hoeveelheid benzeen per jaar, gedeeld door het totale volume aan afgassen per jaar, onder de 1mg/Nm3 zitten. Deze zienswijze heeft mijn voorkeur, maar het resultaat van deze berekening kan ik niet geven.

Maar ook als men de minister volgt en dus een vliegveld als een heleboel afzonderlijke lozingspunten ziet, rijzen er vragen. Als zich op Eindhoven Airport per uur 19 gram benzeen ontwikkelt, en gegeven dat binnen de openingstijd er gemiddeld zeven vliegtuigen per uur vliegen, ook dan overschrijdt een individueel vliegtuig de grensmassastroom van 2,5gr/uur (19/7 = 2,7). Voor formaldehyde geldt dit a fortiori en trouwens voor de andere stoffen ook.

Hoe dan ook, de minister speelt het minder scherp dan hij zou willen of kunnen, want hij neemt vanuit de begeleidende nota van zijn ambtenaren, die hij aan de Tweede Kamer doorgestuurd heeft, twee ambtelijke handreikingen over.

De eerste is dat er al gewerkt wordt aan emissiegrenswaarden per luchthaven voor NOx, PM2.5 en VOS. Omdat ZZS via een percentage afgeleid worden van VOS, bestaat er dan ook automatisch een maximum voor de acht genoemde stoffen.
Men kan daar van alles tegen in brengen, zoals hoe hoog dat maximum is, wanneer het gaat gelden, of het een politieke meerderheid krijgt, of hij het gerealiseerd krijgt tegen de luchtvaartmaatschappijen in, en of deze regering op dit moment überhaupt wat dan ook gerealiseerd krijgt.
Maar op zich is de gedachte niet fout.

Als tweede insteek wordt voorgesteld om wel de minimalisatie- en informatie-eis uit het Activiteitenbesluit over te nemen zonder dat besluit zelf als geldend te erkennen.  Binnen de internationale luchtvaartsector zou dat nieuw zijn. Hetzelfde voorbehoud wat er in praktijk van terecht komt, plus dat de kosteneffectiviteit meetelt.


Wat zo’n eventueel minimalisatiebeleid dan inhoudt?
TNO noemt als voorbeeld:

  1. de vliegtuigen zoveel mogelijk te laten taxiën op 1 motor (die werkt dan harder);
  2. de vliegtuigen te slepen met elektrische aangedreven vliegtuigslepers;
  3. de taxi-routes zo kort mogelijk houden;
  4. de vliegtuigen aan de gate zoveel mogelijk aan te sluiten op een externe elektriciteitsvoorziening;
  5. de vliegtuigen op de gate aan te sluiten op externe airco’s (preconditioned air);
  6. lagere luchthaven tarieven voor schone vliegtuigen;
  7. dampretour systemen om de emissies tijdens overslag van brandstoffen te reduceren.
  8. Het bijmengen van alifatische koolwaterstoffen ter reductie van het aandeel aromaten (zoals biobrandstoffen).
  9. Het evenzo bijmengen van synthetische brandstoffen

De eenvoudigste minimalisatiemethode, minder vliegen, wordt niet genoemd.

Sommige punten zitten op Eindhoven Airport in de lopende ontwikkelingen en dat laat ook zien dat goede bedoelingen, zoals m.b.t. geluid, ZZS, (ultra)fijnstof onderling kunnen botsen en kunnen botsen met het taxiën en het warmdraaien van de motoren voor de start. Mogelijk moet er opnieuw een optimum gezocht worden voor punt 1 en 2.
Punt 3 spreekt vanzelf en er is weinig keus.
Punt 4 en 5 is gaande, nu 65%, moet in 2030 100% zijn.
Punt 6 is gebeurd.
Punt 7 weet ik niet. Op Eindhoven Airport tankt men uit tankauto’s en ik weet niet hoe dit werkt. Het zou kunnen dat dit een standaardvoorwaarde bij tankauto’s is.
Punt 8 en 9 zou tot schonere verbranding leiden. Dit is al een ambitie van Eindhoven Airport  (50% in 2030), maar de vraag is of dat gehaald kan worden.

En minder vliegen zou veel oplossen.

Asfaltcentrales worden mogelijk schoner (update dd 28 dec 2021)

Inleiding
Er wordt veel onderzoek gedaan naar technieken om asfaltcentrales schoner te maken. Dat is zowel in het belang van omwonenden (en werknemers) als van de bedrijven zelf. De eerste groep vanwege de gezondheid, de tweede groep omdat ze steeds meer te maken krijgen met protestacties en zeer kritische gemeentes, uitlopend in o.a. dwangsommen.

De asfaltcentrales hebben drie soorten probleememissies (in uiteenlopende mate, want de ene centrale is de andere niet): benzeen, Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s), en geur. Dat die nu een probleem zijn en vroeger niet of minder, terwijl het toch om dezelfde centrales gaat, komt door twee nieuwe wettelijke voorschriften, namelijk de bepaling dat centrales steeds hogere percentages gerecycled asfalt moeten verwerken, en een aanscherping (per 01 januari 2019, na een overgangsperiode) van de benzeenemissienorm van 5 naar 1 mg/Nm3 in schoorsteengassen, en de bestaande wettelijke bepaling dat de emissie- en immissienorm voor PAK’s uiterst streng is.
Het samenkomen van deze drie milieutrends heeft de meeste asfaltcentrales in den lande in de problemen gebracht.

Voor eerdere artikelen over dit onderwerp zie Asfalt Centrale Eindhoven heeft een benzeenprobleem en een groter PAK’s-Probleem en vandaar af teruglinken.

De dreiging van dwangsommen en gedeeltelijke sluiting, maar ook het eigen en het maatschappelijk belang, hebben geleid tot een kleine uitbarsting aan researchactiviteiten, waarvan ik er hier twee behandel, namelijk de studie van de brancheorganisatie VBW (Vakgroep Bitumineuze Werken) van Bouwend Nederland, en het onderzoek van AsfaltNu, een holding met acht vestigingen (waaronder in Noord-Brabant in Bergen op Zoom en Den Bosch.

Asfaltcentrale met directe verwarming (vlam in de trommel). Afbeelding Infomil.
Schema van een centrale met indirecte verwarming (vlam buiten de trommel)

Het VBW onderzoeksprogramma reductie benzeenemissie bij asfaltproductie
De VBW heeft op 29 juni 2021 bovengenoemde studie uitgebracht.
De studie is het makkelijkste te downloaden op VBW-onderzoek benzeen en uitstootnorm .

De studie beperkt zich tot de stof benzeen en tot de vraag welke kenmerken van het productieproces maken dat er benzeen vrijkomt.  De studie kijkt niet naar andere stoffen (geur en PAK’s) en niet naar nabehandelingstechnieken van de rookgassen.
De belangrijkste punten:

  • De benzeen komt vrij uit de “zwarte trommel”, in het schema aangeduid als de ‘paralleltrommel’.
  • Het probleem bestaat vanwege het oude asfalt. Zonder recycling zou het probleem niet of veel minder bestaan
  • Het is onduidelijk of het benzeen al als benzeen in het oude asfalt zit (dus alleen maar vrijkomt door verdamping), of dat de zware moleculen in het bitumen door verhitting ontleden (‘kraken’).
  • Benzeenvorming begint pas significant ergens boven de 170°C
  • De piektemperatuur van asfaltgranulaatdeeltjes in de zwarte trommelis bepalend voor de benzeenemissie, zelfs al is de temperatuur gemiddeld veel lager.
  • Waardoor direct gestookte zwarte trommels de kwaaie peer zijn, omdat daar vanwege de vlam in de trommel piektemperaturen kunnen heersen van veel meer dan 300°C, terwijl de eindtemperatuur bijvoorbeeld maar 110-115°C is
  • In indirect gestookte zwarte trommels is de temperatuur veel gelijkmatiger verdeeld, waardoor zelfs bij 170°C de benzeen onder de EmissieGrensWaarde (EGW) van 1 mg/Nm3 zit.
  • De fijne fractie (40% van het geheel) in het granulaat zorgt voor onevenredig veel benzeen, want wordt onevenredig snel heet, met name bij direct gestookte centrales

  (Gemeten benzeenconcentraties in een direct en indirect verwarmde trommel. Juridisch tellen de half uur-gemiddeldes van deze grafieken).

HERA-opstelling van Volker-Wessels bij de Asfaltcentrale Rotterdam, voorbeeld van een indirect verhitte trommel. Daarvan zijn er slechts twee in Nederland.
Volker-Wessels claimt dat deze opstelling ook het energieverbruik terugdringt, minder vluchtige stoffen uitstoot en beter asfalt aflevert.

Nabehandeling van afgassen
De holding AsfaltNu (met acht centrales in den lande, waaronder de APM in Bergen op Zoom en Heijmans Den Bosch) is een samenvoeging van de asfaltcentrales van BAM en Heijmans. AsfaltNu heeft zich op een ander onderdeel van de keten toegelegd, namelijk op de behandeling van afgassen.

Op 15 juli 2021 heeft AsfaltNu een onderzoek gepresenteerd “Plan van Aanpak AsfaltNu reductie emissies”. Het is te vinden op https://www.bouwendnederland.nl/actueel/nieuws/19495/onderzoek-benzeen-wijst-de-weg-naar-circulaire-asfaltproductie-binnen-uitstootnorm .

Bij een pilot in Bergen op Zoom, waarbij een deel van de afgassen door een nabehandelingsinstallatie  werd geleid, werd voor dat deel een reductie met 90% van ‘de emissies’ bereikt. De tekst noemt zowel benzeen, PAK’s en geur, maar is niet specifiek of die 90% voor elk van die categorieën bereikt is.

De bedoeling is om de eerste opgeschaalde installatie in Den Bosch te plaatsen, die daartoe eind dit jaar dicht zou gaan voor een revisie. De nieuwe installatie zou in maart 2022 moeten werken- aldus de planning dd 15 juli 2021.
UIteraard moet nog in praktijk blijken of de opschaling werkt zoals men dta bedoeld heeft.

De tekst zelf van het Plan van Aanpak specificeert niet hoe die nabehandeling er concreet uitziet. Uit een lang interview met directeur Oosting van AsfaltNu in Cobouw van 19 november 2021 gaat het om een zelf ontwikkeld actief kool-filter. Op zich een gangbaar systeem in de industrie en bijvoorbeeld ook in sommige afzuigkappen, maar tot nu toe nog niet bij asfaltcentrales.
Na verloop van tijd is het filter vol en moet het op hoge temperatuur geregenereerd worden.

Heijmans Den Bosch

Gecombineerd
Volgens de milieukundige orthodoxie verdienen bronmaatregelen (in casu ombouw op indirecte verhitting) de voorkeur boven overdrachtsmaatregelen als filters (AsfaltNu). Beide samen zou natuurlijk nog beter zijn.

Maar overgaan van directe op indirecte verwarming betekent dat men de hele inrichting moet verbouwen, en dat kost een smak geld. Waar tegenover staat dat het ook voordelen heeft in de vorm van minder energie en beter asfalt.
Afgassen behandelen is misschien een goede next best-oplossing.

De initiatieven tonen aan, dat er op dit gebied technisch nog zeer veel te winnen is.

Ligging van de Bossche asfaltcentrale t.o.v. twee meetpunten en maandcijfers over september 2021.
Zie https://www.s-hertogenbosch.nl/actueel/tijdelijke-paginas/asfaltcentrale .
Het meetpunt Haven ligt 40% van de tijd windafwaarts van de asfaltcentrale, maar dat weerspiegelt zich niet in een zichtbaar ander maandgemiddelde. De bijdrage van de asfaltcentrale aan de algemene benzeenbelasting ter plekke is gering.
Dat is te volgen als men zich realiseert dat een asfaltcentrale pakweg 100kg benzeen per jaar lost en Nederland als geheel 2 miljoen kg (beide orde van grootte).
Het aanscherpen van de benzeennorm over de volle breedte van de emissies  baat vooral het algemeen belang, maar het lokaal aanscherpen van de benzeennorm heeft weinig invloed op het lokaal belang

Update dd 28 december 2021

In een persbericht heeft Rijkswaterstaat (in het bezit van 90km2 asfalt) bekend gemaakt dat het in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair wil werken. Die ambitie staat de komende jaren bij Rijkswaterstaat centraal. Om de transitie naar duurzame wegverharding te versnellen, zijn nu 2 voorstellen uitgewerkt: een emissieloze, circulaire asfaltcentrale en biobased bitumen.

Rijkswaterstaat wil dat nieuwe asfaltcentrales emissieloos en circulair worden. Asfaltcentrales moeten daartoe vooralsnog aangedreven gaan worden door elektriciteit. Nieuwe energiebronnen, zoals waterstof, zijn een mogelijke eindoplossing.
Daarnaast wil Rijkswaterstaat de grondstof in asfalt, bitumen, vervangen door lignine. Hierdoor ontstaat biobased bitumen. Dit draagt bij aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en het gebruik van fossiele grondstoffen.

Een emissieloze, circulaire asfaltcentrale en biobased bitumen zijn dan ook disruptieve voorstellen, volgens projectleider Nieswaag. ‘Je bent ideeën aan het bedenken, die nog niet eerder zijn bedacht. Daarvoor moet je uit je comfortzone stappen en lef tonen.’

De voorstellen zijn ingediend bij het Nationaal Groeifonds.

Voor het persbericht zie https://www.rijkswaterstaat.nl/nieuws/archief/2021/12/over-de-transitie-naar-duurzame-wegverharding .

Commentaar mijnerzijds:
De ambitie lijkt goed, maar het is even afwachten wat dit gaat betekenen. Ook lignine zal een bindmiddel nodig hebben en er staat niet bij wat dat dan wel is. Dat soort details staan er niet bij. Dus of emissievrij alleen op de CO2 betrekking heeft of ook op de geur en meer algemeen op de Vluchtige Organische Stoffen, valt nu moeilijk te beoordelen.
In elk geval zal elektrificatie het productieproces, naar alle waarschijnlijkheid, minder primitief en daarmee beheersbaarder maken. Dat alleen al lijkt winst.

Ook onduidelijk is wat dit betekent voor asfaltcentrales die niet van Rijkswaterstaat zijn. Moeten die ook mee vanuit de aanbestedingsvoorwaarden?

Vervolgvragen en voorstel door SP over emissies Eindhovense asfaltcentrale

Eerder
Er is veel te doen over te hoge benzeenemissies die vrijkomen als asfaltcentrales oud asfalt willen recyclen. Het dagblad Trouw heeft daaraan in februari 2021 onderzoeksjournalistiek gewijd die veel aandacht getrokken heeft. Niet in het minst van de kant van bezorgde omwonenden.

Ik heb op basis hiervan, en op basis van aanvullend eigen onderzoekswerk, technische vragen gemaakt voor de SP-fractie in de Eindhovense gemeenteraad over de Asfalt Centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infra aan de rand van het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk. De reden hiervoor is dat de resultaten bij Trouw nogal uiteen liepen, en dat de ene centrale de andere niet is. Het leek me verstandig om eerst eens gewoon te vragen hoe het precies zat. Technische vragen worden ambtelijk afgedaan en mogen daarom geen politiek karakter hebben.
De technische vragen zijn te vinden op www.bjmgerard.nl/?p=15009 .

De aanleg van asfalt

De beantwoording
De technische vragen zijn op 30 maart 2021 beantwoord door of via een adviseur van milieuwethouder Thijs (GroenLinks). De integrale tekst is hierna te vinden.

De Omgevingsdienst Midden en West-Brabant (OMWB) heeft op 14 juni 2021 metingen gedaan naar de luchtvervuiling rond ACE, waaronder die door benzeen. Dat gebeurde handmatig in de schoorsteen, want automatische benzeensensoren (werkt TNO aan) zijn nog niet goed genoeg.
Dit leverde op:

Op 14 juni 2018 zijn tijdens een worst-case bedrijfsvoering bij de asfaltcentrale, te weten tijdens het produceren van asfalt met een PR-gehalte (gerecycled asfalt) van 65% en bij een trommeltemperatuur van ca. 130 °C, metingen uitgevoerd op o.a. benzeen. Normaliter wordt bij ACE gewerkt met een verbrandingstemperatuur van 120 °C.

Op basis van de meetresultaten blijkt dat benzeen in de afgassen van de schoorsteen de normering niet overschrijdt. Echter in de rapportage is uitgegaan van de ‘oude’, maar toen nog geldende norm van 5 mg/Nm3.

  30% PR65% PR65% PRgemiddeld(oude) normNwe norm
benzeenmg/Nm30,82,22,21,751

KWS Infra bleef bij een iets hogere bedrijfstemperatuur dan normaal in alle gevallen onder de oude norm, maar bij 65% gerecycled afval  niet binnen de nieuwe norm. In feite is het de overgang van de oude op de nieuwe norm die overal in den lande het probleem op scherp gezet heeft.  
Sommige asfaltcentrales in  den lande hebben een tijdelijke ontheffing aangevraagd van de 1mg/Nm3 . Dat heeft ACE in eerste instantie ook gedaan, maar toen de OmgevingsDienst ZuidOst-Brabant (ODZOB) nadere motivering vroeg, heeft ACE zijn wens niet doorgezet. Vanaf 01 januari 2019 is ACE dus gehouden aan de nieuwe norm.
De ODZOB heeft de naleving hiervan niet opnieuw onderzocht. Problemen als geluid en trillingen vroegen urgenter om aandacht, aldus de gemeente later in de krant.

KWS Infra heeft zelf het HERA systeem (Highly Ecologic Recycling Asphalt System) uitgevonden en daar is men erg trots op. Als de beweerde specificaties inderdaad gehaald worden, is daar reden toe: beter asfalt met minder energie en minder emissies (zie https://www.kws.nl/dynamics/modules/SFIL0200/view.php?fil_Id=12167 )
Anders dan ik eerder dacht is dit systeem nog niet in Eindhoven actief, maar wel bij KWS Infra in Rotterdam. De ODZOB zegt deze, volgens hen zeer nieuwe en innovatieve techniek met belangstelling te volgen en de beschikbare informatie te betrekken in de in voorbereiding zijnde aanvraag voor actualisatie van de vergunning van ACE.
Nu blijkt dat de Rotterdamse HERA-installatie al draait vanaf september 2012, dus zo vreselijk nieuw en innovatief is HERA niet meer.

Trommel van het HERA-systeem van KWS Infra in Rotterdam

De adviseur van de wethouder, mogelijk hier de ODZOB volgend, blijft vaag over de inzet van de Best Beschikbare Technieken (mogelijk omdat de antwoorden dan op politiek terrein komen). Die mogen wel maar moeten niet, want technische en  proportioneel geachte economische mogelijkheden voor een bedrijfstak tellen ook mee.

Van de totale benzeenemissies door specifiek asfaltcentrales bestaan sinds de Emissie Registratie 2005 geen nieuwe gegevens. Die gegevens had de SP zelf ook al genoemd.
Van de benzeenemissies naar de atmosfeer van bedrijfstakken als geheel is meer bekend.

Benzeenemissies naar de atmosfeer dalen, maar de laatste jaren niet veel meer. Het beleid was succesvol, maar vlakt af.

Van de benzeenconcentraties in de atmosfeer (die dus het gevolg zijn van de emissies naar de atmosfeer) is slechts heel globaal iets bekend. Vuistregel is voor stedelijk gebied 1 µgr/m3 , voor gebieden als de Rotterdamse haven meer, en voor landelijk gebied grofweg de helft.
Een meting door de provincie op de Spottershill bij Eindhoven Airport over 2012 kwam op 1µgr/m3.
De WHO zegt dat er geen veilige concentratie is en geeft daarom geen norm,  maar zegt dat een sterfterisico van 1 op 100.000 mensen overeenkomt met 1,7 µgr/m3 . Zie www.who.int/teams/environment-climate-change-and-health/chemical-safety-and-health/health-impacts/chemicals/benzene .
Voorbeeldmetingen op twee locaties zijn gestopt na 2013.

Compendium van de Leefomgeving, benzeen in de lucht 1995-2013

Zie ook www.clo.nl/indicatoren/nl0457-benzeen .

Vervolgvragen en een voorstel en de krant
Alles overwegende heeft de SP vervolgvragen geformuleerd met een voorstel aan het College van B&W  (daarom nu politiek) om bij de aanstaande actualisatie van de vergunning van ACE het HERA-systeem, dat KWS Infra al jaren in Rotterdam runt, ook in Eindhoven als Best Beschikbare Techniek verplicht te stellen.

Eerstens zou het de benzeenemissies verminderen, de directe aanleiding voor alle commotie.

Ten tweede: benzeen is een lid van de grotere groep Vluchtige Organische Stoffen (VOC’s), en sommige daarvan stinken. Nu is niet alles wat stinkt gevaarlijk, en alles wat  niet stinkt ongevaarlijk, maar minder stank zou het leefklimaat in de omgeving sowieso verbeteren.

Tenslotte zou de voorgestelde modernisering de Eindhovense industriële broeikasgasemissies verminderen, en dat is ook dringend nodig.

Naar aanleiding van de vragen heeft Mark Wijdeven van het Eindhovens Dagblad zich op loffelijke wijze in de materie verdiept. Voor zijn rekening dat “per abuis” de gemeente in 2019 niet aan de ODZOB gevraagd heeft om opnieuw benzeen te meten.
Zie www.ed.nl/eindhoven/alle-alarmbellen-rinkelen-toch-heeft-eindhoven-geen-idee-hoeveel-gevaarlijk-benzeen-asfaltcentrale-van-kws-uitstoot~ac9ffd4e/ .

KWS Infra laat in hetzelfde artikel in het Eindhovens Dagblad weten dat er diverse opties op tafel liggen, waaronder het HERA-systeem.

Update

De Eindhovense SP heeft in de gemeenteraadsvergadering van 29 april een vrije motie ingediend (niet betrekking hebbend op de agenda van de vergadering), waarin B&W opgedragen wordt zo snel mogelijk opnieuw benzeenmetingen te doen bij ACE, en om daarover de Raad te informeren.
De motie is mede ingediend door 50+, Groen Links en D66.
De tekst is hieronder te vinden:

De wethouder heeft de motie “omarmd” en heeft opdracht gegeven tot metingen. Deze metingen zijn op 7 mei uitgevoerd. De rapportage wordt 2e helft juni opgeleverd en getoetst door Omgevingsdienst. De getoetste versie wordt voor juli verwacht.

Vollenbroek eist grenzen aan benzeen en formaldehyde in uitstoot Schiphol – vertaling naar Eindhoven Airport

Johan Vollenbroek, bekend van de stikstofstrijd, heeft de vergunningen van Schiphol doorgeploegd. Dat heeft geresulteerd in een artikel op Schipholwatch op https://schipholwatch.nl/2021/03/13/vollenbroek-eist-grenzen-aan-kankerverwekkende-uitstoot-schiphol/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=facebook . Het staat hieronder afgedrukt.

Benzeen is de kleinste aromatische verbinding en bouwsteen voor grotere

Eindhoven Airport verbruikt jaarlijks ongeveer 12* zo weinig kerosine als Schiphol. Als die afschaling wordt toegepast op onderstaande tabel, loosde Eindhoven Airport (2017) ongeveer 419kg benzeen en ongeveer 2863kg formaldehyde. Dat komt voor de benzeen ruwweg overeen met een schatting van ongeveer 300 kg die ik (die bij BVM2 de brandstofzaken doet) al eerder op andere wijze gemaakt had. Ik kom in die schatting op ongeveer 2200kg/y formaldehyde uit. Voor geïnteresseerden (maar het is een technisch artikel) zie www.bjmgerard.nl/?p=8683 .
De MER bij het Luchthavenbesluit 2014 noemt ongeveer 600kg benzeen per jaar.
Neem de nauwkeurigheid van dit soort schattingen niet al te absoluut.

De wettelijke norm voor benzeen in de atmosfeer is 5 microgr/m3. In stedelijk gebied in Nederland zit de concentratie rond de 1 microgr/m3.


Benzeenconcentraties in de Nederlandse atmosfeer


Schipholwatch                              13 maart 2021

Vollenbroek eist grenzen aan kankerverwekkende uitstoot Schiphol

In een brief vraagt stikstofstrijder Johan Vollenbroek de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied paal en perk te stellen aan de uitstoot van kankerverwekkende stoffen door Schiphol.

Het vliegveld stoot grote hoeveelheden uit van onder meer de levensgevaarlijke stoffen benzeen en formaldehyde. Van beide is bekend dat ze carcinogeen zijn, ofwel kankerverwekkend.

Jaarlijkse uitstoot van deels kankerverwekkende stoffen door Schiphol (bron: emissieregistratie RIVM)

Uit bestudering van de bestaande vergunningen van Schiphol concludeert Vollenbroek dat er geen emissienormen zijn opgelegd voor deze stoffen, terwijl in de wet duidelijke eisen zijn geformuleerd aan emissies van zogenaamde ‘zeer zorgwekkende stoffen’.

“In het activiteitenbesluit staat dat het uitstoten van deze stoffen zoveel mogelijk moet worden voorkomen en indien dat niet mogelijk is, tot een minimum te beperken”, aldus Vollenbroeks stichting MOB aan de omgevingsdienst.

Uitstoot moet beperkt
Hij verzoekt de dienst dan ook de omgevingsvergunning van Schiphol uit te breiden zodat ook de kankerverwekkende stoffen daarin worden opgenomen. Ook wil hij dat de ambtenaren voorschriften opleggen aan Schiphol om al het mogelijke te doen aan de huidige uitstoot van ten minste 40.000 kilogram carcinogene stoffen.

Bovenop die 40.000 kilogram stoot Schiphol bovendien nog 400.000 kilogram zogenaamde NMVOS uit. Dat zijn vluchtige organische stoffen, waarvan een deel mogelijk ook kankerverwekkend is. Vollenbroek wil van de omgevingsdienst dan ook een analyse ontvangen van die uitstoot zodat hij kan bepalen of aanvullende eisen nodig zijn.

Technische vragen SP over benzeenemissies asfaltcentrales en van KWS Infra in het bijzonder

De Eindhovense SP heeft (door mij opgestelde) technische vragen gesteld over de benzeenemissies van asfaltcentrales in het algemeen en van de Eindhovense asfaltcentrale KWS Infra in het bijzonder.
De aanleiding tot deze vragen zijn onderzoeksartikelen in Trouw dd 02 en 08 februari 2021, waaruit bleek dat sommige asfaltcentrales in den lande veel hogere concentraties benzeen uitstoten dan mag. Benzeen is giftig en kankerverwekkend. De uitstoot leidde in sommige gemeenten dan ook tot grote beroering.

Het benzeen komt vooral vrij bij iets wat op zich een goede zaak is, namelijk het reyclen van oud asfalt.

Nu komt er uit allerlei andere bronnen ook nog steeds benzeen vrij (hoewel de overheid er actief naar gestreefd heeft dat terug te dringen), wordt benzeen in de atmosfeer ook weer afgebroken en is de ene asfaltcentrale de andere niet. Het is dus niet a priori duidelijk in hoeverre de algemene beweringen in Trouw ook specifiek gelden voor de Asfalt Centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infra aan de rand van industrieterrein De Hurk. KWS Infra werkt in Rotterdam met het zelf ontwikkeld HERA-systeem (Highly Ecologic Recycling Asphalt) dat, naar eigen zeggen, veel schoner is. Voor een fact sheet zie https://www.volkerwessels.com/dynamics/modules/SFIL0200/view.php?fil_Id=355771 .
Evenmin is bekend tot welke concentraties de ACE-benzeenemissie in de Eindhovense atmosfeer leidt.
Aan de andere kant worden dit jaar de milieuvoorschriften van ACE van KWS Infra geactualiseerd, en het probleem van de benzeenemissies moet hierbij worden betriokken, meent de SP.

De HERA-opstelling

De combinatie van gegevenheden heeft de Eindhovense SP ertoe gebracht om technische vragen te stellen. Technische vragen worden ingezet als men niet meteen op hoge poten verantwoording eist van B&W, maar eerst gewoon wil weten hoe het zit.

Inmiddels zijn de technische vragen beantwoord en zijn politieke vragen gesteld. Zie een, inmiddels daarover geschreven, later atikel.


Technische vragen van de SP over benzeenemissies van asfaltcentrales in het algemeen en van KWS Infra in het bijzonder

Eerdere vragen
Rond 1 december 2020 heeft de SP-fractie technische vragen ingediend over de luchtvervuiling door bedrijventerrein De Hurk, welke op 14 december 2020 beantwoord zijn. De vragen hadden een bredere strekking en de asfaltcentrale KWS Infra (Huiskesweg 4) was een van de onderwerpen. Deze onderneming wordt ook wel aangeduid als Asfalt Centrale Eindhoven (ACE). De toenmalige vragen 5,6 en 7 gingen over deze onderneming.

Onze fractie probeert een gevoel te krijgen voor de verhoudingen ten aanzien van de asfaltcentrale van KWS Infra, waarvoor onze gemeente bevoegd gezag is. Ook willen wij graag een gevoel krijgen hoe het recente nieuws over de benzeenuitstoot van asfaltcentrales meegenomen gaat worden in de aangekondigde aanpassing van de milieuvergunning van KWS Infra in 2021.
Wij realiseren ons daarbij, dat de ene asfaltcentrale de andere niet is en dat landelijke beweringen over asfaltcentrales niet perse ook voor de HERA-installatie van KWS Infra hoeven op te gaan. Enerzijds kan de HERA-installatie, naar eigen zeggen, recyclingpercentages halen van 75 tot 80%, anderzijds zou het procedé verhoudingsgewijs tot lagere vluchtige emissies leiden.

Asfalttrommel HERA-systeem

Dit leidt tot onderstaande aanvullende vragen:

  1. Bestaan er recente gegevens van de uitstoot van benzeen door KWS Infra en zo ja, hoe luiden die?
  2. Blijft KWS Infra binnen de norm ( 1 mg/m3), zoals die vanaf 01 januari 2019 geldt?
  3. Zo nee, welke concentraties doen zich dan voor?
  4. Zo  nee, heeft de gemeente Eindhoven een verzoek van KWS Infra ontvangen om deze norm tijdelijk te mogen ophogen?
  5. Hoe worden benzeenconcentraties in de uitlaatgassen vastgesteld? Gebeurt dat (mede) op basis van metingen?
    TNO werkt bijvoorbeeld aan benzeensensoren ( www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/circulaire-economie-milieu/roadmaps/milieu-en-klimaat/milieu-en-gezondheid/benzeen-meten/ ). Heeft de gemeente Eindhoven deze of vergelijkbare andere al uitgeprobeerd?
  6. Bestaat er recentere cijfers dan 2005 in de Emissieregistratie voor KWS Infra?
  7. In de beschrijving van het HERA-systeem van KWS Infra wordt geen melding gemaakt van een nabehandeling van de uitlaatgassen. In hoeverre is een dergelijke nabehandeling zinvol en in hoeverre is het mogelijk een dergelijke nabehandeling in de nieuwe milieuvergunning te eisen?
  8. Meer algemeen, welke Best Beschikbare Technieken kunnen, theoetisch en praktisch, in de nieuwe milieuvergunning geëist worden?
  9. Bestaat er inzicht in de benzeenconcentratie in de Eindhovense atmosfeer? Is die concentratie homogeen of vertoont hij ruimtelijke pieken en dalen?
  10. Bestaat er een inzicht in de bronnen in Eindhoven (of in de regio Eindhoven) die ten grondslag liggen aan deze concentratie en eventuele verschillen daarbinnen, en in de relatieve positie die de asfaltcentrale daarbinnen inneemt?

Toelichting
Raadpleging van de website http://www.emissieregistratie.nl/erpubliek/erpub/facility.aspx levert een bedrijfsrapport van KWS Infra (en desgewenst ook van andere asfaltcentrales) over de jaren 1995, 2000 en 2005. De emissies zijn in 2005 zeer veel groter dan in 1995. Het rapport over 2005 is hierna afgedrukt.

EmissieRegistratie

Naam:KWS Infra (Eindhoven), Huiskesweg 4 , Eindhoven
SBI:23990
Vervaardiging van niet-metaalhoudende minerale producten (geen schuur-, slijp- en polijstmiddelen)
NIC:45767

Emissies 2005 naar de lucht op basis van ERI (vrijwillige opgave bedrijf)

 Stofkg/jaar 
 Benzeen45,39 
 Etheen453,9 
 Formaldehyde4,539 
 Koolstofdioxide3476000 
 Koolstofmonoxide77490 
 Methaan2723 
 NMVOS1816 
 Naftaleen0,7671 
 Stikstofoxiden (als NO2)1550 
 Tolueen45,39 
 VOS4539 
 Zwaveloxiden (als SO2)952 

Artikelen over te grote benzeenemissies door asfaltcentrales
Op 02 en 08 februari 2021 publiceerde het dagblad Trouw artikelen over de benzeenuitstoot door sommige asfaltcentrales in den lande. Benzeen geldt als een Zeer Zorgwekkende Stof, die onder andere leukemie kan veroorzaken.

Met name bij het recyclen van eerder gebruikt asfalt komt die benzeen vrij. Waarom nou net daar, is nog onduidelijk. Maar hoe dan ook, treden er soms forse overschrijdingen van de norm (met uitschieters ter grootte van een factor 10). Dat is overigens al sinds oktober 2018 bekend, want toen kwam een rapport uit van de Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW) van Bouwend Nederland. VBW erkent het probleem ( www.otar.nl/asfaltrecycling-leidt-tot-uitstoot-kankerverwekkend-benzeen/
De norm ( 1 mg/m3) is op papier ingevoerd bij het inwerking treden van de tranche van het Activiteitenbesluit waaronder de asfaltcentrales vallen (1 januari 2016), maar de bedrijfstak kreeg uitstel tot 1 jan 2019.
Sommige asfaltcentrales blijven de norm ook na 1 januari 2019 overschrijden en beroepen zich daarbij op ‘extra onderzoek’ dat nodig zou zijn. Zo’n nieuw onderzoek naar de benzeenuitstoot loopt vanaf eind 2018, van de overheid en de industrie (die betaalt). Het is nog niet gepubliceerd.

Ondertussen wil de branche-organisatie, in overleg met het Ministerie en Rijkswaterstaat, een tijdelijke versoepeling tot 1 jan 2022 van de benzeennorm met 500%. Dit voornemen leidde op enkele plaatsen in Nederland tot grote beroering.

Wat opvalt is dat men nergens iets leest over de nabehandeling van uitlaatgassen van asfaltcentrales. Toch bestaan dergelijke installaties voor de zuivering van Vluchtige Organische Stoffen (waaronder benzeen valt) in uitlaatgassen van allerlei soorten inrichtingen. Men komt thermische en katalytische inrichtingen tegen en mogelijk kan de plasma-ontladingstechniek van de TU/e hier ook wat betekenen.

Er gaat nogal wat asfalt om in Nederland: ca 7 tot 8 miljoen ton per jaar, waarvan (landelijk gemiddeld) ca 35 tot 40% gerecycled.

Er is zodoende een spanningsveld ontstaan tussen twee doelen die op zich beide goed zijn: enerzijds de wens om gebruikt asfalt te recyclen, anderzijds de wens om minder benzeen uit te stoten.

Als men probeert het benzeengevaar voor het algemene publiek ten gevolge van de aanwezigheid in de atmosfeer  in te schatten, loopt men tegen een gebrek aan gegevens aan.
Historische gegevens tonen dat de benzeenconcentratie in de atmosfeer tot 2013 sterk gedaald is en in stedelijk gebied eindigt op ca 1µgr/m3 ( www.clo.nl/indicatoren/nl0457-benzeen )
De vuistregel van het RIVM (www.rivm.nl/ggd-richtlijn-medische-milieukunde-luchtkwaliteit-en-gezondheid/gezondheidseffecten-luchtverontreiniging/luchtkwaliteit-benzeen en http://geodata.rivm.nl/gcn/  ) is dat die in stedelijk gebied nog steeds rond de 1µgr/m3 zit, incidentele uitschieters naar boven daargelaten.
Die concentratie is opgebouwd uit veel verschillende bronnen en de relatieve positie van asfaltcentrales daarbinnen is moeilijk in te schatten.

De benzeennorm in de atmosfeer is 5µgr/m3 .