Milieudefensie Eindhoven stelt gemeentelijk stimuleringsbeleid voor t.a.v. elektrische scooters

Ik heb voor Milieudefensie Eindhoven een  brief geschreven aan de gemeente over elektrische scooters en een bijbehorend persbericht. Dat staat hieronder.

Persbericht                                  4 juni 2015

Milieudefensie Eindhoven verzoekt in een brief aan de gemeenteraad en B&W van Eindhoven om te bevorderen dat geleidelijk aan er in Eindhoven meer elektrische scooters gaan rondrijden en minder scooters op fossiele brandstof. Het moet vooral gaan om een beleid van stimulering en overreding, omdat de gemeentelijke overheid bij dit onderwerp weinig rechtstreekse bevoegdheden heeft.

Een elektrische scooter
Een elektrische scooter

Milieudefensie Eindhoven doet een aantal voorzetten voor een dergelijk beleid.
De gemeente kan handelen in haar rol als bestuurder of werkgever. Verder kan de gemeente het gesprek aangaan met onderwijsinstellingen met een streekfunctie en met koerierbedrijven, pizzabezorgers en dergelijke, waarbij de gemeente een vergemakkelijkende rol zou kunnen spelen bij het aanvragen van de MIA-Vamil regeling.
Ook zou de gemeente meer oplaadpunten voor elektrische fietsen in de openbare ruimte en bij publieksinstellingen kunnen plaatsen.
Tenslotte zou de gemeente haar landelijke invloed kunnen aanwenden om tot een snellere invoering van de Euro-4 norm voor scooters te komen, zoals de branche zelf vraagt.

Het vervangen van op fossiele brandstof rijdende brommers door elektrische brommers heeft vooral effect op de Eindhovense luchtkwaliteit. Er rijden veel minder scooters dan auto’s in Eindhoven, maar met name tweetakt scooters lozen per stuk tientallen tot honderden maal zo veel benzeen en fijn stof in de lucht als een gemiddelde personenauto.

Voor Milieudefensie Eindhoven is de trits gewone fiets – elektrische fiets – elektrische scooter een continuüm. In sommige situaties is een (elektrische) scooter zinvol, bijv. als de afstanden groot zijn, de ritfrequenties hoog, er goederen bezorgd moeten worden, of bij lichamelijke problemen van de berijder.

De volledige tekst van de brief staat hier –> brief aan GR over elektrische bromfietsen_mei2015

Hoe groen is de laatste mijl?

Ons huishouden koopt, normaal gesproken, niet veel online. Wij zijn sowieso niet erg consumptief ingesteld en bovendien zijn we zo ouderwets dat we graag eerst willen zien wat we kopen. En we stellen prijs op goede service en voorlichting. Dan maar wat duurder.
Aan de andere kant hebben wij geen auto en kunnen wij de nieuwe kast van de IKEA niet zelf meenemen. Het is een beetje schipperen, waarbij we ons over het algemeen prima redden.

Maar mijn toner cartridges bestel ik online bij een speciaalzaak in Nederhorst den Berg en dat is een beetje ver fietsen. Die werd dus door PostNL thuisbezorgd. Mijn vrouw neemt de doos aan (38*46*51cm) en praat wat met de bezorger. Hij reed weg met 360 pakjes in zijn busje en wij waren de 320-ste.

Het voorbeeld past in waar ik al een tijdje over na zit te denken: is het online winkelen en thuisbezorgen vanuit het standpunt van duur-
zaamheid en luchtkwaliteit nou goed of slecht? Ik zag geen onmiddellijk intuïtief voor de hand liggend antwoord.

Komt goed uit dat er onderzoek naar gedaan is. Door Ernst and Young Cleantech and Sustainability (EY) en Thuiswinkel.org . PostNL, DPD, Wehkamp.nl, Otto.nl en Coolblue hebben meegewerkt. Men doet dit niet geheel belangeloos, want gemeenten willen de verkeersbewegingen van pakketbezorgers om genoemde milieuredenen beperken. Begrijpelijk, want in 2014 werden er 190 miljoen pakketten bezorgd, het dubbele van 2010. Dit aantal groeit met 8% per jaar.
in het distributiecentrum-1
EY heeft een zo kwantitatief mogelijke analyse gemaakt van ‘de last mile’ tussen het laatste distributiecentrum en het uiteindelijke afgiftepunt. Dat kan de voordeur zijn, maar ook een verzamelpunt in een winkelcentrum of aan de rand van een wijk. Wat er vóór dat laatste laatste distributie-
centrum zit, heet ‘voortransport’.
Daarnaast heeft EY de social media geanalyseerd op wat ‘het volk’ er van vond.

‘Het volk’ vond er niets opzienbarends van. Snelle bezorging en bezorging ’s avonds en in het weekend vindt men fijn, het privacy-aspect soms minder fijn en van het milieu vond men niets. Dat is verklaarbaar, want hoe moet de bevolking daar wat van vinden? Niemand weet hoe het zit.

Het kwantitatieve deel geeft een resultaat voor CO2 en een voor verschillende soorten vervuiling, via de schadekostenmethode van CE Delft tot een bedrag opgeteld. Meegenomen zijn NOx,, SO2, PM2.5 en PM10. Dit is berekend voor vier scenario’s:
1)         conventioneel winkelen
2)         online aankopen en bezorging aan huis
3)         online aankopen en het pakket ophalen bij een pick-up point
4)         online aankopen, droppen aan de rand van een wijk, waarna een fietser het naar de consument brengt

Gerekend wordt met 5% retourvracht, die via dezelfde route teruggaat als heen.
Er is op basis van praktijkcijfers van PostNL een schatting gemaakt van het aantal pakketten per truck.
Op basis van dezelfde praktijk zijn gemiddelde waarden vastgesteld voor afstanden en transportmiddelen
Bij ‘pick up point bezorging’ haalt 50% het pakket met de auto op.
Het bevoorradingstraject van fysieke winkelsis vergelijkbaar met dat van een pick up point

Het resultaat ziet er zo uit: (geel is het voortransport, grijs de ‘last mile’).
effecten opgeteld
Men moet dit staatje met enige korrels zout nemen. Er zit nogal wat
speling in de aannames en het is een studie in opdracht van en in samenwerking met belanghebbende partijen – wat niet noodzakelijk wil zeggen dat het daarom bullshit is. Bovendien is er niets beters.

Hier het volledige rapport –> EY-onderzoek-green-mile-duurzaamheid

Een belangrijke bron van onzekerheid is in hoeverre consumenten hun spulletjes binnen een dag of zelfs een uur willen hebben. Dat gaat nu een beetje van ‘doe maar, als het toch niks extra’s kost’, maar het kost dus wel wat extra’s. Als ‘binnen drie dagen’ ook goed was, zou dat een stuk schelen in de efficiency van de bezorging. De bezorgbedrijven zouden een fors hoger tarief moeten zetten op dit soort idioot snelle afleveringen. Moeten mensen maar beter nadenken.

Mijn printer waarschuwt mij ruim op tijd dat er iets op raakt. Als regel houdt hij het daarna nog minstens een week uit. Veiligheidshalve bestel ik ruim voor de tonercartridge de geest geeft een nieuwe, maar dat hoeft echt niet op stel en sprong. De grote doos staat al dagen onaangeroerd in de gang. Mijn speciaalzaak levert binnen 24 uur, maar eigenlijk is dat nergens voor nodig. Ik heb er niet om gevraagd.

Zie verder
LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden
Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor

Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box

Nieuw provinciaal bestuursakkoord zonder Ruit!

In het nieuwe provinciale bestuursakkoord, dat VVD, SP, D66 en PvdA hebben afgesloten, komt geen weg voor parallel aan het Wilhelmina-
kanaal. Deze weg zou dwars door belangrijke natuurgebieden gaan, waaronder het Dommeldal.
De plannen m.b.t. de N279 tussen Aarle-Rixtel en Ommel, die tot grote leefbaarheidsproblemen in Oost-Helmond zou hebben geleid, zijn sterk afgeslankt. De weg blijft 2*1, maar de doorstroming wordt verbeterd. Verder is er sprake van een ‘krappe omleiding’ om Dierdonk, waarbij er enige verwarring bestaat over wat ‘krap’ is.
Het bestuursakkoord spreekt steun uit aan nieuwe verkeerstechnologieën, die het rijden kunnen ondersteunen. Het wil ‘living labs’ ontwerpen, o.a. op verkeersgebied.
Er komt een oplossing voor de verkeersproblemen bij Veghel.
Eigenlijk is het enige echte discussiepunt om de N279 met de klok mee om Dierdonk moet (wat in het akkoord staat) of tegen de klok in over de bestaande route (wat natuur in de Bakelse Beemden zou sparen). Wat mij betreft kan hierover een zakelijke discussie gevoerd worden, met een sterke inbreng van bewoners.

Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)
Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)

Ik ben heel blij met deze ontwikkeling. Ik heb me jaren ingezet tegen de Ruit als lid van de grote groep milieumensen en bewoners, die samen het Platform Noord-Oost Corridor (NOC) vormen, en die vaak nog veel meer gedaan hebben als wat er op mijn conto staat. Dit succes heeft werkelijk heel veel vaders en moeders.

Het Platform NOC heeft een verklaring uitgebracht over de nieuwe situatie. Die kunt u –> 2015.0527.brief aan GS en PS vinden.

Nieuw provinciaal bestuursakkoord zonder CDA
Doordat het CDA zo onverstandig was om de vroegere gedeputeerde Ruud van Heugten de onderhandelingen te laten doen, en doordat Van Heugten als voornaamste prioriteit had om over zijn politieke graf heen (hij zou sowieso weggaan) alsnog het asfalt aangelegd te krijgen, heeft het CDA zichzelf buiten de onderhandelingen geplaatst. Dat is echt eigen onverstand: voortzetting van de oude coalitie VVD, CDA, SP was de eerste keus.
Het is in Brabant een revolutie dat het CDA niet meer in het College van GS zit. Ook voor andere onderwerpen bleken ineens doorbraken mogelijk die met het CDA ondenkbaar waren geweest. Ook op andere terreinen is het een fris en ambitieus akkoord. Ik kom er in andere verbanden nog wel eens op terug.

Taken voor de toekomst
In de politiek is ‘nooit’ niet altijd ‘nooit’. De Ruit komt er deze vier jaar niet. De uitdaging voor ons Platform in de komende jaren is om onze beweringen waar te maken. We hebben gesteld dat een schaalsprong fiets, het aanpakken van concrete knelpunten, en het maatschappelijk inzetten van nieuwe verkeerstechnieken de aanleg van een Ruit overbodig maken. Nu de praktijk.
Op genoemde gebieden heeft het Platform NOC werkgroepen ingesteld. Ik zit in de Werkgroep Smart Mobility.
Verder ben ik aanwezig (met andere Platform-mensen) in het voor-
onderzoek MIRT dat nu gaande is, het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Dat is de aanpak die de Rijksoverheid in praktijk brengt voor grote infrastructuur. Deze aanpak is ruimer dan tot nu toe gebruikelijk was. Er zijn meer mogelijkheden om vraagstukken en oplossingen op onconventionele wijze te definieren. Ik heb inmiddels de eerste sessie bijgewoond die de problemen en de mogelijke oplossingen in kaart moet brengen voor de A67 en (in mindere mate) voor de A2Zuid. Ik kom hier apart op terug.

Zoals ik er nu tegen aan kijk (maar dit is mijn vak niet, dus ik relativeer dit al bij voorbaat), heb je eigenlijk twee verschillende verkeersproblemen: die van de snelweg en die van de binnenstedelijke omgeving. De koppeling van beide werelden ligt, voor zover ik dat met mijn leken-
verstand zie, op de Eindhovense Ring en de opritten daar naar toe.
De high tech-projecten (spookfiles, elektronische rij-ondersteuning) heb ik tot nu toe vooral toegepast gezien op de snelweg.
De binnenstedelijke omgeving vraagt om andere techniek en, nog meer, om betere organisatie. Stoplichtbeïnvloeding, maar bijvoorbeeld ook stedelijke distributie-experimenten en geavanceerd OV. Hier gaat mijn praktijk voor het Platform NOC over in mijn praktijk voor Milieudefensie (klimaat en luchtkwaliteit).

Ik ga in de komende periode op deze weblog veel aandacht besteden aan dit soort onderwerpen. Wie ondertussen wil volgen wat het Platform NOC ervan vindt, moet maar kijken op www.stuitderuit.nl .

LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden

Zowel vanwege de energiezuinigheid als vanwege de binnenstedelijke luchtkwaliteit heeft ‘mijn’ organisatie Milieudefensie Eindhoven interesse in binnenstedelijk verkeer in het algemeen en in stedelijke
goederendistributie in het bijzonder. De regio Eindhoven-Helmond blijft daar al vele jaren achter. Een recentelijk aangekondigd Eindhovens onderzoek doet niet aan deze constatering af.
Zie eerdere artikelen op Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor  en Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box .

Temeer daar je elders in den lande interessante ontwikkelingen ziet. De Amsterdamse LIDL start een pilot met een geheel elektrische vrachtwagen, die de filialen vanaf het distributiecentrum gaat bevoorraden. De Amsterdamse wethouder Choho (duurzaamheid) verklaarde bij de aftrap dat “Amsterdam ongeveer 130 supermarkten had, die per dag meermalen bevoorraad worden, tot nu toe met grote dieselvrachtwagens. Het is van het grootste belang dat ook de supermarktbranche uitstootvrij wordt. Lidl bewijst dat het kan en ik ga ervan uit dat dit een startschot is voor alle andere supermarkten”.

De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam
De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam

Volgens LIdl is dit de eerste volledig elektrische vrachtauto van deze grootte die op een Nederlandse weg rijdt. Ook het laden en koelen is volledig elektrisch.
Lidl wil in 2025 alle filialen binnen de Amsterdamse Ring uitstootvrij bevoorraden.
Ook in Stockholm, Zürich en Berlijn doet Lidl deze pilot.

Lidl is niet het eerste bedrijf in Amsterdam dat elektrisch distribueert (wel de eerste supermarkt). Ook Heineken distribueert elektrisch.
(bron: Transport Online en Duurzaam Bedrijfsleven op 22 mei 2015).

Ook anderszins is Lidl trots op zijn distributie. De eigen website meldt dat de beladingsgraad van Lidl-vrachtauto’s is gestegen tot 90%, o.a. door er dubbele verdampers in te plaatsen waardoor goederen, die verschillende temperatuurbereiken vereisen, met dezelfde vrachtauto gedistribueerd kunnen worden.

Het distributiecentrum van de Lidl
Het distributiecentrum van de Lidl

Ook is de Lidl trots op het in 2013 geopende distributiecentrum, dat volgens de BREEAM-beoordelingsmethode vier sterren kreeg (‘excellent’).
Marjan Minnesma van Urgenda was gastspreker bij de opening. Dat moet voor de Lidl een opsteker zijn.

Platform NOC dient zienswijze op aanbesteding busvervoer in ZO Brabant in

Nu in het nieuwe provinciale bestuursakkoord de Ruit niet meer voorkomt, wordt de missie van het Platform NOC in de komende jaren waar te helpen maken dat een andere organisatie van het verkeer een beter antwoord kan geven op de mobiliteitsvraag in de regio. Een ant-
woord waarvoor minder asfalt en minder fossiele brandstof nodig is.

Het gum-de-ruit bord mag weg!
Het gum-de-ruit bord mag weg!

Daarvoor gaat het Platform NOC (waarvan ik een van de medewerkers ben) zich met allerlei verkeersontwikkelingen bemoeien.

Een daarvan is de aanbesteding van het busvervoer in ZO Brabant. Het Platform NOC en de Brabantse Milieu Federatie (BMF) hebben een zienswijze ingediend. Deze is –> zienswijze eisen aanbesteding concessie OV ZO Brabant_mei2015 te vinden.

Ik zal hierover vaker met artikelen komen. Vele daarvan zijn ook te vinden op de website www.stuitderuit.nl .

Een terugblik op de N69 – actie

De N69 is de weg die vanaf Eindhoven via de centra van Aalst en Valkenswaard naar de Belgische grens loopt. Dat levert al decennia leefbaarheidsproblemen in Aalst/Waalre en Valkenswaard op. Die problemen zijn reëel.

De oplossing staat eveneens al decennia ter discussie. Dat komt omdat met name het Valkenswaardse stadsdeel Dommelen omringd wordt door waardevolle natuur in de vorm van de beekdalen van de Dommel en de Keersop. Het is een klassiek belangenconflict tussen de centrumbewoners enerzijds en de natuurbeschermers en de meeste bewoners van Dommelen anderzijds.

De Keersop (en Willemieke)
De Keersop (en Willemieke)

Er is ook hier een platform opgericht. Ik ben daar nauw betrokken bij geweest. Daar zaten bewoners uit Dommelen in, de BMF en andere milieu- en natuurorganisaties.

Het platform heeft eerst een eigen oplossing voorgesteld, namelijk het afleiden van het vrachtverkeer uit Beldgie via de bestaande (en eventueel te verbeteren) N397 van Dommelen naar Eersel, en de aanleg van een pendelweg tussen Aalst en Waalre door over het oude spoorbaantracé. Ik vind nog steeds dat deze oplossing de beste was, maar hij haalde het niet, mede door verzet van de Waalrese Goudkust annex golfclub.
In plaats daravan werd er ten westen van Dommelen een nieuwe weg geprojecteerd, de Westparallel (2*1, 80km/uur).

Daarna richtte het verzet zich op het beperken van de schade aan het dal van de Keersop (Natura2000 – gebied) en de omgeving daarvan (een gebied waar de Feldbissbreuk doorheen loopt, waardoor het een complexe hydrologie heeft). De inzet was een tracé dat zover mogelijk naar het westen lag (dus zover mogelijk van de Keersop af).
Het verzet kreeg allerlei vormen, waaronder een manifestatie pal langs de Keersop.

Een beeld van de Keersop-manifestatie
Een beeld van de Keersop-manifestatie

Het uiteindelijke resultaat is dat de druk op de gemeente Valkenswaard tot scherpere onderhandelingen geleid heeft, waardoor de weg grofweg 70m naar het westen schoof. De gewonnen 70m werden bij het Natura2000 – gebied getrokken. Hij loopt nu zo:

Tracé Westparallel
Tracé Westparallel

Er komt geen ontsluiting op de N69 in Dommelen-Noord, hetgeen daar de woonrust in stand houdt, uitkoop van de manège voorkomt en de aantasting van een natte natuurparel overbodig maakt. Het resultaat is wel dat in Dommelen-Zuid het probleem ineens een stuk groter werd. Uiteindelijk lijkt het verkeerskundige nut van de aanleg van de Westparallel (ook in het centrum van Aalst en Valkenswaard) niet zo groot als sommigen gehoopt hadden,
Verder is er veel onderzoek gedaan, en zijn de waarborgen aangescherpt, naar de breuklijnen en de valse grondwaterspiegels in het gebied.
Ook is er geld vrijgemaakt, naast de wettelijk verplichte compensatie en mitigatie, voor een Gebiedsimpuls.

Flora in het Keersopdal
Flora in het Keersopdal

Al met al is komt de eindinschatting neer op hoe vol of hoe leeg het glas is. Daarover kun je verschillend oordelen.
Naar mijn idee is het ruwweg een kwart vol en was het zonder actie een achtste vol geweest (of zoiets).
Naar de mening van de natuurorganisaties en de lokale krachten in Dommelen was het glas in elk geval niet vol genoeg. Ze zijn in beroep gegaan bij de Raad van State en dd mei 2015 loopt dat nog steeds. De uitspraak schijnt al weer uitgesteld te zijn.

Ik heb voor de provinciale SP deze –>Provinciale Staten en SP aanvaarden plan N69 – versie2   tekst geschreven ter afsluiting.

MKBA’s gevaarlijk argumentatiewapen – MKBA Prijsbeleid Personenauto’s ook

 Een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) is een techniek om ingewikkelde politieke keuzeprocessen van een rationale basis te voorzien. Daartoe worden kosten en baten via min of meer gevestigde sleutels in een geldbedrag omgezet. Het is zoiets als appels en schoenen optellen omdat ze allebei geld waard zijn.
Dat gebeurt bij enkele toekomstscenario’s, waaronder altijd het lage groei-scenario RC en het hoge groei-scenario GE van het PBL.
Het is een gangbare techniek bij bijvoorbeeld de aanleg van een grote nieuwe weg. Bij ‘De Ruit’ zijn er verschillende voorbij gekomen.

Een MKBA kan een wapen zijn in de besluitvorming, maar bij verkeerd gebruik is het een gevaarlijk wapen. Zoals alle wapens.
Aan alle MKBA’s liggen per definitie aannames ten grondslag. Een uur reistijd kost zoveel, 2 μgr/m3 fijn stof zoveel, 3 dB weer anders. En soms ook kost iets niets. De natuurwaarde bij De Ruit was niet in geld gewaardeerd.
Als dit stelsel van aannames volledig en onomstreden is en de gewenste ontwikkeling ook (wat dus bij de Ruit niet zo was), kan een goede MKBA in vergelijkende zin nut hebben. Dus: iedereen wil een weg van A naar B, iedereen is het erover eens wat de criteria zijn, en vervolgens wordt de keuze tussen variant P, Q of R op die basis geobjectiveerd. De MKBA ondersteunt dan de politieke besluitvorming. Daar is hij voor bedoeld.
Als je het niet eens bent over de criteria en de lijst incompleet is, en als het helemaal niet duidelijk is wat de effecten op de werkgelegenheid zijn, en als je eigenlijk ook al van mening verschilt of die weg van A naar B er überhaupt moet komen, heb je aan een MKBA weinig. Je wilt dan eigenlijk dat de MKBA het politieke proces vervangt. Daar is de MKBA niet voor bedoeld.

Tenminste, dat vind ik.

OP 13 april brachten CPB en PBL de MKBA Prijsbeleid Personenauto’s uit. Hieronder waar deze MKBA en het achtergronddocument erbij te vinden zijn.
http://www.cpb.nl/publicatie/maatschappelijke-kosten-en-baten-prijsbeleid-personenautoos
http://www.cpb.nl/publicatie/maatschappelijke-kosten-en-baten-prijsbeleid-personenautoos-achtergronddocument
Ook in deze MKBA worden aannames gedaan die eigenlijk een politiek karakter hebben.
–           dat het autobezit onveranderd blijft en alleen het autogebruik verandert
–           dat de beprijzing geen relatie heeft met het wel of niet aanleggen van nieuwe wegen
–           dat het erg is als de Staat accijnzen misloopt (maar we bestrijden wel het roken…)
–           dat de reistijd- en betrouwbaarheidsbaten samen veruit het belangrijkste effect zijn
–           dat de gezondheidswinst van meer fietsen niet meegeteld wordt
–           dat de effecten van roet niet meegeteld worden
–           dat  het OV heeft geen intrinsiek voordeel boven de auto
–           dat onze welvaart slechts door geld bepaald wordt
–           dat de elektrische auto geen rol speelt
Vervolgens loopt de MKBA enkele potentiële heffingsvormen langs, zoals de congestie-, vlakke en spitsheffing, verwezenlijkt via een handvol mogelijke aantal technische middelen.
Het resultaat is iets wat het midden houdt tussen een politieke uitspraak (‘op dit moment heeft elke heffing meer nadelen dan voordelen’) en een serieuze vergelijking (die heffingsvorm heeft bij die techniek die en die uitwerking). Bij gebrek aan expertise kan ik die vergelijking niet goed beoordelen, maar op het oog ziet die er redelijk uit. Ik zie geen serieuze interne tegenspraken of manipulaties.
Hier het overzicht –> verzamelstaat_rendementsoverzichten

Verder is gewenst kennis te nemen van de feitelijke registratie van de groei van het verkeer en van de congestie, afgezet tegen beide scenario’s. Deze grafiek staat in het achtergronddocument bij de MKBA (niet in de samenvatting).

Verkeer en congestie in twee scenario's
Verkeer en congestie in twee scenario’s

Zoals het Platform NOC ook al bij de Ruit gezegd heeft: de feitelijke groei van het verkeer en de congestie volgen in praktijk het RC-scenario.

Verder moet in ogenschouw genomen worden dat een vlakke heffing van 7 cent per km ongeveer op hetzelfde neerkomt als dat de benzine €1 per liter duurder wordt, en de diesel €1,40. Dat lijkt me op dit moment erg ruig. Vraag is wel of de toekomstige schaarste de olieprijs niet al vanzelf zal opjagen.

Wat voor mij op basis van de MKBA te verdedigen valt, is om op de meest kritieke plekken met een congestieheffing te beginnen (kan ook in het RC-scenario zinvol zijn), en om op een nader te bepalen termijn langzaam te starten met het invoeren van een vlakke heffing, eventueel via de brandstofprijs als die niet al vanzelf die kant op gaat.

Ik stel deze mening graag ter discussie.

Stoot de hybride echt evenveel uit als een diesel? (update 02 mei 2015)

Hybride auto’s en plug-in hybrides stoten amper minder CO2 uit dan een gewone diesel’. Dat beweerde het ED op 24 april op gezag van een studie van TNO van 7 april 2015 ‘Energie- en milieuaspecten van elektrische personenvoertuigen’ (–> TNO Factsheets Elektrische Voertuigen_april2015) . De studie was in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Nu wil het geval dat TNO, samen met CE Delft, ook op 14 juli 2014 en studie over hetzelfde onderwerp uitgebracht heeft (–> tno-notitie-directe-en-indirecte-emissie-elektr-voertuig_-14072014 ), samen met CE Delft, in opdracht van het Ministerie van I&M. In zekere zin leent deze studie zich beter om een uitspraak te doen als die van 2015, omdat ook uitgesplitst wordt naar menselijk gedrag en op welke weg je rijdt. Merkwaardig genoeg wordt in de latere studie nauwelijks gerefereerd aan de eerdere.

In beide gevallen gaat het om een ‘Life Cycle Assessment’. De CO2 – uitstoot wordt berekend over de hele levensduur, dus inclusief het produceren en slopen van de auto, en inclusief het produceren van brandstof of stroom. Dit is correct. Het kost meer energie om een (plug in) elektrische auto te produceren dan om een gewone auto te produceren. Het grootste verschil zit in de accu. De vraag is of het voordeel, dat tijdens een leven lang rijden wordt opgebouwd, groot genoeg is om het startnadeel te compenseren. Het ED suggereert van niet. Ik vind dat te kort door de bocht.
Eerst maar eens een plaatje, dat ik bewust kies uit de studie van 2014 vanwege het groene balkje.
TNO_CO2_auto_juli2014Het groene balkje geeft aan dat de omstandigheden er erg toe doen. Hoe krijg je zo weinig mogelijk CO2 uit je hybride:
–           Rij veel elektrisch en weinig op brandstof (elektrisch rijden kost ongeveer de helft per km van op brandstof rijden). De logische consequentie is dat je de auto vaker moet opladen, tot bijv. twee keer per dag)
–           De hybride komt vooral tot zijn recht in het stadsverkeer, omdat hij bij het remmen bewegingsenergie terugwint. Daardoor slijten overigens ook de banden minder hard.
–           Rij op zo groen mogelijke stroom.

De TNO-studie uit 2015, waarop het ED zijn uitspraak baseert, gaat van relatief ongunstige aannames uit
–           (op basis van onderzoek onder zakelijke rijders) dat de gemiddelde rijder 30% elektrisch en 70% op benzine rijdt. Uit onderzoek blijkt echter ook dat de beste rijders bijna 60% elektrisch halen.
–           De TNO-studie uit 2015 rekent met een elektriciteitsmix van 85% grijs – 15% groen, de elektriciteitsmix die binnen de Nederlandse grenzen geproduceerd wordt. De leveringsmix echter zit op 65% grijs – 35% groen, omdat er groene stroom in het buitenland gemaakt wordt die hier meetelt.
Voor de helderheid: die 35% is alleen van het elektriciteitsbudget! Dat is in Nederland slechts ongeveer 1/7 deel van het totale nationale energie-
budget. De 14% in het Energieakkoord is nog ver weg! Bovendien komt ruim de helft van die 35% uit het buitenland.

Bij ongunstige aannames kom je boven in het groene balkje uit en dan klopt de bewering van het ED.

Overigens wint de volledige elektrische auto het in alle varianten. Zelfs op basis van kolenstroom produceert die nog steeds minder CO2 als een diesel.

Wat ik verder niet goed vind aan het ED-artikel is dat het niet ingaat op de toekomstperspectieven van (semi)elektrische auto’s. De TNO-rapporten doen dat nadrukkelijk wel.
Het rendement van gewone auto’s kan best nog wel wat verder omhoog, maar daar staat op dit moment weinig wettelijke druk op. Verbetering gaat meestal in kleine stapjes.
Er is nog steeds veel ontwikkeling in accu’s., zowel in de productie als in de recycling.
Het percentage groene stroom neemt elk jaar toe. Zie bijgevoegde grafiek van CE (Achtergrond-gegevens stroometikettering 2013, http://www.ce.nl/publicatie/achtergrondgegevens_stroometikettering_2013/1483 )
leveringsmix elektriciteit 2005-2013Deze groei zal doorgaan, want het overgrote deel van de duurzame energie, die straks in Nederland wordt opgewekt, is in de elektrische vorm.

Nog iets over de luchtkwaliteit.
Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de luchtkwaliteitseffecten van de opwekking en die van het rijden.
Voor zover de opwekking fossiel gebeurt, levert dat in mg/km NOx en PM10 meestal meer luchtvervuiling op dan het rijden zelf, maar dat gebeurt als regel ver van drukke binnensteden. Deze lozing draagt bij aan de algemene achtergrond.
De piekbelastingen op bepaalde plekken in de binnenstad en langs snelwegen ontstaan vooral als die heel druk zijn, stoplichten hebben als de huizen een ‘canyon’ vormen. Vooral NOx van dieselauto’s piekt hier.
Fijn stof komt bij nieuwe auto’s meer uit bandenslijtage dan uit de motor. Omdat (semi)elektrische auto’s bewegingsenergie kunnen terugwinnen, slijten hun banden 30% minder hard, wat navenant minder fijn stof veroorzaakt.

Al met al is voor stedelijk gebied de (semi)elektrische auto een zegen.

Nadat dit artikel geschreven is, publiceerde Natuur en Milieu een overzicht, in april 2015 gemaakt door de ANWB, van de Top 10 van (semi)elektrische auto’s. Dit is te vinden op http://www.natuurenmilieu.nl/nieuws/20150420-nieuwe-top-10-elektrische-autos/?utm_source=MailingList&utm_medium=email&utm_campaign=N%26M+nibri+29+april of –> ANWB overzicht (semi)elektrische auto’s april 2015 .
Dit kan tot op zekere hoogte als laatste update gebruikt worden, maar de grondslag van het onderzoek van de ANWB is wezenlijk anders dan die van TNO2015.
De ANWB publiceert alleen de onderweg door de auto geproduceerde CO2 (dus de directe productie, Tank to Wheel in de vaktaal), TNO geeft daarnaast ook de in de elektriciteitscentrale vrijgekomen CO2 en  de bij productie en sloop vrijgekomen CO2.

De ANWB gaat van de officiele fabrieksgegevens uit, TNO van empirisch onderzoek. Dat kan behoorlijk verschil maken.
Dit alles terecht gezegd zijnde, blijft er toch een zichtbaar verschil over tussen de TNO-gegevens, gevonden met enkele Volvo C30’s  en Nissan Leaf’s in 2012 en 2013, en de ANWB in april 2015.

TNO 2015 noemt de volgende getallen als directe CO2-productie, dus alleen door de auto zelf, op empirische basis:
benzine                170 gr/km
diesel                    140
Plug-in Hybride    97
BEV                            0

ANWB 2015 noemt de vergelijkbare volgende getallen, op basis van
fabrieksspecificaties:

Plug-in Hybride   13 – 65 gr CO2/km
BEV                           0

Dit lijkt mijn standpunt te versterken dat een Plug-in hybride wel CO2 – voordelen heeft boven een diesel.

Roet door het verkeer

Ik grasduin met grote regelmaat op Internet voor nieuwe sites die interessant zijn voor mijn thema’s, en zo kwam ik op de site van de CROW. Sinds 1 april 2014 CROW-KpVV (de website van het Kennisplatform Verkeer en vervoer is samengegaan met die van de CROW). De site is een schatkamer aan informatie, waarvan mij het meest het vakgebied Verkeer en Vervoer interesseert.
Via mijn contactpersoon bij het Leefbaarheidsteam van de Achtse Barrier kwam ik op het site-onderdeel http://kpvvdashboard-12.blogspot.nl/ . Ik adviseer een bezoek.

In dit artikel pak ik het KpVV-verhaal over roet (ook wel Zwarte Rook, ZR of Elementary Carbon, EC). Roet zegt veel meer over de gezondheidseffecten van verkeer dan de tot nu toe gebruikte maat PM10. PM10 hangt wel een beetje van het verkeer af, maar veel meer van andere factoren. Roet hangt veel sterker van het lokale verkeer af. Volgens TNO en DCMR zijn de gezondheidseffecten van roet vijf keer relevanter voor de gezondheid dan die van NO2 en fijn stof.

De KpVV-blog neemt uit de monitoring van het Nationaal Samenwer-
kings Programma (NSL) de eerste roetkaart van Nederland over (RIVM, 2013).

Roetkaart van Nederland over 2013 (berekend)
Roetkaart van Nederland over 2013 (berekend)

Deze kaart had ik trouwens zelf ook al gezien. Wat ik nog niet eerder gezien had is een schatting van het kleiner worden van drie vormen van luchtvervuiling als functie van de afstand tot een drukke verkeersweg. Die ziet er zo uit:

Fischer et al, 2007
Fischer et al, 2007

Men moet dit lezen als: voor roet (ZR) is de achtergrond  (BG) 15μg/m3; is de waarde op 50m van een drukke verkeersweg 30μg/m3; en op 200 m afstand 18μg/m3. Zo ook voor de andere stoffen.

Overigens verbetert de situatie geleidelijk aan. Als je historisch kijkt, zie je dit:

historie van de roetconcentraties voor platteland, stedelijke achtergrond en langs drukke wegen Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2010 RIVM
historie van de roetconcentraties voor platteland, stedelijke achtergrond en langs drukke wegen
Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2010 RIVM

waarbij de zwarte lijn voor de drukke wegen staat. De term ’24-uurs 98-percentiel’ betekent dat je voor alle dagen van het jaar het gemiddelde berekent, waarna je de extreemste 7 dagen weglaat (=2% van 365). Bij de 50-percentiel idem, maar dan laat men de extreemste 182 dagen weg.
Men heeft enige statistische keuzevrijheid!
De rode ZR-balk zit ongeveer tussen de twee zwarte lijnen in. Beschouw deze grafieken dus niet als kwantitatief vreselijk nauwkeurig, maar meer als trends.

Nieuwe formatiepoging provinciebestuur biedt uitzicht op bestuur zonder Ruit

Het Brabantse CDA heeft, met (binnenkort ex)-gedeputeerde Van Heugten als voornaamste onderhandelaar, in de coalitieonderhandelingen voor een nieuw provinciebestuur zijn hand overspeeld. Doordat Van Heugten probeerde in zijn politieke hiernamaals alsnog te realiseren wat hem in het politieke hiervoormaals niet lukte en dat tot belangrijkste dossier van Brabant uitriep, staat het CDA nu buiten. Er is geen meerderheid voor de Ruit tenzij je met de PVV zaken zou willen doen, en dan nog niet.
DSCF1955-rrAls een van de vele vrijwilligers van het Platform Stuit de Ruit tegen een weg door het Dommeldal (en die andere natuurgebieden), en tegen een autosnelweg dwars door Helmond, ben ik hier blij mee. De nieuwe poging om een coalitie te vormen van VVD, D66, PvdA en mijn partij, de SP, biedt zeker kansen. Het resultaat moet nu blijken.
VVD-onderhandelaar Bert Pauli’s reactie in de krant “De mobiliteit van het Zuidoosten van Brabant blijft op de agenda, maar er zijn alternatieven voor een weg door het Dommeldal. Welke, dat gaan we nu onderzoeken.” heeft een verstandige, rustige toonzetting. Er zijn trouwens ook alternatieven voor een quasi-autosnelweg dwars door Helmond.

Het Platform Stuit de Ruit heeft zijn eigen website. De hieronder genoemde links verwijzen daar naar.
Het recente koersdocument van het Platform, dat voorafgaand aan de coalitieonderhandelingen is aangeboden, is te vinden op  http://www.stuitderuit.nl/images/pdf/Koersdocument%20versie%20150305.pdf .Een deeluitwerking van dit algemene verhaal betreft een aantal praktische voorstellen om knelpunten aan te pakken. Die staan onder http://www.stuitderuit.nl/images/pdf/2015.04.01%20Aanpak%20lokale%20knelpunten.pdf .

Ik heb zelf voor discussies binnen het Platform een literatuuroverzicht Smart Mobility gemaakt dat een van de toeleverende stukken geweest is voor bovengenoemd koersdocument. Het staat hier –> Verkenning Smart Mobility oktober 2014

Overigens zijn er in Brabant uiteraard meer belangrijke dossiers dan alleen De Ruit. Bijvoorbeeld de intensieve veehouderij, het bodembeheer en de uitvoering van het Energieakkoord. Mijn inschatting is dat ook voor deze dossiers de nieuwe coalitieopzet meer kansen biedt.