Een strijdpaard in de schouwburg

Het Eindhovens Dagblad organiseert met regelmaat  een Stadsdebat en dat van 13 november 2017 ging over de toekomst van Eindhoven Airport.
Daar spraken, aangevuurd door de journalisten Rob Schoonen en Chris Paulussen, vliegvelddirecteur Joost Meijs, de Eindhovense VVD-lijsttrekker Marcel Oosterveer en idem voor Groen Links, Rik Thijs, en ik voor het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2). Met 120 mensen zat de Kameleonzaal van het Eindhovense Parktheater goed vol.

Publik bij het Stadsdebat over EhvA op 13 nov 2017

Strijdpaard
Er staat een mooi verslag van deze forumdiscussie in het Eindhovens Dagblad van 14 november onder www.ed.nl/airport/pleidooi-in-debat-over-airport-dan-moet-het-vliegen-maar-duurder~a6d7e48b/ . De kleur van de bijgeleverde foto doet vermoeden dat de avond zich in een bordeel afspeelde, maar ik kan verzekeren dat dat niet het geval was.

En zo kon dit oude strijdpaard weer eens hinnekend het slagveld opdraven, in de aanval op Joost Meijs en de VVD. Dat was best lekker.

Oosterveer liep averij op en werd na afloop corrigerend door de ruim vertegenwoordigde achterban toegesproken. Hij had zich slecht voorbereid en vertrouwde, ten onrechte, op zijn routine, die bij de VVD op de consensus berust dat je tegen vliegvelden, asfalt en wat dies meer zij gewoon uit routine ja zegt, want het is altijd wel ergens goed voor de werkgelegenheid en de concurrentiepositie. Deze algemene geloofswaarheid hoeft van de VVD niet in specifieke situaties bewezen te worden.
Oosterveer bleek zijn eigen verkiezingsprogramma niet goed gelezen te hebben.
Verder was Oosterveer zo stom om er de ingestorte naaiateliers in Bangla Desh bij te halen en dat de consument toch altijd het goedkoopste kocht, wat zo ongeveer het beste voorbeeld is voor een krachtige ingreep van de overheid in de vrije markt dat men zich denken kan.

Ook Meijs heeft een enorme routine in dit soort optredens, maar die kent zijn zaken beter (zij het niet volledig). Schade liep hij daarom niet op, maar hij moest wel van zijn gebaande paden afwijken en af en toe zelfs nadenken.

Rik Thijs en zijn partij zijn van goede wil, maar werken puur parlementair en zijn daarom vooral afhankelijk van de kruimeltjes, die van achter de schermen op hun tafel in de raadszaal vallen. Rechtstreekse grip op het proces en informatie uit de eerste hand geeft dat niet.

Nieuwe feiten

  • De eerste bijeenkomst over de toekomst na 2020 heeft al plaatsgevonden. In beslotenheid, maar dat zou niet erg zijn, want er werd slechts over procedures gepraat. De piketpaaltjes zijn dus alvast zonder toezicht de grond ingeslagen.
  • Joost Meijs gaat in zijn planning uit van 10 miljoen passagiers, verdeeld over 70.000 vliegbewegingen, in een niet genoemd jaar, maar omkleedde dit met nogal wat wol (mits politieke goedkeuring en zo)
  • Op dit moment is 22% van de passagiers op Eindhoven Airport zakelijk.
  • Meijs acht het waarschijnlijk dat er een nieuw Luchthavenbesluit zal komen.

Die groei, die overkomt ons gewoon…..
Een groot deel van de discussie ging over de groei, hoe autonoom die was, en of je daarin mee moest gaan. Dat is een fundamentele politieke discussie. Daarbij stonden Meijs en de VVD aan de ene kant en Groen Links en ik (voor BVM2) aan de andere kant.

Vliegbewegingen en passagiers op EhvA door de jaren heen

Meijs en de VVD praten alsof de groei een natuurverschijnsel is: dat overkomt je gewoon en daar moet je gewoon in meegaan. Leve de vrije markt!

Maar die groei is helemaal niet autonoom, betoogden Rik Thijs en ik. Die wordt direct of indirect, gestimuleerd doordat vliegen zo belachelijk goedkoop gemaakt is. Op een retourtje Barcelona past de overheid €40 per ticket bij aan gederfde BTW en accijns, op een retourtje Schiphol – NewYork zo’n €300 per ticket (onder Derving van accijns, BTW en CO2-heffing bij kerosine: hoeveel is dat ongeveer? staat een schatting van het accijns- en BTW-voordeel en de ticketdoorwerking van een CO2-heffing).
Bovendien heeft Meijs, in navolging van zijn baas Schiphol, het vliegen actief met subsidies gestimuleerd. Voor nieuwe lijnen of frequentieverhoging op bestaande lijnen kreeg een luchtvaatmaatschappij tot en met 2016 per ticket €6 tot €10 (zie EhvA rates and conditions_1 april 2016 )
Zo kan ik het ook. De trein heeft het niet zo makkelijk.

Maar ook als die groei wel autonoom zou zijn, dan nog kan men daar niet in die omvang in meegaan. Het klimaat staat het simpelweg niet toe (bij de VVD niks over het klimaat). De mondiale luchtvaart moet in staat geacht worden (zei ik) om op zijn eentje de Parijse klimaatakkoorden op te blazen. Er is geen plek meer voor en de mensheid moet zijn vlieggedrag maar gaan aanpassen.

Meerdere soorten hinder, meerdere oplossingen, en de mogelijkheid om eisen te stellen
BVM2 hanteert een ruime definitie van het begrip ‘hinder’. Niet alleen de openingstijden en de geluidsoverlast, maar ook de klimaateffecten, de toxische emissies (ultrafijn stof) en de nadelige financiele aspecten.

Voor een eerste schets van wat er mogelijk lijkt, zie Hinderbeperkende maatregelen op vliegveld Eindhoven

Bij Meijs en de VVD is hinder alleen geluidshinder. Extra vliegen geeft uiteraard extra herrie, maar ze gaan hun best doen dat dat zo weinig mogelijk is, mits dat doel met bescheiden middelen gehaald kan worden (metertje meer naar links opstijgen en zo). De A320neo (en vergelijkbare toestellen) voorschrijven (die twee geluidsklassen stiller is en 15% minder loost), dat was nog niet overdacht. De luchtvaartmaatschappijen dit en de luchtvaartmaatschappijen dat…. En die vliegtuigen kwamen maar mondjesmaat en meer bla bla bla.

Maar veel mensen rond het vliegveld hebben meer schrik voor ultrafijn stof dan voor geluid (in Meerhoven bijvoorbeeld). Het probleem kan verminderd worden met betere, synthetische kerosine die weinig of geen zwavel of benzeen bevat. “Ja maar, die is tien keer zo duur” aldus Meijs voor wie dit idee een nieuw gezichtspunt leek. “Jammer dan, gewoon betalen. En als er dan minder gevlogen wordt, des te beter” (ik en in andere bewoordingen ook Rik Thijs).

Ultrafijn stof-verdeling rond het vliegveld, 2020, alleen civiel

En Meijs moet zich eens beter gaan inlezen waar het om hybride-elektrisch vliegen gaat (dus niet over elektrisch vliegen, want dat is wat anders).

Een impressie van de Zunum, een hybride elektrisch vliegtuig in ontwikkeling

En inlezen in de klimaatstandpunten van zijn eigen branche – voor wat die waard zijn. Synthetische kerosine scoort daar hoog – zelfs irreëel hoog.

Enerzijds kan Meijs, wat BVM2 betreft, een overgangsperiode krijgen. Hij kan Neste Oil opbellen en zeggen dat hij vanaf bijvoorbeeld 2020 0,5PJ synthetische kerosine wil, en dan bijvoorbeeld elke twee jaar 0,5PJ erbij (of zoiets). Dat geeft Neste Oil de kans om een productielijn op te zetten en om het product goedkoper te maken. (zie Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg) )
En voor hybride-elektrisch vliegen zou hij voor bepaalde bestemmingen kunnen mikken op bijvoorbeeld 2025.
Zo’n overgangsperiode heeft Meijs in 2010 ook gekregen aan de Alderstafel, waardoor in 2013 de herriebakken klasse D, E en F uitgefaseerd zijn. Dat zou herhaald kunnen worden met de geluidsklassen C en B.

Anderzijds moet Meijs niet zo mekkeren. Eindhoven is een gewild vliegveld, hij maakt flink winst, en hij kan best wel bij die boefachtige directeur van Ryan Air met de vuist op tafel slaan en gewoon zeggen hoe men het in Eindhoven eist. In plaats van O’Leary vele andere.

O’Leary

Brainport
Men roept in kapitalistische kringen met groot enthousiasme de wonderdoener Brainport aan in de veronderstelling dat de geur van heiligheid, die hier om heen hangt, bij eenieder als bij  toverslag de vraag naar een zakelijke, rationele argumentatie wegneemt. Brainport als opium van het volk.
Ik zou bijvoorbeeld wel eens een rationele analyse willen zien welke luchtvaartbestemmingen dan wel zo dringend door Brainport gewenst worden, en er nu niet zijn. En Düsseldorf, Brussel en Schiphol liggen dicht bij.

Nu is Brainport goede industriepolitiek en ongetwijfeld goed voor de winsten van ASML en de Automotive en zo, maar tot nu toe is Brainport in de toepassing van duurzaamheidsgedachten op het eigen grondgebied achterlijk. Eindhoven en Helmond horen beide tot de minst duurzame steden van Brabant.

Het Brainportvolk trommelt zich op de borst hoe slim men wel niet is, en juist bij de uitbreiding van het vliegveld leidt die gemakzucht en die denkluiheid ertoe dat men risico’s niet ziet die er wel zijn, zoals die door Nic Douben geformuleerd zijn “overbelast door de groei” waarna hij Eindhoven Airport op één hoop gooide met de landbouw (zie Econoom Douben noemt veeteelt en Eindhoven Airport als oorzaken voor overbelasting ZO Brabant ). Of het standpunt van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI), bijvoorbeeld over de decarbonisatie en de zachte vestigingsfactoren (zie Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden ) .
Brainport ziet trouwens ook soms kansen niet die er wel zijn, zoals accu’s en brandstofcellen voor hybride-elektrische vliegtuigen.
Helaas kreeg uw strijdpaard van de journalisten niet de gelegenheid hier nog eens indringend over door te hinniken.

Het wordt tijd dat Brainport minder bluft en meer nadenkt.

Econoom Douben noemt veeteelt en Eindhoven Airport als oorzaken voor overbelasting ZO Brabant

Nic Douben is econoom en emeritus-hoogleraar aan de Universiteiten vna Tilburg en Eindhoven. Hij heeft in het verleden regelmatig advies gegeven over de economische ontwikkeling van Zuidoost-Brabant.

In het Eindhovens Dagblad van 11 oktober 2017 analyseert Douben dat “bij alle jubelverhalen de nadelen van de economische successen van Zuidoost-Brabant onderbelicht blijven” en “economie veel meer is dan een financieel resultaat”.
Douben: “Ik vraag mij dan ook al enige tijd af of de regio niet overbelast wordt door haar expansie”.

Douben noemt de veeteelt als oorzaak en daarnaast Eindhoven Airport. Hij hekelt de onmogelijk lage vliegprijzen en de daaruit voortkomende groei van de low-budget vakantiereizen. De problematiek van Schiphol wordt afgewenteld op onze regio, met “vliegbewegingen die de lucht in de regio steeds meer met uitgestoten gassen vervuilen, en een toenemende geluidshinder in de Kempen en De Peel.”

De economische groei moet meer gerelativeerd worden. “Nu worden vooral de enge (bedrijfs)economische voordelen van de groei breed uitgemeten en komen de nadelen veel minder pregnant in beeld.

Econoom en emeritus-hoogleraar Nic Douben

Het wordt tijd”, vindt Douben, “dat de verantwoordelijken daar eens terdege rekening mee gaan houden.

Bij welk oordeel ik mij graag aansluit.

Voor de volledige tekst van de brief zie Peel en Kempen raken overbelast door groei_NicDouben_EhvD_11okt2017

Voor een eerder artikel op deze site over wat wel en geen economische motoren zijn zie Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden .

Geen groei Eindhoven Airport zonder maatschappelijke verantwoordelijkheid!

Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft op 29 augustus een gesprek gehad met twee mensen van de FNV. Onder hen Leen van der List, projectleider Schiphol.
De twee organisaties vertrokken vanuit een verschillende uitgangspositie, maar kwamen uiteindelijk op hetzelfde eindpunt uit. Zie voor een eerder verslag op deze site Gesprek met het FNV over de toekomst van het vliegen .
Een van de afspraken was om een gezamenlijk opinieartikel te schrijven en dat aan het Eindhovens Dagblad aan te bieden. Dit artikel is op 20 oktober 2017 geplaatst. Hieronder staat het afgedrukt.
Er komt mogelijk een tweede samenwerkingsproject.


Geen groei Eindhoven Airport zonder maatschappelijke verantwoordelijkheid!

De besluitvorming over de toekomst van Eindhoven Airport begint op gang te komen. De druk wordt flink opgevoerd. Er is een ‘Brainportagenda’ gepresenteerd waarin zonder enige voorafgaande politieke discussie opgenomen is dat omwonenden meer geluidsoverlast moeten accepteren. Luchthavendirecteur Joost Meijs droomt van een *verdubbeling* van het aantal passagiers. En in Den Haag hoor je regelmatig het geluid om de vakantievluchten van het overvolle Schiphol te verplaatsen naar de regio.

Staatssecretaris Sharon Dijksma verzekert dat er een ‘zorgvuldig en transparant proces’ vooraf zal gaan aan een besluit over groei van Eindhoven Airport. Maar het is volstrekt onduidelijk op welke manier de belangen van omwonenden, het milieu en werknemers bij dat proces worden betrokken.

Soms lijkt het alsof de luchthaven koste wat kost moet groeien, omdat dat goed zou zijn voor de economie en de werkgelegenheid. Maar zo simpel ligt dat natuurlijk niet. Ondernemers uit de omgeving hebben behoefte aan goede verbindingen met steden als Parijs, Berlijn, Zürich en Wenen, zo bleek uit een onderzoek van ondernemersvereniging BZW, maar die verbindingen biedt Eindhoven Airport niet. Geen wonder dat Schiphol bij lokale ondernemers veel populairder is dan Eindhoven Airport.

Daarnaast is de beperkte werkgelegenheid die de luchthaven biedt geen stabiele werkgelegenheid. Een aantal luchtvaartmaatschappijen van het eerste uur vliegt niet meer of veel minder vanaf Eindhoven Airport. Ook zien we regelmatig dat ultra low cost maatschappijen met veel gemak de ene luchthaven inruilen voor de andere, bijvoorbeeld omdat op de eerste luchthaven de subsidie wordt ingeperkt, de regels worden aangescherpt of misstanden aan de kaak worden gesteld. De investeringen die de gemeenschap in die eerste luchthaven heeft gedaan leveren dan weinig meer op.

*Lowcost* vakantievluchten dragen naar onze mening nauwelijks bij aan de Nederlandse en regionale economie en ze leveren weinig banen op in de regio. Ze veroorzaken wel overlast, vragen hoge (regionale) investeringen  en belasten het milieu op en rond de luchthaven.
Toch heeft Eindhoven Airport de afgelopen jaren enorm zijn best gedaan om juist extreme prijsvechters als Ryanair in de watten te leggen. De luchthaven heeft bijvoorbeeld gul subsidies uitgedeeld voor nieuwe routes. Die subsidies tot maximaal 10 euro per ticket zijn belangrijk voor een maatschappij met lage ticketprijzen, die altijd op zoek is naar extra inkomsten om toch winst te kunnen maken.

Ryanair

Er is in de luchtvaart sprake van een race naar beneden. De ticketprijzen worden steeds lager. Daardoor moet alles steeds goedkoper en worden mens en milieu ondergeschikt gemaakt aan het behalen van winst. Dat leidt tot ongezonde werkdruk bij luchtvaartmaatschappijen, maar ook bij dienstverleners op de luchthavens. Een steeds onzekerder bestaan voor werknemers is het directe gevolg van die druk. Vooral Ryanair lijkt op een haast middeleeuwse manier met zijn werknemers om te gaan. Cabinepersoneel op Eindhoven Airport is onderworpen aan willekeur. Ryanair lijkt lak te hebben aan fundamentele arbeidsrechten. Het is onbegrijpelijk dat de luchthaven zich een ‘maatschappelijk verantwoorde onderneming’ noemt en tegelijk dit soort praktijken toelaat.

Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen, en het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd. Zo mag de groei van Eindhoven Airport niet worden gedomineerd door landelijke belangen of groei van Schiphol. Het vliegveld moet dienstbaar zijn aan de ontwikkeling van de regio. De aantrekkelijkheid van de regio voor wonen, werken en recreëren mag door de aanwezigheid van het vliegveld niet verder worden aangetast. Daarom moet verdere groei verdiend worden door schoner, zuiniger en stiller te gaan vliegen. De FNV onderschrijft deze uitgangspunten.

Als Eindhoven Airport wil groeien, dan moet het meer zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dat kan door duidelijke normen  te stellen aan de toegestane geluidshinder, milieunormen, de toegevoegde waarde van een vlucht aan de regionale economie en het nakomen van fundamentele arbeidsrechten. Pas dan is de luchthaven daadwerkelijk dienstbaar aan de regio en komen People, Planet en Profit meer met elkaar in balans en wordt bijgedragen aan een menswaardiger samenleving.

 

     Leen van der List       projectleider FNV Schiphol

      Bernard Gerard          secretaris Beraad Vlieghinder Moet Minder

Klimaat is slecht voor het vliegen!

Poëtische gerechtigheid?
Dat vliegen slecht voor het klimaat is, is in deze kolommen al uitvoerig betoogd.

Ironisch is dat het omgekeerde ook waar is. De New York Times wijdde er twee artikelen aan (www.nytimes.com/2017/09/30/business/airports-climate-change-global-warming.html en www.nytimes.com/2017/06/20/business/flying-climate-change.html?_r=0 ) . Vooral de bijbehorende extreem hoge temperaturen zijn de schuldige.

Het kan gaan om tragikomische incidenten dat de sterk gestegen temperatuur het asfalt van de startbaan doet smelten of het beton doet bobbelen, of andersom, dat de startbaan eerst op de permafrost lag.
Of dat bij geparkeerde vliegtuigen in Kuwait de elektronica niet meer op gang gebracht kan worden, omdat de cockpittemperatuur boven de veiligheidslimieten gestegen is.
Het is bijna een poëtisch soort gerechtigheid.

Systematischer effecten – ijlere lucht
Medio juni 2017 konden minstens 40 vliegtuigen niet opstijgen in Phoenix, de woestijnstad in Arizona. Nu het eens niet over ijsberen, maar over vliegtuigen ging, kreeg fenomeen veel aandacht in de pers. Reden: het was te warm. Nu is het uiteraard wel vaker warm in Phoenix, maar niet eerder was het zo vaak zo warm.
De luchthaven moest speciale airco-tenten neerzetten  voor de gezondheid van zijn werknemers in de bagage-afhandeling.

(Temperaturen in graad Fahrenheit)

Als het warmer wordt, daalt de dichtheid van de atmosfeer en dan hebben vliegtuigen in gelijkblijvende overige omstandigheden minder lift. Dat is een bekend fysisch gegeven. Binnen zekere grenzen kan de piloot daarmee dealen, bijvoorbeeld door minder gewicht mee te nemen. Maar het houdt een keer op en voor kleinere straalvliegtuigen is dat bij 118°F. Dan kunnen ze niet meer omhoog of omlaag. En het was 120°F. Bij Boeings en Airbussen kan het wat meer lijden, resp. 126 en 127°F.
Voor meer uitleg, zie www.forbes.com/sites/the-science-of-why-its-too-hot-for-some-planes-to-fly-in-the-sw-us .

Je hebt er tabellen voor. Deze is van de Mystère Falcon.
Als je vliegtuig 15100 kg weegt (de dikke lijn), mag het op zeeniveau hooguit 28°C zijn. Phoenix ligt op 1000 feet , dus 25°C. Als het vliegtuig lichter is, kan het meer lijden.

Als tenminste de startbaan lang genoeg is, een ander probleem. De aanpassing van vliegvelden door langere startbanen kost wereldwijd miljarden. Als die verlenging al mogelijk is, want soms is het vliegveld zodanig ingebouwd dat het niet meer kan. De NYT noemt La Guardia in New York als voorbeeld.

Het klinkt allemaal nog niet zo schokkend, maar een halve procent minder gewicht op een Boeing 737-800 betekent drie passagiers met bagage op de 160. In een moorddadig concurrerende sector als de luchtvaart is dat veel.
En het kan om een procent of vier gaan gaan.

Systematischer effecten: ligging aan zee
Eurocontrol in Brussel (dat over de Europese luchtverkeersleiding gaat) heeft in 2009 uitgezocht dat ruim 30 Europese vliegvelden aan zee of in een riviervlakte liggen. Dat kan een probleem worden als de zee deze eeuw twee meter stijgt, zoals verwacht wordt. Maar oko al voor die tijd zullen de startbanen vaker onder water staan.
Schiphol ligt ruim 3 meter onder zeeniveau.
Alle nieuwe Noorse startbanen moeten minstens 23 voet boven zee liggen (ca 7 meter).

Systematischer affecten: turbulentie en de jet stream
Men verwacht dat in de toekomst de jet stream, die op 10 km hoogte altijd west -> oost waait, turbulenter wordt en harder gaat waaien. Veel vliegtuigen hebben daar mee te maken. Het gaat vaker van hotseknots.
Als je naar het westen vliegt, ga je langzamer dan tot nu toe, vlieg je oostwaarts, dan ga je sneller. Maar het voordeel is kleiner dan het nadeel.

De jet stream op 10 oktober 2017

Al met al
voelt de luchtvaart de effecten van de problemen, die ze zelf heeft helpen veroorzaken. Mogelijk een troost, maar toch een schrale want de problemen zijn met techniek en veel geld oplosbaar. Geld, dat de sector ongetwijfeld niet zelf wil betalen.
Het beste, dat gebeuren kan, is dat het vliegen duurder wordt en dat de sector zichzelf op die manier afknijpt.

Slottoedeling aan vliegtuigen moet afhankelijk worden van milieukenmerken

Jochem Croon is een in luchtvaartzaken gespecialiseerd advocaat en geeft sinds 2014  leiding aan zijn eigen bureau Croon Aviation Lawyers. Voor die tijd deed hij juridisch werk voor Transavia. Zie www.linkedin.com/in/jochem-croon-fraes-0441975/?ppe=1 .

Hij heeft, geheel op persoonlijke titel, een column in Luchtvaartnieuws. Daarin publiceerde hij op 08 oktober 2017, onder de titel Burn fuel Burn een artikel over het toedelen van slots. (Een slot is een juridisch toegestane tijdsperiode waarbinnen en vliegtuig mag landen of opstijgen, dus niet de feitelijke toestemming van de verkeerstoren. Dat aantal staat van tevoren voor een bepaald vliegveld en voor een bepaald jaar vast. Eindhoven Airport heeft dus over 2019 43000 slots. Slots worden beheerd door Eurocontrol in Brussel. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Slot_(luchtvaart)  bgerard).

 

Croon stelt dat de olieprijzen al heel lang laag zijn (40 tot 45 dollar per vat) en dat nog wel een tijd zullen blijven. Voor de luchtvaartmaatschappijen is dat fijn, want de bedrijfsresultaten gaan richting zwarte cijfers (niet bij allemaal trouwens bgerard).
Voor milieu en klimaat en omwonenden is dat niet fijn, want door de goedkope brandstof ontbreekt een prikkel om straalmotoren efficienter te maken en andere brandstofbesparende technieken door te voeren (bijv. winglets).

Croon stelt nu voor om via de EU-Slotverordening het milieu-presteren van vliegtuigmaatschappijen van invloed te laten zijn. De slotuitgifte door de onafhankelijk slotcoördinator vindt iedere keer per seizoen plaats.
De Slotverordening biedt de mogelijkheid om lokaal “richtsnoeren” aan te nemen waardoor het een rol kan gaan spelen hoe milieu- en economisch efficient de luchtvaartmaatschappij haar slots in het voorafgaande vergelijkbare seizoen gebruikt heeft. Daardoor wordt het relevant of de vliegbewegingen gemaakt worden met een milieu-inefficient, verouderd en lawaaiig vliegtuig of juist niet.

Zie https://www.luchtvaartnieuws.nl/columns/column/jochem-croon-burn-fuel-burn .

CDA Eersel-voorstel voor tekst in verkiezingsprogramma’s over vliegveld verzonden

Het CDA in Eersel had het goede idee om tot een tekst te komen, die de verschillende politieke partijen in de regio konden gebruiken als basis voor hun nieuwe programma voor de gemeenteraadsverkiezingen. Deze tekst is in samenspraak met het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) opgesteld.

Er was in eerste instantie een concept-tekst. Die is aan de lokale politiek voorgelegd op een avond in Knegsel. Daar genoot het concept in hoofdlijnen brede steun.
Van deze avond heeft op deze site al een verslag gestaan onder CDA Eersel probeert collectief standpunt over Eindhoven Airport op te bouwen .

De inbreng van de lokale politici is verwerkt. Het resultaat is neergelegd  in  vijf stellingen. Deze zijn via de griffies aan de politieke partijen gestuurd.

Vliegveldstellingen van het CDA Eersel tbv GR-programma’s 2018

 

“Grote welvaart kan samengaan met bescheidener rol lokale luchthaven”

In een ingezonden brief dd 06 oktober 2017 in het Financieel Dagblad schrijven Walter Manshanden en Menno Huijs dat “de verouderde groeistrategie van Schiphol vervangen moet worden door vernieuwd beleid.”.
Walter Manshanden is expert ruimtelijk-economische ontwikkeling en eigenaar van NEO-observatory. Netherlands Economic Observatory richt zich op regionaal en sectoraal economisch onderzoek op een overwegend kwantitatieve basis. NEO Observatory is een spin-off van TNO in Delft. Zie www.neo-observatory.nl/netherlands-economic-observatory/walter-manshanden/ .
Menno Huijs is aan de TU Delft gepromoveerd op een dissertatie  met als werktitel “20 jaar manipulaties in het Schipholdossier” en werkt nu voor de Rotterdamse haven.

(Schiphol – Fyodor Borisov via Wikipedia)

De opinie gaat over Schiphol, maar heeft een wijdere strekking tot luchthavens als geheel.

De teneur van de ingezonden brief is dat het beleid, dat Schiphol tot mainport maakte, met zijn eindeloos groeien binnen de rekbare grenzen voor geluid, veiligheid en milieu, in de jaren ’80 goed was, maar dat we anno 2017 met andere problemen te maken hebben als o.a. klimaatverandering, een vervuilende energievoorziening, grondstoffenschaarste en niet in de laatste plaats ruimte.
Inmiddels is vliegen een laagwaardige dienst geworden in een zeer concurrerende markt waarin vliegen niets mag kosten.

In een aparte inzet ter benadrukking stelt het artikel “Bescheidener rol: Andere grootstedelijke regio’s in Europa laten zien dat grote welvaart samen gaat met bescheidener rol voor lokale luchthaven”.

De opinie stelt: “De BV Nederland is toe aan vernieuwing van het mainportdenken. In plaats van te blijven vasthouden aan een verouderde groeistrategie die is gericht op een toenemend aantal passagiers, moeten we ons de vraag stellen welk type luchtvaart nodig is om de kansen van de nieuwe economie te grijpen. De groei van de luchtvaart is dan geen doel op zich voor een zichzelf respecterende economie.” En verderop “Nederland heeft behoefte aan een bepaald soort luchtvaart. Er zijn verbindingen nodig met de belang-
rijkste handelscentra in de wereld en met de belangrijkste kennis- en innovatiecentra in de wereld, maar dat heeft een prijs. Die is wel hoger dan wat we er nu voor vragen, maar dan heb je ook wat. Een keuze voor de schoonste, veiligste en stilste vliegtuigen is dan een goed begin.”.

Welke conclusie ook van toepassing verklaard zou kunnen worden op Eindhoven Airport.

De opinie is te vinden op https://fd.nl/opinie/1221189/vervang-verouderde-groeistrategie-schiphol-door-een-beleid-dat-nieuwe-kansen-grijpt .

Zie op deze site ook Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden  .

Het Welschapse klimaatmonster

Het CBS heeft op 28 september 2017 nieuwe statistiek uitgebracht over de verkoop van motorbrandstoffen door de jaren heen binnen Nederland, waaronder die voor de luchtvaart. Daartoe beperkt dit artikel zich. In praktijk betekent dat vooral kerosine (voor straalmotoren), omdat de hoeveelheid vliegtuigbenzine (voor propellermotoren) te verwaarlozen is.
Het gaat om alle vliegvelden samen, maar in praktijk tellen er maar drie mee, in volgorde van grootte Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam-Den Haag Airport.

Opstijgend vliegtuig aan de ZW-kant

De statistiek zelf
De Statline-locatie is http://statline.cbs.nl/Statweb/selection/?VW=T&DM=SLNL&PA=83406NED&D1=0-1%2c13%2c21%2c28-29%2c34%2c51-52%2c57&D2=0&D3=126%2c137%2c139-141%2cl&HDR=G1%2cG2&STB=T . Je moet daarna met ‘Gegevens aanpassen’ in de gewenste richting werken.

De volledige uitgewerkte tabel is hier te vinden. Hieronder dat deel van de tabel dat over kerosine gaat. (PJ = PetaJoule).

In praktijk tellen de kolommen “Afzet voor bunkers”.

Het is van belang te weten dat de ‘bunkers’ niet bij het Nederlandse energiebudget geteld worden.  De vliegtuigmaatschappijen betalen hierover geen accijns en BTW. Vliegen is niet voor niets zo goedkoop.
Milieubewegingen en sommige politieke partijen vinden dat onrechtvaardig en dat is het ook, maar het ligt vast in internationale verdragen. Als men de luchtvaart net zo wil behandelen als bijvoorbeeld de spoorwegen, moet er over die verdragen gepraat worden.

Analyse van de statistiek
De “Afzet voor bunkers – kolom” vertoont over 2012 t/m 2016 een jaarlijkse groei van 3,4% , dus over heel Nederland.
Leg je daar de ontwikkeling van de vliegbewegingen naast, dan is over die jaren de jaarlijkse groei van Schiphol 3,1% (in 4 jaar van 423407 naar 479000). Idem van Eindhoven 7,8% (in 4 jaar van 24265 naar 32807). Eindhoven Airport groeit dis veel harder dan Schiphol.
Rotterdam-Den Haag Airport zit voor  grotere vliegtuigen constant rond de 21500 vliegbewegingen per jaar.

Trek je die bunkerkolom met hetzelfde groeitempo door naar eind 2019 (als zowel bij Schiphol als bij Eindhoven een nieuw en nog onbekend regime gaat gelden), dan is er in Nederland in 2019 180PJ kerosine verkocht.
In 2019 is Eindhoven Airport goed voor 43000 vliegbewegingen en Schiphol voor 500000 (en Rotterdam-Den Haag voor nog steeds 21500). Eindhoven Airport is eind 2018 dus goed voor 7,6% van de Nederlandse vliegbewegingen en, als je evenredig rekent, voor 7,6% van die 180PJ. Zijnde 13,7PJ.
Dat is te simplistisch, want op Schiphol vertrekken een heleboel wide bodies (met vier motoren) en  op Eindhoven niet. Maar het verschil in vlootsamenstelling is onbekend en Eindhoven publiceert geen eigen brandstofcijfers, dus je moet wat. Het moet meer dan 50% en minder dan 100% van die 13,7PJ zijn. Sla er een slag naar en maak er 10PJ van (dus over 2019).

(Het vliegveld doet groot dat het helemaal groen is, maar dat heeft alleen betrekking op de gebouwen en de grondoperaties. Dat is peanuts vergeleken bij het vliegen zelf.)

NIET-CO2 effecten op kruishoogte (Lee et al.)

Die 10PJ kerosine zorgt op de gebruikelijke wijze voor de CO2 – effecten op het klimaat.
Het overgrote deel van de emissies uit de motoren vindt plaats op grote hoogte. Daar gelden aparte atmosferische mechanismes, die er op neer komen dat er ook niet CO2 -effecten op het klimaat zijn die ruwweg ongeveer even groot zijn als de wel CO2 – effecten.
Het klimaat wordt dus over 2019 door Eindhoven Airport belast alsof er vanaf Eindhoven Airport 20PJ opgestegen zou zijn.

De hele gemeente Eindhoven zat in 2016 op ruim 18PJ, die alleen volgens de CO2 – route meetelt. Misschien gaat daar tot 2020 een beetje af.

Eerder is in deze kolommen gezegd, dat in 2020 het klimaateffect van het vliegveld even groot zou zijn als dat van de complete gemeente Eindhoven samen ( zie Klimaateffect Eindhoven Airport binnenkort gelijk aan dat van heel Eindhoven ).
Met kennis van de nieuwe SBS-statistiek blijft deze bewering onverkort van kracht, maar nu is hij wat sterker onderbouwd.

De luchtvaart moet onder de Klimaatwet gaan vallen!

In de Tweede Kamer heeft een meerderheid al gezegd dat ook de luchtvaart onder de komende klimaatwet moet vallen. Ongetwijfeld zal die sector proberen om daar onderuit te komen.
O’Leary van Ryan Air (die man die nu met iedereen ruzie heeft) is bijvoorbeeld een bekende klimaatscepticus.

Ga naar de petitie https://luchtvaartinklimaatwet.petities.nl/  !

Deze petitie is inmiddels gesloten.

Maak op Schiphol van de nood een deugd

Mijn vriend en collega Hans Buurma is voorzitter van de Werkgroep Toekomst Luchtvaart, een denk tank van omwonenden van Schiphol. Wij hebben regelmatig overleg.
Hans heeft op 19 september 2017 een opinieartikel gestuurd aan de pers en de lokale, regionale en landelijke politiek over de toekomst van Schiphol. Indirect is zijn opinie relevant voor Eindhoven Airport.

Hieronder is het artikel te lezen.

Schiphol_(Shirley de Jong op Wikipedia)

—–

Acht gemeenten in het Groene Hart maken bezwaar tegen verdere groei van Schiphol ten koste van de leefomgeving (ikstemvoor-
stilte.nl). Tegelijk wijzen anderen op het economische belang van capaciteitsuitbreiding. Die trekt vooral prijsvechters aan en blijkt veel minder nut voor de economie te hebben dan velen denken. Ze genereren vooral budgettoerisme: slecht voor de mainport, de economie, de leefomgeving en het klimaat. Schiphol moet wel een hoogwaardige hub blijven. Het vrijetijdsvervoer is al zo omvangrijk geworden dat de regionale luchthavens in het komende decennium ruimte tekort zullen komen voor de afgesproken uitplaatsingen vanaf Schiphol, laat staan voor verdere groei.
 Hoe kan van deze nood een deugd gemaakt worden?

Schiphol loopt nu echt helemaal vol
De luchthaven heeft echter de laatste jaren een sterke groei gekend van pretvluchten met vakantiegangers en budgettoeristen (zowel inkomend als uitgaand), die de hubfunctie steeds sterker verstoren. Vakantievluchten zouden op afspraak aan de Alderstafel verplaatst worden naar het vergrote vliegveld Lelystad, maar niemand heeft gerekend op deze hausse aan extra pretvluchten. Eindhoven zit al vol en Lelystad zal nog jarenlang te klein zal zijn om zelfs het huidige aantal vrijetijds-
vluchten te kunnen verwerken. Laat staan een vervolg van de onstuimige groei. Schiphol zal zelfs met hulp van luchthavens Eindhoven en Lelystad de komende jaren niet in staat zijn om de vraaggroei naar zakelijke en privé vliegreizen volledig te accommoderen.

Uitbreiden ter wille van de economie?
Nu al klinkt de roep om Schiphol ondanks de afgesproken beperkingen toch te laten doorgroeien.  “Uitbreiding is nodig, dus moeten de bewoners een stapje terug doen ter wille van de economie” meent de Telegraaf. Capaciteitsuitbreiding is volgens emeritus luchtvaarteconoom Hugo Roos nodig vanwege de concurrentiepositie van Schiphol ten opzichte van andere Europese hubs. De Schiphol Group volgt al jaren de missie “groei moet, want stilstand is achteruitgang” en wil daar ongetwijfeld mee doorgaan. Ook menige politieke partij vindt dat de luchtvaart moet blijven groeien.

Aan de andere kant komen er steeds meer bezwaren tegen ongebreidelde groei van de consumptiemaatschappij en van de luchtvaart. Acht gemeenten in het Groene Hart (Bodegraven-Reeuwijk, Nieuwkoop, Oudewater, Stichtse Vecht, Woerden, Alphen aan den Rijn, De Ronde Venen en Gouda) vinden dat Schiphol niet meer mag groeien ten koste van de stilte. De Onderzoeksraad voor Veiligheid vindt dat ook wat betreft de veiligheid op en rond Schiphol.

Zou de regering onverhoopt en ondanks de afspraken toch de milieu- en veiligheidsnormen oprekken om extra ruimte te scheppen voor groei in vliegverkeer op Schiphol, dan zal (zoals de laatste jaren al gebeurt) het vakantie- en budgettoerisme aanzienlijk sneller toenemen dan zakelijk reizen. De nadelige gevolgen voor leefomgeving en klimaat zijn duidelijk, maar hoe nuttig is dit eigenlijk voor de economie?

Schiphol (foto Fyodor Borisov op Wikipedia)

Het economische nut van Schiphol
Schiphol heeft voor Nederland twee vormen van economisch nut, namelijk de regionale werkgelegenheid en de bijdrage van het netwerk aan het BNP, vooral in de internationale bedrijvigheid en het toerisme in Nederland.

Groei versterkt de werkgelegenheid, die overigens nu al overwegend luchtvaartgebonden is. Luchtvaart is conjunctuurgevoelig en klimaatonvriendelijk. Groei van groene activiteiten is veel beter voor de diversiteit, economische robuustheid en duurzaamheid in de regio. In dit opzicht is verdere uitbreiding van Schiphol slecht voor de economie. 

De bijdrage aan het BNP is vooral verbonden met (1) passagiers die voor zakelijke reizen vanuit of naar Nederland het netwerk van Schiphol gebruiken, (2) de bedrijvigheid van in Nederland gevestigde buitenlandse organisaties en (3) bezoekende toeristen met een volwaardig reisbudget. De bijdrage van de overige passagiers (bezoekende budgettoeristen, uitgaande toeristen en vakantiegangers) is gering tot negatief. Overstappende passagiers dragen ook weinig bij aan de economie, maar zijn aanvulling in het voor Nederland zeer grote netwerk van internationale verbindingen.

In 2016 omvatte het volume van zakenreizigers van/naar Nederland en alle bezoekende toeristen hoogstens 35% van het totale passagiersvolume. Het volume van nauwelijks bijdragende passagiers was dus 65%. Ergo: een minderheid van de passagiers genereert het overgrote deel van het economische nut tegen het kleinste deel van de maatschappelijke impact. Daarentegen veroorzaakt de meerderheid van de passagiers het grootste deel van de impacts met een bijna verwaarloosbaar aandeel in het economische nut. Aangezien het volume van nauwelijks bijdragende passagiers (exclusief overstappers) veel sneller groeit, wordt deze verhouding tussen maatschappelijke baten en kosten bij uitbreiding van Schiphol steeds ongunstiger. Ook in dit opzicht is de capaciteitsuitbreiding niet goed voor de economie.

Conclusie: Het veronderstelde economische nut van capaciteitsuitbreiding van Schiphol is zeer discutabel en zeker geen doorslaggevend argument voor verdere groei.

Minder maatschappelijke kosten en meer baten.
Bedreigingen kun je uitstekend aan als je er kansen van maakt. Een plafond op de capaciteit daagt uit tot gedragsverandering voor een selectiever gebruik van Schiphol als hoogwaardige hub met een nog grotere bijdrage aan de economie en minder impact op leefomgeving en klimaat.

De impact op leefomgeving en klimaat kan bij zo’n plafond afnemen omdat de effecten van steeds meer stillere, zuinigere vliegtuigen niet door volumegroei teniet gedaan worden. Tegelijk kunnen de economische baten vergroot worden als het passagiersvolume met een hoge economische bijdrage zou groeien ten koste van het passagiersvolume met een lage bijdrage. Dit werd aan de Alderstafel al beoogd met de afspraak om niet mainportgebonden vluchten naar regionale luchthavens Lelystad en Eindhoven te verplaatsen. Deze afspraak is ingehaald omdat het volume van deze vluchten intussen veel te groot is geworden.

Prijsverhoging voor versterking van het economische nut
Nu blijkt dat in de komende jaren op regionale luchthavens onvoldoende capaciteit beschikbaar komt voor het opvangen van alle niet mainportgebonden vluchten, is een krachtigere maatregel nodig dan alleen verplaatsing. Namelijk het ontmoedigen van de sterk groeiende vraag naar extreem goedkope toeristische vliegreizen die weinig aan de economie bijdragen. Daardoor kan op Schiphol het zakelijke hubverkeer groeien en blijven Lelystad en Eindhoven gevrijwaard van onwenselijke overbelasting. Een goed instrument daarvoor is een prijsverhoging die vooral in het zeer prijsgevoelige luchtvervoer effect heeft.

Prijsverhoging zou kunnen bestaan uit intrekken van alle subsidies die de groei van Schiphol bevorderen, plus het invoeren van een klimaatheffing op vliegtickets, gebaseerd op de werkelijke maatschappelijke kosten van de opwarming door zowel CO2 als non-CO2 van vliegtuigkerosine.

Prijsverhoging zal vooral leiden tot een afnemende vraag naar het uitermate prijsgevoelige budgettoerisme, zowel op Schiphol als op de overige luchthavens. Dit strookt met het in Amsterdam in gang gezette beleid om de al te sterke groei van budgettoerisme in te dammen. Het aantal slots van budgetcarriers zal afnemen en ruimte scheppen voor meer winstgevende vluchten met zakelijke passagiers in een groeiende economie. In het zakelijke segment is de prijsgevoeligheid namelijk veel minder groot, onder andere omdat vervoerkosten in kapitaalkrachtige organisaties een fractie van de totale aftrekbare bedrijfskosten zijn. Minder congestie door het terugdringen van budgettoerisme maakt Schiphol aantrekkelijker voor zakelijke passagiers, die reissnelheid en comfort veel belangrijker achten.

Naast geluidhinder ook klimaatimpact aan wettelijke banden leggen
In de komende decennia moeten alle geledingen in de samenleving er voor zorgen dat hun uitstoot van broeikasgassen zodanig terugloopt dat die van Nederland in 2050 vrijwel nul is. Die verplichting heeft Nederland in Parijs op zich genomen. Dit zal vermoedelijk snel in een klimaatwet geregeld worden. De luchtvaart (met nu al meer dan 10% van de uitstoot van broeikasgas in Nederland) mag daar niet van worden uitgezonderd en moet onverkort in die wet opgenomen worden. In verband met internationale concurrentie hebben maatregelen in internationaal verband de voorkeur. Die zijn momenteel nog volstrekt ontoereikend en komen maar heel traag op gang. Daarom moet Nederland voor aanvullende maatregelen zorgen, zoals een klimaatheffing. Er komt iets meer schot in de zaak als de EU de luchtvaart geheel of gedeeltelijk in een systeem van emissiehandel (ETS) opneemt dat daadwerkelijk reducties oplevert. Daarvoor heeft het Europese Parlement onlangs gekozen, maar daarmee zijn we er nog niet. Na geslaagde invoering kan de Nederlandse klimaatheffing navenant iets verlaagd worden.

Het opnemen van luchtvaart in de klimaatwet zal tot gevolg hebben dat uitbreidingen van luchtvaartfaciliteiten niet alleen moeten voldoen aan wettelijke milieunormen, maar ook aan de wettelijke eis dat de gehele luchtvaart tegelijk zijn uitstoot van broeikasgassen in het juiste tempo blijft reduceren en niet het nationale reductietempo in gevaar brengt. 

Met de uit prijsverhoging voortkomende extra inkomsten zou een klimaatfonds gefinancierd kunnen worden waarmee het internationale vervoer nog sneller klimaatvriendelijk kan worden gemaakt. Daardoor krijgt deze prijsmaatregel een dubbel effect: niet alleen een hogere economische bijdrage, maar ook lagere maatschappelijke kosten. Zo is het wenselijk om internationale treinreizen zodanig te subsidiëren dat de ticketprijzen op gelijk niveau komen met die van vliegen (inclusief de klimaatheffing). Daarmee wordt de concurrentie versterkt maar niet verstoord. Dat houdt Nederland aantrekkelijk voor bezoekende zakenmensen en toeristen uit nabije Europese landen.

Conclusie
De combinatie van een decennia lange capaciteitsbeperking en terugdringen van het budgettourisme door prijsverhoging van vliegtickets zal een aanzienlijke verbetering van het economische nut en verlaging van maatschappelijke kosten op Schiphol opleveren.  Dat is goed voor de leefomgeving, het klimaat en zelfs de economie.

19 september 2017

Hans Buurma, voorzitter Werkgroep Toekomst Luchtvaart 
www.toekomstluchtvaart.nl