Francy van Iersel, SP-Statenlid, vroeg mij eind 2014 of ik mijn mening kon geven over de bodemvervuiling op het terrein van de Tilburgse tapijtfabriek. Dit op basis van enkele opgestuurde rapporten door onderzoeksbureau’s na monstername.
Ik heb dat zo goed mogelijk gedaan, hoewel ik het terrein niet zelf ken en slechts kon afgaan op de aangeleverde documenten (die ook nog incompleet bleken). Er zit dus het nodige voorbehoud in mijn antwoord.
Desalniettemin blijkt dat een deel van het terrein opgescheept zit met een ernstige verontreiniging met gechloreerde kooolwaterstoffen als bijvoorbeeld tri en per. De omvang en aard van de vervuiling maken hem ‘spoedeisend’, maar vervolgens is in de meest recente wettelijke bepalingen zo’n ruime interpretatie gegeven aan ‘spoedeisend’ (het komt er tegenwoordig in praktijk dat het pas urgent is als er mensen ziek van dreigen te worden), dat het spul er vooralsnog gewoon blijft liggen.
In mijn lijfblad The Scientific American schreef Jeff Masters in december 2014 onder de titel “The jet stream is getting weird” hoe, onder invloed van de klimaatverandering, de straalstroom verandert. De (polaire) straalstroom is een soort rivier van lucht die ergens tussen de 50 en 60 graad NB op ca10 km hoogte slingerend rond de aarde draaide van West naar Oost. “Draaide” in de verleden tijd, daarover gaat het artikel. (De afbeeldingen komen van de site https://klimaatverandering.wordpress.com)
3 juli 2014
De straalstroom beïnvloedt het weer aan de grond. Waar bij tegen de klok indraait ontstaat een groot lagedruk gebied, waar hij met de klok meedraait een hogedrukgebied. Vooral als de straalstroom in zijn eigen staart bijt (in natuur-kundige termen, als er een staande golf ontstaat), kunnen deze grootschalige weerpatronen een hardnekkig leven leiden. De straalstroom wordt gevoed door het temperatuurverschil tussen de gematigde en de polaire breedtes. Hoe groter dat verschil, hoe harder de straalstroom waait en hoe minder hij slingert. Het artikel van Masters geeft een voorbeeld-illustratie (hier niet weergegeven) dat de gematigde breedtes tussen 1979 en 2012 1 graad C warmer zijn geworden, en de poolgebieden 3 graad C warmer. Het onderlinge verschil is dus 2 graad kleiner geworden.
Het resultaat is dat de straalstroom langzamer stroomt en veel verder heen en weer meandert. Ik stel me dat voor als een gewone rivier: waar het steil is meandert hij niet, op het vlakke laagland wel. Die wijdere meanders brengen laten de koude lucht veel verder naar het Zuiden doordringen, en de warme lucht veel verder naar het Noorden, met bijpassende windpatronen. Dit is bijvoorbeeld hoe de straalstroom liep ten tijde van de Russische hittegolf van 2010:
Masters brengt het systeem in verband met de droogte in Californië, heel veel neerslag in Engeland en Wales, in mei 2014 eenderde van Bosnie overstroomd, en in 2012 de grootste droogte in de VS sinds de jaren ’30. De regen die in 2010 niet op Rusland viel, viel wel op Pakistan en leidde daar tot catastrofale overstromingen. In essentie zegt Masters dat wat vroeger een uitzondering was, nu eerder regel wordt. In dit verband valt het woord “tipping point”. Het is een heel erg griezelig idee. Niet iedereen is het in alle opzichten met Masters eens, maar de hoofdmoot van de geleerden wel, op zijn minst een heel eind.
(De straalstroom vanuit de satelliet ten Oosten van Canada)
Tijdens het World Economic Forum in Davos is het Global Risks Report 2015 uitgebracht. Eigenlijk is dat niet éénrapport, maar een pakket materiaal dat te vinden is op https://reports.weforum.org/global-risks-2015/ . Wie ‘gezellig’ een paar uur wil grasduinen, kan er terecht.
Op de horizontale as van bovenstaande infographic de waarschijnlijkheid dat iets gebeurt, op de vertikale as de impact van dat gebeuren. De samenstellers van het rapport zien extreem weer als het een-na waarschijnlijkste risico, na “conflicten tussen staten”.
De Eindhovense afdeling van Milieudefensie heeft op woensdag 26 november jl een openbare avond belegd over “Bijen en de gemeentepolitiek”. Voor deze avond waren geïnteresseerden uitgenodigd uit kringen van imkers, natuurorganisaties, bedrijven die groen onderhouden, ambtenaren en anderen. De avond was een groot succes.
Er waren presentaties van stadsecoloog Leonhard Schrofer, van de Amsterdamse beleidsmedewerker ecologie en duurzaamheid Florinda Nieuwenhuis, en van mijzelf. Deze presentaties sturen wij op aanvraag graag toe.
De avond heeft geleid tot een door 46 aanwezigen ondersteunde brief aan B&W en de gemeenteraad. Deze brief kan hieronder worden opgevraagd. In de brief wordt ervoor gepleit dat de gemeente Eindhoven het (landelijke) Bijenconvenant tekent, en worden een aantal aanbevelingen gedaan om dit te concretiseren. De aanbevelingen hebben betrekking op het beheer en de inrichting van de openbare ruimte, het optreden tegen gifgebruik in Eindhoven, het verschaffen van “woonruimte” aan bijen en hommels, voorlichting en publieksarticipatie en onderzoek. Het stimuleringsbeleid geldt zowel voor honingbijen, solitaire bijen en hommels.
Tevens wordt de gemeente gewezen op de nieuwe provinciale subsidiemogelijkheden.
De ondertekenaars vragen het College om op korte termijn het Bijenconvenant te tekenen, en op de wat langere termijn maatregelen ten gunste van bijen en hommels in het gemeentelijk beleid op te nemen.
Het Trefpunt Groen Eindhoven heeft zich bereid verklaard om in de toekomst de coördinatie uit te voeren.
Ik heb meegewerkt aan een protestavond in Son tegen de overlast van het vliegveld. Er waren ruim 100 mensen.
De voornaamste inzet kwam overigens niet van mijzelf af, maar van enkele inwoners van de Gentiaan. Ik heb gefaciliteerd en de sprekers van de kant van het Platform bijeengebracht en voor de flyers gezorgd, zij hebben de datum en de zaal en de wethouder geregeld en de verspreiding van de flyers (een dikke 3000).
Wen Spelbrink en ik zitten in zoiets als de tweede cirkel van het AiREAS-gebeuren. Daardoor doen we vaak mee aan activiteiten. Een daarvan was de Ispex-meting die gepland was voor mei of juni 2013 (toen er nog geen MilDef-afdeling of MilDef-werkgroep was). Die was bedoeld om op een onconventionele wijze de luchtkwaliteit te meten.
Voor de Ispex-meting hadden stel studenten, meest uit Leiden, een opzetstukje voor op de Iphone 4, 4s of 5 gemaakt. Mijn neefje Lars (uit Utrecht) heeft er ook nog aan meegewerkt. Het opzetstukje maakte een spectrum van de hemel en bracht de polarisatie in kaart, mits die hemel blauw was. In heel Nederland moest dat op dezelfde dag. Jean-Paul Close had 300 van die opzetstukjes besteld en wilde die distribueren. Wen en ik zouden daarbij helpen.
Uiteindelijk hebben we de afspraak gemaakt dat Wen en ik scholen zouden doen en buurten buiten Eindhoven en Jean-Paul en Wen buurten binnen Eindhoven. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn brief aan de scholen vindt u –> Doel en opzet van het Ispex_versie scholen . Heeft men een beetje een idee van hoe ik schrijf en over de details van het experiment.
Zowel bij de scholen als de buurten kregen we wat reacties binnen (niet spectaculair). Maar vervolgens liepen de opzetstukjes vertraging op en toen die er waren was de hemel niet blauw en dat bleef hij tot in Zuid-Nederland de vakantie-uittocht begonnen was. Kortom, beetje pech maar dat is het leven. Men heeft in Eindhoven nog op beperkte schaal foto’s van de hemel kunnen maken.
Desalniettemin is de proef geslaagd. Er hebben 3187 burgers aan mee gedaan en het bleek dat je er inderdaad op één dag de luchtvervuiling me kon meten, mits het mooi weer was.
Er is een nette publicatie aan gewijd, waarvan ik het eerste stukje hier afbeeld.
Het was alleen jammer dat er tussen de proef en de publicatie anderhalf jaar zat. Tegen de tijd dat de publicatie kwam was ongeveer iedereen de proef al weer vergeten, waardoor het ding niet meer dan kleine berichtjes in de krant haalde.
Ik heb in mijn hoedanigheid als fractiemedewerker van de provinciale SP, samen met fractievoorzitter Nico Heijmans, gesprekken gevoerd in Deurne over het grondwater, waaruit het giftige zwavelwaterstof omhoog kwam. Op 20 okt 2014 heb ik daarover een artikel voor de SP-site geschreven.
In december 2012 ging een kind bewusteloos onderuit op zijn waterspeeltoestel in het Deurnese recreatiegebied ’t Zandbos en een paar dagen later een monsternemende ambtenaar van het Waterschap ook. In beide gevallen was zwavelwaterstof de boosdoener, het gas met de rotte eieren – geur. Dit zeer giftige gas was met het grondwater mee omhoog gekomen. In besloten ruimtes is dit gas in de afgelopen jaren enkele malen dodelijk geweest. In het vrije veld bleef de concentratie ver onder de dodelijke grens, maar hoog genoeg om zeer vervelend te zijn. Bovendien gingen er in de zomer van 2013 65 eenden en een heleboel vissen dood in de Heiakkervijver en ook de kastanjebomen langs die
vijver legden in korte tijd het loodje.
Deurne in rep en roer en er kwam een onderzoek. Een expertpanel bracht uiteindelijk een rapport uit (mei 2014) en daar stond eigenlijk, soms wat omfloerst, in dat het aan de in het verleden overvloedig gedumpte mest kon liggen, in combinatie met de bodemverzuring. Een meter of twintig onder de grond ging de nitraat uit de mest een reactie aan met de eerder gevormde pyriet en via een ingewikkelde bodemscheikunde, die we de lezer zullen besparen, resulteerde dat uiteindelijk in zwavelwaterstof die met het grondwater omhoog kwam. Zoiets gebeurt vaker (het is o.a. ook in Oss gebeurd), maar in Deurne was het erg heftig. De dode eenden lagen volgens het rapport waarschijnlijk aan botulisme (en/of blauwalg), hoewel dat achteraf niet te bewijzen viel, maar in 2010 en 2011 was daar ook al botulisme geweest. Deze “gewone” oorzaak lag dus voor de hand. Overigens wordt ook dit door mest veroorzaakt. Het beekje de Vlier, dat de vijver voedt, ontspringt schoon op de Peelrandbreuk maar loopt daarna een aantal kilometer door landbouwgebied en pikt daar behoorlijk wat fosfaat en nitraat op. Een blik vanaf het bruggetje op het water met zijn algendrab en zijn overvloedige kroos doet eutrofiëring als oorzaak vermoeden (het water bevat te veel voedingsstoffen voor planten). Hoe het met de kastanjes zat, is niet duidelijk. Er waren wat rare feiten omtrent de grond waar ze in stonden, maar daarvan was geen goede interpretatie.
Omdat de provincie in mestaangelegenheden een belangrijke zeggenschap heeft, heeft de PS-fractie van de SP een gesprek gearrangeerd met een aantal inwoners van Deurne, deels SP-leden, deels lid van de actiegroep Stop de Stank, deels lid van de gemeenteraad voor de lokale partij Transparant Deurne. Het gesprek ging over de scheikunde van bodem en mest en over de gemeentepolitiek van Deurne. Aanwezig voor de SP fractievoorzitter Nico Heijmans en fractieondersteuner Bernard Gerard.
Deurne wordt sinds mensenheugenis gedomineerd door het agrarisch-industriële complex. Op dit moment heeft Deurne twee lokale wethouders met een ZLTO-achtergrond en één van de VVD. Het tekent de verhoudingen dat het rapport op 16 mei gepresenteerd werd op een besloten persconferentie. Zelfs PvdA-Statenlid Knoet, toevallig in de buurt, mocht niet naar binnen. De dorpelingen mochten de avond van tevoren vragen stellen, maar toen was het rapport er nog niet. Zo doen wij dat in Deurne. Kort voor het gesprek deed het College van B&W iets goeds, namelijk een aanhoudingsbesluit vast stellen. Dat betekent dat nieuwe aanvragen tussen de 6 weken en een jaar werden uitgesteld. Helaas, er lagen al drie gevoelige uitbreidingsplannen van veehouderijen, dat wel.
Over de scheikunde van bodem en mest, in aanvulling op wat al gezegd is, nog twee thema’s. – De waterkwaliteit van de Vlier verdient sowieso meer aandacht. Het beekje voldoet nog lang niet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. – Min of meer als bijvangst werden er soms forse concentraties zware metalen in de Deurnese bodem aangetroffen, voor nikkel, zink en arseen een enkele keer zelfs tot boven de interventiewaarde bodemsanering. Het rapport beperkte zich vooral tot geruststellende verklaringen, maar liet het voor het antwoord op de vraag waar die concentraties vandaan kwamen bij “mogelijk sintelpaden” (uit Budel en omstreken). Dat kan niet het hele verhaal zijn. Een deel van de metalen zit van nature in de grond, maar dan oorspronkelijk gebonden in de vaste pyrietvorm. Een ander deel van de metalen komt echter met de mest mee. Het CBS houdt uitvoerige statistieken bij waar bijvoorbeeld in staat dat in Nederland in 2009 netto 840 ton zink de grond in ging, voor het overgrote deel uit dierlijke mest.
Men zou kunnen denken aan en systematisch bodemonderzoek in Deurne. De metingen nu zijn te hooi en te gras.
Tweetakt brommers zijn verschrikkelijk vervuilend. Eén zo’n brommer kan even vervuilend zijn als tientallen tot honderden auto’s, afhankelijk naar welk soort vervuiling je kijkt. Dat zegt Nature (13 mei 2014). Viertaktbrommers vervuilen ook, maar minder.
Elektrische brommers vervuilen nauwelijks. Ook als je materiaal en energie tijdens de fabricage en de sloop meetelt, zijn ze volgens het Eco-indicator 99 systeem behoorlijk voordelig voor het milieu.
Milieudefensie wil zowel landelijk als in Eindhoven dat er opgetreden wordt tegen tweetakt brommers. Het probleem is dat de gemeente er geen zeggenschap over heeft. Ons Eindhovens bestuur van MilDef proberen de gemeente mee te krijgen in een lokaal stimuleringsbeleid
Verder wil ons bestuur bromfietsrijders overtuigen om, als ze toch aan een nieuwe brommer toe zijn, een elektrische te kopen. Die is in de aanschaf duurder, maar in de exploitatie goedkoper. Daartoe hebben we kaartjes gemaakt. Daarvan zijn er nu zo’n 600 verspreid (door ze aan een remkabel of een spiegelstang of zo vast te plakken).
MilDef Eindhoven heeft enkele ideeën voor het vervolg. Ideeën va anderen zijn altijd welkom.
OP zondag 21 september 2014 waren er ca 2800 initiatieven in ca 160 steden over de hele wereld, gericht op het klimaat. In Nederland was de slotmanifestatie op het plein voor EYE in Amsterdam, pal aan het Ij en aan de voet van de grote Shell-wolkenkrabber. Een aparte demonstratieomgeving!
Aan de slotmanifestatie gingen een aantal andere initiatieven vooraf, o.a. een mars van Utrecht naar Amsterdam.
Hoofdorganisator was de actiegroep Urgenda. Milieudefensie en andere organisaties ondersteunden de actie.
Milieudefensie Eindhoven was er met vijf mensen bij,waaronder ik.
Op de manifestatie (tussen 18 en 20 uur) spraken of zongen o.a. Marian Minnesma, directeur van Urgenda, de wethouders duurzaamheid uit Leeuwarden en Amsterdam, Florian Wolff, Jan-Willem Atsma van Schaliegas Nee, en Bas Eickhout van Groen Links (die 2,1 miljoen handtekeningen van de Internetactivisten van Avaaz in ontvangst nam).
De afsluiting kwam van het duo Jan Rotmans (van Urgenda) en Freek de Jonge met een speciaal voor de gelegenheid gemaakte conference. ENERGIE! Was de moraal, voortvloeiend uit het houthakkerslied dat tragisch afliep.
De PS-fractie van de SP kreeg een oproep toegestuurd van de milieu-
vereniging Namiro om zich te keren tegen het windmolenplan Kabeljauwbeek. Ik heb aangeboden dit af te wikkelen. Ik heb het plan bekeken en volgens mij was het een goed plan. Ik heb een artikel geschreven voor de website van de provinciale SP. Hieronder de tekst.
————————————-———————
De gemoederen lopen soms een beetje op bij het plannen van nieuwe windparken. De SP meent dat het verstandig is om eerst naar het grotere belang te kijken en daarna naar de afzonderlijke projecten. Windpark Kabeljauwbeek is een goed voorbeeld.
Er zijn drie goede strategische redenen om over te gaan op duurzame energie: fossiele brandstoffen raken op binnen enkele tientallen tot honderden jaren en voor die tijd gaat de prijs al omhoog; de fossiele brandstoffen die er zijn, zitten vaak bij verkeerde mensen als meneer Poetin en de Saoedische sjeiks; en de verbranding van fossiele brandstoffen verandert het klimaat.
Het heeft te lang geduurd voor dit besef in Nederland tot consistent beleid leidde. In september 2013 is het Energieakkoord afgesloten, op basis waarvan het percentage duurzame energie in 2023 16% moet zijn (dat is nu 4%). In het akkoord is bevestigd wat in de aanloop ertoe al afgesproken is, namelijk dat er in 2020 6000 MW windenergie op het land moet staan.
Die taak is over de provincies verdeeld. Brabant moet 470 MW wegzetten, waarvan het merendeel in West-Brabant. “Moet” betekent echt “moet”, want anders neemt het Rijk de uitvoering over.
De gemeenten in West-Brabant hebben op deze situatie geanticipeerd (2011) door zelf met een bod te komen van 2*100 MW (100 verspreid en 100 langs de A16) . Dat is daarna afgekaart.
Het project Kabeljauwbeek, voorgedragen door de gemeente Woensdrecht, draaide eerst niet mee in de taakstelling omdat de windmolens op die locatie de defensieradar van Woensdrecht zouden storen. Dat probleem is in juli 2011 softwarematig opgelost, waardoor het Woensdrechtse plan alsnog aan het pakket is toegevoegd. Ook dat is in 2011 politiek afgekaart.
Zoals wel vaker werden de hoofden heter toen de feitelijke uitvoering van het plan naderbij kwam. “Kabeljauwbeek” betekent vijf hoge turbines van samen 10 tot 12,5 MW. Ze zijn inderdaad hoog: de ashoogte wordt 100 tot 105 m.
Ze staan vlak langs het Schelde-Rijn kanaal dat hier de grens met Belgie vormt. Aan de andere kant van het kanaal begint het Antwerpse havengebied en aan de Nederlandse kant ligt een dunbevolkte polder. De woonkernen liggen aan de andere kant van de A4 op minstens 2 kilometer afstand van de meest oostelijke van de vijf molens.
Voor dit soort projecten is een Milieu Effect Rapport nodig (MER). Die is uitgevoerd en staat met bijlagen op de site van de gemeente Woensdrecht. De boodschap is dat er geen probleem is. Er worden niet op grote schaal vogels en vleermuizen vermoord en om de schaarse woningen in de buurt niet met teveel slagschaduw op te zadelen, worden drie van de vijf molens 40 uur per jaar stilgezet. Het geluid reikt juridisch tot ca 500 m en voor die tijd is de A4 al een grotere geluidsbron.
Zakelijk beschouwd is het enige probleem met de turbines dat men er tegen aan kijkt, vanuit Nederland met het Antwerpse havengebied op de achtergrond.
De SP is het dan ook niet eens met de milieuvereniging Namiro en heeft moeite met een toonzetting als “windmolens zijn gehaktmolens die op grote hoogte dieren vermorzelen”. Verder meent Namiro in het hoofd van de kolgans te kunnen kijken – “een van de algemeenste in Nederland overwinterende ganzen” aldus de Vogelbescherming. Die zouden door de turbines gaan verkassen naar het veldje van de buren.
Het vogelverhaal is niet waar. Dat is wetenschappelijk uitgezocht.
Als je goed zoekt, vind je wel eens een dode vogel onder een windturbine. Meestal niet en in elk geval geen stapels lijken.
Integendeel. Als alle fossiele centrales door windturbines zouden kunnen worden vervangen, zou dat wereldwijd 70 miljoen vogels het leven redden. Uit een studie van Mike Barnard in Renew Economy:” Jaarlijks sterven wereldwijd 100 miljoen of meer vogels door tegen ramen te vliegen, onze lieve huiskatten zijn goed voor 500 miljoen dode vogels per jaar, hoogspanningsdraden voor 174 miljoen, pesticiden voor minstens 74 miljoen en auto’s voor 60 miljoen. Windmolens kosten, wereldwijd, waarschijnlijk 150.000 vogellevens (=0,15 miljoen)”.
Barnard heeft nog meer cijfers, grafieken en verwijzingen naar oorspronkelijke onderzoeksrapporten op http://reneweconomy.com.au/2012/want-to-save-70-million-birds-a-year-build-more-wind-farms-18274 .
De SP meent dat individuele windenergieprojecten op een zakelijke manier bekeken moet worden. De gangbare MER-procedure is daartoe het middel.
Verder meent de SP dat de financiele afwikkeling met de omwonenden afdoende geregeld moet zijn. Een eventuele planschadeprocedure moet niet kleingeestig aangepakt worden en omwonenden moeten in de gelegenheid gesteld worden financieel te participeren in het project, waarbij de coöperatieve vorm bij de SP een streepje voor heeft.
Er valt niet aan te ontkomen dat je tegen de windturbines aankijkt. De beste insteek is een goede ruimtelijke ordening met aandacht voor landschapsarchitectuur.
Update:
De milieuorganisaties Namiro en Benegora hebben bij de Raad van State bezwaar aangetekend tegen de turbines. Dat hebben ze gewonnen. Op 16 september 2015 heeft de Raad van State het besluit van de gemeente Woensdrecht op formele gronden vernietigd.
De reden is dat de provinciale Verordening Ruimte deze locatie niet genoemd had als mogelijke windenergielocatie. Dat kwam omdat ten tijde van de vaststelling van deze Verordening de defensieradar van Woensdrecht gestoord zou worden door de turbines. Nadien is dat probleem opgelost, maar toen was de Verordening al klaar. De provincie heeft vervolgens met een truc geprobeerd om de turbines toch mogelijk te maken. Dat keurde de Raad van State af. De provincie moet nu de Verordening Ruimte aanpassen. Dat is een tijdrovend proces. Men verwacht dat dat minstens het najaar van 2016 wordt.Wethouder De Waal van Woensdrecht was zeer teleurgesteld door de uitspraak. “Wij willen uiteindelijk allemaal groene energie en uitgerekend de natuur- en milieuverenigingen gaan dan in beroep en frustreren de procedure. Op deze manier halen we de norm voor 2020 zeker niet.” Waarop Jim de Blank van deze organisaties niet beter wist te zeggen als dat hij de turbines te hoog vond, een puur subjectief argument (Internetbode Woensdrecht 21 sept 2015).
Tweede update: uiteindelijk heeft het eindeloze getraineer van de twee natuurorganisaties niet geholpen en gaat windpark Kabeljauwbeek in 2020 stroom leveren. Op www.eneco.nl/over-ons/Wat-we-doen/In-de-praktijk/Windpark-Kabeljauwbeek/ is te zien wat het wordt. Het gaat 46.272 MWh leveren (167TJ). Het park krijgt gezelschap van een park in de naburige Zeeuwse gemeente Reimerswaal, en van de park in de nabije Antwerpse haven.
Voor we naar Ierland op vakantie gingen, had ik een tijdje met Tiny Kox gebabbeld, o.a. over Ierland. Hij kent het land ook. Hij zei onder meer dat hij onder de indruk was van het boek “Before the Dawn” van Gerry Adams, de leider van de Sinn Féin. Het boek is in 1996 uitgegeven en heeft een autobiografisch karakter. Ik zei dat ik het zou lezen.
Bij ons rondje West-Ierland heb ik geprobeerd het boek te pakken te krijgen. Dat bleek niet gemakkelijk, terwijl Ierland toch gezegend is met relatief veel boekhandels. Het is een literair volk.
We zaten een week in een Airbnb – appartement in Limerick. Toch een flinke plaats met een flinke boekhandel, maar nee. Men deed niet meer aan de heer Adams.
Ik heb me maar beholpen met een ander boek dat in het appartement lag, Angela’s Ashes. Met als een van de eerste zinnen “Worse than the ordinary miserable childhood is the miserable Irish childhood, and worse yet is the miserable Irish Catholic childhood.” Waarna dit thema, soms van dik hout zaagt men planken, uitgewerkt wordt en toch lezenswaardig blijft. De schrijver eindigde met zijn broer Malachy, zoals zoveel Ieren, in The States.
Willemiek en ik waren een dikke dertig jaar geleden ook in Limerick. Het zag er toen een stuk meer in de geest van Angela uit dan nu, in 2014 . Het is nu een normale, nette stad met veel historie. We zaten dan ook in de Avenue die naar O’Connell genoemd is.
Het is typisch. Je kijkt uit het raam van je appartement en ziet de straten waar de hoofdpersoon gelopen heeft, en je wandelt langs de Shannon, bij McCourt “The river that kills” vanwege het endemisch hoge aantal longziektes in die tijd. Waarbij overigens de sociale ellende meer schuld had dan de Shannon. Maar één ding is onveranderd als oorzaak: je krijgt er buiten de was niet droog.
Pas een eind verder het rondje af, in Galway (waar anders zou je bijna zeggen) was het raak, en wel in de grootste tweedehands boekhandel die ik ooit gezien heb, Charlie Byrne’s. Zo ongeveer de hele wereld literatuur moet je daar in de ramsj terug kunnen vinden, waaronder vele geschriften van Gerry Adams.
We mochten maar 10 kg handbagage mee terug nemen in het vliegtuig, dus het bleef beperkt tot het gezochte doelwit en een latere paperback die de periode van de totstandkoming van het Goede Vrijdag – akkoord beschreef. Naar mijn mening verdient Gerry Adams de Nobelprijs voor de Vrede meer dan vele anderen die hem gekregen hebben – vaak zeer dubieuze karakters die niet eens geleverd hebben waarvoor ze de prijs kregen.
Beide boeken samen beschrijven overigens zeer goed de Britse couterinsurgency – technieken. Het kan geen kwaad om je die bij lezing van het nieuws in de krant af en toe te herinneren.
Ik heb nog staan lezen in de autobiografie van Rory Gallagher, de Ier die heel goed Amerikaanse blues zong en in zijn geboorteplaats Ballyshannon geëerd wordt met een reusachtige muurschildering, maar het boek was teveel kilo voor de handbagage, dus helaas.
Toen we weer thuis waren, heb ik Tiny het laatste boek gedoneerd. Het eerste staat in mijn boekenkast.