De Catharinakerk in Eindhoven heeft twee torens van elk 73m hoog en op beide nestelen slechtvalken. Dat met enige menselijke ondersteuning, want eerst nestelden ze jaren achtereen op het gebouw van de Technische Dienst, tot dat gesloopt/gerenoveerd moest worden. Er moest wat en zodoende kwam de Catharinakerk in beeld, bij de slechtvalken al bekend als uitkijkpost. Het zijn trouwe kerkgangers.
Als je ze wil begluren, moet je naar http://eindhoven.peregrines.nl/ . Daar komen wat foto’s vandaan. Volgens deze site komt hij uit De Mortelen (het platteland tussen Eindhoven, Tilburg en Boxtel), en is zij een ongedocumenteerde Belgische immigrante. ’t Is wa.
Sinds er geen DDT meer gespoten wordt, is de slechtvalk met een opmars bezig. De grote stad is een ideale biotoop.
Nestkast van een slechtvalkpaar op de Catharinakerk
Geheel belangeloos was deze menselijke empathie niet (is hij trouwens wel vaker niet), want de slechtvalken houden de kauwtjes- en duivenpopulatie in toom. De Schreeuwjezus voert de duiven en de duiven voeren de slechtvalk, zodoende. En af en toe gaat er een afgekloven karkas over de rand.
Het dier discrimineert niet, want vreet alles wat vliegt. De legende wil dat hij/zij in duikvlucht een zwaluw uit de lucht kan plukken of een eend uit het water (dat zal dan wel niet in duikvlucht zijn). Wikipedia meldt dat men bij een afgerichte slechtvalk de snelheid heeft kunnen meten en dat die 389km/uur bedroeg (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slechtvalk ) .
Maar stadskauwtjes en stadsduiven zijn eenvoudiger, dus waarom aan een zwaluw beginnen?
Eieren van een slechtvalk (Catharinakerk 2018)
Van die nestkasjes kwamen kinderen en de broedzorg is roerend, behalve vanuit het perspectief van de duif.
Jonge slechtvalk uit het nest op de Catharinakerk. Foto ter beschikking gesteld door Laurens Mulkens, koster van de Catharinakerk .
Zo’n kind kon al goed genoeg vliegen om niet vanaf 73m dood neer te vallen, maar nog niet goed genoeg om vanaf de grond weer op te stijgen. Dus stapte het beest op een dag in het voorjaar van 2018 plompverloren de Rambam binnen, waarop publiek en personeel in deze spijkerbroekenwinkel ijlings het hazenpad kozen. Mogelijk ook in paniek (dat vermeldt het verhaal niet) stiefelde het dier op zijn grote platvoeten twee winkels verderop naar binnen, waar de inmiddels gealarmeerde vogelaar hem/haar kon vangen.
Die zette het dier ergens hoog op een rand van de toren, waarop het duikend vaart kon maken en weer terug kon keren op het nest. Mogelijk leeft het nog lang en gelukkig.
Inleiding De fabricage van cement is goed voor ca 5% van de mondiaal geloosde CO2 – uitstoot. Alle reden om te kijken of dat niet minder kan. In Nederland wordt daar al veel aan gedaan en daardoor loost de Nederlandse betonfabricage in verhouding minder (ca 1,6% van de Nederlandse CO2 -lozing). Dat is echter nog steeds veel.
BPMN, een van de grootste betonindustrieën in het Belgische Malonne (eigen foto bedrijf, Wikipedia)
Dat cement echt circulair kan worden ligt niet voor de hand. Je maakt cement door kalksteen te branden of een mengsel van kalksteen net kleiachtige toeslagstoffen. Daarvoor moet de oven heel heet worden (wat op zich al veel CO2 loost) en splitst de kalksteen een heleboel CO2 af, waardoor je ongebluste kalk krijgt of een mengsel waar ongebluste kalk in zit. Aan dat primaire proces zelf is niet wat te doen.
De cement wordt gemengd met zand en grind en eventueel andere stoffen (bijv. vliegas), en met (als het goed is) de juiste hoeveelheid water. Het water reageert heftig met de ongebluste kalk en er ontstaat een mix van calciumhydroxide (‘gebluste kalk’), vaak een flink restant ongebluste kalk (de hoeveelheid water klopte dan niet) en toeslagstoffen. Dat geheel heet beton.
Ouderwetse betonrecycling betekent lomp maalwerk en de korrels als fundering gebruiken, bijvoorbeeld voor wegen. Waarna voor nieuwe toepassingen weer geheel nieuw beton aangemaakt moet worden. Zonde van de CO2.
Koos Schenk uit Oss probeert al jaren betonrecyclingstechnieken te ontwikkelen. Zijn SmartCrusher kreeg in 2014 de Wereldprijs van de ASN-bank. Dat leverde 10 mille op voor doorontwikkeling. Het artikel in BouwWereld, waar dat in staat, geeft eigenlijk al een goed inzicht in de essentie van het idee. Zie www.bouwwereld.nl/nieuws/oud-beton-slim-hergebruiken/ .
De TU/e bewees dat het ontwerp van Schenk werkte.
Aan de basis ligt de observatie van Schenk dat er als regel in beton meer cement gebruikt wordt (of minder water toegepast) dan nodig.
De recente presentatie: PR of echt waar?
Nadien heeft Schenk partners gevonden in, of zijn uitvinding verkocht aan, twee ondernemingen, New Horizon Urban Mining en de Rutte Groep, een wegenbouwer. Die kwamen er op 5 juni 2018 op de Provada mee voor de dag, begeleid door een behoorlijk ronkende PR-campagne “Nederlandse primeur: circulair cement schudt de betonsector op” (Trouw) of “Nieuwe betonvreter is de ‘heilige graal’”(NRC – www.nrc.nl/nieuws/2018/06/05/deze-betonkneuzer-is-de-heilige-graal-in-de-bouw-a1605490 ). Het ding heet de “New Liberator”.
Ongeacht de waarde van de bewering, weet men in elk geval een pakkende naam te verzinnen.
Maar gegeven het rauwe productieproces van nieuwe cement leek het me sterk dat het echt “circulair” was. Is de circulair-claim nou waar, half waar of niet waar? Ik wilde het wel eens uitzoeken.
Half waar
Nu ben ik zeker geen betondeskundige, maar de basisbeginselen zijn niet zo moeilijk en met een wat achtergrondkennis van de chemie kom je al gauw een heel eind.
De Smart Liberator (foto Rutte Groep)
Het NRC-artikel is goed en het artikel in BouwWereld van 2014 ook.
Oude puinbrekers breken lomp. Met grof geweld maalt men alles middendoor, tot en met de kiezelstenen – wat nergens voor nodig is. Daardoor krijg je gemengde brokken waar je eigenlijk niets anders meer mee kunt als onder wegen stoppen.
De essentie van het proces is dat de Smart Crusher echt smart crusht. Subtiel zogezegd. Hij herkauwt als het ware als een koe, om het onnavolgbare PR-proza te blijven gebruiken.
Daardoor komen het grind, het zand, de wel-uitgeharde en de niet-uitgeharde fracties er gescheiden uit. De gescheiden niet-uitgeharde cement (Freement” gedoopt) kan gewoon weer als cement gebruikt worden in toepassingen waar het niet erg kritisch komt (putten en zo) en tot 30% in constructiebeton.
Al met al vind ik, dat het woord “circulair” niet op zijn plaats is. Het proces is niet cyclisch.
Maar het proces spaart wel flink CO2, op drie manieren:
De ongebruikte cement wordt alsnog gebruikt en hoeft niet nieuwe gemaakt te worden. Dat spaart een deel van het CO2-uitbrakende primaire proces uit
De wel-uitgeharde cement moet terug het primaire proces in, maar bevat geen of weinig CO2 en daardoor komt er alleen de CO2 van de ovenbrandstof vrij
Het maalproces is minder lomp (men maalt niet overbodig kiezelstenen middendoor) , en dat zal wel minder energie kosten.
Het eindproduct (foto Urban Mining)
Per saldo is het oordeel dat de fraaie PR (die eigenlijk een prijs in eigen recht zou moeten krijgen) maar half waar is, maar dat de helft die waar is een grote verbetering is.
Hieronder een gastopinie die Europarlementarier Anne-Marie Mineur op 29 mei 2018 in het Reformatorisch Dagblad geplaatst heeft.
Hij gaat over handelsverdragen zoals indertijd TTIP, maar nu met een anatal Zuid-Amerikaanse landen.
– – – – – – – –
Het handelsverdrag tussen de EU en een aantal Latijns-Amerikaanse landen vormt een bedreiging voor de Europese volksgezondheid. Daarom moet het verdrag per direct van tafel, betoogt Anne-Marie Mineur.
Hét symbool van het verzet tegen het TTIP-verdrag met de Verenigde Staten was de chloorkip. Het dier dankte zijn naam aan de Amerikaanse gewoonte om vlees te wassen met chloor om eventuele besmettingen te neutraliseren. De kip wekte veel ophef omdat de behandelmethode strijdig is met Europese regelgeving die de volksgezondheid beschermt. Mede vanwege het massale protest werden de onderhandelingen op een lager pitje gezet, en uiteindelijk door president Trump met veel tamtam in de koelkast gezet.
Het probleem is dat de productiewijze van veel producten buiten de Europese Unie maar moeilijk herleid kan worden: dat valt aan product vaak niet af te lezen. Het gevolg is dat slechts een klein deel aan de Europese grens herkend wordt als product dat niet aan onze strenge eisen voldoet. Daar komt bij dat lang niet alle importproducten in het lab gecontroleerd worden door instanties zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In het geval van kip is dat slechts 20 procent. Oftewel: vier van de vijf Zuid-Amerikaanse kippen belanden zonder sluitende controle op uw bord. Het afsluiten van verregaande handelsverdragen met landen waarvan we weten dat de standaarden veel lager liggen, is daarom een uitermate risicovolle praktijk.
Dat geldt bij uitstek voor het handelsverdrag met de Mercosurlanden: Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay. De voedselveiligheidsstandaarden en controles in Mercosurlanden zijn veel minder streng dan in de EU: zo is hormoonvlees toegestaan. Ook ligt het vleesschandaal in Brazilië (waarbij slachthuizen bewust onveilig vlees exporteerden) nog vers in het geheugen van de Europese consument. Daardoor ligt er een reële nieuwe vijand op de loer: de salmonellakip. Onderzoek van voedselwaakhond Foodwatch toonde recent aan dat er het afgelopen jaar honderden keren salmonella werd aangetroffen in Braziliaanse kip die in de Europese schappen belandde.
Het TTIP-paard van Troje tijdens een demonstratie in Amsterdam
Niet geloofwaardig
De Commissie heeft nu een importverbond ingesteld voor bedrijven waar recent opnieuw misstanden zijn aangetoond rondom de laboratoriumuitslagen van salmonellatests. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar daarmee is het probleem niet uit de lucht. Zo kondigde Brazilië deze week aan de handelssancties aan te vechten bij de WTO. Bovendien staat in het Mercosurverdrag dat wanneer de controlerende instanties in de Mercosurlanden eenmaal zijn erkend door de EU, de EU niet zomaar het recht heeft om bedrijven die willen exporteren aan inspectie te onderwerpen. Het is niet geloofwaardig om te denken dat de voedselinspectie in de Mercosurlanden opeens op orde is als een aantal bedrijven op een sanctielijst wordt geplaatst. Kortom, als het Mercosurverdrag doorgaat, worden de maatregelen van de Commissie mogelijk alsnog ondermijnd.
Daarnaast vormt het Mercosurverdrag een bedreiging voor het milieu en klimaat in Latijns-Amerika. De vleesproductie in de Mercosurlanden gaat gepaard met ontbossing in de tropische oerwouden van de Amazone, de Chaco en de tropische savanne de Cerrado. Omdat Mercosurlanden vlees voor een zeer competitieve prijs kunnen aanbieden, zal de productie en export van deze producten enorm toenemen, ten koste van kleinschalige boeren in deze landen die hoogwaardige kwaliteit leveren.
Het Zuid-Amerikaanse vlees is wisselgeld voor een deal die de Europese auto-industrie en financiële sector toegang geeft tot een nieuwe afzetmarkt. Extra maatregelen om de consument tegen de import van besmet rund- en kippenvlees te beschermen liggen daarmee politiek gevoelig. Daar hoeven we in dit late stadium van de onderhandelingen dan ook weinig meer van te verwachten.
De salmonellakip toont eens te meer aan dat de EU met het afsluiten van vrijhandelsverdragen bereid is de belangen van multinationals voorrang te verlenen boven die van mens, dier en milieu. We moeten geen verdragen afsluiten met landen waar de arbeids-, milieu- en dierenwelzijnnormen aantoonbaar slechter (of erger: afwezig) zijn, terwijl er wel massaal producten naar de interne markt geëxporteerd worden die een risico vormen voor de volksgezondheid. De EU doet er dan ook goed aan om de onderhandelingen over het handelsverdrag met Mercosur te staken.
De auteur is Europarlementariër voor de SP.
TTIP-manifestatie van Milieudefensie op het Catharinaplein, Eindhoven op 28 mei 2016
Even een inleiding Mijn jongste zoon Hans en zijn vriendin Katja runden vroeger een restaurant in Monpazier in de Dordogne. (Zie Terug van een weekje weg ). Dat hebben ze een paar jaar met groot succes gedaan, maar het campingwezen trok hun meer en nu zijn ze beheerder van de camping RCN la Ferme du Latois. Die ligt in de westfranse Vendée, ergens halverwege Nantes en La Rochelle en iets ten zuiden van Coëx, een dikke tien kilometer van zee in een badplaatsengebied. Je kunt met de TGV tot La Roche sur Yon komen, met als voornaamste bezienswaardigheid een stenen Napoleon op een stenen paard in het park.
RCN hoort bij de Nederlandse Gereformeerde kerken, maar is commercieel sinds enige tijd Vrijgemaakt. De winst gaat naar goede doelen. Zie www.rcn.nl/nl/home .
La Ferme du Latois is een mooie, ruime camping, goed sanitair, zwembad, visvijvers, alles schoon en netjes, en ze hebben mooie huisjes en fietsverhuur. We hebben het er een week goed kunnen uithouden.
Je kunt er fatsoenlijk eten, maar als je echt goed wilt eten, moet je naar Coëx.
Aanbevolen.
De omgebouwde schuur en de zwaluwen Het was een Ferme en dus is het bedrijfsgebouw een omgebouwde schuur met oude balken. Die heeft een soort overdekte entree met een vlieggat en de zwaluwen vinden dat fantastisch. Het vliegt af en aan en tsjilpt en kwettert en nestelt en verslindt vliegen en muggen dat het een lieve lust is.
Helaas schijten ze de boel ook onder en in een ruimte waar de receptie, het restaurant en de bar op uitkomen is dat niet zo praktisch. Onze Hans dus denken hoe de bezoekers te beschermen tegen de schijtende beschermde boerenzwaluwen waar hij verder geen hekel aan heeft.
Een plankje onder de nesten heeft geen zin, want dan gaan ze vervolgens op dat plankje nestelen en dan schijten ze vervolgens weer over de rand.
De anti-zwaluwpoep parasollen
Toen heeft hij het maar zó opgelost. Onder elk nest een parasol. Tegen zwaluwen die schijten tijdens het vliegen helpt sowieso niets, maar als ze over de nestrand schijten helpt het wel.
Het lijkt wel kunst en er is vast geen enkele camping met een dergelijke maatregel tegen zwaluwpoepbombardementen.
Het waarom van de avond De verduurzaming van het bestaande woningbestand (in Noord-Brabant ca 800.000 woningen die er in 2050 nog steeds staan) is van wezenlijk belang.
Een drastische energiebesparing binnen deze bestaande woningvoorraad is van groot belang voor een forse besparing op het Brabantse en Eindhovense energiebudget. Hoe groter de besparing, hoe eenvoudiger het wordt om de resterende energie duurzaam op te wekken.
Een dergelijke vermindering is ook van belang voor de woonlasten van huishoudens. Een goed vormgegeven verduurzaming kan voor huurders en eigenaren voordelig uitpakken.
Andersom kan het betekenen, dat men slechte huurwoningen versneld wil slopen. Het is goed als huurders daar in een vroeg stadium bij betrokken worden.
Er zijn echter elders in Nederland ook voorbeelden dat complexen, die eigenlijk gesloopt zouden worden, zijn blijven staan door een grondige verduurzamende renovatie.
Kortom, bewoners hebben, hoe dan ook, belang bij dit onderwerp.
Tegelijk lijkt er soms een soort verlamming te bestaan. Er wordt veel gepraat, maar vaak weinig gedaan en nog minder is er sprake van een systematisch beleid.
Openbare avond Verduurzaming bestaande woningbouw 17 mei 2018
De SP wil druk van onderaf opbouwen om het proces in een hoger tempo te krijgen. Vandaar de openbare avond. Die vond plaats op donderdag 17 mei in ‘t Bellefort. Sprekers waren:
Bernard Gerard over de energiebalans van Noord-Brabant en Eindhoven
Jaap van Leeuwen, consulent energiebesparing van de Woonbond
Luc Reusken, manager vastgoed van Woonstichting Thuis
Paulus Jansen, (ex)SP-wethouder in Utrecht met o.a. wonen in de portefeuille
Bernard Gerard (medewerker provinciale SP-fractie) hield een kort verhaal hoe de Brabantse energiebegroting in elkaar zit en hoe een drastische bezuiniging (bijvoorbeeld door 800.000 Brabantse woningen in 2050 energieneutraal gemaakt te hebben) in dat plaatje paste. Uitgangspunt is de provinciale Posad-studie.
De getallen zijn indicatief en dienen vooral om een idee te geven van de orde van grootte, waarover we praten.
Hoofdlijnen van het Brabantse energiebudget
Jaap van Leeuwen (consulent energiebesparing Woonbond)
schetste de toekomst vanuit het perspectief van de huurder.
Hij begon met te memoreren dat de regering 1,9 miljard uit de huursector gehaald had (met de verhuurdersheffing), en er nu voor de verduurzaming 0,2 miljard in terugstopte.
Aan de Klimaattafel over de gebouwde omgeving, die een nieuw Klimaatakkoord 2018-2030 moeten voorbereiden, wordt gesproken over dat in 2030 de woningvoorraad gemiddeld label A moet zijn, en dat er dan 2 miljoen woningen van het gas af moeten zijn.
In 2050 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn.
Ter vergelijking: van Leeuwen becijferde de gemiddelde energielasten van een woning op €148 per maand in 2018 (en dat is stijgend). Daarvan iets meer dan 1/3de gas en de rest stroom.
Dit alles leidt de Woonbond tot een prioriteitenlijst:
Van Leeuwen pleitte ook nadrukkelijk voor een warmtestrategie, want daar gaat nu in woningen het meeste geld aan op.
In dit verband maakte hij de vergelijking dat een Fiatmotor ongeveer even groot was en een stuk complexer dan een warmtepomp, maar wel €600 kostte tegenover een warmtepomp €6000 . Met andere woorden: die warmtepomp moet een stuk goedkoper kunnen worden.
Hij noemde de noodzaak van een Regionale Energie- en Klimaat Strategie (REKS)
Luc Reusken, manager vastgoed van Woningstichting Thuis uit Eindhoven Thuis heeft 10328 woningen, waarvan 3556 in Eindhoven en de rest in enkele voorsteden.
De stichting was in 2018 de meest duurzame woningbouwcorporatie van Nederland. Daar waren ze heel trots op. Evenzo op de prestatie dat in 2017 hun gehele woningvoorraad gemiddeld label B was geworden. Die labels zijn reëel, zegt Reusken, niet theoretisch.
In 2050 moet de woningvoorraad CO2-neutraal zijn.
Thuis was nu zover omdat ze eerder dan anderen, acht jaar geleden, begonnen zijn.
De praktijk leert, zegt Reuskens, dat je met je huurders om speaking terms moet blijven.
Thuis had uit eigen middelen in 10 jaar 70 miljoen financiele ruimte gecreëerd. Maar de vraag blijft hoe het financieel verder moet. Het zal ongeveer €450 miljoen kosten om 76% van hun woningen CO2– neutraal te krijgen.
(Deze flats aan de W. de Zwijgerlaan in Best vervangen nu gesloopte flats. De nieuwe flats zijn Nul Op de Meter. Zie ook www.mijn-thuis.nl/Willem-de-Zwijgerweg-Best/ ).
Paulus Jansen (ex-wethouder SP in Utrecht, o.a. Wonen) Utrecht is een heel andere stad als Eindhoven. Niet alleen groter, maar ook een bijna dubbele woondichtheid en veel maar stadsverwarming. Zijn stad energieneutraal krijgen lukt volgens Jansen niet.
Het Utrechtse leidingennet en de vervangingstermijn
Jansen (die in Eindhoven technische Bouwkunde heeft gestudeerd en veel van deze materie afweet) focuste vooral op de warmtevoorziening.
Hierboven de leiding-vervangingkaart van netbeheerder Stedin. De gele lijnen moeten op korte termijn vervangen worden en zodoende is Overvecht-Noord het eerst aan de beurt. De wijk gaat dus van het gas af. Dat is een omvangrijke operatie en de inspraakbijeenkomsten vullen de krantenkolommen.
Warmtesituatie in Overvecht-Noord (Utrecht)
Als men een warmtenet wil verduurzamen, komt men als vanzelf op vraagstukken rond lage temperatuur-warmte 9pakweg 25 tot 40°C). Het gaat over het slim bestrijden van legionella, over vloerverwarming of grote radiatoren via restwarmte en geothermie naar monopolievraagstukken. De Utrechtse gemeenteraad heeft in 2017 een Warmtevisie vastgesteld en dat is iets waar de Eindhovense gemeenteraad vroeg of laat ook aan moet.
Utrecht sorteert voor op €250 miljoen per jaar (dat is inclusief de particuliere gelden).
Na het schrijven van dit artikel dd 31 mei heeft zich een zwakke aardbeving voorgedaan bij een ander klein gasveld in Nederland. Op het eind van dit artikel een aanvulling.
Cumulatieve productie in het kleine gasveld Waalwijk-Noord
Er wordt sinds 1991 gas gewonnen in het gebied rond Waalwijk. Tot en met 2016 heeft dat (uit drie putten) 2436 miljoen m3 gas opgeleverd en als men niets nieuws doet, komt daar vanaf 2017 volgens de prognoses 107 miljoen m3 bij. Exploitant Vermillion wil de voorraad verder uitpersen, zodat er vanaf 2017 ruim 700 tot ruim 1600 miljoen m3 bij komt, afhankelijk van geluk of pech. Bij geluk is het kleine gasveld voor driekwart leeg getrokken.
De aanvraag van Vermillion, met de bijbehorende documenten, is te vinden op www.nlog.nl/ter-inzage-legging-winningsplan-waalwijk-noord . Inmiddels ligt er ook al een ontwerp-instemmingsbesluit van Wiebes.
Behalve op genoemde site, zijn de papieren ook in te zien in de gemeentehuizen van Waalwijk, Heumen en Aalburg.
Tot 4 juli 2018 kan iedereen een zienswijze indienen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Inspraakpunt Winningsplan Waalwijk-Noord, postbus 248, 2250AE Voorschoten.
Voor genoemde meeropbrengst wil Vermillion nieuwe technische handelingen verrichten, zoals nieuwe putten en/of boren van uit bestaande putten, en fracken.
“Fracken” is een emotiewoord. Maar je hebt “fracken” en “fracken”. Tussen het grootschalig en landschapsvernielend fracken voor schaliegas (dat per frack zowat 20.000m3 water kost) en het veel kleinschaliger en onzichtbaarder fracken voor de conventionele gaswinning (dat per frack ca 50 tot 100m3 water kost) zit een wereld van verschil. En daarmee ook de risico’s op ongewenste seismiek en ontsnappende stoffen.
Fracken is niet per definitie slecht, maar kan slecht worden in combinatie met andere kenmerken.
Maar er blijven restrisico’s.
Hoewel je daar normaliter niets van merkt, lopen er ook door de ondergrond van Waalwijk geologische breuken. Daar moet je wegblijven met je gaswinning. Vermillion wil er 25m wegblijven, maar omdat geologische breuken niet altijd scherp bekend zijn, zit daar een extra veiligheidsmarge op van 50m.
West-Oostlijn door gasput 2, waar onderstaande breuk bij hoortLigging van gasput 2 t.o.v. de dichtstbijzijnde breuk
Een restrisico dat mij nog steeds ergert is dat ik na al die jaren nog steeds niet weet wat er met het afvalwater van het fracken gebeurt. Dat wordt “opgeslagen en per vrachtauto afgevoerd naar een erkende bewerker”. Maar wie die “erkende bewerker” is en wat die met het chemisch en fysisch niet altijd eenvoudige afvalwater doet, is mij een raadsel. De oliewinning in Schoonebeek heeft het heel lang in Twente in de grond gespoten.
Verder ergert mij de geheimzinnigheid over de samenstelling van de frackvloeistof. Die bestaat voor 95% uit water, 4% uit keramiekkorreltjes en voor 1% uit additieven, die chemisch het interessantste zijn maar waarvan de samenstelling bedrijfsgeheim is. Het zou volgens Vermillion aan de Europese REACH-richtlijnen voldoen, maar dat zegt niet alles.
Wat het emotie-argument “chemicaliën in de grond!” waard is, valt dus niet te achterhalen.
Bodemdalingskaart rond Waalwijk-Noord
Er zal een bodemdaling optreden, maar volgens de computermodellen zou die hooguit 4 cm zijn over een horizontale afstand van 2000 m.
De deskundigen, die binnen het paradigma van het systeem opereren, vinden de restrisico’s zeer klein en beheersbaar: Staatstoezicht Op De Mijnen, TNO, waterschap Brabantse Delta en Aa en Maas, Mijnraad. In hun voordeel spreekt dat er feitelijk sinds 1991 niets gebeurd is, terwijl er ook in het verleden al een aantal keren gefrackt is.
Wie politiek redeneert, zoals de gemeente Aalburg en de provincie, heeft het even eenvoudige als doeltreffende argument tot zijn beschikking waarom je in deze tijd überhaupt nog aan een nieuwe gaswinning wilt beginnen, ook al is die maar gepland tot 2026. Dat is een argument buiten het mijnbouw-paradigma.
Daarnaast noemt de provincie nog een akkevietje uit augustus 2017. Toen liet Vermillion per ongeluk aardgascondensaat ontsnappen. Dat is niet dramatisch, maar de provincie werd niet op tijd op de hoogte gesteld en was daar ‘not amused’ over.
Verder noemt de provincie nog de waterwingebieden en de hoogte van het grondwater als zorgpunt.
Kaart van de winningsvergunning Waalwijk
Natura2000-gebieden en waterbescherming
Op 6 juni 2018 vermeldde de NRC, dat er bij een ander klein gasveld in Noord-Holland (het Middelie-veld) een aardbeving heeft voorgedaan van 2,5 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag bij Warder aan het Markermeer. Volgens het KNMI is er waarschijnlijk een verband met de gaswinning. Het NRC-artikel maakt geen melding van schade. In 1989 was er in hetzelfde gebied ook al eens een aardbeving van 2,7 in Kwadijk. Dit gasveld bevatte ooit 11 miljard m³ gas. Volgens de NRC wordt er al zo’n 50 jaar gas gewonnen in Middelie. In october 2017 is er nog een extra put geboord. Zie www.knmi.nl/aardbeving-in-noord-hollandse-warder .
De aardbeving bij Warder (rode stip) met een magnitude van 2,5 op schaal van Richter. De witte stippen zijn seismologische meetstations waar de beving geregistreerd is. Bron: KNMI
Het gasveld in Waalwijk zal in het (voor Vermilion) gunstigste scenario voor ca 4,1 miljard m³ worden leeggetrokken. Volgens de exploitant is dat ongeveer driekwart van wat er in zit. Ergo heeft het veld ooit ruim 5 miljard m³ bevat, grofweg de helft van het Noord-Hollandse veld.
Ik vind de gelijkenis groot genoeg om bij het Waalwijkse veld aan het Noord-Hollandse veld te denken. Ondanks alle geruststellende verklaringen blijkt bodemmechanica, diep onder de grond, geen waterdichte voorspellingen te geven.
Milieudefensie heeft Shell een brief geschreven, waarin van Shell wordt geeist dat Shell zijn algehele beleid m.b.t. fossiele brandstoffen wijzigt. Zo niet, dan start Milieudefensie een rechtszaak. Hierover is op deze site al eerder geschreven, zie Milieudefensie dreigt Shell met klimaatzaak
Milieudefensie heeft rondom de aanstaande klimaatzaak een campagne opgezet (de Fair Future – campagne), die erop gericht is heel veel mensen te bewegen om mede-eiser te worden. OP 19 mei 2018, het moment dat dit geschreven werd, stond de teller op 11000 mede-eisers.
Eenieder kan alles over de zaak (en ook de laatste stand van de teller) nalezen op www.klimaatzaakshell.nl .
Fair Future-campagne rond klimaatzaak tegen Shell in Eindhoven dd 19 mei 2018
Op 19 mei streek de campagne in Eindhoven neer. Ik heb ook een uurtje meegeholpen, naast een paar andere mensen van ons Eindhovense Milieudefensiebestuur en wat mensen uit de verdere regio.
Er stond een bak met suikermelasse, die als namaak-ruwe olie diende. Je kon daar je hand in dopen en die dan op de opblaas-wereldbol zetten. Symboliek.
Ook kon je een formulier invullen om mede-eiser te worden.
Bij de vorige informatiebijeenkomst over Eindhoven Airport (zie Voorlichtingsbijeenkomst op Eindhovens stadhuis over het vliegveld ) heeft (demissionair) wethouder Schreurs (D66) toegezegd dat er op een wat courantere tijd en dichter bij Meerhoven een voorlichtingsavond zou worden gegeven. Die belofte is ze nagekomen, en wel op 14 mei 2018 in het Novotel.
In de zaal zaten zo’n 50 a 60 boze en/of wantrouwige en/of bange mensen.
Zakelijk gezien was de belangrijkste vraag wat er tijdens het bestuurlijk overleg, dat onlangs plaatsgevonden heeft, gezegd is (ministerie van I&W en Defensie, provincie, Eindhoven, randgemeenten). Dat was snel bekeken. Men had kennis gemaakt, de respectievelijke posities zijn gedefinieerd, en men heeft in juni een vervolgafspraak staan. Over die respectievelijke posities kon nog niet wat gezegd worden.
De rest van de bijeenkomst (en die besloeg bijna alle tijd) werd door Schreurs gebruikt om met het publiek te communiceren. Daar deed ze haar best op en ze stond er minder ijzeren heinig in dan tot nu toe gebruik was in Eindhoven.
De economie was niet het enig doel en niet groeien was ook een optie.
Als de van hogerhand opgelegde onderzoeken voor de van hogerhand opgelegde scenario’s (die uit het Decisio-rapport lijken te komen, zie Scenariostudie rekent met 100.000 vliegbewegingen op Eindhoven ) eenmaal uit zijn, worden die volledig inzichtelijk. Ze kunnen ook aangevuld worden met nieuwe onderzoeken, die vanuit de bespreking met de bevolking voortkomen.
Kortom, ze was van goede wil.
Maar haar politieke leven duurt niet lang meer en ze gaf nog al eens haar persoonlijke mening, dus wat er precies gaat gebeuren, moet blijken.
NS-directeur Van Boxtel heeft ter gelegenheid van het Low Car Diet in Utrecht gezegd dat hij toe wil naar één snelle intercity-trein van Amsterdam naar Berlijn per dag. Daarover gaat hij in gesprek met de Deutsche Bahn en het stadsbestuur van Berlijn.
De verbetering van internationale spooorverbindingen staat hoog op de agenda bij mensen, die om klimaatredenen willen dat er minder gevlogen wordt en dat op de korte afstand de trein het vliegtuig gaat vervangen.
De Duitsers staan niet meteen met Euro’s te wapperen voor verbetering van de infrastructuur. Daarom wil Van Boxtel klein beginnen. De tijdwinst moet aanvankelijk komen doordat er in Bad Bentheim (voorbij Oldenzaal) niet meer van locomotief hoeft te worden gewisseld en doordat er maar een beperkt aantal stops ingepland wordt.
Nu duurt de reis 6 uur en 22 minuten. Daar kan het een en ander af, maar nog niet duidelijk is hoeveel.
Staatssecretaris Van Veldhoven steunt de aanpak van Van Boxtel.
In elk geval moet de lijn gaan rijden met locomotieven van Siemens, en wel met de nieuwe Vectron-locomotief .