Denemarken en het statiegeld (update)

Deze keer de jaarlijkse fietsvakantie met mijn vrouw in Denemarken. De komende tijd wat korte impressies. Vandaag over het veelgeroemde Deense statiegeldsysteem op blikjes en flessen.
Men kan de officiele site vinden op https://danskretursystem.dk/ en https://danskretursystem.dk/en/about-deposits/deposit-marks-and-amounts/  .
Er is een Engelse vertaling onder het kleine wereldbolletje rechtsboven.

 In Kopenhagen hebben sommige vuilnisbakken een sleuf waar mensen hun lege flesjes of blikjes in kwijt kunnen. Dat maakt het leven voor wie daar een inkomen uithaalt, en voor wie te lui is om regulier in te leveren, makkelijker.

Hoe het systeem werkt
Men kan een Witboek downloaden op de site, waaruit de hierna volgende informatie afkomstig is.

Dansk Retursystem is een onafhankelijk non-profit kringloopbedrijf met een sterk publiek-privaat karakter. Dat kent de nodige interne complicaties, maar werkt goed. Wat meespeelt is dat Denemarken al minstens een eeuw met een statiegeldsysteem werkt. En ook dat de Denen heel lang de schurft gehad hebben aan blikjes – er is zelfs een totale ban geweest tot de EU zich daarmee bemoeide. In eerste instantie won Denemarken

Het Dansk Retursysteem is een wettelijk vastgelegd monopolie dat alle handelingen uitvoert: Deelname is verplicht en een zekere mate van standaardisatie was aanvankelijk de norm. Je kunt dus een blikje kopen in een kiosk en dat inleveren in elke supermarkt. Alleen glazen-, plastic- en metalen verpakkingen die in dit systeem passen en recyclebaar zijn, zijn toegestaan.
Het kostte nogal wat onderhandelingen om zover te komen.
Men moet een onderscheid maken tussen flessen die opnieuw gevuld kunnen worden (bijvoorbeeld bier, meestal glas), en flessen en blikjes die slechts na vernietiging herbruikbaar zijn (smelten of vergruizen).
Voor hervulbare flessen bestaat al langer een terugnamesysteem, dat gerund werd door de afzonderlijke producenten. Dit is meegenomen in het totale nieuwe terugnamesysteem, en daarbij verbeterd.
Bij flesjes en blikjes die anders weggeworpen hadden moeten worden, schieten de producenten het statiegeld aan het Dansk Retursystem voor. Bij elk nieuw geproduceerd blikje bier of fris gaat er automatisch het bijbehorende bedrag naar het Dansk Retursysteem, zodat het Retursysteem per definitie het geld heeft om de tegenwaarde van het lege blikje aan de detailhandel terug te betalen.
Naast dit voorgeschoten statiegeld vangt het Retursystem geld uit de verkoop van ingenomen grondstoffen (bijvoorbeeld de marktwaarde van aluminium), en statiegeld dat wel voorgeschoten is, maar niet teruggevraagd.


Het Deense systeem werkte echter in eerste instantie alleen op de nationale schaal en raakte in de problemen toen er blikjes en flesjes vanuit het buitenland binnen komen (gevolg van de vrije handel in de EU). De Denen hielden voet bij stuk – de Deense brouwers voerden onder andere aan dat zij niet met leuke flesjes en blikjes in het buitenland zouden kunnen concurreren, maar andersom wel.
Uiteindelijk werd de blikjesban opgeheven en kon er ook officieel buitenlands bier etc ingevoerd worden, maar dat moest wel onfraudeerbaar aangepast worden aan het Deense systeem, dus geregistreerd en ge-barcodeerd. In 2021 waren er 50519 producten gecodeerd en deden er 14490 winkels, restaurants etc aan het systeem mee.
Je kunt dus wel Belgisch bier kopen in Denemarken, maar het flesje of blik moet in het Deense systeem passen. En het statiegeld moet vooraf aan het Retursystem betaald worden.
Niet-officieel ingevoerd bier en fris zonder barcode (door toeristen meegenomen bijvoorbeeld in de auto) kan wel in de innamemachines gegooid worden, maar men krijgt er dan geen geld voor. Men draagt wel bij aan de recyclingdoelen.

Ook het innamesysteem is sterk opgewaardeerd met zelfontwikkelde tel- en sorteermachines, en daarachter soms compactors. Men kan er een zak met 90 flesjes en blikjes tegelijk in gooien, zie https://youtu.be/VEiZxqEh_hs .

Het runnen van het systeem is geen sinecure. Het aantal verpakkingen groeit explosief en er zijn tegenstrijdige belangen. Desondanks, maar mede ook door de schaalvergroting, daalt het voorschot dat producenten moeten betalen. Aan de andere kant zit momenteel door de lage olieprijs de klad in de plastic recycling – misschien moet er een importheffing komen op fossiel nieuw plastic om gerecycled plastic te beschermen.

Hoe hoog is het Deense statiegeld (Pant in het Deens)?
Een Deense Kroon is momenteel ca 13 Eurocent

  • Pant A = DKK 1.00 (glazen flessen en aluminium blikjes kleiner dan 1 liter) 
  • Pant B = DKK 1.50 (plastic flessen kleiner dan 1 liter) 
  • Pant C = DKK 3.00 (alle flessen en blikjes kleiner dan 1–20 liter)

Welke recyclingspercentages haalt Denemarken:
Opgeteld over alle flessen en blikken 92%

Nederland
In Nederland bestaat sinds maart 2024 de overkoepelende organisatie Verpact. Het functioneren dd dit artikel is niet onomstreden. De organisatie zou niet snel genoeg brede dekking leveren.
Verder zitten de (beoogde) deelnemende organisaties alsmaar te miemelen.
Verpact lijkt geïnspireerd te zijn door Denemarken, maar lijkt daar in de uitvoering op achter te lopen. Het is niet eenvoudig uit de aangeleverde teksten een gedetailleerde vergelijking te maken. Het Nederlandse systeem oogt wat chaotischer en lijkt meer materialen te omvatten.

Op https://www.verpact.nl/nl/onze-recycleresultaten geeft Verpact onderstaand resultatenoverzicht over 2022:

De EU wil 90%.

Update dd 09 aug 2024

Op 01 aug wijdde het Financieel Dagblad een lang en goed opgemaakt artikel aan het Nederlandse statiegeld. Het is van NoahMoeys. De conclusie:

In het kort

  • Supermarkten en drankenfabrikanten hebben statiegeld nooit gewild.
  • Twintig jaar lang hebben zij gelobbyd om het af te schaffen, uiteindelijk tevergeefs.
  • Nu zijn zij verantwoordelijk voor het statiegeldsysteem, dat een puinhoop is

Het artikel is te vinden op https://specials.fd.nl/reconstructie-hoe-de-machtige-anti-statiegeldlobby-toch-aan-het-kortste-eind-trok .

UFS luchtvaart versterkt diabetes, dementie en hoge bloeddruk

Inleiding
Op deze site is al vaker betoogd dat toxische emissies uit de luchtvaart de volksgezondheid schaden. Er is hiernaar door verschillende mensen onderzoek gedaan. Ik heb op deze site bijvoorbeeld aandacht besteed aan werk van Yim en (o.a.) Barrett uit 2015 (zie https://www.bjmgerard.nl/sterfteschattingen-door-luchtverontreiniging-luchtvaart/ en https://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/10/3/034001 ). Yim en Barrett e.a. baseren zich op fijnstof (Particulate Matter) met een diameter <2.5µm (PM2.5), en ozon, en kwamen mondiaal tot 16.000 voortijdige sterfgevallen (waarvan een kwart in de Landing and Take Off – fase, LTO), en kwamen tot $21 miljard schade per jaar.

De wetenschap gaat verder. De trend is dat het onderzoek zich op steeds kleinere deeltjes richt, en dat dat steeds moeilijker wordt. Van grof stof (silicose) naar PM10 naar PM2.5 en het front van de wetenschap zit nu bij het meten en beschrijven van ultrafijn stof (UFS op zijn Nederlands en UFP in het Engels). Daarmee wordt PM0.1 bedoeld (deeltjes met een diameter onder de 0.1µm = 100nm).
Die dringen dieper in het lichaam door en hebben per gewichtseenheid een zeer veel groter oppervlak, waardoor ze reactiever zijn en meer toxische last kunnen meedragen.

Het eerste, en tot nu toe enige gepubliceerde, onderzoek naar concentraties UFS enerzijds en medische gevolgen anderzijds is uitgevoerd onder leiding van het RIVM door Janssen, N.A.H., Hoekstra, J., Houthuijs, D., Jacobs, J., Nicolaie, A., & Strak, M. (2022 en heet ‘Effects of long-term exposure to ultrafine particles from aviation around Schiphol Airport’. Deze publicatie is op deze site besproken, zie https://www.bjmgerard.nl/persbericht-rivm-over-ultrafijnstofonderzoek-rond-schiphol/ (met daarin een doorverwijzing naar het rapport).

(Men moet dit als volgt lezen: als de over lange tijd gemiddelde concentratie van UFS 3500 deeltjes per cm3 is, is het risico op medicijngebruik voor hoge bloeddruk binnen de blootgestelde doelgroep 5% hoger dan binnen een niet-blootgestelde controlegroep. Het getal 1,05 is het Relatieve Risico RR.
Zou de concentratie 7000#/cm3zijn geweest, dan was datzelfde extra risico 10% geweest. Dan had er dus RR = 1,10 gestaan. De eenvoudige aanname dat effecten evenredig zijn heet een lineair of eerste orde-verband).

Het Schipholonderzoek richtte zich op zes hoofdcategorieën, met daarbinnen een onderverdeling. Binnen die onderverdeling lieten vier categorieën een sterk verband zien. Deze zijn hierboven afgedrukt. Daarnaast waren er categorieën die een positief verband lieten zien dat niet sterk genoeg was, en in enkele gevallen was er een omgekeerd verband.
De cijfers zijn gecorrigeerd voor allerlei mogelijke andere verklaringen (als PM2.5 en geluid) en hebben dus puur betrekking op UFS van vliegtuigen.
Het RIVM meent dat verder onderzoek  nodig is.

Transport & Environment (T&E), de lobbyorganisatie in Brussel voor de natuur- en milieuorganisaties, heeft onderzoeksbureau CE Delft gevraagd om een schatting te maken van de extra ziektelasten rond 32 grote luchthavens in Europa (de EU, Groot-Brittanië, Zwitserland en Noorwegen).
Dit onderzoek is gepubliceerd op 25 juni 2024 en is de aanleiding voor dit artikel. Het is te vinden op https://www.transportenvironment.org/articles/ultrafine-particles-from-planes-put-52-million-europeans-at-risk-of-serious-health-conditions . Aldaar het persbericht, doorlinkmogelijkheid naar het volledige rapport van CE Delft en naar de Briefing door T&E, die gelezen kan worden als een samenvatting.

Methode en uitkomsten
CE Delft heeft zich geheel op het RIVM-onderzoek rond Schiphol  gebaseerd. Noodgedwongen, want er was geen andere studie die in voldoende detail èn de concentraties èn de medische effecten gemeten had.
De rest is een kwestie van lineaire extrapolatie en databanken. Men neemt een heleboel dingen aan, steeds op de eenvoudigste wijze. De concentraties in de afstandsbereiken <5km, 5-10km, en 10-20km worden via een op het aantal vliegbewegingen gebaseerde evenredigheid afgeleid van idem op Schiphol via een gemiddelde concentratie per afstandsinterval. Via de RR per 3500#/cm3 op Schiphol wordt een RR per afstandsinterval voor elk van de 31 andere vliegvelden afgeleid.
Dat leidt, voor alle 32 vliegvelden samen, tot onderstaande verzamel-RR per afstandsklasse.

Daarna zoek je op hoeveel mensen er bij elk vliegveld in de betreffende afstandsintervallen wonen en hoeveel mensen uit die groep zonder vliegveld diabetes enzovoort zouden hebben gehad. De RR levert dan hoeveel extra mensen er een medisch effect hebben dat er niet geweest zou zijn als het vliegveld er niet geweest was.
Een getallenvoorbeeld.
Stel, binnen 20km van een vliegveld wonen 1.000.000 mensen en daarvan zouden er zonder vliegveld 50.000 diabetes hebben gehad (op basis van bekende medicatie). De aanwezigheid van het vliegveld veroorzaakt, over alle afstandsklassen binnen die 20km, gemiddeld 4% extra gevallen (RR=1.04). Met vliegveld hebben er dan 52.000 mensen diabetes. De 2000 verschil is dan in absolute zin het extra aantal gevallen.

Zodoende komt men tot 280.000 extra gevallen van hoge bloeddruk, 330.000 extra gevallen van diabetes en 18.000 extra gevallen van dementie. Binnen 20km van de 32 vliegvelden samen wonen 53 miljoen mensen.

CE Delft meldt dat in het Schipholonderzoek een aantal reële medische effecten gevonden zijn met onvoldoende significantie om mee te nemen. Het is dus niet ondenkbaar dat er meer effecten zijn.

CE Delft waarschuwt er nadrukkelijk voor  dat men voor dit resultaat veel versimpelingen en aannames heeft moeten doen, dat verdere studie nodig is (o.a. epidemiologisch veldwerk als dat van het RIVM), en dat men niet te kritiekloos met het rapport om moet gaan.

Wat valt er aan die extra UFS-concentraties  te doen?
Daartoe legt CE Delft uitvoerig uit hoe uitlaatgassen van vliegtuigen schei- en natuurkundig werken.
Op deze site is dat al vaker behandeld (bijvoorbeeld https://www.bjmgerard.nl/%ef%bb%bfover-luchtvervuiling-die-geen-ultrafijn-stof-is/ ). De uitleg van CE Delft loopt langs dezelfde lijnen als die  op deze site gepraktiseerd wordt,  Nieuw is dat ook smeerolie van vliegtuigmotoren een beperkte luchtvervuiling met zich meebrengt.

Onmiddellijk na de uitlaat bestaat het PM-aanbod uitsluitend uit non-volatiel PM en dat is in praktijk roet en/of black carbon. Black carbon is zuivere koolstof, roet bestaat uit black carbon waarin of waar tegenaan na verloop van enige tijd troep zit. Roet is een van de duidelijkste determinanten van schadelijkheid.  Black  carbon ontstaat door onvolledige verbranding van z.g. dubbele en aromatische moleculen. Aromatische verbindingen bevatten een ringvormige benzeenstructuur.

In kerosine zit meestal 0,03 – 0,06 gewichtsprocent (300-600 ppm)  zwavel. Die verbrandt en enige tientallen tot honderden meters verderop in de uitlaatpluim combineren en reageren die door met o.a. het uit de verbranding afkomstige water tot volatile PM. Die op hun beurt weer zich met de vorming van roet kunnen bemoeien.

Chemisch gezien moet je dus kerosine willen met zo weinig mogelijk zwavel (liefst 0), en met zo weinig mogelijk aromaten (ondergrens bij de huidige motortechniek ruim 8%).

Daartoe bestaan twee hoofdroutes:.
Of je geeft fossiele kerosine een hydrotreatment die alle zwavel en alle dubbele bindingen en ringstrusturen effectief wegreduceert  (in feite was je de fossiele kerosine met waterstof). Dat is een gangbaar chemisch-technologisch proces. Op die manier wordt bijvoorbeeld alle autobrandstof onder de verplichte 10 ppm geduwd. Nadeel is dat je er kostbare waterstof voor nodig hebt en als die groen moet, wordt die schaars.
Of je gaat werken met synthetische kerosine die van nature nauwelijks zwavel en aromaten bevat. CE Delft gebruikt het voorbeeld van UCO-HEFA, in de volksmond fritesvet-kerosine. Die grondstof heeft overigens ook een hydrotreatment nodig, maar dat geldt niet voor alle soorten synthetische brandstof.

Kortom, kerosine zonder zwavel en met weinig aromaten kan technisch gewoon vervaardigd worden.
Uit het CE Delft-rapport blijkt dat het volledig zwavel- en aromaatvrij maken van kerosine tot drie tot vier keer lagere concentraties en tot drie tot vier keer minder extra ziektegevallen zou leiden.

Het meest recht toe, recht aan is om dergelijke kerosine verplicht te stellen, bijvoorbeeld via de Europese wetgeving. Voor auto’s is dat al decennia de praktijk.


Schipholwatch schrijft erover

Op https://schipholwatch.nl/2024/06/25/gezondheid-miljoenen-europeanen-onnodig-in-gevaar-door-vieze-kerosine/  schrijft  Schipholwatch overhet algemeen adequaat over de studie. Hierover echter twee opmerkingen.

Schipholwatch voegt een eigen commentaarpassage toe, namelijk dat de vliegtuigindustrie voor een paar cent per liter zijn kerosine net zo schoon kan krijgen als autobrandstof al decennia moet zijn, en dat dat schandalig is.
Deze bewerkingskosten staan niet in het rapport van CE Delft. Zoiets staat wel in de Briefing die opdrachtgever T&E heeft doen uitgaan bij de presentatie van het CE Delft-rapport. Daar spreekt T&E over bijna vijf cent per liter. Schipholwatch had hier zijn bron nauwkeuriger moeten aangeven.
Dit neemt niet weg dat het commentaar op zijn plaats is.
Even weer een getallenvoorbeeld.
In een A320 NEO kan ongeveer 25000 liter kerosine. Als het bijna 5 cent/liter kost om die volledig te ontzwavelen, kost een vlucht dus ongeveer €1200 meer. Er zitten als regel ca 180 mensen in, dus een ticket bij maximaal vliegbereik zou er een kleine zeven Euro duurder door worden.
Om deze ene vlucht te ontzwavelen, zou (volgens T&E) 190kg waterstof nodig zijn.

Voor eerdere interesse in dit onderwerp zie Roet en zwavel uit straalmotoren, dat kan veel minder en kun je zwavelvrije kerosine kopen-vervolg .

Schipholwatch laat een van de twee hoofdroutes uit het CE Delft-rapport weg, namelijk die via synthetische kerosine. Schipholwatch is daar geen fan van, maar in dit geval had dit, naar mijn mening, wel vermeld moeten worden.
Ontzwavelen van kerosine is een noodoplossing. De echte oplossing is een combinatie van minder vliegen en op synthetische kerosine vliegen.

Eindhoven Airport
In bovenstaande kaart de 5-, 10- en 20km-cirkels rond het midden van de baan van het vliegveld. De drie kruisjes nabij het vliegveld geven de drie UFS-meetpunten van het Regionale Meetnet. Van juli 2021 t/m juni 2022 zat de gemiddelde concentratie daar rond de 14.500 #/cm3 , waarvan grofweg 10.000#/cm3 vanwege de luchtvaart. Zie https://www.bjmgerard.nl/luchtmetingen-op-en-rond-eindhoven-airport-in-2022/ .

Vliegveld Eindhoven is niet meegenomen in het CE Delft-rapport.
Maar de redeneerwijze van CE Delft is dermate geabstraheerd en vereenvoudigd dat men de methode moeiteloos kan transplanteren naar de 5-, 10-, en 20km-cirkels rond het vliegveld.

Gemiddeld hebben de 32 onderzochte vliegvelden 390.000 vliegbewegingen per vliegveld. Eindhoven Airport is met 41.500 vliegbewegingen ca 10,5 keer zo klein dan het gemiddelde grote Europese vliegveld. Vanwege de lineaire aanname van CE Delft zijn dan ook de RR’s 10,5 keer zo klein. Komt wat vervuiling door het militaire vliegen bij.
Dus doe de RR’s hierboven gedeeld door ongeveer 10.

Zodoende is de RR voor dementie binnen de 5km-cirkel 1,02 – het ‘natuurlijke’ aantal dementiegevallen in Meerhoven, Wintelre, Acht, west-Eindhoven en het grootste deel van Veldhoven wordt met 2% verhoogd.
Zo ook is de RR voor zelf gerapporteerde diabetes in de 10km-zone 1,01. De gemeenten Eind-hoven, Veldhoven, Aalst-Waalre, Best en Oirschot liggen geheel, en Son en Breugel en Eersel liggen gedeeltelijk binnen die cirkel. Samen zijn die goed voor een kleine 400.000 inwoners. Ca 5% heeft volgens het CBS diabetes-2, dus ergens rond de 20000. Het vliegveld maakt daar dus 20200 van.

Lokale politiek
Misschien moet de lokale of regionale politiek CE Delft opdracht geven hun rapportage voor de omgeving van vliegveld Eindhoven uit te voeren?

Fietsen naar de Sahara

Vooraf
Elk jaar gaan mijn vrouw en ik op fietsvakantie, dit jaar in Denemarken. Verstandig om vooraf wat trainingsritjes in te plannen en deze ging naar de Sahara – de Lommelse Sahara wel te verstaan, bij Luyksgestel net over de Belgische grens. De trigger was een artikel van hoofdredacteur Lucas van Houtert in het Eindhoven Dagblad van 10 maart 2024 ( alles-ging-langzaam-dood-rond-de-zinkfabriek-zo-ontstond-de-lommelse-sahara ).

Nu is het onderwerp niet nieuw in deze kolommen. Ik heb in de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ een artikel afgedrukt dat ik in 1984 voor het SP-blad De Tribune heb geschreven. Dat is dus net 40 jaar geleden en nog eens tien jaar eerder is de fabriek in kwestie gesloopt. Ook twee jubileums dus.

De Sahara (de naam is uit de volksmond en snel overgenomen) is een surrealistisch gebied met extreme enerzijds-anderzijds tegenstellingen. Wat je ziet is vaak niet wat je denkt dat je ziet.

Wie meer over de geschiedenis wil lezen, kan terecht bij het Lommelse Erfgoedhuis ( https://www.erfgoedlommel.be/ ). Daar komen ook de foto’s van de voormalige fabriek vandaan.

Enerzijds
Dit gebied was vroeger straatarm, er waren geen vakbonden en het was dunbevolkt. Vandaar dat er een heleboel vervuilende non-ferro bedrijven neergeplant zijn, o.a. om de geroofde Kongolese ertsen te verwerken.

Er staan nog twee zinkfabrieken in Balen (die nog steeds zink produceert) en Pelt (die tegenwoordig zinkresten recyclet). De Lommelse fabriek heeft als Dritte im Bund er gestaan van 1904 tot de sloop in 1974.

De fabriekseigenaren hadden het soort patronaatsysteem dat Philips in Eindhoven, met andere accenten, ook had. Er was zowat niks, dus zorgde de baas voor huizen (voor die tijd relatief goed, maar de luxe daalde met de stand van de bewoner), eigen ontspanning, onderwijs  en ook anderszins geestelijke ondersteuning, wat goed van pas kwam want bepaalde functies waren levensgevaarlijk.
Wijknamen als Lommel-werkplaatsen en Overpelt-fabriek getuigen er nog van.

De fabriek stond op de Maatheide, toen een natuurgebied met bos, heide en moeras. Maar dat veranderde snel.
De zinkproductie, indien slecht vormgegeven, kan extreem vervuilend zijn. Het bij roosten van de ertsen (vaak sulfides) komt veel zwaveldioxide vrij. In de toen gebruikte hoogovens ontstaat zuiver zink in de dampvorm en die damp condenseert tot fijn zinkstof dat voor  een deel ontsnapt.
Bovendien bevat zinkerts vaak ook bijgemengd cadmium, lood en arsenicum en dat komt ook vrij.

Het duurde niet lang of alle vegetatie rond de fabriek begon af te sterven. Daarna kwam het kale zand vrij te liggen en zo lag er in de jaren ‘1930 rond de fabriek een stuifzandgebied van ca 700 hectare. Er ontstond paniek, want als de wind verkeerd stond begon Lommel, en met name het gehucht Weirken, onder te lopen. Het zand moest met schotten worden tegengehouden.

Met moet met zandverstuivingen niet spotten.
Wij hebben in Nederland het Kootwijkerzand, waaronder een vroeger dorp ligt. Ook dat stuifgebied is (mede) veroorzaakt door een milieuramp in de Middeleeuwen, te weten de houtskoolproductie voor de toen bloeiende ijzerwinning op de Veluwe. Zie https://www.bjmgerard.nl/het-jaar-1000/ .
Ook aan de Poolse Oostzeekust ligt het onder een hoog duin begraven dorp Łącka, eveneens ontstaan door teveel houtkap ( https://www.bjmgerard.nl/het-slowinski-nationaal-park/ ).

Er kwam een soort wanhoopsoffensief tegen het stuivende zand.
De ene maatregel was dat er in de jaren 1950 tonnen huisvuil uit Antwerpen en Brussel gedumpt zijn. Men ziet dus niet een mooi zandstrandje, maar een afgedekte vuilstort.
De tweede maatregel is dat men berken en dennen is gaan planten, van buiten naar binnen. Men ziet dus geen fraai natuurlijk bos, maar een ergens vanaf de jaren 1980 aangelegde verdedigingswal. Inmiddels heeft die het stuifzandgebied teruggedrongen tot 193 hectare.
Tot slot heeft men het bouwpuin van de gesloopte fabriek in het gebied gedumpt, met de zinkresten er nog in. Los daarvan liggen er ook overal zinkslakken, die als verhardingsmateriaal gebruikt zijn (net als in Zuidoost Brabant). Die slakken logen door de regen uit.

Het leven probeert er wat van te maken. Links een rare puist met (bij mijn  weten) pijpestrootje, rechts zandzegge

Loopt men er rond, dan ziet men rare brokken beton. Dat is het overblijfsel van de Poudreries Réunies de Belgique, dis het gebied gebruikte als test- en schietterrein voor granaten en springstoffen.

De ‘vennen’, die men denkt te zien, zijn geen vennen, maar zandafgravingen. Het gebied bevat fijn wit zand (daarom stoof het zo goed). Vanaf de jaren 1950 tot begin jaren 1980 heeft de familie Tourniet er tot 10m a 30m diepte zand afgegraven. Het is levensgevaarlijk (voor mensen) om erin te zwemmen, omdat er vanwege de diepte koud water in kan zitten en er (vanwege het diepteverschil) onder water landslides kunnen optreden. Bovendien zitten er veel zware metalen in het water. Ten overvloede staat er ook een bord dat waarschuwt voor blauwalg, maar daar is niets van te zien. Er zat een kudde mooie brandganzen in en langs het water, maar ja, die lezen geen borden.

Nu het anderzijds
Na langdurig publiek-privaat overleg kwam er een deal tussen aan de ene kant  diverse overheden en maatschappelijke organisaties, en aan de andere kant de multinational Sibelco. Sibelco doet in de winning van zand, klei en vergelijkbare mineralen en maakt daar allerlei halffabricaten van (zie https://www.sibelco.com/en/sites/lommel en https://www.sibelco.com/en ). Die halffabrikaten zijn op hun beurt weer grondstof voor allerlei toepassingen als glas, silicium voor chips, bouwmaterialen, etc.

De deal was dat Sibelco het gebied voor eigen rekening zou saneren, en dat Sibelco het recht zou krijgen het Lommelse zilverzand te winnen. Inmiddels zijn de graafputten van Sibelco 60m diep.

Sibelco startte de sanering in 2003 ( nieuwsblad.be over start sanering in 2003  ). Wat er precies gesaneerd is en hoe goed dat gebeurd is, is onduidelijk. Bezoekers zeggen dat je onder omgewaaide bomen nog steeds huisvuil vindt. Er is in elk geval een heleboel vervuilde grond afgegraven en opgeslagen in een soort sarcofaag.
In het Nieuwsblad van 28 maart 2003 toonden zowel de voorzitter van Sibelco als de burgemeester van Lommel zich heel blij.

Vervolgens is Lommel het gebied qua natuur, toerisme en recreatie gaan ontwikkelen. Het grotere gebied Bosland, waarvan de Sahara een deel is, is in 2023 tot Nationaal Park uitgeroepen, en dat maakt weer deel uit van het Natura2000-gebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden‘ .

Bij een van de ingangen (Sportveldenstraat 10 in Lommel) staat een richtingbordje ‘Sahara’ naast een bord waar op staat dat zwemmen levensgevaarlijk is. Via een nieuwe voetgangersbrug over het nabijgelegen Kempisch Kanaal (mooie brug) kan men het gebied vanaf de andere kant in en er is een uitkijktoren gebouwd met ook weer een uiterst innovatieve constructie.

Kinderen kunnen in de Sahara rondrauschen wat ze willen. Wat kun je op een vuilnisbelt kapot maken?

Het werkt op mij allemaal heel vervreemdend. Laten we het er maar op houden dat de Belgen op creatieve wijze van de nood een deugd gemaakt hebben.

Bedrijvenpark in Tiel wordt zelfvoorzienend en Nul Op de Meter

Planimpressie uit het rapport van de Commissie m.e.r.

Energy Hub Medel
Voor het eerst wordt er in Nederland een bedrijventerrein energetisch zelfvoorzienend en energieneutraal. Dat is het Bedrijvenpark Medel in Tiel, waarvoor bestuurlijk de gemeente Tiel en de gemeente Neder-Betuwe verantwoordelijk zijn.
Er is een bestaand park Medel en  een park in wording Medel II of ‘Afronding Medel’ dat in ontwikkeling is. Het ligt omsloten door de Linge, het Amsterdam-Rijnkanaal en de A15.
Rituals gaat zich er vestigen.

De techniek is in handen van netbeheerder Liander en ingenieursbureau Joulz. Joulz doet tevens de investering en wordt ontwikkelaar en exploitant van deze ‘energiehub’.
Zie https://joulz.nl/nl/nieuws/zelfvoorzienend-bedrijvenpark-met-nul-op-de-meter .

Alle bedrijven zijn verplicht lid van de Coöperatie OCT (Ondernemers Coöperatie Tiel). OP deze manier zijn ze medebeheerder van het terrein.

De verduurzaming van de energievoorziening was zowel gewenst als gedwongen.
Gewenst, omdat er in de coöperatie al een hele tijd over gedacht werd.
Gedwongen, omdat Liander voor een onbepaald aantal  jaren geen stroom zou kunnen leveren of afnemen. Er ligt wel een aansluiting op het elektriciteitsnet, maar daar gaat dus voorlopig geen stroom doorheen.

Uiteindelijk is gekozen voor zonnepanelen op het dak (de Commissie m.e.r. schat dat er ongeveer 45 hectare dak ligt), in combinatie met een grote parkbatterij en uiteraard software. Voor de veiligheid staat er een gasgenerator als achtervang en een dieselgenerator als achter-achtervang (de bedoeling is dat die nooit aangaat). De documentatie op Internet vermeldt geen getallen.

Het kostte enige moeite om de onwennigheid bij de ondernemers weg te nemen, maar uiteindelijk lijkt de algehele constructie zakelijk verantwoord te zijn. Ondernemers hadden de neiging om een flinke extra vermogensreserve te claimen, die vaak bij een kritische beschouwing onnodig hoog was. Bovendien vallen de piekbelastingen van de verschillende bedrijven op verschillende tijden. Joulz en Liander verwachten dat het allemaal moet lukken. En anders is er altijd nog de gasgenerator als redder in de nood.


Energyhubs in Noord-Brabant
Deze site focust op Noord-Brabant en daar is er een Energy Hub op het Kempisch Bedrijvenpark (KBp) in Hapert. Dat park heeft nog wel een aansluiting op het net waar stroom doorheen kan, al is ook in die regio het probleem groot. Zie https://www.bjmgerard.nl/statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ .
Op het KBp doen 18 bedrijven mee aan de hub ( www.netbeheernederland.nl/overeenkomst-energiehub-hapert-getekend )

Overheden en VNO/NCW doen pogingen om het oude Eindhovense bedrijventerrein De Hurk te verduurzamen, onder meer met een Energy Hub, maar da blijkt erg complex. Zie https://innovationorigins.com/nl/samenwerking-op-de-hurk-grootste-goed-in-voorbereiding-op-local-energy-hub/ .

Scholt Energy beschrijft een hub-project in Waalwijk op https://www.scholt.nl/actueel/pilot-local-energy-hub-met-gedeeld-laadplein/ .

Dit gaat een groot onderwerp worden.

Presentatie Paul Peeters over duurzaam toerisme in LEO-vergadering (update dd 03 juni 2024)

De belangrijkste expert in Nederland op het gebied van duurzaam toerisme, Paul Peeters, sprak in het informatieve deel van de LEO-vergadering van 30 mei 2024 (Luchthaven Eindhoven Overleg). Het voorstel om hem te laten spreken kwam van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2).
Peeters is verbonden aan de Breda University of Applied Science .


Concrete aanleiding voor het verzoek aan Peeters was de studie, die hij samen met Bernadett Papp heeft uitgevoerd in opdracht van de The Travel Foundation. Die foundation (‘Stichting’) werkt voor ondernemers uit de toeristische sector die iets verder kijken als hun neus lang is, en die ziet hoe zonnige stranden afkalven en Caribische eilanden onder water lopen door de stijgende zee. De Travel Foundation is opgericht ter uitwerking van een statement van de sector bij de klimaatconferentie in Glasgow.

Peeters toonde in zijn presentatie aan dat men de broeikasgasemissie niet op tijd en in voldoende mate omlaag krijgt met alleen maar technische middelen. Er is ook een gedragsverandering nodig. Niet alles kan meer.
Klimatologisch verantwoord gedrag hoeft voor de sector echter geen drama te worden. De economische basis verschuift meer dan dat hij instort. Vakantiegangers zullen moeten leven met vakanties dichter bij huis, minder vaak en langer (liever eenmaal twee weken naar Kreta dan twee maal één week naar Bali). En vaker met de HSL, of desnoods met Flixbus, naar de bestemming.

De studie van Peeters en Papp “Envisioning Tourism in 2030 and beyond” is in deze kolommen beschreven in https://www.bjmgerard.nl/stel-je-je-het-toerisme-in-2030-en-2050-eens-voor/ . Aldaar ook de link naar het rapport zelf.
De presentatie van Peeters op 30 mei in het LEO is hieronder te downloaden.


Voorbeeld van een zichzelf door het klimaat vernietigend toerisme is Bonaire.
Een groot deel van de toeristische stranden van Bonaire zal onder water lopen, en de, eveneens toeristisch belangrijke, koraalriffen kunnen afsterven als direct gevolg van de klimaatverandering, die mede veroorzaakt wordt door al die toeristen die naar Bonaire vliegen. Zie https://nos.nl/artikel/2446375-onderzoek-bonaire-dreigt-onder-te-lopen-bij-extreme-klimaatverandering .
Kijk desgewenst ook bij Greenpeace op de site.

Daarnaast kan het toerisme zijn trekpleisters ook door sociale en maatschappelijke redenen vernietigen, zoals door de enorme drukte, met daarbij horende gevolgen, in bijvoorbeeld Venetië, Mallorca, Amsterdam, Barcelona en bijvoorbeeld de Galapagoseilanden. Daar had Peeters het in zijn presentatie niet over, maar het kwam wel in de discussie aan de orde.

Bonaire

Aanwezig bij de Klimaatmars op de Zuidas (en vooraf)

Ik was aanwezig bij (en heb mee-georganiseerd aan) aan de Klimaatmars op de Amsterdamse Zuidas op 31 mei 2024.

Mee-georganiseerd
Ik was depot in de regio Eindhoven voor flyers en posters van de landelijke Klimaat Crisis Coalitie. Ik heb twee zendingen grotendeels weggewerkt.

De landelijke Vereniging Milieudefensie liet vanuit een aantal plaatsen een gratis bus rijden, waaronder uit Eindhoven. Aan mij de taak die zo vol mogelijk krijgen. Dat is via netwerken in de regio behoorlijk gelukt. De bus zat grotendeels vol en dat op een doordeweekse werkdag.

Aanwezig
Voor het eerst in mijn leven op de Zuidas geweest. Ik vond het zelf eigenlijk wel een mooi gebied, met aparte architectuur. Maar terzake.

Milieudefensie had mij gevraagd mee te helpen met hun presentie tijdens de mars. Het meest opvallende deel daarvan bestond uit een hele grote groene milieuvuist die op een kar gemonteerd was. Men vroeg mij om tijdens de mars het linkerachterwiel van de constructie te begeleiden, zodat er geen mensen, honden en poezen onderkwamen, illegale meelifters te weren en om een oogje in het zeil te houden als het gevaarte scheef kwam te staan door een stoeprand of een verkeersheuvel, of als de top in worsteling kwam met Amsterdamse boomkruinen. Ging allemaal goed.

Grootste probleem was dat er pal achter de kar een live band liep met veel trommels en trompetten. Die speelde best goed, maar heeeeel erg hard. Ik had het idee dat mijn laatste restanten middenoor eraan zouden gaan. Gehoorapparaten uit, een goede ziel nood mij vanuit het niets twee oordopjes aan, soms dan nog de handen op de oren, en dan was het nog erg. (Overigens had de band zelf ook oordopjes in). Men zou hier eigenlijk afspraken over moeten maken.

Verder ging het allemaal goed. Volgens de politie waren er ca 15000 mensen (op een doordeweekse werkdag), en dat is niet slecht. De manifestatie kwam op het NOS-Journaal en elders.

XR aan het werk

Het programma:

  • 13.30: Verzamelen op het Gustav Mahlerplein.
  • 13.50: Verrassingsvoorprogramma.
  • 14.00: Opening met speech van Sieger Sloot en start Klimaatmars ( route van 1,6 kilometer).
  • 15.30: Podiumprogramma met theatermonoloog door Freek Vielen en het Klimaatlied door Aafke Romeijn.
  • 16.00 – 18.00: Protestival met kraampjes en spelletjes  Protestival.

Men kan meer over de demonstratie lezen op https://milieudefensie.nl/actueel/dit-was-de-klimaatmars-op-de-zuidas .

Mijn partij, de SP, liep ook mee. Blij dat de inzet van de SP voor klimaatzaken groeit.

Mildef-groep Ehv nodigt religieuze organisaties uit om ING-proces te steunen

Milieudefensie regio Eindhoven -De Kempen, van welke groep ik actief lid ben, heeft zoveel mogelijk religieuze organisaties in de regio uitgenodigd om ondersteuner te worden van het klimaatproces, dat eind 2024 verwacht wordt tegen de systeembank ING (dit in samenspraak met landelijk).
Met name de internationale stad Eindhoven kent heel veel nationale en internationale geloven in alle soorten en maten.
In de brief worden er vanuit het rentmeesterschap-beginsel de organisaties op hun morele plicht gewezen de aarde in goede conditie te houden, en dit vorm te geven door aan het ING-proces mee te doen.

Zie ook Milieudefensie bij kerkelijke klimaatavond .

Mocht iemand uit religieuze kringen in de regio Eindhoven deze tekst lezen, terwijl de brief hem of haar niet bereikt heeft, dan kan hij onze lokale groep  bereiken op het emailadres eindhoven@milieudefensie.nl . Niet alle groepen zijn per email bereikbaar.

De brief  kan hieronder gedownload worden.

Vliegen in een orkaan!

Inleiding
Na elke duizendste bezoeker doe ik iets apart en deze keer een gedicht.

Ik ben niet sterk met gedichten. Ik vind dat jammer, maar helaas zijn er meer dingen waar ik niet goed in ben en dat vind ik soms ook vervelend. De bewering is dus niet schamper bedoeld.
Als dan toch, dan moet het geen wilde gedachtensprongen maken en niet al te associatief zijn. Ik ben nu eenmaal een redelijk rechtlijnige denker.


Hierna een gedicht dat ik kan volgen en wel mooi vind. Het gaat over piloten (met wetenschappers aan boord) die om meteorologische redenen door het oog van een orkaan vliegen. Dat doen ze het liefst met turboprops (om precies te zijn met twee Lockheed WP-3D Orion turboprops), want die zijn betrouwbaarder dan straalvliegtuigen in downdrafts. Ze heten Kermit the Frog en Miss Piggy. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/NOAA_Hurricane_Hunters en http://www.omao.noaa.gov/aircraft-operations/noaa-hurricane-hunters .  In een foto bij een artikel in de Scientific American van maart 2000 had Miss Piggy er al 56 vluchten op zitten (elke vlucht leidde tot een ‘plakplaatje’ op de romp). Ze hebben ook een Gulfstream IV-SP straalvliegtuig dat heel ver, heel snel en heel hoog kan vliegen (15km), maar die waagt zich niet in de orkaan zelf.

Hurricane Allen dd 07 augustus 1980 , https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=85443149

Een Youtubefilm van Miss Piggy die door de zeer krachtige orkaan Milton (2024) vliegt is de moeite waard. Zie https://www.youtube.com/watch?v=-0y8F6ZkZQs .


Meer orkanen in 2024 in de Atlantische Oceaan
Een recent BBC-artikel vermeldde een waarschuwing van de NOAA (zeg maar, het KNMI van de VS) dat het aantal orkanen in het Atlantisch gebied >= categorie 3 wel eens zeven kon zijn, waar drie normaal is. Dat ligt deels aan de hogere temperaturen van de oceaan (en dat ligt weer aan het klimaat), en deels aan de omslag van El Niño naar El Niña , en dat ligt mogelijk niet aan het klimaat. Vanwege diezelfde omslag zouden er in de Stille Oceaan in 2024 minder orkanen zijn ( BBC News_23 mei 2024_Atlantic to get extraordinary hurricane season ).


Men zegt (in het BBC-artikel) dat er geen bewijs is dat de klimaatverandering tot meer orkanen leidt, maar wel dat ze vaak zwaarder zijn.
Een overzicht van de zware orkanen (>= categorie 3 op de Saffier-Simpson schaal) hieronder.

 Overigens verdwaalde het restant van de cycloon Ophelia in 2017 een beetje en ramde Ierland, Schotland en Rogaland in Noorwegen ( https://en.wikipedia.org/wiki/Hurricane_Ophelia_(2017) ). Het kostte drie Ieren het leven en richtte voor minstens $88 miljoen schade aan in Ierland en het UK.  Onze regio is dus niet geheel veilig.

Zonnepanelen maken woningen van Casade Waalwijk mogelijk elektrisch onveilig


Update dd 31 juli 2024

Na het schrijven van dit artikel 28 mei heeft netbeheerder Enexis bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aangifte gedaan vanwege een mogelijke illegale aansluiting. Het is nog niet duidelijk wat daar uitkomt.
De contactpersoon van de twee huurders bij RVO (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland) steunt de gedachte dat ereen NEN1010 keuring (laagspanningsinstallatie van woningen) plaats moet vinden onder toezicht van zijn organisatie op het adres waar dit alles speelt.

Er is sinds 28 mei 2024 nog meer gebeurd. Dat is of in het eerdere artikel verwerkt Merkwaardige financiële driehoeksconstructie bij verduurzaming Waalwijkse huurwoningen of nog niet verwerkt.
(waarnaar elders nog niet in dit artikel verwerkt. Mensen die serieus interesse hebben, kunnen mij een mail sturen (zie onder de TAB Contact)


Oorspronkelijke tekst dd 28 mei 2024

Ik ondersteun twee huurders van de woningbouwvereniging Casade die contact gezocht hebben met de SP-fractie in Provinciale Staten van Noord-Brabant.
Steen des aanstoots is zowel de juridische als de elektrotechnische constructie, die gekozen is om de huurwoningen te verduurzamen middels zonnepanelen.
De juridische constructie is die van een geknevelde coöperatie, waarin de firma INNAX Dakenstroon BV zowel de dienst uitmaakt als, als zelfbenoemd beheerder, vruchten plukt van de opbrengst van zonnestroom.
De elektrotechnische constructie is dat de stroom van de panelen op het dak afgevoerd wordt via de meterkast van de bewoners.
Vervolgens rekent de verhuurder Casade juridisch de op het dak opgewekte stroom volledig toe aan de woning eronder, terwijl het overgrote deel van de stroom daar niet gebruikt wordt. Deze fictieve toerekening maakt een fictieve grote sprong in het energielabel mogelijk, waarvoor niet-fictieve subsidies zijn opgestreken.

Op deze site is hierover al eerder geschreven op Merkwaardige financiële driehoeksconstructie bij verduurzaming Waalwijkse huurwoningen . De constructie wordt overigens ook toegepast in Loon op Zand en Dongen, en er zijn meer woningbouwverenigingen die er oren naar hebben.

Er rommelt het een en ander in rijksorganisaties als het ministerie en RVO, want zo was de regelgeving niet bedoeld.

De huurders en ik hebben een Open Brief opgesteld, die op dit moment focust op het elektrotechnische deel, dus op de fysieke veiligheid, van de installatie. De andere misstanden echter behouden de aandacht. De Open Brief is aangeboden met een persbericht dat hieronder staat afgedrukt. De Open Brief is een bijlage bij het persbericht.
De contactgegevens staan wel in de oorspronkelijke brief, maar zijn in dit artikel weggelaten.
Het persbericht met brief is verzonden aan de Veiligheidsregio en de burgemeesters van Waalwijk, Loon op Zand en Dongen; aan Casade, Enexis en INNAX Dakenstroom BV en de huurdersvereniging; aan de fractievoorzitters in de drie plaatsen; en aan een groot aantal persorganen.



Persbericht                                                                        27 mei 2024

Zonnepanelen maken woningen in Brabant fysiek onveilig

Geachte redactie

De woningbouwvereniging Casade, die woningen verhuurt in Waalwijk, Loon op Zand en Dongen, wil haar woningbezit verduurzamen. Dit is conform de taakstelling van de sociale huursector.

Casade heeft hiertoe, samen met INNAX Dakenstroom BV, ter exploitatie van op het dak gelegde zonnepanelen een coöperatieve constructie Dakenstroom ontwikkeld.

De wijze echter waarop Dakenstroom in praktijk vorm gekregen heeft, is zeer omstreden.
Doordat Innax binnen de coöperatie statutair aan zichzelf een bijna absolute macht heeft toegekend, alsmede  de rol van beheerder, is er sprake van een soort gedwongen winkelnering. De beheerskosten, die blijkens de jaarverslagen 2022 bijna het gehele vrij besteedbare budget van de coöperatie beslaan, worden nauwelijks gespecificeerd. De PV-panelen op het dak worden niet buiten de woningen om op het stroomnet aangesloten, maar via de meterkast van een aantal bewoners met behulp van een bypass. Daardoor wordt de fictie gecreëerd dat de bewoners voor de volle honderd % profiteren van de op hun dak gelegde panelen (terwijl dat in werkelijkheid maar ca 3% is). Vervolgens wordt op basis hiervan het woninglabel sterk opgehoogd, terwijl er aan de woning zelf slechts beperkt verbeteringen aangebracht zijn. Op basis van deze fictieve woningverbetering heeft Casade subsidie ontvangen.

Een en ander heeft geleid, en leidt nog steeds, tot veel discussie, ook binnen de Rijksoverheid. Het ministerie heeft bijvoorbeeld de mazen in de regelgeving gedicht m.b.t. de energielabeltoekenning voor toekomstige situaties.

Concreet staat nu ter discussie of de wijze, waarop de panelen gelegd en aangesloten zijn, fysiek veilig is. Dit om twee redenen.

De eerste is dat onduidelijk is of de elektrotechnische installatie in de meterkast aan de NEN1010-norm voldoet voor elektrische laagspanningsinstallaties. Toen op 06 mei 2024 vertegenwoordigers van Enexis, RVO en de huurder de niet goed werkende meter in de meterkast, die de PV-stroom van de panelen moest registreren, kwamen vervangen wilden de monteurs van Enexis hun werk niet doen omdat ze de installatie niet kenden, omdat deze niet met één hoofdschakelaar spanningsloos te maken was, en omdat delen van de installatie verzegeld waren, terwijl de uitgenodigde verzegelaars INNAX en de feitelijke bouwer van de installatie Van den Heuvel niet waren komen opdagen.
De eis is dat het zonnepark op het dak alsnog rechtstreeks op het elektriciteitsnet aangesloten wordt, buiten de woningen om.

De tweede reden is dat de panelen hutje mutje op elkaar liggen, waardoor een brand in een van de woningen onblusbaar is en het hele blok kan doen afbranden, zoals recentelijk in Presikhaaf in Arnhem gebeurd is.
De eis is dat de panelen op het dak gereorganiseerd worden, zodat tussen een panelenpakket en de scheidingsmuur met de buurwoning minstens een door de Brandweer aanbevolen stopstrook zit van een halve meter.

De Casadehuurders in kwestie hebben nu een Open Brief geschreven aan de Veiligheidsregio en aan de burgemeesters van Waalwijk, Loon op Zand en Dongen, en aan Casade, INNAX en Enexis, en aan de gemeenteraden. Via dit persbericht ontvangt uw redactie deze Open Brief als bijlage.

De in de Open Brief genoemde huurders zijn dhr. Grootswagers uit Waalwijk en Aussems uit Sprang-Capelle. Hun contactgegevens treft u onder de Open Brief aan.

Ondergetekende, de verzender van dit persbericht, assisteert de twee huurders vanuit de SP-fractie in Provinciale Staten van Noord-Brabant.

Namens ons allen hoop ik, dat uw redactie aandacht schenkt aan deze problematiek.

Met vriendelijke groeten

Bernard Gerard
Eindhoven
bjmgerard@gmail.com

Bijlage de Open Brief

Nog eens het CO2- plafond voor de Nederlandse luchtvaart en welke resultaten dat zal hebben

Inleiding
In het Ontwerp-Akkoord Duurzame Luchtvaart dd 21 feb 2019 zijn nationale CO2-doelen voorgesteld (zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31936-585.html ). Kort door de bocht: de emissies zijn in 2030 teruggebracht tot die in 2005, in 2050 tot de helft daarvan, en in 2070 is nul emissie een stip op de horizon waarvan de haalbaarheid onderzocht wordt.

Als de regering de hoeveelheid CO2 wil beperken, kan dat alleen worden afgedwongen als dat voornemen in een wet staat. Het proces om tot zo’n wet te komen loopt nu. Men heeft er al voor gekozen om een nationaal CO2 – plafond vorm te geven door een CO2 – plafond per luchthaven te definiëren. 
Er is op deze site al eerder over dit onderwerp geschreven op een-co2-plafond-op-alle-luchthavens-hoe-staat-het-er-voor?. Als men wil weten waarom deze keuze gemaakt is en hoe men die per luchthaven denkt uit te voeren, kan men in dit artikel terecht.

In de aanloop naar bovengenoemd proces (toen nog niet besloten was om het plafond per luchthaven op te delen) heeft CE Delft onderzocht wat de effecten van een nationaal CO2 – plafond zouden zijn. Die doorrekening is nog niet in bovenstaand artikel op de BVM2-site opgenomen. Hieronder wordt er alsnog aandacht aan de CE Delft-analyse (dd dec 2022)  besteed.

Reden waarom dit onderwerp juist nu opgerakeld wordt
Op 15 mei 2024 organiseerden Natuur&Milieu (Nederland) en Bond Beter Leefmilieu (België) een seminar in Brussel ‘Towards sustainable aviation’, dat geheel over het CO2 – plafond ging. Ik heb dat (digitaal) bijgewoond.
Er waren drie presentaties:

  • Twee ambtenaren van het Nederlandse I&W bespraken het doel en de uitvoering, en de daarbij gemaakte keuzes. Deze presentatie voegde niet veel toe aan wat al op onze BVM2-website staat. Het volstaat daarnaar te verwijzen.
  • Stefan Grebe van CE Delft besprak de ingeschatte gevolgen van het conform nationale doelen in diverse scenario’s vastgelegde nationaal CO2 – plafond . Dit is het onderwerp van het volgende verhaal.
  • Anne de Vries, een jurist van Natuur&Milieu (en onderzoeker bij Tilburg Law School, https://research.tilburguniversity.edu/en/persons/anne-de-vries ). Ze hield een verhaal over wat de mogelijkheden en onmogelijkheden waren van de EU-wetgeving op luchtvaartgebied. Dit stemde niet vrolijk – luchtvaartmaatschappijen worden goed beschermd. Mogelijk komt hierover een apart verhaal op deze site, maar niet nu.

De presentaties tijdens het seminar zijn te vinden op Seminar Towards sustainable aviation_15 mei 2024_N&M en BBL .

Nu dus over het nationaal CO2 – plafond.
Grebe baseert zich op twee CE Delft-studies ‘Impact assessment of a CO2 ceiling for Dutch aviation’ en ‘Updated Impact assessment of a CO2 ceiling for Dutch aviation’. Beide zijn te vinden op impact assessment of a co2 ceiling for dutch aviation . De eerste (korte) titel is een heel dik boekwerk dat al snel geüpdated moest worden omdat de regering Schiphol wilde terugschroeven van 500k naar 440k, Lelystad misschien toch niet open ging, de Fit for 55-onderhandelingen liepen en er dingen aan CORSIA veranderden.
Men kan het beste meteen de geüpdate versie binnenhalen en bovendien is die een stuk korter. Dit document dateert van december 2022.

Hieronder de acht scenario’s die doorgerekend zijn. De linker kolom spreekt voor zich en WLO Laag en WLO Hoog zijn gangbare welvaartsscenario’s van het Centraal Plan Bureau ( https://www.wlo2015.nl/ ).

 De twee hoofdzaken m.b.t. een CO2 – plafond is (1) dat het überhaupt bestaat (er is een wettelijke dwang), en (2) hoe hoog het is. Het eerste is goed, maar het tweede zeer matig.

In 2005 tankte de luchtvaart in Nederland 3,51 miljard kg vliegtuigkerosine. In 2019 (het laatste pre-Coronajaar) was dat 3,82 miljard, in 2022 3,07 miljard, in 2023 is het nog onbekend, en in 2030 mag het dus weer de 3,53 miljard kg zijn. Met andere woorden: het plafond staat nog steeds een beetje groei toe – inderdaad, mogelijk was die groei anders groter geweest.
CE Delft merkt niet voor niets al meteen op dat door het plafond het aantal vluchten niet zal krimpen, maar minder zal groeien. Zie hieronder.

De eerste grafiek stelt de ontwikkeling van het aantal vluchten voor als er geen CO2 – plafond zou zijn. (De daling in 2023 is een prognose van het effect van de tickettax).

De grafiek eronder toont hoe de bijbehorende CO2 – emissies met de jaren dalen als de ten tijde van het CE Delft-advies (dec 2022) nationaal, Europees en internationaal afgesproken maatregelen inderdaad genomen worden en werken. CE Delft gaat ervan uit dat dat gebeurt.
De CO2 – cap wordt daar modelmatig in gedachten aan toegevoegd en is apart ingetekend.


De stippellijn is het nationale beleid (dat van 2030 tot 2050 halveert van 11 naar 5,5 miljoen ton CO2 . De afknijpscenario’s 1, 2, 3 en 4 voldoen permanent aan het landelijke doel (en daar doet het plafond dus niets), met name in de groeiscenario’s 6 en 8 dwingt het plafond tot maatregelen. Maatregelen kunnen bijvoorbeeld zijn minder vliegen, kortere afstanden vliegen, met efficiëntere vliegtuigen vliegen, en meer Sustainable Aviation Fuel (SAF) bijmengen (die er dan wel moet zijn).
Als bijvoorbeeld die SAF er niet of te weinig is, kantelt het pakket met alle gekleurde lijnen omhoog met de 12Mton in 2020 als scharnier– met voor de hand liggende conclusies.
Wie een ambitieuzere afbouw van de CO2 wil, kantelt de stippellijn omlaag rond de 11,0Mton in 2030 als draaipunt– met dezelfde voor de hand liggende conclusies.

Wat betekent dit nu allemaal concreet voor de CO2 -emissies (waar het toch om gaat)?
Zoals  gezegd, doet het gekozen plafond in de vier ‘afknijpscenario’s’ 1, 2, 3 en 4 niets. Het had er net zo goed niet kunnen zijn.
In de scenario’s 5 en 7 doet het plafond bijna  niets.
In het wildste scenario 8 (Schiphol mag vanaf 2030 doorgroeien, Lelystad gaat open en de welvaart klotst tegen de plinten) scheelt het voor een als voorbeeldjaar gekozen 2040 ongeveer 0.9 miljard kg CO2. Om het wat makkelijker te zeggen: als het CO2 – plafond niet bestaan had, had de Nederlandse luchtvaart in 2040 in de CE Delft-voorspelling ongeveer 9 miljard kg CO2 uitgestoten, en als het wel bestaat, mag dat ongeveer ruim 8 miljard kg zijn. Het verschil tussen wens en wat mag duurt in dit wildste scenario van 2032 tot 2048, met een soms grotere en soms kleinere verschilwaarde. Die verschilwaarden moet je over 16 jaar optellen voor het totaaleffect op het klimaat.
In het bijna even wilde scenario 6 (net als 8, maar dan Lelystad niet open) is het verschil tussen de wens en het plafond iets minder dan bij scenario 8, en het duurt iets korter.
Als men aanneemt dat de scenario’s van CE Delft bewaarheid worden, en het plafond zo blijft als het nu voorgesteld wordt, dan doet  het CO2 -plafond alleen wat substantieels bij de wildst denkbare groei van Schiphol.
Als men aanneemt dat de scenario’s van CE Delft te rooskleurig zullen blijken, en als men bovendien aanneemt dat toekomstige regeringen het plafond dan intact laten, dan ontstaat er wèl een substantiële spanning tussen wens en norm.

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Eindhoven Airport
CE Delft zegt erg weinig specifiek over Eindhoven Airport; wat er staat is onzeker of niet reëel; en voor zover er iets staat is dat in het kader van het wilde groeiscenario 8 dat vooral over Schiphol en Lelystad gaat.

CE Delft prikt Eindhoven in 2040, op basis van scenario 8, zonder CO2 -plafond , op 48.000 vliegbewegingen. Dit terwijl het aantal vliegbewegingen, minstens tot 2030, in de regionale afspraken gemaximeerd is op 40.500. De enige manier om op papier in 2040 aan 48.000 te kunnen komen is dat men zich baseert op de bepaling in Van Geel dat als in 2030 de geluidscontour met 30% zal zijn teruggedraaid (een groot ALS), de daarop volgende verdere geluidswinst fifty-fifty verdeeld wordt tussen luchthaven en omgeving. Of CE Delft dat werkelijk doorgedacht heeft, valt uit het document niet op te maken.

Dit alles gezegd zijnde, verwacht CE Delft dat invoering van het CO2 -plafond op Eindhoven Airport tot een daling van 1200 vliegbewegingen (met een grote onzekerheidsmarge en t.o.v. die 48.000) zal leiden.

Vooralsnog kun je met de CE Delft-studie op Eindhoven Airport eigenlijk niets. Het is wachten op meer duidelijkheid.

De plannen van het vliegveld zelf zijn inmiddels een stuk ambitieuzer (zie versnelde-verduurzaming-eindhoven-airport-is-een-stap-vooruit-maar-die-stap-is-niet-groot-genoeg-en-kent-veel-onzekerheden ). Of deze ambitie uitvoerbaar is, is een ander