Aquathermie – mogelijkheden

Wat is aquathermie en wat zijn de voorwaarden?
Er is een Green Deal Aquathermie gesloten. Dat is een beleidsdocument, dat gebaseerd is op een technisch document van CE Delft en Deltares. Dat is te vinden op www.ce.nl/publicaties/2171/nationaal-potentieel-van-aquathermie .
Hierna wordt in het kort de techniek beschreven op basis van CE Delft/Deltares (ook de afbeeldingen). De opdrachtgever van deze studie was STOWA, zoiets als het wetenschappelijk bureau van de waterleidingbedrijven.

Men kan warmte aan water onttrekken om elders te verwarmen.
Als dat water oppervlaktewater is, heet dat TEO (Thermische Energie Oppervlaktewater). Als het afvalwater is TEA. Daarnaast kan warmte onttrokken worden aan drinkwater of rioolwater, maar dat levert veel minder op en blijft hier buiten beschouwing.

Schematische weergave van een Thermische Energie uitOppervlaktewater – installatie

TEO haalt ’s zomers warmte uit het water en stopt dat in een warmte-koudeopslag (WKO) in een watervoerende laag in de grond. Dat kan met open vormen van WKO, een bestaande techniek waarvoor de provincie bevoegd gezag is.
’s Winters wordt het water opgepompt en of centraal met een warmtepomp verwarmd tot 70°C, waarna het geschikt is voor bestaande woningen. Het alternatief is dat het onder 25°C verwarmd wordt, waarna individuele warmtepompen het per woning op de gewenste temperatuur brengen – wat kan in nieuwbouw met aangepaste verwarmingssystemen.
Je kunt met TEO ook koelen, maar daar is veel minder vraag naar.

Voor afvalwater (TEA) bestaan vergelijkbare schema’s op woningniveau (maar dat laat CE Delft on-onderzocht) en bij persleidingen, rioolgemalen en uitstroomkanalen van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI). Omdat hier minder een seizoensinvloed is, is geen tussentijdse opslag nodig.

Schema hoe in de zomer de temperatuur afgeroomd wordt

Voor aquathermie is een stadsverwarmingsinstallatie een vereiste.
De exploitatiemogelijkheden van een warmtenet zijn dan ook de eerste beperkende factor op de inzet van TEO. De warmtevraag in een buurt moet > 2000GJ/jaar zijn en de dichtheid > 600 GJ/ha*jaar (RVO, Afwegingskader Locaties 2013).
Verder beperkt CE Delft zich tot een transportafstand van 5km tussen bron en wijk.
Die watergangen zijn meegenomen, die in het Nationaal Watermodel zitten ( www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/applicaties-modellen/applicaties-per/watermanagement/watermanagement/nationaal-water/ , zie onder ‘Zoetwaterverdeling). Dit is een voorbeeldplaatje van wat er in dat model meegenomen wordt:

Schematisatie van het Dommel-watersysteem zoals gebruikt in het LSM-model

Uiteraard kan een oppervlaktewater maar eindig leveren en binnen 5 km kunnen meer buurten liggen. Daarvoor moet gerekend worden.

De opbrengst
TEO kan verrassend veel opbrengen.
Op dit moment is de landelijke warmtevraag van de gehele gebouwde omgeving (woningen, scholen, utiliteit etc) ongeveer 500PJ, waarvan 334PJ bediend zou kunnen worden met een warmtenet. Van die 334PJ kan ongeveer 200PJ geleverd worden met TEO.
In 2050 is de geschatte landelijke warmtevraag van idem 350PJ, waarvan 234PJ geschikt voor warmtenetten. Daarvan kan ca 152PJ geleverd worden door TEO.

Met TEA zou ongeveer momenteel technisch ongeveer 70PJ mogelijk zijn, en economisch 56PJ.

Brabant



Geografische weergave van het potentieel van TEO: warmteleverende waterlichamen en waterontvangende stadsdelen (in % van de vraag)

Er is alleen een geografische onderverdeling beschikbaar voor TEO. Voor TEA bestaat er alleen nog een landelijk totaal.

Toch wel merkwaardige uitkomsten.
Een waterrijke stad als Den Bosch zou dus voor meer dan de warmtebehoefte van de gebouwde omgeving verwarmd kunnen worden met warmte uit het oppervlaktewater (mits WKO en mits een stadsverwarming enz).
En ook in Helmond zou veel mogelijk moeten zijn. Hieraan heeft stadsverwarmingsexploitant Ennatuurlijk zelfs gerekend bij het verkennen van de toekomst van de Helmondse stadsverwarming (met de Zuid-Willemsvaart als bron – je ziet hem op de tekening liggen). Zie https://www.bjmgerard.nl/?p=8645  .Men vond het toch te duur en wil nu een van de twee ketels met hout gaan stoken.

Kosten
Het financiele bureau Rebel Group heeft van negen projecten de kasstromen doorgerekend om een indruk te krijgen van de economische mogelijkheden. Ze bevatten allemaal een WKO (de TEO + WKO in Houten bestaat al). Krijg je dit plaatje, met twee Brabantse projecten:

(IRR = Internal Rate of Return, het netto rendement van de investeringen)

Kritische kanttekeningen

  • De studie van CE Delft bevat geen milieuparagraaf. Het verlagen van de oppervlaktewatertemperatuur in de zomer zou gevolgen kunnen hebben, ook al zou je als leek inschatten dat het een verbetering is.
  • Al die TEO-installaties en WKO-inrichtingen vormen samen een giga-programma
  • Er zullen ook nog heel wat politieke stappen gezet moeten worden om de verplichte aansluiting van hele wijken op de stadsverwarming aanvaardbaar te maken
  • De totale warmtevraag van de hele gebouwde omgeving zit op dit moment ergens rond de 500PJ, waarvan TEO er ca 200PJ leveren kan, maar de totale primaire energievraag in Nederland was in 2018 3147PJ (zie www.ebn.nl/wp-content/uploads/2018/01/EBN-Infographic-2018-pdf.pdf ). Het nut is groot, maar lang niet groot genoeg.

De Green Deal
Op de bevindingen van CE Delft en Deltares is de Green Deal Aquathermie gebaseerd (C-229). Zie www.greendeals.nl/green-deals/green-deal-aquathermie .De tekst is een soort maatschappelijk contract tussen twintig partijen, enerzijds drie ministers, anderzijds een groot aantal lagere overheden, de Erasmusuniversiteit en enkele ondernemingen. Uit Brabant doen mee Brabant Water en Waterschap Brabantse Delta en Aa en Maas.
De twintig Partijen specificeren in de overeenkomst wat hun inbreng is.
Op een wat grotere afstand hebben zich daarnaast ook twintig Partners aangemeld, een heel divers gezelschap waaronder niemand herkenbaar uit Brabant.
Het budget is 1,25 miljoen, waarvan een miljoen van het Rijk.

De Green Deal loopt t/m 2021.

Geothermie in Brabant

Inleiding
De verduurzaming van Noord-Brabant heeft ook een belangrijke warmteparagraaf (zie www.bjmgerard.nl/?p=5553 ).  In dit provinciale warmteplan is 1,3PJ/y ingeruimd voor geothermie. Om een indrukte krijgen hoeveel dat is: het totale Brabantse energiebudget zit ergens rond de 290PJ en de opbrengst van alle Brabantse windturbines samen, indien gerealiseerd, en het is ruwweg evenveel als de windturbines langs de A16 op gaan brengen ( zie www.bjmgerard.nl/?p=6463 ).

Geothermiekansen, uit Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Het geothermie-getal is uiterst indicatief. Het berust op een inschatting op basis van algemene geologische overwegingen van wat de ondergrond mogelijkerwijs zou kunnen leveren. De afbeelding geeft het macro-plaatje, terwijl je pas echt iets weet met een heleboel micro-plaatjes.
Daarvoor is detailonderzoek nodig, maar dat loopt nog en kent tegenslagen.

Geothermie kent namelijk risico’s. Het Staatstoezicht Op De Mijnen (SODM) publiceerde in juli 2017 het rapport ‘De Staat van de Geothermie’, waaruit naar voren kwam dat bij zorgvuldig werken geothermie mogelijkheden biedt, maar dat er niet altijd zorgvuldig gewerkt werd. Zie www.sodm.nl/documenten/rapporten/2017/07/13/staat-van-de-sector-geothermie . Boren bij breuken in de ondergrond (en die zijn er nogal wat in Brabant) kan tot aardbevinkjes leiden (zoals gebeurde in mei 2018 bij de put van een paprikateler in Venlo, waar het project stil gelegd is). En kan per ongeluk olie of gas aanboren en het grondwater kan langs een boorgat vervuilen. Overigens zat Brabant Water, via de dochteronderneming Hydreco, zelf in de geothermie (Update okt 2023: nu doet Hydreco alleen warmte koude-opslag.)
Het grootste probleem, zegt SODM vrij vertaald, is dat er teveel enthousiaste amateurs bezig zijn.

Aanleiding
Daarom hebben een aantal partijen, waaronder de provincie, Geothermie Brabant BV, DAGO (de brancheorganisatie), een aantal gemeenten en Brabant Water een pakker veiligheidsrichtlijnen ontwikkeld. Dat werd op 31 januari 2019 gepresenteerd.
Er gaat met dubbele buizen gewerkt worden (zodat het opgepompte water niet in het grondwater kan komen), de boorput wordt gecementeerd en er komt permanente monitoring. Zie www.brabant.nl/actueel/nieuws/2019/januari/richtlijn-voor-veilige-aardwarmte , waar ook onderstaande afbeelding vandaan komt.

Infographic bij de veiligheidsrichtlijn Geothermie van 31 jan 2019

De Green Deal Geothermie Brabant en voorafgaande onderzoeken
De veiligheidsrichtlijn is een episode in een langlopend traject, namelijk de Green Deal Geothermie Brabant uit 2016. Men wil vijf projecten ontwikkelen, die 20.000 woningen, drie productiebedrijven en meerdere glastuinders van warmte voorzien. Te weten warmtelevering aan:

  • de industrie in Tilburg-Noord
  • Bavaria in Lieshout
  • de Helmondse stadsverwarming
  • glas- en tuinbouw in Asten/Someren
  • het Amernet in Tilburg en Breda en omstreken (dat aan de Amer 9- centrale hangt, die kolen en biomassa stookt

De volledige tekst van de Green Deal is te vinden op www.greendeals.nl/green-deals/geothermie-brabant .

Overigens denkt Ennatuurlijk erover om de eerste gasgestookte ketel in de Helmondse stadsverwarming door een houtgestookte ketel te vervangen. Geothermie wordt nu gezien als een optie voor de toekomst, mogelijk voor de tweede ketel. Zie www.bjmgerard.nl/?p=8645 .

Men verwacht dat de vijf projecten samen 135.000 ton CO2 besparen wat, als dit anders met aardgas geleverd zou zijn, goed zou zijn voor 2,4PJ. Maar het is niet alleen maar aardgas, maar ook kolen en biomassa die meer CO2 per energie-eenheid in de lucht brengen, dus het zou best kunnen dat de 1,3PJ, die in de provinciale tabel staat voor deze vijf projecten, klopt.

Naar de vorm is het initiatief in een BV-vorm gegoten ‘Geothermie Brabant B.B.’ . Die heeft de website http://www.geothermiebrabant.nl/ .

In onderstaande afbeelding (getoond bij de Energy Days op de TU/e) gaat het bij de vijf projecten om de categorie Mid-deep.

Verbetering en verduurzaming huurwoningen Eindhovense wijk De Geestenberg gewenst

Foto_raadsinformatie zijdens de Henri van Abbe-stichting (https://eindhoven.raadsinformatie.nl/document/2959237/1/document )

Ik ben betrokken bij het opzetten van een buurtactie in de Eindhovense wijk De Geestenberg. Hieronder de opzet van de actie. De tekst is overgenomen van de Eindhovense SP-site.

De Eindhovense wijk De Geestenberg is een typische ‘bloemkoolwijk’ van begin jaren ’70. De laagbouw in de wijk bestaat uit 269 huurwoningen, die eigendom zijn van Woonbedrijf, en uit 411 koopwoningen.
Woonbedrijf heeft in 2014 en 2015 groot onderhoud aan zijn huurwoningen uitgevoerd. Dat heeft geresulteerd in een aantoonbare verbetering en een mooiere buitenkant. Het verschil met de (niet gerenoveerde) koopwoningen is in één oogopslag te zien.

Maar de nieuwe situatie is zeker niet perfect en kan verder verbeterd worden. Nu de energietarieven omhoog gaan, zou het een goede zaak zijn als het verbruik omlaag ging.

De SP heeft daarom  de huurders in de Geestenberg uitgenodigd voor een gesprek op het nabijgelegen partijkantoor. Dat was op 20 februari 2019.
Verder waren onder andere bij het gesprek aanwezig Stephaan Maas, emeritus-architect uit Eersel, Paulus Jansen, interimvoorzitter van de Woonbond (de landelijke organisatie van huurdersorganisaties), en Bernard Gerard, die verantwoordelijk was voor de opzet en het aan de avond voorafgaande buurtonderzoek.
De aanpak heeft niet als vooropgezet doel dat de woningen van het gas af moeten, maar wel dat ze zover mogelijk richting energieneutraal gaan

Op de voorgrond Paulus Jansen

Paulus Jansen schetste het Sociaal Huurakkoord, dat de Woonbond afgesloten heeft met Aedes, de landelijke koepel van woningbouwcorporaties.
Er is €100 miljoen subsidie voor verduurzaming van woningen, ook al is dat uit de eigen doos van de verhuurdersheffing.

Stephaan Maas had zich door middel  van archiefonderzoek en (bij wijze van steekproef) bezoek aan een woning een eerste indruk gevormd van de technische kant. Hij noemde de woningen, na het eerdere groot onderhoud, nu ‘matig geïsoleerd’. De woningen bevatten behoorlijke koudebruggen, waarvan hij enkele schetsen liet zien. De Rc – waarde zou boven de 5 moeten zitten en zit nu, voor zover achterhaalbaar, tussen de 2,5 en de 3. Er zijn zowel kleinere als grotere verbeteringen denkbaar, zoals ook zonnepanelen.
Uit het publiek kwam nogal wat commentaar op de hal en de meterkast, en ook op de afwerking van de kruipruimte

Detail van de onderkant van de nieuwe schuifpui. De nieuwe pui rust op de oude ondergrond en die is niet goed. Dit is een koudebrug.

Bernard Gerard noemde enkele veelgehoorde punten aan de deur, zoals inderdaad de hal, het ontbreken van vloerisolatie bij sommige woningen (een nieuw aanbod zou wenselijk zijn). En klachten over de aansluiting van nieuwe kozijnen op de oude ondergrond.
Totaliter vindt men wonen in de Geestenberg geen drama, maar ook niet optimaal.
Ook zonnepanelen op de platte daken van de woningen werden genoemd.
Hij noemde een aantal vervolgstappen die in de Eindhovense context gezet konden worden, zoals de vorming van een werkgroep, een bezoek aan het Helmondse Energiehuis, contact met de Energiecoöperatie 040Energie, en uiteindelijk een gesprek met de verhuurder.


De buurt krijgt een verslag en er gaan verdere stappen gezet worden om tot een buurtwerkgroep te komen.

Presentatie verduurzaming Helmondse stadsverwarming

Voorgeschiedenis
Helmond was vroeger een ‘Groeistad’. In die tijd moest Helmond, bijna geforceerd, groeien. Er zijn toen in relatief korte tijd 14000 nieuwe huizen bij gekomen. Men vond toen (we spreken jaren ’70 vorige eeuw) dat daar een modern verwarmingssysteem bij hoorde. Zodoende is toen de Helmondse stadsverwarming ontstaan in het Zuiodoostelijk deel van Helmond. Bij de elektriciteitsprijzen van toen kon een Warmte-Kracht Koppeling (WKK) rendabel draaien (op gas).
Nadien is er, mede door verwaarlozing en omdat stadsverwarming, bij de huidige elektriciteitsprijzen, een economisch marginale activiteit is, de klad in gekomen. Er bouwde zich steeds meer onvrede op en die had soms gerechtvaardigde gronden.

Nadien is de Helmondse stadsverwarming, met onvrede en al, overgenomen door Ennatuurlijk (een onderneming waarachter het pensioenfonds PGGM en Veolia). Zie https://ennatuurlijk.nl/ .
De onvrede mondde uit in een burgerinitiatief richting de gemeenteraad van Helmond. Op 1 dec 2015 stemde de Helmondse raad in met het voorstel “Verduurzaming Stadsverwarming, Versnelling duurzaamheid”.
Zie voor verdere informatie, onder andere technische, www.bjmgerard.nl/?p=2556 .

Mireille Jongen (Ennatuurlijk) in de Helmondse raadscommissie op 19 feb 2019

De presentatie van het verduurzamingsonderzoek
Op 19 febr 2019 presenteerde Mireille Jongen namens Ennatuurlijk aan de Helmondse Opiniecommissie Omgeving hoever men was met denken. Ik ben op de publieke tribune gaan zitten.
De volledige tekst van de presentatie kan worden gevonden op https://helmond.raadsinformatie.nl/document/7328692/1/CN_Presentatie_Ennatuurlijk_verduurzaming_Helmond_(19_feb_2019)

Jongen benadrukte eerst dat Ennatuurlijk de laatste drie jaar hard gewerkt heeft om alle bestaande problemen op te lossen. De emoties waren weggezakt.

Verduurzaming blijkt nog niet zo eenvoudig.
Ennatuurlijk heeft gekeken naar zes opties, die ik hier geef met enig commentaar mijnerzijds.

  • Industriële restwarmte, waarover men oordeelt dat het afvalt want ‘onvoldoende warmte beschikbaar”. Toch leveren de Asfaltcentrale, de Voergroep Zuid, Coppens (BZOB) en Van Rooi Meat samen 23% van de warmtevraag. Ik vind het merkwaardig om deze bijdrage af te schrijven.
Thermische Energie uit Oppervlaktewater (Ennatuurlijk, 19 feb 2019, Helmond)
  • Energie uit het oppervlaktewater (Thermische Energie Oppervlaktewater, TEO). Helmond heeft met de Nieuwe Aa en de Zuid-Willemsvaart veel bruikbaar oppervlaktewater. Dit is volgens Ennatuurlijk financieel onrendabel en is on hold gezet. Dit moet opgelost worden, voorlopig met subsidiemogelijkheden.
  • Zonthermie (dus warmte en geen stroom). Daartoe zou een veld van 65000m2 ontwikkeld moeten worden tussen het bedrijventerrein Bokhorst en de Zuid-Willemsvaart. Deze omvang heeft in Nederland nog geen precedent.
    Dit is volgens Ennatuurlijk financieel onrendabel en is on hold gezet.
    Dit moet opgelost worden, voorlopig met subsidiemogelijkheden.
  • Biomassa. Dat is waar uiteindelijk in eerste instantie voor gekozen wordt, op basis van afval- en snoeihout uit de omgeving.
    De tekst bij het biomassaplaatje is niet heel duidelijk. Inzet zou t.o.v. de huidige inzet 19000 ton CO2 per jaar schelen, omgerekend 10 miljoen Nm3aardgas, goed voor 320TJ/y. Dat betreft een besparing van 80% op de CO2 (een soort standaardwaarde voor veel biomassa), dus zou de biomassa goed moeten zijn voor 400TJ/y . Bij de genoemde 15MW zou  de centrale dan 7400 van de 8760 uur in een jaar draaien. Als  die 15MW jaargemiddeld is (de STEG’s die er staan kunnen 25MW warmte leveren per stuk en men wil er één vervangen), zou het misschien kunnen.
    De presentatie is hier niet erg informatief.
  • Duurzame samenwerking met de industrie. Daarover werd niet veel gemeld. Gaan daar misschien de potentiele bijdragen, die onder het eerste punt genoemd zijn, naar toe?
  • Geothermie. Dit wordt onderzocht en kan misschien een optie zijn voor de toekomst. Even afwachten hoe dat uitpakt vanwege de geologische breuken in de regio.
de diverse mogelijkheden voor verduurzaming in helmond

In de raadsdiscussie werden vragen gesteld en ontstond discussie. Het meeste ging over de biomassacentrale. De gebruikelijke misverstanden passeerden de revue, onder andere over dat

  • biomassa bij verbranding per GJ meer CO2 in de lucht brengt dan aardgas (wat waar is, maar irrelevant omdat je over de hele levenscyclus moet rekenen)
  • houtstook geassocieerd wordt met milieuvervuiling (wat voor huishoudelijke stookinrichtingen ongetwijfeld waar is, maar niet waar is bij professioneel geleide industriële inrichtingen. De installatie krijgt drie filterstappen. De biomassainstallatie in Meerhoven werd als voorbeeld genoemd (verantwoordelijk wethouder Maas) en daarover wordt niet geklaagd.

De vraag die niet gesteld werd) en die ik zelf wel had willen stellen) was hoeveel van het gewenste snoeiafvalhout de regio eigenlijk leveren kan. Als en Helmond en Meerhoven en StrijpS (beide Eindhoven) snoeiafvalhout willen, is er dan genoeg? En als er nog meer steden op hetzelfde heldere idee komen?
Ik heb zelf niet de ideologische preoccupatie tegen biomassa, die velen in de milieubeweging hebben. Mijns inziens kan biomassa een bijdrage leveren aan duurzame energie. De vraag is voor mij niet dat die bijdrage er is, maar hoe groot die is en welke voorwaarden gehanteerd worden.

Mijns inziens moet de regio urgent een soort structuurvisie voor biomassa maken.

Tijdschema verduurzaming Helmondse stadsverwarming

Richtlijn afgesproken over veilige geothermie in Brabant

Een aantal instanties in Brabant heeft afspreken gemaakt over veilige geothermie in de provincie. Daaronder de provincie, Geothermie Brabant BV ( http://projectengeothermiebrabant.nl/ ), Brabant Water, de branche-organisatie DAGO ( www.dago.nu/nl/geothermie  ) en een aantal gemeenten.
Deze uitvoeringsafspraken volgen op de Green Deal over het onderwerp, die in 2016 gesloten is.
Het persbericht dd 31 jan 2019 maakt geen melding van seismische risico’s. Wel worden maatregelen genomen die lekkages tegengaan als er iets gebeurt. In onderstaande infographic worden die weergegeven.

Bij de ondertekening van de Green Deal in 2016 waren de volgende projecten in beeld (bron Provincie)

 1. Tilburg-Noord (warmtelevering aan industrie)
2. Lieshout (warmtelevering aan Bavaria)
3. Helmond (warmtelevering aan bestaand stadsverwarmingsnet en van Gogh kwekerijen)
4. Asten/Someren (warmtelevering aan glas- en tuinbouw)
5. Amernet (warmtelevering aan bestaand warmtenet Amercentrale)

De site van Geothermie Brabant noemt ook nog een activiteit in Breda.

Voor een eerder artikel op deze site over geothermie zie Geothermie op de TU/e .

Ennatuurlijk verliest cassatie over stadsverwarming Meerhoven

De Hoge Raad heeft op 23 november 2018 geoordeeld dat het Gerechtshof in Den Bosch de bewoners terecht gelijk gegeven heeft in hun strijd tegen teveel betaalde kosten voor de stadsverwarming in de Eindhovense wijk Meerhoven. Daarmee komt een proces ten einde dat de Stichting Stadsverwarming Eindhoven  namens drie bewoners in 2012 had aangespannen.

De biomassacentrale in Meerhoven

Ennatuurlijk is de rechtsopvolger van Essent, die het probleem eigenlijk veroorzaakt heeft. Bij de oprichting van de stadsverwarming in Meerhoven heeft men de bewoners de onrendabele top in twee porties laten betalen, een openlijke en een heimelijke (verstopt als een soort hypotheek). Het Gerechtshof had geoordeeld dat die heimelijke niet had gemogen. Het gaat om duizenden Euro’s per woning, die dus nu moeten worden terugbetaald. En de lopende praktijk moet worden gestopt.

Er komt nu een collectief proces.

Mijn persoonlijke standpunt is dat de bewoners zich in deze concrete zaak terecht financieel mishandeld voelen, en dat er meer situaties  in den lande zijn waar het financieel niet lekker zit. Dat moet m.i. politiek worden opgelost door de Warmtewet te veranderen en eerdere fouten te herstellen.
Ik vind niet dat het beginsel-stadsverwarming als zodanig moet worden aangevallen. Er zullen in de toekomst eerder vaker dan zeldzamer collectieve warmteleveringssystemen nodig zijn.

Zie
De Warmtewet moet anders!
CE rekent klimaatneutrale warmtevoorziening woningen door voor 2050
Actie tegen aansluitvoorwaarden Stadsverwarming Meerhoven wint hoger beroep – update
Het Deense en Zweedse model voor de stadsverwarming – update na reactie

www.stadsverwarming-eindhoven.nl

SP: wat als onze WKO-systemen oud worden?

Ouderdom en ongemak
Alle techniek  veroudert en als die techniek in de grond zit, geeft dat extra ongemak. Waar lag het ook al weer en wat lag er precies en kan dat gaan lekken als er een dragline overheen schraapt?

Dat was het euvel met kabels. Die waren op een gegeven moment zoek en doken op waar het niet moest en niet waar het wel moest. Achteraf moet het kadaster er met detectivewerk een register van samenstellen.

Zo ook de oude olietanks, die met wiskundige zekerheid zouden gaan doorroesten en lekken, als er onverhoopt nog wat in  zat. Met de operatie-Tankslag zijn die onschadelijk gemaakt.

Bodemenergiesystemen
Bodemenergiesystemen (in de volksmond WKO-installaties) zijn een nieuwe loot aan een oude stam. Daar moeten er inmiddels duizenden van zijn in Nederland.
De provinciale SP vindt het van belang dat de oude fouten niet opnieuw gemaakt worden en heeft daarom vragen gesteld aan het College van GS over het onderwerp.
Net als vroeger gaat het erom waar die inrichtingen liggen en wat er in zit. Dus ruimtelijk en milieutechnisch.

Ruimtelijk: de SP wil dat bijgehouden wordt wat waar ligt. De SP vraagt of dat op een of andere manier centraal bijgehouden wordt en welke overheid daar over gaat.

Milieutechnisch: met name gesloten bodemenergiesystemen bevatten als regel glycol, en soms nog  andere stoffen. Glycol slurpt bij biologische afbraak de wijde omgeving leeg van zuurstof (zie de lozing van de de-icing vloeistof door Eindhoven Airport en de vissterfte in de vijver in de Achtse Barrier) en ethyleengycol is bovendien ook giftig, net zoals sommige additieven.Er komen steeds meer bodemenergie systemen en die worden allemaal steeds ouder, zodat het wetmatig vast staat dat er vroeg of laat zo’n systeem gaat lekken.
De SP vraagt zich af of er een preparatieplan is voor de te verwachten toekomstige lekkages. Verder vraagt de SP zich af of de provincie invloed kan uitoefenen op de samenstelling van de circulatievloeistof.

De volledige tekst van de vragen is te vinden op Vragen PS-SP bodemenergiesystemen .

Wie wat meer wil weten over bodemenergie, zie www.wikibodemenergie.nl/inhoudsopgave/inleiding_bodemenergie/wat-is-bodemenergie/ .


Inmiddels zijn de vragen beantwoord. De volledige tekst is te vinden op www.brabant.nl/beantwoording statenvragen bodem-energiesystemen

Er staan een paar opmerkelijke dingen in.

De provincie (GS) zegt dat voor open bodemsystemen (het water loopt uit de ene buis, door een poreuze zandlaag en weer in de andere buis) de provincie bevoegd gezag is. Daarvoor is een vergunning nodig (inmiddels 376 in Brabant) en dat wordt netjes bijgehouden.

Voor gesloten bodemsystemen (dan ligt er als het ware een soort radiator onder de grond waar de vloeistof niet uit komt – als het goed is) zijn de gemeenten bevoegd gezag. Voor grote systemen is een vergunning nodig, voor kleine systemen (zoals van particulieren) is sinds 1 juli 2013 een melding vereist. Maar tussen 1996 en 2015 zijn er in Nederland 40000 gesloten bodemenergiesystemen aangelegd (zegt het hieronder genoemde evaluatierapport), en de schatting van GS dat er duizenden in Brabant liggen zou dus heel goed waar kunnen zijn.  Waar die liggen en hoe oud ze zijn, is dus niet bij de overheid bekend.
Maar ook na 1 juli 2013 komen er onbekende installaties bij, want de gemeenten zijn niet verplicht meldingen te registreren. Sommige gemeenten registreren die meldingen in het Landelijk Grondwater Register. En andere dus niet.

Een merkwaardige situatie. het lijkt verdacht veel op het mysterie van de zoekgeraakte kabels.

Als het systeem buiten gebruik wordt gesteld, en ook als het lekt, moet de vloeistof eruit gehaald worden en moet de doorboring van waterscheidende lagen worden opgeheven. De buizen zelf mogen blijven zitten.
De provincie verwijst naar richtlijnen van het SIKB (www.sikb.nl ).
De regels vallen echter niet te handhaven als niemand weet dat ergens zo’n inrichting aanwezig is. Preparatiedraaiboeken bestaan niet.

De provincie kan de samenstelling van circulatievloeistof niet beïnvloeden. Die staat in de AMvB Bodemenergie en die is in 2016 door Buro38 geëvalueerd (zie www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/04/26/evaluatie-wijzigingsbesluit-bodemenergiesystemen ).
Daarin wordt onder andere de aanbeveling gedaan om te onderzoeken of bepaalde typen antivriesmiddelen en andere additieven verboden kunnen worden. Sommige leveranciers kunnen zonder die chemicaliën.
Er loopt nu een ambtelijk project, samen met de B5-gemeenten, om de risico’s te reguleren. Doel is dat provincies en gemeenten bij het Rijk gaan lobbyen om deze aanbeveling uit te voeren.

Verder is het de bedoeling dat gemeenten hun bevoegdheden beter gaan gebruiken (interferentiegebieden aanwijzen, beleidsregels opstellen, gerichte communicatie). Ook wordt bekeken of er meer juridische mogelijkheden tot sturing ontwikkeld kunnen worden.

 

Deskundige benoemt op Omroep Brabant risico’s gaswinning in Waalwijk

De Omroep Brabant liet naar aanleiding van de groeiende commotie over de uitbreiding van de gaswinning in Waalwijk deskundige Gerrit Wigger aan het woord. De kijkers konden hem vragen stellen, en daar gaf hij dan live antwoord op. Ik heb de uitzending twee keer bekeken. Die kan teruggekeken worden op www.omroepbrabant.nl/Zorgt gaswinning in Waalwijk voor scheuren in de muur _ Bekijk Q_A-sessie met expert hier terug .

Zie ook SP haalt 303 zienswijzen tegen uitbreiding gaswinning in Waalwijk op en Vermillion mag van Wiebes gaan fracken in Waalwijk – en een aardbeving bij een ander klein gasveld  .

Wie is Wigger?
Wigger heeft 40 jaar bij de Shell gewerkt en is nu CEO van twee bureau’s,

  • W1con (http://w1con.com/ ) , een consultancy firma op het gebied van geothermie-, olie- en gasbronnen,
  • Wicon Energy BV , die op dit terrein eigen oplossingen nastreven. LinkedIn geeft “Wicon Energy is developing mature gas fields into sustainable energy sources. Maintaining the existing reservoir pressure is its goal.”

Wigger heeft bijvoorbeeld in 2014, met drie Friese ondernemers, een plan ingediend om de Groningse gaswinning op peil te houden en tegelijk de aardbevingen te stoppen door tegelijk zeewater in de reservoirs te injecteren. Dat plan heeft het niet gehaald.

De man kan dus meer petten ophebben. Uiteraard betekent dat niet dat hij in zijn uitspraken over Waalwijk bij de Omroep Brabant ongelijk heeft, maar het is goed om de achtergrond te kennen.

Gerrit Wigger

Wat zegt Wigger?
Op de eerste plaats dat het gas uit de kleine velden (Waalwijk ergens rond de 4 a 5 miljard m3 versus Slochteren in den beginne 2975 m3 ) voor de minister belangrijk is nu het grote veld versneld dichtgaat. Op deze manier houdt hij nog wat gas en geld.

Wigger heeft veel mijnschadeonderzoek gedaan. Hij stelt dat er geen mijnbouwactiviteiten bestaan zonder (eventueel op de lange termijn) mijnbouwschade. In Waalwijk lijkt de kans op aardbevingen klein, maar dat die nul is kan niet gegarandeerd worden. Verzakken door compactie (de bodemlagen worden samengedrukt) kan wel. In Waalwijk zal dat, vanwege het veel kleinere veld, om een veel kleinere daling gaan.
Overigens kunnen ook proefboringen, die niet tot exploitatie leiden, toch tot enig effect op de omgeving leiden. Daarvan zijn er een heleboel rond Waalwijk.

Schade door de gaswinning in Waalwijk (volgens Wigger)

Wigger heeft rondgereden en inderdaad schade gezien, die volgens hem van de gaswinning komt. Deze plaatjes komen uit de Omroep Brabant-uitzending.
Uiteindelijk komt de rekening terecht bij de laatste exploitant. Ik ben benieuwd wat het financiele weerstandsvermogen van Vermilion is.

Fracken in schalie en fracken in zand- en kleilagen, zoals in Waalwijk, is wat anders. Desalniettemin houdt ook dan fracken risico’s: brand, explosies, bodemdaling, verontreiniging. Het bedrijf vindt die risico’s verwaarloosbaar, maar volgens Wigger vergaat men dan de methaanlekkage langs de boorpijp (bij het Slochterveld een procent of vijf). In Drente is al eens methaan in het drinkwater gekomen.
Alle Nederlandse putten zijn niet berekend op fracken.
Vermilion wil fracken omdat de 40% gas die nog in het reservoir zit, moeilijk bereikbaar is.

Op basis van het klimaat zou je de gaswinning moeten stoppen.
Op basis van de techniek moet je wel weten wat je doet. Je moet verdere schade voorkomen, oa door de afdichting van de putten te verbeteren en de druk op het reservoir in stand te houden.
Het moet mogelijk zijn vormen van duurzame energie te ontwikkelen in de putten. Er is druk, temperatuur, reservoirs en infrastructuur. Hoe men zich dit moest voorstellen, vertelde Wigger er niet bij. Dit is het gebied van zijn consultancy bureau.

De gemeente Waalwijk heeft Wigger in de arm genomen om een bezwaarschrift te schrijven op het voorgenomen besluit van Wiebes.

Kaart van de winningsvergunning Waalwijk

Waalwijk-Zuid, Sprang en Tilburg
Het winningsgebied ligt in een Noord-Zuidstrook van Waalwijk-Noord tot Tilburg. Ook voor de andere gebieden zijn uitbreidende winningsvoorstellen ingediend. Deze zijn procedureel in een minder ver stadium. Het is goed om daarop te letten.

Een aanvullende beschouwing over nadelen en risico’s bij de energiewinning
Die is van mij persoonlijk en niet van Wigger.

Er bestaat geen vorm van energieproductie zonder risico’s en negatieve zekerheden. Ook bij windturbines en zonneparken bestaan die.
De enige manier om geen risico’s te lopen door de energiewinning is door geen energie te winnen. De nadelen en risico’s die een ingestorte samenleving dan loopt, zijn vele ordes van grootte erger.
Het dilemma gaan niet tussen wit en zwart, maar tussen grijs en grijzer. Fracken is geen absoluut kwaad, maar een relatief kwaad (en dan denk ik met name aan geothermie).

Geothermiekansen, uit Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Dat de bevolking van Waalwijk geen zin heeft in een kleinschalige herhaling van het Groningse drama, kan men begrijpen. De Staat der Nederlanden en de exploitanten van gasvelden hebben dat wantrouwen verdiend.
Politiek en bestuur moeten zich echter realiseren dat er geen ideale oplossingen zijn voor het energieprobleem. Op een gegeven moment (en al tamelijk snel) moet er wat (bijvoorbeeld als de Tilburgse stadsverwarming wil verduurzamen met geothermie) en dient zich de vraag aan HOE men met risico’s omgaat, niet OF men er mee omgaat.

Een eerlijke en vertrouwen wekkende politieke en bestuurlijke omgang met risico’s en negatieve zekerheden zou veel goed kunnen doen.

SP brengt werkbezoek aan DIFFER

Een delegatie van de SP-fractie in Provinciale Staten (PS) van Brabant en uit kringen van de Tilburgse SP-fractie heeft op vrijdag 22 juni 2018 een werkbezoek gebracht aan DIFFER. De delegatie werd ontvangen door directeur Richard van de Sanden.
Er volgde een rondleiding, een inleiding en een discussie.

DIFFER als instituut
DIFFER staat voor Dutch Institute For Fundamental Energy Research. Het is een NWO-instituut dat sinds 2015 een eigen laboratorium heeft op de Eindhovense TU/e . De verhuizing is betaald met €5,0 miljoen vanuit de regio (provincie, MRE en gemeente Eindhoven) en met €4,0 miljoen vanuit NWO.
Er werkt een staf van 220 mensen (verdeeld over 150 fte), en het jaarbudget bedraagt bijna €14 miljoen, grotendeels publiek gefinancierd.
DIFFER heeft een zestal geregistreerde patenten en licensies uitstaan bij de industrie en heeft vier industriele partnerships. Als uit die patenten geld gaat rollen, krijgt DIFFER royalties.

Visie van DIFFER op de energietransitie

DIFFER als onderzoeksinstelling
DIFFER werkt op twee hoofdonderwerpen, kernfusie en “Solar Fuels”.

Voor kernfusie is DIFFER toeleverancier van research ten behoeve van het Europese onderzoeksproject ITER. Concreet doet men onderzoek met hele hete plasma’s aan materialen, die binnen de ITER een uitlaatpoort moeten worden.
Vroeg of laat moet beheerste kernfusie (om PinkFloyd te citeren “Setting the controls for the heart of the sun”) een regelbare volcontinu basis worden voor de elektriciteitsvoorziening.
Politiek is dit belangrijk, maar het is ver van het regionale en lokale bed.

Omzetting en opslag van Solar Fuels

Voorstelbaarder en dichter bij huis is het solar fuels – programma. De TU/e en de Brainportregio dromen over het Fuelliance-initiatief (een naam in analogie met het dunne PV-film onderzoeksproject Solliance) dat iets vergelijkbaars moet gaan doen met synthetische brandstof uit zonlicht of overschotten aan duurzame elektriciteit.

De basistechnieken hiervoor bestaan al, maar de opgave is om die op een goede wijze te combineren en op te schalen. Als men dit op grote schaal en voor betaalbare prijzen voor elkaar zou krijgen, heeft dat klimaatvoordelen. Bovendien brandt de synthetische brandstof veel schoner dan fossiele brandstof. Het Beraad Vlieghinder Moet Minder heeft bijv. om die reden synthetische brandstof op zijn eisenlijstje staan.
Het rendement van de hele keten (van bijv. energie in zonlicht naar synthetisch ‘aardgas’) is nog klein (onder de 10%). Dat is een van de dingen die veel beter moet (maar het rendement van zonnepanelen was in het begin ook veel kleiner dan het nu is).

De hydrolyse-machine (op pilotschaal) van DIFFER

In de discussie ging het over de vraag waar je de oppervlakten vindt om dergelijke hoeveelheden energie te produceren. Het antwoord is: in landen met veel zon en veel ruimte, zoals de Sahara. Marokko heeft bijvoorbeeld veel zon-initiatieven.
Maar het zou ook een basis kunnen zijn om de positie van landen als Griekenland en Spanje binnen de EU te versterken.
Dit is nog toekomstmuziek.

Men kan de geproduceerde elektriciteit via zg. HVDC-kabels rechtstreeks transporteren, maar dat is duur. Het is tien maal zo goedkoop (zegt Van de Sanden) als je de stroom op locatie omzet in synthetische brandstof en die op de gebruikelijke wijze met tankers rond vaart.
(Dat er een HVDC-kabel naar Noorwegen ligt (de NorNed-kabel) is omdat die helpt om in real time het elektriciteitsnet te stabiliseren. De elektrische energie gaat ’s nachts naar het Noorden en overdag naar het Zuiden, en per saldo gaat er netto niet veel doorheen. Desalniettemin heeft het ding zijn aanlegkosten in no time terugverdiend.)

De thoriumreactor
De PVV zeurt in Provinciale Staten iedereen de kop gek over de thoriumreactor. Windmolens zijn minaretten en zonnepanelen deugen ook niet, maar de thoriumreactor is het helemaal. Wat Van de Sanden van de thoriumreactor vond?
Zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Thoriumreactor .

Experimentele thoriumreactor van Seaborg (“Waste Burner”)

Van de Sanden vond de thoriumreactor, althans de gesmolten zoutvariant ervan, op zich een goed ontwerp. Hij is inherent veilig (stopt vanzelf bij storingen), er is relatief veel thorium, je krijgt veel minder radioactief afval dat veel korter straalt, en je kunt er zelfs bestaand radioactief afval in ‘verbranden’ . Er hebben kleine prototypes gedraaid.
Maar, en dat is voor de een een voordeel en voor de ander een nadeel, het is veel moeilijker om er kernwapens mee te maken. Daarom is in de naoorlogse jaren de afslag naar thoriumcentrales gepasseerd ten gunste van uranium als grondstof. Dat is nu de standaard.
Als een land nu een thoriumcentrale zou willen ontwikkelen, kost dat decennia en heel veel geld. Op korte termijn lost het dus geen problemen op.
Bovendien kan een provincie er niets mee. Als je er al wat mee zou willen, is dat nationale of mogelijk zelfs Europese industriepolitiek.

Hiermee gaf van de Sanden een mening die ik zelf ook al had.

Volgorde van prioriteiten voor lagere overheden tav klimaat

Een advies voor de provincie en de gemeenten
In bovenstaande rangorde van verdienste staat energie-efficiency, isolatie en het gebruik van restwarmte bovenaan.

Het gebruik van restwarmte echter is een bij uitstek politiek vraagstuk. Want wie legt de warmtenetten aan en wie exploiteert ze?
De Eindhovense TU/e zelf heeft bijvoorbeeld een groot warmteoverschot en zou gemakkelijk een stuk omgeving kunnen verwarmen, maar de TU/e gaat echt zelf niet zo’n net aanleggen – als dat überhaupt al zou mogen. En ook de industrie mag niet zomaar van alles.
De nationale politiek zou eens kritisch naar de Warmtewet moeten kijken (zie De Warmtewet moet anders! of Het Brabantse warmteplan nader geanalyseerd  )

Voor de grootschalige uitrol van wind en zon is de betrokkenheid van de lagere overheden van essentieel belang. Dat zal veel gaan vragen!

De Fuelliance-droom van Brainport

Eindhovense SP hield avond over verduurzaming bestaande woningbouw

Het waarom van de avond
De verduurzaming van het bestaande woningbestand (in Noord-Brabant ca 800.000 woningen die er in 2050 nog steeds staan) is van wezenlijk belang.

Een drastische energiebesparing binnen deze bestaande woningvoorraad is van groot belang voor een forse besparing op het Brabantse en Eindhovense energiebudget. Hoe groter de besparing, hoe eenvoudiger het wordt om de resterende energie duurzaam op te wekken.
Een dergelijke vermindering is ook van belang voor de woonlasten van huishoudens. Een goed vormgegeven verduurzaming kan voor huurders en eigenaren voordelig uitpakken.

Andersom kan het betekenen, dat men slechte huurwoningen versneld wil slopen. Het is goed als huurders daar in een vroeg stadium bij betrokken worden.
Er zijn echter elders in Nederland ook voorbeelden dat complexen, die eigenlijk gesloopt zouden worden, zijn blijven staan door een grondige verduurzamende renovatie.
Kortom, bewoners hebben, hoe dan ook, belang bij dit onderwerp.

Tegelijk lijkt er soms een soort verlamming te bestaan. Er wordt veel gepraat, maar vaak weinig gedaan en nog minder is er sprake van een systematisch beleid.

Openbare avond Verduurzaming bestaande woningbouw 17 mei 2018

De SP wil druk van onderaf opbouwen om het proces in een hoger tempo te krijgen. Vandaar de openbare avond. Die vond plaats op donderdag 17 mei in ‘t Bellefort. Sprekers waren:

  • Bernard Gerard over de energiebalans van Noord-Brabant en Eindhoven
  • Jaap van Leeuwen, consulent energiebesparing van de Woonbond
  • Luc Reusken, manager vastgoed van Woonstichting Thuis
  • Paulus Jansen, (ex)SP-wethouder in Utrecht met o.a. wonen in de portefeuille

Bernard Gerard (medewerker provinciale SP-fractie)
hield een kort verhaal hoe de Brabantse energiebegroting in elkaar zit en hoe een drastische bezuiniging (bijvoorbeeld door 800.000 Brabantse woningen in 2050 energieneutraal gemaakt te hebben) in dat plaatje paste. Uitgangspunt is de provinciale Posad-studie.
De getallen zijn indicatief en dienen vooral om een idee te geven van de orde van grootte, waarover we praten.

Hoofdlijnen van het Brabantse energiebudget

Jaap van Leeuwen (consulent energiebesparing Woonbond)
schetste de toekomst vanuit het perspectief van de huurder.
Hij begon met te memoreren dat de regering 1,9 miljard uit de huursector gehaald had (met de verhuurdersheffing), en er nu voor de verduurzaming  0,2 miljard in terugstopte.

Aan de Klimaattafel over de gebouwde omgeving, die een nieuw Klimaatakkoord 2018-2030 moeten voorbereiden, wordt gesproken over dat in 2030 de woningvoorraad gemiddeld label A moet zijn, en dat er dan 2 miljoen woningen van het gas af moeten zijn.
In 2050 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn.


Ter vergelijking: van Leeuwen becijferde de gemiddelde energielasten van een woning op €148 per maand in 2018 (en dat is stijgend). Daarvan iets meer dan 1/3de gas en de rest stroom.

Dit alles leidt de Woonbond tot een prioriteitenlijst:

Van Leeuwen pleitte ook nadrukkelijk voor een warmtestrategie, want daar gaat nu in woningen het meeste geld aan op.
In dit verband maakte hij de vergelijking dat een Fiatmotor ongeveer even groot was en een stuk complexer dan een warmtepomp, maar wel €600 kostte tegenover een warmtepomp €6000 . Met andere woorden: die warmtepomp moet een stuk goedkoper kunnen worden.

Hij noemde de noodzaak van een Regionale Energie- en Klimaat Strategie (REKS)

Luc Reusken, manager vastgoed van Woningstichting Thuis uit Eindhoven
Thuis heeft 10328 woningen, waarvan 3556 in Eindhoven en de rest in enkele voorsteden.

De stichting was in 2018 de meest duurzame woningbouwcorporatie van Nederland. Daar waren ze heel trots op. Evenzo op de prestatie dat in 2017 hun gehele woningvoorraad gemiddeld label B was geworden. Die labels zijn reëel, zegt Reusken, niet theoretisch.
In 2050 moet de woningvoorraad CO2-neutraal zijn.

Thuis was nu zover omdat ze eerder dan anderen, acht jaar geleden, begonnen zijn.

De praktijk leert, zegt Reuskens, dat je met je huurders om speaking terms moet blijven.

Thuis had uit eigen middelen in 10 jaar 70 miljoen financiele ruimte gecreëerd. Maar de vraag blijft hoe het financieel verder moet. Het zal ongeveer €450 miljoen kosten om 76% van hun woningen CO2– neutraal te krijgen.

 

(Deze flats aan de W. de Zwijgerlaan in Best vervangen nu gesloopte flats. De nieuwe flats zijn Nul Op de Meter. Zie ook www.mijn-thuis.nl/Willem-de-Zwijgerweg-Best/ ).

Paulus Jansen (ex-wethouder SP in Utrecht, o.a. Wonen)
Utrecht is een heel andere stad als Eindhoven. Niet alleen groter, maar ook een bijna dubbele woondichtheid en veel maar stadsverwarming. Zijn stad energieneutraal krijgen lukt volgens Jansen niet.

Het Utrechtse leidingennet en de vervangingstermijn

Jansen (die in Eindhoven technische Bouwkunde heeft gestudeerd en veel van deze materie afweet)  focuste vooral op de warmtevoorziening.

Hierboven de leiding-vervangingkaart van netbeheerder Stedin. De gele lijnen moeten op korte termijn vervangen worden en zodoende is Overvecht-Noord het eerst aan de beurt. De wijk gaat dus van het gas af.  Dat is een omvangrijke operatie en de inspraakbijeenkomsten vullen de krantenkolommen.

Warmtesituatie in Overvecht-Noord (Utrecht)

Als men een warmtenet wil verduurzamen, komt men als vanzelf op vraagstukken rond lage temperatuur-warmte 9pakweg 25 tot 40°C). Het gaat over het slim bestrijden van legionella, over vloerverwarming of grote radiatoren via restwarmte en geothermie naar monopolievraagstukken. De Utrechtse gemeenteraad heeft in 2017 een Warmtevisie vastgesteld en dat is iets waar de Eindhovense gemeenteraad vroeg of laat ook aan moet.

Utrecht sorteert voor op €250 miljoen per jaar (dat is inclusief de particuliere gelden).

De presentaties zijn in .pdf-vorm te vinden:

Bernard Gerard

Jaap van Leeuwen

Luc Reusken

Paulus Jansen (deze presentatie is vanwege de omvang op deze site iets ingekort)

De Brabantse SP wil meer van dit soort bijeenkomsten gaan organiseren.