SP-vragen over studie naar luchtzuivering in Eindhovense parkeergarages- update

De SP-fractie in Provinciale Staten heeft, bij monde van Roy de Jonge en Willemieke Arts, vragen gesteld over het TUE-onderzoek naar het effect dat ionisatie-luchtfilters zouden hebben, indien in grote getale opgesteld in Eindhovense parkeergarages.
De provincie heeft aan dit onderzoek meebetaald (mogelijk alles betaald), maar door de gekozen onderzoeksopzet heeft de lokale overheid er eigenlijk niks aan. Het levert wel mooie plaatjes op voor het bedrijf dat als adviseur is opgetreden, ENS Technology uit Cuijk.

PM10-concentraties nabij Boschdijktunnel met en zonder luchtzuivering

Ik  heb op deze site eerder over dit onderwerp geschreven, zie De parkeergarage als longen van de stad?

Hieronder een persbericht over de vragen, met een link naar de volledige tekst daarvan.
———————–

Persbericht                                                            Den Bosch, 03 febr 2017

Studie naar luchtzuiverend effect filters in parkeergarages leidt vooralsnog niet tot bruikbare uitkomsten

De Eindhovense bouwkundehoogleraar Blocken heeft onderzoek gedaan naar het effect op de luchtkwaliteit, dat zou ontstaan als men, bij wijze van gedachtenexperiment, een groot aantal ionisatie-luchtfilters van de firma ENS uit Cuijk in Eindhovense parkeergarages zou plaatsen. Dit onderzoek is op 26 oktober 2016 gepubliceerd.

Het onderzoek is (mede) gefinancierd door de provincie.

De SP-fractie in Provinciale Staten vindt echter dat het onderzoek geen voor de praktijk bruikbare inzichten opgeleverd heeft. De Socialistische Partij ziet dat het onderzoek slechts voor één, zeldzaam, weertype uitgevoerd is en dus momentaan is, en zich slechts richt op de luchtvervuiling, die voor het lokaal openbaar bestuur het minst te beïnvloeden is, nl PM10. Wettelijk heeft de lokale overheid te maken met jaargemiddelde concentraties en ook met andere vervuilingssoorten.
Het gekozen weertype levert echter wel de meest flatterende plaatjes voor ENS op.

Door de gekozen beperkte opzet valt  niet te beoordelen of de eventuele plaatsing van zeer veel ionisatiefilters in Eindhovense parkeergarages nut heeft, en ook niet dat dit geen nut heeft. Het onderzoek, zoals het er nu ligt, heeft dus geen relevantie voor de praktijk. Misschien zou een vervolgonderzoek dat wel kunnen hebben.
Wel is duidelijk dat de plaatsing van een groot aantal ionisatie-filters veel kost, maar niet hoeveel, en ook niet wat dat met de parkeertarieven zou doen.

De SP-fractie in PS heeft vragen gesteld aan het College van GS over het onderzoek. Deze vragen zijn als bijlage toegevoegd.

Voor nadere informatie kunt u terecht bij Roy de Jonge, rdjonge@brabant.nl, 06-13644667 of bij Willemieke Arts, warts@brabant.nl, 040-2454879.

De tekst van de vragen is te vinden op Vragen van de SP over het parkeergarage-luchtfilter-onderzoek_feb2017        

Detailopname van de virtuele Eindhovense maquette

Aanvulling dd 28 feb 2017
Op 20 februari 2017 hebben GS op lichtelijk chagrijnige toon antwoord gegeven. Men vond de vragen blijkbaar niet leuk.

De provincie heeft 30 mille betaald, stopt met het verhaal, en volgt met belangstelling wat er verder gebeurt.
Het onderwerp is overgedragen aan Environmental Nano Solutions (ENS), de TU/e en een aantal Eindhovense bedrijven. De gemeente Eindhoven heeft de vraag gekregen hoe mogelijk kan worden geparticipeerd. Men kijkt of het tot een pilot kan komen, en daarna of er een business case kan worden uitgewerkt.

Het klinkt allemaal een beetje wazig en vooralsnog is het vooral veel industriepolitiek en weinig milieu.

 

                                 

 

BRZO-inspecties onthullen nog steeds ernstige gebreken bij gevaarlijke chemische bedrijven – update

Bedrijven die onder het Besluit Rampen en Zware Ongevallen vallen (BRZO) worden uiteraard regelmatig gecontroleerd. In Brabant doet dat de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant (OMWB). Dat is een van de zes in den lande op dit werk gespecialiseerde BRZO-inspectiediensten die samen de organisatie BRZO+ vormen.
Deze structuur is opgezet naar aanleiding van de grote brand bij Chemie Pack in 2011.

Alle BRZO-ondernemingen vallen onder de provincie (GS) als bevoegd gezag.

De OMWB heeft inmiddels zijn Jaarverslag 2015 gepubliceerd, met daarin tevens veel aandacht voor de landelijke ontwikkelingen die onder BRZO+ vallen. Dit jaarverslag is te vinden op www.omwb.nl/brzo/jaarverslag-2015-303.html .
Dit resulteert in onderstaand staatje, dus over 2015 (waarbij gesignaleerde misstanden een voorgeschiedenis kunnen hebben die verder terug reikt):

Overtredingen bij BRZO-bedrijven over 2015 (jaarverslag OMWB)

Van de vijf bedrijven onder “iSZW categorie 1” liggen er drie in Brabant: Diffutherm in Hapert, Remondis Argentia in Moerdijk, en Solvay Solutions Nederland BV in Klundert.

Daarnaast publiceren de BRZO-inspecties een samenvatting van hun bevindingen per bedrijf. Die zijn meer up to date. De samenvattingen van deze drie bedrijven zijn te vinden op:

https://brzoplus.nl/inspecties-0/kies-regio/noord-brabant/noord-brabant/diffutherm-0/ .

https://brzoplus.nl/inspecties-0/kies-regio/noord-brabant/noord-brabant/remondis-argentia/

https://brzoplus.nl/inspecties-0/kies-regio/noord-brabant/noord-brabant/solvay-solutions/

Verhalen in de pers
De pers is op deze data gedoken en heeft zijn werk in dit geval goed gedaan. Het is minstens drie maal parallel gebeurd.

Het Eindhovens Dagblad heeft op 25 januari 2017 een verhaal gewijd aan het enige bedrijf in zijn verschijningsgebied, nl Diffutherm in Hapert. Het bedrijf produceert coatings en lijmen. Het bedrijf heeft een voorgeschiedenis. Toen het nog in Bergeijk zat, is het al eens ontploft (2004) en men was in Bergeijk blij dat de onderneming in 2014 verkaste naar het Kempisch Bedrijventerrein in Hapert, maar ook in die nieuwbouw gingen dingen mis. Zie www.ed.nl/bladel/bedrijf-diffutherm-in-hapert-meermaals-in-overtreding~ad311538/

Blusschuim na de explosie in 2004 bij Diffutherm

De Volkskrant heeft gebruik gemaakt van de diensten van Localfocus (datajournalistiek) en o.a. een kaart van Nederland afgedrukt met categorie 1-, 2- en 3-stippen . Zie www.volkskrant.nl/binnenland/chemische-bedrijven-overtreden-vaak-de-regels-inspecteurs-zitten-erbovenop~a4459874/ .
Het Brabants Dagblad heeft het werk van De Volkskrant overgenomen en ook op 9 februari 2017 gepubliceerd.
Je kunt de categorie-stippen aanklikken. Ik heb dat gedaan voor de drie Brabantse bedrijven met een categorie 1-overtreding. Dat levert op


(Bij het eerste bezoek aan Solvay trof de inspectie 2 overtredingen aan in cat-1, 4 in cat-2, en 3 in cat -3. Mogelijk speelt een rol dat Solvay dit bedrijf in 2015 overgenomen heeft, en dat de overtredingen nog van de voorganger dateerden. Bij het boekenonderzoek is dan blijkbaar niet naar de technische staat van de productie-installaties gekeken.)

Ook de Omroep Brabant heeft flink uitgepakt. Op 23 januari publiceerde de Omroep (eveneens op basis van Localfocus) op zijn site drie artikelen, onder
http://www.omroepbrabant.nl/?news/260358992/Driekwart+Brabantse+chemiebedrijven+heeft+veiligheid+niet+op+orde+%E2%80%98Wachten+op+volgende+ramp.aspx

http://www.omroepbrabant.nl/?news/260360562/Bij+deze+chemische+bedrijven+ging+het+de+afgelopen+jaren+al+een+keer+mis.aspx

http://www.omroepbrabant.nl/?news/2603591053/Bekijk+hier+hoe+veilig+de+chemische+bedrijven+bij+jou+in+de+buurt+zijn+.aspx .

Op het onderste van bovenstaande drie artikelen staat een vergelijkbare kaart als in De Volkskrant en het BD. Deze kaart (van de twee kaartjes op de site de onderste) heeft eveneens aanklikbare tekens, en die geven nog meer informatie als bovenstaande drie samenvattingen.

De statische weergave van deze kaart (die dus niet aanklikbaar is) ziet er als volgt uit:

Brabantse BRZO-inspectiekaart feb2017 Omroep Brabant.
Rood = cat 1, oranje = cat. 2 en geel cat. 3. Groen is goed.

De oranje bedrijven zijn:

Unipol                                                                           Oss
Edco Eindhoven BV                                                    Deurne
Metabel                                                                         Deurne
Versteijnen’s Internationaal Transportbedrijf     Tilburg
Shell Nederland Chemie Moerdijk                          Moerdijk
Coatex Netherlands                                                    Moerdijk
Stolthaven Moerdijk BV                                             Moerdijk
AD International                                                         Heijningen
Nuplex Resins                                                              Bergen op Zoom
Crealis Nederland                                                       Bergen op Zoom

Aanvulling:
Op 24 januari, een dag na de publicatie van de Omroep Brabant, heeft SP-Tweede Kamerlid Eric Smaling mondelinge vragen gesteld. Vragen en antwoorden zijn na enig zoeken te vinden op www.tweedekamer.nl/vragenuur 24 januari 2017 .
Staatssecretaris Dijksma antwoordde, kort samengevat, “dat zij vond dat Brabant de zaken goed op orde had. Er wordt in Brabant relatief veel onaangekondigd geïnspecteerd, en dan is het vaker raak.
In 2015 is in Brabant vijf keer een bedrijf stilgelegd na een BRZO-inspectie, in 2016 nul keer. Het ging in alle gevallen om arbeidsomstandigheden.
Soms ging het, in de woorden van Dijksma, om “een radio op een plek waar deze niet mag staan. … daar kunnen vonkjes af komen en als die in contact komen met een gevaarlijke stof, heb je wel een probleem.”

Mijn commentaar is dat Dijksma hier bagatelliseert. Niet voor niets heb ik de letterlijke tekst afgedrukt die bij de drie stilgelegde categorie 1-bedrijven in beeld verschijnt als je bij De Volkskrant op de kaart aan klikt (en die correspondeert met de openbare BRZO-samenvattingen). Alle explosies hebben een oorzaak (ontsnapt gas) en een aanleiding (de eerste vonk of iets dergelijks). Bij Diffutherm was sprake van een “onmiddellijke dreiging op een zwaar ongeval” en dat zou bij Diffutherm niet voor het eerst zijn. Bovendien (categorie 2) deugt het bedrijfsnoodplan niet en was het personeel ongeoefend. Kortom, Diffutherm beheerste volgens de Inspectie in 2015 de risico’s niet.
Het is volledig juist dat het personeel het eerste slachtoffer is (de passage over de arbeidswetgeving), maar daarna kan zo’n explosie ook externe slachtoffers maken. 
Bij Solvay in Klundert was o.a. sprake van een ontbrekende sprinklerbescherming tegen het ontsnappen van etheenoxide. Dat is een giftig en lichtontvlambaar gas, dat op langere termijn kankerverwekkend en mutageen is. Dit zou m.i. niet gebagatelliseerd moeten worden.

Als het onaangekondigd inspecteren (wat inderdaad een goede zaak is en waarvoor het Brabantse provinciebestuur voor geprezen moet worden) er inderdaad voor gezorgd zou hebben dat er meer overtredingen gevonden worden, en als dat de reden zou zijn dat Brabant in 2015 drie van de landelijke vijf categorie 1-overtredingen inboekt, dan roept dat de vraag op hoeveel er landelijk gevonden zouden worden als het onaangekondigd controleren ook elders gemeengoed zou zijn.

Op 13 februari 2017 hebben acht Tweede Kamerleden, waaronder Smaling, opnieuw vragen gesteld, nu over de publicatie in De Volkskrant van 9 februari (die overigens op hetzelfde basismateriaal gefundeerd was). Waar Smaling eerst specifiek over Brabant sprak (naar aanleiding van een bericht op de Omroep Brabant), spreken de acht kamerleden nu over het hele land (naar aanleiding van De Volkskrant).
Op deze vragen was dd 28 feb nog geen antwoord.

De capaciteit van alle inspecties in Nederland is te klein. Als de inspecteurs meer doelgericht zouden kunnen inspecteren, zou dat het rendement van hun inzet mogelijk verbeteren. Signalen uit de bevolking zouden kunnen bijdragen een meer doelgerichte handhaving en een scherper besef van veiligheid bij het bedrijf.
Het zou dus geen kwaad kunnen als politieke partijen en milieugroepen de verslagen van de BRZO-inspectie en het doen en laten in de praktijk van naburige ondernemingen beter bij gingen houden. In een reactie stelde Gedeputeerde Johan van den Hout dat hij ongeveer twee jaar geleden beleidsmatig begonnen begonnen is met het stimuleren van derge-
lijke omwonendengroepen. In Moerdijk is er een Burenraad ingesteld.

Inpassing A58 bij Oirschot

De aanpak van de wegenstructuur rond Eindhoven en Helmond (waarover op deze site het nodige te vinden valt) vindt plaats op een ‘grote’ en een ‘kleine’ schaal.
De grote schaal kan grofweg aangeduid worden als die van de externe bereikbaarheid. Het gaat over de A58, A67, A2 en de N279. Rond Eindhoven en Helmond vormen die, samen met de A50 die niet in behandeling is, een soort driehoek.
De kleine schaal kan grofweg aangeduid worden als de interne bereikbaarheid van de regio Eindhoven-Helmond. Het gaat om verkeer van binnen de driehoek, dat naar de driehoek geleid wordt (of omgekeerd).

Na het wegvallen van de omstreden Ruit in dit gebied ontstond er een klimaat waarin te praten viel over moderne verkeersontwikkelingen op beide schalen. Daardoor liggen er nu plannen die op papier redelijk wat draagvlak hebben. De vraag is nu hoe de uitvoering gaat lopen.

De plannen voor de ‘grote’ schaal zijn ondergebracht onder de trendy naam ‘Smartwayz’. Daarin zijn een aantal projecten verzameld, waaronder de verbreding en modernisering van de A58.
Smartwayz kent een website ( www.smartwayz.nl ) en een nieuwsbrief.
De aanpak van de A58 heeft ook een website ( www.innova58.nl/ ) .

De nieuwsbrief van Smartwayz bevatte een aardig artikel over de inpassing van de A58 bij Oirschot, waarin gebruik gemaakt is van een publiek consultatieproces. Ik jat daarvan de intro in paars.

———-

Team Oirschot praat mee over A58

Kunnen we de verbreding van de A58 aangrijpen om de snelweg bij Oirschot beter in te passen in het landschap? Met die vraag in het achterhoofd hebben Rijkswaterstaat en de gemeente Oirschot een bijzonder participatietraject opgestart. Inwoners van Oirschot brengen – onder de naam ‘Team Oirschot’ – een goed onderbouwd advies uit over het ont-
werp.

Door de hoge ligging van de brug over het Wilhelminakanaal is de A58 in Oirschot bijna niet te missen. Vanuit de dorpskern is de snelweg bij-
voorbeeld goed te zien. Omwonenden ervaren daarnaast overlast van geluid en luchtverontreiniging. Rijkswaterstaat en de gemeente Oirschot hebben de verbreding van de A58 – van 2×2 naar 2×3 rijstroken – dan ook aangegrepen om de bewoners een stem te geven in de ontwerpplannen. Dit gebeurt volgen het principe van social design: op basis van gemeenschappelijke drijfveren worden nieuwe perspectieven ont-
wikkeld, nieuwe oplossingen bedacht en geïmplementeerd.

Inpassingsvisie

Samen met Feddes/Olthof landschapsarchitecten werken Rijkswaterstaat en de gemeente Oirschot aan de inpassingsvisie voor de A58 bij Oirschot. Deze visie bevat de verdere uitwerking van de te verbreden A58 en de afstemming met andere partijen en initiatieven. Rijkswaterstaat en de gemeente Oirschot vinden dat het plan ook de ambities van de gebruikers van de omgeving en de weg moet bevatten. Zo ontstaan er samenhangende plannen, waar zo veel mogelijk betrokkenen beter van worden. Team Oirschot – dat bestaat uit inwoners en ondernemers – brengt in kaart wat dit ‘beter’ inhoudt voor de omgeving.

(Vervolg)
————–

Het vervolg valt te lezen op www.smartwayz.nl/nl/actueel/2017/2/team-oirschot-praat-mee-over-a58/ .

Ik vind dit een goede aanpak. Er lijkt inderdaad iets veranderd te zijn in de aanpak van verkeerszaken. Hopen dat dit een structureel karakter gaat krijgen.

Talking Traffic

In dezelfde nieuwsbrief van Smartwayz trouwens ook een interessant artikel over Talking Traffic, auto;s die met elkaar en de wegkant praten en zodoende een verkeer vormen dat ene stuk efficienter en goedkoper is dan een nieuwe weg.
Zie www.automotivenl.com/projecten-mobility/talking-traffic .

 

Plantenschermen Airport

In het Eindhovens Dagblad van 24 februari 2017 stond onder deze titel een ingezonden brief van Ben de Goei, iemand uit de achterban van het vliegveldberaad en van de BOW. Ik geef deze brief hier met toestemming. Daarna heb ik zelf nog wat verder uitzoekwerk gedaan.

“Een nieuw dieptepunt in de rookgordijnen die Eindhoven Airport optrekt om te verhullen dat de geluidsoverlast erg is en erger wordt. Hier in de Achtse Barrier merken we het dagelijks, zeker door het fors toenemen van het opstijgen in deze richting. Natuurlijk helpen uiteindelijk alleen stillere vliegtuigen en strengere geluidsnormen. Ryanair werd vandaag hiermee geconfronteerd in Brussel Airport, waar boetes tot € 5000 per vlucht gaan gelden voor vliegtuigen die de strengere Brusselse geluidsnormen overschrijden. Dus stuurt topman O’Leary het weer aan op een conflict. Diezelfde Ryanair houden ze hier koste wat kost te vriend, dus het lef van Brussel kunnen we vergeten.

Nee, de oplossing ligt in plantenschermen. Gelukkig maakten deskundigen hier gisteren in het ED korte metten mee, maar het is weer illustratief voor het non-beleid van Eindhoven Airport.

Bij Schiphol merkten de bewoners dat, als de boeren het land omgeploegd hadden, de geluidsoverlast minder was. De omgeploegde voren bleken de geluidsgolven die van boven komen te beïnvloeden. Een landschapskunstenaar heeft daarop voortbordurend een permanente oplossing bedacht: GROND-GELUID. Nu ligt er een geluidswerend landschapskunstwerk. Uit metingen en berekeningen van TNO bleek namelijk dat reeksen langgerekte grondribbels, haaks op de richting van het geluid, het effect van het grondgeluid wél sterk reduceren. Kijk daar eens naar, werkgroep innovatie van de Uitvoeringstafel.

Landartpark Buitenschot bij Schiphol

Nu maar hopen dat aan beide kanten van de baan ruimte genoeg is voor zo’n oplossing. Het omploegen van een deel van de start- en landingsbaan is natuurlijk ook een mogelijkheid.”
———-
Er staat een goede beschrijving van dit project op de site van het landschapsarchitectenbureau H+N+S, met plaatjes die helpen uitleggen waartegen deze techniek wel en niet werkt en waarom. Zie www.hnsland.nl/nl/projects/landartpark-buitenschot .
Het project is 33 hectare groot. De korte as van de bovenste ruit is 85m. De breedte van het totale ribbelsysteem moet dus ergens rond de 350m zitten.

Ik vind het mooi om te zien. Een mooi park is nooit weg. Vanwege het ultrafijn stof zou ik er trouwens niet al te veel tijd doorbrengen.

Landschapspark Buitenschot – plattegrond.
Landartpark Buitenschot bij Schiphol, detailopname. “Omgeploegd” is een eufemisme.
De werking van het landschapspark, schematisch weergegeven

Een belangrijke kanttekening is dus dat het ribbelsysteem bedoeld is tegen geluid op en vlak boven de grond – zoals de naam ook zegt. Dat is wat waard, maar noch bij Schiphol noch bij Eindhoven Airport het hoofdprobleem.
Tegen geluid van vliegtuigen in de lucht helpt niets behalve een stiller vliegtuig. Heel kort door de bocht: zowel geluid als licht planten zich voort met een systeem van golffronten en golfstralen. Als het licht van het vliegtuig jou bereiken kan, kan het geluid dat ook (hoe hard, dat hangt van allerlei dingen af). Daarnaast kan het geluid in dit frequentiegebied door buiging achter objecten van pakweg een paar meter “om de hoek gaan”, waardoor het geluid je soms ook nog kan bereiken als er geen gezichtslijn naar het vliegtuig is. De ‘ribbels’ zijn niet voor niets zo groot.

Het park ligt aan één kant van de Polderbaan. Schiphol heeft zes banen.

TNO beweert (voor techneuten zie TNO abstract Landschapspark annex bestel-link ) dat het systeem laagfrequent grondgeluid (frequenties 30 tot 60Hz) 5 tot 10dB verzwakt (met de wind mee) tot op 3 km afstand.

Wat is nou 3km in Eindhovense verhoudingen?
Drie kilometer ten Noord-Oosten van het uiteinde van de Eindhovense baan is waar het spoor onder de A58 doorgaat. Idem aan de andere kant ergens tussen de gehuchten Toterfout en Halfweg.

Omdat het meeste grondgeluid niet bij de uiteinden van de baan plaats vindt, is het werkingsgebied van de TNO-verzwakking in praktijk kleiner. In dit gebied staan niet veel huizen.
Verderop zal het ook wel een eind verzwakken, maar dan steeds minder.

Maar dit systeem doet (met beperkingen) tenminste aantoonbaar wat. Het bomenplant-verhaal dat Theo van Veen van het NLR hield bij de voorlichtingsbijeenkomst van de provinciale Uitvoeringstafel ontmoette terecht heel veel scepsis. Als je bomen wilt planten tegen grondgeluid, en dat moet dezelfde prestatie leveren als bij Schiphol, zou je denken dat de bossingel ook minstens 350m breed moet zijn (waarschijnlijk meer, omdat de bomen niet te optimaliseren zijn en de ribbels wel). Wordt een aardig herbebossingsproject, goed voor de CO2-compensatie van een heleboel vluchten.
Meneer Van Veen mocht niet wat zeggen van de voorzitter van de Innovatiewerkgroep van de tafel, de Eindhovense wethouder Schreurs, die algemeen ongeloof oogstte voor haar warrige innovatie- en design verhaal.

Fictieve boskap in Eindhovense stadsparken

Ik ploeterde om half zes als een ochtendzombie mijn bed uit om mee te doen met de actie van Milieudefensie voor eerlijke melk, fase 2 (voor fase 1 zie Onze melk is niet houdbaar – ik wil eerlijke melk! ). Het zombiebestaan duurde niet lang want het was pokkeweer.

Milieudefensie Eindhoven had affiches gemaakt (gelukkig vanwege de regen geplastificeerd) om het gevoel te geven van een fictieve bomenkap, zoals die in het echt voorkomt in grote delen van Zuid-Amerika voor de productie van soja, die hier naar toe gesleept wordt om in de maken van koeien, varkens en kippen te stoppen die er melk, eieren en vlees van maken. En heel veel stront, wat ook weer een probleem is.
De door de soja-monoculturen gecreëerde wantoestanden worden beschreven op de site op de affiche https://milieudefensie.nl/allemaallokaal/kapbezwaar .

Ik hielp mee in het Gebroeders Hornemanplantsoen, en de andere ploeg werkte in het Philips-de Jong wandelpark. Na iets van anderhalf uur (in de regen) zag het er heel anders uit.

Anti-sojaaffiches ophangen in het GebrHornemanplantsoen op 22 feb 2017
Straatbeeld van de Edenstraat toen het licht was, en ik aan het werk

 

Welwillend, maar afhoudend antwoord op brief over warmteplan Kempervennen – update 20feb2017

De energiemanager, Wilbert Hermans, van de landelijke organisatie Centerparcs heeft Milieudefensie geantwoord op de brief over een warmteplan voor zijn vestiging Kempervennen in Bergeijk. De afvalwarmte van skihal Montana (een zelfstandige onderneming) zou ingezet moeten worden in de naastgelegen Kempervennen-faciliteiten. Zie het eerdere artikel Milieudefensie in Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!

Montana Snowcenter op het Kempervennenterrein in Westerhoven (Bergeijk)

Een dergelijk plan is al eens besproken in november 2015, zegt Hermans. Er zijn echter nogal wat mitsen en maren, zoals de onderlinge
afstand, de benodigde temperaturen, de kosten van een backup-voorziening en de kosten van verbouwing in een draaiend park.
Daardoor is het nog niet tot realisatie gekomen, maar wat niet is, kan in gewijzigde omstandigheden nog komen.

Centerparcs wil in 2020 20% energie bespaard hebben t.o.v. 2010, en zat eind 2016 op een tussenstand van 12,5% (dus ongeveer op koers).
De vergelijking met Landal (een klein prikje) gaat men graag aan.

Voor de volledige brief zie brief kempervennen-antwoord 09 jan 2017

Luchtfoto Kempervennen

Commentaar.
Wat Hermans zegt, is niet absurd. Het zijn de gebruikelijke problemen bij warmte-investeringen.
Technisch zijn de problemen oplosbaar. Met warmtepompen zijn temperaturen van elk niveau naar elk niveau op te fokken. Er worden met warmteleidingen veel grotere afstanden overbrugd dan van de skihal naar de Kempervennen, hoewel dat op een gegeven moment onpraktisch wordt.
Het is vooral een financieel verhaal. Daarmee geldt voor Centerparcs wat voor veel andere ondernemingen ook geldt, nl dat in praktijk alleen hele korte terugverdientijden tot investeringen leiden.

Overigens bestaan er voor het bedrijfsleven de verplichtingen van het Aktiviteitenbesluit en het systeem van MJA-subsidies. Ik ga daar voor Milieudefensie, samen met iemand anders, daar eens rustig op zitten studeren.

Het resultaat van dat rustig nadenken is dat ik voor MilDef een nieuwe brief aan Center Parcs geschreven heb met waardering voor de positieve grondtoon van het antwoord, maar met een aantal kritische vragen. De brief is hier Montana_brief aan Hermans (CPE) met vragen_16 febr2017 te vinden.
Aangedrongen wordt op een Energie Prestatie Keuring, zoals die  elders in het bedrijfsleven ook gepraktiseerd wordt. Verder wordt gemeld dat de relatief lage impact, die het gebruiken van restwarmte op het landschap heeft (vergeleken met all electric)in het belang van Center Parcs is.
de vraag over de vijf jaar-termijn staat erin omdat de Wet Milieubeheer eist dat investeringen met een kortere terugverdientijd dan 5 jaar verplicht zijn. Overigens hebben restwarmteprojecten vaak ene langere terugverdientermijn.

CETA goedgekeurd door Europees Parlement (maar bepaald niet unaniem)

(Dit bericht is overgenomen van Milieudefensie).
Toegevoegd moet nog worden dat het omstreden arbitragesysteem ICS pas van kracht wordt als alle nationale parlementen CETA geratificeerd hebben. Dat betekent dat het debat in de Tweede Kamer, dat nog moet plaatsvinden, een forse inzet heeft!
Ikzelf vind het arbitragesysteem, dat nationale wetgeving omzeilt en een parallel juridisch systeem betekent dat alleen grote internationale bedrijven bevoordeelt, de hoekigste steen des aanstoots in dit soort verdragen.

CETA is goedgekeurd door het Europees Parlement. Van de Nederlandse partijen waren VVD, D66 & CDA voor. PvdA & CU onthielden zich van stemming, alle anderen waren tegen CETA. Dit biedt wel perspectief voor de stemming in de Tweede Kamer in het najaar! Want als dan Nederland tegen stemt, kan CETA alsnog teruggetrokken worden.

CETA treedt nu in volledige werking. Zie dit artikel voor wat de gevolgen hiervan zijn (dat hebben we inderdaad niet in een half uurtje uit de mouw geschud; we waren op het slechte nieuws voorbereid).

Openbare avond Milieudefensie en FNV over CETA, TiSA en TTIP in Geldrop op 17 okt 2016

Vijf dingen die gebeuren nu CETA voorlopig in werking treedt

15 februari 2017

Ceta treedt voorlopig in werking, wat betekent dat? De voorlopige inwerkingtreding heeft een hoop gevolgen, hieronder onze top 5

1 Daling Belastinginkomsten

Beide landen schaffen bijna 99 procent van alle importheffingen af, Canada en de Europese Unie lopen daarmee miljoenen aan belastinginkomsten mis..

2 Oneerlijke concurrentie

Canada heeft lagere productie-, arbeids-, milieu- en dierenwelzijnstandaarden. Dat betekent dat zij goedkoper kunnen produceren dan landen in de Europese Unie. Met als gevolg dat onze concurrentie positie op veel vlakken enorm verzwakt.

3 Meer teerzand en schaliegas

Omdat veel restricties onder het verdrag wegvallen kan Canada makkelijker teerzandolie en schaliegas naar de Europese Unie exporteren. Beide fossiele energiebronnen zijn slecht voor het klimaat en de productie ervan heeft een verwoestend effect op het milieu en de natuur.

4 De chloorkoe en kiloknallers vol groeihormonen

De chloorkip komt er niet, maar de chloorkoe wel. Rundvlees mag in Canada worden behandeld en gewassen met chloor. Bovendien worden runderen en varkens in Canada vlak voor de slacht ingespoten met groeihormoon ractopamine. Dat is hier verboden vanwege zorgen over de gevolgen voor onze gezondheid. Het vlees komt bovendien van megastallen.Canadese kiloknallers kunnen vanaf volgende maand al in de schappen van de supermarkt liggen.

5 Amerika via de achterdeur

CETA is een achterdeur voor multinationals uit de Verenigde Staten. Zo’n 80 procent van de Amerikaanse grote bedrijven heeft een vestiging in Canada en kan zich langs die weg ook storten op de Europese markt. Bedrijven uit de Verenigde Staten zijn al volop aanwezig op de Europese markt. Nieuw is dat zij met CETA, als het verdrag volledig inwerking treedt, gebruik kunnen maken van nieuwe rechten die hen extra bescherming geven als zij zich benadeeld voelen door nieuwe wetgeving van onze overheid, bijvoorbeeld op het gebied van milieu.

Worden we er, ondanks alle nadelen, rijk van?

Was het maar waar, dan leverde het tenminste nog iets op. Volgens de Joint Study van de EU Commissie en Canadese overheid zal CETA een extra economische groei van 0.08% voor de EU opleveren. Dit komt neer op een extra 45 cent per EU inwoner, en alleen zeven jaar nadat het verdrag van kracht wordt.Dit komt neer op een kopje koffie per elke 7 weken. Als CETA er komt en je over 7 jaar een kopje koffie drinkt, geniet er van, want daar is dan een hele hoge prijs voor betaald.

Chinese geleerden berekenen koolstofbalans in en op de bodem

Een hele rits Chinese geleerden, waarvan Li Lai de eerste naam is, heeft in kaart gebracht hoeveel koolstof er tussen 1990 en 2010 aan het Chinese plantendek en de Chinese bodem onttrokken of toegevoegd is ten gevolge van Land Use and Cover Change (LUCC) en ten gevolge van het beheer van het plantendek dat hetzelfde bleef – voorwaar, een monumentale prestatie.
Je zou denken dat als dit in China kan, het ook in Nederland zou moeten kunnen en zelfs in Noord-Brabant.
De publicatie stond in Science Advances van 12 februari 2017. De tekst is te downloaden op http://advances.sciencemag.org/content/2/11/e1601063.full .

Zoals bekend hebben er van 1990 tot 2010 gigantische veranderingen plaatsgevonden in China. Er zijn miljoenensteden gebouwd, maar aan de andere kant hebben er ook grote herbebossingsprojecten plaatsgevonden. Af en toe verneemt men uit China verstandige opmerkingen, en zelfs handelingen, met betrekking tot het klimaat.

In dit artikel moet bedacht worden dat er twee belangrijke ontwikkelingen geanalyseerd worden:

  • veranderingen in een koolstofvoorraad doordat de ene gebruikswijze van een gebied omgezet wordt in een andere gebruikswijze (gras wordt bos of gras wordt stad). Dit is LUCC.
    Over de hele periode gemiddeld ging er overall door LUCC per jaar 11,5Tg koolstof uit de bodem verloren en kwam er per jaar 13,2Tg koolstof bij aan vegetatie.
  • veranderingen in een koolstofvoorraad door het beheer (management) waarbij de gebruikswijze dezelfde blijft (bos brandt af of wordt kaalgevreten, maar blijft bos) of een akker wordt goed onderhouden en slaat koolstof op.
    Bij elkaar gaat er ongeveer 131Tg/y de lucht in door rampen en slecht bosbeheer, zoals bosbranden en insectenplagen en houtkap. Daar staat tegenover dat boerenland en graslanden samen bijna 28Tg koolstof per jaar uit de lucht plukken.(Een Tg is wat normale mensen 1 miljoen ton noemen.)
    Doe deze getallen *20 en je hebt de sommatie over de onderzoeksperiode.

De totale balans wordt dus gedomineerd door slecht bosbeheer.

De getallen zijn zeer ongelijk over China verdeeld, getuige onderstand kaartje van de koolstofbalans door LUCC in zes categorieën voor elk van de zes landdelen.

LUCC-gerelateerde koolstofemissies in China

Om het te snappen neem ‘North’ = midden boven. De cijfers 1 t/m 6 staan eronder uitgelegd en 2 is herbebossing. De Chinezen leggen een gigantische bomenrij aan langs de rand van de Gobi-woestijn (welke naam in het Mongools “heel groot en droog” betekent). Dat zie je meteen terug in nieuw vastgelegde koolstof van 24Mg per hectare per jaar (een Mg = 1000kg = 1 ton). Tegelijk gaat er 9 ton koolstof per hectare per jaar uit het systeem als gevolg van het in cultuur brengen van land. Enzovoort.
Vergelijkbare cijfers voor ‘Noord-West’ = links boven.

Hieronder wordt in beeld gebracht wat er gebeurt op het schaal van elk van de zes landsdelen per jaar door de omgang (management) met bestaande bestemmingen (die dus gehandhaafd blijven). Weer om het te snappen: in “North’ gaat veel koolstof de lucht in door slecht bosbeheer, maar wordt nog meer koolstof vastgelegd door de landbouw.
Grasland legt overal koolstof vast (vooral in de bodem).

Het beeld binnen China is dus opnieuw zeer wisselend.

Koolstofveranderingen, per landsdeel en per jaar, ten gevolge van het managen van een bestaande bestemming

Is dit nou veel?

Het is lastig om een dergelijke getallenbrij te interpreteren.
In elk geval trekt de publicatie de conclusie dat er zoveel koolstof de lucht in gaat door slecht beheer, dat bij goed beheer de Chinese bodem en het erop groeiend plantendek als geheel een netto ‘sink’ voor koolstof zou moeten worden. Dat kan voor het bereiken van het Parijse Klimaatakkoord van belang worden.

In de publicatie wordt geprobeerd er wat vergelijkingsmateriaal tegen aan te gooien, maar dat is niet erg geslaagd. Het springt heen en weer tussen allerlei plaatsen en periodes, en gebruikt LUCC en management en combinaties daarvan door elkaar.
Ik zal het plaatje geven. Misschien dat er lezers zijn die er meer chocola van kunnen maken als ik. Dat hoor ik dan graag.
De bedoeling van de auteurs is in elk geval te bewijzen dat China maar een relatief klein deel van de LUCC-koolstof in de wereld voor zijn rekening neemt.

Volksgezondheid en veehouderij: alles op een rij

Onder deze titel publiceerde de Brabantse Milieu Federatie (BMF) op 3 februari 2017 de studie “Volksgezondheid en veehouderij: alles op een rij”. De studie is in opdracht van de BMF geschreven door (als hoofdauteur) Mariken Ruiter, een arts uit Nistelrode, en voor het hoofdstuk ‘Milieudruk’  door Carin Rougoor van het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu). De illustraties zijn van Sandra de Haan, dee foto’s van Kees de Bruijn en Geert Verstegen.

Het is een literatuurstudie. De auteurs hebben zelf geen epidemiologisch onderzoek gedaan, maar geïnventariseerd wat er al bestond en dat voor een breed publiek op een rij gezet. Dat is als regel goed gebeurd. Aan wie een snel en breed overzicht van de gezondheids- en milieuaspecten van de veehouderij wenst, kan lezing van deze studie worden  aangeraden. De volledige tekst kan gevonden worden op www.brabantsemilieufederatie.nl/nieuws/rapport-volksgezondheid-en-veehouderij-aangeboden-aan-provincie/  .

De studie is betaald door de BMF, die op zijn beurt de kosten afgedekt heeft met crowd support. Ik heb zelf ook meebetaald.

Commentaar mijnerzijds – algemeen
Ik deel de eindconclusie van de studie (blz 49)en die samengevat kunnen worden in de eerste zin “De veehouderij brengt aanmerkelijke risico’s voor de volksgezondheid met zich mee. Deze risico’s reiken verder dan de omgeving van de stal.”

Zoönosen

Ik heb van de medische hoofdstukken te weinig verstand om mij aan een commentaar te wagen. Voor zover mijn bescheiden kennis reikt, zijn de hoofdstukken over zoönosen en resistentie goed.

Ik heb wel wat kanttekeningen bij het hoofdstuk over fijn stof en ammoniak.

Fijn stof en ammoniak
Luchtverontreiniging is een  complex verhaal, en daarbinnen de component fijn stof ook.

Het probleemveld op verschillende manieren worden onderverdeeld.
Normaliter komt men twee onderverdelingen tegen: naar grootte of naar samenstelling.
Die naar grootte leidt tot begrippen als PM10 (kort door de bocht korreltjes met een diameter <10µm), PM2.5 of PM0.1 (ultrafijn stof).
Die naar samenstelling leidt tot namen als roet, metaalslijpsel, of secundaire aerosolen.

Ruiter hanteert een eigen indeling, nl in primair en secundair fijn stof. Primair is wat direct uit de stal komt, en secundair is wat in de atmosfeer ontstaat als enerzijds ammoniak uit de stallen en anderzijds stikstofoxides NOx (vooral verkeer) of zwaveloxide (SOx) (tegenwoordig vooral vuile brandstof en dus vliegtuigen) met elkaar reageren. In het vakjargon noemt met deze reactieresultaten Secondary Inorganic Aerosols (SIA’s).
Overigens zijn ammoniak en stikstofoxides op zichzelf ook giftige gassen, dus als die gassen niet reageren tot SIA’s, is er ook een probleem.
Het is mij niet a priori duidelijk wat het ergste probleem van beide is.

Ruiter verdeelt verder dit primair en secundair fijn stof in wat wel of niet uit of door de stal komt. Haar onderverdeling stal-niet stal klopt grofweg qua orde van grootte.

Door aan primair en secundair vast stof beide een even grote halve cirkel toe te kennen, en die aan elkaar te plakken, wordt de indruk gewekt dat er evenveel primair als secundair fijn stof is. Dat is niet zo. De linker halve cirkel moet per definitie groter zijn.

De SIA’s vormen een flink deel van wat normaliter PM2.5 heet, maar niet alles. Het RIVM gaf in 2013 (Dossier fijn stof_1_stof: hoe en wat) als samenstelling voor PM2.5 (waarbij in praktijk in Brabant bijna altijd de linkerkolom geldt) :

Samenstelling PM2.5 RIVM jan 2013

De categorie “secundair” van Ruiter komt overeen met de donkerblauwe kleur in bovenstaande kolom.

Het probleem is nu dat, voor zover er recente wetenschappelijk onderbouwde medische dosis-effect relaties bestaan, gaan die vooral over PM2.5 (de totale kolom) of bijv. over roet (een deel van de lichtblauwe
bijdrage).
Er zijn geen kwantitatieve dosis-effect relaties bekend tussen alleen SIA’s (het donkerblauwe deel) en medische effecten. Ook kwalitatief is het verband niet ondubbelzinnig, ook niet in de door Ruiter aangehaalde literatuur.
Proefdieren die in  een laboratorium alleen maar ammoniumnitraat of -sulfaat in de neus gesprayed krijgen, ondervinden daar als regel geen hinder van. Tegelijk wijzen andere studies erop, dat in het werkelijke leven die SIA-stoffen wel met gezondheidsschade geassocieerd zijn. Het is daarbij niet duidelijk, of het verband causaal is, of dat het indirect is (bijv.omdat SIA’s hygroscopisch zijn). In elk geval lossen deze stoffen goed op in water, dus in het lichaam kunnen het geen korreltjes blijven.
Geleerden wagen zich op dit moment niet aan een onderverdeling naar gevaar van de verschillende bestanddelen van PM2.5 en doen alsof alle componenten even gevaarlijk zijn. Dat is een wetenschappelijk zwaktebod dat ongetwijfeld niet het eeuwige leven heeft.

Ruiter zit met het probleem dat de meeste kennis opgebouwd is door studie van het verkeer in stedelijk gebied, maar dat er weinig rechtstreeks bekend is van de landbouw. Wel staat vast dat de landbouw op zijn eentje goed is voor bijna de hele ammoniakuitstoot, en dat een deel van de ammoniak eindigt als SIA. Haar belangstelling voor SIA’s valt dus te volgen.

Bij gebrek aan beter moet Ruiter zich op genoemd wetenschappelijke zwaktebod baseren. Ze zegt terecht dat niet precies bekend is welke gezondheidseffecten in welke mate optreden door welke componenten, maar daarna (met een naar mijn smaak te grote stelligheid) dat ammoniak uit de veehouderij goed is voor de helft van de vroegtijdige sterfte van alle Nederlanders door luchtvervuiling (die is ongeveer een  jaar).
Omdat echter van de totale “PM2.5-kolom” goede epidemiologische dosis-effect relaties bestaan, is het voor al die Nederlanders een schrale troost als de SIA-component relatief minder belangrijk zou blijken. Als de totale lengte van de kolom een gegeven waarde is (bijvoorbeeld 16µgr/m3 ), dan moet er iets anders zijn wat extra belangrijk is (bijv. koolstofhoudend materiaal of metalen of ongespecificeerd). Het probleem verschuift maar wordt daarmee niet opgelost.

Hoe dan ook, alle deskundigen vinden dat de ammoniakuitstoot omlaag moet en dat is geheel terecht. De totale PM2.5 – kolom krijgt dan een lagere absolute waarde (bijv 14µgr/m3 ). Met, hoe dan ook, enige vermindering van de voortijdige sterfte.
Brunekreef e.a. zeggen in The Lancet Respiratory Medicine (07 okt 2015) dat de EU tussen 2005 en 2020 de zwaveloxides met 59% terug wil brengen, de stikstofoxides met 42%, en ammoniak met maar 6%.
Overigens zeggen Brunekreef ea in dit artikel ook dat de stikstofbelasting de EU jaarlijks €75-485 miljard per jaar kost, en dat technische anti-ammoniakmaatregelen en handhaving daarvan zeer veel minder kosten.

Nog een laatste kleine opmerking, nl dat Ruiter de EU-fijnstofnorm noemt van 40µgr/m3  bij een WHO-aanbeveling van 20µgr/m3 . Dat is voor PM10.
Voor PM2.5 zijn dezelfde getallen respectievelijk 25 en 10µgr/m3 .

Milieudruk: gezondheidsschade in binnen- en buitenland, en overige risico’s
Hier enkele kleinere opmerkingen.

Anders dan gezegd, is de landbouw in de Brabantse Kempen waarschijnlijk niet de voornaamste bron van zink en cadmium in het grondwater. Er staat in de aangehaalde referentie dan ook dat er voor De Kempen een apart grondwaterplan is.
De hoofdschuldige daar is de non ferro-industrie in de tijd dat die nog met thermische processen werkte, bijvoorbeeld de zinkfabriek in Budel. De dampen waaiden als een deken over de omgeving en elke onderwaterbodem in dit deel van de wereld is chemisch afval zolang het tegendeel niet bewezen is.

Luchtfoto Nyrstar Budel. Men zou zich hier een zonnepark kunnen voorstellen. De bekkens zijn 0,43km2 groot.

Ten aanzien van het bestrijdingsmiddelenverhaal focust ook Ruiter zich weer op Roundup. Het is zeer wel mogelijk dat in de hoeveelheden Roundup, die op de Argentijnse soja-monoculturen uitgestort zijn, daar medische effecten hebben.
In Brabant echter blijkt uit metingen, dat Roundup/glyfosaat een relatief klein probleem is te midden van andere bestrijdingsmiddelen, die gevaarlijker zijn en meer voorkomen.
Het Brabantse milieu zou er baat bij hebben als milieumensen zich op basis van wetenschap met bestrijdingsmiddelen gingen bezig houden, en niet op basis van gemakzuchtige vooroordelen.
Zie Bestrijdingsmiddelen in Brabants grond- en oppervlaktewater

Het H2S-probleem in Deurne is in hoofdzaak niet antropogeen, wat de maatschappelijke discussie hierover ook beweert. Hetzelfde verschijnsel heeft zich ook voorgedaan midden in Eindhoven en in Utrecht.
Er zijn echter mechanismes voorstelbaar die maken dat het wel in bijzaak antropogeen is, waaronder gebonden aan de landbouw. Of dat werkelijk zo is, is niet goed uitgezocht.
Zie Zwavelwaterstof in Deurne (en in de rest van Brabant)

Ik heb in deze kolommen mijn mening over het bewerken van mest in extenso gegeven en ga dat niet herhalen.


Mijns inziens is het vergisten en hygieniseren van mest verstandig, niet omdat het iets aan het mestprobleem verandert, maar omdat het andere problemen helpt oplossen (klimaat, energie, volksgezondheid). Denkbare problemen zijn met een goede ruimtelijke ordening en een goede vergunningverlening op te vangen.
Het scheiden en indikken van mest is een methode om fosfaat toegankelijker te houden en daarmee in principe goed, maar niet als methode om de veestapel in stand te houden of zelfs te laten groeien.
De 25% van de ‘mest’ die zoek is, is in praktijk de 25% van het nitraat dat zoek is. Fosfaat raakt niet zoek en dikke fractie ook niet, want heeft waarde. Nitraat heeft nauwelijks waarde.

Onze melk is niet houdbaar – ik wil eerlijke melk!


De anti-sojaimportactie
Ik heb op deze site al wel vaker geschreven over de anti-soja importactie van mijn Vereniging Milieudefensie.
Aan de leverende kant leidt de grootschalige teelt van soja tot problemen. Zittende boeren worden van hun grond verdreven, de bodem wordt uitgeput, er wordt op grote schaal tropisch regenwoud gekapt, de monocultures worden in grote hoeveelheden met gif bespoten.
Aan de ontvangende kant (dus bij ons) helpt diezelfde soja mee om een dolgedraaide veeteelt in stand te houden. Dit kleine en dichtbevolkte land is de tweede agrarisch exporteur ter wereld en voorziet elk jaar 50 miljoen mensen van vlees en zuivel. Het veeteeltsysteem is alle draagkrachtgrenzen van het systeem gepasseerd.

Er heeft een hele tijd een handtekeningenactie gelopen, die eind november 2016 55000 handtekeningen opgeleverd heeft (waarvan 1200 via onze Eindhovense Milieudefensie-afdeling).

De melk-actie
Als vervolg hierop heeft Milieudefensie een landelijke campagne opgezet, die zich richt op het agrarische systeem als zodanig, met melk als icoon. Hoe eerlijk is onze melk? Niet dus.

Milieudefensie heeft als eerste stap een krant gecomponeerd waarin alle aspecten van ons agrarisch systeem aan de orde komen, met nadruk op de melkveehouderij. Die krant is op maandag 6 februari 2017 in een landelijke oplage van 125000 verspreid, eerst bij een groot aantal stations en daarna in buurten en via organisaties.

In het donker voor het station (maandag 6 feb 2017, foto Ank Hermens)

In Eindhoven maakte ik deel uit van een ploeg van negen mensen, die van half zeven tot negen bij de stations Centraal en Strijp S gestaan heeft. Grofweg de helft van de Eindhovense oplage (7000) ging daar weg en het merendeel van de rest kort daarna. Er is nog een beperkte voorraad voor wie wil, maar niet lang meer.

Er komt in februari nog een tweede actie.

Op 4 maart wordt deze campagne afgesloten met een ludieke actie en een feestelijke talkshow.

Geheel ouderwets met bakfietsen (na afloop aan de koffie)

De krant
is een spoof-versie van wijlen De Pers, die als gratis krant een goede reputatie had (bij het verspreiden vragen mensen af en toe verheugd of De Pers weer terug is, maar dan moeten we helaas antwoorden dat het maar voor één keer is).

Het is een leuke krant geworden. Ik raad hem iedereen ter lezing aan. Dat kan op https://depers.org/ .


Het is een mengsel van (weinig) satirische artikelen en (veel) serieuze artikelen.

De positie van de boer wordt uitgelegd, o.a. aan de hand van de kostprijs van melk. De ‘gewone’ (niet-biologische) boer ving in de afgelopen jaren zo’n 30 cent per liter melk, terwijl zijn kostprijs (afhankelijk van het bedrijf) rond de 36 cent per liter schommelde. Volgens de Dutch Dairymen Board (die samen met Europese zusterorganisaties laat uitrekenen wat een eerlijke prijs voor melk is in de verschillende EU-landen) zou dat in Nederland 45 cent per liter moeten zijn. Dan heeft ook de boer een reëel inkomen. Nu draaien in feite veel boerderijen op het werk van de boerin.
Bij Albert Heijn betaal je als consument ergens rond de 100 cent/liter (online). Bij de LIDL in de winkel kost melk iets van 70 cent/liter.

Biologische boeren draaien beter, omdat dat een beschermde titel is. Veel ‘gewone’ boeren willen ook wel biologisch worden, maar als dat er meer zijn dan de vraag, slaat ook deze reddingsboot om. Dus lezer: meer biologische melk gaan drinken!

De impact van koeien op het klimaat

Onder de titel “De koe maakt gehakt van ons klimaat” pleit klimaat-
wetenschapper Pier Vellinga voor een halvering van onze veehouderij. Het klimaateffect van alle mondiale herkauwers (anderhalf miljard stuks) is even groot als het klimaateffect van alle auto’s ter wereld opgeteld. Telt men ook de voerproductie mee, bewerkingen en transport, dan schiet het klimaateffect omhoog tot dat van alle transport samen (auto, schip, vliegtuig opgeteld). Vellinga vindt dat iedereen 80% vegetarier moet zijn (6 dagen vlees per maand).

Interview van Vincent Bijlo met de Boze Koe die zich niet gehoord voelt

Mijn persoonlijke favoriet is het (satirische) interview van Vincent Bijlo met de Boze Koe die zich niet meer gehoord voelt. Het beest is overigens zwart-wit.
Ik ga dat verder niet verklappen.

Er staat ook een puzzel in de krant en een recept voor een veganistische rode kool-stoofschotel.

Enig voorbehoud
Ik ben het op hoofdlijnen met de Milieudefensie-analyse eens, want anders zou ik de actie niet zelf steunen.

Maar nogal eens komen dit soort opvattingen in de maatschappij voor als een soort ideologisch totaalpakket. Als je vindt dat het klimaat gespaard moet worden en dat er meer vegetarisch gegeten moet worden en meer agro-ecologisch of biologisch geboerd moet worden, zit dat vaak in een totaalpakket met kleinschaligheid, terug naar vroeger-romantiek, leven als een monnik geacht werd te doen, een anti-technologische houding en genetische modificatie die principieel verdorven is. Dit ideologische, een soort Groenlinks-achtige, totaalpakket deel ik niet.

Eigenlijk pas ik in geen enkel hokje helemaal.

De melk-krant van Milieudefensie is wat dit betreft redelijk koosjer, maar bij andere gelegenheden komen die reflexen nog wel eens naar voren.
Bij andere milieuverenigingen overigens nog vaker en intenser.