Schaliegasavond Milieudefensie met internationale gasten

Milieudefensie had twee internationale gasten (uit de Oekraine en Argentinie), die beide wat te melden hadden over schaliegas. Ze wilden graag een avond beleggen in Eindhoven.

We hebben ze met onze afdeling geholpen met facilitaire hand- en spandiensten, o.a. met de zaalhuur.

Zie verder Schaliegasavond in Eindhoven_21052014

Klimaatavond in Eindhovense Raadszaal

Milieudefensie in Eindhoven (toen nog de Werkgroep Luchtkwaliteit en Klimaat), het Vredesburo en het Vredescentrum van de TUE  wilden het klimaat en de maatschappelijke gevolgen daarvan hoger op de regionale en Eindhovense politieke agenda krijgen. Dat moest met een soort vertaalslag van de wereldpolitiek naar de staat. Daartoe is er op 12 maart 2014 een openbare avond belegd in de Eindhovense raadszaal. Daar waren ongeveer 70 mensen.

De avond had een centraal deel en daarna twee workshops, een over energie en klimaat, een over mobiliteit en klimaat. Diskussieleider was Jacqueline Kuppens.
In het centrale deel hield professor Bregman een inleiding. Hij is een van de professoren die Nederland vertegenwoordigt bij het IPCC. Hij werkt bij het KNMI en bij de Universiteit van Nijmegen.

Prof. Bregman
Prof. Bregman

Na Bregman vonden er twee aparte workshops plaats, een over “Een klimaatneutrale stad, kan dat?” en een over “Hoe houden we Brainport mobiel met de halve hoeveelheid brandstof?”.

Het publiek in de raadszaal
Het publiek in de raadszaal

Voor de eerste workshop zijn uitgenodigd deskundigen uit kringen van de gemeente, de woningbouwverenigingen, de energiecoöperaties en het Nutsbedrijf.
Bij de tweede workshop hebben gesproken Hans Buurma (over vliegen en klimaat en wat hogesnelheidslijnen voor Eindhoven konden betekenen), Ivo Stumpe van Milieudefensie met een meer politiek verhaal en Richard Smokers van TNO voor de techniek.

HSL-net-rr

Voor Eindhoven was Luik een te overwegen gedachte als opstap naar de HSL, volgens Buurma.

Ongetwijfeld komt er ooit een vervolg.

 

Inspraakreactie over het nieuwe BP De Hurk in Eindhoven

Industrieterrein De Hurk in Eindhoven is het grootste terrein voor zware industrie in Eindhoven. Het bevat één BRZO-onderneming Air Liquide en een handvol BEVI-inrichtingen.

De Hurk draait op een bestemmingsplan (BP) uit 1988. Het is dus dd 2014 waanzinnig oud. Er wordt dan ook gesproken over een modernisering, die in beginsel geacht wordt beleidsarm te zijn. Dat klopt niet helemaal, maar wel deels.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven
Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

Omdat er een aantal milieugevoelige bestemmingen op het terrein aanwezig is, heb ik met een Eindhovense milieugroep, de Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer (WNM) al in een eerder stadium een Raad van State – procedure gevoerd tegen de nieuwe milieuvergunning van Air Liquide. Dat mislukte. We gebruikten o.a. argumenten die zich richtten op de veiligheid op bedrijfsterreinniveau en op de interpretatie  het groepsrisico, maar de Raad van State nam die niet over.

Tanks bij Air Liquide
Tanks bij Air Liquide

Daarna heb ik met de WNM geprobeerd dezelfde logica los te laten op de modernisering van De Hurk. Daartoe heb ik ingesproken bij de commissiebehandeling. De tekst hiervan verschijnt hieronder in Italic.

Voorzitter,                                                                                                    28 jan 2014

Dank dat ik hier weer eens het woord mag voeren.

Ik neem u allen in gedachten nog even terug naar de brand bij Chemiepack. Niet naar het brandende pand, maar naar de omgeving. Het aangrenzende Wartsila brandde af en de ATM kon alleen nog met inderhaast opgeworpen dijkjes voorkomen dat de brandende vloeistoffen bij de grootste verwerker van chemisch afval in Brabant naar binnen dreven.
En misschien heeft u ook de filmpjes op Youtube gezien hoe mensen wanhopig in hun auto rondreden om een route te vinden om het brandende pand heen, en hoe zelfs een groep werknemers inderhaast met een bootje naar de overkant van het Hollands Diep geëvacueerd moesten worden. Zou het nou niet beter geweest zijn als men die evacuatieproblematiek van tevoren overdacht had? Op complexniveau?
Daarna kreeg het industrieterrein Moerdijk een eigen, in onderling beheerde, brandweer. Dat was hoog tijd.
Veiligheid zou niet alleen maar een kenmerk moeten zijn van afzonderlijke ondernemingen, maar ook een collectief kenmerk van een bedrijventerrein. Op zijn minst als daar categorie 4 en 5 inrichtingen staan. Het is niet voor niets dat het gevaarlijkste bedrijventerrein van Nederland, Chemelot bij Geleen, als één samenhangende rechtspersoon functioneert. En het is modern: ook MSD/Organon en het Life Science Park in Oss zijn als Stichting georganiseerd.

Een mooi voorbeeld van een collectieve aanpak is het systeemNL-Alert. Dat gebruiken ze in Israel tegen raketten en in Japan tegen tsunami’s en op industrieterrein Moerdijk hebben ze het omgebouwd voor branden en gifwolken. Aan dit CBIS-systeem zit een databank vast en een meteo, zodat een snelle analyse mogelijk is. Bij De Hurk gaat alleen het luchtalarm af en dan moet het personeel van het buurbedrijf maar raden of ze juist wel of juist niet naar buiten moeten gaan. High tech – regio zei men toch?

Een ander mooi voorbeeld van een collectieve aanpak, Vz, is de omgang met de geluidsruimte binnen een overvolle zone. Ook dat is iets wat het beste onderling geregeld kan worden.
Daarmee kom ik op een van onze opmerkingen. Ik blijf het vreemd vinden dat de Theresiastraat en een deel van de Zeelsterstraat binnen de 60 dB(A)-grens liggen. De ambtelijke reactie op onze zienswijze is, met permissie, onzin. Als de zonekaart alleen nog historische waarde heeft, schaf hem dan af en zet de goede kaart in het BP. Wij willen toch dat overheidsdocumentatie leesbaar is? Verder handhaaf ik onze stelling dat de 55 dB(A)-grens dicht naar de terreingrens teruggedrongen moet worden.

Tot slot, voorzitter. Wij krijgen het argument dat onze mening niet in het bestemmingsplan thuishoort. Hierover hebben wij nagedacht en het is ten dele waar. Maar als de aanwezigen hier onze mening delen, Vz, dat een meer collectieve benadering van bedrijfsterreinen nastrevenswaardig is, dan hoop ik dat deze discussie bij andere gelegenheden opnieuw opgepakt wordt.

Dank u.                                                                      Bernard Gerard

Bijgevoegd de zienswijze waarop deze mondelinge reactie betrekking had.
–> Zienswijze namens de Vereniging WNM vs2

Hierbij hoort een vervolgverhaal. Op het moment dat ik dit verhaal achteraf dateer (28 jan 2014) was die nog niet bekend, maar later bleek het een slepend proces te worden. Ik kom hier later op terug.

Wij rijden de rochelroute

Ik heb meegereden in de Rochelroute. Met een klein clubje mensen reden we op 5 november 2013 een paar keer op en neer in de ochtendspits over de Vonderweg en de Mauritsstraat, van het PSV-stadion naar de Hoogstraat en weer terug.

2013-10-03 08.39.55-rrMilieudefensie had voor een week een ultrafijn stofmeter geleend van de Universiteit van Amsterdam, en daarmee werd in elke spits in een andere stad gefietst. Bedoeling was om de ultrafijn stof concentraties te meten. Dat lukte goed. In onderstaand plaatje staat links de route en rechts (de paarse curve) de ultrafijn stofconcentraties onderweg. Het puntje daarin staat bij bijna 30000 deeltjes/cm3 en de hoogste top (die er niet helemaal meer op kon) op zo’n 80000 .

scherm_rochelroute_nov2013

Van alle metingen in den lande metingen is een leuk compilatiefilmpje gemaakt. Dat kun je bekijken op https://milieudefensie.nl/luchtkwaliteit/probleem-en-oplossing/ultrafijnstof-en-rochelroutes

 

Continue reading Wij rijden de rochelroute

Vragen over bodemontsmetting

Naar aanleiding van de komst van de bloembollen naar Brabant heeft de toenmalige woordvoerder van de SP in Provinciale Staten Francy van Iersel vragen over dit onderwerp gesteld. Ik heb die vragen geschreven.

Bodemontsmettingsmiddelen zijn het goorste van het goorste op het gebied van gewasbescherming. Loonwerkers zitten in maanmannetjespakken op hun trekker en dat is niet voor niets.

Trekker met een spitinjecteur waarmee de bodemontsmetter ondergewerkt wordt
Trekker met een spitinjecteur waarmee de bodemontsmetter ondergewerkt wordt

Een paar keer was bij het ontsmetten de stof over de grenzen van het perceel gewaaid en in de woonomgeving terecht gekomen. Dat leverde veel onrust op.

Als je het uitzoekt, blijkt dat er ook een bodemontsmettingsmethode bestaat die zonder gif werkt. Je brengt dan fijnverdeelde voedingsmaterie in de grond en dekt die goed af. De vertering van die voeding onttrekt zuurstof aan de bodem en alle enge beestjes stikken. De niet-enge beestjes ook trouwens.
Naar men zegt, werkt deze methode zelfs beter en langer dan de gif-methode. Ik kan de waarheid van deze bewering niet uit eigen onderzoek bevestigen of ontkennen. De ‘biologische” methode is in elk geval beschreven.
In de vragen wordt gepleit voor een grootschalige praktijkproef in Brabant.

De tekst van de vragen–> Vragen_Monam_grondontsmetting_bollenteelt

De antwoorden –> antwoord_vragen_bodemontsmetting

Op http://www.bollenboos.nl/ zit een actiegroep op dit gebied.

 

Drukbezochte openbare avond over luchtkwaliteit

OP 12 september 2013 organiseerden we met Milieudefensie de eerste grote activiteit, een avond over luchtkwaliteit in Eindhoven. Het was tevens het startpunt van de petitie voor een betere luchtkwaliteit.

De eerste petities worden getekend
De eerste petities worden getekend

Er zaten in de zaal van de Wijkvereniging Fellenoord (mede gekozen omdat we in postcodegebied 5612 de buisjesactie wilden doen) ruim 60 mensen. Daarmee zat de zaal, enigszins op basis van improvisatie, goed vol.

Er spraken:
– Loet Versfeld, voorzitter van de WNM (Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer), die medefinancier was van de avond, met een kort openingswoord
– Eric de Groot, arts bij het AMC en specialist in beeldvormende technieken, bekend van epidemiologisch onderzoek, over door hem onderzochte verbanden tussen de afstand tot een drukke snelweg en de toestand van hart en bloedvaten

Eric de Groot
Eric de Groot

– Sandra van der Sterren en Willem-Jan Hommes over de Eindhovense situatie en het gemeentebeleid

Jan-Willem Hommes
Jan-Willem Hommes

– Jean-Paul Close wat de organisatie AiREAS deed
– Anne Knol, die voor de landelijke organisatie van Milieudefensie het wetenschappelijke werk doe, over de acties van Milieudefensie
– Ikzelf met enkele voorstellen op verkeersgebied (o.a. aanscherping van de milieuzone met oude bestelauto’s, een restrictiever parkeerbeleid, en invoering van een stedelijk distributiesysteem).

Voor een uitgebreider verslag Continue reading Drukbezochte openbare avond over luchtkwaliteit

Drukbezochte avond over GGD-rapport vliegveld Eindhoven

In het kader van de opschaling van het vliegverkeer op Eindhoven Airport, begeleid door de Alderstafel Eindhoven, hebben negen gemeenten opdracht gegeven aan de GGD tot een belevingsonderzoek onder omwonenden naar de effecten van het vliegveld. De Alderstafel durfde dat rapport lang niet naar buiten te brengen, maar werd daar uiteindelijk toch toe gedwongen. Op de middag van de avond waarop de omwonenden anders zelf het rapport naar buiten gebracht zouden hebben, bracht de Alderstafel het in de openbaarheid.

De overlast blijkt veel groter dan gedacht. 17000 mensen rond het vliegveld blijken bijvoorbeeld ernstig gehinderd en een groot deel daarvan wordt gestoord in zijn slaap.

afbeelding_GGDrapportOp 27 juni vond de omwonendenavond plaats, waarop de GGD het rapport presenteerde. Ik had de praktische zaken rond deze bijeenkomst georganiseerd. SP-Statenlid Willemieke Arts zat deze avond voor.

Er is een verslag van de avond gemaakt. De inhoud van de in het verslag genoemde presentaties kunnen nagelezen worden op de site www.de10gebodenvoorea.nl .

Voor het volledige verslag lees Drukbezochte avond over GGDrapport vliegveld-vs2_zonderplaatje

 

Bestrijdingsmiddelen in Brabants grond- en oppervlaktewater

In het voorjaar van 2013 verschenen het “Feitenrapport brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen 2011-2012 in het Maasstroomgebied” en “Bronnenanalyse van stoffen in het oppervlaktewater en grondwater in het stroomgebied Maas”.

Het titelblad
Het titelblad

Deze documenten zijn te vinden op https://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/water/waterbeleid/beleidsevaluatie-en-waterrapportage/-/media/949178119C024A7F98A7CF35B7ABF57F.pdf en www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/water/waterbeleid/beleidsevaluatie-en-waterrapportage/-/media/C31B4125C3FD4E76933BD029051AF558.pdf

Ik heb in juni 2013 over deze rapporten concept-vragen ontwikkeld voor het toenmalige Statenlid Francy van Iersel (SP). Ik neem hier delen van het concept over.

Als samenvatting:
…… Het komt ons voor dat deze complexe werkelijkheid niet met een paar eenvoudige kreten weer te geven valt.

Enerzijds staat vast dat een aantal bestrijdingsmiddelen of de restanten daarvan de drinkwaternorm in grondwater overschrijden. Er zijn in Brabant en Limburg bijna 37000 metingen gedaan, waarvan er 392 een resultaat gaven dat boven de detectiegrens van de gebruikte apparatuur lag. Het Brabantse deel van die 392 metingen omvatte 52 metingen boven de drinkwaternorm en 18 metingen van restanten van bestrijdingsmiddelen, waarover discussie bestaat. In totaal gaat het om 18 verschillende stoffen die de drinkwaternorm overschrijden. Bentazon, dat in de akkerbouw gebruikt wordt, is een veelvoorkomende normoverschrijder.
Het beleid gaat soms verder dan de drinkwaternorm, soms zelfs zover dat het buiten het bereik van de gebruikte apparatuur valt. Ten opzichte van deze beleidsnorm kan de overschrijding extremer zijn.
Anderzijds worden sommige bestrijdingsmiddelen verboden, waardoor de concentraties, hoewel nog te hoog, dalen. Atrazine is bijvoorbeeld verboden, maar zijn afbraakprodukten overschrijden soms de drinkwaternorm. Zo ook “good old” Roundup (glyfosaat en zijn afbraakproduct AMPA).
Enerzijds weer duiken er weer nieuwe problemen op. De koploper bij de drinkwaternorm-overschrijdingen bijvoorbeeld is de relatief nieuwe stof DMS, een afbraakproduct van een schimmelwerend middel dat zelf ook weer verdacht is.
Ook andere stoffen dan bestrijdingsmiddelen zijn een, soms nieuw probleem of een probleem dat nog niet zo lang als probleem herkend wordt,
bijvoorbeeld hormoonachtige stoffen en geneesmiddelen.

Uit de 'Brede screening'
Uit de ‘Brede screening’
Uit de 'Brede screening'
Uit de ‘Brede screening’

Voor het oppervlaktewater geldt een analoog verhaal. Op bijna de helft van de 67 regionale meetpunten overschrijdt de onkruidverdelger MCPA een van de relevante normen, op de voet gevolgd door andere onkruidverdelgers als MCPP en metolachloor. Imidacloprid volgt op enige afstand. De RIWA besteedt aan sommige van deze stoffen de nodige aandacht.
De RIWA constateert dat over de hele lijn de kwaliteit van de Maas wat betreft “oude bekenden” als gewasbeschermingsmiddelen en industriële stoffen tot 2007 verbeterde, maar dat deze verbetering niet meer doorzet. Enkele geneesmiddelen, industriële verontreinigingen en Röntgencontrastmiddelen vertonen zelfs weer een stijgende trend.

Het is allemaal niet zo gezellig, maar ondertussen gaat het wel om essentiele milieukenmerken.

En als aanbeveling:
–         Kan het College van GS aangeven hoe het politiek met de diverse publicaties over de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater om zal gaan?
–           In hoeverre kunt u hier iets binnen de provinciale bevoegdheden, mogelijkheden en invloed wat aan doen?
–           waarbij uw College aandacht besteedt aan de belangrijkste aanbevelingen van de onderzoeksinstituten, zoals:
a)         blijf kritisch op gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater, oa door het gebruik aan te scherpen (RIWA)
b)         ontwerp normen en beleid voor geneesmiddelen voor mens en dier, Röntgen-contrastmiddelen en hormoonachtige stoffen (RIWA, Alterra-DeltaRes)
c)         scherp het vrijkomen van industriële stoffen in de productie en op het eind van de gebruiksfase aan (RIWA)
d)         doe meer onderzoek en ontwerp screeningprogramma’s voor onbekende stoffen (RIWA)
e)         Leg de emissieberekeningen (oorzaak) naast de knelpunten (gevolg) om tot betere oplossingen voor gewasbeschermingsmiddelen te komen (Alterra- DeltaRes)
f)         Rioolwaterzuiveringen zijn nog steeds een relevante bron van emissies (Alterra-DeltaRes)
g)         Verbeter de technieken van de EmissieRegistratie (Alterra-DeltaRes)
h)         Doe iets aan bentazon en enkele andere stoffen (H2O)
i)          Bevorder
een veel strenger Nederlands en Europees toelatings- en
toepassingsbeleid
”.

Uiteindelijk vond met deze te moeilijk, waarna ze in sterk vereenvoudigde vorm ingediend zijn – waardoor het antwoord voorspelbaar clichématig was en uit voor de hand liggende goede bedoelingen bestond.