DAF Trucks brengt Duurzaamheidsrapport 2024 uit

Inleiding
In het kielzog van de landelijke aanschrijving van 30 bedrijven in den lande door Milieudefensie heeft Milieudefensie Eindhoven DAF Trucks aangesproken op een te behalen klimaateis. Daaruit ontstond een goed contact, dat resulteerde in een gesprek met twee leidinggevenden bij DAF Trucks over het kort daarvoor uitgebrachte Sustainability Report 2023 (het eerste rapport van dien aard van DAF Trucks). Er was ook iemand van de staf van Milieudefensie landelijk bij.
In het gesprek bleek dat de meningen een heel eind dezelfde kant opgingen. Naar aanleiding van dit gesprek is een (geauthoriseerd) verslag op deze site verschenen onder https://www.bjmgerard.nl/daf-trucks-en-milieudefensie-spreken-over-het-klimaat/ (en van daaraf verder terug).
Onder andere is afgesproken dat er een nieuw gesprek plaatsvindt naar aanleiding van het Sustainability Report 2024. Dat gesprek zal binnenkort plaatsvinden.

Het Sustainability Report 2024 is te vinden op daf-sustainability-report-2024.pdf . Ik vind het  een goed werkstuk.

Opgebouwd rond de Europese CSRD-wetgeving
In het Sustainability Report 2023  baseerde DAF Trucks zich voor het eerst op de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). In het Sustainability Report 2024 is deze benadering uitgebreid en verdiept, op basis van de wetgeving zoals die in 2023 van kracht geworden is.

Bij de CSRD-richtlijn hoort een heleboel Europees jargon. Dat is voer voor specialisten, en die zitten soms bij accountantsbedrijven. Ik vond bijvoorbeeld een verhaal op de website van het  grote, internationale accountantsbureau  PWC ( sustainability/esg/corporate-sustainability-reporting-directive/ ) dat goed geactualiseerd is. (Zie dit als een voorbeeld, PWC is in deze niet speciaal.)

De grondgedachte van de CSRD is dat grote  bedrijven tot dan toe alleen maar moesten rapporteren wat er financieel ‘material’ was (‘material’ betekent in accountantskringen zoiets als ’relevant’ of ‘van belang’), en dat ze vanaf 2023 ook moesten aangeven wat er qua duurzaamheidsimpact ‘material’ was. Vandaar de jargonkreet ‘double materiality’. Zodoende ontstaat er een soort 2*2-matrix zoals hierboven aangegeven (voor DAF Trucks).
Bij grote bedrijven is een miljoentje meer of minder niet ‘material’.

De CSRD-richtlijn is gebouwd op de onderliggende ESG-begrippen (waar Trump zo’n hekel aan heeft) Environmental, Social en Governance. Die abstracties worden in de eerste opzet van de CSRD via een lijstje met 12 standaarden omgebouwd tot een min of meer hanteerbaar boekhoudsysteem (over dat ‘min of meer hanteerbaar’ bestaat veel discussie ).  Die standaarden heten European Sustainability Reporting Standards (ESRS)  en werden halverwege 2023 definitief, en in december 2023 officieel gepubliceerd.
Vijf van die standaarden vallen onder de E (dus van Environmental), vier vallen onder de S van Sociaal, één onder de G en twee zijn overstijgend. De Nederlandse SER geeft een uitleg die redelijk te volgen is op https://www.ser.nl/nl/thema/duurzaamheid/faq/csrd-esrs-standaarden .  

Onder invloed van de toenemende rechtse invloed en van het geklaag vanuit sommige bedrijven wordt er geduwd en getrokken om de CSRD-verplichtingen soepeler en makkelijker te maken (bijvoorbeeld uitstel, minder deelnameverplichting, minder standaarden). Deskundigen met een ruimere blik dan alleen het veronderstelde bedrijfsbelang op korte termijn spreken er schande van (zie bijvoorbeeld de-omnibus-is-een-sigaar-uit-eigen-doos uit Change).   Onduidelijk is welke invloed dat op een bedrijf als DAF Trucks zal  hebben – bijvoorbeeld of het doen en laten inzake duurzaamheid meer gemotiveerd zal blijken te zijn  door innerlijke overtuiging dan door opgelegde dwang en concurrentie-eisen . In dit artikel valt daarop geen antwoord te geven.
 Het Sustainability Report 2024 is  nog op de ‘strengere’, oude  CSRD-richtlijn gebaseerd.

DAF Trucks loopt in zijn Duurzaamheidsverslag de ESG-categorieën af.
In Appendices op het eind van de rapportage staan lijsten met kengetallen op elk rapportagegebied.
Via door het rapport verspreide QR-codes kan nadere informatie opgevraagd worden.

DAF Trucks en de CSRD – klimaat (ESRS E1)
In bovenstaande afbeelding zijn de wolkjes de broeikasgassen.
De lichtgrijze kolom met de stekker is wat in het jargon ‘scope 2’ heet, de elders ingekochte energie voor eigen gebruik.
De vertikale groene balk is ‘scope 1’, de broeikasgassen die uitgestoten worden in de eigen fabriekscomplexen.
De lichtblauwe  linkerkolom betreft de broeikasgassen die bij de leveranciers van goederen en diensten worden uitgestoten (bijvoorbeeld de mijnbouw of de kunststofproductie door een leverancier) Dit heet in het jargon ‘scope 3 upstream’.
De lichtblauwe rechterkolom betreft de broeikasgassen als de vrachtauto’s de fabrieksdeur uit zijn ( in het jargon ‘scope 3 upstream’. ).

Alle kolommen samen tellen in het broeikasgasprotocol als de ‘waardeketen’ van DAF Trucks.

Bij DAF Trucks is de linkerkolom goed voor ca 5% van de broeikasgasemissies in  de waardeketen, zijn de twee middelste kolommen goed voor bijna 0,5%, en is de rechterkolom goed voor ca 94% van de broeikasgasemissies, en dat betreft dan weer bijna uitsluitend wat er uit de uitlaat van de vrachtauto’s komt bij regulier gebruik.

De activiteiten die van toepassing zijn op DAF Trucks zijn aangegeven met een stip, en daarbinnen de activiteiten die relevant zijn met dikgedrukte letters. Dat betreft dus de categorieën ‘Purchased goods en services’ aan de toeleverende kant en de categorie ‘Use of sold products’ aan de afnemende kant.

Het beste, dat DAF Trucks dus kan doen, is enerzijds eisen stellen aan, en goede banden opbouwen met, zijn leveranciers (leverancier zijn bij DAF Trucks is een soort inhoudelijke samenwerking aangaan). , en vooral goede vrachtauto’s bouwen die niets of zo weinig mogelijk uitstoten. En daarover gaat dus een groot deel van het Duurzaamheidsverslag.

Waar moet je dan aan denken? Een belangrijk deel van het antwoord zit in onderstaande afbeelding.

Dit is wat een DAF XF New Generation aan broeikasgas uitstoot in zijn hele leven, bij gebruik van de verschillende energiebronnen waarop de auto kan rijden. Diesel B7 is gangbaar fossiel, daarop volgen twee soorten biodiesel, en daarna de elektrische versie met een kleinere en grotere accu.
‘Well to Tank’ is het proces om de energiebron beschikbaar te krijgen (bij fossiel oa de raffinaderij, bij biodiesel het agrarisch proces en de omzetting in brandstof, en bij elektrisch de broeikasgassen die vrijkomen bij de stroomproductie in de Europese elektriciteitsmix van 2021 ). ‘Tank to Wheel’is wat er vrijkomt als de auto rijdt.

Met deze en vele andere maatregelen wil DAF Trucks de broeikasgasemissies in Scope 1 en 2 in 2030 met 45% teruggedrongen hebben,  en de Scope 3-emissies met 43%. Dat is wat DAF moet van de EU, en toevallig ook ongeveer wat Milieudefensie bij de door landelijk aangeschreven 30 bedrijven geëist heeft.

DAF Trucks en de CSRD – luchtverontreiniging (ESRS E2)

Uiteraard stoot een elektrische vrachtauto geen NOx uit en geen (ultra)fijn stof (althans, uit de motor – slijtage is een ander verhaal). Maar het ophogen van het Euro zoveel – getal in steeds nieuwere motoren perkt ook de uitstoot van deze stoffen in.
Hierboven de maximale uitstoot van een diesel-vrachtauto aan NO(horizontale as) en fijn stof (vanuit de motorn vertikale as) bij oplopend Euronummer.

DAF Trucks en de CSRD – circulaire processen (ESRS E5)
Het Sustainability Report 2024 beschrijft circulaire processen volgens de ladder refus- reduce – reuse – recycle. De activiteiten reiken van  een uitgebreid systeem van afvalscheiding in de fabrieken via ‘remanufactoring’ van onderdelen van het aandrijf-, rem- en elektronische systeem tot het terugnemen, opwaarderen en weer verkopen van tweedehands trcuks. Ongeveer 35% van een DAF Truck bestaat uit gerecycled materiaal, wat vooral in de zwaardere metalen onderdelen zit.


Materialen worden gekozen of ontworpen met end of life – gebruik als uitgangspunt.
Voorbeeld is bovenstaande verpakking van een nieuwe voorruit, zoals die vanuit distributiecentra van PACCAR Parts de wereld ingaat. De verpakking bestaat uit één stof (karton), wat de verwerking in het afvalstadium eenvoudiger maakt.
Zo is in 2024 ook het hergebruik van pallets verbeterd.

DAF Trucks en de CSRD – Care for people (ESRS S1 t/m 4)
Het betreft eigen personeel, personeel elders in de waardeketen, belanghebbende gemeenschappen en consumenten en eindgebruikers.

DAT Trucks heeft fabrieken in Eindhoven, het Belgische Westerlo, Leyland (UK) en het Braziliaanse ponta Grossa, en assemblagebedrijven in Australië en Taiwan.

Het verslag bevat slechts eigen uitspraken van de directie van de onderneming en niet bijvoorbeeld een bijdrage van werknemersorganisaties als de vakbonden en de Ondernemingsraad en vergelijkbaar. Het is me ook onduidelijk hoe eventueel een accountant hiermee omgaat.
Verder is dit mijn deskundigheidsgebied niet.
Dit alles  gezegd zijnde, wat observaties.

Er is expliciete aandacht voor diversiteitsbeleid.

Dit deel van het verslag opent met ‘Key Human Rights’, essentiële mensenrechten zoals discriminatie, veiligheid en gezondheid
In 2024 is er een Social Impact Assessment uitgevoerd, gericht op inherente industriële risico’s, risico’s voor kwetsbare groepen en dit soort kwesties in de hele waardeketen.

De helft van de arbeidsongevallen bij DAF Trucks betreft handen en vingers. In 2024 is de campagne gevoerd ‘High five for hand safety’, waardoor (in elk geval in eerste instantie) het aantal ongevallen in Eindhoven en Westerlo met een derde omlaag ging.
Bij Leyland Trucks kregen werknemers een gratis prostaatkanker screening aangeboden.

Voor zover ik dat bekijken kan, is er sprake van een minstens op papier, en mogelijk ook i n werkelijkheid goed Human Resources-beleid, ook waar het om relaties met dealers en toeleveranciers en toekomstige chauffeurs gaat.

Tenslotte is er een paragraaf over veiligheid in het wegverkeer voor de chauffeur zelf, en voor wie en wat er nog meer op de weg aanwezig is.

DAF Trucks en de CSRD – zakelijk goed gedrag (ESRS G1)
Emoployees en zakenrelaties, waaronder leveranciers en dealers, worden geacht zich fatsoenlijk te gedragen. Leveranciers en dealers worden geacht de mensenrechten te respecteren, een veilige werkomgeving te bieden en om dwangarbeid en mensenhandel tegen te gaan.
Een verbod op corruptie wordt niet expliciet in de rapportage genoemd, maar zal ongetwijfeld ergens op papier staan

Er liggen gedragscodes en er is een klokkenluidersregeling.

In hoeverre deze goede bedoelingen allemaal lukken, blijft bij elke onderneming de vraag. Men kan daar makkelijk cynisch over zijn, maar DAF Trucks is geen onderneming die een lange lijst aan schandalen achter zich aan sleept.

Inspraak bij het Eindhovens Klimaatplan

Het Eindhovens Klimaatplan
Eindhoven maakt elke vijf jaar een nieuw Klimaatplan en, nu alweer, het derde plan in successie noemt de ambities voor de jaren 2026 t/m 2030. Het is een plan van de gemeente Eindhoven en blijft dus binnen de gemeentegrenzen.
Het plan is te vinden op vindplaats Eindhovens Klimaatplan III 2026-2030 .

Ten opzichte van 1990 wil de gemeente Eindhoven de broeikasgasemissies in 2030 met minstens 55% teruggedrongen hebben, en in 2050 met minstens 95% . Dat laatste is in zoverre al weer achterhaald dat de Europese Klimaatwet in 2050 op 0 uitstoot wil zitten en daarna op negatief. Deze hogere wet gaat voor en daarmee zit Eindoven voor 2050 ook op 0% emissie van broeikasgassen.
Die emissies moeten afnemen terwijl de stad sterk groeit vanwege de economische boost (o.a.vanwege ASML). Dat maakt het extra uitdagend.
Een andere uitdaging is dat Eindhoven ten enenmale niet in staat zal zijn om de benodigde duurzame elektriciteit op eigen grondgebied te produceren. zelfs niet als het voorgenomen gemeentelijke warmtebedrijf (dat onderdeel is van een veel ruimer bedoeld gemeentelijk energiebedrijf)  op grote schaal de warmtevraag zou gaan invullen. Op een of andere manier moeten de duurzame elektriciteit (en eventueel de duurzame waterstof) dus van buiten de gemeente komen.

Vooralsnog beperkt het Klimaatplan zich tot scope 1 en scope 2 – emissies: de emissies die volgen vanut het directe eigen functioneren, en die welke volgen uit ingekochte energie in diverse vormen. De gemeente wil onderzoekend gaan kijken naar scope 3-emissies en meent dat die vooral in het vervaardigen en afdanken van materialen gaat zitten. Mede daarom heeft het Klimaatplan ook een passage over circulair werken.

Bij de meeste Eindhovense sectoren neemt de hoeveelheid broeikasgassen  af (zie afbeelding).

Bij wonen is dat omdat nieuw te bouwen en te renoveren woningen aan steeds scherpere energielabels moeten voldoen, door de (tijdelijk?) hogere aardgasprijzen, en door een groter stadsverwarmingsnet.
Grofweg hetzelfde geldt voor de sector publieke dienstverlening.

Bij industrie en bedrijfsleven worden enkele ontwikkelingen genoemd: men wil een start maken met de ‘energy hubs’, wat zoiets betekent als dat een aantal bedrijven op hetzelfde industrieterrein voor netbeheerder Enexis gaan opereren alsof ze één afnemer zijn, binnen welke groep onderling verevend wordt. Eind 2024 is als eerste het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk geselecteerd door Enexis en men hoopt dat eind 2025 operationeel is. De eventuele prestaties hiervan zitten dus nog niet in de cijfers. (Voor eerdere artikelen op deze site over dut concept zie statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ en brainport-gaat-energiehubs-voor-bedrijventerreinen-ontwikkelen/ ).
De Hurk is (als eerste) ook in beeld voor een op maat gemaakt warmteplan, maar dat is nog toekomstmuzie die waarschijnlijk niet vóór 2030 een bijdage levert.
Verder wordt benoemd de handhaving van de wettelijke bepalingen als de Energiebesparingsplicht (in  Endhoven ca 1500 bedrijven) en de EED Energie-audit(ca 250 bedrijven). Er is een flinke achterstand in de uitvoering van deze taak.
Brainport en enkele grote bedrijven fantaseren nog over een aftakking van de Delta Thine Corridor, een buisleidingennet van de Gasunie dat (onder andere) waterstof moet gaan brengen van Rotterdam via Moerdijk naar Chemelot en daarna eventueel nar Duitsland ( https://www.gasunie.nl/projecten/delta-rhine-corridor ). Wat het realisme van deze gedachte is, moet blijken.

Zorgenkind van het Eindhovens Klimaatbeleid is de mobiliteit. Die neemt tot nu toe eerder toe dan af. Eindhoven heeft onlangs een groot nieuw Masterplan Mobiliteit aangenomen dat goed werk zou moeten doen. Dat is afwachten.

De inspraak van Milieudefensie Eindhoven (en van BVM2)
Ik heb bij de commissiebehandeling van het Klimaatplan III 2026 – 2030 ingesproken namens Milieudefensie Eindhoven en, voor wat betreft het eerste aandachtspunt, het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), de koepelorganisatie waarin mensen en organisaties die kritisch t.o.v. het Eindhovense vlieggebeuren staan.
Hieronder de tekst (deze tekst en de tekst over de onderliggende Eindhovense broeikasgasemissies waaruit onderstaande tabel afkomstig is, zijn als bijlage toegevoegd). Je krijgt 5 minuten inspreektijd,

Geachte aanwezigen

ik spreek in namens Milieudefensie Eindhoven en, bij mijn eerste punt, ook  namens het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2)

Dit Klimaatplan is een verdienstelijk stuk. Toch heb ik enkele kritiekpunten.

  • in dit plan heeft Eindhoven geen vliegveld. Daarmee blijft de olifant in  de klimaatkamer onbenoemd, want het vliegveld is met 28,5% veruit de grootste bron van broeikasgassen in onze gemeente. Dat is meer dan het totale wegverkeer op het onderliggende wegennet. Vooralsnog gaat deze hoeveelheid CO2 niet of nauwelijks omlaag. Toch heeft deze raad een  motie aangenomen  dat de gemeente zich als aandeelhouder van het vliegveld activistisch moet opstellen.
    Minder broeikasgas betekent minder vliegbewegingen – iets waaraan de regio vanwege de woningbouwmogelijkheden sowieso dringend behoefte heeft.
    Ik roep u als gemeenteraad op om dit klimaatplan  aan te vullen met een streven naar een flinke krimp van het aantal vliegbewegingen. BVM2 noemt 25000 a 30000.

( bron Climate Trace gemeente Eindhoven met sectoren , data zijn bij Climate Trace iets herzien sinds eerste raadpleging)

  • vanwege de netcongestie wordt er gewerkt aan collectieve stroomafname op bedrijventerreinen. Deze energiehubs zijn een goed idee. Voor die hubs zijn onder andere grote batterijen nodig.
    Echter, de congestiedreiging richt zich ook tegen nieuwe woonwijken die de regio in grote getale moet gaan bouwen. Ook die wijken moeten op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten.
    Milieudefensie Eindhoven roept u op om voor nieuwbouwwijken onderzoek te doen naar collectieve vormen van stroomafname en eventueel stroomlevering, in combinatie met flinke buurtbatterijen. Misschien kan de overheid hier bijvoorbeeld als launching customer optreden.
    Juridisch zou dat goed passen in een kamer in het eigen gemeentelijke energiepaleis.
  • u neemt terecht de broeikasgasemissies van het Eindhovense bedrijfsleven in dit plan mee. U beperkt zich hierbij echter tot op zichzelf goede middelen waaraan geen expliciete ambitie hangt.
    Milieudefensie probeert een dertigtal bedrijven in den lande tot een plan te bewegen om in 2030 45% minder CO2 uit te stoten dan in 2019.
    Wij leggen u het idee voor om vanuit de gemeente en de regio invloed uit te oefenen dat het Brainportbedrijfsleven zichzelf ook een dergelijke ambitie oplegt. Daarvoor is een regionale industriepolitiek nodig die activistischer is dan wat er nu  ligt. Milieudefensie vindt dat de overheid Brainport teveel volgt en te weinig leidt.
  • nu u het bedrijfsleven in dit plan meeneemt, onderschat u de Eindhovense scope 3-emissies. Dat gaat om meer dan alleen maar materialen. Bij een bedrijf als DAF Trucks bijvoorbeeld valt ongeveer 97% van de broeikasgasemissies in scope 3 (zie o.a. https://www.bjmgerard.nl/daf-trucks-en-milieudefensie-spreken-over-het-klimaat/ ). Zo ook bij bijvoorbeeld Ahold en waarschijnlijk ook bij bijvoorbeeld een bedrijf als ABZ Diervoeders.
    Dat u de scope 3-emissies wilt meenemen is goed, maar u moet daarvoor een betere analyse opbouwen dan waartoe dit plan een aanzet geeft.

Na het uitspreken van deze tekst kwamen er vragen van de commissieleden, vooral over het vliegveld dat niet in het overzicht stond, en over wat een ambitieniveau bij bedrijven en een meer activistische industriepolitiek konden betekenen. Dat is zo’n brede vraag dat die in de gegeven omstandigheden alleen met wat voorbeelden te beantwoorden was.

Er stond bijvoorbeeld diezelfde dag een goed stuk in het Eindhovens Dagblad over Philips Medical Systems, van welk bedrijf ik de aanpak met waardering gelezen heb ( zo-worden-fohns-mris-en-andere-philips-apparaten-steeds-duurzamer-van-de-mijn-tot-aan-het-afdankmoment ). En bijvoorbeeld dat bij DAF Trucks (niet bij de 29 bedrijven die Milieudefensie landelijk aangeschreven heeft) de ambities van Milieudefensie ongeveer dezelfde zijn als die van de Europese Commissie. Maar anderzijds dat bijvoorbeeld ABX Diervoeders op klimaatgebied nauwelijks enige interesse toont.
En wat bijvoorbeeld activistische industriepolitiek zou zijn (eenvoudig rekenvoorbeeld): denk aan 100.000 in de regio te bouwen huizen in 15 jaar; per 100 woningen een buurtbatterij in 30% van de situatie; levert 300 flinke batterijen in 15 jaar, dus een continue bouwstroom van 20 per jaar met de overheid als launching customer. Dat zou activistische industriepolitiek zijn (en innovatief).

( Big Ass battery is een van de ondernemingen die dit zou kunnen en zit in Helmond).

Vooral over het vliegveld werd in de erop volgende eerste termijn veel gesproken, want eigenlijk bijna niemand snapte waarom dat niet in het Klimaatplan voorkwam.
Wethouder Thijs verdedigde zich door te stellen dat de gemeente Eindhoven zich aan het advies-Van Geel gebonden achtte, dat nu geëvalueerd werd. Beetje slap, want eventueel had ook dat in het Klimaatplan kunnen staan.
Maar de evaluatie zal uitwijzen dat er van de klimaateisen in het advies-Van Geel in de vorm van bijmengpercentages synthetische kerosine, tot nu toe niets terecht komt – en in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet.

Het vermiste vliegveld vind ik een smet op het Klimaatplan III 2026 – 2030, en verder zou ik een meer uitdagende houding willen richting het bedrijfsleven in Brainport, maar overall vind ik het een alleszins verdienstelijk plan waar ik zelf voor zou stemmen, als ik in de gemeenteraad zat.
Ik  schat in dat het plan het met veel steun gaat halen.

Ijzer uit ijzererts halen bij lage temperatuur en zonder CO2?

Vanwege de 44000ste passant op deze site weer een artikel dat iets buiten de normale onderwerpen-orde van deze site valt. Deze keer een over een methode om elektrochemisch, in zout water, met stroom en bij relatief lage temperatuur, bijna zuiver ijzer uit ijzererts te halen.

Ik ben het geheel eens met mensen die betogen dat men de wereldproblemen niet met alleen maar technische middelen opgelost krijgt. Dat neemt niet weg dat het andere uiterste ook niet waar is: dat ze geen nut hebben.
Staal (een legering waarvan ijzer de belangrijkste component is) zal tot in lengte van dagen nodig blijven. Anderzijds komt bij de gangbare wijze van ijzerwinning uit erts, met behulp van (gezuiverde) steenkool heel veel CO2 vrij, en een hoop troep. Staal maken zonder hoogovens is nodig.
Vlamboogovens werken wel elektrisch, maar er gaat vooral schroot in en ze kunnen geen erts verwerken. Bovendien werken ze bij extreem hoge temperatuur en er komt nog steeds veel troep vrij. Voordeel is dat er beheerst extra elementen aan het ijzer kunnen worden toegevoegd.
IJzererts verwerken met waterstof (in plaats van koolstof) kan in principe (nog steeds bij hoge temperatuur), maar er is veel meer waterstof voor nodig dan vooralsnog, duurzaam geproduceerd, beschikbaar is (zie oa eerste met waterstof geproduceerd ijzer ).

Vandaar dat een procedé om bij gematigde omstandigheden, rechtstreeks uit (duurzame) stroom, ijzer uit ijzererts te halen erg welkom zou zijn.

(Afbeelding Kempler lab, University of Oregon)

Er is veel onderzoek naar elektrochemische procedé’s. Je stuurt stroom door water waarin stoffen naar wens aanwezig zijn, of door gesmolten zout, en dan dwingt die stroom de stoffen tot chemische reacties. Het is oude, beproefde techniek die op grote schaal ingezet kan worden. Toegepast op gewoon zout water levert het natronloog en chloor, en toegepast op gesmolten keukenzout levert het natriummetaal en chloor. Ook de gangbare productie van groene waterstof is elektrochemisch.

Het blad TW (Technisch Weekblad) publiceerde op 10 april 2025 een artikel https://tw.nl/onderzoek-maakt-staal-zonder-kool-en-zet-de-industrie-op-zn-kop-schoon-schaalbaar-en-snel/ . Het is een leesbaar artikel en kan worden aangeraden.
TW baseert zich op een wetenschappelijk artikel https://pubs.acs.org/doi/full/10.1021/acsenergylett.5c00166 en dat is minder goed te lezen, omdat het erg voor insiders geschreven is. Leden echter uit dezelfde onderzoeksgroep van Kempler (University of Oregon) hebben ook  in andere tijdschriften gepubliceerd en dat is vaak iets leesbaarder.
Mijn voorkeur is de nieuwsbrief van CEN (Chemical and Engineering News), uit welk publieksgericht tijdschrift de openingsafbeelding  komt), of in het Open Access-tijdschrift Joule ( https://doi.org/10.1016/j.joule.2024.01.001 ), waaruit onderstaand schema van de werking komt.

Het onderzoek van Kempler en zijn groep is gedaan met de meest voorkomende vorm van ijzeroxide Fe2O3, en dat in zijn zuiverste vorm. Dat in poedervorm, maar het maakt uit hoe dat poeder  gestructureerd is. Wat het beste werkt is als het poeder op micrometerschaal gemalen is, en daarbinnen zo poreus mogelijk is Dat vraagt voorbewerking.

De constructie van Kempler e.a. is een combinatie van twee elektrochemische cellen (zie boven). De linkse (rode) cel ontvangt het ijzeroxide, water, elektronen en natriumionen.  Daardoor worden de positieve ijzerionen omgezet in neutrale ijzeratomen, die zich als een film op de kathode afzetten. Een doorsnee van dat filmpje is middenonder te zien, alsmede een deeltje ijzeroxide en een deeltje ijzer. De cel doneert diezelfde natriumionen, evenveel OHionen  en ijzeratomen aan de buitenwereld.
De rechtse (blauwe) cel is een gewone chloor-alkalicel van het oude stempel. Er gaat water en keukenzout in, en er gaan elektronen en chloorgas uit, en hij levert de natriumionen die de linkse cel nodig heeft. Die ionen gaan door een membraam dat geen andere deeltjes doorlaat,

De bedoeling  is dat uiteindelijk het ijzerfilmpje (wat behoorlijk zuiver kan zijn) geoogst wordt. Dat ijzer kan dan in bestaande vlamboogovens worden meegenomen in een groter systeem van de productie en verwerking van ijzer tot staal. Hieronder zoals het tijdschrift Joule zich dat voor de geest ziet.

Nu zitten, zoals bekend, tussen droom en daad wetten in de weg en praktische bezwaren.

Met die wetten valt het misschien wel mee. Kempler beweert dat de economische wetten, waarschijnlijk, niet zo heel erg in de weg zitten omdat deze methode, na opschaling, niet wezenlijk duurder is, mede omdat de producten chloor en natronloog verkocht kunnen worden.
De milieuwetten worden ook gediend. Geen hoge temperatuur betekent geen stikstofprobleem. Het procedé, en met name het wegvallen van de noodzaak van kolen, maakt een einde aan in de atmosfeer vrijkomende milieuvervuiling.
Als het erts zuiver is, hoeft het dubbele cel-procedé ook niet tot watervervuiling te leiden.

Waarmee echter ook een van de praktische bezwaren genoemd is, die er nog in veelvoud zijn. Ijzererts is zelden zuiver en onduidelijk is bijvoorbeeld hoe het gaat als dat erts voor een flink deel uit steen bestaat en/of andere metalen bevat. Wat dan ook nog eens allemaal gemalen moet worden, en voorbewerkt.
Kempler beweert dat het proces opschaalbaar is. In aanmerking nemende dat het kubusje uit de eerste afbeelding momenteel de grootste reactor van dit type ter wereld is, vraagt dat nog wel wat.
Verder moet blijken hoeveel vraag er is naar de bijprodukten natronloog en chloor. Die worden veel gebruikt, maar niet oneindig veel.
Waarna de hamvraag is in hoeverre de grondstof ‘Zero-carbon electricity’ opshaalbaar is. Dat gaat hard, maar nog lang niet hard genoeg.

Maar het loont de moeite om hier verder op door te studeren.

Demonstratie van XR en Milieudefensie Eindhoven naar ABZ De Samenwerking

De demonstratie in de Eindhovense binnenstad

Milieudefensie Eindhoven heeft, volgens het stramien van de landelijke bedrijvencampagne, een handvol bedrijven aangeschreven in de regio dat ze een klimaatplan moesten maken waarin in 2030 45% minder broeikasgas uitgestoren zal wordem als in 2019, gerekend over scope1 (het eigen functioneren), scope2 (de ingekochte gas, stroom en warmte) en scope 3 (de hele keten voor en achter het bedrijf). Een van de aangeschreven bedrijven is ABZ De Samenwerking, meestal nog aangeduid onder de oude naam ABZ Diervoeders. Zie https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-regio-eindhoven-verzoekt-abz-de-samenwerking-om-klimaatplan/ .
De crux bij ABZ Diervoeders zit in scope 3 upstream, het gigantische klimaatbederf o.a. door ontbossing, degradatie van veenbodems, en sojateelt.
Op de brief van 31 maart 2024 is nog steeds geen antwoord ontvangen.

Extinction Rebellion (XR) Eindhoven was zich, onafhankelijk van Milieudefensie Eindhoven, ook gaan interesseren voor ABZ De Samenwerking. De redenering vertrok vanuit de ontbossing en de soja, benoemde ook de gevolgen voor de inheemse bevolking, benoemde het dierenleed van de intensieve veehouderij, en besteedde ook aandacht aan stankoverlast door ABZ De Samenwerking in de omgeving.
Dat vond XR een demonstratie waard, en dat met reden. XR wilde een brief aanbieden aan de directeur van het bedrijf.
De brief is hieronder te vinden (Marcel Roordink is de directeur).


Omdat XR en Milieudefensie Eindhoven hetzelfde wilden in andere bewoordingen, zijn de twee organisaties bij de demonstratie gaan samenwerken onder de XR-leus “Voer voor verandering”. Dat was op vrijdag 08 november 2024 overdag. XR verdient hier de meeste credits voor de organisatie.
Eerst een toespraak van XR-aanvoerder ‘Bitflip’ vanaf een bankje, en daarna werd het een klassieke, keurige wandeltocht onder vriendelijke politiebegeleiding van het 18 Septemberplein naar de poort van het bedrijf aan de Hastelweg.  

Die poort zat potdicht en de directeur liet zich niet zien. Toen heeft XR de brief maar op de spijlen van de poort geplakt.

Bij de poort nog drie toespraken:

  • Een van mij namens Milieudefensie Eindhoven, om de Milieudefensie-insteek uitte leggen. Ik vond de plannen  van ABZ De Samenwerking schaars, onduidelijken daardoor oncontroleerbaar. Zo op het oog doet ABZ De Samenwerking er beter aan de productie te halveren, in plaats van de voorgenomen verdubbeling
    De tekst van dit verhaal is hieronder te vinden.
  • Een van een mevrouw van de buurtorganisatie van de aanliggende woonwijk ’t Ven, over de negatieve uitstraling van het bedrijf en van meer bedrijven op De Hurk
  • En een felle afsluitende redevoering van iemand namens XR

Ik (rode jas met microfoon) bij het verhaal van Milieudefensie

Een dag later zei directeur Roordink van ABZ De Samenwerking dat hij “totaal niet gediend was van het optreden van de demonstranten”. Hij vond het “totaal ongepast om op een productielocatie actie te voeren. Ga onze mensen niet op een werkdag lastig vallen”.
Beetje wereldvreemd. Acties op productielocaties zijn bepaald geen onbekend fenomeen, en er viel geen werknemer te zien achter de poort (behalve twee beveiligers die niets te doen hadden.
En waarom Roordink vanaf zijn productielocatie wel de omgeving mocht lastig vallen met stank, werd ook niet uitgelegd.

Maar goed. Ongetwijfeld is met deze demonstratie het laatste woord nog niet gezegd.

Update dd 15 nov 2024

Zuurwolken en ballistische machine-onderdelen
Kort  na de demonstratie bereikte ons via XR een bericht uit de Amersfoortse Krant (uit de Algemeen Dagblad-stal) van 28 juni 2024 over de vestiging van ABZ De Samenwerking in Nijkerk (waar ook het hoofdkantoor zit). Zie diervoederbedrijf-sleept-nijkerk-voor-de-rechter-om-statushouders-we-zijn-nou-eenmaal-gevaarlijk .

De gemeente Nijkerk wil tegenover ABZ De Samenwerking, aan de andere kant van de Arkervaart, tijdelijk 40 statushouders huisvesten. ABZ DeSamenwerking ziet dat niet zitten.

De gemeente kán daar geen gezonde leefomgeving garanderen. Er is geuroverlast, geluidsoverlast. We zijn een categorie 4.1-bedrijf. Dat wil zeggen dat er in een cirkel van 200 meter geen bewoning mag plaatsvinden.” Zo pakten directeur Roordink en zijn advocaat uit bij de rechter “Aan de overkant staat onze machinetoren. Als daar iets misgaat, kunnen machineonderdelen honderden meters ver weg worden geslingerd. We werken met zuur; wat als er een zuurwolk ontstaat? We zijn nou eenmaal een gevaarlijk bedrijf.
De rechter was niet onder de indruk en gaf de gemeente gelijk.

Milieudefensie heeft het bericht meteen maar doorgestuurd naar de bewonersorganisatie van de Eindhovense wijk ’t Ven. Kregen we onderstaand kaartje terug met de 200 meter-cirkel rond de toren van ABZ De Samenwerking..

Wat ‘honderden’ precies betekent, en hoever een zuurwolk reikt, werd in het krantenartikel niet gespecificeerd.

Nederlandse industrie loosde in verhouding meer broeikasgassen

Wat er in de krant stond
In enkele kranten (waaronder de NRC) stond op 05 oktober 2024 een artikel, dat gebaseerd was op een nieuwsbericht van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA), dat kopte dat de ‘grootste industriële vervuilers viezer waren geworden’. Het originele nieuwsbericht van de NEA is te vinden op Emissieautoriteit: nog-geen-groene-groei-industrie .
Het was een beetje een ingewikkeld bericht en lastig te ‘koppen’, want het ging eigenlijk niet over vervuiling, maar over broeikasgassen; het ging over 2021, 2022 en 2023; het ging maar over een deel van de industrie; en van dat deel was iets meer dan de helft minder ‘vies’ geworden. Dat krijg je allemaal niet in één kop.
Toevallig toonde het NOS-journaal op de dag dat ik dit schrijf een bericht, dat het NEA-nieuwsbericht als basis gebruikt. Zie https://nos.nl/artikel/2541431-industrie-loopt-achter-met-halen-van-klimaatdoelen .

Ik ga proberen deze ingewikkelde materie uit te leggen. Of Nederland zijn klimaatdoelen in 2030 haalt, valt of staat met dit onderwerp.

Het ETS en de NEA
Het Emission Trade System (ETS) is de hoeksteen van het klimaatbeleid van de EU. Het is een ingewikkeld, niet perfect maar wel redelijk goed werkend systeem. Het gaat over broeikasgasemissies en niet over toxische emissies. Het woordje ‘vies’ hoort in mijn systematiek bij ‘toxisch’ en niet bij ‘broeikasgas’, maar daar loopt de koppenmaker van de NRC tegen zijn ruimtebeperkingen aan. Het zij zo.

Ik beperk me hier (net zoals de NEA) tot het ETS, voor zover toegepast op de industrie.

Zie voor nadere uitleg ook https://www.bjmgerard.nl/co2-prijs-onder-het-eu-ets-schiet-door-de-e50-per-ton/ of bijvoorbeeld https://www.cleanenergywire.org/factsheets/understanding-european-unions-emissions-trading-system .

Binnen de EU zijn alle staten overeengekomen dat aan het uitstoten van één ton broeikasgas (1000kg) in principe een prijs wordt gehangen in de vorm van één recht dat je moet kopen. Het is dus zoiets als een marktafhankelijke boete. In 2024 is de ‘boete’ €86 per geloosde ton.
Kopen kan op een veiling van overheidswege of van een ander bedrijf dat over heeft.
Aan de som van alle rechten is een plafond verbonden dat elk jaar daalt met 4,3 a 4,4%. Als extra daling worden op gezette tijden rechten uit de markt genomen, o.a. omdat in de beginfase van het systeem veel rechten gratis zijn weggegeven. Op deze wijze hoopt de EU ergens rond 2040 van alle broeikasgasemissies in de onder het ETS vallende bedrijven verlost te zijn.

Prijs van een ETS-recht door de jaren heen

Bedrijven staan op de ETS-lijst vanwege de aanwezigheid van bepaalde processen (bijvoorbeeld ertsverwerking of de fabricage van krantenpapier) of apparaten (bijvoorbeeld, wat veel voorkomt, een verwarmingsketel >20MW). Dat laatste ook als het bedrijf die 20MW niet vol maakt – de aanwezigheid van de mogelijkheid om dat wel te doen telt.

In Nederland vallen 282 installaties onder het  ETS. Het nieuwsbericht van de NEA gaat over deze 282 inrichtingen.

Het ETS wordt in Nederland uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA). Daarnaast organiseert de NEA ook de Nederlandse CO2 – heffing (dat is dus een Nederlandse belasting die aanvullend op het Europese ETS werkt).
Een volledig overzicht van taken is te vinden op de home page van de NEA https://www.emissieautoriteit.nl/ . Dit verhaal gaat over ETS Stationair.

‘Schoner of viezer’ en de benchmark
De NEA kan alleen maar getalsmatige, vergelijkende uitspraken doen, zoals in het nieuwsbericht, als daar een getalsmatige structuur onder ligt.
Die is dubbel: enerzijds het volume in ton product of in TeraJoule (TJ) energie, anderzijds de emissie per ton of TJ. Beide kunnen onafhankelijk van elkaar veranderen.

Het volume is eenvoudig statistisch te verwerken. Dat Nederlandse productievolume is in de jaren 2021-2022-2023 gedaald t.o.v. een eerdere periode. Het nieuwsbericht vermeldt niet in welke sectoren het productievolume hoeveel gedaald is.

De NEA concentreert zich in zijn nieuwsbrief op de andere grootheid, de broeikasgasemissie per ton product of per TJ.  Dat heet de ‘CO2-efficientie’.  Die vergelijking stoelt op een ingewikkeld benchmarksysteem.

De EU deelt het geheel aan ETS-inrichtingen op in 55 gebieden: 52 productgebieden die per ton beoordeeld worden (bijvoorbeeld gesinterd erts of krantenpapier); brandstof en warmte die per TJ beoordeeld worden; en procesemissies.

Wie gunstiger werkt dan de benchmark krijgt emissierechten cadeau en kan die desgewenst verkopen; wie op de benchmark zit hoeft niet te betalen; en de 90% eronder moet dokken.

De eerste benchmarks zijn vastgesteld over de periode 2013-2020 met de jaren 2016 en 2017 als kenmerkend. Het gemiddelde over die twee jaar van de (Europabreed)  beste 10% van de installaties in een bepaalde bedrijfssector zou eigenlijk moeten dienen als benchmark. Maar er waren bij invoering veel praktische problemen, dus er zijn ook benchmarks vastgesteld die (veel) ongunstiger waren dan die ideale 10%..

De tweede set benchmarks is vastgesteld in 2021 voor de periode 2021 t/m 2025, met als kenmerkjaren 2022-2023. De prestatie van de beste 10% wordt geacht een langdurige dalende verbeteringstrend van die beste 10% vanaf 2016-2017 voort te zetten naar 2022-2023 en dat zou dan in eerste aanleg de nieuwe benchmark moeten zijn.
Echter, om vooruitgang te garanderen moet de daling t.o.v. 2016-2017  in elke bedrijfstak minstens 4% zijn, en om de industrie te beschermen mag de daling hooguit 24% zijn. De getallen, die men op deze manier krijgt, zijn dan de benchmark in formele zin.

Toegegeven, dit is een ingewikkeld verhaal, dat desgewenst nagelezen kan worden op Context+bij+de+CO2-efficientiecijfers . Ik kan me ook voorstellen dat iemand vindt dat er op deze manier toevalselementen ingebouwd worden. Hoe dan ook, het is zoals het is.
Ik zal drie voorbeelden geven die afkomstig zijn uit de Europese uitvoeringsverordening ( https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32021R0447 ) .

In 2016-2017 konden de beste fabrikanten krantenpapier maken met een broeikasgasemissie van 0,007ton CO2/ton papier, maar vanwege praktische problemen is de benchmark voor krantenpapier toen vastgesteld op 0,298 ton CO2/ton krantenpapier.
Waarschijnlijk kan die  beste 10%  dat over 2022-2023 nog een beetje beter dan genoemde 0,007ton CO2/ton papier . De bedoeling is dat de niet-beste 90% richting die 0,007 gaat, maar ter bescherming is het daaltempo gemaximeerd op 76% van 0,298, dus op 0,226ton CO2/ton papier.
De vraag ligt voor de hand waar die grote verschillen vandaan komen. Ik  weet dat niet, maar het zou kunnen dat er een Scandinavische fabriek langs een waterkrachtcentrale staat die duurzaam beheerd hout van ter plekke als grondstof gebruikt. Wordt een taaie klus om daar tegenop te concurreren met je emissiecijfers.

Bij gesinterd erts werkt het benchmarksysteem recht toe, recht aan.

Ander voorbeeld: aardgas. Kan ik meteen uitleggen hoe de Europese Commissie het benchmarksysteem ombouwt tot rangordesysteem.
Nederlands aardgas (met een spoortje ethaan) heeft een verbrandingswaarde van 57 ton CO2/TJ . De nu geldende brandstofbenchmark is 42,6 ton CO2/TJ . Het verschil (56 – 42,6) is 25% van 57 en zodoende staat een ETS-fabriek, die aardgas in zijn ketel stopt en verder geen gedoe, bij de Europese Commissie te boek als een installatie die 25% achterloopt op de geldende benchmark.
Hoe krijgen de beste 10% dan vroeger hun emissies op 34,3 ton CO2/TJ ? Bijvoorbeeld  met toegevoegd biogas (telt niet mee) , of met (duurzame) elektrische voorverhitting, of iets in die geest.


Nu de getallen in de NEA-nieuwsbrief
De NEA werkt in zijn rangorde met de relatieve achterloopcijfers.
Als een bedrijf in de eerste periode 30% achterliep op de benchmark, en in de tweede periode 20%, is dat gedefinieerd als ‘verbetering’. Als een bedrijf in de eerste periode 30% achterliep op de benchmark, en in de tweede periode 40%, is dat gedefinieerd als ‘verslechtering’ .

De NEA komt tot de statistische conclusies dat

  • 148 van de 282 installaties presteerden met hun CO2-efficientie  over 2023 beter dan over 2021, 134 deden het slechter
  • Vooral de grotere bedrijven presteerden slechter
  • Waardoor het gemiddelde over alle 282 bedrijven  achteruitgang betekent
  • Over 2021 lagen de Nederlandse ETS-benchmarkachterstanden gemiddeld 13,7% achter op de bij hun behorende ETS-benchmark, over 2023 was dat 16,9%
  • (zoals  al gezegd) het totale productievolume van Nederlandse ETS-bedrijven is procentueel meer gedaald dan de achteruitgang gestegen is, dus in absolute zin is er minder broeikasgas geloosd en in relatieve zin meer.


Kun je per onderneming zien hoe ze het doen?
Ja. Na enig zoekwerk op co2-efficientiecijfers-2018-2023 per onderneming en dan de zip-file uitpakken tot Excel. Hierboven wat voorbeelden van Brabantse bedrijven met wat commentaar.

Kortom, er kan wel wat bij bedrijven en dat zie je nu al terug in sommige cijfers.

Brainport gaat energiehubs voor bedrijventerreinen ontwikkelen (en woonwijken en scholen ook?)

Ter inleiding
Voor de energiebesparing op bedrijventerreinen is de netwerkcongestie een blessing in disguise. Nog nooit is er in zo korte tijd zoveel energie bespaard als nu bedrijven op stroomaansluiting moeten wachten. Soms jaren.

Bedrijven moeten aan klimaatmaatregelen gaan doen en een van de belangrijkste manieren is door te elektrificeren. Daardoor groeit de elektriciteitsvraag explosief, terwijl de totale energievraag licht pas vanaf 2022 licht daalt.
Het Ministerie van EZK verwachtte in 2022 dat er in 2030 bijna het dubbele aan elektriciteit nodig zou zijn als dan nodig was in 2019, het jaar van het Klimaatakkoord. Bovendien wordt die elektriciteit steeds vaker decentraal geleverd. De combinatie van alle oorzaken veroorzaakt de stroomnetverstopping van nu (en voorlopig ook straks).

Wat hoogspanningsnetbeheerder TenneT verwacht voor de stroomvraag ( https://www.tennet.eu/nl/over-tennet/publicaties/rapport-monitoring-leveringszekerheid ) .

Energy Hubs en de nieuwe Energiewet
Bedrijven hebben fors last van die stroomnetverstopping, zowel aan de zendende (eigen opwekking) als aan de ontvangende kant. Als ze in een business as usual-mode zich individueel aanmelden, komen ze meestal op een wachtlijst en dat kan jaren duren.
In februari 2024 stonden er in den lande ongeveer 9.400 ondernemers op een wachtlijst voor een aansluiting voor afname, en 10.000 bedrijven voor een aansluiting voor teruglevering.
In januari 2024 lagen er in NBrabant 1893 aanvragen voor afname, en 2630 aanvragen voor teruglevering.

Soms kan er aan ondernemingen die op een bedrijventerrein gevestigd zijn verlichting geboden worden door zelforganisatie. Vooral op oudere bedrijventerreinen was dat tot voor kort een moeizaam traject (vrijblijvendheid en uiteenlopende belangen). Maar de nood is hoog en dat dwingt tot energiebesparing en samenwerking. Er zijn zelfs ondernemers die voor veel geld een buurpand kopen met als enig doel de meterkast.

Die samenwerking krijgt de vorm van een ‘Energy hub’ (en als er extra toeters en bellen aanhangen, een Smart Energy hub). Ondernemingen op hetzelfde bedrijventerrein vormen één rechtspersoon en die gaat a) onderlinge energieuitwisseling faciliteren en b) onderlinge exploitatieafspraken maken, bijvoorbeeld over timing van bedrijfsactiviteiten en c) zelf duurzame energie opwekken en d) samen een opslagsysteem runnen en e) namens allen zaken doen met de beheerder van het midden- en laagspanningsnet, in Brabant Enexis (dat heet een groepscapaciteitsovereenkomst).

Energiehubconcept Kempisch Bedrijvenpark Hapert

Als dit allemaal lukt is iedereen blij. De bedrijven kunnen verder en Enexis krijgt te maken met een regelmatiger stroofafnamepatroon, waardoor het net efficiënter gebruikt kan worden (immers, de piekbelastingen zijn de primaire bottleneck).
Energy Hubs maken de verzwaring van het elektriciteitsnet niet overbodig, maar wel iets beter behapbaar en minder urgent.

Toch mocht het tot voor kort in principe niet, omdat de wetgeving nog afgestemd was op de ouderwetse centrale productie van energie. Je was òf elektriciteitsproducent òf afnemer, maar niet beide en als je stroom deelde met je buurbedrijf, was je officieel leverancier en moest je een vergunning hebben.
Bovendien is er politiek een Chinese muur aangebracht  tussen energieproductie en energietransport, waardoor enerzijds Enexis bijvoorbeeld niet zelf een opslagbedrijf mag runnen omdat dat commercieel is, en anderzijds geen commerciële partij het wil of kan doen omdat het te moeilijk en te onzeker is.
Een batterijopslag, die per definitie zowel levert als ontvangt, had dus een probleem. De Chinese muur loopt er dwars door heen.

Dit werd al lang als onbevredigend gevoeld, maar de wetgeving draait traag. Om toch verder te kunnen, werd bij wijze van uitzondering ontheffing van de beperkingen toegestaan voor ‘pilots’. Een bekende pilot is die met Stedin op Tholen ( https://www.kenter.nu/nieuws/kenter-maakt-unieke-energiesamenwerking-mogelijk-op-tholen/ ) waar de eerste groepscapaciteitsovereenkomst is getekend, en de eerste pilot in Zuidoost Brabant is het Kempisch bedrijvenpark ( KBp) in Hapert. Naast deze pilot heeft Enexis nog twee andere pilots.
De buurtbatterij in Etten-Leur indertijd draaide ook op basis van zo’n ontheffing ( https://www.bjmgerard.nl/stroomopslagexperimenten-enexis-worden-uitgebreid/ )

Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen

Het KBp is een relatief nieuw bedrijventerrein met een regionale invulling en verplicht lidmaatschap van de ondernemersvereniging – beide kenmerken maken zelforganisatie makkelijker. Over het KBp zie https://www.bjmgerard.nl/statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ .

Brainport en de Energy Hubs
Maar op 04 juni 2024 is de nieuwe Energiewet in de Tweede Kamer aangenomen en dat is een goede zaak. Daardoor werd het veel eenvoudiger om oplossingen te bieden aan decentrale energieproblematieken.
Het concept Energy Hub komt nu veel vaker in beeld en er staat niet meer het woordje ‘pilot’ bij.

Op 17 september 2024 publiceerde Brainport dat er een gezamenlijke aanpak zou komen voor energiehubs in de regio ( https://brainporteindhoven.com/nl/nieuws/gezamenlijke-aanpak-voor-energiehubs ).

De gemeenten Best, Deurne, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Son & Breugel, Someren en Veldhoven doen mee aan het initiatief (een consortium), en daarbinnen nemen Veldhoven, Son en Breugel en Nuenen samen een energiehubregisseur in dienst. Afgelopen september zijn er kennisdelingssubsidies gestart. Het consortium heet EnergyHub Brainport ( https://energyhubbrainport.nl/ ).
Een beetje op zijn Brainports (dat gewend is aan het vertrouwensmantra Wat Brainport doet is welgedaan) vermeldt  de website veel hooggestemde algemeenheden (‘Change’) en weinig specifieke activiteiten.
Kniesoor die daar op let.

Zelf maar wat uitzoekwerk gedaan op dokter Google, op welke bedrijventerreinen in de regio (naast het Kempisch Bedrijven park) er Energy Hub-initiatieven lopen. Dat zoekwerk levert wat bedrijventerreinen op (geen claim dat dit volledig is).
De Metropool Regio Eindhoven (MRE) wil 29 bedrijven in Zuisoost Brabant verduurzamen en heeft daravoor €900.000 van het Rijk gekregen. Via het provinciale Grote Oogst-project zit er ook provinciegeld in.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

Maar alles dat geen bedrijventerrein is?
Mooi dat er gestreefd wordt naar het verduurzamen van bedrijventerreinen.

Maar ook nieuwe woonwijken, scholen en dienstverleningsgebouwen lopen steeds vaker tegen beperkingen vanwege het stroomnet aan.
De gloednieuwe Brede School Zilverackers in Veldhoven (met twee basisscholen en een kinderopvang) krijgt voorlopig niet op reguliere wijze elektriciteit. De draad ligt er wel, maar de stroom uit het net is nog jaren het probleem. De school is toch open op houtje-touwtje basis. Er liggen 600 zonnepanelen op het dak en er is een accu, maar bij piekbelasting slaat er alsnog een aggregaat aan op (duurzame) diesel. ( https://www.ed.nl/veldhoven/schoolpand-in-veldhoven-langer-aangewezen-op-noodstroom-definitieve-oplossing-nog-niet-in-zicht~a860c164/ ).

En de regio wil iets van honderdduizend huizen bouwen, stel eens zes groepen van 16A, dus  maximaal 23kW per stuk (driefasenstroom en snelladers niet meegeteld). Maal honderdduizend, geeft 2300MW maximaal. Uiteraard in praktijk een stuk minder, maar toch heel wat elektronen.

Het zou fijn zijn als Brainport zich ook over de rest van de maatschappij boog. Ook zonnepanelen van huizen hebben een onregelmatig etmaalritme, en ook het verbruik piekt als iedereen rond 18 uur zijn inductieplaat aanzet.

Milieudefensie Eindhoven heeft voorgesteld om voor al die bouwplannen (en ook voor grote renovatieplannen) een gestandaardiseerde wijkopslag te bouwen per nader vast te stellen aantal huizen (bijvoorbeeld honderd), deze bij voorkeur te bouwen door de regionale industrie. Dat zou tot dermate grote schaal- en leereffecten kunnen leiden dat de prijs, zoals bij alle elektronica, erdoor daalt. Die standaardisatie, en een niet op winst gerichte exploitatie, moet door publiek beheer gewaarborgd worden.
Voor het hele  voorstel, zie https://www.bjmgerard.nl/voorstel-tot-campagne-energieopslag-in-mre-gebied/ .
Een kritisch, maar (mits aan voorwaarden voldaan wordt) in congestiegebieden niet afwijzend rapport van CE Delft op https://ce.nl/publicaties/thuis-en-buurtbatterijen/ .

Buurtbatterij voor een complex in 2018  gerenoveerde woningen, zie https://alfen.com/nl/referenties/buurtbatterij-alfen-helpt-slimme-energiewijk-woerden .

DAF Trucks en Milieudefensie spreken over het klimaat

De voorgeschiedenis
Milieudefensie landelijk heeft, in de nasleep van het Shellvonnis, 29 bedrijven in den lande aangeschreven dat deze een klimaatplan moesten maken.
Milieudefensie Eindhoven heeft in diezelfde geest een brief gestuurd naar een handvol bedrijven in de regio, waaronder DAF Trucks N.V. (onderdeel van PACCAR)  Daarin werd DAF Trucks N.V. gevraagd om tot dezelfde emissiebeperking te komen als gevraagd aan de 29 bedrijven, namelijk een broeikasgasemissie die in 2030 45% lager is dan in 2019. Verder werd om een klimaat- en milieujaarverslag gevraagd. 

Er volgde een constructief antwoord. Er bestond bij DAF Trucks meer beleid dan naar de buitenwereld (bijvoorbeeld via de site) bleek. Het bedrijfsdoel was om in 2030 45% minder uit te stoten dan in 2019, 64% minder in 2035 en 90% minder in 2040. Dit voor scope 1,2 en 3.
Verder werkt DAF Trucks aan de (Europees verplichte) ESG-rapportage.

Overigens heeft niet alleen Milieudefensie op duurzaamheidsgebied wensen. Ook de Europese Unie heeft reductiedoelen voor nieuwe vrachtauto’s, te weten 43% in 2030 en genoemde percentages in latere jaren.

Twee maand na het antwoord van DAF Trucks lag het beloofde Sustainability Report 2023 op tafel, vergezeld van een gespreksuitnodiging. 

Het Sustainability Report 2023
Het is in meerdere opzichten een interessant jaarverslag.

DAF Trucks maakte in Eindhoven en in het Belgische Westerlo samen in 2023 69.800 nieuwe trucks, 59.500 motoren, 58.464 cabines en 139.000 assen.

De scope -1 en -2 emissies van dit productieproces in alleen de Eindhovense fabriek bedroegen samen 73.941 ton CO2 .
Dat is (volgens het jaarverslag) ongeveer een half % van alle emissies.
De rest is scope-3. Het overgrote deel van die scope-3 emissies (ca 95%) komt uit uitlaten van nu rondrijdende vrachtauto’s, waarvoor als ‘educated guess’ op basis van modellen en kengetallen grofweg 30 ton per vrachtauto wordt aangehouden, op basis van 100.000 km per jaar en 1,6 miljoen km over de levensduur van de truck. Het resterende deel van de scope-3 emissies zit bij toeleveranciers en daar heeft DAF Trucks ook verduurzamingsafspraken mee.  
Mede op basis van het erop volgende gesprek moet de totale broeikasgasemissie van DAF op circa 8 tot 15Megaton CO2 geschat worden (op welk getal dus 45% bespaard zou moeten worden).
In dit erop volgende gesprek is gezegd dat er aan gewerkt wordt om de emissiegetallen verder in kaart te brengen, en er in het volgende jaarverslag op terug te komen.

Verder verschijnen er in het jaarverslag sterke initiatieven op het gebied van circulariteit, en bevat het ook passages over sociaal beleid.

Het gesprek
Het beloofde gesprek heeft op 23 september 2024 plaatsgevonden, ten kantore van DAF Trucks.
Aanwezig waren voor DAF Trucks Jos Habets (Director Operations) en Eri van de Laar (Sustainability Manager), voor Milieudefensie landelijk staflid Niels Hazekamp, en voor Milieudefensie eindhoven Bernard Gerard, Tom Edelbroek en Wen Spelbrink.

Het was een goed gesprek.

De gesprekspartners waren het eens over de wenselijkheid van het reductiedoel.
Daarna kwam aan de orde hoe dit doel praktisch bereikt kon worden.
DAF Trucks benadrukte dat er heel veel verschillende vrachtauto’s zijn qua gewicht, actieradius, techniek en bedrijfsdoel (een vuilniswagen stelt andere eisen dan een zware langeafstandstruck of een brandweerauto of een vrachtauto voor stadsdistributie).
DAF Trucks sluit geen enkele verduurzamingstechniek a priori uit, maar werkt in praktijk momenteel nog met de modernste dieselmotoren (die ook op biobrandstof kunnen rijden) en met elektrische of hybride-elektrische motoren. Waterstof en e-fuels zitten nog in de experimentele fase – niet zozeer omdat het technisch niet kan, maar vooral vanwege de toeleveringslogistiek.

De gesprekspartners verschilden van mening over de dwingendheid van de wetgeving, in combinatie met het invoeringstempo.
Milieudefensie benadrukte het acute karakter van de klimaatcrisis en ziet de reductiecijfers als taakstellend. Als ze niet met alleen maar technische middelen gehaald kunnen worden, moet ook gedacht worden aan minder gesleep met goederen en met andere transportmiddelen.
DAF Trucks stelt dat dit soort maatschappelijke verschuivingen buiten zijn beïnvloedingsmogelijkheden ligt, en dat het bedrijf produceert voor een markt met smalle marges. De nieuwe vrachtauto’s moeten wel verkocht worden.
De afweging van klanten die de aanschaf van een elektrische truck overwegen wordt sterk beïnvloed door de kWh-prijs en door de kwaliteit van de laadinfrastructuur die (anders dan bij personenwagens) nog grotendeels ontwikkeld moet worden en die veel hogere eisen stelt dan de eisen die bij personenwagens gesteld worden.
Deze behoeften liggen deels op politiek terrein. DAF Trucks kan zijn invloed uitoefenen, maar kan hier niet wat afdwingen.

Hoewel Milieudefensie en DAF Trucks inzake de problematiek rond de praktische vormgeving andere afwegingen maken, kan Milieudefensie begrip opbrengen voor de positie van DAF Trucks.

Afgesproken is dat er een vervolggesprek komt. Het Sustainability Report 2024 zou hiervoor een goede kapstok kunnen zijn.

V.l.n.r. dhr. Spelbrink, Edelbroek, mevr. Van de Laar, dhr Gerard, Hazekamp en Habets

Voor een voorafgaand artikel zie DAF Trucks brengt ‘Sustainability Report 2023’ uit – soms goede plannen (update dd 29 sept 2024) .

Grote broeikasgaslozers geven hun winsten niet uit aan klimaatmaatregelen

Milieudefensie heeft samen met de onderzoeksbureau’s SOMO en Profundo in kaart gebracht hoe 20 multinationale ondernemingen enerzijds het klimaat voor miljarden schaden, tweedens samen jaarlijks voor miljarden winst maken, en tenslotte die winsten bijna helemaal aan hun aandeelhouders geven en dus niet in maatregelen tegen de emissies investeren.

Het rapport ‘Hun winst, ons verlies’ is, samen met een fact sheet en een Q&A-tekst, te vinden op https://milieudefensie.nl/actueel/rapport-hunwinstonsverlies .
De tekst van Profundo is te vinden op https://profundo.nl/public/files/2024_ LargeGHGemitters.pdf
De tekst van SOMO is te vinden op  https://www.somo.nl/nl/grote-vervuilers/

Uit een eerdere lijst van 29 ondernemingen heeft Milieudefensie 20 beursgenoteerde ondernemingen geselecteerd, 4 financiële en 16 niet-financiële. Over beursgenoteerde bedrijven is meer bekend. (Over de andere 9 wordt niets gemeld, maar de pensioenfondsen ABP en PGGM vertonen goed gedrag en de andere ondernemingen zijn vaak niet beursgenoteerd).


De boodschap kan worden uitgelegd in drie bovenstaande tabellen, met wat aanvullende uitleg.

  • Het gaat om onderling heel verschillende bedrijven. Dat is bewust zo gekozen om een min of meer representatieve doorsnee van het kapitalisme te krijgen.
  • De geselecteerd ondernemingen hebben activiteiten n Nederland, maar getoond zijn de cijfers over de concerns als mondiaal geheel
  • Tabel 1 is van Profundo en tabel 2 en 3 van SOMO
  • De emissies in tabel 1 zijn vaak niet volledig. Ze gaan over scope 1 (de directe emissies vanuit de eigen panden), scope 2 (de indirecte emissies vanwege de ingekochte energie) en scope 3 (de indirecte emissies vanwege de verkochte producten). Met name die laatste zijn vaak nog steeds niet goed bekend.
  • De studie gaat er van uit dat een ton CO2 €149 schade aanricht.
    Deze prijs is gebaseerd op de externe kostenbenadering van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), wat beschouwd wordt als een zeer conservatie methode om klimaatschade te berekenen. Het PBL hanteert namelijk het concept van preventiekosten: de kosten van de inspanningen om de uitstoot uit te faseren, zoals het vervangen of ombouwen van installaties zodat zij geen broei­kasgassen meer uitstoten, het vervangen van dier­lijke met plantaardige eiwitten in ons voedsel en het vervangen van kolencentrales door windmolenparken. Het gaat dus om een benadering van wat er nodig is om uitstoot te beperken, niet om de kosten van de daadwerkelijke schade van die uitstoot. Het PBL baseert zich hierbij op eerder werk van CE Delft.
    Zowel PBL als CE Delft vinden nu de feitelijke schadekosten een betere benadering. Het bedrag per ton CO2 zou dan veel hoger uitkomen.
  • In tabel  1 is dus de derde kolom 149* de tweede kolom. Deze derde kolom geeft de (behoudend ingeschatte) klimaatschade weer, aangericht over het jaar 2022.
    Let wel dat er de derde kolom bij BP een typefout staat. 24.9217 moet zijn 249.217 .
  • Tabel 2 geeft de netto winsten over elk van de jaren 2016 t/m 2022 weer.
    2016 omdat dat het eerste jaar na het Parijsakkoord is. 2022 is het laatst weergegeven jaar, omdat over 2023 de gegevens nog niet volledig bekend zijn.
    Men denke bij de mincijfers in 2020 ook aan Corona.
    De uitkering van BP aan de aandeelhouders, die ruim 50x zo hoog is als de netto winst, is geen typefout. Dit is gewoon werkelijk geschift.
  • In tabel 3 zijn de plusbedragen, uitgekeerd als dividend, en de bedragen, uitgekeerd aan het inkopen van eigen aandelen, opgeteld. Bij minbedragen passen aandeelhouders bij of worden er nieuwe aandelen uitgezet.
    De opvallende bedragen bij RWE en Uniper hebben te maken met grote reorganisaties bij deze fossiele energie-ondernemingen.
  • De totale schulden van alle niet-financiële bedrijven namen in de periode 2016-2022 toe, van 202,8 miljard euro in 2016 tot 254,8 miljard euro in 2022.
    De totale schulden van alle financiële bedrijven namen in de periode 2016-2022 af, van 260,7 miljard euro in 2016 tot 215,1 miljard euro in 2022.
    Milieudefensie heeft de schuldcijfers van SOMO niet afgedrukt, maar in het SOMO-achtergronddocument zijn die te vinden.
  • SOMO heeft de winst-, schuld- en uitkeringscijfers voor elk van de 20 ondernemingen apart uitgerekend. Het voert te ver om die hier allemaal te geven. Als (relatief eenvoudig en niet extreem) voorbeeld hieronder de gegevens van DSM.
    DSM maakte van 2016 t/m 2022 5,0 miljard bruto- en 6,4 miljard netto-winst.
    Daarvan werd 1,5 miljard aan dividend uitgekeerd en ook 1,5 miljard aan het inkopen van eigen aandelen. Dus 47% van de netto winst ging naar de aandeelhouders.
    De schuld van DSM door de jaren heen bleef ongeveer constant en  varieerde tussen €2,6 miljard euro en €3,6 miljard.

Strikt genomen zou het kunnen dat de geanalyseerde bedrijven klimaatmaatregelen genomen hebben, en dat de kosten daarvan al in de winstcijfers verwerkt zijn (m.a.w.: zonder die maatregelen zou de netto winst hoger geweest zijn). Milieudefensie en SOMO gaan er van uit dat dat dan om beperkte bedragen gaat. Immers, de bedrijven hebben als regel nog geen deugdelijk klimaatplan, de schuldenpositie remt en er wordt geen reclame mee gemaakt.

Verder proberen de bedrijven de overheid, en daarmee de belastingbetaler, zover te krijgen dat die hun investeringen overneemt, zodat de mooie winst- en uitkeringscijfers onaangetast blijven.
Milieudefensie is het hier niet mee eens. Bedrijven moeten veel sterker verplicht worden om te handelen.

Bedrijvenpark in Tiel wordt zelfvoorzienend en Nul Op de Meter

Planimpressie uit het rapport van de Commissie m.e.r.

Energy Hub Medel
Voor het eerst wordt er in Nederland een bedrijventerrein energetisch zelfvoorzienend en energieneutraal. Dat is het Bedrijvenpark Medel in Tiel, waarvoor bestuurlijk de gemeente Tiel en de gemeente Neder-Betuwe verantwoordelijk zijn.
Er is een bestaand park Medel en  een park in wording Medel II of ‘Afronding Medel’ dat in ontwikkeling is. Het ligt omsloten door de Linge, het Amsterdam-Rijnkanaal en de A15.
Rituals gaat zich er vestigen.

De techniek is in handen van netbeheerder Liander en ingenieursbureau Joulz. Joulz doet tevens de investering en wordt ontwikkelaar en exploitant van deze ‘energiehub’.
Zie https://joulz.nl/nl/nieuws/zelfvoorzienend-bedrijvenpark-met-nul-op-de-meter .

Alle bedrijven zijn verplicht lid van de Coöperatie OCT (Ondernemers Coöperatie Tiel). OP deze manier zijn ze medebeheerder van het terrein.

De verduurzaming van de energievoorziening was zowel gewenst als gedwongen.
Gewenst, omdat er in de coöperatie al een hele tijd over gedacht werd.
Gedwongen, omdat Liander voor een onbepaald aantal  jaren geen stroom zou kunnen leveren of afnemen. Er ligt wel een aansluiting op het elektriciteitsnet, maar daar gaat dus voorlopig geen stroom doorheen.

Uiteindelijk is gekozen voor zonnepanelen op het dak (de Commissie m.e.r. schat dat er ongeveer 45 hectare dak ligt), in combinatie met een grote parkbatterij en uiteraard software. Voor de veiligheid staat er een gasgenerator als achtervang en een dieselgenerator als achter-achtervang (de bedoeling is dat die nooit aangaat). De documentatie op Internet vermeldt geen getallen.

Het kostte enige moeite om de onwennigheid bij de ondernemers weg te nemen, maar uiteindelijk lijkt de algehele constructie zakelijk verantwoord te zijn. Ondernemers hadden de neiging om een flinke extra vermogensreserve te claimen, die vaak bij een kritische beschouwing onnodig hoog was. Bovendien vallen de piekbelastingen van de verschillende bedrijven op verschillende tijden. Joulz en Liander verwachten dat het allemaal moet lukken. En anders is er altijd nog de gasgenerator als redder in de nood.


Energyhubs in Noord-Brabant
Deze site focust op Noord-Brabant en daar is er een Energy Hub op het Kempisch Bedrijvenpark (KBp) in Hapert. Dat park heeft nog wel een aansluiting op het net waar stroom doorheen kan, al is ook in die regio het probleem groot. Zie https://www.bjmgerard.nl/statenfractie-sp-brengt-werkbezoek-aan-kempisch-bedrijvenpark/ .
Op het KBp doen 18 bedrijven mee aan de hub ( www.netbeheernederland.nl/overeenkomst-energiehub-hapert-getekend )

Overheden en VNO/NCW doen pogingen om het oude Eindhovense bedrijventerrein De Hurk te verduurzamen, onder meer met een Energy Hub, maar da blijkt erg complex. Zie https://innovationorigins.com/nl/samenwerking-op-de-hurk-grootste-goed-in-voorbereiding-op-local-energy-hub/ .

Scholt Energy beschrijft een hub-project in Waalwijk op https://www.scholt.nl/actueel/pilot-local-energy-hub-met-gedeeld-laadplein/ .

Dit gaat een groot onderwerp worden.

DAF Trucks brengt ‘Sustainability Report 2023’ uit – soms goede plannen (update dd 29 sept 2024)

Inleiding
Geïnspireerd door de landelijke aanschrijving van de Shell en daarna van 29 andere bedrijven, heeft Milieudefensie Eindhoven ook enkele (inmiddels vijf) bedrijven in de regio aangeschreven met het verzoek om een klimaatplan te maken waardoor in 2030 45% minder CO2 uitgestoten zal worden dan in 2019. 

Een van deze bedrijven is DAF Trucks. Zie voor de vraag https://www.bjmgerard.nl/milieudefensie-eindhoven-verzoekt-daf-trucks-om-klimaatplan/ en voor het antwoord https://www.bjmgerard.nl/daf-trucks-antwoordt-op-brief-milieudefensie-eindhoven/ .
Zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/DAF_Trucks .
Milieudefensie vond dat als je naar klimaat- en milieuzaken zocht op de site van DAF Trucks, je alleen maar mooie vrachtautoplaatjes zag en geen systematisch beleid.
Het antwoord van DAF was dat Milieudefensie Eindhoven daar eigenlijk wel gelijk in had, maar dat er verbetering in het vat zat. Men was van plan om uiterlijk april 2024 het Sustainability Report 2023 uit te brengen, als aanloop naar een ESG-rapportage die vanaf 2026 verplicht is. Als dat Duurzaamheidsverslag 2023 af was, zou men het ons opsturen en zouden we als Milieudefensie Eindhoven voor een gesprek worden uitgenodigd.

April verstreek en er kwam geen jaarverslag annex uitnodiging  in de brievenbus. Het Duurzaamheidsverslag bleek inmiddels al op de website te staan, maar misschien waren ze het vergeten? Herinneringsmail gestuurd, kwam het verslag ongeveer per omgaande in de bus met de herhaalde belofte dat er een gesprek zou komen. We wachten af.

Het verslag is te downloaden op https://www.daf.nl/nl-nl/over-daf/duurzaamheid (doorscrollen tot onderaan). Daar staat voor geïnteresseerden ook iets over moederbedrijf Paccar en ESG, en over de communicatie van DAF Trucks met het Europese gevaarlijke stoffen-programma REACH. Ik heb dit gezien, maar niet gelezen.

Klopt de zelfrapportage?
Het Duurzaamheidsverslag gaat deels over wat er al gebeurd is, en deels over wat er gaat komen.

Nu willen bedrijven het eigen doen en laten ooit wel eens tot kosmische hoogten ophemelen, dus eerst maar eens wat controle. Vertrouwen is goed, controle is beter.
Over 2022 en soms over 2023 bestaan geautoriseerde bronnen, te weten


Volgens de NEA  spoot DAF Trucks in 2022 17114 ton CO2 de lucht in (waarmee het een van de kleinere spelers op de Nederlandse ETS-lijst is).
Volgens de emissieregistratie spoot DAF Trucks in 2022 25960 ton CO2 de lucht in.
Het verschil zegt niet alles, omdat de rekengrondslag tussen beide systemen anders kan zijn.
DAF Trucks zelf rapporteert over 2022 74448 ton CO2, maar dat is scope 1 en 2 samen, dus ook de CO2 die elders op de wereld ontwijkt waar de stroom voor DAF Trucks gemaakt wordt.
Een goede controle is door de uiteenlopende grondslagen moeilijk, maar globaliter kan het verhaal kloppen.

De andere stoffen kloppen over het algemeen goed. Dat is logisch, omdat de cijfers in de Emissieregistratie aangeleverd zijn door DAF Trucks zelf. Maar daardoor staat er wel een goedkeuringsstempel van (uiteindelijk) het RIVM op.
DAF Trucks bijv. rapporteert over 2022 128 ton VOS (Vluchtige Organische Stoffen) en dat doet de Emissieregistratie ook. En dat is best wel veel. De omwonenden die af en toe de DAF menen te ruiken, ruiken waarschijnlijk die VOS (bijv. van het lakken).

Beide overzichten hebben wat gebreken. De Emissieregistratie presenteert pakketemissies soms onlogisch en geeft minder stoffen weer dan in bijvoorbeeld 1990. En DAF Trucks dikt het overzicht van bijvoorbeeld de zware metalen in, en noemt alleen de hoeveelheid zware metalen die het riool ingaat en niet die het oppervlaktewater ingaat (zijnde het Eindhovens Kanaal, dat voor koeldoeleinden gebruikt wordt).

De overzichten konden beide vollediger en minder slordig, maar zijn goed genoeg om te constateren dat het overzicht redelijk betrouwbaar is. DAF Trucks zou bijvoorbeeld de emissie van fijn stof en van PAK’s aan zijn overzicht kunnen toevoegen.

Life Cycle Assessment DAF XF New Generation Internal Combustion engine

De plannen
Binnen het werkveld dat voor Milieudefensie Eindhoven relevant is, ontplooit DAF Trucks in dit jaarverslag op twee gebieden plannen: de emissiereductie en de circulariteit.

Wat betreft de emissies benadrukt DAF Trucks, dat hooguit een half procent van de emissies scope 1 of 2 is (de uitstoot van het eigen complex of van de aan dat complex geleverde stroom). 95% van de broeikasgasemissies komt uit de uitlaat van DAF-vrachtauto’s die overal ter wereld rondrijden (scope3 downstream) en ca 5% is scope 3 upstream (leveranciers).

Update dd 29 september 2024
Dat zou het geheel aan broeikasgasemissies per jaar op ca 200* genoemde 74kton zijn, dus ca 15Mton (dit is een absoluut cijfer). In een gesprek met DAF Trucks, dat na het schrijven van dit artikel plaatsvond, noemde de onderneming dat de vermenigvuldigingfactor eerder ruim 100 was. Het geheel aan broeikasgasemissies zou dan eerder 8 à 10Mton zijn.
Zowel het hoge als het lage getal berusten op ‘educated guess’ en modelleerwerk. Hiervoor valt begrip op te brengen.

DAF Trucks wil de broeikasgasemissies van zowel scope 1 en 2, als van scope 3, in 2030 met 45% verminderd hebben t.o.v. 2018 resp. 2019.
In de eigen fabriekscomplexen moet dat gebeuren o.a. door in 2024 zonnepanelen op het dak te leggen en over te gaan op LED-verlichting en warmtepompen, en door energiebesparing. Dit deel van de plannen oogt conventioneel.
Met toeleveranciers (scope 3 upstream) bestaat een gestructureerde ‘sustainable sourcing’-band, waarbinnen onder andere aandacht voor innovatie en emissievermindering.


Veruit de meeste aandacht gaat naar scope 3 downstream, het verbeteren van de vrachtauto’s waarin de klanten rondrijden. Tot nu toe was dat op de website zelfs het enige werkterrein waaraan aandacht besteed werd – vond Milieudefensie Eindhoven en vond eigenlijk DAF Trucks zelf ook. Met 45% reductie voldoet DAF Trucks aan wat Milieudefensie wil, maar (voor het bedrijf ongetwijfeld urgenter) ook aan wat de Europese Commissie wil.
DAF Trucks wedt op alle paarden (in dit verband een wat merkwaardige beeldspraak). Het concern heeft in 2023 opdracht gegeven tot een nieuwe fabriek die in 2024 nieuwe elektrische modellen moet afleveren. Nieuwere types kunnen ook op biodiesel rijden, en men kijkt ook naar waterstofaandrijving.
DAF Trucks geeft hoog op van de eigen research and development en dat niet zonder reden.
Bij de techniek die bio-, elektrisch- en waterstofrijden mogelijk maakt ligt de voornaamste zwakte, namelijk de beschikbaarheid van voldoende groene stroom en, a fortiori, voldoende groene waterstof. DAF Trucks heeft de belangrijkste voorwaarde voor zijn 45% broeikasgasvermindering niet in eigen hand.


Circulariteit
Het andere werkgebied betreft de circulariteit.

DAF Trucks heeft veel ambities op het gebied van afval en terugwinning. Zelfs al een praktijk: DAF Trucks dumpt al jaren niets meer op de stort. In 2023 is de afscheiding van olie uit afvalwater verbeterd.
Een gemiddelde DAF truck bevat 35% gerecycled materiaal.
In 2023 kwamen 400.000 onderdelen terug van dealers. Ruim 90% van een truck is bij sloop recyclebaar. Auto-onderdelen zijn gemerkt en er zijn gratis sloophandleidingen.

Het onderdelenmagazijn van Paccar (dat ook dochteronderneming DAF bedient) , wil in 2030 35% minder eenmalige verpakkingen gebruiken, en wil daar in 2050 helemaal vanaf zijn.

Afsluitend:
Al met al heeft DAF Trucks een goed verhaal op papier staan over het klimaat – en daarover hadden we als Milieudefensie Eindhoven het bedrijf aangeschreven. De belangrijkste vraag is of deze plannen uitvoerbaar zullen blijken, mede gegeven de nieuwe regering. DAF Trucks heeft de voorwaarden hiervoor niet geheel in eigen hand.
Een vraag die niet aan de orde is geweest is of DAF Trucks warmte kan leveren aan een eventuele stadsverwarming. DAF Trucks staat op de ETS-lijst omdat het bedrijf een grote verbrandingsketel heeft.
Dat dit niet aan de orde is geweest, kan komen omdat het besproken document een Jaarverslag is en geen beleidsstuk. Mogelijk was het toevallig net in 2023 niet actueel.

Er staat ook een goed verhaal over circulariteit. Dat heeft DAF Trucks wel voor een groot deel in eigen hand. De brief van Milieudefensie Eindhoven ging daar niet direct over, maar omdat zonder een goede recycling de klimaattransitie onuitvoerbaar is, gaat het er indirect toch wel over.

De brief ging ook niet over milieuzaken, maar gezien de lange lijst met emissies zou dat misschien toch wel een gespreksonderwerp mogen worden. De cijfers van de Emissieregistratie gaan terug tot 1990 en ten opzichte van dat jaar is er bij bijvoorbeeld zware metalen vooruitgang geboekt, maar er blijft nog het een en ander te wensen over.